5 minute read

Bergop, bergaf, pompaf in Klosters

Trek je stevige wandelschoenen al maar aan. Want wie het Zwitserse Klosters echt wil ontdekken, doet dat te voet.

Tekst Micheline Peacock

Via Zürich rijdt onze trein over de hoofdstad Chur naar het station Davos Klosters. De Davosersee ligt er in de zomer uitnodigend bij voor waterliefhebbers van wakeboarden (een soort waterskiën op een surfplank), SUP (standup paddle surfing), surfen, zeilen, waterfietsen en zelfs zwemmen, want het water warmt in dit seizoen op tot 20 graden. Verder zien we golfterreinen en – natuurlijk – wandelwegen. Davos ken je wellicht van het World Economic Forum, wanneer zo’n 2.500 politici, CEO’s en intellectuelen er neerstrijken. Wij zijn hier voor ons plezier. Davos en Klosters liggen allebei in

Graubünden, het meest bergachtige Zwitserse kanton. We bevinden ons op 1.200 meter hoogte. Willkommen, zeggen ze hier, of Benvenuti of misschien zelfs Bainvgnü, in het reto-romaans. Graubünden is groter dan Oost- en West-Vlaanderen samen en ligt tussen Italië, Liechtenstein en Oostenrijk, op een kruispunt van culturen. De dialecten verschillen van dorp tot dorp en zijn soms onverstaanbaar voor wie wat verderop woont. Klosters vierde vorig jaar zijn 800-jarig bestaan. We volgen er het parcours van de Kunstpromenade (www.klosters800.ch) langs de rivier Landquart.

Genieten van het Zwitserse landschap.

Even uitrusten tijdens de tocht. Ook de jongsten wandelen mee.

Eerste Tocht

Voor de eerste tocht op ons programma nemen we de bus, die ons naar de halte Wägerhus brengt. De klim naar de Jöriflüelafurgga is pittig, maar niet moeilijk en na 2 uur pauzeren we even bij uitzicht over het Silvrettagebergte. De afdaling vereist wel wat concentratie: soms heb je vaste voet, soms is de ondergrond schilferig. Op één plek heb je zelfs een kabel nodig om veilig de steile rotsen te kunnen afdalen, maar gevaarlijk wordt het nooit. Als ervaren wandelaar geniet ik van elke stap.

De alpenweiden vormen in de zomer een grote bloemenzee en klaterende bergriviertjes leiden ons naar twee meertjes, de Jöriseen. Onze voeten verdienen nu wel een opkikkertje in het koele water. Na een picknick wandelen we tot de Vereina-hut, waar wandelaars en mountainbikers verpozen met een Monsteiner Huusbier of een lekker stuk kuchen voor de zoetekauwen. De pendelbus brengt ons terug naar Klosters.

KLOOSTER

Christoph en Dominik van de toeristische dienst vertellen ons de geschiedenis van dit skioord. Klosters heeft zijn naam niet gestolen. In 1222 werd er in een oorkonde voor het eerst melding gemaakt van een klooster op die plek. De monniken moesten de dichtbeboste streek toegankelijk maken en ontginnen. Kort daarna kwamen ook de Walsers, families boeren en houtbewerkers uit Wallis, over de bergen getrokken om zich hier te vestigen. Omdat er in het dal niet genoeg akkergrond beschikbaar was, maaiden ze het gras boven op de alpenweiden en bewaarden het in houten schuurtjes (Gädä) die sindsdien deel uitmaken van het landschap. Zo kan je de 4 kilometer lange Gädäwäg wandelen. Wie tijd en zin heeft, kan ook de uitdagendere 23-daagse wandeling maken langs de Walserweg in de voetsporen van de Walsers. We bezoeken het Hüschi-museum, een houten huis waar meubels, vaatwerk, kleren en werktuigen ons Bokrijk-gewijs een idee geven van het leven toen. Ik ben gefascineerd door het gebruik van runetekens op zeis en sikkel om de eigenaar aan te duiden, maar ik moet me reppen, of ik geraak nog achterop tijdens deze leerrijke wandeltocht.

TERUG IN DE TIJD

Later op de dag zie ik mijn kans schoon en neem de trein naar Davos Platz en de kabelbaan naar Schatzalp, het wereldberoemde berghotel in Davos. Vanaf 1800 lokte de gezonde berglucht tuberculoselijders naar Klosters. Schatzalp was oorspronkelijk een chic sanatorium, met vooral Duitse gasten. De Toverberg van Thomas Mann speelt zich in dit het artnouveaugebouw af. Terwijl deze kanjer uit de wereldliteratuur thuis in mijn boekenkast ligt te wachten, bekijk ik hier alvast het decor. Op de afgescheiden balkons beeld ik me de patiënten in, op ligbedden, onder een plaid. Af en toe gingen ze in de omgeving de benen strekken. De ontdekking en industriële productie van penicilline liet – gelukkig – een efficiëntere behandeling toe van tbc, maar het zomertoerisme was geboren.

Wintersport

Op het einde van de negentiende eeuw kwam de wintersport op gang. De eerste discipline was een primitieve, levensgevaarlijke vorm van bobsleeën. Daarna kwam skiën in zwang, maar je moest telkens zelf te voet naar boven. Skiliften werden er pas in 1938 gebouwd. Sinds 1949 verbindt de Gotschnabahn Klosters met het skigebied van Davos, zodat er in totaal 114 skipisten lonken.

Klosters trok meer en meer toeristen aan en in de 20ste eeuw floreerde de hotelbusiness. Het hotel Schatzalp, het gewezen sanatorium waar de roman De Toverberg van Thomas Mann zich afspeelt, opende in 1954. In de jaren vijftig en zestig was het Chesa Grischuna hotel het ‘Hollywood on the Rocks’. Ik ga erheen voor een lunch. In het gastenboek prijken

Boven: het gewezen sanatorium waar De Toverberg van Thomas Mann zich afspeelt, is nu hotel Schatzalp.

Onder: op stap met de paarden.

Praktisch

Met de Davos Klosters Premium Card krijg je, zodra je één overnachting boekt in Klosters, tal van kortingen en mag je zelfs gratis op het openbaar vervoer in de streek.

- Het zogenaamde summer guest program biedt elke week andere activiteiten, gaande van alpenhoorn tot rafting of mountainbike-techniek.

- In de regio vind je 700 km aan bewegwijzerde wandelingen, van zeer gemakkelijk (een rondje langs het meer van Davos, 45 minuten) tot de 9 Alpen-tour (22 km, 6 uur).

- Klosters is het walhalla van het mountainbiken met singletracks als het Alps Epic Trail, het Davos Adventure park en de Gotschna-freeride-track (6 km downhill). Je kan probleemloos je fiets meenemen op bus of trein.

- Een must-have voor je (klein)kinderen is het prentenboek Schellen-Ursli, in het Nederlands Een bel voor Ursli

- Leuk voor waterratten is het Klosters Arena Strandbad, met glijbaan en vier meter hoge klimmuur. www. arena-klosters.ch

- Echte speelvogels gaan naar Madrisa-land. Dit grote attractiepark ligt op 1.900 meter hoogte. Je kan er zelfs overnachten in een tipi of ‘sterrensuite’, een soort glazen iglo zodat je kan genieten van de net niet blote, maar wel nachtelijke hemel. www.madrisa. ch/madrisa-land handtekeningen van Audrey Hepburn, Julie Andrews, Gene Kelly, Winston Churchill, Greta Garbo, en dan hebben we de gekroonde hoofden nog niet geteld. De gasten verbleven er, anders dan vandaag, verscheidene weken en zelfs maanden.

Muilezels En Paarden

Er wacht onze reisgroep nog een bergtocht: de Säumerwanderung. Bij dageraad worden we verwacht in Gargellen, Oostenrijk. Op het vertrekpunt staan een dozijn paardjes en muilezels gepakt en gezakt. De begeleiders (Säumers) controleren de dieren en geven ze nog wat water en voer. Dan zet de stoet zich in beweging. Gedurende eeuwen transporteerden deze karavanen wijn en meel en kaas van de ene vallei naar de andere, over de Via Valtellina. Ze smokkelden soms ook tabak, maar dat blijft onder ons. Een groepje van zo’n dertig wandelaars volgt de lastdieren, zigzaggend over bergpaadjes. De bellen van de paardjes klingelen vrolijk en ik maak kennis met een enthousiaste vrouw die deze tocht al voor de tweede keer maakt. Ze heeft goed getraind om de zes dagen van Gargellen tot Tirano aan te kunnen. Ze vertelt waarom mensen deelnemen aan deze tocht: stress, een burn-out of een echtscheiding. Wandelen is helend en de sfeer hartelijk.

Na een 4 à 5 kilometer stappen naderen we de Schlappiner Joch, een bergpas en de grensovergang tussen Oostenrijk en Zwitserland. Voor de gelegenheid is deze bemand met alpenhoorns en vendelzwaaiers. Ik ben ontroerd, dankbaar dat ik dit mag meemaken. De stoet valt uiteen in groepjes, mensen wandelen naar de hut waar een aperitief wordt uitgedeeld: wijn met kaas en gedroogd vlees. Voor de eerste keer in mijn leven aperitief ik voor mijn ontbijt. Decadent, en het zal ons hoogste punt (en hoogtepunt) voor vandaag worden. We dalen af naar het dorp Schlappin, waar de dorpelingen ons toejuichen.

Na een bord soep en Nüsskuchen, notencake, gaan we nog verder naar beneden, door bossen en alpenweiden, naar Klosters. De paardjes mogen drinken uit de fontein aan de kerk. De aankomst is voorzien om halfvijf en mens en dier staan te trappelen om, stipt als een Zwitsers uurwerk, het plein op te stappen. Alpenhoorns, gejuich, wijn, feest… Dominik van de toeristische dienst is ons tijdens de wandeling uitgelaten voorbijgestoken op zijn mountainbike en heet de karavaan welkom in Klosters. Willkommen, Benvenuti of Bainvgnü. ■

This article is from: