Examen doen in de simulator
De praktijk van het Scheepvaart- en Transportcollege Materialenkennis of goniometrie is met pen en papier wel te toetsen. Of iemand een goed gesprek kan voeren wordt al wat lastiger, en het toetsen van een set aan handelingen in ingewikkelde situaties … dat past niet meer op een A4tje. In zo’n geval kun je maar beter iemand beoordelen in de uitvoeringssituatie. En dat is precies wat de Scheepvaart- en Transportschool doet, want sommige zaken mogen eenvoudigweg nooit misgaan. TEKST:
MALI N I
W I T LO X
F O T O :
J O R D
V IS S E R
S
chippers, matrozen, stuurmannen en kraanmachinisten. De STC-Group leidt voor tal van beroepen in de logistieke sector op. Om naast de theorie ook de praktijkskills te oefenen en toetsen maakt men volop gebruik van simulatoren, van een machinekamersimulator tot een havenkraan. ‘Pak hem maar beet, dan zie je de chauffeur met de truck wegrijden. En nu de container iets hoger oppakken en dan een beetje naar voren, nu een beetje naar links, een klein stukje terug, laat maar zakken’, zo geeft STC B.V.-instructeur Wim Groenheijde zijn aanwijzingen. Ik probeer op het haventerrein een container op de juiste plaats te zetten. Bam, de container raakt een andere container. Gelukkig is er nu geen echte schade. We bevinden ons in de simulator waarmee kraanmachinisten worden opgeleid. ‘Je ging veel te hard, dat doen bijna alle cursisten in het begin fout, dan verlies je de controle. Eerst de basis goed doen, de snelheid komt later,’ legt Groenheijde uit. Als het een examen was, was ik direct gezakt. Schade aan de containers is een absolute no go. Tijdens de simulatie let de instructeur op de nauwkeurigheid waarmee de cursist te werk gaat en de tijd die hij nodig heeft om de opdracht te volbrengen. Leerlingen oefenen vijf dagen met de simulator. Ze moeten dan een aantal handelingen per half uur uitvoeren, bijvoorbeeld tien containers lossen. ‘We kijken bij de examinering onder meer of er vooruitgang in zit en of ze veilig werken en ook oog hebben voor de dingen om hen heen op de kade. Het moet soepeltjes gaan, niet te wild je ritme zoeken. Ze mogen best in de problemen komen, maar belangrijk is hoe ze het dan oplossen.’ Een
camerasysteem legt alle handelingen vast. Na afloop bekijken docent en cursist samen de beelden en bespreken ze fouten en mogelijke oplossingen. De is slechts een van de tientallen simulatoren in het simulatorpark van de STC-Group, waar het Scheepvaart en Transport College en STC B.V. onderdeel van uitmaken. De STC-Group geeft onderwijs aan de gehele beroepskolom. Van het vmbo tot en met het HBO en het bedrijfsleven zelf. De examinering wordt verschillend aangepakt, passend bij het doel. Zo gaat het bij de examinering voor het bedrijsleven niet alleen om een technisch perfecte handeling, volgens Wim van ‘t Padje, unit manager STC B.V. ‘De actie moet qua veiligheid natuurlijk voldoen aan de (wettelijke) eisen, maar soms nemen we ook de bedrijfscultuur mee in de beoordeling. De ene kapitein wil dat zijn bemanning meteen belt als een ander schip binnen een bepaalde afstand komt, de andere kapitein wil dat zijn mensen het probleem zelf oplossen.’ David Anink, Manager Ports, Shipping and multi modal logistics, valt hem bij. ‘We kijken ook of de cursisten goed om zich heen kijken, bij een brugprocedure kun je bijvoorbeeld alles op de radar doen, maar ook uit het raam kijken.’
Soft skills Van ‘t Padje: ‘We toetsen zowel individuele prestaties, maar ook groepsprestaties zoals samenwerking. Bij het besturen van een schip zijn er diverse leerdoelen, dat is vrij complex. Het gaat om manoeuvreren, maar ook om observatie, communicatie, de soft skills nemen we in zo’n assessment ook mee.’
36 VA N T W A A L F TOT A C H T T I E N M E I 2 0 1 5
Anink: ‘Door meerdere dagen achter elkaar met de simulator te oefenen, weet je hoe de leerling zich ontwikkelt, we bouwen het in elementen op. Denk aan het besturen van een . Neem je de bocht goed, rijd je goed op het laantje, pak je de container in een keer op? We trainen alle instructeurs om zo objectief mogelijk te beoordelen, ook al blijft het natuurlijk mensenwerk. Alle procedures zijn omschreven. Je bouwt als instructeur zelf scenario’s in, bijvoorbeeld door uit een andere hoek een schip laten komen, aan het einde beoordeel je dit met twee personen. Bovendien beoordelen we meestal niet een keer, maar de hele week door, wat ook spanning en stress wegneemt. Het ligt er ook een beetje aan of het om de beoordeling van een vmboleerling gaat of om een volwassene die bijscholing krijgt. Een schipper met dertig jaar ervaring hoef je niet meer te leren hoe een schip varen voelt, maar je kunt wel een spiegel voorhouden hoe ze dingen doen.’ Ronald van de Burg werkt als docent Zeevaart bij het Scheepvaart en Transport College. Bij zeevaart moet het STC aan allerlei Nederlandse en internationale wetgeving voldoen. De International Convention on Standards of Training, Certification and Watchkeeping for Seafarers (STCW) legt kwalificatie-eisen vast voor personeel en leidinggevenden van schepen. ‘Op basis van die STCW-eisen stellen wij scenario’s op die de leerlingen en studenten met de simulator moeten oplossen. Die scenario’s zijn heel divers, van besturing van een eenvoudig vissersschop tot het varen van een grote tanker.’
Veiligheid Bij de zak-slaagbeslissingen is de veiligheid voor mens en milieu erg belangrijk. ‘We hebben een aantal standaardstoringen die we op kunnen laten treden. Bijvoorbeeld een pomp die door slijtage kapot gaat of een filter dat vuil is. Op basis van de parameters die de computer dan aangeeft moet de leerling een analyse kunnen maken. De ene storing is veel erger dan de andere. Het niet kunnen vinden van de oorzaak van een niet werkende koelpomp heeft grotere gevolgen dan een niet werkende hulpmotor. We hebben een klassikaal examen. Daar zitten dingen bij die je dus in volgorde moet doen, maar ook dingen die je nooit mag doen. Bijvoorbeeld de motor starten zonder smeerolie of olie lozen binnen 12 mijl van de kust. Bij dat soort handelingen ben je meteen gezakt. Bij het assessment beoordeelt de computer alles op basis van een algoritme. Voor hun handelingen krijgen studenten pluspunten of minpunten, daar rolt een cijfer uit.We hebben drie jaar aan dit beoordelingssysteem gewerkt, het is eigenlijk eerlijker dan een beoordeling door een docent. We bouwen het bovendien langzaam op. Het eerste jaar zijn we blij als studenten de motor kunnen starten, later gaat het meer richting trouble shooting.’ Anders dan in schoolexamens waar het een nog wel met het ander is te compenseren, of waar de zak-/slaagregeling variabel is, is het slagen in de simulator een kwestie van het echt goed doen. Maak je bepaalde fouten, dan is slagen verder onbespreekbaar.
•
Malini Witlox is freelance onderwijsjournalist.
37 VA N T W A A L F TOT A C H T T I E N M E I 2 0 1 5