Studie, zweet en tranen

Page 1

Pimp je kamer SomaliÍr op carrièrepad

De eerste 50 dagen De leren look

Dromen van de top

no. 04 27 oktober 2011

Onafhankelijk magazine van Tilburg University


16. Coverstory tekst Malini Witlox

Studie, zweet en tranen Studeren is topsport. Dat geldt in letterlijke zin voor Tilburgse studenten die hun studie combineren met een sport op topniveau. Univers sprak met twee van hen.

'94 kilo of pure love with 11.5% fat' Univers 27 oktober 2011 Univers 27 oktober 2011


Coverstory .17

Op topsportniveau heb je weinig aan een coach Hij oogt afgetraind, geen grammetje overbodig vet. Rik op het Veld (25) is klaar voor het volgende toernooi. En wat voor een: het Europees Kampioenschap Life Saving is een hele onderneming. Half september strijdt Rik samen met zijn teamgenoten voor een medaille in het Spaanse Allicante.

O

p het Veld is een van de weinige UvT-studenten die een A-status van NOC*NSF heeft gekregen. Een topsporter dus, die in het verleden al goede resultaten boekte op diverse kampioenschappen. Die resultaten komen niet vanzelf: twee tot drie keer per dag traint Op het Veld, in het zwembad, in het buitenwater of op de sportschool. “94 kilo of pure love with 11.5% fat”, zo Twittert hij een maand voor het WK, gevolgd door de kreet “#ECLifeSaving here I come”. Dat zelfvertrouwen straalt hij ook uit – en niet onterecht, ervan uitgaande dat in het verleden behaalde resultaten een garantie bieden voor de toekomst. Rik werd eerder al geselecteerd voor vier WK’s lifesaving, van Australië tot Egypte. En nu is hij gekwalificeerd voor het EK in 2011. Rik: “Ik maak individueel kans op een plek in de top 10 bij surf events (strand, buitenwater). Ook heb ik kans op de top 8 bij twee onderdelen binnen pool events (zwembad, binnen).” De sportonderdelen bij lifesaving zijn gebaseerd op de manier waarop je normaal een leven redt, vertelt de student. Maar in het echt ben je wel aan wat meer zaken gebonden. “Het gaat bij ons puur om snelheid. We halen de pop van 65 kilo dus op een andere manier boven dan dat je een mens boven zou halen.”

Het echte werk We zijn pas net begonnen, en Op het Veld onderbreekt het gesprek al met de vraag of we pauze kunnen houden zodat hij ‘even’ een set mee kan doen in het zwembad. ‘Even’ blijkt anderhalf uur te zijn. In het zwembad liggen op de rand allerlei attributen zoals een pop, vinnen, zwemplankjes en een torpedo. Die blijven echter onaangeroerd. Eerst gaan de UvT’er en drie andere lifesavers (een man, twee vrouwen) inzwemmen. Schoolslag, rugcrawl, vlinderslag. Dat inzwemmen oogt al vrij zwaar – maar dan moet het echte werk nog beginnen. Er worden stopwatches gepakt. Op het Veld geeft het startsein, en de twee dames schieten weg door het water.

Na vier baantjes krijgen ze 20 seconden rust, waarna ze weer wegschieten. Een proces dat zich 3 keer herhaalt, waarbij het aantal baantjes en de rusttijd steeds korter wordt. Dan worden de rollen omgedraaid en gaan de mannelijke lifesavers het water in om hetzelfde te doen. Na 1,5 uur komt Op het Veld vermoeid het bad uit. Terwijl hij douchet gaan zijn teamgenoten aan de slag met vinnen en een torpedo. Opvallend is dat er tijdens de training geen coach aanwezig is. “Op dit niveau heb je veel meer aan tips van je medesporters dan aan een coach”, legt de topsporter uit. “De sport is de laatste tien jaar zoveel ontwikkeld. Een coach die aan de kant staat, kan dat niet meer bijhouden. Er zijn bijvoorbeeld drie manieren om pop te vervoeren. Je moet als coach naar de fysiek en de slag van de zwemmer kijken, analyseren en opnemen op camera. Maar dan hebben sporters het bij elkaar vaak al gezien.”

Laatste toernooi Op de UvT volgt Rik de studie organisatiewetenschappen – een eenjarige master. Maar door de grote hoeveelheid trainingen is dit een onmogelijke taak. Om dat te laten zien pakt de student zijn trainingsschema erbij. “Ik train twee tot drie keer per dag. Verder volg ik een speciaal dieet en heb ik krachtsportbegeleiding. Het is heftig, maar als je goed plant heb je ook nog tijd voor je vrienden.” Lifesaving staat inmiddels op de shortlist voor sporten die mogelijk toegevoegd worden aan het programma van de Olympische Spelen. Op het Veld verwacht niet dat hij die Spelen nog als sporter gaat meemaken. “Het zou gaan om de Olympics van 2020 of 2024. Het is niet reëel dat ik daaraan meedoe. Ik ben nu 25. Ik zou er dan helemaal voor moeten leven en tot die tijd alles moeten opofferen. Maar over een paar jaar ga ik werken, en dat kan ik waarschijnlijk niet meer zo vaak trainen. Ik denk dat het WK van 2012 in Australië mijn laatste toernooi is.” Bij het EK in Allicante won Op het Veld uiteindelijk een bronzen medaille op het onderdeel Surf Ski. Bij het onderdeel Oceanman eindigde hij als negende, bij de 100 meter reddingswisselslag en 50 meter popduiken als 10e en op het onderdel Superlifesaver als 14e. Met zijn team werd hij vierde op de 4x 50 medley relay (Torpedo estafette). Er deden ongeveer 60 sporters per onderdeel mee.

Univers 27 oktober 2011 Univers 27 oktober 2011


18. Coverstory foto Ton Toemen

T

ilburg University vindt het belangrijk dat topsporters hun studie en sport goed kunnen combineren. Alle studenten met een topsportpas van het Olympisch Netwerk Brabant (ONB), komen in aanmerking voor het topsportprogramma van de universiteit. Topsportcoördinator Max van Veen: “Aan het begin van ieder collegejaar kijk ik samen met de topsporters naar hun rooster. Zijn er al dagen waarop ze weg zijn vanwege wedstrijden, botst dit met tentamens of andere studieverplichtingen? Wanneer er

Univers 27 oktober 2011 Univers 27 oktober 2011

knel­punten zijn zoeken we samen met de studieadviseurs naar een oplossing.” Van Veen is sinds 2011 in dienst als topsportcoördinator. Daarvoor was de topsportbegeleiding in handen van de studentdecaan. “Die decanen zijn al druk met hun reguliere werk en hebben geen topsportachtergrond. Niet iedereen voelt aan dat iemand die op een dag twee keer getraind heeft, niet meer kan leren. Qua tijd kan dat misschien wel, maar qua focus en energie is het onmogelijk. Ik heb zelf jaren op hoog niveau


Coverstory .19

Op tijd naar bed en een half jaar geen alcohol Ze won vorig jaar in de twee zonder stuurman en de vier zonder stuurman al blikken op de Amsterdamse Bosbaan, bij de Groningse Martini Regatta en in Tilburg, bij een wedstrijd van de Zuidelijke Roeibond. Dit jaar hoopt ze nog meer medailles te behalen, ditmaal in de skiff. Zeven keer per week traint Vidar-lid Amber van der Heiden (23) keihard, om bij de start van het seizoen in april goed voor de dag te komen in de eenpersoons roeiboot.

R

oeien is meer dan alleen kracht en conditie. Het is voor een groot deel ook mentaliteit en techniek. Alle technische tips zuigt van der Heiden als een spons in zich op. Ze wil zo snel mogelijk zoveel mogelijk leren. “Hoe je met je blad het water inpikt, hoe je een wedstrijd opbouwt, hoe je met je benen afduwt. Roeien is geen armsport, zoals sommige mensen denken, maar een benensport.” Het is tijd voor haar roeitraining van die dag. Ze loopt naar de grote loods van Vidar en haalt daar een skiff en roeiriemen uit. Aan de overkant van het water wacht trainingscoördinator Andreas. Hij gebaart druk met zijn armen en geeft aanwijzingen. Vijf kilometer oproeien om warm te worden voor de training, luidt de instructie. “Tijdens het oproeien wordt de haal een beetje uit elkaar gehaald. Eerst beginnen we met alleen armen, vervolgens de rug erbij, dan een klein stukje opglijden tot de hele haal gemaakt wordt, hierna roei je een stuk normale haal,” legt ze naderhand uit. De training vervolgt met een oefening waarbij Van der Heiden twee keer vier kilometer op ‘tempo 22’ roeit (aantal halen per minuut). Na de eerste vier kilometer geeft haar coach haar wat tips en start ze met de tweede sessie. Daarna is de training klaar: nog even uitroeien en dan is het weer tijd om de skiff aan te meren.

Haallengte Het roeiseizoen start in april en loopt tot juli. Een relatief korte periode, terwijl ze wel twaalf maanden moet trainen. Toch ziet ze dit niet als belemmering. “In de zomer roeien we buiten, als het vriest doen we veel op de ergometer. Op dit moment ben ik vooral bezig met de basishalen. Ik moet kilometers maken, de

gevolleybald en heb dus meer affiniteit met topsport.” Het topsportbeleid van TiU werpt zijn vruchten af, aldus Van Veen. Het aantal topsporters steeg van 48 in 2008 naar 79 in 2011: een record. “De decanen op middelbare scholen wijzen hun topsporters ook op ons beleid. Die jonge studenten kiezen vaak bewust voor TiU.” Voor de sporters van Vidar en HC Tilburg (hockey) is een aparte regeling, vertelt Van Veen. “Ze hebben, een uitzondering daargelaten, geen officiële topsportstatus van het ONB, maar

boot onder controle zien te krijgen. Richting het seizoen toe ga ik meer trainen op tempo. Dat moet nog omhoog.” Ze oogt op het eerste gezicht niet meteen als toproeier, zo zonder haar sportkleding. Klein, blond, modieuze kleding. Een studente zoals er in Tilburg duizenden rondlopen. Het fysiek van een topsporter heeft ze niet, zo geeft ze ook meteen toe. “Ik ben 1,74 meter lang. Met die lengte heb je al gauw moeite met de lange halen. Hoe langer de persoon, des te groter de haallengte – de beweging van het blad door het water.” Van der Heidens coaches kwamen aan het eind van het vorig seizoen dan ook met een nieuw project: de skiff. Bij de skiff is ze, vergeleken met roeien in een team, helemaal op haar eigen kunnen aangewezen. “Dat is extra confronterend. Als het goed gaat, komt het door jou, maar ook als het slecht gaat. Ik mis de gezelligheid van een team soms wel, maar het confronterende en de wetenschap dat door iedere slag die ik maak de boot vooruit gaat, is ook weer leuk.”

Beetje mat Na haar hbo-studie begon Van der Heiden drie jaar geleden aan een studie Bedrijfseconomie. Door een huisgenoot werd ze meegenomen naar Vidar. “Ik had nog nooit geroeid, het was ook niet mijn doel om wedstrijdroeier te worden, maar ik ben er gewoon ingerold.” De studente is dan ook niet echt bezig met doelstellingen op de lange termijn. “Of ik een EK of WK wil roeien? Daar ben ik helemaal niet mee bezig.” Het klinkt een beetje mat, vergeleken met de doelen die andere topsporters zich soms stellen. Toch is Van der Heiden wel degelijk professioneel bezig met haar sport. Ze pakt haar trainingsschema erbij. Dat schema verandert diverse malen gedurende het seizoen en kan oplopen tot negen trainingen per week. “Momenteel train ik zeven keer per week. Daarbij probeer ik zoveel mogelijk om mijn studierooster heen te plannen. Op maandag tot en met vrijdag train ik een keer, op zaterdag twee keer, op zondag ben ik vrij. Het gaat om vijf roeitrainingen, een ergometertraining (roeimachine) en een alternatieve cardiotraining, zoals spinning.” Ook op haar privéleven heeft het roeien invloed. Alle wedstrijdroeiers van Vidar moeten in januari het zogenoemde bar en mosboek tekenen. Met die handtekening beloven ze goed voor zichzelf te zorgen, op tijd naar bed te gaan en een half jaar geen alcohol te drinken.

wel van de universiteit. We hebben voor roeien gekozen omdat dit de enige sport is, waarbij je de top nog kunt halen als je pas als student begint. Bij de andere sporten moet je al op jongere leeftijd bezig zijn. Dit collegejaar hebben we ook de hockeyers van HC Tilburg een universitaire topsportstatus gegeven. Ze zijn vorig jaar gedegradeerd en verloren dus hun ONB-status, terwijl ze nog wel dagelijks trainen. Door onze steun hebben ze een grotere kans direct weer te promoveren.”

Univers 27 oktober 2011


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.