Duiken in de Waalse steengroeves

Page 1

magazine voor duikend Nederland nr 3 mei - juni 2020

In het Bassin van Dinant

De rust van Wadi Gimal

DOSA jaarverslag 2019


Reportage | De Waalse steengroeves

Malini Witlox.

Laurent Miroult.

Duiken in het

‘Bassin van Dinant’ Ondergelopen steengroeven en een groot stuwmeer: de Belgische Ardennen zijn een minivakantie waard.

20

Onderwatersport | mei - juni 2020

21


Reportage | De Waalse steengroeves

Steile wanden, grote rotsblokken en veel groen: de Ardennen op haar best.

het steen heen. Op 11 meter diepte op een van de plateaus staat een oude M113 pantserwagen, met pal ernaast een silo. Op 31 meter diepte ligt een zeilbootje, maar dat komen we niet tegen – we amuseren ons prima bij wat oude buizen. In de hoek van de groeve hangt een grofmazig net. Hier bivakkeert veel karper. Zodra we in de buurt van het net komen, zien we de eerste grote jongens al zwemmen. Normaal zijn karpers ontzettend schuw, maar deze vissen blijven rustig liggen zodat we ze goed kunnen bekijken. Minstens 40 lederkarpers, spiegelkarpers en schubkarpers zwemmen door elkaar alsof ze een bal voor karpers hebben. We vermaken ons een half uurtje bij deze vissen. Wat een duikfeest om hiertussen te zwemmen en wat zijn het toch een prachtige vissen met hun grote lippen en mooie tekeningen op de flanken.

Straaljager

Roze Porsche als oriëntatiepunt.

De vooruitzichten zijn goed. “Dix-sept degrés,” geeft de vrouw achter de bar aan, gevraagd naar de watertemperatuur. Dat is niet verkeerd. Steengroeves staan erom bekend dat ze zelfs hartje zomer koud zijn. We zijn in Villers Deux Eglises, bij de gelijknamige steengroeve. Duiken kost vier euro. Na het invullen van een formulier mag je te water zodra je wilt. Een flinke betonnen trap leidt vanaf de parkeerplaats naar de steengroeve. Van tevoren heb ik de kaart die online staat goed bestudeerd. Er moet een spoorrails liggen en verder liggen allerhande machines in het water waarmee jaren geleden marmer werd gewonnen. We willen een uurtje duiken. Maar zodra we het water raken, begint de automaat van mijn buddy te blazen en voordat haar kraan dichtstaat is ze ongeveer zeventig bar kwijt. Dat is normaal geen probleem, maar de Belgische steengroeven zijn diep; deze is ongeveer 27 meter. We besluiten een korte duik te maken en niet te diep te gaan. De wanden van de steengroeve zijn steil, alsof er met een mes doorheen is gesneden. Het marmer dat hier werd gewonnen, werd door het kleurverschil Rouge Royal en Rouge Griotte genoemd. We houden de muur aan onze linker-

hand. Een lamp is noodzaak want het is hier bijna altijd donker. We zwemmen langs een oude motor die er ondanks wat roest nog redelijk goed uit ziet. Her en der in de groeve ligt nog oude machinerie. Zo zwemmen we langs een lier en wat andere onderdelen die zich niet meteen laten herkennen. Niet ver van de ingang ligt een grote bus waar wat kleine baarsjes zich verstoppen. In de steengroeve moeten flinke steuren zitten, maar echt grote exemplaren zien we niet. Wel schieten er, net voordat we omkeren, wat medium exemplaren onder ons door.

Grondwater Rouge Royal, Rouge Royal Supérieur, Royal Byzantin, Griotte Fleurie: zo’n driehonderd miljoen jaar geleden vormden zich marmerformaties in het zogeheten “Bassin van Dinant”, dat zich uitstrekt van Luik (ten zuiden van Maastricht) tot voorbij Phillipeville, (zuidoostelijk van Namen, richting Franse grens). Vanaf het begin van de negentiende eeuw werden in deze regio vijftien steengroeven geëxploiteerd. Eerst nog met de hand, later met behulp van stoommachines die kranen, lintzagen en pompen aandreven. De grote blokken marmer werden uitgezaagd, op een rails naar boven gebracht en daar in plakken

gezaagd, klaar voor verwerking in luxe bouwprojecten. Begin jaren tachtig van de vorige eeuw werden de groeves verlaten en liepen ze vol grondwater. Een aantal ervan is nu in gebruik als duikcentrum voor duikers uit Wallonië en de verre omstreken. Carrière de Vodelée staat ook wel bekend als het “Centre de plongée profonde René Crepin”. Met een diepte van veertig meter is het een geschikte plek voor onze zuiderburen om diepe proeven af te leggen. De groeve ligt bij Vodelée, een klein dorpje tussen Givet en Phillippeville dichtbij de Franse grens. Het grijze en rode marmer geeft de wanden van de groeve een fraaie aanblik. Bij aankomst lijkt alles in dit opleidingscentrum super strak geregeld. Duikers staan in de rij om zich aan te melden en een tijdsblok te bemachtigen. Maar als het papierwerk eenmaal is gedaan, blijkt dat iedereen er eigenlijk inspringt als hij of zij er zin in heeft. Onder water lijkt de groeve het eerste deel op die van Villers Deux Eglises. Ook hier liggen oude machines, stalen kabels en machineonderdelen onder water, en we zien wat middelgrote baarsjes zwemmen. De steile wanden van de marmergroeve dalen loodrecht af, met af en toe wat scheuren door

La Rochefontaine ligt op maar een kwartiertje rijden van de Carrière de Vodelée. De twee laten zich op een duikdag als regel goed combineren. La Rochefontaine herken je meteen aan de grote armen van een boortoren die voorin het water staat. De 45 meter lange armen steken een eind boven water uit terwijl het onderstel op tien meter diepte staat. Deze steengroeve bestaat uit meerdere marmerkamers van verschillende dieptes (diepste punt is 53 meter), gescheiden door loodrechte wanden. We duiken er eentje in, waar al snel blijkt dat je snel je oriëntatie verliest omdat alle muren op elkaar lijken en het kompas niet goed werkt. Gelukkig steekt er ergens de achterkant van een roze Porsche uit de wand, waardoor we weten dat we ons rondje twee keer gemaakt hebben. We stijgen iets op om uit de kamer te komen en zwemmen verder langs een oude pomp en de boorkop, om bij een straaljager in de noordhoek uit te komen. Hier zit het vol met karper en voorn. Het vliegtuig is een Hawker Hunter, een oude straaljager uit de jaren ’50. Vis zwemt overal rond en ik kan er uren naar kijken, maar mijn buddy krijgt het koud. De waterplas lijkt vanaf de kant klein, maar je komt tijd tekort om alles te zien. De groeve van Sprimont ligt aan het andere uiteinde van het Bassin van Dinant, bij Luik. Als ik naar beneden kijk, speelt mijn hoogtevrees direct op. Het gat waar ik in kijk is ongeveer vijftig meter diep. Het is een hele afdaling naar beneden langs een smal pad en een steile trap. Ik zie al op tegen de terugtocht na het duiken, de trap op. Gelukkig blijkt er een kleine, oude mijnlift te Van boven naar beneden: Vodelee, de wanden zijn loodrecht afgesneden. Villers: vlakbij de ingang ligt een grote bus. Een oude M113 op elf meter.

22

Onderwatersport | mei - juni 2020

23


Het vliegtuig is een Hawker Hunter uit de jaren ’50 Overal liggen nog de restanten van machines.

zijn voor de zware duikspullen zodat je die niet hoeft te dragen. Ook boven water is Sprimont een feestje. Idyllisch, de wanden zijn weelderig begroeid. Het zou een mooie locatie voor een film zijn: steile wanden, grote rotsblokken en veel groen: de Ardennen op haar best. Duiken kost drie euro, af te rekenen bij de beheerder die het geld in een geldkistje stopt. Hij heeft een van de tafels van het restaurant ingericht als werkplek. Iedere duiker moet een logboekpasje inleveren en een formulier met gegevens invullen. Ze zijn hier van de oude leest, het pre-computertijdperk. Streng maar rechtvaardig. In het Frans krijg je een briefing over de regels en wat er in de steengroeve te zien is.

Stervensdruk Eenmaal beneden haal ik mijn duikspullen uit de lift. De instap in het water is makkelijk, gewoon een uitgehouwen trap afdalen. Het regent hard, wat betekent dat het slib langs de bergwanden naar beneden is gespoeld en het zicht onder water minder goed is. Dat er veel duikers zijn, helpt ook niet echt mee. Een lamp is noodzaak. Het water is fris. Direct zie ik een koikarper en enkele gewone karpers. Om de boel op te leuken, zijn overal beelden neergezet. Een Mariabeeld, waar gelovige duikers onder water een Weesgegroetje kunnen doen, beelden, verkeersborden. Door het slechte zicht is het oppassen dat je nergens tegenaan botst. Volgens de verhalen leven er twee steuren, Igor en Boris, maar die laten zich deze duik niet zien. Wel wat baars

24

Onderwatersport | mei - juni 2020

en voorn in het ondiepere deel van de groeve. Als je langzaam een rondje zwemt ben je ongeveer veertig minuten bezig. Na het Mariabeeld zie ik onder meer vazen, een bootje, een grote duikersklok en een als duiker aangeklede etalagepop. Een snoek poseert mooi voor een foto bij een zweefvliegtuigje. Ik hou de granieten wand steeds aan mijn linkerhand, noodzaak vanwege de drukte en het slechte zicht. Ik wil nog wel langer blijven, genieten van de rondzwemmende karpers en de steile wanden, maar merk dat mijn buddy het wel gezien heeft. 's Middags willen we nog bij het nabijgelegen (en meer bekende) La Gombe duiken, maar daar blijkt geen parkeerplek meer te krijgen. Het is zo druk dat we bijna een half uur zouden moeten lopen naar naar de stek. De wachttijd is meer dan drie uur. Mocht je de twee steengroeven op een dag willen combineren, let er dan op dat het met name bij La Gombe stervensdruk kan zijn. In het weekend kun je als niet-lid in de ochtend een duik reserveren. In de middag is het na 14.00 uur vrij duiken, maar je moet ruim voor die tijd in de rij aansluiten om je in te schrijven.

Kraakhelder Barrage de l’ heure is geen marmergroeve maar wel een populaire duikplaats in de Ardennen. Het is het grootste stuwmeer in de regio. Als we aankomen regent het inmiddels keihard, maar toch is het hier al druk met duikers en de parkeerplaats is goed vol. Aan de waterkant staat

een plattegrond waarop verschillende objecten zijn ingetekend: een bus, een silo, een helikopter. Ik prent de koers in mijn hoofd maar onder water ontstaat al snel verwarring als daar een bord staat dat andere dieptes en andere richtingen aangeeft. De liefhebber kan hier tot zestig meter diepte gaan, maar we vinden 23 meter wel genoeg. Het water is twintig graden en kraakhelder door de vele quagga mosselen. Veel vis zit er niet, wel zitten er wat zoetwaterkwalletjes en zien we tussen het groen en op een winkelwagentje verschillende rivierkreeftjes zitten. Grappig, zoals ze dreigend hun armen uitsteken alsof ze de baas zijn. Opeens doemt een bordje van een bushalte voor ons op, gevolgd door een grote stadsbus à la Vinkeveen. Een kabouter staat als bewaker op het dashboard van de bus, binnenin de bus zit ook alles onder de mosselen. Mijn buddy geeft me een signaal: voor de bus zwemt een gigantische snoek die zich echter snel uit de voeten maakt als een duikklasje bijna op zijn kop landt. We zoeken een rustiger plekje op en vermaken ons in het ondiepe met de rivierkreeftjes en miniatuurbaars. Wil je eens wat anders dan Zeeland of je lokale plas en wil je met de duikclub een dagje of lang weekend weg? De steengroeves in het zuiden van België geven een mooi inkijkje in de geschiedenis van de open mijnbouw en op sommige plekken zit echt heel veel vis. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de Belgische keuken! |

25


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.