Spreek’buis BLAD VOOR OMROEPMEDEWERKERS
Ivo Lochtman (UPC):
‘Connected tv is een verrijking, een kans’ Over een jaar of vijf is connected tv (een tv-toestel met internetaansluiting) gemeengoed, verwacht Ivo Lochtman, Vice-president Content van UPC. ‘Connected tv is een goede innovatieve ontwikkeling voor de branche en voor de consument, het verrijkt ons.’
‘R
ond connected tv is een aantal ontwikkelingen samengekomen’, constateert Lochtman. ‘Om te beginnen de algemene groei van internet als distributieplatform voor video, onder meer dankzij de groeiende penetratie van breedbandige verbindingen. Daarnaast hebben partijen zoals Apple een revolutie ontketend in de wijze waarop we met internet omgaan, door via apps delen van het internet beschikbaar te maken
2
Roeland Stekelenburg is CEO van mediabedrijf NLbuzz, dat innovatieve oplossingen voor alle denkbare platformen en apparaten ontwikkelt. Zo beheert NLbuzz bijvoorbeeld het volledige online contentaanbod van Eredivisie Live.
Connected tv is een verrijking, vindt Ivo Lochtman Foto: DigiDaan
op een makkelijke manier. En de technologie, de chips en dergelijke, die je nodig hebt om video goed af te spelen, is volwassen geworden. De verhouding tussen performance en prijs heeft zich zodanig ontwikkeld dat dit binnen het handbereik van de consument is gekomen.’
van televisietoestellen naar connected tv kijken is geleidelijk veranderd’, vindt Lochtman. ‘Eerst zagen ze het vooral als een feature om meer toestellen te kunnen verkopen. Nu beschouwen ze het meer als een ecosysteem, dat meer betekent dan een concurrentievoordeel. Partijen die content bezitten realiseren zich steeds meer dat dit een nieuwe mogelijkheid is om die content af te zetten. Zo wordt het een levend systeem. Iedereen heeft hier voordeel van. De integratie van tv en sociale media bijvoorbeeld kan voor de consument interessant zijn. Net als toegang hebben tot content op je belangrijkste scherm, waar dat tot nu toe niet mogelijk was, denk aan YouTube. Die twee mogelijkheden zijn, denk ik, cruciaal.’ Connected tv is nog niet op echt grote schaal verspreid, maar dat gaat veranderen, verwacht Lochtman. ‘De consument ziet nog niet massaal de voordelen. Daarvoor is het nog te vroeg. Het aantal tv’s dat aangesloten is en het aantal stand alone apparaten, zoals van Apple, is nog bescheiden. Maar het groeit. Digitale tv heeft een jaar of vier, vijf nodig gehad om tot een penetratie van 50 procent te komen. Ik denk dat connected tv over ongeveer vijf jaar gemeengoed is.’
Schermen
‘De manier waarop de fabrikanten
‘Connected tv is een goede innovatieve ontwikkeling voor de branche en voor de consument, het verrijkt ons’, zegt Lochtman. ‘Bepaalde content die tot nu toe gemakkelijker via internet ontsloten werd, komt via alle schermen beschikbaar en wordt geïntegreerd. Op dit moment zijn televisie en internet gescheiden werelden,
3
5
Ecosysteem
De aanleg van glasvezel is de moeite van het volgen waard: het is het begin van een nieuwe wereld, met ongekende investeringen en mogelijkheden voor bedrijven en burgers die zich aaneensluiten tot machtsblokken.
De voorgenomen bezuinigingen van dit kabinet op de publieke omroep, komen aan als ‘een mokerslag’, aldus NPO-bestuursvoorzitter Henk Hagoort. Het huidige klimaat is volgens hem zorgwekkend. ‘Daar zit een element in van inperken van de publieke omroep’.
je bent met het één bezig of met het ander. Het groeit meer naar elkaar toe. Straks heb je meerdere schermen, die elk hun eigen kwaliteiten hebben. Een speelfilm van anderhalf uur zul je op een groot scherm willen bekijken met een goede geluidskwaliteit. En met bijvoorbeeld je smartphone doe je weer andere dingen.’ ‘Connected tv is geen geïsoleerde ontwikkeling, maar een onderdeel van waar wij als UPC mee bezig zijn’, aldus Lochtman. ‘Uiteraard houdt een partij als UPC zich bezig met een breder scala aan producten en hun ontwikkeling. Connected tv maakt onderdeel uit van dat brede palet aan ontwikkelingen waarin we moeten meegaan, we moeten zorgen dat we blijven innoveren. Wat wij ten aanzien van connected tv gaan doen, zullen we later dit jaar nader aankondigen.’
Kans Is connected tv voor een kabelmaatschappij als UPC een bedreiging? Lochtman: ‘Wij zien het als een kans. Aan de ene kant is het natuurlijk zo dat er partijen zijn die een deel van onze boterham willen hebben. Maar aan de andere kant moet je bedenken, dat zoiets nog niet zo eenvoudig is. Je moet dan met alle relevante partijen overeenkomsten zien te sluiten. Het wordt makkelijk vergeten, maar de rechten op content zijn een ingewikkelde kwestie. Content is niet gratis. Bovendien zit daar een hele infrastructuur aan vast, wij hebben een heleboel mensen in dienst om het allemaal te kunnen regelen, administreren, factureren etcetera. Connected tv zien we dus niet als een bedreiging, maar meer als een verrijking.’
6
On demand aangeboden content wordt populairder. Wat betekent dit voor de traditionele manier van televisiekijken? Lara Ankersmit (NOS) en Arno Otto (RTL Nederland) vertellen over de digitale strategieën van NOS en RTL.
2
NLbuzz: levering digitale content moet centraal en doelgroepgericht Voormalig Hoofd Nieuwe Media van de NOS Roeland Stekelenburg is sinds begin 2011 CEO van mediabedrijf NLbuzz, dat mede door hem werd opgericht. De onderneming richt zich op grotere mediabedrijven en ontwikkelt innovatieve oplossingen voor alle denkbare platformen en apparaten. Daarnaast houdt NLbuzz zich bezig met adviseren, investeren en implementeren. Eerder dit jaar haalde men onder meer Eredivisie Live als klant binnen. Daarmee wordt het bedrijf verantwoordelijk voor het beheren van het volledige online contentaanbod van het voetbalkanaal.
N
Lbuzz maakt deel uit van Consolidated Media Industries (CMI), de Hilversumse holding die ook onderdak biedt aan bedrijven als Dutchview, Avidome en Parkpost. Deze concentratie van facilitaire ondernemingen is volgens Stekelenburg meteen de kracht van CMI. ‘Er is nog erg veel versnippering in het opzetten en onderhouden van digitale media. Vaak werken bedrijven nog met twintig contactpersonen als het gaat om het organiseren van online content.’ Bij NLbuzz is men niet alleen in staat organisaties te begeleiden bij het bepalen van de strategie, het bedrijf neemt ook het ontwikkelen van het concept en de realisatie van het eindproduct voor zijn rekening, zonder tussenkomst van externe adviserende of organiserende bureaus. ‘Kortom’, verduidelijkt Stekelenburg, ‘NLbuzz zorgt ervoor dat alle online activiteiten van een bedrijf centraal ondergebracht worden en wij zijn van a tot z verantwoordelijk voor het traject. NLbuzz verzorgt het inhoudelijke gedeelte en de zusterbedrijven de technische vertaling daarvan.’
Duidelijkheid Dat NLbuzz over het volledige proces waakt en dus overal nauw bij betrokken is, vindt hij van essentieel belang. ‘Hiermee onderscheiden wij ons van andere mediabedrijven. De consument wil duidelijkheid en je kunt alleen helderheid verschaffen als je vanuit de gebruiker redeneert, volledig overzicht hebt en weet wat het publiek wil. En dat wat consumenten willen, moeten ze probleemloos via elk medium kunnen krijgen. Wij zorgen ervoor dat dit ook gebeurt en bieden content centraal aan, niet vanuit de technologie of de organisatie. Het maakt gebruikers namelijk niets uit van welke zender of omroep die content afkomstig is, als ze het maar krijgen!”
Doelgroep Een multimediale aanpak dus, waarbij mensen uit de doelgroep van een organisatie of bedrijf de programma’s die ze willen zien op elk willekeurig apparaat kunnen bekijken, of dit nu de vaste tv, de pc, een smartphone of een tablet is. En ook hier geldt: de doelgroep weegt veel zwaarder bij het uitzetten van de digitale strategie dan de diverse platforms die er zijn. Stekelenburg: ‘Het is nogal zinloos om content beschikbaar stellen via een iPhone als slechts tien procent van de doelgroep van een organisatie een iPhone bezit. Onderzoek dus eerst welke consumenten je wilt bereiken, inventariseer wélke apparaten ze gebruiken, smartphones, tablets, of wat dan ook, achterhaal dan wát ze er precies mee doen en gebruik die informatie als uitgangspunt voor je digitale concept. Alleen dan ben je in staat je product of dienst fatsoenlijk aan te bieden. Er wordt nog steeds veel geld over de balk gesmeten doordat bedrijven dit achterwege laten.’ Het valt Stekelenburg wel op dat de digitale markt razendsnel verandert en dat mensen bijna even vlot gewend lijken te raken aan nieuwe apparaten. ‘Neem het second screen, daar kun je momenteel niet omheen, en applicaties voor smartphones en tablets nemen in rap tempo de functies van de ouderwetse afstandsbediening over. Tegelijkertijd kun je met second screen veel meer dan
pc? Dat zou betekenen dat je je daar weer apart voor moet aanmelden. Onzinnig!’ Dit houdt wel in wel dat technische ontwikkelingen voortdurend vertaald moeten worden naar inhoudelijke concepten. ‘En hoe meer adviseurs en consultants zich daar afzonderlijk van elkaar mee bezighouden, hoe onoverzichtelijker het wordt’, is Stekelenburgs stellige mening. ‘Neem een organisatie als Eredivisie Live, daarbij krijg je met talloze zaken te maken, neem alleen al de website, hosting, streaming, encodering en mobiele applicaties. Het is onmogelijk om dat allemaal door verschillende contactpersonen te laten regelen, dat wordt een chaos. Wij lossen dat op door al deze processen voor onze rekening te nemen.’
Elk formaat, elk platform
Roeland Stekelenburg
de televisie of andere apparatuur bedienen vanaf de bank. Je kunt het interactief gebruiken en bijvoorbeeld aanvullende informatie opvragen over programma’s die je op dat moment bekijkt. Het is zaak alle mogelijkheden van nieuwe media te onderzoeken.’
Onzinnig! Het feit dat trends en ontwikkelingen elkaar steeds sneller opvolgen, zal volgens Stekelenburg op termijn gevolgen hebben voor de digitale manieren van aanbieden. ‘De fase van iets uitproberen en er weer mee stoppen als het niet snel genoeg aanslaat is voorbij’, zegt hij beslist. ‘Aanbieders moeten keuzes maken en kwalitatief hoogwaardige producten aanbieden die voor elk platform geschikt zijn. Wat heb je aan een abonnement op een digitaal kanaal waarbij je voetbalwedstrijden alleen op tv kan zien en niet op de
Toen hij nog Hoofd Nieuwe Media bij de NOS was, ontdekte Stekelenburg al dat open internet en web apps veruit te verkiezen zijn boven native apps. ‘De content van een bedrijf moet niet afhankelijk zijn van één platform, daarmee beperk je jezelf. Bied programma’s dus in elk formaat en voor elk platform aan, als je tenminste wilt dat je digitale content een zo groot mogelijk bereik heeft. Dat is het enige antwoord op de razendsnelle veranderingen binnen de nieuwe media.’ Desondanks begrijpt Stekelenburg wel waarom sommige bedrijven toch nog steeds voor applicaties kiezen: ‘Je kunt er grafisch en technisch meer mee omdat je het optimale uit de desbetreffende apparaten haalt. Daarnaast speelt gemak natuurlijk een rol, Apple neemt je werk uit handen en je applicatie staat in de App Store. Hij is dus makkelijk te vinden.’ De succesvolle digitale projecten die Stekelenburg bij de NOS realiseerde, kwamen mede tot stand door de ervaring en kennis die hij de afgelopen vijfentwintig jaar opdeed bij vrijwel alle uiteenlopende vormen van media. ‘Hierdoor ben ik met NLbuzz in staat om de link tussen inhoud, techniek en partner te zijn. Wij stoppen niet bij consultancy, ook realiseren we plannen volledig en ontwikkelen we nieuwe concepten. En dit allemaal vanuit het perspectief en de doelstelling van de klant.’
3
Fiber to the home
De glazen toekomst van Nederland Op meer en meer plaatsen in Nederland leggen mannen met graafmachines de nieuwe telecomnetwerken van de toekomst aan: glasvezel. Een stille revolutie, want vanuit de industrie hoor je er doorgaans weinig over. Toch is de verglazing van Nederland de moeite van het volgen waard: een nieuwe wereld, met enorme investeringen, ongekende mogelijkheden voor bedrijven en activistische burgers die zich aaneensluiten tot machtsblokken.
M
et de glasnetten zijn torenhoge investeringen gemoeid. ‘Tussen de 800 en 1000 euro per aansluiting’, schat Ton van Mil, directeur van iMMovator. Hij is geïnteresseerd in de glasvezelnetwerken, onder meer omdat de AV-bedrijven uit het netwerk van iMMovator er nieuwe diensten op kunnen ontwikkelen. Volgens van Mil zijn twee grote partijen bezig met het verglazen van Nederland: Reggefiber, waarin KPN een belang heeft, en CIF, dat een combinatie is van Rabobank en grote pensioenfondsen, die bereid zijn honderden miljoenen euro’s in het glas te steken, bij wijze van belegging. ‘Wil dat rendabel zijn, dan moet zo’n 40 procent van de aansluitingen actief worden benut’, zegt Van Mil, die betrokken is geweest bij de deal rond het verglazen van heel Amersfoort.
Bewonersmacht In Amersfoort is zeven jaar geleden iets unieks ontstaan. Vraagbundeling waarbij een bewonersinitiatief voor de investeerder het risico heeft weggenomen om een glasvezelnetwerk aan te leggen. Ton Jansen is vanaf het eerste uur één van de drijvende krachten achter een bijzonder fenomeen: de bewonersinitiatieven. In Oudhollandse stijl hebben groepen burgers zich aaneengesloten om zich sterk te maken voor ‘hun’ plaatselijke glasvezelnetten. Jansen heeft het bewonersinitiatief in zijn eigen wijk Vathorst, een Vinex-locatie in het noorden van de gemeente Amersfoort, opgezet. Profiterend van glas-ambitie van woningcorporatie Portaal die met een investeerder ook bezig was in zijn wijk.
Vergelijkbare wijze In omliggende wijken als Hooglanderveen, Nieuwland, Zielhorst en Kattenbroek ging het op vergelijkbare wijze. Jansen: ‘Vraagbundeling betekent zeggenschap voor de consument en daarmee marktperfectie.
Wij doen iets voor de partijen die belang bij de netwerken hebben, dus doen zij iets voor ons. Bewoners creëren de maatschappelijke betrokkenheid en relevantie. Een Stichting kapitaliseert die goodwill van onze inspanningen om meerwaarde te creëren op het bewonersnetwerk.’ Gevolg: de stichting beschikt over bijvoorbeeld camera’s om videoproducties te kunnen maken.
kan of wil met een camera overweg. Wij kunnen bedrijven in contact brengen met geïnteresseerde partijen, die bijvoorbeeld bezig zijn met
de wedstrijden van de lokale voetbalvereniging. ‘En we zijn bezig met kerkdiensten, en een project om te zorgen dat zieke kinderen thuis toch de lessen op school kunnen volgen.’ De SBNA in Amersfoort heeft al ruim twee jaar ervaring met WijkTV: de Glaset Hooglanderveen. Jansen en Beitsma benadrukken het sociale element. Ze werken samen met allerlei maatschappelijke organisaties, zijn bezig met educatie, cultuur en zorgdiensten. Van contact met de huisartsenpraktijk om de hoek, tot ouderen stimuleren om meer te bewegen en muziekonderwijs. Dat kan in de vorm van bijvoorbeeld lokale televisiezenders of een serie apps, die je op je scherm aanklikt.
Kansen
Minimumpakket
‘Eén van de problemen in de glasvezelwereld is het onderscheidende aanbod van diensten. ‘De meeste service providers bieden alleen de bekende triple play abonnementen aan’, zegt Patrick Beitsma, één van de pioniers van het glasnet in Zeewolde en voorzitter van de Stichting Open Netwerk Zeewolde (SONZ). ‘Maar je kunt er veel meer op doen. Het is heel interessant voor het verspreiden van audiovisueel materiaal. Via internet kan dat ook wel, maar dan krijg je matige kwaliteit of het moet flink worden gebufferd.’
‘Volgens de Mediawet kan er per gemeente maar één publieke omroep zijn’, legt Beitsma uit. Is die er al, dan is zo’n bewonersinitiatief automatisch een commerciële omroep.’ ‘Terwijl zoiets als WijkTV geen massamedium is, daarvoor is het bereik te klein’, vindt Jansen. Bij Buma/Stemra moeten we een zogeheten minimumpakket betalen. Daardoor zijn we beperkt tot uitzendingen van maximaal 12 minuten per uur. We willen best betalen binnen onze mogelijkheden.’ De grenzen van Buma/Stemra (12 minuten per uur) lijken snel te worden overschreden. Om deze maatschappelijke innovatie mogelijk te maken en te kunnen pionieren met nieuwe media moeten er goede afspraken komen met rechtenhoudende partijen.
Kansen Van Mil van iMMovator ziet dan ook kansen voor het bedrijfsleven. ‘Het wordt bijvoorbeeld voor de vele ZZP’ers in de AV-branche makkelijker om met elkaar samen te werken. Zij kunnen worden ingeschakeld bij het innovatief realiseren van maatschappelijke diensten, niet iedereen
maatschappelijke dienstverlening maar nog geen idee hebben van de mogelijkheden van glasvezelnetten.. Je kunt ook wonen en werken beter met elkaar combineren. Werkgevers hebben er baat bij als hun werknemers hetzelfde werk dat ze op kantoor doe ook thuis kunnen uitvoeren.’
Omroep In Zeewolde maken de bewoners De Glazet, een kabelkrant op het glas. Bij evenementen worden beelden op het net gezet, maar denk ook aan
Ingewikkeld De glaswereld zit vrij ingewikkeld in elkaar. Het begint met het aanleggen van de netwerken, graven dus. Daar is een investeerder voor nodig. Een operator activeert en beheert het netwerk vervolgens voor het transport van data en video. De consument kan tenslotte voor een provider kiezen, die (telecom)diensten aanbiedt op het netwerk. Tot zover is het vrij overzichtelijk. Maar de betrokken partijen kunnen meer dan één rol spelen. KPN bijvoorbeeld heeft een belang in Reggefiber, de investeerder in glasvezel, maar treedt ook op als operator annex service provider. De consumenten, met name bewoners van nieuwbouwwijken waar glasnetten worden aangelegd, hebben zich in een aantal plaatsen verenigd. Ze zijn zelf als producent van mediadiensten gaan optreden, zoals WijkTV.
Hyperlokaal Welke kant het opgaat, is niet zo helder. ‘Uiteindelijk zal ongeveer 80 procent van Nederland worden verglaasd’, voorspelt Beitsma. ‘De toekomst van het glas zit volgens mij in specifieke toepassingen, zoals voor zieke kinderen, of contact met opa via een app.’ ‘Concurreren op prijs met de grote kabelaars is kansloos’, denkt Jansen. ‘De glasnetten moeten het hebben van hun onderscheidend vermogen, de bewonersinitiatieven.’ ‘Maatschappelijke dienstverlening, doelgroep tv’, noemt Van Mil sterke punten. ‘En de gemeenten moeten het voorbeeld geven.’
4
Gereed voor de toekomst
KPN Broadcast Services: het grootste medianetwerk van Nederland Video is overal, het netwerk van KPN Broadcast Services ook. Al jaren een vertrouwde partner van omroepen en andere klanten, die hun AV-content veilig en in uitstekende kwaliteit gedistribueerd willen zien. Gereed voor de toekomst, zeggen Peggy Corstens (Directeur KPN Broadcast Services) en Jesse Robbers (Markt Manager TV & Media).
‘K
PN Broadcast Services is ons business to business mediaportfolio’, zegt Corstens bij wijze van introductie van het bedrijf. ‘Daarnaast zijn wij technisch verantwoordelijk voor de KPN tv-dienstverlening gericht op de consumenten markt, zoals Digitenne en Interactieve TV. Broadcast Services is van oudsher prominent aanwezig met AV-transmissiediensten, zowel nationaal als internationaal. Met verschillende technieken, zoals satellietverbindingen, glasvezel en zender netwerken. KPN heeft via het MExNet (MediaExchangeNetwerk) ruim 150 media locaties aangesloten op glasvezel, zoals voetbalstadions, studio’s, zenderlocaties; allemaal punten waar je kunt inprikken om videomateriaal te verzenden.’
‘Onze infrastructuur is niet alleen permanent, we kunnen ook kort cyclische of eenmalige projecten aan’, vult Corstens aan. ‘Bijvoorbeeld de huldiging van het Nederlands elftal na het WK voetbal, the Secret Story of muziekfestivals.’
Pijlers Speerpunten voor de komende jaren heeft KPN Broadcast Services natuurlijk ook. ‘Een pijler is distributie van content via het open internet, maar dan wel in een gesloten omgeving,
gaat om content die in Europa wordt geproduceerd en die de wereld over moet, of dat het materiaal juist bijvoorbeeld vanuit Amerika of Azië in Europa moet worden afgeleverd, wij kunnen deze dienstverlening bieden aan klanten.’ Corstens: ‘Wij kunnen klanten een brede dienstverlening bieden, dankzij het feit dat wij onderdeel zijn van de grotere KPN organisatie. We hebben alle diensten dichtbij huis: storage, hosting, noem maar op. De ingrediënten zijn er, je hoeft ze alleen aan
‘Wij hebben de mogelijkheid om live pieken op te vangen’, zegt Robbers. ‘We pakken signalen op die door ons in het juiste formaat geëncodeerd worden om vervolgens getransporteerd te worden over het internet, zodat ze ook bij concurrenten van KPN netjes worden afgeleverd. Daarbij kunnen wij voor klanten diensten leveren met een toegevoegde waarde. Zoals het creëren van een tvkanaal dankzij onze play-out omgeving, bijvoorbeeld voor Disney en NostalgieNet. Dat werkt compleet tapeloos. De opdrachtgever kan op afstand de playlist programmeren en wij zorgen ervoor dat alles bij elkaar komt en gedistribueerd wordt. Wij kunnen een volledig pakket aanbieden.’
Marktverbreding Glasvezelnetwerken zijn in toenemende mate belangrijk voor KPN. Corstens: ‘KPN wil zoveel mogelijk huishoudens op glasvezel aansluiten. Dat is voor onze consumentendiensten heel belangrijk. Maar het is ook een verbreding van onze business to business markt. KPN heeft bijvoorbeeld ziekenhuizen verglaasd, daar kun je ook andere dienstverlening op aanbieden.’
Focus ‘Wij hebben daarmee het grootste medianetwerk van Nederland’, concludeert Robbers. ‘Onze focus ligt op Nederland, maar we worden steeds meer internationaal actief. Zowel in België, Duitsland, Luxemburg, als in Groot-Brittannië en Scandinavië. In België en Luxemburg hebben we recentelijk ons netwerk uitgebreid. Onze klanten zijn ook steeds vaker onderdeel van internationale partijen. Denk bijvoorbeeld aan TMF, dat in Bussum zat maar onderdeel is geworden van MTV. Met hoofdkwartieren in Londen en Amsterdam. Wij zorgen dat alle signalen daar vandaan bij de kabelaars in Europa terechtkomen. Denk ook aan de ondersteuning op dit punt van internationale omroepbedrijven zoals bijv. RTL Nederland en Disney.’
Pieken
Verglaasd Het zenuwcentrum van KPN Broadcast Services in Hilversum Foto: KPN Broadcast Services
veilig en kwalitatief hoogwaardig’, verklaart Robbers. ‘Bijvoorbeeld het WK voetbal en de Olympische Spelen, hoe krijgen we dat veilig en goed op de tablets, pc’s en smartphones? Onze filetransfer omgeving wordt steeds belangrijker. Men is gewend om videobanden met koeriers te versturen, maar dat verschuift steeds vaker naar beveiligde dataverbindingen. Verder, zoals gezegd, zijn we internationaal actiever. Of het nu
elkaar te knopen. Daardoor hebben we een unieke uitgangspositie.’
Streaming ‘We leveren ook streaming internet diensten’, vertelt Corstens. ‘We hebben beelden van het WK voetbal gestreamd voor de NOS, voor ruim 40.000 gelijktijdige gebruikers. Op dat moment een record. Je ziet dat het videoverkeer via internet groeit. Wij kunnen dat op hoogwaardige kwaliteit leveren, beter dus dan bijvoorbeeld de kwaliteit van huidige YouTube-filmpjes.’
‘Hoe beter de steden verglaasd worden, hoe beter we onze klanten kunnen aansluiten’, stelt Robbers vast. ‘Onze klanten zijn zakelijke klanten, maar we zien wel dat de markt breder wordt dan de traditionele mediapartijen. Er zijn steeds meer partijen die iets met hun content willen’, aldus Corstens. Robbers: ‘Video is everywhere, onze dienstverlening past daar bij. Zorg, veiligheid, onderwijs, corporate partijen die een eigen kanaal willen. Wij kunnen al die markten bedienen. Dat biedt mogelijkheden, de markt en de vraag wordt breder en wij kunnen een breed scala aanbieden.’
5
Mediabrief kabinet ‘een mokerslag voor Hilversum’ De bezuinigingen op de publieke omroep, waarover het kabinet vorige week heeft besloten, treffen Hilversum als ‘een mokerslag’, vindt NPO-bestuursvoorzitter Henk Hagoort. Hij voorziet een fors verlies aan arbeidsplaatsen. Maar de fusies van omroepen zijn een lichtpunt.
H
et stond al in het regeerakkoord: de publieke omroep moet 200 miljoen euro bezuinigen. Ruim 125 miljoen daarvan komt ten laste van de landelijke publieke omroepen. De rest moet worden opgebracht door de Wereldomroep en het Muziekcentrum van de Omroep (MCO). De Wereldomroep wordt bij het ministerie van Buitenlandse Zaken ondergebracht. Hoeveel geld er voor de organisatie overblijft is nog niet bekend. Het MCO houdt een budget van 14 miljoen. Aanvankelijk zou het worden opgeheven. De Radio Kamer Filharmonie wordt afgebouwd, het Metropole Orkest wordt verzelfstandigd en krijgt mogelijk Almere als thuisbasis. Het Radio Filharmonisch Orkest en het Groot Omroep Koor blijven over. Landelijke en regionale publieke omroepen moet integreren, bijvoorbeeld door een regiovenster in de programmering op te nemen.
Hervorming bestel Maar de grootste klap treft dus de landelijke publieke omroepen. Er blijven er acht over. Drie fusieomroepen (TROS-AVRO, KRO-NCRV en VARA-BNN), drie zelfstandige omroepen (EO, VPRO en MAX) en twee taakorganisaties (NOS en NTR). Nieuwkomers WNL en PowNed moeten, als ze mogen blijven, aanhaken bij één van de zes ledenomroepen. Die krijgen budget toebedeeld naar rato van het aantal leden. De bovengrens van 400.000 leden verdwijnt, zodat fusieomroepen met meer dan dat aantal leden profijt hebben van hun samengaan. VARA en BNN vinden overigens dat ze door het kabinet worden gestraft als ze zouden fuseren, en hebben daarom de besprekingen over een samengaan opgeschort. De NPO krijgt 30 miljoen euro minder voor programmaversterking. Dat geld gaat naar de omroepen. Het derde tv net blijft behouden, omdat er voldoende kwaliteit in de programmering overblijft.
De omroepen moeten verder hun lidmaatschapsgeld verhogen naar 15 euro per jaar, en het kabinet wil dat de programmagegevens vrijkomen tegen een vergoeding van 1,95 cent per gids.
Banenverlies NPO-bestuursvoorzitter Hagoort spreekt in een reactie van ‘een mokerslag’ voor Hilversum. ‘Het gaat om ongekende bedragen, die veel betekenen voor de werkgelegenheid en voor de creativiteit van redacties. Er gaan niet alleen banen bij ons en de omroepen verloren, maar ook bij bijvoorbeeld facilitaire bedrijven en buitenproducenten.’ De NPO en de omroepen hebben eerder aangegeven, dat ze 50 miljoen kunnen besparen op de overhead. Resteert nog een bedrag van ongeveer 75 miljoen, dat op een of andere manier moet worden bespaard. Hagoort: ‘Als er minder omroepen zijn, heb je niet alleen minder bureaucratie. Je kunt ook betere schema’s maken tegen lagere kosten. Een tijdslot van 50 minuten tussen 9 en 10 uur ’s avonds delen we nu soms op in 2 keer 25 minuten, omdat alle omroepen aan bod moeten komen. Als je één programma van 50 minuten maakt, kan dat de kwaliteit ten goede komen. Of stel dat je 40 keer per jaar een slot hebt voor een medisch programma, dat nu aan 6 omroepen wordt gegeven, die ieder 7 keer iets maken. Dan moet er dus 7 keer een redactie worden opgetuigd, bijbehorende decors gemaakt enzovoort. Als je al die programma’s door één omroep laat maken, scheelt dat. Je kunt dus beter programmeren, zonder dat je de kwaliteit aantast. Wij geven jaarlijks 500 miljoen uit aan tv-programma’s. Als je 10 procent op effectiviteit kunt winnen, tikt dat snel aan.’
Regioprogrammering Het kabinet wil dat de landelijke en regionale omroepen integreren. Regiovensters? ‘Dat plan moeten nog
Henk Hagoort
nader worden uitgewerkt’, zegt Hagoort. ‘Er komt een omroepbestel dat zowel het landelijke als het regionale aanbod verzorgt. Volgens mij is de wil er aan beide kanten om hier een succes van te maken. De regionale omroepen willen graag toegang tot onze netten, omdat zij een slechtere positie hebben op de kabel, beschikbaar komen op Uitzending Gemist. Het is bovendien een kans om samen gebruik te maken van de journalistieke slagkracht in de regio. De regionale redacties hebben in de provincies hun voelhorens, die redacties moet je behouden, zodat je samen een beter geïntegreerd nieuwsaanbod kunt maken. Je bereikt dat niet door redacties landelijk te integreren, dan raak je juist die voelhorens en de eigenheid van de regionale journalistiek kwijt.’
Nieuwe diensten Het kabinet beperkt de mogelijkheden van de publieke omroepen op internet, door strenge regels te stellen voor nieuwe diensten. ‘Ik begrijp wel dat wij sites moeten maken, die in het verlengde van onze programma’s liggen’, reageert Hagoort. ‘We hebben te veel sites, die niet aan dit criterium voldoen. Tegelijkertijd vind ik het klimaat in Europa en Den Haag zorgwekkend. Daar zit een element in van inperken van de publieke omroep. De regelgeving
Foto: NPO/ Jan Bos
die nu ontstaat rond innovaties en nieuwe diensten maakt het moeilijk om vernieuwingen van de grond te krijgen. In het huidige klimaat was Uitzending Gemist niet zo gauw zo’n succes geworden. Jammer, want daar heeft de burger niets aan. De brief van minister Van Bijsterveldt doet de deuren niet volledig dicht, maar het lastiger om nieuwe deuren open te krijgen.’
Programmagegevens Hagoort is niet blij met het besluit van het kabinet dat de programmagegevens moeten vrijkomen voor een bedrag van 1,95 cent per gids. ‘Dit zijn auteursrechtelijk beschermde gegevens, waarover al jaren wordt gestreden. Het was NMa-zaak nummer 1, en misschien wordt het ook wel de laatste. Ik kan mij niet goed voorstellen dat de overheid kan bepalen tegen welke prijs wij dit moeten vrijgeven. Ik kan mij evenmin voorstellen dat de commerciële omroepen zich dit soort prijzen laten dicteren. Bovendien vraag ik mij af of commerciële zenders, gezien hun eigen relatie met uitgevers, er belang bij hebben om die gegevens aan de Telegraaf Media Groep te geven. Volgens mij is de Telegraaf weekgids nog ver weg, en voor de burger maakt het niet uit, want de gegevens staan al elke dag in de krant.
6
NOS en RTL over nieuwe digitale strategie
Traditionele en digitale media bijten elkaar in het algemeen niet De opkomst van nieuwe media zorgt voor behoorlijke veranderingen en dilemma’s in het omroeplandschap. Ontwikkelingen en trends buitelen over elkaar heen en hierop inspelen is nog duur. Ook de rol van de televisiekijker verandert door de digitale ontwikkelingen. Hoewel de meeste mensen nog steeds ‘lineair’ televisiekijken, groeit de populariteit van ‘on demand’ aangeboden content, zoals Uitzending Gemist. Betekent dit dat de traditionele manier van televisiekijken z’n beste tijd heeft gehad? Lara Ankersmit (hoofd Nieuwe Media NOS) en Arno Otto (Managing Director Digital Media RTL Nederland) lichten de digitale strategieën van NOS en RTL toe.
D
e NOS vervult een voortrekkersrol op het gebied van digitale ontwikkelingen binnen de Nederlandse media. Deels is dit te danken aan overheidssubsidie, waardoor er geëxperimenteerd kan worden zonder dat dit financieel direct iets oplevert. Overigens profiteren commerciële omroepen hier ook van, want de geslaagde concepten die de NOS-experimenten opleveren, mogen door andere partijen worden overgenomen. ‘Mobiel’ is volgens Lara Ankersmit het sleutelwoord voor de toekomst. ‘Het mediaconsumptiegedrag van mensen is de laatste jaren sterk veranderd. Steeds meer gebruikers
willen nieuws zien op het moment dat het hen uitkomt en daar moeten we op inspelen. En er wordt vaker op een klein scherm, zoals een iPhone of een tablet, tv-gekeken.’ Om in die behoefte te voorzien ontwikkelde de NOS de afgelopen jaren applicaties van het Journaal, het Jeugdjournaal en Teletekst, al gaf de omroep vorig jaar al aan te zullen stoppen met het ontwikkelen van native apps. De reden? De kosten zijn vrij hoog en de NOS vond geld vragen niet bij het beleid van de publieke omroepen passen. Ankersmit geeft aan dat de NOS mobiel internet verkiest boven native apps: ‘Je beperkt je met
applicaties want elk platform stelt weer eigen eisen.’ Om dit te omzeilen werd de mobiele site m.nos.nl onder Ankersmits leiding in 2011 dan ook grondig vernieuwd en geoptimaliseerd voor tekst, audio en video. De eerste mobiele NOS-website, die in 2008 werd opgezet als portal voor het nieuws van de NOS was de afgelopen jaren qua populariteit ruimschoots ingehaald door applicaties die de omroep zelf op de markt bracht, zoals de Teletekst-app.
Snel en efficiënt ‘Het gebruik van smartphones en tablets neemt snel toe, dus we hebben gekozen voor een mobiele website die voor iedereen beschikbaar is en op elk toestel werkt. Met deze site kunnen we het nieuwsaanbod snel en efficiënt aan mobiele gebruikers aanbieden’, legt Ankersmit uit. ‘De site is gebaseerd op HTML en hiermee bedienen we alle mobiele apparaten met een internetverbinding, zonder dat we voor elk platform een aparte app hoeven Lara Ankersmit
Foto: NOS
te maken. Dat bespaart niet alleen veel tijd, het is ook een stuk goedkoper. Het aanbod is nu live én on demand te gebruiken en de kwaliteit van het beeld- en videomateriaal is verbeterd.’ Hoewel er dus geen aparte applicaties meer voor de diverse mobiele media ontworpen hoeven te worden, moet er wel steeds getest worden of alle functionaliteiten werken op nieuwe smartphones en tablets die op de markt verschijnen. Er is bij de nieuwe site ook gedacht aan eigenaars van toestellen met een touchscreen. Het formaat van
de knoppen is niet te klein en er is ook voldoende ruimte tussen klikbare links. Verder staan er veel videoen audiofragmenten op m.nos.nl die voorheen alleen op de desktopversie van de site te vinden waren. Er wordt nog gewerkt aan meer mogelijkheden voor gebruikers om nieuws en achtergrondinformatie te delen met hun sociale netwerken.
‘Light’ versie De voorpagina van de vernieuwde site is onderverdeeld in vier subcategorieën: nieuws, sport, voetbal en wielrennen. Deze kunnen apart gebookmarkt worden en zijn dus heel snel te bereiken. Ook kan het laatste Journaal teruggekeken worden en zijn de livekanalen Journaal 24 en Politiek 24 beschikbaar. Er is tevens een ‘light’ versie van Nieuwsuur.nl gerealiseerd. Deze site geeft onder meer informatie over de onderwerpen die in de volgende uitzending aan bod zullen komen. Op de meest gangbare toestellen is het tevens mogelijk om de live-uitzending van Nieuwsuur om 22.00 uur te bekijken. Onderwerpen (met uitzondering van het sportblok, in verband met rechten) van de vorige avond kunnen ‘s ochtends als afzonderlijke items opnieuw bekeken worden. ‘Daarnaast zijn we van plan de site aan te vullen met themasites over actuele sportevenementen, zoals de Olympische Spelen of de Tour de France. In het laatste geval moet je bijvoorbeeld denken aan extra informatie over de renners of over de exacte locatie van de deelnemers. Het is de bedoeling dat m.nos.nl nog uitgebreid wordt met een mobiele site met alleen video’, licht Ankersmit toe.
Gissen Krantenuitgevers mogen videomateriaal van de publieke omroepen overigens gebruiken voor hun eigen sites en apps, maar met dit aanbod wordt tot nu toe weinig gedaan. Voor Ankersmit is het gissen naar een mogelijke reden: ‘Misschien zijn uitgevers nog te onbekend met het medium en heeft dit tijd nodig.’ Klein minpuntje is wel dat m.nos. nl niet in de App Store te vinden is. Ankersmit: ‘Er mogen geen links
7
naar mobiele sites in de App Store, tenminste nu nog niet, waardoor we wat lastiger te vinden zijn, maar we proberen de site via andere kanalen Arno Otto
toetsenbord vinden. ‘En dat is allemaal waar, maar gebruikers vergeten dat de iPad ook een televisie voor op schoot is. Eén apparaat kan tegenwoordig voor verschillende dingen tegelijk worden gebruikt. Ik denk ook dat we het begrip ‘televisie’ moeten herdefiniëren. Het is veel meer dan alleen het scherm in de huiskamer, dat is een achterhaald idee. Het is tijd voor een scheiding tussen enerzijds het apparaat dat vast in de huiskamer staat en de audiovisuele content die het afspeelt anderzijds.’
Foto: RTL
zoveel mogelijk te promoten.’ De lancering van de nieuwe mobiele website betekent overigens niet dat de bestaande NOS-apps niet meer geüpdatet worden. Op de hoofdpagina m.nos.nl zijn dan ook koppelingen verwerkt naar de applicaties van het NOS Journaal, het NOS Jeugdjournaal en Teletekst, die wel in de App Store te vinden zijn.
Koepel Arno Otto, Managing Director Digital Media bij RTL Nederland, tevens verantwoordelijk voor IT en Distributie, vindt het onderscheid tussen applicaties en mobiele websites wat kunstmatig. ‘Internet werd in het begin als een medium beschouwd, maar het besef begint door te dringen dat het eigenlijk een techniek is. Mobiel is dus niet het nieuwe internet, maar maakt alleen een variabele locatie van internetgebruik, het internetprotocol, ook wel IP genoemd, mogelijk.’ In Otto’s visie is er geen scheiding meer tussen content en apparaat, tussen ‘gewoon’ televisiekijken en een programma kijken op de pc, laptop of tablet want online is even belangrijk geworden als televisie. ‘Eerst hadden we alleen een vast scherm in de huiskamer en daar komen nu kleine en middelgrote mobiele schermen bij, zoals smartphones en tablets, maar het tv-aanbod van een zender blijft de basis.’ En dat brengt hem meteen bij de digitale strategie van RTL, die volgens Otto eenvoudig kan worden samengevat: ‘We hebben ons volledige aanbod bijeengebracht onder één naam, op een centraal platform, om de audiovisuele content van RTL makkelijk vindbaar te maken en zo de consument te bereiken en vast te houden.’
RTL XL Dat centrale platform heet RTL XL, niet te verwarren met RTL Gemist. Otto: ‘RTL XL is de koepel waaronder alle digitale videoactiviteiten vallen, dus ook RTL Gemist. Naast programma’s die al uitgezonden zijn op de zender, zijn er ook series en films te vinden. Sommige content is zelfs exclusief voor de site en er worden previews van series aangeboden.’
‘Sociale hartslag’ Het mag dan nog een relatief kostbare aangelegenheid zijn om de videocontent van RTL beschikbaar te maken voor alle afzonderlijke apparaten en (mobiele) platforms, toch meent Otto dat het momenteel de enige manier is om programma’s voor een zo breed mogelijk publiek beschikbaar te stellen. Ook is hij niet bang dat de opkomst van nieuwe media ten koste zal gaan van het lineaire tv-kijken. ‘Hoewel het aantal RTL-kijkers dat via XL on demand video consumeert het afgelopen jaar met 62 procent is gestegen, zien we dat de groep mensen die een programma bekijkt op het moment dat het wordt uitgezonden blijft stijgen. Beide vormen gaan dus prima samen’, verduidelijkt hij. En hoewel er soms beweerd wordt dat video on demand het reguliere aanbod via televisiekanalen overbodig zal maken, gelooft Otto hier niet in. ‘Een serie zal toch eerst op tv uitgezonden moeten worden, wil deze bij een brede groep mensen bekend worden. Zonder zender weet niemand dat een programma bestaat, dus programma’s moeten eerst populair gemaakt worden door ze op televisie te brengen. Kortom: zonder free to air zou on demand niet zijn wat het is.’ Het vaste scherm blijft dus gewoon in de huiskamer staan, voorspelt Otto. Steeds meer mensen gebruiken mobiele telefoons en tablets, maar vooralsnog voornamelijk als aanvulling op de vaste tv-aansluiting. Otto merkt op dat sommige mensen de iPad nog steeds als een grote smartphone zien, terwijl anderen de tablet een laptop zonder
Voor het laatste X Factor-seizoen ontwikkelde RTL de zogenaamde heartbeat.xfactor, een applicatie (niet te verwarren met een app in de Appstore) op de site, waarmee kijkers via PC, laptop, mobiel of tablet konden zien hoe hoog de hartslag van de kandidaten was. Otto: ‘Dus terwijl mensen vanaf de bank naar X Factor keken op televisie, zagen ze tegelijkertijd op hun tablet of smartphone of en zo ja hoe erg de spanning bij de deelnemers opliep. Op deze manier zit je dus nog dichter op de kandidaten dan voorheen, met een vorm van extra content.’ Ook bracht de applicatie de ‘sociale hartslag’ in beeld. Zo werd het aantal tweets per minuut bijvoorbeeld weergegeven en konden kijkers ervoor kiezen alleen de tweets van mannen of vrouwen te bekijken of positieve dan wel negatieve berichten eruit te filteren. ‘Op deze manier maak je livetelevisie intenser en betrek je de kijker meer bij je programma’s’, licht Otto toe. En dat wil de kijker blijkbaar ook, want heartbeat.xfactor werd een succes. Tijdens de tweede liveshow van het programma gebruikten ruim 41.000 unieke bezoekers tegelijkertijd de webapp.
Eigen hand De ontwikkeling van digitale producten en diensten voor de bestaande merken wordt door RTL zoveel mogelijk in eigen hand gehouden en daarnaast probeert de zender het digitale bereik uit te breiden door de aankoop van bestaande diensten, zoals Buienradar eerder dit jaar. En hoewel digitaal succes
niet altijd te voorspellen is, is het welslagen van Buienradar volgens Otto heel goed te verklaren. ‘Mensen praten over drie onderwerpen bij de koffieautomaat, het offline equivalent van sociale media: het weer, het nieuws en wat er de vorige avond op tv was. En onder Nederlanders is het weer gespreksonderwerp nummer één.’ De cijfers bevestigen Otto’s redenering en met de uitbreiding van het digitale bereik van RTL zit het dan ook wel goed: de site trekt rond de 5 miljoen unieke bezoekers per maand en op piekmomenten, meestal als het slecht weer is, loopt het aantal pageviews soms op tot dertig miljoen per dag. De overname van Buienradar vergrootte het digitale bereik van RTL met vijftig procent en verbreedt de inkomstenbasis behoorlijk. Het omroepbedrijf zegt door de aankoop één van de vijf grootste digitale spelers van Nederland te zijn en inmiddels is Buienradar ook als mobiele site en als applicatie gelanceerd.
Internetprotocol Veel aanbieders twijfelen nog of ze digitale content ‘gratis’ of tegen betaling moeten aanbieden, maar Otto ziet dit probleem niet zo. ‘We draaien al langere tijd winst met onze digitale activiteiten. Vergeet niet dat tv-kijken nooit gratis is geweest, programma’s worden voor een groot deel betaald uit opbrengsten van commercials en een consument betaalt maandelijks voor zijn abonnement bij de kabelmaatschappij. Hetzelfde geldt voor het digitale aanbod en als mensen geen reclame willen zien, dan kunnen ze dit in toenemende mate afkopen door een kleine betaling te doen voor een advertentievrij product.’ Bij RTL XL leveren de zogeheten pre-rolls (reclamespots die worden vertoond voorafgaand aan het opgevraagde beeldmateriaal) momenteel nog het meest op. Daarnaast denkt Otto dat sponsoring en ‘branded content’ (het integreren van een merk in een medium dat de consument zelf kiest) steeds belangrijker worden als het om het verwerven van inkomsten gaat. De grootste omzetgroei verwacht hij uit betaalde contentdiensten. Op het moment is het nog niet mogelijk om alle zenders via internet te streamen. Otto verwacht dat het een kwestie van tijd is voor dit wel kan: ‘Uiteindelijk is het een kwestie van tijd en investeringen in de infrastructuur voordat het totale audiovisuele aanbod via het internetprotocol gaat.’
8
Michel Veul van SNS Securities:
‘Sanoma betaalde hoge SBS-premie vanwege schaarste’ Analist Michel Veul van SNS Securities kent de mediamarkt op zijn duimpje. Hij liet boeiende rapporten verschijnen over de waardering van SBS en kwam voor Veronica Uitgeverij op een waardering van 160 tot 200 miljoen euro en voor SBS Broadcasting op 750 miljoen tot 1 miljard. In deze optiek heeft Sanoma met 1,2 miljard euro dus het maximum betaald.
H
et waren rapporten over Telegraaf Media Groep (TMG) op 8 april, toen Veul nog verwachtte dat Telegraaf met John de Mol zou bieden en 15 april, toen hij niet zonder instemming vaststelde dat TMG zich wellicht zou terugtrekken. Immers, het risico op waardevernietiging zou aanzienlijk zijn volgens Veul.
Nederlandse private equity was deze hap te groot, voor buitenlandse private equity geen mogelijkheid om hoge opwaarderingen te bereiken met grensoverschrijdende synergie, dus was SBS al snel aangewezen op mediaconcerns in Nederland actief. Print was het meest aangewezen, gezien de advertentieomzet-dalingen die je met televisie op
maar dat sluit beter aan dan bij de doelgroepen van de Volkskrant, Trouw en Parool van de Persgroep. Vooral de netprofilering van Net5 gericht op vrouwen sluit goed aan bij de vrouwentitels van Sanoma.’
Hoge marges SBS kan het marktaandeel, gedaald tot minder dan 20 procent, vergro-
de omroepbedrijven zitten qua slots vrijwel aan hun maximum, dus moeten ze het steeds meer hebben van prijsverhogingen, gedreven door marktaandelen. Nu moet de publieke omroep bezuinigen en dat kan voor SBS en RTL wellicht marktaandeel opleveren.’ Sanoma heeft in uw optiek te veel betaald? ‘Ja, puur financieel gezien op dit moment wel. Echter, als je per se wilt gaan meedoen in de tvmarkt in de vorm van eigen zenders, dan was nu het moment, want RTL Nederland komt niet beschikbaar. Dus het was nu of nooit. Dat zie je terug in de prijs, want Sanoma betaalt voor die schaarste. Sanoma gelooft ook erg in het multimediale model, maar het zal me benieuwen of Sanoma het terugverdient.’
Crossmedia Je kunt toch ook aan combinatie print-tv merken gaan denken, ook gesponsord? ‘Inderdaad, op dat vlak is er veel te halen. Maar de vraag is
Rehab Party, uitgezonden door campingzender SBS Foto: SBS
Hij verwachtte zelfs een verwatering voor TMG-aandeelhouders van bijna 30 procent als het concern in zijn eentje 1 miljard euro zou neertellen voor SBS Nederland; met 800 miljoen aan leningen en 200 miljoen uit een emissie. Sanoma is volgens Veul de meest logische koper onder het (geringe) aantal gegadigden: ‘Voor
een stabiele manier kunt aanvullen. Ze kopen omzetgroei en margeverbetering voor de komende tijd. Veel minder zeker is de mogelijkheid tot synergie met multimediale concepten.’ Sluit Sanoma qua doelgroep wel aan op SBS? Veul: ‘Ja, redelijk, hoewel de doelgroep van SBS toch een beetje bekend staat als campingpubliek
ten, denkt Veul. ‘De marges in tvexploitatie zijn erg hoog, vooral bij SBS waar aanzienlijk op de kosten bespaard is. Maar marktaandelen kunnen erg fluctueren en programmakosten zijn hoog met onzekere opbrengsten. Bij RTL groeiden de winstmarges de laatste jaren van 11 naar 24 procent. De vraag is dan: waar bevind je je in de cyclus? En
nog: wat levert het je op? Op TV kun je qua promotie veel doen met Libelle en de Libelle-dagen, ook met adverteerders. Crossmediaal en qua branding kun je het enorm versterken. Voetbal International vormt een heel goed voorbeeld met RTL5programma’s. Sterk multimediaal en merkversterkend, maar hoeveel bladen worden er meer door verkocht? In klinkende munt omzetten is een stuk weerbarstiger. The Voice of Holland was een goed voorbeeld van de manier waarop het meer geld oplevert, in sms, in print en op TV. Dat heeft het erg goed gedaan. De vrouwenmerken van Sanoma bieden kansen op kruisverbanden, ook Nusport en meer titels. Maar je kunt zeer bediscussiëren tegen welke investeringen je wel meeropbrengsten boekt. In theorie klinkt het heel aardig, maar het realiseren is lastig. Het gaat puur om de uitvoering.’
Peter Olsthoorn
9
Eerste kwartaal 2011 ‘koopvacuüm’ De opmars van digitale televisie is ook het eerste kwartaal van dit jaar gestaag doorgegaan. Ruim driekwart van de huishoudens heeft nu een digitale tv-aansluiting. De consumentenelektronicamarkt is de eerste maanden van 2011 onder druk komen te staan. GfK Retail and Technology spreekt van een ‘koopvacuüm’, consumenten zijn afwachtend. Maar dat geldt niet voor smartphones, tablets en connected tv.
D
it beeld komt duidelijk naar voren uit de cijfers van GfK Retail and Technology. Het aantal digitale televisie aansluitingen is gestegen van 73 procent aan het einde van 2010 tot 78 procent per 31 maart 2011. De consumentenelektronicamarkt staat duidelijk onder druk door aanhoudende zorgen over de Europese schuldencrisis en onzekerheid over de gevolgen daarvan voor de economie. Hierdoor daalde het vertrouwen van de consumenten en waren zij somberder over de economische toekomst. Ontwikkelingen in Japan, het Midden-Oosten en de stijgende olieprijzen hebben een negatieve invloed. Consumenten stellen aankopen uit, tot er meer duidelijkheid is over de economische ontwikkelingen. GfK Retail and Technology verwacht dat dit jaar 1,8 miljoen nieuwe televisietoestellen worden verkocht in Nederland. Dat is minder dan aanvankelijk was voorspeld, maar nog altijd een fors volume.
Connected tv Uitzonderingen op de regel zijn er altijd, dus ook nu. Apparaten die een meerwaarde hebben voor de consument, of die als een ‘must have’ worden ervaren, lopen wel goed. Met als uitschieter de tablets. De acceptatie hiervan door het publiek is ongekend. Naar verwachting zullen eind dit jaar in Nederland sinds introductie ongeveer een miljoen tablets over de toonbank zijn gegaan. Deze nieuwe productgroep, die sinds de introductie van de iPad in juli vorig jaar van de grond is gekomen, vertoont de steilste groeicurve tot nu toe, en het eind is nog niet in zicht. Andere uitzondering is connected tv, televisietoestellen die een internetaansluiting hebben. Web-tv’s hebben voor de consument blijkbaar voldoende toegevoegde waarde. GfK retail and Technology schat dat eind 2013 60 procent van de huishoudens beschikt over een connected tv. Of ze ook werkelijk de internetmogelijkheden daarvan benutten, is een andere vraag. De snelle verspreiding van tablets en
connected tv-toestellen sluit aan bij onderzoek naar de tijdsbesteding van de consument. We zijn met z’n allen meer en meer aan het multitasken. Van de tijd de we aan mediagebruik besteden, zijn we een kleine 20 procent multitaskend bezig. Bijvoorbeeld internetten terwijl je tegelijkertijd televisie kijkt. Tablets en connected tv’s bieden daarvoor een uitstekende combinatie.
Groter Digitale televisie heeft de afgelopen jaren ontegenzeggelijk een grote vlucht genomen. Dat geldt ook voor
de ontwikkeling en het aanbod van HD-content. Vervanging van ‘oude’ toestellen is een belangrijke driver achter dit proces. Iedereen heeft inmiddels wel een HD(-ready) tv in huis en kan dus de kwalitatief betere HD-content (in vergelijking met SD) bekijken. Innovaties als connected tv en 3D tv zullen de consument over de streep moeten trekken om een nieuwe ronde van vervangingsaankopen te doen. In 2010 zet de toename in de verkoop van televisies met beeldmaten groter dan 31-32 inch door: 41 procent van de toestellen is inmiddels groter. Met
name de beeldmaten 43-49 inch en 50 inch en groter doen het bijzonder goed. Enerzijds komt deze ontwikkeling voort uit het feit dat er nauwelijks meer een rand om het toestel waar te nemen is (borderless). Bovendien worden televisies nog altijd platter, zeker door de ontwikkeling van LED tv’s. Anderzijds is de consument eraan gewend geraakt dat schermen groter zijn geworden. De steeds hogere beeldkwaliteit zorgt ervoor dat de kijkafstand in de huiskamer relatief steeds kleiner kan zijn. De verwachting voor 2011 is dat deze trend zich voortzet. Nieuwe technologische toepassingen zoals Skype (internet bellen), web tv en het gelijktijdig gebruik van sociale media zijn hier debet aan. Een split screen, waarmee je zowel TV kunt kijken als kunt twitteren is dan erg handig. Een groot scherm zodat alles leesbaar blijft is in zo’n geval heel wenselijk.
Bezuinigingen publieke omroep ook probleem facilitaire industrie De bezuinigingen die het kabinet de publieke omroep oplegt, treffen niet alleen de omroepbedrijven. Ook de facilitaire industrie zal er gevolgen van ondervinden. Bart-Jan van Genderen, topman van CMI, pleit voor een nieuwe manier van werken in Hilversum.
‘H
et is moeilijk in te schatten wat de gevolgen van de bezuinigingen bij de publieke omroepen zullen zijn’, stelt Van Genderen voorop. ‘Wij willen onze eigen koers varen, maar het is op het moment lastig manoeuvreren. Vast staat wel, dat ook de facilitaire bedrijven er flink last van zullen krijgen, daar is geen ontkomen aan. Zowel de publiek omroepen als de facilitaire bedrijven hebben een probleem en ik denk dat we het alleen samen kunnen oplossen. Wij hebben de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in technologie die het voor omroepen mogelijk maakt om goedkoper te produceren en we willen als gesprekspartner van de omroepen graag meedenken.’ Van Genderen ziet mogelijkheden om de gevolgen van de bezuinigingen te verzachten. ‘Dan moeten we naar een andere, efficiëntere werkwijze die optimaal gebruik maakt van de
beschikbare faciliteiten. Nu is er de eerste dagen van de week doorgaans minder productie. Dat kan anders, als we dat samen met de omroepen beter inplannen, waardoor het ook iets goedkoper kan. Soms betekent dat ook en tandje minder. Heb je altijd een geluidsman nodig bijvoorbeeld? Kun je het met een camera minder doen? Ik ben ervan overtuigd dat we op deze manier het noodzakelijke resultaat kunnen bereiken, met minder pijn.’
wat je voor een bepaalde productie echt nodig hebt. En daar willen we ze graag bij helpen.’ Voor de toekomst van CMI is Van Genderen, ondanks de bezuinigingen bij de publieke omroepen, niet bang. ‘Daar maak ik mij vooralsnog geen zorgen over. Er komt uiteindelijk een nieuwe verbreding in de markt. Er komen allerlei nichemarkten bij, doordat de mediaconsumptie van
Nichemarkten Zullen de omroepen niet gewoon aandringen op lagere prijzen? Van Genderen: ‘De facilitaire industrie staat al een tijd onder forse druk. Vaak is de bodemprijs al bereikt en is er echt geen ruimte om nog verder te zakken. De enige manier om de kosten voor de omroepen te verminderen is efficiënter en innoverend werken en scherper te kijken naar
het publiek verandert. Rechthebbenden van content zullen die te gelde willen maken. Er komen specialistische kanalen bij, of het nou gaat om sport, cultuur of wat dan ook. Wij kunnen de rechthebbenden daarbij faciliteren. Wij kunnen hun rechten beheren, distribueren en exploiteren. Die markt gaat ons inziens snel groeien.’
10
AA Media Group integreert complexe ITinfrastructuren met dagelijkse workflow Heel simpel gezegd zorgt de AA Media Group ervoor dat mediabedrijven hun IT-infrastructuur en hun workflow kunnen integreren en koppelen, aldus medeoprichter Peter van Overbeeke.
‘I
n de projecten leggen we een heldere relatie tussen bedrijfsdoelstellingen, organisatie en functionele wensen’, zegt Van overbeeke.’Pas daarna bekijken we de impact op de technische infrastructuur. Hierdoor hebben we diverse projecten vlotgetrokken.’ AA Media Group heeft ruime ervaring op het complexe snijvlak van innovatieve IT-technologie en de specifieke problemen van werkprocessen in de mediabranche en daar buiten. ‘Wij zijn een organisatie met ervaren en internationaal acterende managers uit de media en IT wereld’, vertelt Van Overbeeke. ‘Sinds 2007 doen wij dit op zelfstandige basis en implementeren wij oplossingen met gevolgen voor de operatie, de werkprocessen en de infrastructuur. Wij hebben
opdrachten in binnen- en buitenland uitgevoerd voor onder andere SONY en TechniColor, en hebben ook gewerkt bij Omroep Gelderland, Omrop Fryslân, WDR, de Tweede Kamer en Thales. Dit varieerde van volledige MAM (Media Asset Management) en opslag implementaties tot en met de complete inrichting van uitzendstraten en nieuwsregies.’
mediabranche. We kunnen daardoor de projecten gedegen aanpakken en succesvol afronden, met zo min mogelijk risico’s voor de opdrachtgever. Wij hebben bijvoorbeeld bij Omroep Gelderland een MAM-systeem opgeleverd gericht op de nieuwsproductie. De hele productie van bijvoorbeeld verslaggevers kan in een centraal systeem worden gezet, van waaruit het kan worden toegesneden en uitgespeeld op verschillende platforms. Bij Omrop Fryslân ging het meer om een archivering. Vanuit een relatief klein budget is toch grote functionaliteit te realiseren.’
Functioneel
Praktisch
De expertise van AA Media Group ligt in projecten waar een complexe omgeving met veel uiteenlopende belangen, historisch gegroeide processen en IT-oplossingen, die allemaal op elkaar afgestemd moeten worden. ‘Wij bieden merk-onafhankelijke systeemintegratie in combinatie met kennis van de
Voor de nabije toekomst is het devies van AA Media Group tweeledig. ‘We willen bredere bekendheid in de markt krijgen, maar het is ook: schoenmaker houd je bij je leest’, zegt Van Overbeeke. ‘Het implementeren van complexe media infrastructuren is meer dan systeem integratie. Het vereist een goede
communicatie met alle geledingen bij onze opdrachtgevers. Wij zien projecten om die reden ook nooit zwart-wit, maar zoeken steeds naar alle mogelijke oplossingen om obstakels alsnog te doen verdwijnen. Als ervaringsdeskundigen zijn wij ervan overtuigd dat we diverse partijen kunnen helpen te voorkomen in bepaalde valkuilen te trappen. Daarnaast moet je niet vergeten dat elk van onze projectmanagers minimaal 15 jaar ervaring heeft. Wij blijven de partij die ervoor zorgt dat de opdrachtgever het juiste systeem krijgt, waarbij we terdege rekening houden met het dagelijkse werk. Vanuit het projectmanagement willen we ons wel verder ontwikkelen in de consultancy. Maar de basis nemen we daarin altijd mee. Wij zijn gewoon een heel pragmatische club en blijven niet in de theorie hangen.’ AA Media Group is aanwezig op het Innovatieplein en houdt één van de korte pitches tijdens het programma
Beeld en Geluid: RetroQuizShow en Waisda?
T
raditiegetrouw levert het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid, één van de initiatiefnemers van het Mediapark Jaarcongres, ook dit jaar weer een bijdrage aan het programma. Voor de lunchpauze van het plenaire programma presenteert Erik van der Hoff de RetroQuizShow, een spelshow waaraan de bezoekers van het jaarcongres zelf mee kunnen doen. De RetroQuizShow doet de grote zaterdagavond spelshows herleven en neemt de deelnemers mee langs 60 jaar winnen en verliezen. Bezoekers van de Beeld en Geluid experience kunnen t/m 30 oktober 2011 dagelijks deelnemen aan de interactieve RetroQuizShow met Erik van der Hoff als virtuele quizmaster. Op het Innovatieplein van het Mediapark Jaarcongres zal de Research and Development afdeling van Beeld en Geluid een demonstratie geven van het spel
Waisda? Dit gebeurt in samenwerking met het NCRV-programma Man bijt Hond. Waisda? is een annotatiespel voor video waarbij de speler gevraagd wordt om trefwoorden aan videomateriaal toe te voegen, om daarmee de doorzoekbaarheid van audiovisuele archieven te vergroten. Daarnaast worden er demonstraties geven van internetarchivering en beelden spraakherkenning.
Erik van der Hoff laat oude tijden herleven Foto: Beeld en Geluid
11
Media Partners
Oliemolenkwartier
12
Initiatiefnemers
MEDIAacademie
hèt opleidingsinstituut voor radio, televisie en crossmedia
MEDIAacademie MEDIAPARK JAARCONGRES IS MEDE GEFINANCIERD MET STEUN VAN HET EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING VAN DE EUROPESE COMMISSIE
hèt opleidingsinstituut voor radio, televisie en crossmedia
Hoofdsponsors
media park Partners
NL buzz.