7 minute read

INTERVIEW: Kataryna Lindström volgde de liefde en is ontwerpingenieur bij Volvo

‘OOK IN ZWEDEN LOPEN WE TEGEN ZELFDE HINDERPALEN AAN’

KATARYNA LINDSTRÖM VOLGDE DE LIEFDE EN IS ONTWERPINGENIEUR BIJ VOLVO

Kataryna Lindström: wereldburger met een missie.

Wat doe je, als je als 23-jarige Belgische ingenieur-in-spé de liefde vindt in het verre Zweden? Simpel, je laat ons land voor wat het is en je bouwt een nieuw bestaan op als ontwerpingenieur voor Volvo Equipment. Voor Kataryna Lindström was dit 20 jaar geleden de normaalste zaak van de wereld.

Dat Kataryna in Zweden ondertussen goed ingeburgerd is, blijkt uit de weinig Belgische naam die ze draagt. Een bewuste keuze, zo blijkt. ‘Ik heb eigenlijk nog weinig met België, al heb ik er wel nog wat verre familie wonen. Je mag gerust zeggen dat ik me 100% Zweeds voel, al ben ik België zeer dankbaar. Ik heb er heel goede herinneringen aan, maar toen mijn man me voorstelde om zijn naam en nationaliteit aan te nemen, was het een logische stap. Ik ben bovendien slechts voor de helft Belgisch, want mijn moeder is een echte Française. Dat ik me nog weinig verbonden voel met België ligt ook wat aan de kosmopolitische sfeer die er bij ons thuis hing. Mijn ouders waren avontuurlijk aangelegd. Zo hebben ze een tijd een hotel uitgebaat in Indonesië, als conciërge gewerkt in een mijn in Zuid-Afrika en zelfs even op een cruiseschip gewerkt. Dan is je binding als kind en later als tiener met een streek toch minder dan in een eerder traditionele benadering.’

Waarom vliegt een vliegtuig?

‘Tijdens die buitenlandse ervaringen is ook mijn liefde voor het ingenieursvak ontstaan. Ik was altijd al een kind dat duizenden vragen stelde, tot mijn ouders er horendol van werden. Vooral vliegtuigen fascineerden me mateloos. Als ik een papieren vliegtuigje maakte van enkele grammen, bleef dat slechts enkele seconden in de lucht. Maar als we een vliegtuig namen richting pakweg Pretoria, dan bleef dat probleemloos in de lucht ondanks de honderden mensen aan boord, de zware bagage, de brandstof, het eigen gewicht, .... Dat gegeven boeide me mateloos, maar mijn ouders waren niet echt technisch aangelegd. Ik bleef dus vaak op mijn honger zitten wat die vragen betreft en zocht daarom vaak mijn toevlucht in wetenschappelijke boeken.’

‘Dat ik in België heb gestudeerd, is eigenlijk toevallig. Mijn grootmoeder woonde na het overlijden van mijn grootvader alleen in Menen in West-Vlaanderen, maar ze werd zwaar ziek. Mijn ouders besloten dat het daarom beter zou zijn om even terug in België te gaan wonen. Ik was toen 16 en kwam terecht in de richting Elektromechanica in het TSO. Dat was eerder een pragmatische keuze: mijn ouders vreesden dat de kloof tussen het onderwijs dat ik genoten had en het Belgisch niveau in het ASO te groot zou zijn. Had het aan mij gelegen, dan had ik waarschijnlijk eerder Wiskunde-Wetenschappen gevolgd. Ik was in dat VTI toen het enige meisje in de klas, enkel in de richting textiel zaten er nog wat meisjes.’

Van TSO naar de richting Burgerlijk Ingenieur

‘Na het middelbaar zette ik de enorme stap van het TSO naar de opleiding tot Burgerlijk Ingenieur in Brussel. Mensen verklaarden me gek, het werd me zelfs sterk afgeraden. Ik zou te veel achterstand hebben, niet weten hoe ik moet studeren, niet aarden in de theoretische kant van de richting, ... alle redenen waren goed om me mijn motivering te ontnemen. Maar als er nu één iets is dat je niet moet zeggen tegen een achttienjarige, dan is het wel dat je iets niet kan. Ik weet nog dat we enkele maanden na de start proefexamens kregen van enkele vakken. Ik was voor alles met glans geslaagd. Het was toen snel gedaan met die negativiteit van anderen.’ ‘Dat ik in Zweden belandde, was eigenlijk puur toeval. Toen -

Een eerste werkervaring volgde bij een bedrijf dat waterjet propulsie systemen ontwikkelt.

Bij Volvo werkt Lindström onder meer aan de elektrificering van de vloot.

we spreken over eind jaren ’90 - was het Erasmus programma zeer in trek bij studenten. Je kon destijds op georganiseerde wijze een stuk van je programma in het buitenland afwerken. Dat was zeer populair toen, niet alleen zag je een stuk van de wereld, ik moet ook toegeven dat het voor Erasmus studenten makkelijker was om te slagen. Ik had mijn zinnen gezet op een zuiderse bestemming zoals Athene, maar ik heb me toen domweg overslapen voor het inschrijfmoment. Toen ik eindelijk op het secretariaat raakte, waren de zonnige bestemmingen natuurlijk al weg ... en werd het Uppsala in Zweden.’ (lacht)

‘Ik had nog nooit van die plek gehoord, maar de universiteit bleek er wel top. Mijn overslapen zou uiteindelijk niet alleen leiden tot een andere studeerplek, ik leerde er ook mijn huidige partner kennen. Eigenlijk ben ik vanaf dat moment nooit meer van plan geweest om definitief naar België terug te keren. Mijn ouders waren ondertussen gescheiden. Ik had eigenlijk nooit een sociaal leven opgebouwd in Menen of Brussel, de keuze was eigenlijk logisch te noemen. Ook de taal was geen probleem, want Zweden spreken quasi allemaal vlekkeloos Engels. Het Zweeds heb ik me in de loop der jaren meester gemaakt. Grote verschillen tussen de Zweedse en Belgische opleiding waren er niet meteen, al moet ik er bij vertellen dat ik hier maar enkele maanden studeerde. Ik had wel de indruk dat de focus hier meer op groepswerk lag.’

Meteen een job in het ontwerpen

‘Na mijn afstuderen kon ik meteen aan de slag in het ontwerpbureau Marine Jet Power, waar ik alles leerde over scheepsaandrijvingen. We waren gespecialiseerd in waterjet propulsie, een techniek die vooral ingezet wordt bij snelle schepen. De technologie is knap, maar relatief eenvoudig: het waterjetsysteem bestaat uit een inlaatkanaal, een pomp en een straalbuis. Via de inlaat wordt water van onder de scheepsromp opgezogen. De waterdruk wordt door de pomprotor eerst verhoogd en vervolgens met grote snelheid door de straalbuis naar buiten geperst. Door de versnelling van het water door de jet, ontstaat een tegenreactie waardoor het schip voortgestuwd wordt.’ ‘Als eerste ervaring was dat een perfect bedrijf voor mij: een jong team, veel werk en stevige uitdagingen op de plank. Maar op de duur voelde ik me wat gefrustreerd. Ik had het gevoel dat we nog meer konden bereiken, grotere projecten konden

aannemen. Maar de directie predikte altijd voorzichtigheid, in mijn ogen wat te veel. Dat is ook de reden waarom ik er uiteindelijk vertrokken ben.’

‘Mijn volgende werkgever behoort tot de kroonjuwelen van Zweden: Volvo. Vraag aan een willekeurige persoon ter wereld naar een bekend Zweeds merk, en de kans is groot dat Volvo er bij zit, naast het onvermijdelijke IKEA. Ik werk er sinds 2009 op zelfstandige basis voor de afdeling Equipment, waar ik insta voor de ‘continious improvement‘ over de afdelingen heen. Dat is een zeer diverse job: ik hou mijn ogen en oren open en bekijk welke systemen er voor ons belangrijk zouden kunnen worden.’

‘In deze sector is het beperken van downtime bijvoorbeeld zeer belangrijk: als één machine stilvalt, kan het hele raderwerk van een werf vastlopen. Daarom ontwikkelden we recent een systeem om in realtime - dus vanop de werf - met technische experts te kunnen spreken. Omdat iedereen dan over dezelfde informatie beschikt, kan men meteen samen op zoek gaan naar een mogelijke oplossing. Veel bedrijven kampen met een gebrek aan technisch personeel, met dit soort systemen kunnen we ze toch die expertise aanbieden.’ ‘Een ander project waar ik nauw bij betrokken was, heeft met verbruik te maken, dat andere aspect dat zo belangrijk is in deze concurrentiële sector.’

‘Met onze Fuel Advice kan de machine een tijd van nabij gemonitord worden, waarna een analyse van het werkpatroon tot een betere brandstofefficiëntie leidt. Maar ondertussen vergeten we uiteraard de olifant in de kamer niet: elektromobiliteit is de toekomst, ook voor ons. Stille, emissievrije machines zijn niet alleen beter voor het milieu, ook voor operatoren en omwonenden schelen ze een slok op de borrel. Wij willen daarom tegen 2030 een aanzienlijk deel van ons machinepark elektrisch maken.’

‘Uiteindelijk is dat de taak van een ingenieur: het leven van anderen beter maken, een betere wereld creëren. En dan maakt het niet uit of je Zweeds of Belgisch bent, vrouw of man.’

This article is from: