02. Analyse
tekst Malini Witlox foto hetrozeolifantje.nl
Stapelanalyse Ontzetting, verbazing, boosheid. Tal van emoties beheersten het publieke debat nadat bekend werd dat Tilburg University-hoogleraar Diederik Stapel per direct op non-actief was gezet. Hij zou bij meerdere onderzoeken data hebben gefingeerd. Een onderzoekscommissie bekijkt nu bij welke onderzoeken dat gebeurde. De wetenschappelijke wereld worstelt intussen met de vraag hoe een nieuwe affaire Stapel voorkomen kan worden. Natuurlijk kan een wetenschapper niet zomeer dingen roepen. In 2004 heeft een werkgroep van de Vereniging van Universiteiten (VSNU) de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening opgesteld, waar elke wetenschapper zich aan dient te houden. In de gedragscode staat onder andere dat wetenschappelijke activiteiten zorgvuldig uitgevoerd dienen te worden. “Een wetenschapsbeoefenaar vermijdt persoonlijke relaties die een redelijke twijfel zouden kunnen wekken aan de objectiviteit van zijn beslissingen.” Betrouwbaarheid is de tweede pijler. Het selectief weglaten van onderzoeksresultaten moet worden gemeld en beargumenteerd. Daarnaast moet de gepresenteerde informatie controleerbaar zijn. “Als onderzoeksgegevens openbaar worden gemaakt, blijkt duidelijk waar de gegevens en de conclusies op zijn gebaseerd, waaraan ze zijn ontleend en waar ze te controleren zijn. Onderzoek moet gerepliceerd kunnen worden om de juistheid ervan te testen.” Ook moet de onderzoeker zijn werk kunnen doen in vrijheid en onafhankelijkheid. “Als een wetenschapper onderwijs of onderzoek in opdracht verricht, wordt hij in staat gesteld om de opdracht onafhankelijk van opdrachtgever uit te kunnen voeren.”
Persoonlijke relatie Mooie woorden in de code dus, maar de praktijk is weerbarstiger. Bij bijna alle pijlers ging het in de affaire Stapel mis. Een van de besmette onderzoeken van de hoogleraar is uitgevoerd samen met Radboudhoogleraar Roos Vonk en UvT-hoogleraar Marcel Zeelenberg. Daaruit zou blijken dat het eten van vlees mensen minder sociaal zou maken. Een opvallende conclusie, maar wetenschappers stuiten wel vaker op verrassingen. Dat Roos Vonk eerder voorzitter was van Wakker Dier en Diederik Stapel bekend stond als tegenstander van kiloknallers, leidde al tot scepsis. Er leek hier sprake van een persoonlijke relatie, zoals de VSNU-code die verbiedt. Later gaf Vonk in een interview met Univers toe dat ze diverse mails had gekregen van mensen waarin stond dat het onderzoek niet klopte. Die mails legde ze naast zich neer – zelfs de reactie van een wiskundige die aangaf dat er iets mis was met de berekening. Een blind vertrouwen op de smetteloze reputatie van Stapel, noemde ze het. Vonk was mogelijk kritischer geweest als haar oordeel niet onbewust beïnvloed was door haar liefde voor dieren. Maar zelfs dan was het voor haar lastig om te checken of de aangeleverde data klopte. Wetenschappers kunnen elkaars data simpelweg niet in elk detail nakijken. Het gaat vaak om stapels enquêteformulieren, of om data uit mondelinge interviews. Die formulieren kunnen natuurlijk overhandigd worden aan collegaonderzoekers, maar wie weet of de sjoemelende wetenschapper zelf wat enquêtes invulde bij zijn veldonderzoek? Alleen als twee wetenschappers continu samenwerken, heb je volledige controle. Maar dat is erg arbeidsintensief.
Univers 22 september 2011
Stapel bleek achteraf niet zo netjes te werken als iedereen dacht. Is dat een incident of gebeurt het vaker? Wetenschappers zijn normaal zeer integer, meent Robbert Dijkgraaf, president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). “Wetenschap is op vertrouwen gebaseerd en in het bijzonder op feiten. Die feiten, daar beginnen we mee. Als je ze zelf gaat verzinnen, is het hek van de dam. Er is maar een handjevol gevallen in de hele wereld waarbij sprake is van verzonnen data. Er is heel veel druk om te presteren, maar bijna niemand gaat aan die verleidingen ten onder.”
Integriteit De hiërarchische verhoudingen waar de wetenschappelijke wereld om bekend staat, helpen ook niet om onderzoek controleerbaar te houden. Je hebt docenten, promovendi, universitair hoofddocenten en hoogleraren in diverse gradaties. Rangen en standen genoeg. Ook al heb je een vermoeden, je uit niet zomaar kritiek op een collega die hoger op de ladder staat. Tilburg University kent de regeling Wetenschappelijke Integriteit. Hierin staat dat ‘iedereen bevoegd is aangelegenheden welke redelijkerwijs kunnen raken aan de wetenschappelijke integriteit in kennis te stellen van de rector magnificus.’ Drie jonge onderzoekers besloten dat uiteindelijk te doen. Ze kaartten hun vermoedens van fraude aan bij onderzoeker Marcel Zeelenberg die naar rector Philip Eijlander stapte. Makkelijk kan deze stap voor de betrokkenen niet geweest zijn, zeker niet omdat Stapel ook decaan bij FSW was. Heb je het mis, dan riskeer je je hele carrière. De commissie die onderzoek doet naar de werkwijze van Stapel, moet zich ook een idee vormen van de werkwijze en de onderzoekscultuur die mogelijk heeft geleid tot de fraude om zo herhaling te voorkomen. Dat staat in de opdracht die de commissie van Eijlander heeft gekregen. Dit onderzoek is een noodzakelijke stap om herhaling te voorkomen. Ethiek is geen vanzelfsprekendheid. Wetenschappers zullen kritischer tegenover elkaar moeten staan. Met respect voor elkaars kennis, maar tegelijkertijd met een kritische academische geest. Ze moeten niet geleid worden door angst voor rangen en standen, persoonlijke voorkeuren of publicatiedrang. Alleen door een kritische houding kan een nieuwe affaire Stapel voorkomen worden. Het is aan de wetenschap. Op UniversOnline vind je een dossier over de affaire Stapel.