THE LARGEST PROFESSIONAL COMMUNITY IN INDUSTRIAL AUTOMATION
224 JUNI - JULI - AUGUSTUS 2021
11.000 SUBSCRIBERS
Driemaandelijks tijdschrift van InduMotion vzw – 51e jaargang Juni- juli - augustus 2021. Afgiftekantoor Turnhout – P309959
DOSSIER
‘Industriële automatisering in de landbouw’ p20 – Hyler en Bosch Rexroth oogsten samen hennep p28 – Ingenieur Britta Verhelst: ‘Technologie is de oplossing van een probleem’ p35 – Verbetering corona-ventilator door virtuele engineering
Slimmere mobiele machines door het combineren van data met hydrauliek? Ontdek meer.
ontdek meer over de mogelijkheden op boschrexroth.com/mobile-hydraulics
EDITO DOOR HUGUES MAES / VOORZITTER INDUMOTION
HET HOEFIJZERNAGEL VAN DE 21STE EEUW Als het van de Europese Commissie afhangt, zal ons voedselpatroon de komende jaren grondig wijzigen. Met het zogenoemde Farm-to-Fork-programma wil Europa onze landbouw efficiënter en duurzamer maken. Vorig jaar besliste het Noorse Nobelcomité om de Nobelprijs voor de Vrede 2020 toe te kennen aan het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties. Voedselzekerheid is volgens het Comité cruciaal om honger uit de wereld te bannen en zo conflicten te vermijden.
Deze twee nieuwsfeiten illustreren hoe belangrijk de landbouwsector is. Onze welvaart start op de boerderij. Moderne landbouw is hogere wiskunde geworden, want boeren moeten schaalgrootte nastreven om te overleven in een erg concurrentiële omgeving. Automatiseren is hier het sleutelwoord: van melkrobots en hightech stallen, tot plantmachines en onbemande tractors. In dit nummer 224 en op de website van Automation Magazine leest u hoe innovatief onze landbouw door industriële automatisering is geworden.
Europa is hier vooral afhankelijk van Aziatische leveranciers, want 80 procent van de wereldwijde chipproductie situeert zich in Azië, tegenover 15 procent in Noord-Amerika en 5 procent in Europa. Goed nieuws is dat de Amerikaanse chipbakker Intel nu 20 miljard dollar zal investeren in nieuwe fabrieken. President Joe Biden maakt van het chiptekort een prioriteit. Hij noemde de microscopisch kleine chips ‘het hoefijzernagel van de 21ste eeuw.’ Een onzichtbaar item dat werkelijk alles in onze maatschappij ondersteunt, en mede door de coronacrisis plots op het voorplan staat.
Uit cijfers van Agoria en CETOP in dit magazine, blijkt dat in het door Covid-19 geteisterde 2020 de machinebouw wereldwijd een omzet haalde van 2.585 miljard euro, tegenover 2.730 miljard euro het jaar daarvoor. China is het enige land dat in 2020 vooruitgang boekte van 895 naar 924 miljard euro. De Purchase Managers Index (PMI), het aankoopvertrouwen in de markt, dook begin 2020 zwaar naar beneden. Gelukkig is het vertrouwen opnieuw spectaculair gestegen, hoger dan de voorbije jaren. Dit vertaalt zich in een belangrijke grote industriële heropleving. Spijtig genoeg wordt die heropleving nu ernstig getemperd door een tekort aan grondstoffen en half-afgewerkte producten.
We naderen stilaan het licht aan het einde van de tunnel. De vooruitzichten worden beter. Nog even volhouden en na de vaccinaties kunnen we elkaar opnieuw ontmoeten. Maar tot zolang wil InduMotion geen risico’s nemen door fysieke events te plannen.
Dat zorgt onder meer voor een wereldwijd chiptekort, iets wat ook de machinebouwers in ons land treft. De machines in onze fabrieken worden steeds digitaler, dit in lijn met de evolutie naar Industrie 4.0. Net zoals in de automobielindustrie kan er nu door te weinig chips niet geproduceerd worden wat er is besteld en lopen de levertermijnen op. Soms met tijdelijke werkloosheid tot gevolg. Elektronische componenten zijn onontbeerlijk geworden in machines en de prijzen van die componenten stijgen met 12 tot 15 procent.
Daarom zal de statutaire InduMotion-ledenvergadering van juni digitaal plaatsvinden, dit hopelijk voor de laatste keer. Op dinsdag 22/06/21 nodigen we alle leden uit voor deze vergadering die start om 16.00 uur. Na het officiële deel, zal Eddy Willems - auteur van het boek ‘Cybergevaar’ - en specialist op het gebied van internetveiligheid een uiteenzetting geven over hacking, phishing en de ‘do’s en don’ts’ inzake computerveiligheid. Met de recente gebeurtenissen op het vlak van cybercriminaliteit, zal iedereen hier zonder twijfel belangrijke punten van opsteken. Hou het gezond en dat dit nieuwe Automation Magazine u mag inspireren!
AUTOMATION MAGAZINE JUNI 2021 / 3
Keep wireless control EXOR 0N3 X5 SIL3 handhelds device
- 5" TFT 64K colours resistive touch - Keyboard, potentiometers, handwheel - 3-Positions Enabling Switch - E-Stop button with illumination in combination with safety hardware (Xbase) - SIL3 rated Wi-Fi communication with the X5 Base Station (Xbase) - Ethernet, serial and plug-in modules (Xbase) - Ready for Corvina Cloud remote connectivity - Supports JMobile protocols including OPC UA server and client
ontdek meer op : www.esco.be of bel naar : 02 717 64 60
4
COLOFON & INHOUD
INDUMOTION InduMotion vzw is de beroepsfederatie voor bedrijven gespecialiseerd in industriële automatisering en aandrijftechnieken (elektrisch, hydraulisch, mechanisch en pneumatisch), die als producent, officiële invoerder of verdeler op de Belgische markt actief zijn.
P3 EDITO P5 INHOUD P6 DOSSIER Industriële automatisering in de
Lid van het Europees comité CETOP.
landbouw
vzw InduMotion Provinciesteenweg 9 – 3150 Haacht BTW BE0431 258 733 Secretariaat: Gerda Van Keer, tel. +32 471 20 96 73 gerda.vankeer@indumotion.be info@indumotion.be
P20 Hyler en Bosch Rexroth oogsten samen hennep
RAAD VAN BESTUUR Hugues Maes (SMC Belgium): Voorzitter Bart Vanhaverbeke (Voith Turbo) : Ondervoorzitter Marcel De Winter (Service-Hydro): Secretaris-generaal Guy Mertens (Act in Time): Penningmeester Vincent De Cooman (WITTENSTEIN): Bestuurder Luc Roelandt (Stromag): Bestuurder Jean-Marc Orban (Festo): Bestuurder
P25 Alles uit de kast met Murrelektronik
TOEZICHTHOUDERS Adriaan De Potter (Protec) Maciej Szygowski (Doedijns Fluid Industry)
probleem’
P26 AGORIA P28 INTERVIEW Ingenieur Britta Verhelst:
‘Technologie is de oplossing van een
P31 Studentenaward INNOVACE 2021 P32 REEKS ENERGIEBESPARING DEEL 2/4
Energie-efficiëntie van hydraulica
P35 CASE STUDY Tetra OptiMotion: Verbetering
corona-ventilator door virtuele engineering
P39 BECKHOFF: Xplanar klaar om produceren
flexibelere te maken
P40 ESCO: Uw volgende HMI zal niet alleen
een HMI zijn
P43 SIEMENS: Diverse intralogistieke uitdagingen AUTOMATION MAGAZINE Automation Magazine is een driemaandelijkse uitgave van de beroepsfederatie InduMotion vzw. Het verschijnt in maart, juni, september en december. REDACTIE redactie@automation-magazine.be www.automation-magazine.be ADVERTEREN Jean-Charles Verwaest, tel. +32 475 44 57 91 publiservice@automation-magazine.be VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Hugues Maes vzw InduMotion Provinciesteenweg 9 – 3150 Haacht info@indumotion.be www.indumotion.be REDACTIECOMITE René Decleer, Ludo De Groef, Marcel De Winter, Hugues Maes, Guy Mertens, Patrick Polspoel, Roger Stas, Maxime Vansichen. SECRETARIAAT Gerda Van Keer, tel. +32 471 20 96 73 gerda.vankeer@indumotion.be info@automation-magazine.be REALISATIE Magenta Uitgeverij Designcenter De Winkelhaak Lange Winkelhaakstraat 26 2060 Antwerpen info@magenta-uitgeverij.be
LAY-OUT Caroline van Dam www.brontosaurus-graphics.be
vereisen toptechnologie
P46 METAL WORK introduceert nieuwe
OPLAGE 8.300 ex. NL + 2.700 ex. FR
De advertenties en artikelen in Automation Magazine worden ter goedkeuring voorgelegd aan het redactiecomité.
P47 PRODUCTEN
Alle advertenties die betrekking hebben op technieken en producten voor industriële automatisering komen in aanmerking voor publicatie.
elektrische aandrijvingen
P49 TECHTELEX P50 AFSLUITER
De artikelen en nieuwsberichten zijn door de redactie geselecteerd. Zij verschijnen gratis en bevatten geen publiciteit. De auteurs zijn verantwoordelijk voor hun teksten. Automation Magazine wordt uitgegeven door InduMotion vzw. Een abonnement op dit vaktijdschrift is gratis en u kan dit aanvragen via het InduMotion secretariaat: gerda.vankeer@indumotion.be. Conform de Europese GDPR-wetgeving stellen wij u in kennis dat Automation Magazine hiervoor uw naam, bedrijf (optioneel) en adres bewaart. Deze informatie wordt nooit met derden gedeeld. U kan uw gegevens altijd via Gerda Van Keer opvragen en laten aanpassen of verwijderen. Automation Magazine paraît aussi en français.
© InduMotion 2021
AUTOMATION MAGAZINE JUNI 2021 / 5
INNOVATIE CRUCIAAL VOOR UITDAGINGEN IN DE LANDBOUWSECTOR In ons land worstelen bedrijven vandaag met een hoge energiefactuur, uit de pan rijzende loonkosten, zorgen om de impact op de leefomgeving en een nijpend tekort aan personeel. In de landbouwsector spelen die problemen ook, alleen worden deze uitdagingen en hinderpalen er zo mogelijk nog uitvergroot. Bovendien zorgt de zoektocht naar meer opbrengst per hectare en hoge klanteneisen voor extra druk. Hoe kan technologie helpen om aan dit alles tegemoet te komen? Alle romantische en clichématige beschouwingen over de ‘boerenstiel’ mogen meteen de vuilnisbak in, want landbouwbedrijven lopen vandaag voorop in innovatie. De inzet van drones, zelfrijdende machines en tractors, sensoren en robotisering zijn maar enkele voorbeelden van deze stelling. Dat is pure noodzaak om rendabel te werken. Om u een voorbeeld te geven over de mogelijke risico’s: Bij aardappelen ligt de totale productiekost per jaar per hectare op ongeveer 4.800 euro. Voor een bedrijf van 100 ha 6
betekent dat dus een investering van 480 000 euro die moet gerecupereerd worden via de verkoop. Er kan dus maar best niets verloren gaan! Onze landbouwsector loopt voorop als het om innovatie gaat. Smart farming zorgt ervoor dat plant en dier zo efficiënt mogelijk kunnen groeien. In dit dossier leest u tal van voorbeelden hoe technologie het leven op de boerderij efficiënt en economisch rendabel maakt.
DOSSIER DOOR SAMMY SOETAERT
TECHNOLOGISCHE OPLOSSINGEN: LDA Mustafa Mourou van LDA uit Zemst vertelt ons wat meer over de kleine, maar belangrijke oplossingen die landbouwbedrijven kunnen helpen. ‘Ik denk bijvoorbeeld aan onze elektrische ventielen voor vloeistofdosering van MAC Valves. Die worden heel breed ingezet in de traditionele industriesectoren, onder meer voor het doseren van additieven in frisdranken en het afvullen van ampullen in de pharmasector. Ook in de landbouw zijn deze ventielen zeer populair en worden ze specifiek aangepast in functie van het product en diens eigenschappen. Zo kan het afdichtend membraan dat intern het elektrisch gedeelte afschermt van de vloeistof uitgevoerd worden in diverse materialen zoals teflon of viton. Zo kan quasi elke vloeistof probleemloos verwerkt worden. Het grote voordeel van het werken met deze ventielen is de grote doseernauwkeurigheid, want vroeger werd vooral onder het motto ‘liever-wat-te-veel-dan-wat-teweinig’ gewerkt, zeker bij stoffen als mest. Door de optimale hoeveelheid te garanderen, wint niet alleen het milieu maar is er ook minder product nodig en werkt de landbouwer dus goedkoper.’
Schraper ‘De aanpassing van het ventiel gebeurt overigens niet alleen in functie van de vloeistof, ook de toepassing speelt hier een hoofdrol. In de landbouw is de levensduur bijvoorbeeld een belangrijk aandachtspunt. In vergelijking met een standaard membraanventiel moet het aantal cycli toch pakken hoger liggen. Wij gaan uit van een levensduur van 100 miljoen cycli en zelfs meer, en dat wordt bereikt via meerdere wegen. Zo kunnen we voor de behuizing schakelen tussen diverse materialen, zoals aluminium, inox 304 of 316. Verder beschikken de ventielen over een selfcleaning systeem. Telkens het ventiel schakelt, verwijdert een schraper het vuil zodat het vuil buiten het ventiel gehouden wordt. Om het toepassingsgebied verder te vergroten, kunnen we ook de voeding variëren van 12 tot 220V. Zo kan het systeem zowel op een mobiele machine als ergens in een gebouw ingezet worden. Het verbruik is zeer beperkt, zodat ze probleemloos op batterijvoeding kunnen werken als dat nodig is. Ik vermeld tot slot nog dat de ventielen moeten weerstaan aan trillingen, wat eveneens vaak voorkomt in deze sector.’ Luchtbalgen ‘De luchtbalgen zijn een tweede groep die specifiek in de landbouw ingezet worden. Zij worden in twee toepassingen ingezet. Enerzijds vinden we ze terug onder de bestuurderszetel van de landbouwvoertuigen, waar ze de bestuurder het nodige comfort bieden tijdens het werken op het veld. In sommige gevallen worden liefst 99,9% van de trillingen zo opgevangen.’ ‘Een tweede toepassing van deze luchtbalgen vinden we in de sproeisystemen, waar ze dienst doen als cilinder in de sproeiarmen. Het werken op het veld betekent ook voortdurend heen-en-weer geschud worden, want velden zijn nooit egaal. Door te werken met luchtbalgen zorgen we voor een grotere stabiliteit van de armen. Die zijn makkelijk 6 meter en langer, dus trillingen en bewegingen van de machine hebben een grote impact. Niet alleen de mechanische structuur wordt zo beter beschermd, ook de kwaliteit van het werk gaat er op vooruit dankzij de demping.’ www.lda.be
AUTOMATION MAGAZINE JUNI 2021 / 7
ROBOTS PLUKKEN WITLOOF IN TUINBOUWBEDRIJF VAN DE TOEKOMST Wie vandaag het tuinbouwbedrijf Frachibel bezoekt, gelooft nooit dat nauwelijks 2 jaar geleden een verwoestende brand de toenmalige bedrijfsgebouwen compleet in de as legde. Hard werk en veel doorzettingsvermogen leidden vandaag tot een volledig nieuwe wind door de Poperingse velden, in de vorm van een hypermoderne witloof- en aardbeikwekerij. Eén ding valt er onmiddellijk op: de uitgekiende automatisering van de witloofverwerking. In de land- en tuinbouw zijn de bedrijven sowieso vaak de speelbal van externe factoren. Uiteraard zijn er de wisselende weersomstandigheden die grotendeels de kwaliteit en kwantiteit bepalen, maar ook een sterk fluctuerende marktvraag vormt voor velen in deze sector een stevige uitdaging. Toen landbouwer Stefaan Gheeraert in 1991 als vierde generatie het familiale bedrijf in Poperinge overnam, werd hij geconfronteerd met een krimpende vraag van de ooit alomtegenwoordige hoppeteelt in deze prachtige regio. Grote bierbrouwers namen hun hopbellen voortaan liever uit het buitenland af, wat voor velen het sein was om over te schakelen naar andere activiteiten. Dat was ook hier het geval, want er werd geleidelijk overgestapt op de aardbeien- en witloofkweek. Stefaan Gheeraert: ‘Aardbeien zijn voornamelijk een lente- en zomerteelt. We zochten dus nog naar een groente die we vooral in de herfst en de winter konden telen en verwerken. De keuze viel op witloof.’ Vroege focus op automatisering Al lang voor de rampzalige brand in 2019, lag de focus in de witloofkweek op automatisering. Daar blijkt een duidelijke reden voor. Stefaan Gheeraert: ‘Onze eerste robot dateert uit 2015 toen we een Fanuc robot lieten plaatsen om de trekbakken -de bakken waarin de witloofwortels uitgroeien tot stronken- na de oogst te wassen voor hergebruik. Drie jaar
Het Poperingse bedrijf Frachibel schakelde over van hoppe naar witloof en aardbeien. Twee Fanuc robots halen het witloof uit de trekbak.
8
later kwam er een tweede robot bij die ingezet werd om de trekbakken te verplaatsen. De reden voor de inzet van robots is niet ver te zoeken: ook onze sector wordt voortdurend geconfronteerd met een nijpend personeelsgebrek. Die hinderpaal is - voor een stiel waar handwerk altijd al een prominente plaats innam - niet evident om op te lossen.’ De robotoplossing werkte voortreffelijk tot het noodlot toesloeg. De verwoestende brand legde naast de gebouwen ook alle machines in de as. ‘Op dat moment stonden we voor een tweesprong: ofwel volledig ophouden, ofwel compleet heropbouwen. Omdat onze zoon aangaf dat hij verder wilde in onze stiel, kozen we voor de tweede optie. Vandaag zijn we al zes maand volop bezig met het oogsten en verwerken van witloof.’ ‘De brand en de nasleep waren verschrikkelijk, maar het gaf ons wel de kans om ons productieproces volledig te hertekenen, in samenwerking met onze automatiseringspartners. We hadden ondertussen al meer dan 25 jaar ervaring in de witloofteelt en wisten als geen ander wat de aandachtspunten en hinderpalen zijn. Zo wilden we de handarbeid die vereist was voor het afsnijden van de wortel van de stronk, zeker automatiseren in het vernieuwde proces. Alle stronken worden gekweekt in zogenaamde trekbakken, vroeger moesten we die er wortel per wortel uithalen en de stronk afsnijden voor verdere verwerking. Daar wilden we een machinale oplossing voor.’ Variatie in product vormt stevige uitdaging Voor de automatisering van de witloofverwerking stond integrator DD Automation in. Voor hen schuift Dominiek Deboosere mee aan tafel. Hij maakt ons wegwijs in het productieproces: ‘Het proces start in de grote kweekcellen. Daar staan honderden bakken die wachten op verdere verwerking, met per bak ongeveer 70 kilogram witloof.
De installatie vormt een oplossing voor het gebrek aan personeel in de sector.
FRACHIBEL Als de groei klaar is, wordt een bak met heftrucks naar de wachtpositie gebracht. Vervolgens verloopt alles volledig automatisch. Via twee manipulatoren worden de bakken via een kettingbaan naar de twee plukrobotten gebracht. Tot hier gaat dat om een relatief eenvoudige installatie, maar dat verandert bij het plukproces. Dat is te wijten aan een zeer specifiek gegeven in deze activiteit: witloof is een natuurproduct met een grote onderlinge variatie in lengte en dikte, bovendien is het ook een fragiel product. Manipuleren van de stronken moet met andere woorden zeer omzichtig gebeuren.’ ‘Voor dit soort toepassingen zijn er uiteraard geen off-the-shelf grijpers beschikbaar en ontwikkelden we zelf een aangepast systeem. We kozen voor een concept waarin de grijpinstallatie bestaat uit aangedreven schroeven die zich telkens in de wortel schroeven. Per keer wordt een complete rij witloof met wortel uit de trekbakken gehaald en vervolgens op de transportband gelegd. In de volgende stap worden ze dan automatisch van de transportband genomen en van de wortel ontdaan. In optimale omstandigheden worden per robot tien à elf bakken per uur verwerkt. Omdat we enkel de wortel manipuleren en de witloofstronk zelf niet beroeren, zijn we niet gebonden aan de voedselveiligheidsnormen, al maken we veiligheidshalve wel gebruik van foodgrade smering in de robots en is de grijper volledig in RVS uitgevoerd omwille van de reinigbaarheid.’ Centrale PLC en 3 HMI’s Dominiek Deboosere: ‘Tijdens het verwerken worden de lege bakken ondertussen automatisch weggehaald uit de cel en verplaatst naar de naastliggende cel met een wasrobot. Na het automatisch reinigen keren ze terug naar de bufferpositie, waar ze tot slot weer richting de afdeling gestuurd worden die het intafelen -de nieuwe wortels plaatsen- op zich neemt. De sturing verloopt via een centrale Simatic 1515 CPU die de complete lijn aanstuurt. De communicatie met de plukrobots en de wasrobot van Fanuc verloopt via Profinet. Die zijn alle drie van het type R 2000 iC van Fanuc. Ook de veiligheidsinrichtingen -zoals de lichtgordijnen en de
De grijper is opgebouwd uit aangedreven schroeven die zich in de wortel boren.
deurcontacten- worden rechtstreeks door de PLC verwerkt worden. Er werd gekozen voor veiligheidsniveau PL e, de strengste optie. De bediening verloopt via 3 HMI’s. In principe moet de kweker quasi nooit zelf een robotprogrammering uitvoeren, al kan dat wel via de Teach Pendant. Zo kan men zelf de robot handmatig instellen mocht dat nodig zijn.’ Volgens Dominiek Deboosere kan vlot worden bijgestuurd. ‘De installatie werkt zeer goed, al zullen we binnenkort nog een kleine aanpassing uitvoeren. Dat is eveneens te wijten aan de diversiteit in het product, want we stellen vast dat de wortels niet altijd in dezelfde richting gepositioneerd staan. Omdat de plukrobots de wortels rij per rij vastnemen, gebeurt het wel eens dat er een stuk niet of verkeerd uitgehaald wordt. Door een kleine aanpassing in het intafelproces -waarbij de wortels in de bakken geplaatst worden- zullen we dat voorkomen.’ Stefaan Gheeraert pikt in: ‘Ook de wortelkeuze heeft overigens een impact op de werking. Wij kopen onze witloofwortels deels aan in Frankrijk. Die zijn wat korter en hebben van bovenaf gezien een wat ovale vorm, in tegenstelling tot de Nederlandse of Belgische wortels die wat ronder maar duurder zijn. Daarnaast kweken we ook zelf wortels, maar hun vorm en grootte hangt volledig af van het klimaat. Gezien de droogte is dat altijd wat koffiedik kijken. We willen met andere woorden een installatie die alle types wortels kan verwerken, ongeacht hun herkomst.’ ‘De combinatie van onze ervaring in de witloofteelt en de automatiseringskennis van DD Automation leidde tot dit mooi resultaat. Ik denk dat we met recht en reden mogen spreken van een pioniersinstallatie in de witloofteelt. Het is moeilijk om exact te zeggen hoeveel de besparing bedraagt maar mochten we alles nog manueel doen, dan hadden we hier 3 mensen extra en een bijkomende heftruck nodig. Minstens.’
www.koket.be www.ddautomation.be www.fanuc.eu
De robots zijn van het type R 2000 iC van Fanuc. Ook de wasrobot is van hetzelfde type.
AUTOMATION MAGAZINE JUNI 2021 / 9
Twee X-assen van 40 meter en 1 Z-as van 9 meter transporteren de grijper door het magazijn met de kweekcellen. De kast beweegt mee met de grijpinstallatie.
Het concept is door landbouwer Simon Deceuninck zelf uitgewerkt. Servomotoren sturen de riem aan die de verticale beweging voedt.
LINEAIRE TRACK VAN 40 METER LANG ONDERSTEUNT PORTAALGRIJPER Nogal wat landbouwers beschikken naast hun plant- en dierkennis ook over expertise in mechanisatie. Dat laat hen toe om automatiseringsprojecten tot op zekere hoogte zelf uit te voeren. Een goed voorbeeld vinden we bij witloofteler Ardolof, waar een inventief systeem op basis van een lineaire track de trekbakken positioneert voor verdere verwerking. In de velden rond Ardooie verschijnt een imposant gebouw waarin de witloofstronken van Ardolof groeien. Zij worden gekweekt in bakken die tot 18 stuks hoog gestapeld worden in de kweekcellen. ‘Ardolof staat al jaren sterk in de witloofteelt,’ steekt bedrijfsleider Simon Deceuninck van wal. ‘De oorspronkelijke boerderij van mijn ouders werd onlangs omgebouwd tot een bioboerderij van ondertussen 30 hectare, maar ook de traditionele witloofteelt blijven we op grote schaal verder uitbouwen. De oogst van 230 hectare kan verwerkt worden in ons gebouw. De trekbakken met wortels 10
worden aangevoerd, verblijven 3 weken in de kweekcellen en zijn dan klaar voor verdere verwerking. Dat groeiproces moet nauwgezet gecontroleerd worden. Onder meer de lichtinval, de vochtigheidsgraad en de irrigatie zijn van primordiaal belang om geschikt witloof te kweken voor de klanten, het hele jaar door.’ Blijven innoveren voor verbeteren groeiproces ‘We blijven we innoveren om aan de vragen van onze klanten te kunnen voldoen. Zo zien we dat warenhuizen steeds meer gelijke gewichten en formaten vragen. We proberen daarom het groeiproces en de kwaliteit positief te beïnvloeden. We werken bijvoorbeeld met gestuurde en geperforeerde ventilatiekanalen die voor een ideale luchtverdeling zorgen, en de lichtinval wordt gestuurd via het DALI lichtregeling (Digital Addressable Lighting Interface). Op die manier kunnen we automatisch het licht dimmen om beschadiging te voorkomen, want een halfuur licht is al voldoende om een
VANSICHEN witloofplant onverkoopbaar te maken. Dankzij deze sturing heeft elke armatuur zijn eigen digitaal adres en kan ze apart ingesteld worden. Verder werken we met CO2 koeling met warmterecuperatie en zelfs de gootjes in de kweekcellen zijn specifiek aangepast om een optimale afwatering te verkrijgen. Het zijn dergelijke details waarmee we het verschil proberen te maken, maar witloof is en blijft een natuurproduct. Er zullen dus altijd kleine onderlinge verschillen in vorm en gewicht zijn. Daarom broed ik nu op een systeem met een robot die op basis van cameratechnologie de juiste sortering kan uitvoeren. Dat is evenwel nog toekomstmuziek, want momenteel ligt de prioriteit bij het systeem om de aan- en afvoer van de trekbakken te automatiseren.’ ‘Het proces om de bakken met wortels aan te voeren naar de kweekcellen en de afgewerkte producten uit de kweekcellen te halen en te stapelen is tijdrovend als je dat met de heftruck moet doen. Dat wilde ik automatiseren en de keuze viel op een systeem met een automatische stapelaar. Het werkingsprincipe tekende ik volledig zelf uit, want ik hou graag zelf de touwtjes in handen. Ikzelf had altijd een grote interesse in elektriciteit en automatisering en ook in mijn vriendenkring is het een populair onderwerp. Anderen praatten onderling over voetbal of wielrennen, wij over servosturingen,’ aldus Simon Deceuninck. ‘De bedoeling is dat er automatisch gedetecteerd wordt of de bak vol of leeg is en via QR-codes op de bak en een lezer op de grijper zullen we exact weten waar elke bak zich bevindt. De grijper zal de bakken klaarzetten voor verdere verwerking. 90% van dit proces zal zo geautomatiseerd worden, als we later naar 100% willen gaan is een automatische heftruck of trolley vereist die het transport naar en van de kweekcellen verzorgt. Ik ben er nog niet helemaal uit hoe we dat gaan aanpakken.’
Negen meter hoog stapelen Het gebouw herbergt meerdere kweekcellen naast elkaar en de bakken kunnen 16 hoog gestapeld worden, dat is goed voor een hoogte van 8 meter. De constructie waarop de grijper zich voortbeweegt is van de hand van Vansichen Lineairtechniek, voor hen schuift sales engineer Francis Lannoy mee aan tafel: ‘De constructie is 40 meter lang en 9 meter hoog, met 2 X-assen en één Z-as. In dergelijke tracks en in robottracks is er eigenlijk geen beperking op de lengte. Er moet enkel over gewaakt worden dat de maximale overspanning gerespecteerd wordt en dat de overgangen perfect recht zijn. De gewichten, snelheden, versnellingen en dergelijke rekenen wij uit voor de klant. Het geheel is volledig inhouse bij ons gemaakt en werd geplaatst voor de afwerking van het gebouw, pas achteraf werd het dak voltooid.’ Simon Deceuninck: ‘Ik koos ervoor om te werken met één servomotor voor de verticale beweging en twee motoren die in master/slaveconfiguratie werken en de riemen aansturen. De exacte positionering verloopt via encoders en afstandssensoren. Dat dubbele systeem geeft absolute zekerheid over de positie. Ik programmeerde zelf de PLC sturing en voerde de nodige veiligheidsberekeningen uit. Omdat ik het zelf allemaal uitteken kost het ons niet alleen minder, ik ben ook perfect op de hoogte van de installatie. Als je met externe partijen werkt, ben je altijd wat afhankelijk en geef je een stuk zelfstandigheid op. Daar staat wel tegenover dat je met de juiste partners moet werken, die je de nodige informatie en back-up geven.’ www.vansichen.be
Zicht op het mechanisme voor de portaalbeweging.
AUTOMATION MAGAZINE JUNI 2021 / 11
Decentrale installatieoplossing voor mobiele machines Robuuste oplossingen voor het ruige werk De industrie ervaart dat ze tegen de grenzen aanlopen met de klassieke kabelbomen en klemmenkasten.
xtremeDB omvat IO-modules, voorgemonteerde en geteste aansluitkabels en connectoren.
Murrelektronik biedt robuuste oplossingen voor de elektrische installaties van mobiele machines. Stap nu een nieuwe tijd in.
De elektrische installatie wordt veel compacter, flexibel en is uiterst solide en bestand tegen de ruigste omstandigheden.
12
www.murr.nu
SIEMENS
Een uitgekiend voedersysteem zorgt voor een optimale varkenskweek bij Marvaco.
AUTOMATISERING ALS BASIS VOOR INNOVATIE IN VOEDERTECHNOLOGIE EN CONTAINERBOERDERIJ Automatisering vinden we in zeer diverse vormen terug in de landbouwsector. Die stelling staven we met de 2 opmerkelijke cases die we hieronder beschrijven. De gemeenschappelijke insteek? Innovatie. In varkenshouderij Marvaco uit Aarsele helpt een volautomatisch voedermengsysteem de varkens hun ideale gewicht te bereiken, terwijl Urban Crop Solutions in Beveren-Leie een heuse ‘plant factory’ ontwikkelde, een mix tussen indoor plant technologie & factory engineering. De varkenskweek is in West-Vlaanderen alomtegenwoordig. Er wordt weleens gegrapt dat er meer varkens dan inwoners in deze prachtige provincie verblijven, maar bij navraag blijkt dat cliché een schromelijke … onderschatting. West-Vlaanderen is goed voor ongeveer 3,3 miljoen varkens, oftewel een slordige 3 dieren per inwoner. Deze concentratie zorgt ervoor dat WestVlaanderen meteen ook het walhalla is voor innovatie in deze tak van de agrarische sector. Een prima voorbeeld vinden we in Aarsele, waar David Martain en Inge Van der Steene met hun bedrijf Marvaco al jaren gelden als initiator van frisse ideeën op dat vlak. Eind
maart 2019 haalde Marvaco zelfs de nationale pers met een opmerkelijk verhaal: om de stress te verlagen en de kwaliteit van het vlees te verbeteren, krijgen de dieren twee maal drie uur per dag muziek te horen. Dat zou het welzijn van de dieren moeten stimuleren. Die benadering stelden ze op in samenspraak met Breydel, de bekende producent van ambachtelijke varkensvleeswaren. Marvaco was de ideale partner hiervoor: ‘We zetten al volop in op duurzaamheid, korte keten, waterrecuperatie en dierenwelzijn, maar dankzij de samenwerking met Breydel gaan we nu nog een stap verder’, legt David Martain uit. ‘Onze dieren krijgen naast muziek ook meer ruimte, en om te voldoen aan de kwaliteitseisen van Breydel krijgen ze een heel specifieke voeding. We moeten dieren afleveren die perfect binnen een bepaalde gewichtsklasse vallen en dat vraagt een heel specifieke voeding per type varken. In totaal hebben we daarom 12 verschillende recepten uitgewerkt, die heel regelmatig door voedingsexperts geëvalueerd en aangepast worden.’
AUTOMATION MAGAZINE JUNI 2021 / 13
Voeding als cruciale factor Daar stopt het voederverhaal evenwel nog niet. Om aan de kwaliteitseisen te voldoen, besliste David om ook de veevoederproductie volledig in eigen handen te nemen. Die beslissing had behoorlijk wat impact. ‘Voeding is niet alleen van doorslaggevend belang voor de algemene gezondheid, maar ook voor het stimuleren of afremmen van de groei van de dieren’, klinkt het. ‘Om dat complexe proces volledig zelf te kunnen doen, moesten we echter op zoek naar een geautomatiseerde oplossing.’ David en Inge namen contact op met constructeur Quintyn Gebr. uit Zulte, die het mechanische concept van het voedersysteem uitdacht. Thoré I&C, een integrator uit Poperinge, zorgde voor de elektrische installatie, automatisering en tracingsoftware. De leverancier van de componenten was Siemens. Tom De Wilde legt voor ons uit hoe de installatie exact opgebouwd is: ‘De operator kan één van de 12 recepten en de gewenste hoeveelheid eenvoudig selecteren via het WinCC Advanced visualisatiepakket. De Simatic PLC zal vervolgens automatisch de correcte hoeveelheid grondstoffen berekenen. Het exact afwegen wordt door onze Siwarex weegkaarten uitgevoerd. Na het mixen van het recept, wordt het voer tot slot tot bij de dieren gebracht. Het geheel wordt ook getraceerd, zodat men exact kan achterhalen welke batch op welk moment gegeven werd. Het eindresultaat is dat Marvaco exact kan voldoen aan de vraag van de klant.’ Landbouw in containers In Beveren-Leie vinden we Urban Crop Solution terug. Hier vinden we geen traditionele landbouwoplossing, maar een uitgekiend systeem om indoor groenten te kweken. CTO Maarten Vandecruys vertelt ons wat de bedoeling daarvan is: ‘Met onze oplossing kunnen het jaar rond, om het even waar – van in drukke steden tot in de woestijn – kleine
Urban Crop Solutions ontwikkelde een volautomatisch indoor kweeksysteem.
14
gewassen gekweekt worden. Dat is een cruciaal antwoord op het voedselvraagstuk voor de snel groeiende bevolking in droge of onvruchtbare gebieden. De kweek vindt plaats in een gesloten container, met speciaal ontwikkelde ledverlichting, een optimale klimaatcontrole en waterirrigatie met maximale recuperatie voor een minimaal verbruik. Het resultaat? Veel sneller groeiende én voedzamere planten. Gekweekt in lades boven elkaar, voor een maximale oogst per oppervlakteeenheid.’ De installatie werd gebouwd met gedigitaliseerde automatiseringstechnologie van Siemens en is hypermodern. Nick Vanden Broecke van Siemens vertelt: ‘De klant had voor diverse factoren uit de installatie specifieke wensen. Zo wou hij zo weinig mogelijk menselijke tussenkomsten, vandaar de verregaande automatisering van zowel voor de kweekinstellingen, de opvolging van de groei en het onderhoud van de machine. Bovendien is ook de veiligheid van de installatie prioritair. Zo moeten de liften, die de kweekbakken naar de operator voeren als de planten volgroeid zijn, stoppen wanneer een medewerker de kweekruimte betreedt. Verder moest de plant factory in te schakelen zijn in de digitale fabriek, waarin alle processen digitaal op te volgen zijn doorheen de volledige bedrijfsketting. Dit zowel door de operatoren, als door pakweg de boekhoudafdeling. Belangrijk tot slot is ook de traceerbaarheid van de producten. Als de klant weet hoe de plant precies behandeld is, bijvoorbeeld met hoeveel water en bemesting, vallen de processen verder te verfijnen voor een optimale groei.’ Klaar voor Industry 4.0 via open OPC-standaard Nick Vanden Broecke: ‘De volledige automatisering en monitoring vanop afstand is mogelijk dankzij Totally Integrated Automation, een framework dat alle gebruikte drives, besturingspanelen (HMI), de access points en de switchen integreert. Voor de beveiliging wordt binnen elke lift een controller SIMATIC S7-1500 gebruikt, die het geprogrammeerde safetyprotocol volgt. Deze component bevat een PLC én een safetyrelais, en is via de PROFINETstandaard draadloos verbonden met de SINAMICS S120omvormers die de motoren aanstuurt. De installatie is ook klaar voor Industry 4.0, aangezien de machineonderdelen via de open OPC-standaard verbonden zijn met de OPC-software op een pc. Dat maakt dataverkeer van en naar de installatie mogelijk. Voor de traceability tot slot is ook een RFID-systeem in de factory opgenomen. Daarbij krijgt elke verpakte groente een tag over bijvoorbeeld de inhoud, de operator, de groeiduur en de behandeling.’
www.icthore.be www.marvaco.be www.quintyn.be www.siemens.be www.urbancropsolutions.com
AGRIPLANT/SMC
AGRIPLANT KLAAR VOOR INTERNATIONALE GROEI MET HOOGTECHNISCHE PLANTMACHINES Agriplant uit Langemark-Poelkapelle is een Belgisch onafhankelijk familiebedrijf actief in het ontwerp, de productie en de verkoop van betrouwbare automatische groenteplantmachines. ‘Handenarbeid is niet meer betaalbaar voor onze boeren’, zegt Tom De Rudder. Hij geeft uitleg bij de internationale groei van het innovatieve bedrijf. Het West-Vlaamse Agriplant verovert de wereld met de productie van hoogwaardige automatische groenteplantmachines. Aan de Brugseweg in LangemarkPoelkapelle zie je niet meteen dat hier innovatieve landbouwmachines worden gebouwd. Er is een nieuw betonnen gebouw opgetrokken dat in de zomer van 2020 in gebruik werd genomen, maar aan de buitenkant moet de merknaam Agriplant nog worden aangebracht. De familie Parrein startte met het bedrijf eerst als verdeler van landbouwtractoren van merken als Massey Ferguson en Kubota. Ze werden later ook dealer voor Japanse
plantmachines en begonnen deze aan te passen naar de eisen van de Belgische klanten. ‘Sinds de jaren zeventig heeft Agriplant een sterke ervaring opgebouwd in het uitplanten van groenten op het veld’, legt projectleider Tom De Rudder uit. ‘Wij zitten hier pal in de grootste groentenstreek van België. Je hebt hier op de vruchtbare poldergrond alle soorten gewassen: van spruiten, kolen, ajuin, tomaten tot selder. Dat was een goede leerschool en doorheen de jaren verzamelden we veel knowhow en verbeterden we telkens onze modellen.’ Aanvankelijk werden suikerbieten, cichorei en groene groenten in papieren potten uitgeplant. In 1998 lanceerde Agriplant de eerste volautomatische plantmachine voor trayen kluitplanten: de ‘Agriplanter.’ Het automatisch uitplanten van groenten zorgt voor een belangrijke tijdwinst, een betere onkruidbestrijding en een hoger kiemingspercentage. Tom De Rudder: ‘We gebruiken trays waar jonge plantjes in serres in zijn opgekweekt om ze daarna uit te zetten in volle grond op de velden. Onze ‘Agriplanter’-modellen maken het automatisch uitplanten mogelijk van heel wat gewassen AUTOMATION MAGAZINE JUNI 2021 / 15
zoals alle koolgewassen (spruitkool, witte kool, rode kool, bloemkool, groene kool, koolrabi,…), maar ook selder, tomaten, uien, venkel …’ Het bedrijf heeft een eigen R&D-afdeling waar alle machines worden ontworpen, gebouwd en bijgestuurd. Men doet dat met de nodige software en eigen engineering om elk onderdeel van de machine in 3D uit te tekenen. Na 20 jaar zijn de gepatenteerde technieken in de Agriplantmachines geperfectioneerd tot in het kleinste detail. ‘Onze engineeringafdeling staat niet alleen in voor het concept en ontwerp maar wordt ook betrokken bij de montage en uiteindelijke oplevering van de plantmachines. Dit resulteert in een praktijkgerichte aanpak. Kwaliteit, ervaring en een doorgedreven innovatie zijn onze kernwaarden. De assemblage en kwaliteitscontrole gebeurt steeds door ons eigen team specialisten. Agriplant heeft inmiddels ook een uitgebreid dealernetwerk in tal van landen.’ Het pronkstuk van het bedrijf is een Agriplanter die zes rijen tegelijk aanplant. De zeslijnige volautomatische plantmachine is een echt landbouwmonster met een capaciteit voor het uitplanten van tray-en kluitplanten van 66.000 planten per uur, een record! ‘We helpen zo de arbeidskosten aanzienlijk te verminderen en de opbrengst van velden te verhogen. Moderne landbouw is wiskunde geworden. De boer moet voortdurend rekenen om zo efficiënt mogelijk te kunnen produceren. Handenarbeid is niet meer betaalbaar voor onze boeren.’ Een wijd gamma aan modellen zorgt ervoor dat Agriplant als leverancier steeds kan inspelen op de vraag en de eisen van de markt. Dankzij de drang naar innovatie en hoge prestaties is de robot, die de planten uit de tray neemt, aanpasbaar en instelbaar aan heel wat plantentray’s. ‘Onze Agriplanter kan trays van zowel plastic als piepschuim (EPS) aan. Trays kunnen immers sterk verschillen volgens het te planten gewas en de regio waar geplant wordt. De ‘Agriplanter’ heeft zijn nut al bewezen in tal van regio’s en dit wereldwijd. Denk maar aan grote velden in Californië met industriële tomatenkweek voor ketchup. Door de schaalgrootte van de industriële tomatentelers, die met gemak een paar honderden hectaren beplanten, bereikten onze machines eerst Italië, Spanje, Portugal en Zuid-Frankrijk. Daarna volgden België, Nederland en Frankrijk voor andere teelten, maar we krijgen ook vragen van Japan tot Canada, ook voor toepassingen in de bioteelt van suikerbieten.’ ‘Er zijn wereldwijd enkele concurrenten, maar onze machines zijn technisch beter en wij hebben meer capaciteit’, weet Tom De Rudder. ‘De voordelen van de ‘Agriplanter’ zijn de detectie van lege kluitjes (zonder plant), een automatische diepteregeling, een lage bodemdruk, de instelbare plantafstand, een hoge variatie aan te planten gewassen en een hoge variatie aan te gebruiken trays. Onze machines zijn ook aanpasbaar naar de noden van de klant.’
16
AGRIPLANT/SMC ‘De transplanter zorgt voor een constante flow van planten. De zelfontworpen robot haalt de planten uit de tray en legt deze af op het ‘sensorhead.’ Deze bestaat uit een transportband met een selector. De selector zorgt ervoor dat de lege kluitjes naar beneden vallen en dat er enkel kluitjes met planten doorgaan naar de egelbanden. Deze verticale banden transporteren de planten van het sensorhead naar het plantelement. De rubberen schijven van het plantelement draaien de planten in de goede richting. Op deze wijze worden de planten op een correcte diepte geplaatst in de voor. Het aandrukken van de voor gebeurt door aandrukwielen. Deze druk is traploos regelbaar ‘on the go’. Dit alles zorgt voor een optimale en snelle weggroei van de jonge planten.’ ‘Wij werken samen met hoogwaardige toeleveringsbedrijven die onze onderdelen voor de Agriplanter-modellen snel en adequaat aanleveren’, zegt Tom De Rudder. Eén van die bedrijven is de Japanse specialist in automatisatie SMC. Christophe van Muylem van SMC legt uit welke hydraulische cilinders gebruikt worden in de opbouw van de Agriplanter. ‘Het gaat om vier specifieke types van hydraulische cilinders: CHMC25-50, CHMC25-200, CHDMC20-50 enCHQB20-5DM. De eerste drie zijn rondcilinders, de laatste is wat we noemen een compact type (met een vierkante behuizing). Beide types hebben een maximum werkdruk van 3,5MPa.’ Het Japanse SMC, met Europees distributiecentrum in Wommelgem, bouwt niet de hydraulische cilinders waarmee je bijvoorbeeld bruggen of sluizen kan openen. Wél het fijnere werk. Christophe van Muylem: ‘Onze deskundigheid (Takumi) en aandacht (Omoiyari) ligt in de machinebouw waar pneumatiek te kort komt in kracht en nauwkeurigheid in positioneren. Daar is hydrauliek nog steeds goed geplaatst omdat het onder andere niet samendrukbaar is. Onze range reikt tot een diameter van 160mm en een maximale werkdruk van 16MPa. Tevens is de bouw van SMC hydraulische cilinders
vaak vergelijkbaar met onze pneumatische tegenhanger waardoor inbouw, montage, hulpstukken vertrouwd aanvoelen op de tekentafel.’ ‘Voor de Agriplanter-modellen werd de keuze voor hydraulische cilinders bepaald door de hogere kracht die je met een compacte hydraulische cilinder kan leveren samen met het feit dat hydrauliek een gekende techniek is op landbouwmachines’, aldus Christophe van Muylem. ‘Als SMC zijn we verplicht uit eergevoel (Hokori) de eindklant tijdens het drukke plantseizoen de continuïteit (Keizokuzei) van zijn machine, samen met de kennis van Agriplanter te garanderen.’ Volgens Tom De Rudder zijn de hydraulische SMC cilinders ideaal omdat er niet teveel druk mag gezet worden op de trays. ‘De cilinders in de robot werken op lage druk, 32 bar. De trays moeten omzichtig worden vastgepakt door de robot want anders zouden ze kunnen barsten. Voor Agriplant is het ook cruciaal dat bestelde onderdelen meteen kunnen worden geleverd, zodat de opbouw van de landbouwmachines geen vertraging oploopt. Zelfs in coronatijden viel de aanvoer van onderdelen niet stil. Tom De Rudder laat in de nieuwe bedrijfsloods de opbouw zien van een Agriplanter 5SP-A, goed voor 5-rijen. Het gevaarte is 3,30 meter hoog en weegt 7,2 ton. Het geheel staat op rupsbanden die ervoor zorgen dat het gewicht gelijkmatig wordt verdeeld zodat de velden niet worden kapotgereden. ‘Met een touchscreen wordt alles ingesteld en bestuurd. De opbouw van een 5SP-A duurt twee weken. Een kleiner type, bijvoorbeeld een 2 of 3 rij plantmachine neemt zo’n week in beslag. In 2020 werden hier zo’n 25 plantmachines gemaakt, van 1 tot 6 rijen’, besluit Tom De Rudder. www.agriplanter.com www.smc.be
AUTOMATION MAGAZINE JUNI 2021 / 17
AANDRIJFOPLOSSINGEN VOOR AUTONOME LANDBOUWVOERTUIGEN De belofte van een verhoging van de agrarische productiviteit dankzij autonome landbouwvoertuigen zorgt voor een snelle ontwikkeling van deze technologie. Aangezien veel OEM’s zelfrijdende voertuigen testen of op de markt brengen, zijn er nieuwe aandrijflijn-oplossingen nodig om de prestaties van de vele klassen van nieuwe voertuigen te optimaliseren. Dankzij laser- of GPS-geleiding kunnen landbouwvoertuigen nu autonoom teelt- en oogsttaken uitvoeren. Zwermrobottechnologie bijvoorbeeld, die het mogelijk maakt om meerdere robots gezamenlijk te laten functioneren door middel van interacties, zorgt voor een efficiënte werking van autonome voertuigen, zelfs op de grootste boerderijen. Met de opkomst van autonome technologie zijn er momenteel echter meerdere transmissies nodig om het scala aan voertuigen dat door elke OEM wordt aangeboden te dekken. Deze OEM’s moeten gespecialiseerde componenten voor krachtoverbrenging specificeren om te voldoen aan de nieuwe eisen die voortvloeien uit de complexiteit van deze voertuigen van de toekomst. Kleine autonome elektrische voertuigen Een groeiende trend in de agrarische sector is het gebruik van kleine gestandaardiseerde elektrische voertuigen waarop diverse gereedschappen kunnen worden gebruikt. Hierdoor kan één robot efficiënt meerdere taken uitvoeren. Afhankelijk van de accu’s kunnen deze voertuigen over het algemeen tot wel 6 uur in het veld werken. De garantie 18
van energie-efficiëntie is een belangrijk criterium voor de levensvatbaarheid van het voertuig . Ook het stroomverbruik van de boordsystemen speelt hierin een rol , zoals bijvoorbeeld de elektromagnetische rem die permanent bekrachtigd blijft zolang niet geremd wordt . Warner Electric, een merk van Altra Industrial Motion Corp en wereldwijde leverancier van elektromagnetiche remmen heeft met zijn SSPB-pulsrem een oplossing ontwikkeld zonder dit nadeel van elektromagnetische remmen. Deze rem is ideaal in zware stop-omstandigheden, of het nu gaat om het vermijden van obstakels of om het gereedschap aan boord te vervangen. De SSPB verschilt van andere elektromagnetische remmen doordat hij opent en sluit wanneer hij een stroompuls ontvangt. Dit resulteert in een aanzienlijke vermindering van het energieverbruik van het remsysteem, waardoor elektrische voertuigen met een beperkte batterijopslagcapaciteit hun actieradius in het veld kunnen maximaliseren. Autonome dieselvoertuigen Gezien de beperkingen van de batterijtechnologie, vanaf een bepaalde grootte en nuttig vermogen van het voertuig, is de volledige elektrificatie ervan contraproductief. Om een tractor van 250 pk gedurende 8 uur in het veld te laten rijden, zou een batterij van ongeveer 15 ton nodig zijn, waardoor de efficiëntie- of functionaliteitsvoordelen van volledige elektrificatie teniet worden gedaan
ALTRA Dit betekent dat verbrandingsmotoren nog geruime tijd op de grotere landbouwmachines gebruikt zullen blijven. Voor een autonoom voertuig onderstreept dit het belang van het beheren van de motorprestaties. Het door de motor geleverde vermogen moet constant worden aangepast aan veranderingen in het terrein, de bodemgesteldheid en het soort en het volume gewas , dit om een algehele brandstofefficiëntie blijvend te garanderen . Om de gegevens afkomstig van een enorm netwerk van sensoren te verwerken is een hoog rekenvermogen van het electronisch motormanagement-systeem vereist . Jacobs Vehicle Systems,ander merk van Altra Industrial Motion Corp en specialist in motormanagement , stelt technische oplossingen voor om een voorspelbare werking van de motor te garanderen en het verwerkingsvermogen te verminderen . Jacobs Vehicle Systemsis al goed ingeburgerd in commerciële wegvoertuigen en werkt rechtstreeks samen met OEM’s van motoren om naadloos motorremmen, variabele klepaansturing en cilinder deactiverings technologieën in het motorontwerp op te nemen. De variabele bediening van de kleppen maakt een nauwkeurige controle van hun beweging en een optimale afstelling van de motor mogelijk : het brandstofverbruik en de uitstoot verminderen , de compressieverhoudingen en de transiënte respons worden geoptimaliseerd .Door bij het ontwerpen van motoren rekening te houden met de Jacobs Vehicle Systems technologieën, zorgen OEM’s van motoren voor herhaalbaarheid en voorspelbaarheid van het motorgedrag, twee criteria die vereist zijn voor de moderne autonome voertuigen.
Hybride diesel / elektrische autonome voertuigen Een hybride aandrijflijn zorgt voor de balans tussen volledige elektrificatie en diesel. Met milieubescherming in gedachte zullen OEM’s meer en meer landbouwmachines uitrusten met hybride aandrijvingen voor zover deze passen bij de afmetingen en de vermogens van de machines . Anderzijds moeten onderdelen beantwoorden aan de vereisten van beide aandrijfsystemen en flexibel toegepast kunnen worden De combinaties van hydraulische of elektromagnetische “twee-in-een” koppelingen, flexibele koppelingen of dempingskoppelingen van Stromag , een productenlijn van Altra Industrial Motion Corp , beantwoorden aan deze vereisten . Ze worden op de markt gebracht als “plug and play” voor onmiddellijke montage ; Bij hybride overbrengingen worden ze als “twee-in-een” tussen de verbrandingsmotor en de elektromotor gemonteerd. Door in of uit te schakelen, kan het voertuig naar behoefte met diesel- of elektrische aandrijving werken. Aangezien hybride autonome voertuigen batterijen bevatten, is het beperken van het totale energieverbruik een andere belangrijke factor. Door de energiebehoefte van hulpsystemen zoals airconditioners en hydraulische pompen te verminderen, kan efficiëntiewinst worden behaald. Warner Electric biedt een breed scala aan elektromagnetische koppelingen die precies deze aan/uit-functionaliteit bieden en het beschikbare vermogen zo efficiënt mogelijk gebruiken. Lees op www.automation-magazine.be alles over de zelfrijdende tractor van Flanders Make. Lees ook de igus case over landbouw en irrigatie. www.altramotion.com
De technologie van autonome landbouwmachines staat nog in de kinderschoenen. Het wereldwijde potentieel is gekoppeld aan de evolutie van verschillende benaderingen op het gebied van transmissie, benaderingen die onlosmakelijk verbonden zijn met de introductie van nieuwe hydraulische of elektromagnetische technologie, “twee-in-een” koppelingen, flexibele koppelingen of dempingskoppelingen.
AUTOMATION MAGAZINE JUNI 2021 / 19
De Easy-Turn 113A draait de reeds geoogste gewassen om op het veld.
HYLER EN BOSCH REXROTH OOGSTEN SAMEN HENNEP Hennep is de laatste jaren bezig aan een sterke opmars, een nieuwe groeimarkt bij uitstek in de wereld van landbouwgewassen. Dat is goed nieuws voor vlasen henneptelers maar ook voor leveranciers van oogstmachines en verwerkingsmachines voor vezels. Wie erin slaagt om de allereerste industriële oogstmachine te ontwikkelen voor industriële hennep voor het gebruik van de lange vezel en deze met succes op de markt zet, heeft een mooie toekomst voor de boeg. Hyler uit Wielsbeke heeft dat begrepen en zet hard in op innovatie om het verschil te maken. Hiervoor hebben ze in Bosch Rexroth de ideale partner gevonden. ‘Vlas en hennep worden vaak genoemd als gewassen die een flinke bijdrage leveren aan het behalen van de European Green Deal’, vertelt Niels Baert, oprichter en zaakvoerder van het West-Vlaamse bedrijf Hyler, producent van machines voor het oogsten en verwerken van vezelgewassen. ‘Ze kunnen lokaal geteeld worden, zijn CO2 -negatief en dragen bij aan de biodiversiteit. Bovendien worden producten gewonnen uit vlas en hennep steeds populairder. Hennep wordt vanaf heden ook heel interessant aangezien ons klimaat steeds droger wordt, het gebruik van fytoproducten is bij dit gewas immers niet nodig.’ Hyler zette daarom in op een machine die niet alleen vlas kan oogsten en verwerken maar ook hennep. Hiermee zou het bedrijf het huidige aanbod, dat gericht is op vlasoogsttechniek en verwerking, significant verrijken. Niels Baert: ‘De landbouwers die vlas telen, zijn erg geïnteresseerd in hennep 20
als extra gewas. Alleen bestaan er tot dusver geen machines om hennep efficiënt te oogsten om deze parallel in zwaden (rij van gewassen, nvdr) te leggen op het veld zoals vlas, zodat hetzelfde machineareaal van vlas kan worden gebruikt voor verdere bewerkingen. Hierdoor hebben wij besloten om in dit gat in de markt te springen, met een product dat op alle vlakken het verschil maakt.’ Innovatie in het DNA Om dit te kunnen realiseren hadden ze een betrouwbare partner nodig, die degelijkheid koppelt aan innovatiedrang, net als Hyler zelf. ‘Bij wie konden we beter aankloppen dan bij Rexroth, waarmee we ook al samenwerkten voor de bouw van onze andere machines’, aldus Niels Baert. ‘We hadden hun persoonlijke aanpak en verregaande ondersteuning al leren kennen en waarderen, en waren er dus van overtuigd dat we samen dit innovatieve project tot een goed einde zouden brengen.’ ‘Innovatie zit in ons DNA ingebakken’, bevestigt Maarten Van Houtte, Account Development Manager Mobile Applications bij Bosch Rexroth Belgium. ‘We gebruiken onze knowhow van decennia graag om samen met onze klanten de juiste oplossing op maat van hun behoeften te bouwen. We aarzelen ook niet om de klant alternatieven voor te stellen als we denken dat die nog betere resultaten opleveren dan de door hen gevraagde specificaties. Dat we in dit geval ook nog een totaal nieuwe productcategorie zouden bouwen, maakte het alleen maar interessanter.’
BOSCH REXROTH Op de markt van mobiele off-road machines kan Rexroth uitpakken met een uitgebreid portfolio en nagenoeg de volledige rol op zich nemen als partner in het aansturen van de volledige machine. Rexroth is niet enkel een partner voor werk- en rijhydrauliek, maar kan ook de automatisering van de machine ondersteunen in componenten en in software. Het bedrijf focust daarbij op een stevige lokale ondersteuning waardoor er efficiënt kan ingespeeld worden op de noden van de klant. Vernieuwend op alle vlakken De machine, die Hyler ontwikkelde met ondersteuning van Rexroth, is vernieuwend in alle opzichten. Om te beginnen door zijn multifunctionaliteit: deze Sativa 200, zoals de machine werd gedoopt, kan zowel voor hennep als voor andere vezelgewassen worden ingezet, dankzij de ontwikkeling van twee verschillende oogstsystemen voor de machine. Voor het snijden van hennep werd de machine zodanig ontworpen dat de van nature erg lange hennepstengels op het land geparallelliseerd worden neergelegd. De machine wordt aangedreven door een combinatie van een A4VG-hogedrukpomp met vier A6VE-wielmotoren die gemonteerd worden op GFT8120-wielreductoren en de basis vormen voor de rijaandrijving. Deze oerdegelijke componenten behoren tot het standaard aanbod van Rexroth, maar de ultieme rijervaring wordt gevormd door het creëren van een perfecte symbiose in de rijsoftware, waarbij pomp en motoren, alsook de dynamische rem in de wielreductoren op het juiste moment reageren en interacteren. Deze rijsoftware, die wordt ondersteund door Rexroth, kent een continue
evolutie waarin zowel mondiale als lokale ervaringen worden verwerkt - iedere machine is immers anders. Daarnaast is deze software ook belangrijk voor het toepassen van de juiste veiligheidsfuncties, die eveneens een continue evolutie kennen. De aansturing en uitvoering van de rijsoftware wordt mogelijk gemaakt via het BODAS mobiele elektronica portfolio. Deze omvat onder meer controllers, sensoren en joysticks. Thomas Van Mossevelde, die als application engineer verantwoordelijk was voor de uitwerking van deze software, vertelt dat de machine laten rijden en operationeel krijgen 80 procent van het werk is. ‘Maar het is ook het eenvoudigste gedeelte. Die laatste 20 procent aan optimalisaties maken het verschil en zijn meestal de sleutel tot het succes.’ Rexroth werkt altijd op basis van de input van de klant. Ook voor de werkhydrauliek werd de perfecte match gezocht tussen wat de aansturing moet verwezenlijken en de componenten die hiervoor het efficiëntst zijn. Analyse in de cloud De grootste vernieuwing vinden we in de kleinste componenten van de machine, met name de sensoren die tijdens het rijden voortdurend informatie capteren en doorsturen naar de cloud voor verdere analyse. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van BODAS Connect, naast de hard- en software de derde pijler van de BODAS-toepassing. BODAS Connect is de IoT (Internet of Things) en Telematics-oplossing van Rexroth.
De vernieuwende en multifunctionele machine, Sativa 200, is in opbouw. AUTOMATION MAGAZINE JUNI 2021 / 21
BOSCH REXROTH
BODASConnect, the Open Telematics Solution for Off-Highway.
Gegevens over verbruik, afstand en alle andere relevante parameters worden doorgestuurd naar Hyler, dat op deze manier de klant optimaal kan ondersteunen, door het inplannen van onderhoud wanneer het echt nodig is – in plaats van het gebruikelijke jaarlijkse onderhoud, dat meestal veel te vroeg of te laat komt – en door het tijdig vervangen van componenten die versleten of defect blijken. Ook softwareupdates kunnen via BODAS Connect worden gedownload, zodat de klant automatisch up to date is zonder dat hiervoor een technicus speciaal hoeft langs te gaan. ‘Dat scheelt een slok op de borrel voor de klant: als er zich technische problemen voordoen op de machine, kunnen we onmiddellijk assisteren’, merkt Niels Baert op. Maar nog veel interessanter voor Hyler is een ander gebruik van de sensoren: het verzamelen van data over de oogst zelf, vertelt Niels Baert: ‘Deze data kunnen een grote meerwaarde betekenen. Zo krijgen we enorm veel informatie over het oogstproces en de ideale parameters voor een optimale oogst.’ Deze informatie is niet alleen voor de teler van goudwaarde – die kan het hele oogstproces en andere keuzes voor de teelt bijsturen op basis hiervan. Ook voor Hyler zelf bieden deze data en analyses uiterst waardevolle informatie, benadrukt Niels Baert: ‘Met een revolutionaire en innovatieve machine zoals deze heb je weinig historische data die je kunnen vertellen hoe de ideale machine er moet uitzien. Dan kunnen realtime data over bepalende parameters, belasting, rijcondities volgens geografisch gebied van groot belang zijn voor opvolgende machines. Zij kunnen leiden tot inzichten waar je anders misschien jaren over doet. Je leert hoe de machine zich gedraagt en je vergelijkt dit met wat je als verwachting had vooropgesteld. Die inzichten kunnen ons helpen bij het bijsturen van de huidige machine, en bij het bouwen van nog betere machines in de nabije toekomst. Zo blijven we onze reputatie als innovatieve speler trouw.’ In dit complexe verhaal is BODAS Connect een mooie ondersteunende en begeleidende factor. Door de openheid van het systeem is het niet alleen mogelijk om tot een totaaloplossing te komen, er zijn ook interacties mogelijk met andere platformen met een eigen cloud of voor eigen ontwikkelingen. Dankzij deze open omgeving is BODAS Connect l in staat om op de vaak zeer complexe vragen een antwoord te bieden. Commercieel succes
22
De combinatie van innovatieve elementen en bewezen betrouwbare componenten klonk als muziek in de oren bij vele telers. Men bestelde de machines nog voor de productie van start ging. Naarmate de toestellen concreter vorm kregen, nam de interesse alleen maar toe. Hyler heeft alle machines die dit jaar voor productie zijn gepland al van tevoren verkocht. ‘De klanten staan al in een wachtrij (lacht). En die interesse gaat alleen maar toenemen als de eerste oogst met deze machines achter de rug is’, stelt Niels Baert vol zelfvertrouwen. ‘Dit betekent voor Hyler echt een doorbraak. Deze productlijn gaat een mooie toekomst tegemoet, en er zullen nog vele machines volgen, voor andere toepassingen maar met diezelfde winnende combinatie van betrouwbare hardware en vernieuwende software en connectiviteit.’ Hyler heeft de groeimarkt van natuurlijke vezels perfect benut als springplank voor hun eigen groeimarkt, een markt voor machines die vlas, hennep, jute en kenaf oogsten en verwerken met de betrouwbaarste apparatuur en die oogst na oogst, meter na meter slimmer worden. ‘Samen met Rexroth maken wij de toekomst van vlas en hennep nog veel mooier’, besluit Niels Baert. www.boschrexroth.com www.hyler.be
Render van de Sativa 200 inclusief de Bosch Rexroth componenten
ACT IN TIME GEAUTOMATISEERDE SORTERING VAN KERSEN VALT IN DE SMAAK Een lekker product maken is één zaak, het ook goed op de markt brengen wellicht even belangrijk. Bij de kersenteelt speelt vooral de diameter een rol, want de prijs wordt grotendeels bepaald door de grootte. Bovendien is het sorteringsproces ook belangrijk om de prijs te drukken voor de producent. Een zeer punctueel uitgevoerde machine maakt dat proces een pak sneller en nauwkeuriger. Wie kersen aanbiedt ter verkoop, kan er voor kiezen om zijn product recht van het veld naar de veiling te brengen. Daar zullen ze eerst gesorteerd worden om te bepalen in welke prijsklasse ze terechtkomen, waarbij de grotere exemplaren een betere kiloprijs krijgen. Bij deze werkwijze hoort echter een belangrijke kanttekening, want de teler moet een bedrag van 50 cent per aangevoerde kilogram ophoesten voor dit sorteerproces. Een voorsortering bij de kweker maakt deze meerprijs evenwel overbodig. Vroeger werd dat proces mechanisch aangepakt, bijvoorbeeld met een systeem met evenwijdige naast elkaar lopende V-riemen. Door deze langzaam uit elkaar te laten gaan, wordt de gewilde diameter van de kersen bereikt omdat de kersen die te klein zijn er simpelweg door vallen. Een groot probleem van deze werkwijze is de nauwkeurigheid, waardoor er nog veel extra manuele verwerking en correctie vereist is. Bovendien is de capaciteit van ongeveer 200 kg per uur eerder klein te noemen. Het Limburgse bedrijf Agrosoft ontwikkelde daarom een automatische sorteermachine. Bedrijfsleider Willy Vanderlinden vertelt ons hoe zij dat aanpakten: ‘Wij ontwikkelden een sorteerder die werkt op basis van een optische meting van de diameter en zo het sorteerproces uitvoert. Er zijn wel wat hinderpalen die moeten aangepakt worden om dat proces optimaal te krijgen. Alles start met de goede aanvoer van de kersen. De kersen worden eerst manueel verenkeld op een brede aanvoerband die wordt aangedreven door AC trommelmotoren van het merk LAT Himmel, omdat zij perfect hygiënische ingebouwd kunnen worden. Daarna vallen ze op V-vormige transportbanden die aangedreven worden door compacte BLDC (Brusless DC) motoren in IP66 van het merk Orientalmotor. Zij werden gekozen omwille van de synchrone en eenvoudig in te stellen snelheidsregeling. De linkerkant van die band loopt iets sneller dan de rechter, zodat de kersen geforceerd op een rij gedwongen worden. Na die eerste actie, komen de kersen op een tweede V-vormige transportband die iets sneller loopt dan de vorige, zodat er ruimte tussen 2 kersen gecreëerd wordt en de kersen met hun steeltje naar achter komen te liggen. Op deze manier worden ze perfect gepositioneerd voor de eigenlijke meting. De kersen komen terecht op een roterend cirkelvormig blad met aan het uiteinde 100 pennen waarop naar binnen uitgeholde rollen gemonteerd zijn, waarbij telkens één kers per rol terechtkomt. De rolletjes met kers roteren onder de camera, zodat de kersen
op verschillende posities gemeten kunnen worden. Van elke kers worden op die manier vier diameters en tweemaal de oppervlakte berekend.’ ‘Tijdens dat meetproces is de lichtkwaliteit zeer belangrijk, dat was ook het moeilijkste stuk om te optimaliseren. Als je puur op een vertrouwd kleurenbeeld zou selecteren, dan kan je minder nauwkeurig werken. Daarom maken we een zwartwitbeeld, waarin halogeenlicht ingezet wordt. Dat zorgt voor een duidelijker beeld dat de meting makkelijker maakt.’ ‘Na het meetproces passeren de kersen voor de spuitknoppen, waarbij elke spuitknop staat voor een bepaalde klasse. Via de PLC weet elke spuitknop welke kersen hij er af moet blazen richting de opvangbak of transportband. De afblaastijd en druk van de spuitknoppen is zo ingesteld dat ze de kersen niet kunnen beschadigen, in een standaardopbouw is dat 3 honderdste van een seconde.’ Dankzij de evoluties in beeldverwerking en rekenkracht, kan de camera op deze manier de diameter en de kleur van 15 kersen per seconde berekenen. In de wetenschap dat het gemiddeld gewicht van een kers 11 gram bedraagt, kom je zo op een theoretische verwerkingscapaciteit tot 594 kg per uur. In de praktijk blijkt dat je maar een goede helft van alle rolletjes kan opvullen, wat de reële capaciteit op ongeveer 300 kg per uur doet afklokken. Die hoeveelheid zou de producent in de veiling al 150 euro kosten, de terugverdientijd is dus zeer kort. www.actintime.be
De BLDC motoren werden gekozen omwille van de synchrone en eenvoudig in te stellen snelheidsregeling
AUTOMATION MAGAZINE JUNI 2021 / 23
VB PARTS VERBETERDE EFFICIËNTIE VOOR AANHANGERS EN LANDBOUWVOERTUIGEN Landbouwvoertuigen vereisen bijzondere aandacht. Ze werken in alle weersomstandigheden, worden geconfronteerd met grote impact en moeten zeer diverse taken kunnen uitvoeren die zowel precisie als snelheid kunnen vereisen. Bovendien moeten ze anno 2021 energiezuinig zijn en als het even kan ook een leven lang meegaan. Deze zeer diverse vereisten gelden vervolgens ook voor de gebruikte onderdelen. We pikken er even de hydraulische kleppen uit. Er is de afgelopen jaren sterk ingezet op de energie-efficiëntie, gewicht en flexibiliteit van mobiele hydraulische installaties. Bij VB Parts uit Roeselare vinden we een goed voorbeeld van dit streven met het LVS kleppenblok. Deze proportionele stuurschuiven kunnen met hun debiet van 180 l/min en drukbereik tot 350 bar ingezet worden in zowel aangedreven als getrokken voertuigen. Maar hoe zijn deze componenten nu exact aangepast aan het zware landbouwleven? Een eerste opvallende eigenschap is de compacte opbouw, met daarin plaats voor zowel two-stage elektrohydraulisch gestuurde kleppen als magneetkleppen. Die dubbele functie maakt het mogelijk om zeer diverse taken gelijktijdig uit te voeren, wat toelaat om sneller te werken. Die uitgebreide functionaliteit is geen overbodige luxe. Meervoudige aansturing Als we een eenvoudige mestkar als voorbeeld nemen dan zien we dat moderne versies makkelijk over meerdere aan te drijven functies kunnen beschikken, gaande van het automatisch aansluiten bij het inladen van mest, het aandrijven van de pomp die deze taak uitvoert, het voortdurend mengen tijdens het werk, het aanpassen van de hoogte van het chassis, het eigenlijke verspreiden van de mest over het veld tot het automatisch reinigen achteraf. Deze functies vereisen telkens aangepaste eigenschappen van de aansturing, sommige proportioneel en andere via een eenvoudige aan/uit sturing die heel wat minder debiet vereisen. Als alles via één modulair kleppenblok kan geregeld worden, betekent dit uiteraard veel plaatsen energiebesparing wat zowel voor de producent als de eindgebruiker voordelen oplevert. Dat wordt hier opgelost door kleppen in regel- of zittingversie te voorzien. Zij zijn als ON/OFF schakelaars aan te sturen door ze te combineren met de SVH04 bi-directionele kleppen en elektronisch geregelde of hydraulisch aangestuurde klepzittingen. Aangedreven voertuigen Als het om aangedreven voertuigen gaat, komt de kwaliteit van de hydraulische PTO (Power Take Off ) aan de oppervlakte, waarmee de gebruiker kan schakelen tussen de besturing van zijn voertuig en de hydraulisch aangestuurde functies. Vandaag zien we dat zij via een hydraulische pomp rechtstreeks aangedreven worden door de motor van het
24
voertuig. Als het voertuig in de stuurmode staat, zorgt een bypass dat de pomp uitgeschakeld wordt. Is er actie vereist van een hydraulische functie, dan is een eenvoudige druk op de knop voldoende om de bypass uit te schakelen en worden de functies meteen beschikbaar. Omdat de druk op deze manier niet voortdurend vereist is, kan een mooie besparing op diesel gerealiseerd worden. In sommige systemen spreken we over een pneumatische aansturing via Canbus, waarbij de cilinders vervolgens gekoppeld zijn aan de hydraulische stuurschuiven en een bescherming via elektronische sensoren. We kunnen dus met recht en reden spreken van een multitechnologische uitvoering. Een ander interessant systeem om meerdere functies tegelijk uit te voeren vinden we terug bij Bucher Hydraulic met de split-tool technologie LVS12 (zie foto), waarin met een opgedeeld regelklep gewerkt wordt. In de klepbehuizing wordt met 2 regelkleppen gewerkt. Dit betekent dat nu twee aansturingen onafhankelijk van elkaar en tegelijk kunnen werken met het een debiet van 180 l/min bij 350 bar. De toepassing in de landbouwsector zijn legio, zoals het heffen/ dalen of het simultaan aansturen van 2 motoren. De aanvoeren retourfunctie van deze oplossing is hetzelfde als een instelbare drukondersteuning, in die zin dat de aanvoer- en retourkleppen onafhankelijk van elkaar kunnen bediend en gepositioneerd worden. Door het variëren van de verhouding van de aanvoer- en retouropeningen, kan elke gewenste druk richting de actuatoruitgang worden gestuurd. www.hydrauliek-vbparts.be
VB Parts : de LVS12
MURRELEKTRONIK • Monteren/ demonteren ten behoeve van transport naar de eindklant is eenvoudig • Aansluitfouten zijn verleden tijd Voordelen voor de gebruikers: • Makkelijk fouten vinden in plaats van het zoeken door middel van kanaalgranulaat en diverse diagnostische opties • Eenvoudige en proactieve vervanging van componenten: predictive maintenance • Weinig stilstand, hoge machine beschikbaarheid, maximale output • Digitalisering van processen en routines
ALLES UIT DE KAST MET MURRELEKTRONIK Murrelektronik verplaatst componenten uit de schakelkast naar het industriële veld. Daardoor zijn de installatieconcepten transparant, gebruiksvriendelijk en voordelig. Dat komt de concurrentiepositie van klanten ten goede. Ook is het een belangrijke stap op de weg naar Industrie 4.0.
Begeleiding van A tot Z Er is een grote verscheidenheid aan toepassingen en vereisten van de gebruikers. Daarom is er ook geen kant-en-klare elektrische installatieoplossing en is iedere oplossing een pakket van maatwerk. Murrelektronik is een internationale toonaangevende onderneming in het ontwikkelen en maken van decentrale automatiseringstechniek voor machines en installaties. De applicatie engineer begeleidt iedere klant bij het hele proces vanaf het analyseren tot de implementatie en de evaluatie. www.murrelektronik.be
Bespaar op installatietijd Bouw uw installatie op dichtbij de verbruikers, in plaats van in de schakelkast. Dit heeft een hoop voordelen. Machinebouwers kampen vaak met een tekort aan gekwalificeerd personeel. Ook willen eindgebruikers stilstandtijden van hun machines voorkomen. Het IOconcept van Murrelektronik biedt de oplossing. Door IO-modules te verplaatsen naar “het veld” en de IO met voorgeconfectioneerde kabels aan te sluiten wordt een Plug & Play installatie gecreëerd. De hele levenscylus van een machine is belangrijk Een geavanceerd elektrisch installatieconcept verbindt alle sensoren en actuatoren in machines of systemen op de meest rendabele manier met de controller of cloudoplossing. De sleutel tot de best mogelijke installatie is het rekening houden met alle fasen van de levenscyclus van de machine of het systeem. De focus ligt op lage “total cost of ownership” en een “life cycle” die voor alle betrokken partijen winstgevend is. Voordelen voor de machinebouwer: • Veel minder tijd kwijt aan het opbouwen/installeren van de machine/installatie • Minder bekabeling nodig • Geen grote volle schakelkasten meer • Geen meters klemmenstrook aansluiten
IO-modules in het veld is dé oplossing voor efficiëntere, flexibelere en rendabelere machines.
AUTOMATION MAGAZINE JUNI 2021 / 25
Ontdek nu de nieuwe FRL reeks van SMC!
Expertise – Passion – Automation
• Hogere flow : door een verbeterd ontwerp van de filters en filterregelaars wordt een lagere drukval bekomen met als gevolg een verbeterde flowkarakteristiek. • Strak en uniform design, eenvoud in onderhoud: Japanse deskundigheid laat toe om de filter eenvoudig, zonder gereedschap te onderhouden. • Modulaire regelaars met gemeenschappelijke persluchtvoeding: regel je druk per aftakpunt, compact en modulair en verlaag je bouwtijd, je druk en je energierekening. • Modulair te integreren flowswitch met IO-link: beheer je energiekost rechtstreeks vanuit je verzorgingseenheid en registreer je nominaal verbruik, geaccumuleerd verbruik, lekdebiet… DIENSTBAARHEID
RESPECT
DESKUNDIGHEID
AANDACHT
CONTINUÏTEIT
EERGEVOEL
www.smc.be
26
CETOP/AGORIA
GRONDSTOFFENTEKORT FNUIKT HEROPLEVING CETOP is het Europese Fluid Power Industry platform en vertegenwoordigt 18 leidende verenigingen in de lidstaten. CETOP staat voluit voor Comité Eyropéen des Transmissions Oléohydrauliques et Pneumatiques. De CETOP verenigingen vertegenwoordigen samen meer dan 1.000 producenten en grote spelers in de internationale markt met 70.000 medewerkers en een marktwaarde van 13 miljard euro. CETOP laat in enkele grafieken de wereldwijde evolutie zien van de cijfers in de sector van de machinebouw. Niet overal verloopt het herstel even snel. Een tekort aan grondstoffen hypothekeert voorlopig een volledige heropleving. Volgens Agoria is de NBB conjunctuurbarometer van de technologische industrie in april opnieuw gestegen en bevindt zich nu op een recordpeil sinds medio 2007. Ook de afgevlakte curve, die de basistrend weergeeft, klimt verder en ligt voor Purchasing Managers‘ Index Manufacturing China one quarter ahead op rij boven het langetermijngemiddelde. De bedrijfsleiders van de technologische industrie blijven er de tweede maand dus vertrouwen in hebben aan het begin van het jaar. Indices (50 = no changes)
World
Euro Area
USA
Japan
China
66 62 58 54
Purchasing Managers‘ Index Manufacturing 50 China46 one quarter ahead 42 38
Indices (50 = no changes) 34
World
30 66
Euro Area
2019
USA
Japan
China
2020
2021
62 Source: IHS-Markit, Macrobond, VDMA 58 54
Page 5 | 22.04.2021
VDMA | Anke Uhlig
50 World: Machinery production 46 China42 made it! 38
Index, 2015=100 (real) 34 Index % change YoY Index, 2015=100 30 130 2019 2020 2021 125 120 Source: IHS-Markit, Macrobond, VDMA 115 110 105 100 95 90 85 80 yoy, % Real, 75 70 Manufacture of General-Purpose Machinery Manufacture of Special-Purpose Machinery 65 60 60 50 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20*
% change YoY 30 25 20 15
China: Industry production Solid recovery combined with base effect
VDMA | Anke Uhlig
40 30 Sou20 rce: 10 0 -10 -20 -30
Oxford Economics
* estimation/forecasts OE
China: Industry Shortages in theproduction supply chain Solid recovery combined with base effect
VDMA | Anke Uhlig
60 50 40 30 20 10 Real, yoy, %answers Evaluable 0 -10 -20 serious Manufacture of Special-Purpose Machinerymedium -30
2013
2014
60 engineering/electronic components (N = 698) Electrical
VDMA | Anke Uhlig
50 40 30 Source: 20 10 0 -10 -20 -30
2015
2016
12%
NBS, Macrobond, VDMA
7%
Metals/metal products (N = 712)
10 5 0 -5 -10 -15 -20 -25 60
21* 50 22*
40 30 baseline 20 scenario. 10 0 -10 -20 -30 60 50 40 30 20 10 0 -10 none -20 -30
low Manufacture of General-Purpose Machinery
2017
2018
29%
2019
2020
35%
31%
2021
39%
others (N = 611) 2%
Japan 2013
12%
24%
32%
chemicals (N = 656)1% 5%
2014
-14
-12 2016 20%
2017
66%
2020
Ø World 2020: -5
2015 0%
Germany
forecast 2021
2018 40%
2019 60%
2020
2021
80%
12
-12
France
5-month moving average 10
-16
India
10
-16 9
-20
9
5
China
8
-5
USA
7
2
South Korea
7
-8
Belgium
7
-1
Netherlands -25
-20
-15
-10
-5
Page 11 | 22.04.2021
6 0
5
Page 6 | 22.04.2021
Deze grafiek, opgemaakt in april van dit jaar, geeft een schatting naar de groei van het bruto Nationaal Product (GDP) in de wereld, vergeleken met 2019 en 2020. India toont de grootste aanwas met 12,5%, maar gezien de recente epidemische uitbraak en het gebrek aan leiderschap is deze voorspelling erg rooskleurig. China en de VSA doen het zeer goed, terwijl Europa met 4,4% groei in de middenmoot zit.
Page 6 | 22.04.2021 page 13 | 1.4.2021
10
-15
Austria
United Kingdom
13100%
11
Source: VDMA, 10th flash survey on coronavirus, 1 April 2021 Source: NBS, Italy Macrobond, VDMA -14 VDMA | Anke Uhlig Switzerland VDMA | Economics and Statistics | Mechanical Engineering
10 0 -10 -20 -30
60 50 40 30 20 10 0 -10 -20 Ø World 2021: 9-30
54%
27%
De Purchase Managers Index (PMI), het aankoopvertrouwen in de markt, dook begin 2020 zwaar naar beneden. Gelukkig is het vertrouwen terug spectaculair gestegen, hoger dan de voorbije jaren. Dit vertaalt zich in een belangrijke grote industriële heropleving. Spijtig genoeg wordt die nu ernstig getemperd door een tekort aan grondstoffen en half-afgewerkte producten. Daar knelt het schoentje: het grote tekort fnuikt de heropleving.
60 50 40 30
24%
Plastics/rubber (N = 664)
volume
-30
Page 5 | 22.04.2021
5-month moving average 20
TOP-10 countries plus5% AT,15%BE, CH:28% Turnover in mechanical 51% engineering - Forecasts by Oxford Economics 60 50 40 30 20 10 0 %, -10 yoy, -20 -30
In 2020 haalde de machinebouw in de wereld een omzet van 2.585 miljard euro omzet tegenover 2.730 het jaar daarvoor. China is het enige land dat in 2020 vooruitgang boekte van 895 naar 924 miljard euro. Opmerkelijk is de lage omzet van het immense India met daarbij zelfs nog een achteruitgang. De vergelijking van de machineproductie in Europa tussen 2020 en 2019 geeft voor elke lidstaat een sterke daling.
10
15
Source: Eurostat, National Statistics, Oxford Economics, VDMA (March 2021)
Disruptions in the supply chains
Page 12 | 22.04.2021
VDMA | Anke Uhlig
Evaluable answers N = 712 serious 15% Air-handling technology 8% Construction equipment and building material machinery 13% Fluid power 3% Plastics and rubber machinery 6% Measuring and testing technology 6% Machine tools and production systems 2% Others* 9% Agricultural machinery 18% Robotics + Automation 3% Food processing machinery and packaging machinery 2% Electrical automation
Woodworking machinery Textile Machinery Power transmission engineering Metallurgy
4% 3% 5%
Process plant and equipment Valves and fittings 2% Precision tools Software and digitization
3% 5% 8%
0%
20% 25% 19%
low 25%
44% 38% 46% 41% 41% 44% 37% 27% 39% 39% 41% 36% 34%
32%
20%
Source: VDMA, 10th flash survey on coronavirus, 1 April 2021
VDMA | Economics and Statistics | Mechanical Engineering
medium 40%
63%
54%
39% 44% 44% 44% 44% 39% 40% 36% 47% 41% 45% 44% 46% 70% 68% 60%
40%
n one none 20%
60%
38%
80%
8% 6% 8% 9% 9% 15% 14% 18% 11% 17% 14% 16% 17% 5% 7% 16%
Deze grafiek van Oxford Economics, van maart 2021, vergelijkt de heropleving in machinebouw in de verschillende landen.
Lees de volledige Agoria analyse op www.automation-magazine.be.
100%
www.agoria.be www.cetop.org www.vdma.org
page 14 | 1.4.2021
AUTOMATION MAGAZINE JUNI 2021 / 27
‘TECHNOLOGIE IS DE OPLOSSING VAN EEN PROBLEEM’ INGENIEUR BRITTA VERHELST IS PRODUCTIVITY DIRECTOR BIJ CHOCOLADEMULTINATIONAL BARRY CALLEBAUT
Productiviteitsgroei is de heilige graal in de industrie en dat geldt voor alle sectoren. Ook in de voedingsindustrie werkt men voortdurend aan procesverbeteringen. Bij de welbekende chocoladefabrikant Barry Callebaut werkt ir. Britta Verhelst als productivity director dagelijks aan dit streven. Wij vroegen ons af hoe haar ingenieursopleiding daar vandaag een rol in speelt.
28
INTERVIEW DOOR SAMMY SOETAERT
‘Na mijn opleiding in het toenmalige VSO waar de focus vooral op wiskunde lag, trok ik naar de VUB om een Master Mechanica in de Werktuigbouwkunde te behalen,’ steekt Britta Verhelst van wal. ‘Die opleiding leek me wel interessant, niet alleen omwille van mijn wiskundige interesse maar ook omdat je er veel richtingen mee uit kon. Op dat moment was dat een typisch ‘mannelijke’ richting. In mijn lichting zijn we afgestudeerd met 8 vrouwen op 110 in de bredere ingenieursopleiding. In de specifieke richting Werktuigbouwkunde waren we zelfs maar met 2. Vandaag is dat wel iets verbeterd, maar de percentages liggen nog steeds onder de 20%. Gelukkig is de situatie in de andere ingenieursrichtingen, zoals bio-ingenieur wel min of meer gelijk.’
werden mijn jobs wat minder technisch, maar kwam analyse van businessprocessen meer aan de oppervlakte. De focus lag voortaan op onder meer productiviteitsverbetering.’
‘Na mijn afstuderen in 1989 ging ik als projectingenieur aan de slag bij een Amerikaanse multinational, waar ik onder meer instond voor de installatie van industriële gasinstallaties. Ik kon er doorgroeien naar een functie als engineering manager en kreeg de leiding over een team met projectingenieurs en technici. Dat was een team dat volledig uit mannen bestond. Met uitzondering van 1 collega binnen mijn team werd dat probleemloos aanvaard. Wel liep ik in die tijd - we spreken over begin jaren ’90 - wel eens tegen de traditionele vooroordelen aan, zoals klanten die ons telefonisch contacteerden met een technisch probleem en vroegen naar ‘de mannelijke collega’ om het op te lossen, ik kan legio voorbeelden opnoemen van deze klassiekers. Ook als jonge projectingenieur werd wel eens de vraag gesteld ‘of ik dit of dat wel zou kunnen’, maar dat ebde snel weg op de werkvloer. Sterker nog, als vrouw had ik soms het voordeel dat ik makkelijker fijner werk kon afhandelen.’
‘Onze werkomgeving verandert aan snel tempo. Denk aan de communicatiemiddelen: in het begin van mijn carrière werd nog gewerkt met een intern papieren postsysteem om te communiceren met collega’s, vandaag is zelfs e-mail in sommige gevallen te traag en wordt overgeschakeld naar instant messaging systemen. Gaat verandering vandaag daarom sneller dan pakweg 20 jaar geleden? Dat zou ik niet durven stellen. Wel is er een belangrijke uitdaging om mensen duidelijk te maken dat verandering ook voor hen voordelen inhoudt. Betrokkenheid en persoonlijke bereidheid zijn daar belangrijke pijlers in, maar dat vraagt vaak wat tijd. Als de pijn echt acuut wordt, verloopt dat proces meestal wat makkelijker.’
Continuous improvement ‘Al vlug werd duidelijk dat mijn benadering van de opdrachten iets anders was dan die van mijn collega’s. Zij waren eerder gericht op de uitvoering van de taak zelf, terwijl ik altijd probeerde om de bredere verbanden tussen projecten te zien. Ik had ook wel interesse in techniek, maar ik was ook bezig met het structurele, met de systematische verbetering van de projecten. Dat was eigenlijk wat we nu als ‘continuous improvement’ omschrijven, maar die term was toen nog niet doorgebroken. Die interesse was ook de aanleiding van het postgraduaat Business Management aan de KU Leuven dat ik in 1996 combineerde met mijn job. Vanaf dat moment
‘Technologie bekleedt een belangrijke plaats in verandering. Technologie is niet de oorzaak van verandering, het is eerder een oplossing van een probleem. U zou kunnen opwerpen dat nieuwe technologie soms als een struikelblok wordt ervaren op de werkvloer, maar het is net de taak van change management om de implementatie te verzorgen. Een te onbezonnen invoeren van verandering om een pijnpunt in het proces op te lossen, zonder de gevolgen voor de complete ketting te bekijken, is daar een vaak gemaakte fout. Het resultaat is dan dat men technologie verkeerdelijk met de vinger wijst, terwijl de oorzaak ligt in de achterliggende organisatie.’
Technische achtergrond helpt besparingen te realiseren ‘Mijn technische achtergrond is absoluut een duidelijk voordeel in mijn huidige job. Vandaag ben ik aan de slag als productivity director bij Barry Callebaut, waar ik analyseer hoe we door procesverbeteringen besparingen kunnen realiseren. Dat beslaat een zeer boeiend en breed spectrum waarbij ik contact kom met diverse geledingen binnen het bedrijf. Mijn opleiding als ingenieur geeft je niet alleen een zekere credibiliteit bij de collega’s die het uitvoerende werk doen, maar het is praktisch nuttig als je weet hoe pakweg een pomp of klep werkt. Dat maakt de gesprekken een pak makkelijker.’
AUTOMATION MAGAZINE JUNI 2021 / 29
De nieuwe generatie industrie-gasveren. Met een service die u volledig tevreden zal stellen.
Onze nieuwe gasveren familie NEWTONLINE staat voor langere levensduur, betere loopeigenschappen en meer toepassings mogelijkheden - omdat de Uitschuifkracht meteen ter beschikking staat.
VOORZITTER VAN IE-NET VROUW EN INGENIEUR Naast haar taak binnen Barry Callebaut is Britta Verhelst ook voorzitster van Vrouw en Ingenieur, een afdeling binnen ingenieursvereniging IE-Net.Vanwaar dat engagement? Britta Verhelst: ’Ikzelf heb daar bij de start van mijn carrière zeer veel aan gehad. Niet alleen voor de opbouw van mijn netwerk, maar ook omdat de vereniging een omgeving creëert die als klankbord fungeert buiten de normale werkomgeving. Je kan er bijvoorbeeld ervaringen delen die soms wat moeilijker liggen binnen je bedrijf of een andere visie krijgen op een bepaald aspect binnen je job. Sinds 2019 ben ik voor een periode van 3 jaar aangesteld als voorzitster. Eén van onze voornaamste activiteiten is het netwerken-met-inhoud, waarbij we een activiteit rond een bepaald topic organiseren en achteraf bespreken. Dat netwerkaspect ligt momenteel uiteraard wat moeilijker, maar we kijken uit om dat terug op te pikken. Daarnaast bieden we ook veel opleidingen aan.’
Dat hebben wij bereikt door het toepassen van nieuwe zuigertechnologie, nieuwe ventiel-techniek en - vooral door het nieuwe rolgroef-design. Meer weten? www.newtonline.ace-ace.com
Expand your Possibilities
EFFICIENCY OF TIME AND SPACE IN PRODUCTION High-speed transfer
Alles. Altijd. Top. Meer informatie? +32 (0)11 - 960 736 Vraag de gratis ACE catalogus aan via benelux@ace-int.eu www.ace-ace.nl
30
High-precision stop & positioning Improved rigidity Greater flexibility in layout Easy integration #DiscoverYamahaRobotics
fa.yamaha-motor-im.de/yamaha-robotics/
STUDENTENAWARD INNOVACE 2021
ENERGY HARVESTING IN DE DEMPINGSTECHNIEK Ook dit jaar reikt ACE Stoßdämpfer GmbH weer de studentenaward INNOVACE uit. Sinds 1 mei kunnen studenten van (technische) universiteiten en hogescholen uit binnen- en buitenland vanuit opleidingen als werktuigbouwkunde, constructie, mechatronica en elektrotechniek zich aanmelden. Nadat INNOVACE 2020 door de coronapandemie kwam te vervallen, staat de wedstrijd in 2021 volledig in het teken van duurzaamheid. Individuele studenten of studententeams worden samen met hun begeleidend docent opgeroepen om een ontwerp te maken rondom het thema Energy Harvesting in de dempingstechniek. Dit moet worden ingeleverd inclusief technisch bewijs voor de functionaliteit en haalbaarheid ervan. De deadline voor inzending is 30 september 2021. De prijsuitreiking vindt in november 2021 plaats. In de ontwerpen moeten producten uit het portfolio van STABILUS GmbH centraal staan, waartoe ook ACE Stoßdämpfer uit het Duitse Langenfeld behoort. Tot het assortiment van machineonderdelen behoren talloze oplossingen op het gebied van dempingstechniek, snelheidsregeling en vibratietechniek. In veel gevallen worden componenten gebruikt die kinetische energie in thermische energie omzetten. Deze zijn meestal gevuld met hydraulische olie of stikstof. Tot nu toe wordt de energie die tijdens het dempen en bij de beweging van de zuigerstang vrijkomt, niet gebruikt. Daarom wordt nu
tijdens INNOVACE 2021 gezocht naar mogelijkheden om deze energie nuttig in te zetten. Het is bijvoorbeeld denkbaar om met de energie uit de dempingscomponent sensoren of communicatiecomponenten te laten opereren, waardoor geen externe voeding meer nodig is. Net als bij de voorgaande edities van INNOVACE kan de student of het studententeam dat het beste ontwerp inlevert, een bedrag van 5.000 euro winnen. Daarnaast ontvangt de begeleidende leerstoel of opleiding een bedrag van 2.000 euro. Voor enkele prijswinnaars vormde de award bovendien een springplank naar de eerste baan. Meer informatie over de precieze eisen en de technische voorwaarden is op de homepage van ACE Stoßdämpfer te vinden: https://www.ace-ace.nl/nl/bedrijf/ace-awards/ innovace-2021.html. De studenten en studententeams dienen zich via innovace@ace-int.eu aan te melden en indien voorhanden de begeleidende hoogleraar of docent te noemen. Contactpersoon bij ACE is Toni Riediger, bereikbaar via bovenstaand e-mailadres of via +49 170 2290 989. Beschermheer van de wedstrijd is dit jaar Vice President en Head of STABILUS Industrial, Jürgen Roland.
www.ace-ace.nl AUTOMATION MAGAZINE JUNI 2021 / 31
ENERGIE-EFFICIËNTIE IN HYDRAULICA In het tweede deel van onze reeks rond energiebesparing staan we deze keer stil bij hydraulica. We hebben daarbij aandacht voor alle mogelijke facetten in deze technologie.
bar kan brengen. Deze energie gaat als warmte verloren, bovendien verharden standaard dichtingen erg snel en treden lekken op boven 70°C.
Om energie te besparen en zo efficiënt mogelijk te werken, dienen we de verliezen in hydraulische aandrijvingen eerst te onderkennen. Deze kunnen we als volgt oplijsten: • Efficiëntie van de hydraulische pomp • Klepverliezen • Leidingverliezen • Omzettingsverliezen van mechanische naar hydraulische energie en omgekeerd
Indien mogelijk kan op de PTO aansluiting met de pomp een automatisch uit-/inschakelbare koppeling voorzien worden. Deze “clutch” kan elektrisch of pneumatisch, op afstand, manueel of met ingestelde sensoren aangestuurd worden. Dit is een relatief eenvoudige oplossing die direct een aanzienlijke energiewinst oplevert.
Het verlies tussen ingaand en uitgaand vermogen uit zich als warmte. Energiebron Er zijn twee courant gebruikte energiebronnen om hydraulische systemen aan te drijven: • Elektromotor • Verbrandingsmotor met onderverdeling: rechtstreeks en via PTO (power take-off ) De energetische efficiëntie van deze bronnen zelf en recuperatie van hun relevante verliezen vormt een aparte studie en zullen we in het kader van dit artikel niet verder bespreken. Pomp doeltreffendheid De gemiddelde volumetrische efficiëntie van olie-hydraulische pompen is: • Plunjerpompen 90 % • Vleugelpompen 80 % • Tandwielpompen 85 % Het verlies bestaat overwegend uit warmte die opgevangen kan worden, maar het is vooral de opbouw van het hydraulisch aandrijfsysteem die voor energiewinst kan zorgen. Aandrijving door verbrandingsmotor We mogen ervan uitgaan dat een pomp die rechtstreeks door een continu draaiende verbrandingsmotor wordt aangedreven de meeste energetische verliezen geeft. De hydraulische pomp(en) worden aangedreven door de motorkrukas of met een PTO verbinding. Dit is “power take-off” aansluiting, door de motorfabrikant in de motor voorzien om een hydraulische pomp op aan te sluiten. De hydraulische pomp stuwt olie met een constant debiet door slangen, buizen en kleppen terug naar de olietank. Zelfs met open kleppen word door laminaire wrijving druk opgebouwd. Naar gelang de grootte van het debiet en de diameter van het leidingwerk kan men van laminaire naar turbulente weerstand gaan, wat de druk tot boven de 10
32
Bij een PTO aandrijving komt het erop aan om met een debiet geregelde pomp te werken. Het open circuit dient zo kort mogelijk gehouden te worden met zo groot mogelijke diameters, zo weinig mogelijk kleppen en bochten. Meestal is er een tanktopfilter op de terugloop gebouwd. De ∆P van deze filter kan niet omzeild worden. De conclusie luidt dat bij een PTO aandrijving het energieverlies continu en aanzienlijk is, zodat warmterecuperatie zeker in aanmerking komt. Elektromotor aandrijving Bij aandrijving door een elektromotor komt het erop aan om de energiebehoefte optimaal te plannen. De grootste bron van warmte komt van een drukbegrenzer die door overdruk dient te werken. De veer wordt ingedrukt, de overdruk ontsnapt, de veer overwint de kracht en smoort het debiet terug, de veer wordt weer opengedrukt. Zo ontstaat een oscillerende smoring die de olie verhit en erg nadelig is. Een drukbegrenzer moet gezien worden als een beveiliging die enkel bij nood dient te werken, niet om het circuit op druk te houden. Ook de keuze van de hydraulische pomp is belangrijk. Bij voorkeur wordt een vermogen geregelde plunjerpomp genomen. Vermogen geregelde pomp versus VSD geregelde elektromotor Er is een mooie ontwikkeling aan de gang om via een variabele toerenregeling van de elektromotoren energie te besparen, maar het is nog efficiënter en beter regelbaar om een vermogen geregelde pomp te gebruiken. Met een vermogen geregelde pomp kan voor een kleinere elektromotor gekozen worden wat een grote en continu besparing meebrengt, terwijl toch het hoogste debiet en de hoogste druk uit de pomp kunnen gehaald worden (Zie tabel 1). De verhouding tussen debiet en druk wordt volledig automatisch en traploos door de pomp geregeld. Accumulatoren Een accumulator kan van grote betekenis zijn in energieefficiëntie: de accumulator kan energie bewaren tot er behoefte aan is. Er staan nog teveel hydraulische aandrijvingen continu te draaien om de productie te ondersteunen terwijl er niet altijd afname is. Hier kan een afschakelsysteem ondersteunt door een of meerdere accumulatoren een
ENERGIEBESPARING DEEL 2/4 hydraulische pomp. Fabrikanten bieden grafieken aan om de grootte van de filter optimaal te kunnen kiezen volgens de kleinste weerstand (∆P) (Zie tabel 3).
45
PV028 PV023 PV020 PV016
40 35
Flow rate Q [l/min]
Flow rate Q [l/min]
Typical Horse Power/Torque Control Characteristics
50
Filters op de aanzuig kunnen nuttig zijn, maar moeten grofmazig zijn om geen aanzuigweerstand te veroorzaken. Om de vuildeeltjes uit het circuit op te vangen dient ook een terugloopfilter voorzien te worden.
30
150
200
300
250
PV092 PV080 PV063
120 W
5
45
PV140
140
45
T=
M
60 40
S=
30
kW
kW
37 kW kW K= =2 18 2 k ,5 W kW
80
90
20 50
100
150
200
250
300
350
Pressure p [bar]
0
0
50
100
150
200
Tabel 1
250
300
Al deze filters veroorzaken weerstand maar zijn onontbeerlijk voor de blijvende werking van de aandrijving. De belangrijkste besparing in filtratie is het op tijd vervangen van de filterelementen want een verzadigde filter verhoogt de weerstand aanzienlijk.
Z=
160
kW
0 0
350
Pressure p [bar]
180
100
20
300
250
210 200
120
kW
200
5
kW KK== M=2 1188 2 H= .,55 k kW 15 kW W G= 11 kW kW
U=
kW
150
U=
37
100
kW
T=
50
=5
30
40
kW
W
S=
kW
0
kW
kW
75 Y=
=5
100 80
0
350
Pressure p [bar]
140
60
5.5
10
W
Flow rate Q [l/min]
100
kW
D=
E=
7.5
W
kW
50
W
11
kW
0
5.5
4k
3k
7.5
C=
B=
5
D=
G=
20
E=
10
kW
15
kW
2k
.5
H=
30
kW
=2
18
kW
11
15
M
K=
.5 15
G=
kW
18 H=
20
Flow rate Q [l/min]
60
40
K=
25
0
PV046 PV040 PV032
S=
30
70
350
Pressure p [bar]
Koeling Om de werking van de additieven in hydraulische olie te bewaren mag olie niet boven 70°C gaan. Een normaal werkend circuit loopt al snel naar deze maximum temperatuur. Productiesnelheid en omgevingswarmte kunnen het nodig maken dat er koeling moet worden voorzien: dat betekent dubbel energieverlies! Hier moet een analyse gemaakt worden wat de warmte veroorzaakt en naar oplossingen gezocht worden om deze te beperken. Als dit niet mogelijk is dienen we met moderne middelen deze warmte te recupereren en herbruiken.
Tabel 2
optimalisatie meebrengen. Als het productieproces vraagt om een bewerking onder druk te houden is het zeker aangewezen om die constante druk door een accumulator te realiseren. Stuurschuiven De fabrikanten hebben met de jaren stuurschuiven zo goed ontwikkeld dat de wrijvingsweerstand (∆P) zo klein mogelijk is (Zie tabel 2). Bij het ontwerp van een hydraulisch systeem dienen zo groot mogelijke stuurschuiven en kleppen gekozen te worden om de weerstand te beperken. Proportionele en servo-stuurschuiven optimaliseren de werking van het systeem. Filtratie De beste bescherming die filtratie kan bieden is een hogedrukfilter onmiddellijk op de persleiding van elke
Tabel 3
AUTOMATION MAGAZINE JUNI 2021 / 33
ENERGIEBESPARING DEEL 2/4 Leidingwerk Bij het ontwerp van een hydraulisch systeem dient het leidingwerk zo groot mogelijk in diameter gekozen te worden om de wervelweestand in de buizen zo laag mogelijk te houden (Zie tabel 4). De verhouding debiet / viscositeit door een bepaalde diameter zorgt bij een laminaire doorstroming voor een bepaalde drukval. Wanneer het debiet verhoogt of de diameter verkleint ontstaat een turbulente stroming waarvan de drukval exponentieel vergroot. Hydraulische slangen zijn door hun samenstelling onderworpen aan veroudering en dienen periodiek vervangen te worden, wat niet alleen kosten veroorzaakt, maar ook vervuiling in het circuit brengt. De doorstroming is turbulenter bij slangen door de minder gladde wand, het is ook aanbevolen om slangen te beperken en kort te houden. Hoekkoppelingen worden ook zoveel mogelijk vervangen door leidingbochten.
Hydromotoren Een hydromotor zet hydraulisch vermogen om naar mechanisch vermogen. Hun doeltreffendheid is benaderend: • Tandwielmotoren 70 – 75% • Vleugelmotoren 75 – 80% • Gerotormotoren 85 – 90 % • Plunjermotoren 85 – 95% Hydraulische cilinders Bij bepaalde toepassing kan de olie van de arbeidsloze slag verbonden worden naar de werkende kant van de cilinder. Deze “regeneratie” spaart debiet uit. Conclusie In deze tijd van besparingen is het zeker aangewezen om nieuwe, zowel als bestaande, hydraulische aandrijvingen door gespecialiseerde hydraulische ingenieursbureau’s te laten ontwerpen of narekenen. De beroepsfederatie InduMotion kan u de weg naar de juiste leden-bedrijven tonen. www.indumotion.be
Tabel 4
34
TETRA OPTIMOTION VERBETERING CORONA-VENTILATOR DOOR VIRTUELE ENGINEERING Machinebouwers ondervinden een steeds grotere druk om de productiviteit, kost en kwaliteit van machines op te drijven. Pogingen om de kost te minimaliseren en kwaliteit en productiviteit van machines te maximaliseren geven de nood voor het vinden van een optimum aan. Om werkelijk alle beschikbare middelen en onderdelen tot het uiterste te drijven kan er bij het ontwerp niet langer vertrouwd worden op een buikgevoel of ervaring maar is er nood aan een methodiek die garandeert dat er optimaal gewerkt wordt. Twee tendensen maken het optimaliseren van het machineontwerp mogelijk. Een eerste zijn de virtuele ontwerpmogelijkheden, bijvoorbeeld de toegenomen simulatiemogelijkheden binnen CAD-tools. De meeste machinebouwers gebruiken deze CAD-software al, maar bij veel KMO’s enkel voor het 3D modelleren van machines. Deze CAD-software biedt echter ook de mogelijkheid om het effect van wijzigingen in het machineontwerp onmiddellijk te simuleren (virtuele engineering). Eerder Tetra onderzoek (AmoCAD) toonde op zes industriële cases aan dat het aandrijfkoppel van een bestaande machine gereduceerd kan worden met 50% en tot 20% bespaard kan worden op de aankoopprijs van de motor door gebruik te maken van deze CAD-simulatietools.
Figuur 1: Tetra OptiMotion Workflow
Een tweede tendens is het potentieel van wiskundige optimalisatieroutines. Het algemeen doel van het Tetra project OptiMotion bestaat erin complexe algoritmes om te zetten in tools die eenvoudig inzetbaar zijn voor de KMOmachinebouwer. De combinatie van deze twee tendensen, algoritmes die virtuele machinemodellen in een CAD-omgeving gebruiken ter optimalisatie van het machineontwerp, biedt een enorm groot potentieel. Tetra OptiMotion Het Tetra project is een samenwerking tussen Universiteit Gent campus Kortrijk, Universiteit Antwerpen en Flanders Make. Een TETRA project (TEchnology TRAnsfer) heeft als doel nieuwe industriële technologieën te onderzoeken en op een duidelijke en snel inzetbare manier aan de doelgroep uit te leggen. Tijdens het project is een overzichtelijke workflow (Figuur 1) opgesteld als rode draad tijdens het virtueel ontwerpen en optimaliseren van een mechatronisch systeem. Deze is opgedeeld in drie grote pijlers (System Definition, Dimensioning en Controller tuning). Gedurende het project wordt deze workflow toegepast op enkele industriële cases, zo kan de meerwaarde ook praktisch aangetoond worden. Een van deze cases is de design
Stijn en Jan Herregodts
AUTOMATION MAGAZINE JUNI 2021 / 35
veer / balg
veerkracht-indrukking
locatie motor Figuur 3: corona stangenmechanisme
optimalisatie van een coronaventilator, ontwikkeld door Gear Up Medical vzw. Corona-ventilator Toen de corona-pandemie begin 2020 uitbrak was er over de ganse wereld een tekort aan beademingstoestellen op de afdelingen intensieve zorg voor de behandeling van coronapatiënten. De aandrijving van deze coronaventilator berust op een stangenmechanisme, centraal aangedreven door een DCmotor. Een vereenvoudigde voorstelling van deze aandrijving wordt geïllustreerd in Figuur 3. Dit mechanisme voert een repetitieve op- en neergaande beweging uit die de luchtbalg (voorgesteld als een veer) induwt om zo een bepaald luchtdebiet te creëren dat in de longen van de patiënt wordt gepompt. Bij de corona ventilator was de uitdaging: wat zijn de optimale afmetingen van de aandrijfstangen (AD, CD en BC) om een zo laag mogelijk aandrijfkoppel te bekomen. Om dit optimalisatievraagstuk te beantwoorden werd door het TETRA team ‘optimalisatie’ toegepast.
Door het aandrijfkoppel te reduceren kan mogelijks een kleinere/goedkopere aandrijfmotor geselecteerd worden en zal het energieverbruik van de machine bijgevolg ook dalen. Design Optimalisatie Na het vooropstellen van de doelstellingen van de te ontwikkelen of te optimaliseren machine wordt er overgegaan naar de concept studie. Hier worden de verschillende mogelijke oplossingen vergeleken met elkaar om finaal het meest optimale design te bekomen. Voor de gebruiker is het niet evident om deze objectief met elkaar te vergelijken en om de optimale afmetingen van de aandrijfcomponenten te bepalen. Het innovatieve aan de OptiMotion workflow is dat hiervoor gebruik gemaakt wordt van CAD-motion simulaties in combinatie met optimalisatie algoritmes. De bovenliggende taak van het optimalisatie-algoritme is om verschillende afmeting combinaties te genereren (binnen een opgelegd bereik), deze aan de CAD-software aan te bieden waardoor de nieuwe afmetingen automatisch omgezet worden naar een aangepast 3D-model, en om finaal het bijbehorende aandrijfkoppel voor het nieuwe design te bepalen. Op basis van deze uitkomst zal het algoritme slimme beslissingen maken om een nieuwe set afmetingen DESIGN
Figuur 4 : design optimalisatiecyclus
36
TRMS [Nm]
Tmax [Nm]
Initieel ontwerp
11,29
16,03
Geoptimaliseerd ontwerp
6,37
8,48
- 43,61
- 47,13
Tabel 1 : resultaten corona-ventilator
TETRA OPTIMOTION
Het Tetra OptiMotion team (vlnr): Abdelmajid Ben Yahja, Stijn Derammelaere, Santiago Ramos Garces, Nick Van Oosterwyck, Simon Houwen en Bart Vanwalleghem.
te genereren om zo de cyclus opnieuw te doorlopen. Na het opzetten van de optimalisatiecyclus (Figuur 4) kan hierdoor heel efficiënt en automatisch gezocht worden tussen honderden verschillende mogelijke combinaties afmetingen. En kan zo een optimaal ontwerp bekomen worden waarvoor het aandrijfkoppel sterk gereduceerd is. Resultaten Door de OptiMotion workflow toe te passen op de coronaventilator zijn er forse reducties tot 43.61% in het RMS-aandrijfkoppel gerealiseerd ten opzichte van het initieel ontwerp (Tabel 1). De uitkomst van de optimalisatieroutine is het geoptimaliseerd ontwerp met bijbehorend snelheids- en koppelprofiel. Op basis hiervan kunnen de aandrijfcomponenten optimaal afgestemd worden op de toepassing (pijler 2 van de workflow, Figuur 1) waardoor er bijvoorbeeld een goedkopere/ kleinere motor kan geselecteerd worden. Als het aandrijfkoppel daalt, zal de snelheid van de motor stijgen om zo de vermogen balans te respecteren. Maar aangezien de verliezen vooral afhankelijk zijn van het gevraagde aandrijfkoppel, zal een koppelreductie resulteren in een verlaagd energieverbruik. Effectieve energiemetingen tussen een geoptimaliseerd en initieel ontwerp hebben een fikse vermindering (33,2%) van de verbruikte energie bevestigd. Besluit Het Tetra project OptiMotion onderzoekt de mogelijkheden
voor het optimaliseren van machine ontwerp door middel van virtuele engineering. Deze aanpak kan toegepast worden voor design optimalisatie, zoals met de coronaventilator, maar evengoed voor het optimaliseren van het aandrijftraject. Testen op industriële cases hebben aangetoond dat door de geometrie of het aandrijftraject te optimaliseren tot 40% van het aandrijfkoppel gereduceerd kan worden! Het optimaliseren van één of een combinatie van bovenstaande onderdelen heeft vele voordelen. De voornaamste zijn: • Door minimalisatie van het aandrijfkoppel en optimaal afstemmen van de aandrijfcomponenten, moeten componenten niet meer over gedimensioneerd worden en kan een kleinere motor gekozen worden. • Vermindering van het aandrijfkoppel gaat gepaard met een reductie van het energieverbruik van de machine! • De ontwerpcyclus gaat heel wat sneller en wordt dus goedkoper: verschillende designs/ prototypes kunnen virtueel (dynamisch) uitgetest worden. Studiedag verspreidt kennis van tweejarig project Op woensdag 22 september 2021 wordt een studiedag georganiseerd waar alle resultaten/ methodes van het project voorgesteld worden. Als u interesse heeft omtrent deze projectresultaten of de studiedag mag u steeds contact opnemen met: bart.vanwalleghem@ugent.be of stijn.derammelaere@uantwerpen.be.
AUTOMATION MAGAZINE JUNI 2021 / 37
Snellere en eenvoudigere weg naar een betere machine: met XTS Voordelen van XTS: Circulaire beweging Flexibel modulair systeem Individueel bewegende movers
Gebruikersvoordelen: Geminimaliseerde voetafdruk Software-matig configureerbaar Verbeterde beschikbaarheid Verhoogde productie Kortere doorlooptijd tot afgewerkt product
www.beckhoff.be/xts Overal ter wereld moeten fabrikanten steeds meer geïndividualiseerde producten aanbieden – met machines die de voetafdruk verkleinen en tegelijkertijd de productiviteit verbeteren. Dit wordt mogelijk gemaakt door het XTS eXtended Transport System in combinatie met PC- en EtherCAT-gebaseerde besturingstechnologie. De hoge mate van ontwerpvrijheid maakt nieuwe machineconcepten voor transport, handling en montage mogelijk. In de roestvrijstalen hygiënische versie is de XTS ideaal voor gebruik in de farmaceutische en voedingsmiddelenindustrie. Vrije installatiepositie Compacte constructie Vrij te kiezen geometrie Weinig mechanische onderdelen en systeemcomponenten
BECKHOFF XPLANAR KLAAR OM PRODUCEREN FLEXIBELER TE MAKEN Producten die quasi geruisloos en ogenschijnlijk kriskras door de productie zweven van bewerkingsstation naar bewerkingsstation. Het lijkt iets uit science fiction films maar dit XPlanar concept van Beckhoff Automation wordt vandaag al toegepast in de industriële praktijk. Het geheim achter dit uitermate flexibel transportsysteem is de magnetische levitatie die zorgt voor volledige vrije en contactloze bewegingen van movers in de X-, Y- en zelfs deels in de Z-richting. De movers kunnen ook 360° rond hun eigen as roteren wat resulteert in zes vrijheidsgraden. XPlanar is een combinatie van naadloos op elkaar afgestemde hardware en software, beide volledig in-huis ontwikkeld door Beckhoff. Een sterk staaltje technisch vernuft. Support Engineer Koen Kerkhofs: ‘Een ontwikkeling die eigenlijk al begon in 2013. Het systeem dat we vandaag in de markt zetten, kunnen we dan ook ondersteunen met de knowhow en ervaring die onze productspecialisten al acht jaar in de vingers hebben. Dat maakt de technologie helemaal marktrijp. Het is nu aan onze klanten om na te denken over hoe dit concept voor hen toegevoegde waarde kan opleveren. Want die is er zeker. Al wie verregaande flexibiliteit zoekt, zal in XPlanar een antwoord vinden om zijn productie efficiënt te organiseren zonder omsteltijden.’ Vrij traject, uitgestippeld in software Het systeem bestaat enerzijds uit de XPlanar tegels. Zij vormen de basis en zijn beschikbaar in het formaat van 240 x 240 mm. Energietoevoer (230 V en 24 V) zorgt voor het vermogen om het magnetische veld te genereren in de tegels. De aansturing gebeurt vanuit een controller met communicatie via EtherCAT G. Anderzijds zijn er de movers, beschikbaar in drie formaten met een heflast van 0,4 tot 4,2 kg. Zij dragen het product en bewegen zich aan een snelheid tot 2 m/s (acceleratie tot 10 m/s²) boven de tegels door middel van de magnetische aantrekkingskracht. Ze kunnen ook 360° roteren rond de eigen as. ‘Er is dus geen vaste geleiding nodig en toch kan er nauwkeurig gepositioneerd worden. Het traject kan volledig via de software uitgestippeld worden en telkens weer veranderen in functie van het product. Dat maakt het programmeren er ook een stuk eenvoudiger op. Door de contactloze werking, kan er bovendien geen slijtage optreden’, vertelt Kerkhofs. Veelzijdig en flexibel Momenteel zijn er al verschillende XPlanar toepassingen effectief in productie. En de interesse begint ook breder door te sijpelen. ‘XPlanar brengt een volledig nieuwe en vrijere manier van werken met zich mee om flexibeler te schakelen tussen producten. Ideeën die eerst wat moeten rijpen bij klanten. Beckhoff biedt daarom twee startpakketten aan, om er snel mee aan de slag te zijn en te proeven van de mogelijkheden die het biedt. Van daaruit is het eenvoudig
opschalen: het systeem is modulair dus je kan er gewoon tegels en movers aan toevoegen of uithalen.’ De veelzijdigheid van XPlanar beperkt zich niet tot één industrie. Koen Kerkhofs: ‘De movers kunnen bijvoorbeeld afgewerkt worden met een speciale coating of folie om perfect binnen een food & beverage omgeving, in farmaceutische toepassingen of zelfs in cleanrooms te opereren. De sterkte van XPlanar ligt echt in die flexibiliteit die gebruikers krijgen om producten vrij tussen stations te laten bewegen. En dat al even snel weer aan te passen wanneer veranderingen zich opdringen.’ www.beckhoff.be
De movers kunnen 360° rond hun eigen as draaien.
Met een speciale coating of folie kan XPlanar perfect binnen een food & beverage omgeving of in cleanrooms opereren.
Het geheim achter het uitermate flexibele XPlanar transportsysteem is de magnetische levitatiekracht die zorgt voor volledige vrije contactloze bewegingen in de X-, Y- en zelfs deels in de Z-richting AUTOMATION MAGAZINE JUNI 2021 / 39
UW VOLGENDE HMI ZAL NIET ALLEEN EEN HMI ZIJN Een ode aan de HMI: ‘Het is een magisch stukje techniek. Het communiceert edge to cloud over 200 protocollen. Het heeft de kracht om real-time analyses te beheren. Je kunt het gebruiken met of zonder display, met handschoenen aan in de moeilijkste of schoonste omgevingen. Prestaties sneller dan je kunt zeggen HMI Het definieert de positieve correlatie tussen esthetiek en bruikbaarheid. Kortom, is het uw nieuwe toegangspoort tot digitalisering.’ Dit artikel bespreekt de evolutie van HMI’s en waarom deze evolutie nodig is, de rol die edge computing speelt bij de ontwikkeling van de huidige HMI’s en hoe toekomstige HMI’s op de werkvloer zullen worden gebruikt en de voordelen die ze bieden. Vroege mens-machine-interfaces (HMI – Human Machine Interface) zijn ontworpen om mensen te helpen machines te besturen met eenvoedige knoppen zoals de aan en uit-schakelaars. Met de introductie van edge computing, cloud computing en geautomatiseerde systemen in industriële faciliteiten, ontstond er behoefte aan adaptieve HMI’s die in staat zijn tot meer geavanceerde menscomputercommunicatie en controle op de werkvloer. Aangezien Industrie 4.0 en de geautomatiseerde systemen steeds meer intelligentie vragen, vereist de relatie tussen mens 40
en machine dynamische oplossingen om samenwerking en interactieve activiteiten mogelijk te maken. De behoefte aan dynamische mens-machine-interfaces In de jaren 80 werden mens-machine-interfaces ontworpen om operators te helpen bij de overgang van het direct besturen van machines naar een meer toezichthoudende rol over apparatuur op de werkvloer. De bovengenoemde verandering kwam met vorderingen in de apparatuurtechnologie en de noodzaak om industriële processen te optimaliseren door middel van automatisering. In 2011 was Industrie 4.0 geïntroduceerd, dat onderling verbonden cyberfysieke systemen definieerde. Al snel, werd duidelijk dat er behoefte was aan het delen van gegevens tussen de werkvloer (de machines) en een centraal computersysteem. Het gecentraliseerde computersysteem bood voldoende capaciteit om machinegegevens op te slaan en computerbronnen voor gegevensanalyse te beheren. Het optreden van de cyberfysieke systemen, die onderling verbonden zijn, betekende ook dat de dagen dat mensen simplistische machinegegevens van stand-alone apparatuur met behulp van HMI’s konden lezen, voorbij waren. Dat tijdperk werd vervangen door een nieuw tijdperk waarin van
ESCO mensen wordt verwacht dat ze communiceren met zowel zelfstandige apparatuur als de onderling verbonden apparaten binnen een systeem. HMI’s moeten dus in staat zijn om de gegevens zowel van het netwerk als van de machine aan te duiden in een formaat die de mensen kunnen begrijpen. De behoefte aan interoperabiliteit, waardoor bruikbare informatie van en naar het apparaat kan worden overgedragen, vereist de ondersteuning van HMI’s die in staat zijn om bepaalde IT-activiteiten uit te voeren. Voorbeelden zijn onder meer : aggregatie van gegevens op de werkvloer , gegevensverwerking, gateway die datapakketten naar individuele apparaten binnen een netwerk kan verzenden. De HMI van de toekomst zal, naar verwachting, een edge computing-apparaat zijn dat, in de werkplaats, verzamelde gegevens kan verwerken en tegelijkertijd complexe machinegegevens kan presenteren in een vorm die mensen gemakelijk begrijpen. De HMI-hardware moet ook optimaal kunnen presteren in ruwe industriële omgevingen zoals de maakindustrie. De vele functies die van de volgende generatie HMI worden verwacht, zullen leiden tot een evolutie van een toezichthoudende rol op individuele machines naar oplossingen voor bewaking, beveiliging en beheer op afstand voor cyberfysieke systemen. Edge computing en uw volgende HMI De onderling verbonden cyberfysieke systemen die Industrie 4.0 definiëren, bestaan ook uit het IoT en randapparatuur die zo dicht mogelijk bij de machine geplaatst zijn (EDGEapparaten). Deze hebben de taak de decentralisatie van gegevensverwerking te vereenvoedigen door een vlotte communicatie naar een gecentraliseerde locatie. Deze locatie kan in dit geval de cloud of een lokaal computerplatform zijn. De gedecentraliseerde verwerking van informatie die door de intelligente periferie wordt geleverd, garandeert onafhankelijke acties van de machines in de werkplaats, die daardoor het paspoort voor Industrie 4.0 hebben. Edge computing biedt ook de nodige ondersteuning om bijna realtime automatisering van Industrie 4.0-toepassingen te realiseren. Een voorbeeld is de handlingrobot die wordt gebruikt in slimme installaties. Deze robots dienen als ultramoderne randapparatuur omdat ze uitgerust zijn met voldoende computerintelligentie om realtime beslissingen te nemen terwijl ze door de werkplaats navigeren. In het bovenstaande voorbeeld gebruiken de robots alleen de data die ze nodig hebben om optimaal te presteren, terwijl ze andere irrelevante datasets verwijderen of naar de cloud sturen. Vandaag, zouden de HMI’s gedecentraliseerde modellen van geavanceerde apparaten met extra functionaliteit moeten volgen. In tegenstelling tot de robot, communiceert de HMI ook in realtime met mensen om ervoor te zorgen dat de operator de lopende bewerkingen binnen een netwerk van apparaten of machines begrijpt. Het model voor de volgende generatie HMI is dus een intelligent
randapparaat dat zo dicht mogelijk bij de machine is geplaatst, maar ook gedecentraliseerd, dat informatie naar mensen verzendt om de convivialiteit en controle van applicaties die gericht zijn op integratie in Industrie 4.0 te garanderen. De gedecentraliseerde HMI’s met “IT” -mogelijkheden zal ook de cloud computing gebruiken om complexere taken uit te voeren. HMI’s zullen de mogelijkheid hebben om communicatie van de werkvloer en de cloud naast elkaar te plaatsen, wat Industry 4.0-implementaties zal vereenvoudigen en real-time data-analyse voor de fabriek zal bieden. Gebruiksscenario van HMI’s met Edge Computing De maakindustrie zou het meeste uit Edge Computing moeten halen, en dat geldt ook voor dynamische HMI’s met computermogelijkheden. De volgende generatie HMI zal naar verwachting de sleutel zijn tot de implementatie van Industry 4.0-bedrijfsmodellen. Hier volgen enkele voorbeelden: Machinebewaking op afstand voor bestaande en / of verouderde apparatuur. Het verzamelen van machinegegevens met behulp van industriële cloudoplossingen is mogelijk gemaakt via IoT-platforms, draadloze verbindingen en bekabelde verbindingen voor bestaande apparatuur. Zo’n ontwikkeling maakt het mogelijk om machines op afstand te monitoren voor projectmanagers, engineers en supervisors met behulp van interfaces of dashboards op computers. Exor HMI’s bieden een nieuw perspectief op machinebewaking en interoperabiliteit op afstand, omdat informatie die is verkregen uit gegevensanalyse die in de cloud plaatsvindt, rechtstreeks in realtime naar HMI’s kan worden verzonden. Informatie van gegevensanalyse op afstand kan vervolgens worden toegepast door operators op de werkvloer. Conclusie Apparaten die computermogelijkheden integreren en zo dicht mogelijk bij de machine zijn geplaatst, zoals Exor HMI’s, vormen het laatste deel van de puzzel om de volledige implementatie van de voordelen van Industrie 4.0 mogelijk te maken. Vooruitgang in technologie betekent dat uw volgende HMI meer zal doen dan u alleen een middel bieden om de apparatuur op de werkvloer te besturen. HMI’s moeten duurzaam en dynamisch zijn in termen van een Industrie 4.0-model waarin ze kunnen worden geïntegreerd, waardoor ze een onmisbaar onderdeel zijn van elk industrieel proces. In die zin, zullen productlijnen zoals eX700, eXware, JSMART700 maar ook de meest economische eSMART van Exor uw beste partners zijn bij het volbrengen van deze taak. www.esco.be Oorspronkelijk artikel : https://www.exorint.com/en/blog/your-next-hmi-is-not-anhmi
AUTOMATION MAGAZINE JUNI 2021 / 41
Eenvoudige installatie
Excelon®Plus ½ “ 84 Serie met nieuwe geïntegreerde elektronische druksensor
Robuust
Meer informatie: norgren.com
Grafisch kleurendisplay
Een totaaloplossing voor persluchtverzorging met IO-Link. Excelon® Plus persluchtbehandelingsunits met geïntegreerde elektronische druksensor. Een compacte en gebruiksvriendelijke oplossing, compatibel met IO-link. Eenvoudige parameterinstelling en gegevensfeedback van op afstand. Foutmelding en diagnose ondersteuning optimaliseren de bewaking van uw machine of productieproces. Op te stellen als single unit of modulair binnen de Excelon® Plus series. Tijdswinst door snel onderhoud en gemakkelijke installatie. De perfecte oplossing ontworpen met flexibiliteit en veiligheid als prioriteit. Norgren N.V./S.A. - +32 (0) 2 333 44 11.
Geïntegreerde digitale manometer
de kracht van pressie
Metal Work Nederland B.V. Voltastraat 9, 6716 AJ EDE Tel. + 31 (0)318-665 111 www.metalwork.nl
42
Metal Work België - Belgique Mechelsesteenweg 277, B-1800 VILVOORDE Tel. + 32 (0) 2-751 6120 www.metalworkpneumatic.be
SIEMENS DIVERSE INTRALOGISTIEKE UITDAGINGEN VEREISEN TOPTECHNOLOGIE Hogere omloopsnelheden met beperkte opslagduur in magazijnen, kleinere orderhoeveelheden en korte leveringstijden, toenemende retourpercentages, grotere leveringsvolumes op korte termijn en een grotere focus op duurzaamheid, dat zijn kort samengevat enkele van de vele uitdagingen uit de (intra)logistiek. ‘Deze markttendensen gaan uiteraard hand in hand met de opkomst van de e-commerce markt en de Covid-19 pandemie heeft die evolutie in bijzondere mate versneld. Doorgedreven automatisering en digitalisering van logistieke processen en applicaties spelen een cruciale rol bij het aangaan van deze uitdagingen en behoort tot de kerncompetenties van Siemens.’ Aan het woord is Jurgen De Wever, in deze context verantwoordelijk voor het marksegment (intra)Logistiek bij Siemens. ‘Industriële bedrijven dienen in een steeds grotere mate flexibel te zijn om op snel veranderende en geindivualiseerde marktbehoeften te kunnen inspelen.’ ‘Een eerste belangrijk element in dit vraagstuk is dat het er niet enkel op aan komt de productie op zich – bestaande uit machines, productielijnen en processen – verder te automatiseren en digitaliseren, maar ook alle interne goederenstromen doorheen de productieketen’, weet Jurgen De Wever. ‘Een tweede belangrijk element in dit vraagstuk is uiteraard de logistiek tussen productie en het magazijn en de mate waarin magazijnen flexibel, efficient, kostengunstig en duurzaam 24/7 kunnen functioneren. Op beide intralogistieke vlakken zal steeds meer gecombineerd gebruik worden gemaakt van robotica, cobotica, autonome voertuigen en material handling systemen in een kader waar track & tracebility steeds essentieler wordt.’ ‘Tal van innoverende technologiën vinden hier hun toepassingsgebied en zijn van nature multidisciplinair. Dé uitdaging bestaat er in om al deze technologiën op een uitgekiende manier te combineren in functie van de gestelde intralogistieke noden. Het gebruik van digital twins en simulatiemethoden laten toe om pakweg de impact van autonome voertuigen in combinatie met bijvoorbeeld gerobotiseerde palletsystemen te gaan simuleren. Dit zowel bij bestaande installaties als nieuwbouw. Vanaf dat punt richting een vlekkeloze en vooral versnelde inbedrijfstelling van pakweg transportsystemen is een logische stap: eerst virtueel en dan in de installatie.’ ‘Het verdere beheer van de intralogistieke installaties kan worden gefaciliteerd via asset performance dashboards. Die steunen op intelligente applicatie-geoptimaliseerde standaard hardware en software op het vlak van automatisering en aandrijftechnologie. Dit in gecombineerd gebruik met IoT-
Jurgen De Wever: ‘Zowel bij de intralogistiek in productie als magazijnen zal steeds meer gecombineerd gebruik worden gemaakt van een gedigitaliseerde realiteit op basis van robotica, cobotica, autonome voertuigen en material handling systemen in een kader waar track & traceability steeds essentieler wordt.’
‘Industriële bedrijven dienen flexibel te zijn om op geïndividualiseerde marktbehoeften te kunnen inspelen.’
structuren en artificiële intelligentie biedt vele mogelijkheden om de beschikbaarheid en performantie van intralogistieke applicaties en processen sterk te verhogen. Voor dit alles bieden we bij Siemens de nodige systemen, platformen en competenties aan.’ Een voorbeeld daarvan is het Sinamics G115D decentraal aandrijfsysteem. Meer informatie vindt u via: https:// magazine.siemens.be/products/nieuw-sinamics-g115ddecentraal-aandrijfsysteem-speciaal-ontworpen-voortransportbandtoepassingen/ www.siemens.be AUTOMATION MAGAZINE JUNI 2021 / 43
Veiligheidstechniek voor de Machinebouw
w w w . e u c h n e r. b e
EKS
Light modular Electronic Key System
Autorisatiesysteem voor eenvoudige en decentrale toepassingen Communiceert via vijf I/O Optionele uitgangen voor machineveiligheid Identificatie door middel van elektronische RFID-sleutels
IP69k
Toepasbaar in hygiënische omgevingen
EUCHNER (BENELUX) BV
I
P O S T B U S 11 9
I
N L- 3 3 5 0 A C P A P E N D R E C H T
I
+31 ( 0 )78 615 47 6 6
I
INFO@EUCHNER.BE
Praktische informatie voor gebruikers
Festo.be/blog
4837458_Q-FESTO_Adv210x140_SlangKoppelingCombi_BLG.indd 1 44
04-05-2021 12:16
PRODUCTEN ACT IN TIME : MINIATUURSLEDES NU OOK AANSTUURBAAR VIA PROFINET De implementatie van de closed loop stappenmotoren van Oriental motor in uw machine is nog eenvoudiger geworden door de uitbreiding van de beschikbare veldbussen. Voor veel machinebouwers is de nieuwste aanvulling van de driver met Profinet communicatie ideaal. Speciaal voor toepassingen waarbij een hydraulische of pneumatische cilinder door een elektrische actuator moet vervangen worden, is dit programma zeer geschikt.
acceleratie waarbij een hoge dynamiek gecombineerd wordt met perfecte positiestabiliteit vormt de ideale oplossing voor nauwkeurige toepassingen. Dit is slechts 1 voorbeeld van het complete programma aan totaaloplossingen met dezelfde technologie : > holle as draaitafels, > compacte motorreductoren, > lineaire sledes zowel met tandriem als met spindelaandrijving, > lineaire actuatoren met tandheugel, > grippers. Meer informatie: www.actintime.be
Bijzondere voordelen: • De absolute multi-turn encoder zonder batterij verzekert de positie. Hierdoor zijn er geen externe sensoren meer nodig en vervalt de noodzaak voor homing bij stroomonderbreking. • De geïntegreerde STO functie (beschikbaar bij de 230 VAC driver) maakt het mogelijk een machine te ontwerpen waar menselijke tussenkomst met de beweging interfereert. • De plug&play oplossing van aandrijving en driver in combinatie met de eenvoudige bekabeling en standaard integratie in de PLC-omgeving reduceert de time-to-market. • De trillingsvrije werking met continu regelbare snelheid en
AGRI • PHARMA • FOOD• FACTORY
Mechatronic Components & Solutions
AGV AANDRIJVINGEN
GEÏNTEGREERDE SERVOMOTOREN
LINEAIRE ACTUATOREN
Energiezuinig en lange levensduur
Minder bekabeling door opgebouwde sturing met buscommunicatie
Robuuste, industriële uitvoering in hoge IP-klasse
Act In Time B.V. Satenrozen20, BE - 2550 Kontich • T. +32 (0)2366 06 06 • E. info@actintime.be• www.actintime.be
AUTOMATION MAGAZINE JUNI 2021 / 45
METAL WORK METAL WORK INTRODUCEERT NIEUWE ELEKTRISCHE AANDRIJVINGEN Metal Work introduceert twee nieuwe elektrische aandrijvingen. Zo wordt het portfolio riemaangedreven stangloze elektrische assen uit de BK-serie uitgebreid met de introductie van bouwgrootte 2. De andere nieuwigheid betreft de nieuwe elektrisch aangedreven Elektro SSCcilinders. De nieuwe riemaangedreven stangloze elektrische as BK-2 is beschikbaar in twee varianten (Heavy en Heavy XL), beide uitgerust met rails en kogellagers. Deze as maakt nauwkeurige, snelle en eenvoudig te herconfigureren bewegingen mogelijk dankzij het systeem van riemschijven en tandriemen die aangedreven worden door een borstelloze of stappenmotor.
Twee slaglengtes De cilinders zijn verkrijgbaar in diameter 32 en met twee vooraf gedefinieerde maximale slaglengtes, namelijk 30 mm en 55 mm (inclusief extra slag voor magnetische homing). Daarnaast is er keuze uit in-line of getande uitvoering. De nieuwe Elektro SSC kan worden uitgevoerd met een geharde en getemperde stalen schroef en een kogelomloopmoer of met een rvs schroef en een technopolymeer geleidemoer, afhankelijk van de toepassingseisen. Alle versies zijn verkrijgbaar met of zonder ingebouwd anti-rotatiesysteem.
Adapters voor motoren In maat BK-2 heeft de riem een speciaal profiel dat, door koppeling met het extrusieprofiel, de interne onderdelen beschermt tegen het binnendringen van vuil en stof. Zoals altijd is het mogelijk om de elektrische as aan te schaffen met een door Metal Work aangeboden motor of met adapters voor de toepassing van verschillende motoren die beschikbaar zijn op de markt.
Portaalsysteem De motoren kunnen op alle vier de naven van de koppen worden toegepast en het is ook mogelijk om de positie ervan op elk moment te verplaatsen, zonder extra bewerkingen uit te voeren. Voor deze range van producten zijn ook enkele specifieke accessoires beschikbaar. Deze maken het bijvoorbeeld mogelijk een portaalsysteem te creëren vanaf één as. Elektrische cilinderserie De nieuwe Elektro SSC-cilinders zijn de ‘elektrische’ versie van de pneumatische compacte cilinders. Ze zijn ontworpen voor toepassingen die componenten met gereduceerde afmetingen vereisen. Ze hebben een enkel cilinderhuis (zonder voorkop) met een aansluiting conform ISO 15552, vervaardigd van aluminium met slijtvaste coating.
46
Veel keuzemogelijkheden De standaardoplossingen in de Metal Work catalogus zijn voorzien van een selectie stappenmotoren (ook in de versie met encoder of met rem en encoder) en borstelloze motoren (ook in de versie met rem), afhankelijk van het type cilinder. Net als voor alle andere artikelen in het Elektro-assortiment kan Metal Work oplossingen bieden met motoren die door de klant worden gekozen en/of geleverd.
www.metalworkpneumatic.be
PRODUCTEN VOLLEDIG METALEN TRANSPONDERSCHAKELAAR CTA Met een volledig metalen behuizing is deze CTA een nóg sterkere variant dan de kunststof versie. De houdkracht Fzh van de vergrendeling van de CTA is maar liefst 8000 Newton en daarmee tweemaal zo sterk als de kunststof versie. Beide varianten zijn verkrijgbaar.
NIEUWE SMC LUCHTVERZORGINGSUNIT (AC-D SERIE) LEVERT HOGE PERSLUCHTKWALITEIT SMC introduceert nieuwe luchtverzorgingsunits (AC-Dserie) die zorgen voor stabiele en betrouwbare industriële processen. De veelzijdige modulaire productserie, bestaande uit een compacte ‘one-box’-constructie, levert persluchtkwaliteit die kan worden geclassificeerd volgens ISO8573-1:2010. In pneumatische toepassingen is het filtreren, regelen en smeren van perslucht noodzakelijk om optimale resultaten te bereiken. Perslucht die onvoldoende is gezuiverd van vuildeeltjes heeft een negatief effect op machines en systemen en tast uiteindelijk de productkwaliteit aan. Water, olie en vuildeeltjes, zoals stof en pollen, maar ook zware metalen als kwik, lood en cadmium, kunnen de zuiverheid van perslucht beïnvloeden. Componenten kunnen vervolgens schade oplopen, waardoor machines en systemen uitvallen en de onderhoudskosten toenemen. Hoge persluchtkwaliteit Als combinatie van filter, regelaar en olievernevelaar levert de AC-D serie een zeer hoge persluchtkwaliteit. Terwijl de nominale filtercapaciteit van de filterunit 5 μm tot 0,01 μm bedraagt en een deeltjesfiltratie van 99,9% wordt bereikt, bedraagt de olienevelconcentratie bij de uitlaat maximaal 0,1 mg/m³. Dankzij deze uitgebreide prestatie-indicatoren voor filtratie en smering is het mogelijk om de persluchtkwaliteit te classificeren volgens ISO8573-1:2010. Door modulaire uitbreiding met hoofdleidingfilters (AFF/AM/AMD/AMKserie) kan zelfs een nog hoger kwaliteitsniveau worden bereikt. Dit maakt diverse pneumatische toepassingen mogelijk, maar garandeert ook een betrouwbaar proces, omdat de componenten nog beter beschermd zijn tegen verontreiniging. Het resultaat is minder storingen en dus besparing op tijd en kosten.
De interface heeft een upgrade ondergaan en heet nu BP voor individuele aansluiting en BR voor seriële aansluiting tot 20 schakelaars. De nieuwe interface heeft twee OSSD veiligheidsuitgangen met testpulsen van slechts 300 µs. Een extra aansluiting voor communicatie heet OD/C en is beschikbaar op één pin in de connector. Deze aansluiting is zelflerend: hij herkent of hij wordt aangesloten op een eenvoudige ingang van een besturing (herkenning deurstand) óf dat deze is aangesloten op een intelligente evaluatiemodule. De intelligente evaluatiemodule is een gateway tussen schakelaars en IO-Link. Er kunnen momenteel schakelaars uit vier verschillende productlijnen kunnen worden aangesloten, maar er zullen steeds meer productseries met de nieuwe technologie worden uitgerust. Wordt de communicatie-pin van de CTA op zo’n intelligente evaluatiemodule aangesloten dan zijn er maar liefst twintig verschillende statusmeldingen van elke individuele deelnemer beschikbaar. Een IO-Link master kan een reeks van procesdata uit elke schakelaar lezen, zoals temperatuur, spanning, coderingen, aantal schakelingen, en nog veel meer. Op aanvraag is hierover uitgebreide uitleg beschikbaar. De CTA is leverbaar met, maar ook zonder, geïntegreerde vergrendeling. Unieke herkenning van één enkele actuator (UniCode) of herkenning van meerdere actuators (MultiCode) is mogelijk. Met UniCode voldoet de CTA aan de hoogste eisen van de anti-manipulatienorm ISO 14119. Aansluitmogelijkheden zijn: één M23-connector, twee M12connectoren of één M-12-connector. Hierbij mag duidelijk zijn dat de grootste flexibiliteit wordt bereikt door de meeste pinnen. Een vluchtontgrendelingsknop aan de achterzijde van de CTA kan worden mee besteld of achteraf nog worden gemonteerd. www.euchner.nl / www.euchner.be / www.euchner.lu
Meer informatie: www.smc.be of info@smc.be AUTOMATION MAGAZINE JUNI 2021 / 47
PRODUCTEN SNOEIHARD DE STOERSTE: LUCHTVERZORGINGSUNIT PCRP Extreme omstandigheden vragen om stoere componenten die bestand zijn tegen hoge en lage temperaturen, corrosieve omstandigheden en UV-straling. Precies voor deze omstandigheden is de luchtverzorgingsunit PCRP ontwikkeld. Speciaal geschikt voor buitentoepassingen biedt deze robuuste component grote volumestromen en een betrouwbarre drukregeling. De verzorgingsunit is daarbij veilig te gebruiken in ATEX 1/2/21/22 zones. De luchtverzorgingsunit PCRP integreert een filter en een drukregelaar in een roestvaststalen behuizing en binnenwerk. Dit materiaal is conform de NACE MR0175 wat betekent dat de component in hoge mate bestand is tegen corrosie; ook in omgevingen met zwavelwaterstof zoals deze voorkomen in de procesindustrie. Verder is hij bestand tegen temperaturen van -60 tot +80 °C en UV-straling. De functionele eigenschappen getuigen eveneens van hoge kwaliteit. Zo verwijdert het
filter efficiënt kleine vuildeeltjes uit de perslucht terwijl de regelkarakteristiek slechts een minimale hysterese kent. De keuze bestaat uit twee drukregelbereiken: van 0,5 – 7 bar en 0,5 – 12 bar. www.festo.be
Stelschroef voor het instellen van de gewenste luchtdruk door middel van een rigide bout/moer verbinding.
Ontluchtingspoort (3) met 1/8" aansluiting. Hierdoor kan de overdruk in kritische omgevingen afgevoerd worden.
De gewenste druk wordt bereikt door de stelveer in combinatie met het diafragma.
Arbeidspoort (2) met de gewenst luchtdrukwaarde.
Voedingspoort (1) De aangevoerde perslucht wordt door een schoepdisc geleid, waarbij er een werveling ontstaat in de beker. Hierdoor ontdoet de perslucht zich van condensaat. Aansluiting voor het aftappen van het condensaat in de beker.
Filter cartridge voor het zuiveren van de perslucht voor een optimale kwaliteit.
NEEM DEEL AAN DE AUTOMATION MAGAZINE AWARD Welke persoon, organisatie of bedrijf stapt in de schoenen van wetenschapsjournalist Lieven Scheire en techdesigner Jasna Rokegem? Beiden wonnen respectievelijk in 2019 en 2020 de Automation Magazine Award. Heeft u, uw organisatie, uw kennisinstelling of uw bedrijf zich recent verdienstelijk gemaakt op het gebied van hydraulica, pneumatica, aandrijftechnieken en/of industriële automatisering? De vzw InduMotion is de beroepsfederatie voor bedrijven gespecialiseerd in industriële automatisering en aandrijftechnieken (elektrisch, hydraulisch, mechanisch en pneumatisch), die als producent, officiële invoerder of verdeler op de Belgische markt actief zijn. InduMotion is ook de uitgever van Automation Magazine en organiseert jaarlijks de Automation Magazine Award. Automation Magazine is in België het grootste en meestgelezen vakblad over industriële automatisering en aandrijftechnieken. Naast 11.000 abonnees wordt
48
Automation Magazine ook verspreid via hogescholen en technische universiteiten. Door ons een e-mail te sturen, kan u nu deelnemen aan de editie 2021 van de Automation Magazine Award. Naast een originele robottrofee ontvangt de winnaar een diner voor twee personen in een sterrenrestaurant, inclusief vervoer. Inschrijven kan via een e-mail naar gerda.vankeer@indumotion.be met daarin een korte uitleg waarom u denkt in aanmerking te komen voor deze Automation Magazine Award. Het is de redactieraad van dit vakblad die de winnaar zal selecteren. De prijsuitreiking gaat door op de jaarlijkse Automation Magazine Day, inmiddels reeds de achtste editie van dit event. Automation Magazine Day is uitsluitend toegankelijk voor de leden van InduMotion vzw. Uw kandidatuur stellen voor de Automation Magazine Award kan via gerda.vankeer@indumotion.be en is mogelijk tot 1 augustus 2021. Er zijn geen verdere formaliteiten vereist.
www.indumotion.be
TECHTELEX Het Genkse bedrijf Cobotracks, gespecialiseerd in de productie van tracks die de reikwijdte van cobots vergroten, behaalde onlangs de Techman certificatie. Daarmee is het zusterbedrijf van Vansichen Linear Technology de eerste erkende fabrikant van tracks voor de internationale cobotproducent. Om dit certificaat in de wacht te slepen heeft Cobotracks een nieuw product op de markt gebracht: een zevende as voor Techman cobots die het werkbereik aanzienlijk vergroot. (www.cobotracks. com) Vision, Robotics & Motion- organisator Mikrocentrum heeft besloten de vakbeurs, welke gepland stond op 15 en 16 juni 2021, te annuleren. Het streven is nu om de vakbeurs in juni 2022 plaats te laten vinden. De exacte data en locatie worden later bekendgemaakt. (www.vision-robotics.nl) Yamaha Motor Europe kondigt aan dat zijn industriële robot LCMR200 (een lineaire transportmodule voor transfersystemen) en zijn scootermodel TRICITY 300 beiden de befaamde Duitse iF Design en Red Dot 2021 prijzen hebben gewonnen. Dit is het achtste opeenvolgende jaar dat het bedrijf de iF Design prijs ontvangt en het tiende jaar op rij voor de Red Dot prijs. Het is ook de eerste keer dat een onderscheiding toegekend wordt aan een industriële robot van Yamaha Motor. (www.yamaha-motor-im.eu) De beursorganisatie van Empack is van start gegaan om op 27 en 28 oktober 2021 een uiterst veilige vakbeurs te laten plaatsvinden. Na meer dan 18 edities is Empack in de Nekkerhal - Brussels North meer dan ooit het duwtje in de rug voor elke verpakkingsprofessional. Empack is - in combinatie met Packaging Innovations - dé hot spot voor de complete supply chain van de verpakkingsindustrie: van de creatieve ontwikkelingsfase en het technische verpakkings- en vulproces tot verpakkingsmachines en onderaannemers. (www.empack.be) IXON, leverancier van remote service en IIoT-oplossingen voor industriële machines en installaties, heeft de Frost & Sullivan 2020 New Product Innovation Award ontvangen voor IXON Cloud, het Europese IIoT Platform voor de machinebouw. Willem Hofmans, CEO bij IXON: ‘We zijn erg blij met deze onderscheiding van een gerenommeerd bureau als Frost & Sullivan. Duizenden machinebouwers wereldwijd plukken al de vruchten van onze IIoT-oplossingen, en deze onderscheiding is een bevestiging van dat succes. De kern van alles wat we bij IXON doen, is het streven om machinebouwers op de eenvoudigst mogelijke manier door hun digitale transformatie te helpen, zodat zij zich kunnen concentreren op wat belangrijk is: hun machines.’ ( www.ixon.cloud ) REM-B Hydraulics uit Beerse heeft een nieuw certificaat toegevoegd aan haar portfolio en is hiermee vanaf heden officiëel ISO9001:2015 gecertificeerd. Dit is de meest recente en complete editie van de ISO-certificering. De certificering is gericht op het kwaliteitsmanagementsysteem met betrekking tot herstellingen en onderhoud van hydraulisch onderdelen, verkoop en distributie van volledige hydraulische componenten en wisselstukken, service en monitoring, projecten en groepenbouw. (www.rem-b.com) Op de Hannover Messe Digital Edition toonde Eplan een eerste preview van het nieuwe Eplan Platform 2022. Dit platform bevat onder meer een volledig nieuwe gebruikersinterface met ribbontechniek en donkere modus. Daarmee sluit Eplan aan bij de huidige softwaretrends en zorgt het voor nog meer gebruiksgemak. (www.eplan-software.com/inyourhands) Industrialfairs, Agoria en Indumotion hebben beslist om INE XL 2021 niet te laten doorgaan, maar om samen vol in te zetten op de grote automatiseringsbeurs INDUMATION.BE die plaatsvindt op 2-3-4 februari 2022 in Kortrijk Xpo. Meer dan 230 dynamische technologiebedrijven, competentiecentra en start-ups, state-of-the-art innovaties in 4 beurshallen - overzichtelijk ondergebracht in 7 routes - talrijke Expert Classes én een bruisende nocturne, maken een aanwezigheid op dit ‘Tomorrowland van de Industrie’ voor iedere sector onontbeerlijk. De volgende editie van INE is gepland op 2 maart 2023 en zal traditiegetrouw opnieuw in de Brabanthallen in Leuven plaatsvinden. (www.indumation.be) De nieuwe TS2 SCARA-serie van Stäubli wordt niet alleen goed ontvangen door de industrie, de innovatieve vierassige robots hebben een van de meest begeerde designprijzen gewonnen: de Red Dot Design Award 2021 in de categorie Product Design. ‘Dit beloont de passie en toewijding van de Stäubli-teams die producten en oplossingen ontwerpen met ongeëvenaarde prestaties, precisie en betrouwbaarheid voor verschillende omgevingen, van ruw tot steriel’, benadrukt Christophe Coulongeat, Group Division Manager Stäubli Robotics. (www.staubli.be) De raad van bestuur van Yokogawa heeft de 59-jarige dr. Andreas Helget benoemd tot de nieuwe President van Yokogawa Europe. Hij volgt Herman van den Berg op, die op 31 maart 2021 met pensioen ging. Andreas Helget begon zijn loopbaan als ingenieur bij de BASF Groep in Ludwigshafen en Antwerpen. Vervolgens trad hij in 2004 in dienst bij de divisie Oil & Gas Solutions van Siemens in Erlangen. (www.yokogawa.com) Bosch Rexroth’s SVA R2, ‘s werelds meest compacte elektrische Subsea Valve Actuator, heeft op de vakbeurs van Hannover de Hermes Award 2021 - de grootste internationale industrieprijs - in ontvangst genomen. De baanbrekende innovatie helpt niet alleen de CO2-uitstoot van processystemen, maar ook de milieurisico’s aanzienlijk te verminderen. Bovendien is de SVA R2 geschikt voor toepassing in toekomstige processystemen voor de productie van groene waterstof en voor toepassingen voor koolstofafvang en -opslag. ‘Continue vooruitgang op het gebied van duurzaamheid is alleen mogelijk met innovaties. Met de SVA R2 biedt Bosch Rexroth een compleet nieuwe oplossing voor de procesindustrie. Voor het eerst kunnen gebruikers conventionele hydraulische cilinders vervangen door elektrische actuatoren die geen extra ruimte in beslag nemen, met bewezen veiligheidstechnologie’, aldus Thomas Fechner, Senior Vice President Product Area New Business bij Bosch Rexroth. (www.boschrexroth.com)
AUTOMATION MAGAZINE JUNI 2021 / 49
AFSLUITER SPEAKERS’ CORNER VOOR EXPERTS UIT DE TECHNIEK
TECHNOLOGIE HELPT PLANT EN DIER Bij het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingonderzoek, kortweg ILVO, zijn honderden onderzoekers dagelijks in 4 onderzoeksgroepen aan de slag om de nieuwste technologie te koppelen aan de praktische bruikbaarheid op het veld en in de stal. Communicatiemanager Greet Riebbels bij ILVO, geeft een bloemlezing van wat we mogen verwachten op dat vlak: ‘Deze sector is zo breed, zo divers dat ‘dé landbouw’ eigenlijk niet bestaat. Dieren en planten zijn bijvoorbeeld al twee compleet andere werelden, met eigen accenten en uitdagingen. Beide pijlers hebben wel gemeenschappelijk dat ze ongemeen boeiend zijn, en automatisering speelt daar vandaag een zeer belangrijke rol in.’ Dieren: focus op welzijn en efficiëntie ‘Bij dieren is efficiëntieverhoging in de stallen een belangrijke onderzoekspijler, waarbij de handelingen gebeuren op het exacte moment waarop dat moet gebeuren. Vaak is dat gerelateerd aan de gezondheid en het welbevinden van de dieren. Een concreet voorbeeld is het voorkomen van klauwproblemen bij koeien, waarbij hun klauwen eerst blaren en vervolgens ontstekingen ontwikkelen. Door beeldherkenning in te zetten kan dat in een vroeg stadium gedetecteerd worden. Zo wordt voorkomen dat antibiotica moet toegediend worden, wat op zijn beurt de melk onbruikbaar maakt. Als we overschakelen naar de varkensteelt, dan denk ik aan geluidssystemen die gehoest van de varkens kan detecteren en analyseren. De teler krijgt vervolgens een melding op zijn tablet. Zo worden ziektes snel in kaart gebracht en de correcte behandeling opgezet.’ ‘Het automatiseringsverhaal is in de landbouwsector al zeer ver doorgedrongen, al kunnen we niet altijd innovaties uit andere sectoren overnemen want wij moeten altijd rekening houden met de gevolgen in de stal of op het veld. Denk aan de omschakeling naar hernieuwbare energie, zoals het integreren van warmtepompen en PVT panelen in een stal. In andere sectoren volstaat de besparing op de energiefactuur bij de investeringsbeslissing, bij ons moet er altijd bekeken worden wat de impact is van de iets andere warmtehuishouding op de productiviteit, welzijn en gezondheid van de dieren.’ Plantaardige productie ‘Ook op het veld zien we vandaag zeer markante evoluties. Denk aan de automatisch rijdende trekkers die we vandaag ook stilaan op de akkers zien en automatisch de ideale rijpaden bepalen. Spuittechnologie gaat er met rasse schreden 50
op vooruit, waarbij quasi op plantniveau of per vierkante meter een aangepaste behandeling in realtime kan ingesteld worden. Om pesticiden, herbiciden en bemesting te reduceren zijn deze systemen uiteraard zeer belangrijk. Verder zien we ook slimme aardappelrooiers, die volop data verzamelen over de teelt. Dat laat toe de volledige cyclus in kaart te brengen zodat exact kan bepaald worden wat het ideale oogsttijdstip is, wanneer de opbrengst ideaal is en welke aardappelen voor welke klant bedoeld zijn.’ ‘Daarnaast zijn we bij ILVO ook bezig met onderzoek rond automatisering via onze Living Lab rond Agri Food Technology’. Daar is het de bedoeling om nieuwe systemen niet alleen technologisch te ontwikkelen, maar ze ook marktklaar te maken. Zo werken we momenteel aan een project met een zelfrijdende onkruidrobot. Die rijdt autonoom op het veld, kijkt zelf rond op het veld en detecteert onkruid. Vervolgens bepaalt hij welke grijper hij nodig heeft om die specifieke plant te elimineren.’ ‘Tot slot haal ik ook het onderzoek aan naar de impact van de landbouw op de leefomgeving. Denk bijvoorbeeld aan de stikstofproblematiek. De veeteelt produceert ammoniak, die dampen slaan neer op de omliggende velden waar het omgezet wordt in stikstof. Dat is op zich goed voor de groei van planten, maar is ongewenst voor de naastliggende gebieden. Vandaar dat er limieten staan op de ammoniakuitstoot. Daarom wordt nu volop ingezet op performante filterinstallaties die 90% van de ammoniak uit de lucht wassen. De ingezette meetsensoren zijn hier toptechnologie en maken het mogelijk om exacte voorspellingen te maken over de situatie en meteen in te grijpen.’ www.ilvo.be Lees de volledige analyse van ILVO op de website www.automation-magazine.be.
ATB Automation Mechanics Motion Control
Digital Enterprise – Thinking industry further! Driving the digital transformation by integrating automation, software, and cutting-edge technologies.
siemens.be/industrie