6 minute read

Zoek de 8 vrouwen

Van de 650 tentoongestelde kunstwerken in het vernieuwde Koninklijk Museum Schone Kunsten Antwerpen zijn er acht door vrouwen gemaakt. De oogst is mager, de blijdschap evenwel groot.

Tekst Chris Rachel Spatz

Vrouwenportret Catharina van Hemessen (1528-na 1581)

Met een vader als kunstschilder is zijn atelier de ideale plek voor de eerste initiatie in het schildersvak voor deze Antwerpse renaissancekunstenares. Gaandeweg specialiseert ze zich in realistische, kleine portretten, vaak tegen een donkere achtergrond. Het lijken soms uitvergrote miniaturen. Van haar is het oudste, bekende zelfportret van een vrouw in de Zuid-Nederlandse traditie (1548). Catharina trouwt met Kerstiaen de Moryn, die voet aan huis heeft in de hoogste wereldlijke en geestelijke kringen. Wanneer Maria van Hongarije, landvoogdes der Nederlanden, terugkeert naar Castilië, volgt haar hoforganist De Moryn. Catharina’s positie aan het hof is minder nauwkeurig af te bakenen. Meest voor de hand liggend is dat ze instaat voor de artistieke vorming van de hofdames. Hun verblijf is van korte duur. De landvoogdes overlijdt. Het echtpaar ontvangt een royale toelage voor bewezen diensten en keert terug naar de Scheldestad. Daarna wijkt het kunstzinnige koppel uit naar ’s Hertogenbosch en verdwijnt in de plooien van de geschiedenis. Catharina’s kunst blijft bestaan.

Kaapstad 1953

Marlene Dumas (1953)

Deze Zuid-Afrikaanse kunstenares woont en werkt sinds 1976 in Amsterdam. De artieste experimenteert met collages, een mix van verknipte foto’s, tekeningen en teksten. De relatie tussen beeld en betekenis is steeds in beweging. Haar werk nodigt uit tot een vrije interpretatie. Naast universele onderwerpen zoals liefde en dood komen hedendaagse thema’s aan bod zoals discriminatie, geweld en de positie van de vrouw. Dumas formuleert een heel eigen beeldtaal. Ze maakt portretten van hoofden en gebruikt soms repetitieve afbeeldingen van één gezicht waarbij intuïtie en associatie vooropstaan. Schilderijen en aquarellen zijn vaak erotisch geïnspireerd. Haar werk is beïnvloed door zelfgenomen foto’s en fotomateriaal verzameld uit kranten, magazines en prentbriefkaarten waarbij een detail de hoofdmoot wordt. Titels zijn veelzeggend. Haar kleurenpalet neigt vaak naar sepiatonen.

Stilleven met vis

Clara Peeters (ca.1580 - ca.1657)

Er hangt een zweem van geheimzinnigheid rondom deze getalenteerde vrouw. Geboortedatum en sterfdatum, alsook plaats van overlijden: niet bekend. Haar naam klinkt Nederlands. Haar stijl is Vlaams. Zelfs een speurtocht naar haar via het prestigieuze Sint-Lucasgilde brengt niets op. In 1657 voltooit ze haar laatste stilleven, een genre waarin ze uitblinkt. Clara Peeters is de bedenker van het genre van het vis-stilleven. De glibberige vis, de harde pantsers van de rivier- kreeftjes, de grijpklare geopende oester vooraan op het schilderij, het terracotta vergiet... Wat een beheersing van verschillende schildertechnieken om tot een variatie texturen op het doek te komen. Op sommige van haar stillevens komen miniatuurzelfportretten voor in het blinkende oppervlak van gebruiksvoorwerpen. Soms zelfs repetitief. Ze is de enige van de acht kunstenaressen die in de Winkler Prins uit 1810 is vermeld: twee en een halve regel.

De waarzegster

Waarom kijkt de jonge vrouw niet naar de waarzegster, maar betrekt ze de kijker bij het tafereel? Staat de kat in de arm van de waarzegster symbool voor mysterie en magie? De Brusselse kunstenares stelt al op jonge leeftijd tentoon op de Brusselse Salon. Opgeleid in neoklassieke stijl, ontwikkelt ze gaandeweg haar eigen romantische manier van schilderen. De zelfverzekerde dame komt op voor zichzelf.

Dit is af te leiden uit een brief uit 1835 gericht aan de Gentse tentoonstellingscommissie waarin ze een goede plaats voor haar werk eist op een expositie. Naast portretten schildert Adèle ook historische, vrij theatrale, onderwerpen. Een allegorie van de Revolutie, over de revolutie die in 1830 leidt tot de onafhankelijkheid van België, staat bol van dynamiek. Lichtdonker contrast dramatiseert de voorstelling.

Stilleven

Marthe Donas (1885-1967)

Tijdens de Eerste Wereldoorlog verhuist Marthe Donas van Antwerpen, na enkele omwegen, naar Parijs. Ze volgt er lessen in de Académie de la Grande Chaumière en woont in de buurt van Montparnasse. Ze ontdekt er het kubisme en schildert dit Stilleven, met vlakken en fragmenten van objecten. Afwisseling van licht en donker zorgen voor een gevoel van beweging. Deze leerlinge van o.a. de Antwerpse Academie schildert, graveert en tekent, waarbij ze vaak de arceertechniek gebruikt, zoals in Liggend Naakt. In Nice, waar ze tekenlessen geeft, ontmoet ze de Oekraïense beeldhouwer Alexander Archipenko. Hij is van groot belang voor haar werk, maar ook op persoonlijk vlak. Ze keert terug naar België. Marthe trouwt in 1922 Harry Franke, het koppel vestigt zich afwisselend in Parijs en Itter, waar nu Musée Marthe Donas is. Allerlei beslommeringen maken dat deze avant-gardekunstenares zo’n twintig jaar niet actief is. Pas na 1947 neemt ze penseel en potlood weer op.

Onbescheiden

Henriette Ronner-Knip (1821-1909)

Het water in!

Virginie Demont-Breton (1859-1935)

Deze Franse kunstenares is de dochter van kunstschilder Jules Breton en echtgenote van Adrien Demont die evenzeer kwast en penseel hanteert. Ze signeert haar werk met zijn naam op kop. Vanaf 1894 exposeert ze op de prestigieuze Franse Salon. In 1894 mag ze een eremedaille van de Tentoonstelling van Antwerpen op de borst spelden. Ze treedt in 1893 toe tot de Union des Femmes Peintres et Sculpteurs (Unie van vrouwelijke schilders en beeldhouwers). Virginie is een voorvechtster voor het openstellen van de Ecole des Beaux-Arts voor vrouwelijke studenten, een doel dat in 1897 wordt bereikt. De kunstenaressen mogen zelfs naaktmodellen portretteren. Deze markante dame is de tweede vrouw, na Rosa Bonheur, die het Légion d’honneur krijgt, de hoogste waardering van verdienste in Frankrijk. Na haar verhuis naar Wissant, in het departement Pas-de-Calais, schildert ze vooral vissers- en strandtaferelen, zoals deze scherp omlijnde, monumentale moederfiguur tegen een vage achtergrond.

De lade van een kast staat open. Daarin spelen en dartelen drie jonge poesjes. Op de kast kijkt mamapoes vertederend toe. Een braaf onderwerp, zoals van vrouwelijke kunstenaars werd verwacht. Ook deze Nederlands-Belgische kunstschilderes groeit op in een artistieke familie. Henriette oogst succes met romantische portretten van kleine dieren tijdens de driejaarlijkse Salons in België. Ze mag zelfs het schoothondje van koningin Maria Hendrika vereeuwigen op doek. In de periode dat ze in Amsterdam woont, treedt ze als eerste vrouwelijk lid toe tot het genootschap Arti et Amicitiae (Kunst en Vriendschap). Na haar huwelijk met Feico Ronner verhuist ze in 1850 naar Brussel. Op haar doeken figureren voortaan eerder honden dan poezen. Ze signeert met haar voornaam en de naam van haar echtgenoot. De naam Knip is weggeknipt.

Twee meisjes als de heiligen Agnes en Dorothea

Michaelina Wautier (datum van geboorte en overlijden onbekend) werkzaam ca. 1640-1660

De dromerige zusjes zijn verkleed als Agnes en Dorothea. Zijn het hun naamheiligen? Hun rijkelijke kledij is ragfijn uitgewerkt. Bronnen over het leven van Michaelina Wautier zijn onduidelijk. Er is sprake van een ongehuwde vrouw uit Bergen die tussen 1642 en 1659 een tiental virtuoze schilderijen maakt. Ook de afkomst van Charles Wautier, zo goed als zeker haar broer, verwijst naar Bergen. Hij is in 1651 ingeschreven in het Brusselse Sint-Lucasgilde van kunstenaars en ambachtslieden. Naar alle waarschijnlijkheid deelt ze daar zijn atelier. “In het Brusselse is een vrouw aan het werk…”. De illustere, mysterieuze dame is enkel zeker te traceren dankzij vier van haar doeken die vermeld zijn op de inventarislijst van de kunstverzameling van aartshertog Leopold Willem, landvoogd van de Zuidelijke Nederlanden. Michaelina durft het aan om mannelijk naakt te schilderen, zoals in De triomf van Bacchus. Ze portretteert zichzelf op dit schilderij met ontblote borst. Een 17de-eeuwse Dolle Mina?

Heropening KMSKA

Elf jaar geduld wordt beloond. Het resultaat van het vernieuwde Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA) is verbluffend. Sinds 24 september 2022 staat de grootste en kostbaarste collectie van Vlaanderen weer open voor het publiek. De expositieruimte is met zo’n 40 procent uitgebreid. Geen uiterlijk zichtbare uitbreiding die buiten de lijnen van het statige gebouw kleurt, maar een ‘inbreiding’. Marie Zolamian (Beiroet, 1975) ontwierp een intrigerend mozaïek bovenaan de trappen, een welkomsttapijt in steen. Het atelier Mosaico di Due zorgde voor de uitvoering. Een toertje rondom het gebouw laat niet alleen de historische tuin in een nieuw jasje ontdekken maar ook menig kunstwerk. Het ontwerp van de groene ruimte is van Team Van Meer. Ook De waterspiegel, een kunstwerk van Christina Iglesias, op de Leopold De Waelplaats voor het KMSKA deelt in de heropleving van de museumsite. Een ingang op straatniveau verlaagt letterlijk en figuurlijk de drempel naar het statige gebouw.

Clara Peeters, Michaelina Wautier en Marthe Donas zijn als enige vrouwen opgenomen in het prachtige boek De Schoonste Honderd, uitgegeven door het KMSKA. Bron voor dit artikel: Elck zijn waerom: vrouwelijke kunstenaars in België en Nederland 1500-1950, uitgegeven bij Ludion www.kmska.be

Fotografe Karin Borghouts volgde de werken en vereeuwigde de verschillende stadia van de uitvoering. Een selectie van haar foto’s zijn ondergebracht in de tijdelijke tentoonstelling The Making of (tot begin sept. 2023).

This article is from: