Roel van der Mast.
Geersdijk Sinds er zeewater in het Veerse Meer kan, wordt de onderwaterwereld steeds mooier.
18
Het water is glashelder, alsof ik in een zwembad met kraanwater duik. Bijna overal waar ik kijk, zie ik felle kleuren: onder meer feloranje, paars en wit. De kleuren zijn afkomstig van de slingerzakpijp waarmee de eerste vijf meter weelderig is begroeid. Goed, de invasieve zakpijp koloniseert dan wel op agressieve wijze een groot deel van de oesters en de stenen, maar het vormt een prachtig tapijt met kleine gekleurde stipjes, zeker als deze julidag de zon erop valt.
water in beroering brengen. Ook strandkrabben en penseelkrabben zijn hier in overvloed te vinden. Een grondel verbergt zich in een oester en bewaakt het nest. De eitjes staan keurig in het gelid tegen het plafond van de schelp geplakt. Een gigantische oorkwal van ongeveer twintig centimeter zweeft mooi pulserend in het open water. Het zeedruifje dat ernaast hangt lijkt door deze reus kleiner dan het is.
Het Veerse Meer is 'niet veel', heb ik weleens van andere duikers gehoord. Maar het tegendeel is waar. Sinds het meer via een koker bij de Zandkreekdam van Kats in open verbinding met de Oosterschelde staat, wordt het Veerse Meer steeds zouter en de onderwaterwereld steeds mooier. We duiken vandaag bij de haven van Geersdijk aan de noordzijde van het Veerse Meer, op het Zeeuwse eiland Noord-Beveland dus. Je kunt er parkeren aan de waterkant en via een klein strandje rechts van de parkeerplaats te water. Links van een dammetje ligt een kleine jachthaven en daar mag je niet duiken. Als we uitzwemmen is het zicht de eerste vijftig meter nog wat stoffig, vermoedelijk doordat andere duikers het fijne slib van de bodem hebben opgewerveld. Daarna is het zicht echter prima, ongeveer zes tot zeven meter.
Het gerucht gaat dat er bij de sepiarekjes een zeepaardje zit, dus speur ik iedere stok die ik zie af. Allemaal mooi begroeid met sponzen, maar geen eitjes of zeepaardje. Na ongeveer tien minuten zwemmen kom ik echter bij een aantal rechtopstaande nieuwe rekjes, compleet begroeid met de zwarte sepia-eitjes en helemaal bovenaan een wit eitje, het teken dat de inkt op was. Minutieus speur ik elke centimeter af, maar het zeepaardje is verdwenen of het gerucht klopt niet, helaas. Toch is de tocht naar rechts de moeite waard, want na een tijdje zwemmen zie ik op zo’n zes meter diepte twee grote palen die naast elkaar in de bodem staan en die zijn begroeid met zowat iedere anemoon en spons die er in het Veerse Meer voorkomt. Ze zijn helemaal oranje, geel, paars en wit. Vanaf de palen loopt een dikke kabel de diepte in, naar de grauwe ongezellige vaargeul.
Zandhelling Qua onderwaterleven is het Veerse Meer inmiddels vergelijkbaar met de Grevelingen. Een grote steurgarnaal van ongeveer vier centimeter kruipt tussen twee Japanse oesters in en schiet daarna weg. Elders zie ik enkele zwemmende steurgarnalen in een groepje bij elkaar. Van hun kleine zusje, de aasgarnaal, zijn er honderden. Overal zwermen ze in grote wolken rond de zakpijpen en oesters. De dijk die het land beschermt tegen het Veerse Meer biedt de oesters een goede ondergrond en is mooi begroeid met kolonievormende zakpijpen (’s zomers vol piepkleine spookkreeftjes), brakwaterpoliep en sponzen. De dijkvoet is hier niet zo prominent zichtbaar als in de Grevelingen; het is meer een aflopende zandhelling met mooie begroeide steenblokken erin. Verschillende Japanse oesters staan wijd open, van binnen zijn ze spierwit. We zwemmen langs verschillende anemonen en weduweroosjes; baksteenanemoon en slibanemonen trekken zich snel terug als we het
Scheepvaart Dieper dan zeven meter is er niet veel te zien. Het wordt snel donkerder en daar begint ook de zanderige vaargeul. De hele duik door horen we het gebrom van de motoren van plezierjachten boven ons. De betonde vaargeul loopt vlak onder de kant en opstijgen in het vrije water is uit den boze. Bij het omkleden zien we een onoplettende schipper zijn zeiljacht schuin voor de ingang van het jachthaventje langs in de kant sturen. De linker steiger van het jachthaventje is een leuke plek om de duik af te maken als er geen jacht is aangemeerd. De palen zijn ook hier mooi begroeid en de beschoeiing aan de buitenkant hangt als een veelkleurig gordijn in het water. Met het zonnetje erbij is dat een spectaculair mooi gezicht. Duiktijd: 61 minuten. Diepte: 7,1 meter. Vullen kan bij camping Orisant. Deze duikstek is in verband met beperkte parkeergelegenheid niet geschikt voor grote groepen.
Hotspot | Door Malini Witlox Foto's: René Weterings en Rob Aarsen.
1
2
3
4
1. Het Veerse Meer is onder water vergelijkbaar met de Grevelingen (foto: René Weterings). 2. Een tapijt met kleine stipjes (foto: René Weterings). 3. Twee grote palen staan naast elkaar in de bodem (foto: René Weterings). 4. Detail van een ribkwalletje (foto: Rob Aarsen).
ONDERWATERSPORT
|
OKTOBER / NOVEMBER 2016
«
19