![](https://assets.isu.pub/document-structure/220911100929-11c5a2520d6c45568bee6a4276dac441/v1/7e9fde502090bdeeeeb404c8d3a9f6d8.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
2 minute read
EDITO Afval bestaat niet
DOOR HUGUES MAES / VOORZITTER INDUMOTION
AFVAL BESTAAT NIET
Advertisement
‘Afval bestaat niet’, is de slagzin van Renewi. Het bekende waste-to-productbedrijf maakt zich sterk dat liefst 97 procent van het afval dat ze ophalen een tweede leven krijgt. Internationaal is dat cijfer minder rooskleurig, want slechts 13% van al het wereldwijde afval wordt gerecycled.
Grondstoffen stijgen in prijs en energieprijzen pieken. Twee factoren om als bedrijf nog bewuster om te gaan met (machine)productie. Van een klassieke lineaire economie in rechte lijn, evolueren we naar een circulaire economie met een duurzame cirkel. Samengevat: we moeten niet verbruiken, maar gebruiken.
Een circulaire economie is méér dan recyclen alleen. Bij een circulaire economie staat het sluiten van materiaalkringlopen centraal. Op die manier kan je grondstoffen zo lang mogelijk in de economie houden. Je gaat een product – of voor onze industrie een machine – zo ontwerpen en produceren dat je het op het einde van de cyclus terug kan gebruiken als een grondstof voor een volgende generatie producten/machines. Een samenwerking met de verschillende spelers in die keten – met name leveranciers en klanten/eindgebruikers – is in dit systeem heel belangrijk. Houd materialen zo lang mogelijk in gebruik door holistisch materiaalbeheer te integreren met de product-levenscyclus. De levensduur van een product probeer je te verlengen met oplossingen voor voorspellend onderhoud, retrofit, modernisering en recycling.
Een circulaire economie is een manier voor fabrikanten om een groenere, duurzamere toekomst te bereiken. Vanaf het ontwerp van een product/machine moeten factoren als duurzaamheid, productiekosten, prestaties en kwaliteit worden beoordeeld. Zo kan bijvoorbeeld het ene materiaal worden gekozen boven het andere vanwege een superieure sterkte-gewicht verhouding voor productprestaties. Een materiaal kan worden vermeden vanwege de geschatte CO2-emissiekosten van extractie ten opzichte van de recycleerbaarheid van een ander materiaal, en componenten kunnen worden ontworpen voor een specifiek productieproces zoals 3D-printen om materiaalverspilling te beperken.
Voorts kan ‘urban mining’ van een vuilnisbelt een potentiële goudmijn maken. Een stadsgebied of industrieterrein wordt als grondstofvoorraad beschouwd, waaruit materialen voor nieuwe projecten worden gewonnen. Zo kunnen bijvoorbeeld gebouwen of fabrieken die moeten worden gesloopt, systematisch worden afgebroken, waarna materialen als steen, hout en ijzer voor nieuwe projecten worden gebruikt. Om urban mining nog werkzamer te maken, is het verstandig om bij nieuwbouw er reeds op te letten dat het later gemakkelijk is om materialen terug te winnen. Net zoals bij het ontwerpen en bouwen van productiemachines, zodat onderdelen later kunnen worden gerecupereerd.
Voor veel industrieën betekent de overstap naar producten die zijn ontworpen om langer te worden gebruikt en hergebruikt, een verstoring van hun bedrijfsmodel. Want als oude producten op nieuwe manieren worden (her)gebruikt, neemt de vraag naar gloednieuwe producten af. Hoeveel schoenfabrikanten zijn er niet die schoenen maken die slechts één seizoen meegaan om daarna nieuwe schoenen te kunnen verkopen aan consumenten die gretig de nieuwe modetrends willen volgen? In veel sectoren worden producten op de markt gebracht die er op gericht zijn om binnen een redelijke (gebruiks)termijn stuk te gaan. Hoewel elke branche zijn eigen oplossing voor dit probleem moet vinden, kan voor sommigen de volgende stap een overgang naar een servicegebaseerd model zijn. Ook naar analogie in de industrie, waar machines dan worden geleasd. Later gaan ze terug naar de machinebouwer die zoveel mogelijk onderdelen of grondstoffen zal recupereren om nieuwe machines te bouwen. Zo is de cirkel rond.
Wij hopen dat dit nummer van Automation Magazine iedereen inspireert om na te denken hoe je uw eigen bedrijfs- en werkingsmodel (nog) meer circulair en duurzaam kan maken.