Trends en ontwikkelingen in crossmedia, 2010-2011

Page 1

IMMOVATOR TRENDS EN ONTWIKKELINGEN IN CROSSMEDIA EDITIE 2010-2011

iMMovator Cross Media Expertisecentrum is mede geďŹ nancierd met steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling van de Europese Commissie.


02

iMMovator Cross Media Network


Inhoudsopgave Trends en ontwikkelingen in crossmedia

Voorwoord .................................................................................................................................................... 05 Door Ton van Mil

Hoofdstuk 1. 10 jaar crossmedia................................................................................................. 07 Zomercafé tienjarig jubileum iMMovator

Hoofdstuk 2. De kracht van muziekcommunities ........................................................... 15 Cross Media Café over muziek, tijdens Eurosonic Noorderslag Conferentie

Hoofdstuk 3. Van medium tot winkel ......................................................................................... 27 Cross Media Café over webshops

Hoofdstuk 4. Van lokaal naar hyperlokaal ........................................................................ 39 Cross Media Café over hyperlokale mediadiensten

Hoofdstuk 5. Tv wordt weer sociaal ....................................................................................... 53 Cross Media Café over Social TV

Hoofdstuk 6. MPJC2010: Oog voor het scherm ................................................................ 65 Mediapark Jaarcongres

Hoofdstuk 7. Dutch Media Hub ......................................................................................................... 81 A Digital Gateway to Europe

Hoofdstuk 8. BreedNet ......................................................................................................................... 87 MKB in Noord-Holland Noord met BreedNet klaar voor de toekomst

Hoofdstuk 9. De Nederlandse audiomarkt, radio voorbij? ..................................... 91 Cross Media Café over Radio

Hoofdstuk 10. Game in the City ...................................................................................................... 103 Cross Media Café over gaming

Hoofdstuk 11. 3D .......................................................................................................................................... 111 3DNL platform, 3DLiveLab, 3D Dagen

Hoofdstuk 12. Connected TV ........................................................................................................... 125 Cross Media Café over Connected TV

Hoofdstuk 13. De crossmediasector en innovatie ...................................................... 137 IMMovator-projecten om innovatie in de crossmediasector te stimuleren

Hoofdstuk 14. Beleid en innovatie .............................................................................................. 145 IMMovator-projecten gericht op innovatiebeleid

Hoofdstuk 15. Over iMMovator ..................................................................................................... 153 Netwerkorganisatie, expertisecentrum, projectbureau

Register .......................................................................................................................................................... 163 Colofon ............................................................................................................................................................. 168

Inhoudsopgave

03


04

iMMovator Cross Media Network


Voorwoord 2011: het jaar van de zzp’ers Het is guur buiten. Het lijkt erop dat we weer een echte winter gaan krijgen. Voor sommigen van ons is het al winter, maar dan in het werk. Bij de Publieke Omroep bereidt men zich op de winter voor, bij uitgeverijen van muziek en ook in delen van de printsector loopt de werkgelegenheid nog steeds terug. Toch zit er veel veerkracht in onze sector. Ook via het iMMovator-netwerk hebben al behoorlijk wat mensen een nieuwe baan gevonden en ook zijn er velen die het verlies van hun baan hebben aangegrepen om nu toch voor zichzelf te beginnen. De beroepsgroep zzp’er groeit fors. En dat is opmerkelijk. De groei kan niet worden verklaard als teken van neergang in de economie. Het is een beroepsgroep die groeit in belang en aanzien. Steeds meer wordt de zzp’er gezien als een waardevolle tijdelijke verrijking van de bezetting in bedrijven. Het vertrouwen in de kwaliteit van zzp’ers neemt nog steeds toe. En terecht! De zzp’ers slagen er steeds beter in om continuïteit te organiseren, zowel in kennis als in beschikbaarheid doordat zij zich in netwerken organiseren. Deze netwerken hebben de slagkracht van grotere bedrijven en combineren dat met de flexibiliteit en ondernemerschap van de zelfstandige. Onze eigen sector voorziet voor een belangrijk deel in de benodigde tools voor deze netwerken. Internet, de almaar toenemende bandbreedte en gespecialiseerde facilitaire bedrijfjes maken het mogelijk in een virtuele omgeving te werken. Altijd en overal zijn we in contact met elkaar, is de bereikbaarheid georganiseerd en reist ons kantoor met ons mee in de laptop. Achter een bedrijfsnaam kan één persoon schuilgaan maar ook een netwerk van honderden zelfstandigen. IMMovator heeft zich altijd gericht op het leggen van verbindingen tussen kleine en grote bedrijven waarbij de zzp’er voor ons gewoon een klein bedrijf is. Veel van onze producten en diensten zoals de Cross Media Cafés bieden juist de kleinere zelfstandige eenvoudig toegang tot kennis en business en zijn een platform om jezelf aan vakgenoten voor te stellen. Ook deze uitgave van Trends en ontwikkelingen biedt weer een platform aan ruim 100 ondernemers, groot en klein, die hun visie op onze sector presenteren en hun kennis met ons delen. Het delen van kennis kent geen seizoenen, het is nooit guur en het wordt nooit winter. Geniet van de inhoud en zorg dat je in de volgende editie zelf aan het woord komt. Ook en misschien zelfs wel vooral als je in 2011 de stap naar het ondernemerschap zet! Ton van Mil, directeur iMMovator

Voorwoord

05


06

iMMovator Cross Media Network


1. 10 jaar crossmedia ZomercafĂŠ tienjarig jubileum iMMovator Cross Media ZomercafĂŠ over tien jaar crossmedia datum: 31 augustus 2010 Locatie: studio 4, Media Park Hilversum Samenvatting en PowerPoint presentaties: http://www.immovator.nl/cross-mediazomercafe 203 inschrijvingen

Hoofdstuk 1. 10 jaar crossmedia

07


1. 10 jaar crossmedia inleiding door Peter Olsthoorn

Het jaar van de iPad en het iMMovator-jubileum Hoe vaak al is het woord van Steve Jobs vlees geworden, ofwel: de hem vooruitgesnelde PR een soort zelfvervullende voorspelling? Apple maakte 2010 tot het Jaar van de iPad. Of werd het dankzij Samsung en andere concurrenten nog net het ‘Jaar van de Tablet’? Dit boekwerk biedt een kloek overzicht van het mediajaar, en we beginnen met veel cijfers. Op 23 juli om 8.00 uur mocht de iPad over Nederlandse toonbanken gaan, maar de voorlopers hadden het ding al uit de VS weten te (laten) halen. Al snel werd de tablet bestempeld als de reddende engel van de papieren media, kranten en tijdschriften, als de crossmedia-opener van tv en radio en als letterlijke killer (Wired) van het web. In 2010 zijn er dertien miljoen verkocht, in 2011 worden er volgens voorspellers 55 miljoen van afgezet. Goede tweede Galaxy Tab van Samsung ging mondiaal ruim een miljoen keer over de toonbank in 2010. In Nederland zijn er ruim 200.000 verkocht in 2010 en waarschijnlijk tegen de 250.000 in omloop. Wie veel in mediakringen verkeert, denkt dat vrijwel iedereen een iPad heeft. Maar het is een fractie van de miljarden met een internet-pc en/of mobieltje. En het duurt volgens marktvorsers nog tot eind 2012 alvorens een kleine 15% van de Nederlandse huishoudens van een tablet is voorzien. Een leuke vergelijking: GfK bracht tijdens één van de iMMovator-sessies naar buiten dat er, ook eind 2012, al 60% van de tv’s een aansluiting voor internet zou hebben. Is de internet-tv een concurrent van de tablet of is de combinatie straks juist ideaal? Bert Wagendorp, die voor de iPad app-lancering van De Volkskrant op 20 december 2010 – met maar liefst drie extra pagina’s voorafgaand aan de ‘gewone’ krant – gevraagd werd er een column over te schrijven: “Weet je wat voor ding dat was, die iPad? Een soort Fred Flintstone-kleitablet. Echt waar. Kostte 499 euro. Be-lache-lijk... Dus dan drukte je op een knopje en dan kwam De Volkskrant binnenrollen. Belachelijk traag, dat duurde zo vijf seconden. Gewoon de papieren krant, maar dan op je schermpje.”

Talloze vragen Relativeren is een kunst, en zeker nodig waar het toekomstvoorspellingen betreft. Dat blijkt ook uit de in bovenstaande alinea’s genoemde cijfers. Nog een toevoeging daarop: die 500 euro is nog de goedkope versie, want de prijzen voor de iPad lopen op tot 800 euro en dat maakt de ‘bankcomputer’ duurder dan menige televisie. En de tv gaat zo’n zeven jaar mee, een iPad niet. Anderzijds zeggen verstokte gebruikers dat ze al gauw een uurtje of vijf per dag zoet zijn met het ding en dat is meer dan de gemiddeld ruim drie uur per dag waarin de Nederlander de tv heeft aanstaan. Of hij ook bewust kijkt, is nog de vraag.

08

iMMovator Cross Media Network

En wat de internet-tv en de iPad betreft is juist de samenloop van de opkomst leuk. Want hoe gaan we die beide schermen als ‘couch potatoes’ combineren? Gaan we de programmagids via de tablet of direct via het tv-scherm bedienen? En op welk scherm toveren we bijkomende informatie bij een tv-programma? Kijken we twee schermen tegelijk, bijvoorbeeld YouTube-filmpjes tegelijk met een saaie voetbalwedstrijd? En hoe zit het straks met uitgesteld kijken (‘on-demand’) en de wens om te kunnen twitteren gedurende programma’s, wat een stuk spannender is als je gelijktijdig kijkt. En hoe inventief gaan adverteerders straks met beide media om? Kijken kijken, kopen kopen? Kortom, voor iMMovator zelf zijn er ook in 2011 en verder talloze vragen te beantwoorden in de vele bijeenkomsten en studiegroepen. Het tienjarig jubileum in 2010 was een reden om, bescheiden gelukkig, bij de club zelf stil te staan. Wat is iMMovator? Een platform op de eerste plaats. Dat is nog een vage term, maar veel terminologie rondom de kenniseconomie vormt geen harde duiding.

Onvoorzien: ‘apps’ IMMovator richt zich op het vroegtijdig opwerpen van vragen omtrent media-innovatie en wil daar kenners en belanghebbenden over laten debatteren. Historisch besef kan daartoe geen kwaad, met bijvoorbeeld het bekijken van de voorspellingen in het verleden. PricewaterhouseCoopers doet jaarlijks een eerbiedwaardige poging om de mondiale en nationale tendensen te vorsen en openbaar te maken. Uit de kast trekken we (online is die niet meer beschikbaar) Entertainment & Media Outlook towards 2010 – Trends in the Netherlands 2006-2010, geschreven in de tweede helft van 2005. Beginnend met de algemene inleiding van PwC valt op, na aftrek van de serie open deuren als “zet je klant op de eerste plaats” en “stimuleer innovatie”: de “convergentie” als hoofdtendens. Het samenkomen van verschillende soorten content vanuit databanken voor verschillende media. Daartoe was een “open businessmodel” nodig, aldus PwC, om dit samen met klanten, concurrenten en partners tot stand te brengen. Was dit juist? Nee, als we kijken naar de iPhone en iPad die de jaren erna de media-innovatie gingen domineren en met iTunes een door één partij beheerst platform boden. Volmondig ja voor het Android-model van Google: gratis besturing en partners die er gebruik van maken. Maar dat bedoelde PwC eigenlijk niet. Dat had het over gebundelde contentproductie (video/tv, tijdschriften/web, muziek) en die kwam er niet afgelopen jaren, maar dit ideaalmodel komt er wellicht alsnog.


Wel kwamen er app stores en ging het uiteindelijk om apps, een totaal onvoorziene ontwikkeling voor iedereen in de media- en ICT-markt trouwens. De grote vraag is: are they here to stay? Blijven contentmakers de kosten opbrengen om voor ten minste vijf platforms (Apple, Microsoft, Google, Nokia, BlackBerry) applicaties te laten maken? En pikken ze het vervolgens om nog eens tientallen procenten van hun omzet in te leveren bij Apple cum suis?

eenvoudig tv-, muziek- of artikelfragmenten knippen en zelf hercomponeren?

De eerste vraag beantwoordde de NOS negatief: liever uniform ontwikkelen in HTML5 en dan maar wat minder gelikt publiceren. De tweede vraag is een kwestie van de markt en staat haaks op de eerste. Hoe meer sterke platforms, des te hoger de kosten voor de apps, maar de concurrentie zal de transactieafdrachten omlaag brengen. Worden vooral Apple en Android en wellicht nog een derde partij (Nokia/Microsoft/BlackBerryfusie?) sterk, dan kan hun oligopolie hoge transactiekosten van de app stores in stand houden.

Het op pad helpen van jonge bedrijven, de overheden met netwerken ondersteunen, het groeien en synergie uitbuiten, dat is de kracht van iMMovator. Het begon met een ‘starterscentrumpje’ met zes jonge bedrijven, dat inmiddels gegroeid is tot een ‘campus’ van zestig bedrijven die gezamenlijk groei van investeringen en werkgelegenheid brengen. De Cross Media Cafés en het Mediapark Jaarcongres zijn de slagroom op de taart, aldus Jacco Zwerver van iMMovator-participant TCN dat het Media Park kocht en er van een ‘stoffige’ bedoening een centrum met elan van maakte.

Wat neemt de consument? De consument beslist vaak op basis van gemak. Is de krant behalve prettiger leesbaar ook een stuk goedkoper op de tablet dan in de brievenbus, dan zal het papier snel minder relevant worden. Over vijf jaar blijkt dit wellicht een domme voorspelling te zijn: we gaan er voetstoots vanuit dat de eenheid ‘krant’ ook in elektronische vorm een ongeschonden eenheid zal blijven. Beschouwen we de cijfers van PwC, dan begint het verschil tussen afwijking en voorspelling met de onvoorziene economische neergang van 2009 en 2010. De tv-markt zou tussen 2006 en 2010 gemiddeld bijna 7% per jaar groeien, vooral door 30% groei van pay-per-view en video-on-demand met jaarlijks 30% toename, tot ruim 200 miljoen euro per jaar. Maar ook het adverteren zou nog met 4,6% per jaar groeien. En de opkomst van Digitenne als krachtige nieuwkomer was niet voorzien. Ach ja, achteraf, de koe en de kont. En als achteraf meten als zo moeilijk is, hoe kun je dan vooraf goed voorspellen? Wat de inhoud van media betreft deed PwC geen voorspellingen en dat is maar goed ook. Want ondertussen kwamen Facebook en Twitter enorm op en bijvoorbeeld het ‘pingen’, waar vijf jaar geleden MSN nog heer en meester was in online communicatie, en is YouTube heer en meester in online videoconsumptie. Met de aandacht voor sociale media tijdens Noorderslag begin januari 2010 was de planning van iMMovator perfect, want 2011 zou de absolute doorbraak worden voor sociale media bij het grote publiek. Tv-programma’s sloegen massaal aan het Twitteren, Facebook schoot door de 500 miljoen gebruikers (waaronder een kleine drie miljoen in Nederland) en Hyves ging met Telegraaf Media een nieuwe toekomst tegemoet. En wat doen we dan over vijf jaar? Zal dat typisch Nederlandse etiket crossmedia (in het buitenland kennen ze dat begrip nauwelijks!) echt ingang hebben gevonden? Zoals internet de opmars van tien-minuten-maximaal-video en het openbaar uitwisselen van korte boodschappen bracht, zal de tablet weer nieuwe formats brengen. Want waarom moet je de boodschap tot 140 tekens beperken? En hoe kan het publiek straks zelf heel

Eén zekerheid kennen we: de menselijke creativiteit gaat ons nog zoveel moois bezorgen, gelukkig is dat niet te voorspellen.

JUBILEREND IMMOVATO R

Hobbels overwonnen iMMovator acteert mondiaal met Dutch Media Hub en stuurt de regionale vernieuwing voor aanbod van glasvezel in BreedNet, aldus Ton van Mil. Zo heeft BreedNet met zo’n 3,5 miljoen euro investering volgens Ton van Mil “meer dan 100 miljoen euro” vervolginvesteringen opgeleverd van marktpartijen als KPN en UPC, waar 1.500 bedrijven en instellingen gebruik van gingen maken en nog zo’n aantal voor ‘in de wacht’ stonden. Zo werkt het vliegwiel. De ‘participantenbasis’ van zeventien overheden, instellingen en bedrijven vindt Ton van Mil het sterkste punt, want die leidt en financiert de mogelijkheden. Ze doteren samen 350.000 euro per jaar voor de bijeenkomsten en onderzoeken. In de projecten gaat “nog veel meer geld om”, vele miljoenen. Het moeilijkst vond Ton van Mil het om ‘Hilversum zelf’ ofwel ‘de oude media’ mee te krijgen in initiatieven. Nu begint het te lopen en innoveren omroepen als nooit tevoren. Bovendien is onderling vertrouwen geen vanzelfsprekende zaak in een soms zeer zwaar concurrerende markt, zoals van de faciliterende bedrijven. Bescheiden: “We hoeven niet zichtbaar te zijn. Als de instellingen en bedrijven elkaar maar vinden.” En voor zichzelf, welke toekomst ligt in het verschiet? “Ik denk dat ik over tien jaar hetzelfde doe als nu, het leggen van verbindingen en enthousiasmeren.” Dat lukt momenteel uitstekend. Met TCN als vastgoedontwikkelaar werkt iMMovator ook voor een nieuw park van de BBC in Manchester, zo onthulde Ton van Mil. TCN doet ‘de stenen’ en iMMovator de kennisuitwisseling en andere vormen van samenwerking. Ook zoekt iMMovator banden met de Verenigde Staten en Azië. Dichter bij huis slaat iMMovator ook de vleugels uit. Zo zijn er centra in wording in Haarlem en in Almere.

Hoofdstuk 1. 10 jaar crossmedia

09


IMMovator bestaat tien jaar en in een speciaal Cross Media Zomercafé wordt daarbij stilgestaan. Een middagje terugkijken op tien jaar en daarnaast ook vooruitkijken naar de komende tien jaar. Tijdens dit Cross Media Café wordt de directeur van iMMovator Ton van Mil geïnterviewd en geven Laurens van den Oever (van GfK), Paul Rutten (van de Universiteit Leiden) en Francisco van Jole (journalist) hun visie op de ontwikkeling van het Nederlandse crossmedialandschap. De middag wordt afgesloten met een paneldiscussie.

1.1 De ontwikkeling van het crossmedialandschap Rond de klok van half drie heet moderator Monique van Dusseldorp iedereen van harte welkom op deze feestelijke editie van het Cross Media Café. Tien jaar iMMovator vieren we vandaag en de meeting wordt geopend met een terugblik in video. Allerlei hoofdrolspelers uit die periode komen aan het woord over de projecten, de start-ups, de onderzoeken, de Cross Media Cafés, het Mediapark Jaarcongres en grote projecten als Dutch Media Hub. Aansluitend heeft co-moderator Peter Olsthoorn een gesprek met Ton van Mil, de directeur van iMMovator. Ton van Mil vertelt dat er vanuit de zeventien participanten 350.000 euro per jaar wordt bijgedragen, dat maakt het mogelijk dat de basisorganisatie staat. Soms staat er voor een participant een heel direct resultaat tegenover, soms is dat meer indirect. Tien jaar terug is men begonnen met de ondersteuning van zes startende bedrijfjes, inmiddels is dat een groot succes en zijn er vele bedrijven “op gang geholpen”. Bovendien is in Haarlem een gelijksoortig initiatief gestart, een zusterinitiatief in Almere volgt binnenkort. Een andere mijlpaal was BreedNet, een groot project waar men onder regie van iMMovator met verenigde krachten voor elkaar heeft gekregen dat bedrijven in een groot gebied voor weinig geld breedbandinternet kunnen krijgen. Bij afsluiting van het project waren er 1500 aansluitingen gerealiseerd en stonden er op dat moment 3000 uit. Maar belangrijker nog is dat iedereen in het betreffende gebied breedband kan krijgen. Lastig is wel dat de concurrentie in de facilitaire industrie zo groot is dat het onderlinge vertrouwen niet altijd groot genoeg is om samen te werken. Een oplossing hiervoor is om er bijvoorbeeld een project als Dutch Media Hub naast te zetten, waar dan voor de betreffende partijen weer geld mee te verdienen is. “Het grootste succes van iMMovator is misschien wel dat we Monique van Dusseldorp hebben en dat zij de Cross Media Cafés tot een succes heeft gemaakt!,” zo besluit Ton Ton van Mil (iMMovator) van Mil zijn terugblik.

10

iMMovator Cross Media Network

Laurens van den Oever (GfK): Backcast 20102000 Laurens van den Oever, directeur van GfK Retail and Technology, kijkt in de achteruitkijkspiegel en ziet drie belangrijke zaken in relatie tot consumenten: • ‘Power PL’s’ en ‘Intensive Innovation’: de opkomst van breedband, krachtige pc’s en dynamiek bij innovaties • Opmars van ‘Technuity’: innovatieve apparatuur, intuïtieve techniek • Acceptatie van en vertrouwen in IP-gebruik Wat kunnen we in de komende tien jaar verwachten? Volgens Laurens van den Oever moet je dan denken aan zaken als IP-televisie, 3D-tv, elektrische auto’s en razendsnelle distributie. Internet heeft zich razendsnel over Nederland verspreid. In 2000 had nog maar 24% een internetaansluiting, nu ligt dat op 86%. Geen enkel land ter wereld is zo snel gegaan.

GfK: Internetpenetratie in perspectief 2000-2010: de razendsnelle opmars van internet in Nederland

Erg interessant is ook de blik op de product lifecycle (PLC) van een aantal producten, zoals walkmans, MP3-spelers en CD-players. PLC’s lijken te halveren, terwijl de volumes juist verdubbelen. Een enigszins vergelijkbare ontwikkeling zie je bij de tv, waar rond 2005 een omslagpunt werd bereikt en het aantal verkochte plasmatv’s dat van de kleuren-tv ging overtreffen.

GfK: Product lifecycles CE in volume


Interessant is ook de verhouding tussen privaat en publiek. De botsingen tussen beide sectoren neemt toe en de vraag is hoe dat zal aflopen. Wordt het een harde botsing of gaat het tot versmelting leiden van krant en omroep?

2005 stond te boek als het topjaar voor verkoop van DVD-spelers. Hier zie je dat de oppak van nieuwe innovaties sneller loopt dan in het verleden, maar dat de piek minder hoog is. IP rukt op en innovaties worden steeds meer deviceonafhankelijk. PLC’s halveren, volumes verdubbelen.

Verder ziet Paul Rutten een opmars van de creatieve netwerkeconomie. Steeds meer zie je een mix van bedrijven per project, meer zzp’ers zijn actief en de sectorstructuur verandert. Sociale media worden volgens hem een integraal onderdeel van crossmedia en Facebook wordt/is belangrijker dan Google.

2008 was natuurlijk ook het jaar van de door- Laurens van den Oever (GfK Retail and braak van de smart- Technology phone, naar verwachting heeft de smartphone in 2015 een marktaandeel van 75%. Een andere opvallende ontwikkeling is de geleidelijke teruggang van het fysieke product (VHS-speler, DVD-speler en nu nog een tijdelijke groei bij de Blu-ray-speler) en de forse opmars van IP, zeker ook naar verwachting in de jaren vanaf 2010. Een blik vooruit laat volgens Laurens van den Oever zien dat we in een soort ‘boiling pot’ zitten waar allerlei technieken en vernieuwingen bij elkaar zullen komen. De consument krijgt totaal nieuwe tools (GPS, tags, mobile, social networks) in handen waarbij hij zelf bepaalt wat hij wil en waarvoor. Ook zullen er meer en andere toetreders zijn, waarbij het onderscheidend vermogen door (IP-)diensten wordt gemaakt. Tot slot zal er een groei zijn van multimediaplatforms en een verregaande doelgroepsegmentatie.

Paul Rutten (Universiteit Leiden/iMMovator Denktank): Trends en Thema’s Paul Rutten vertelt dat zijn verhaal deels gebaseerd is op het tweede deel van de Cross Media Monitor. Hij vindt de boiling pot interessant, “dat is misschien wel crossmedia.” In feite kun je zeggen dat het web leidend is en de oude media absorbeert en dat er nieuwe elementen worden toegevoegd, de sociale media, dus interactiviteit, maar je zou ook kunnen zeggen sociabiliteit. Crossmedia is overal. Gaming, dat zich in eerste instantie als een oud medium gedroeg, is steeds meer een par excellence crossmediagegeven aan het worden.

Paul Rutten (Universiteit Leiden/iMMovator Denktank)

Gevestigde media hebben nog steeds moeite met de nieuwe situatie. De oude media krijgen de nieuwe kanalen niet renderend, er zou wel eens een ‘omvalmoment’ kunnen komen. Traditionele partijen leveren banen in en de vraag is wat er voor zal terugkomen.

Een andere trend is dat apparaten de toon zetten, dat zie je aan de concurrentie rond mobiele devices en platforms, de bewegingen op en neer in de keten en aan het feit dat contentbedrijven niet langer meer in de lead zijn. Bandbreedte is volgens Paul Rutten sterk medebepalend voor de ontwikkeling, denk dan aan ‘Fiber to the Home’ en uiteraard ook mobiel. Hij sluit af met enkele statements over het beleid, Paul Rutten ziet een internationalisering van het speelveld, een veranderende sectorstructuur, kennis en innovatie (denktank) en een stedelijke structuur en slagkracht.

Francisco van Jole (journalist): vijftien jaar internet Francisco van Jole, journalist en momenteel bekend van onder meer Radio Online (dat doet hij deze week overigens voor het laatst) kijkt terug op de start van internet in 1995: de pioniersfase bij onder meer Planet Internet en de periode waarin je iedereen moest uitleggen hoe het werkte, wat een modem was, hoe je een browser moest gebruiken etc. In de vijftien jaar is er veel gelukt, maar ook veel mislukt, misschien wel zo’n 70% van de initiatieven. “Ik ben mijn hele leven uitgelachen. Twitter gaat het helemaal worden, riep ik dan en ik werd vervolgens uitgelachen. Dan wist je het zeker: dat gaat een succes worden.” De anekdotes uit zijn loopbaan als journalist volgen elkaar vervolgens in een hoog tempo op. Francisco van Jole besluit zijn verhaal met de stap die hij recent heeft gezet, de oprichting van Joop naar voorbeeld van het Amerikaanse The Huffington Post. “Vroeger was je eenzaam als je met internet bezig was, nu ben je pas eenzaam als je zonder Twitter de straat op gaat,” is een volgend mooi statement. Wat is een iPad, zo vraagt hij zich af, is dat multimedia of crossmedia, we weten het niet meer. We zien het wel maar we vinden het niet meer interessant. Het gaat voortdurend om technieken die ons leven veranderen en wat Francisco van Jole betreft is de cruciale vraag nu: “Kunnen die technieken ook ons Francisco van Jole (journalist) leven verbeteren?”

Hoofdstuk 1. 10 jaar crossmedia

11


zicht in video van wat de VPRO op dit terrein zoal gedaan heeft. VPRO Digitaal is volgens Erik van Heeswijk een van de grootste innovatieclubs op het Media Park.

Face IT2U winnaar van BT’s ‘Buzz This’ Pitch Challenge Op het MPJC hebben op initiatief van BT twintig ondernemers een elevator pitch opgenomen, de ‘Buzz This’ Pitch Challenge. In samenwerking met Talents Media zette BT daarna een social marketing-experiment op zodat zowel publiek en juryleden de pitches snel konden beoordelen. Edwin Hageman van BT maakte tijdens het Cross Media Zomercafé de winnaars bekend. BT maakt 90% van de content van de Nederlandse mediaindustrie beschikbaar voor de rest van de wereld. Vanuit deze achtergrond heeft het bedrijf het initiatief genomen tot deze competitie. De achterliggende gedachte bij de wedstrijd is de open innovatie, het samen met de omgeving, met social media, werken aan innovaties. BT werkt hiervoor samen met Twitter-achtige community’s. Men heeft Let’s Talk opgezet, een besloten community waar mensen aan deel kunnen nemen. BT’s partner Talents Media heeft tijdens het MPJC een pitch via een website met achterliggende tooling opgezet. Interessant was om te kijken wat dit nou opleverde. Dat werden uiteindelijk 2.600 bezoeken door 1.000 unieke bezoekers. Direct vanaf BT Let’s Talk/ PR kwamen er 400 bezoekers, via de Facebook-applicatie 200 en de rest via Twitter, Hyves, Facebook en LinkedIn-updates (400). 30% begon aan de registratie als jurylid, 15% ging uiteindelijk echt jureren.

Erik van Heeswijk (VPRO)

De VPRO is duidelijk al veel meer dan een omroep en een gids, zo blijkt ook uit een van de slides. De spreker ziet de VPRO als een ideeënlab en men wil ook graag ideeën van buiten de VPRO steunen en ‘water geven’.

Een voorbeeld hiervan is de recente praktijkcase van Lowlands. Via de sociale netwerken ‘slurpte’ men foto’s, filmpjes e.d. van buiten op en presenteerde dit in een mashup-achtige site. Maar het gaat verder. Recent is FilmItYourself ontwikkeld waarbij filmpjes live in de eigen televisieverslaggeving worden verwerkt. Dus usergenerated content die qua tijd wordt gesynchroniseerd en vervolgens van een goed geluidskanaal wordt voorzien. Zo ontstaat er een volwaardige uitzending met minimale middelen. Hij toont een animatie van hoeveel mensen op welke plekken op Lowlands tegelijk verslag deden. Op Lowlands was er verder bijvoorbeeld ook een 3voor12 luisterpaal, maar er zijn ook nabeschouwingen gemaakt die op allerlei plekken te zien zijn. Dus ook buiten de eigen kanalen.

Dit alles leverde deze einduitslag op: 1. Robin Hattink van Face IT2U 2. Hessel van Oorschot van Tribe of Noise Robin Hattink (Face IT2U) krijgt de prijs uit handen van Edwin Hageman (BT) 3 Terence Loos van Helemaal Loos Producties Robin Hattink is door een 150-tal juryleden gekozen en had een gemiddelde score van 7,4. Talents Channel kondigt aan het einde van dit programmaonderdeel de lancering van versie 2.0 van de tool aan.

1.2 Het crossmedialandschap van 2020 Het Cross Media Zomercafé wordt afgesloten met een vooruitblik op het crossmedialandschap van 2020. Erik van Heeswijk van VPRO Digitaal verzorgt een presentatie en aansluitend is er een talkshow met Peter Joziasse (van de AVRO), Erwin Blom (van The Crowds), Jan de Jong (van de NOS) en Jaap Bond (Gedeputeerde Economische Zaken van de Provincie Noord-Holland).

Erik van Heeswijk over de toekomst van de omroep Erik van Heeswijk, hoofdredacteur van VPRO Digitaal, geeft zijn visie over de toekomst van de omroep. Hij begint met een over-

12

iMMovator Cross Media Network

De Lowlands mashup-site met video’s en tweets

Als je naar de VPRO in 2020 kijkt, dan zijn dit volgens Erik van Heeswijk de ‘consequenties’: • een organisator van waarde • makers crossmedialer en ze zullen meer als uitgever moeten denken • meer verschillende formats (games, voicemails?), websites worden relatief minder dominant, internet ‘verdwijnt’ • de afzender moet dus sterker en meer geprofileerd, authentieker en transparanter zijn • distributietechniek moet platformonafhankelijker • content moet gelaagder en meer beklijven • meer gelegenheidssamenwerkingen


Er zal ook een differentiatie van gebruikers ontstaan. De problemen die volgens Erik van Heeswijk gaan spelen: • financiering, minder massa • mediawet • eisen aan makers • onbegrip decisionmakers • verhaal in crisis (steeds meer opknippen) Het liefst zou hij alle platformen willen loslaten, een TED-video (‘augemented reality en verder’) geeft een idee van waar het naartoe kan gaan.

Talkshow over de toekomst van de omroep De presentatie wordt meteen gevolgd door een talkshow, geleid door Monique van Dusseldorp en Peter Olsthoorn, met als gasten Erik van Heeswijk (hoofdredacteur van VPRO Digitaal), Peter Joziasse (Hoofd Business Development & Sales van de AVRO), Erwin Blom (ondernemer en actief op vlak van nieuwe media), Jan de Jong (directeur van de NOS) en Jaap Bond (Gedeputeerde Economische Zaken van de Provincie Noord-Holland). Peter Joziasse (AVRO) herkent het verhaal maar realiseert zich ook dat er nog een flinke cultuuromslag nodig zal zijn. Een omroep verandert in een crossmediabedrijf. Monique van Dusseldorp vraagt of in de presentatie van Erik van Heeswijk het merk VPRO niet te centraal stond. Erik van Heeswijk denkt van niet, het zou juist een keurmerk kunnen zijn, VPRO is volgens hem een sterker merk dan bijvoorbeeld ‘Publieke Omroep’, de VPRO zou een betere kans hebben om te overleven dan de Publieke Omroep. Peter van Olsthoorn stelt de prikkelende vraag wat de VPRO nou zo anders maakt dan de AVRO. Termen als creativiteit en eigenzinnigheid vallen uit de mond van Erik van Heeswijk (VPRO). Peter Joziasse geeft aan dat de AVRO primair kunst en cultuur toegankelijk wil maken voor een breed publiek, dit als traditionele broadcaster, maar ook steeds meer in samenwerking met dat publiek. Monique van Dusseldorp stelt dat door de grote bezuinigingen de innovatierol van de publieke omroep misschien zal afnemen en meer bij de commerciële omroepen terecht zal komen. Erik van Heeswijk denkt dat de echt risicovolle innovatie wel zal blijven, maar tegelijk ook dat er veel meer met de buitenwereld gedeeld

Erwin Blom (The Crowds)

zou moeten worden. “Zelfs onderling...,” zo vult Monique van Dusseldorp in met een knipoog naar de Hilversumse werkelijkheid. De AVRO lanceert samen met VARA en NPS later dit jaar een kunst- en cultuurportal, waarbij aan de voorkant elke omroep zichzelf kan profileren. Content is king, context is belangrijk, maar contact en persoonlijk contact overwint uiteindelijk, is de overtuiging van Peter Joziasse. Je moet weten met wie je daadwerkelijk in interactie bent, om die reden kent de AVRO ook steeds meer van haar leden (via onder meer e-mailadressen). Over twintig jaar zullen we geen zenders meer kennen zoals we die nu kennen, aldus stelt Erik van Heeswijk. Wat Peter Joziasse zorgen baart, is dat je in de concurrentiestrijd uiteindelijk de kwaliteit en betrouwbaarheid van het medium uit het oog kunt verliezen en dat het ten koste gaat van het publiek: minder kwaliteit, minder betrouwbaarheid en een privacy die onder druk komt te staan. Jan de Jong (directeur van de NOS) zou het fijn vinden als er een duidelijke visie komt vanuit de politiek op de toekomst van de omroep. Peter Olsthoorn citeert Bert van der Veer die recent kritiek had op het plan van Jan de Jong om “alles te veranderen, behalve de NOS”. Jan de Jong geeft aan dat hij zich zorgen maakt over de journalistieke kwaliteit en hij vindt zeker niet dat er bij de NOS helemaal niks hoeft te veranderen. Erwin Blom (The Crowds) zegt dat hij steeds minder het nieuws van de omroep haalt, hij haalt het steeds meer van de bron zelf, de blog waarop het staat. Jaap Bond (Gedeputeerde Economische Zaken van de Provincie Noord-Holland) stelt dat je steeds meer ziet dat het pullmechanisme, de consument, bepaalt wat er gebeurt. Erwin Blom geeft aan dat als je nu zou beginnen, je als overheid geen publieke omroep zou starten. Je zou dan bijvoorbeeld wel willen kijken naar hoe je documentaires gefinancierd krijgt, dus een heel andere benadering. Monique van Dusseldorp stelt dat innovatie wel eens meer bij de Apple’s van deze wereld kan plaatsvinden dan bij de omroep zelf. Erwin Blom vult aan dat het ook veel goedkoper is geworden om iets te ontwikkelen, te maken. Google, Twitter en Facebook zijn ontwikkeld door heel kleine partijen. Volgens iMMovator directeur Ton van Mil heb je grote omroepen en kleine mediabedrijven nodig die al samenwerkend mooie din-

Ton van Mil (iMMovator)

Hoofdstuk 1. 10 jaar crossmedia

13


V.l.n.r. Jaap Bond (Gedeputeerde Economische Zaken van de Provincie NoordHolland), Peter Joziasse (AVRO), Jan de Jong (NOS), Erwin Blom (The Crowds) en Erik van Heeswijk (VPRO)

gen voor elkaar krijgen. “Je hebt nieuwe coalities en open innovatie nodig.” Jan de Jong geeft aan dat het steeds meer trial and error is, dat is het grote verschil met vroeger. Een twee-schermen (of misschien wel vier-, vijf-schermen) strategie is nodig, je moet op elk door jou gewenst scherm toegang kunnen krijgen tot informatie. Peter Olsthoorn haalt nog even aan dat Paul Rutten het had over een ‘omvalmoment’. Erik van Heeswijk denkt dat dit klopt voor organisaties die vooral op zenden gericht zijn. Peter Joziasse denkt dat er een nieuw soort mensen met nieuwe competenties tot de omroep moet toetreden. Erwin Blom zegt dat het ook heel anders kan en dat een site als bijvoorbeeld de iPhoneclub per maand meer bezoekers heeft dan menige omroep. Focus kan dus veel opleveren en ontwikkeling kan ontstaan volgens heel andere lijnen dan de traditionele. De discussie wordt afgesloten met de vraag wat iedereen over tien jaar denkt te doen. Erik van Heeswijk zit dan ergens in de mediawereld, Erwin Blom doet dan zijn werk – media-innovatie – vanaf Jaap Bond (Gedeputeerde Economische Zaken van de Provincie Noord-Holland) een eiland ergens aan de kust, Jan de Jong werkt dan bij die mooie, grote NOS, Peter Joziasse zoekt zijn rol tussen de maak-/creatiekant en het publiek, en Jaap Bond weet zeker dat hij over tien jaar geen gedeputeerde meer is. Jan Rensen, Wethouder Economische Zaken van de Gemeente Hilversum, mag de middag afsluiten en kijkt nog één keer terug op tien jaar media en iMMovator. Niet alleen in Hilversum, ook in Amsterdam, Almere, Utrecht, Haarlem en soms nog verder heeft men inmiddels voordeel van het iMMovator-netwerk. In de afge-

14

iMMovator Cross Media Network

Het Cross Media Zomercafé wordt afgesloten met een muzikale ‘energizer’

lopen jaren zijn ook iZovator en iTRovator, naar voorbeeld van iMMovator, opgericht. Dat biedt veel perspectief voor de toekomst, ook door onderlinge kruisbestuivingen die mogelijk zijn. Jan Rensen is als wethouder van Hilversum blij dat zijn voorganger van toen de initiatiefnemer was van iMMovator en verwacht voor de komende tien jaar nog veel mooie dingen. Met een muzikale ‘energizer’ wordt het Cross Media Zomercafé rond de klok van half zes op een ontspannende manier afgesloten.


2. De kracht van muziekcommunities Cross Media CafĂŠ over muziek, tijdens Eurosonic Noorderslag Conferentie Cross Media CafĂŠ over muziekcommunities Datum: 14 januari 2010 Locatie: Oosterpoort, Groningen Meer informatie op http://www.immovator.nl/noorderslaglivestream

Hoofdstuk 2. De kracht van muziekcommunities

15


2. De kracht van muziekcommunities inleiding door Peter Olsthoorn

Slag in het noorden met sociale media Tijdens het 24e Eurosonic Noorderslag Festival in Groningen bracht iMMovator op donderdag 14 januari 2010 in het Hilversum Media Stad Paviljoen de kracht van communities via sociale media over het voetlicht. Met de neus in de boter. Kenners weten het: Lowlands mag de meeste publiciteit trekken, Noorderslag brengt de professionals in de muzieksector tot euforie. Groningen is drie dagen hun thuisland, en Hilversum is er een graag geziene gast. Een fraaie uidrukking daar: “alles, behalve het optreden” gaat via internet, maar eigenlijk zelfs dat nog met een uitzending voor degenen die er niet bij kunnen zijn of het achteraf on-demand nog eens willen beleven. Het krachtigste voorbeeld van sociale media-inzet kwam gedurende de iMMovator-sessie van Kyteman-manager Niels Aalberts, ook blogger met Eerste Hulp bij Plaatopnamen. Hij mag graag vertellen dat zijn marketingbudget van welgeteld 53 eurootjes uiteindelijk leidde tot de verkoop van 45.000 albums en 10.000 dvd’s, 150.000 concertbezoekers en vijf miljoen kijkers op tv. Voortdurend in contact zijn met de fans is het doel van het voortdurend twitteren, ook over de eigen website die steeds mee verandert. Kyteman zelf is niet zo’n twitteraar maar zijn manager des te meer. Het moet wel inhoud hebben en nieuwsgierigheid bevredigen. Dat kan met het bieden van backstage inzicht, bijvoorbeeld via foto’s nemen en verspreiden met de iPhones. Dat alles heeft twee doelen: de aandacht vergroten van bestaande fans en het werven van nieuwe fans. De events, dat wil zeggen het bezoek aan de concerten, vormen het ultieme doel. Publiek dat uit z’n dak gaat en dat anderen laat weten, vormt de beste reclame voor volgende concerten. Je bent al lang niet meer van die paar recensenten afhankelijk. Wie Kyteman live zag en hoorde spelen, was een fan en kocht vaak behalve een entreekaartje ook een album of dvd. Ook marketingbureaus zijn onnodig als je goed weet te vertellen wat je doet en waarom je het doet en mee wiegt op de golven van enthousiasme.

Moeizame rechtenkwesties Een van de toegepaste ‘basisregels’: niks is verboden. Er is dus veel video en audio van Kyteman waarop eigenlijk rechten zouden rusten op talloze plekken terechtgekomen. Zo waren er enkele fans die met een professionele camera allerlei jams

16

iMMovator Cross Media Network

hebben vastgelegd en op YouTube hebben geplaatst. Nog een geheim volgens Niels Aalberts: “Vooral je mond houden over dingen die niet mogen.” Dat vormde tijdens dit Cross Media Café Noorderslag een fraai contrast met Buma/Stemra waarvoor Matthijs Bobeldijk in het strijdperk trad. De waakhond van muziekrechten heeft het al jaren te kwaad met de bescherming van de belangen van 18.000 auteurs die boterhammen of een zakcentje verdienen met liedjes. Matthijs Bobeldijk legde uit dat Buma/Stemra bij verspreiding van muziek via sociale media probeert om de vergoedingen zoveel mogelijk centraal te regelen met de verschillende platformen. Dan hebben gebruikers er zo min mogelijk last van. Zo maakte Buma/Stemra bijvoorbeeld een afspraak met YouTube, zodat zaaleigenaren video’s van optredens kunnen verspreiden. Doen ze dat op eigen sites, dan moeten ze wel zelf afrekenen. Bente Bollman, marketingmanager voor Lowlands bij Mojo Concerts, betwijfelde of het stringente beleid van Buma/Stemra de wens van de artiesten zelf is, want die willen ook online promotie bedrijven. Volgens Matthijs Bobeldijk blijkt uit onderzoek bij de eigen achterban dat ze onderscheid maken tussen promotioneel en commercieel gebruik. Het is afhankelijk van het verdienmodel van de componist; komt er meer binnen met opgenomen muziek die beschermd moet worden of met entreegelden? En draagt vrije verspreiding van muziek bij aan meer verkopen? Buma/Stemra heeft te kampen met de Auteurswet die niet altijd duidelijk is waar het gaat over de inzet van nieuwe technologie. Hoe moet je publicatie op Facebook bijvoorbeeld beoordelen? Elke casus moet eigenlijk opnieuw bekeken worden. Sociale media-adviseur Erwin Blom laakte de uniforme behandeling van rechten door Buma/Stemra terwijl je volgens hem als componist eigenlijk per nummer zou moeten kunnen aangeven wat je graag wilt. Dat maakt de nieuwe technologie mogelijk.

“Twitter te belangrijk” Volgens Bente Bollman van Lowlands zijn sociale media het belangrijkste geworden voor promotie. Drukwerk komt er alleen nog met posters aan te pas, vanwege de sponsoren. Zo schreven 20.000 mensen zich in op Llowlife op Lowlands.nl, maar de fut liep eruit en daarop nam Lowlands zijn toevlucht tot Hyves en Facebook. Anders dan op de eigen site is er op de sociale netten continu beweging.


Lowlands kreeg van de eigenaren van reeds begonnen particuliere fanpagina’s op Hyves en Facebook de login om er zelf actief mee te worden. De Lowlands-hyve telde begin 2010 20.000 fans, Facebook hobbelde er toen nog ver achteraan. Eind 2010 had de Lowlands-hyve 21.500 fans en was de Facebook-pagina Lowlands Festival gegroeid tot 10.600 leden.

Noorderslag-artiesten doen het ‘sociaal’ beter, vooral op YouTube. En de individuele scores: bij Noorderslag scoort Laura Jansen het best met sociale media, bij Eurosonic is dat The XX. Met de software is heel veel meer te doen, bijvoorbeeld bestanden van fans op sociale media geografisch presenteren, wat handig is om regionale zalen te bezoeken.

Bente Bollman vond dat op dat moment wat te veel op Twitter gefocust werd. Echter, bezoekers dachten er anders over want de officiële Twitter-account van Lowlands, Rapid_Razor_Bob, had gedurende de discussie op Noorderslag nog 4.000 volgers, eind 2010 waren dat er al bijna 10.000. Bente Bollman ziet Twitter als een-op-een communicatie met een persoonlijk tintje, op het randje van marketing: “Ik gebruik het niet om kaartjes te verkopen.”

Ad Boer lichtte een tipje van een sluier op van een mogelijke samenwerking met 3FM voor een periodieke top-10 van bands en artiesten in de sociale media. In oktober 2010 is de introductie van een 3FM Serious Talent Chart bekendgemaakt, een doorlopende realtime top-20 gebaseerd op het aantal YouTubeviews, Last FM-plays, MySpace- en Facebook-vrienden, Hyvescommentaren en Twitter-volgers.

Snijvlak muziek en sociaal Sociale media = meer geld Voorafgaande aan dit levendige debat op het Hilversum Media City Paviljoen van Noorderslag sprak Erwin Blom, ex-VPRO en nu sociale media-adviseur, over de kracht van gemeenschappen. Eerste uitgangspunt, in navolging van Kyteman: “Gooi het open en geef je fans meer van je muziek.” Ofwel: vergeet de rechten en doe niet moeilijk met digitale bescherming (DRM). Internet is er voor de opbouw van een krachtige band met de fans en benepenheid past dan niet: geef en je zult krijgen. Kortom, muziek als passie biedt grote mogelijkheden voor binding via sociale media: ken je publiek, maak het zichtbaar voor de band en voor elkaar, communiceer voortdurend.

Aansprekende cijfers Muziek leek onbelangrijk in het enthousiasme van Erwin Blom: “Begin met een band op te bouwen, maak je fans speciaal en uiteindelijk staat je zaal vol.” Aan het eind van de inspanningen is er, heel Hollands, gewoon meer geld te verdienen. Dat geldt zeker voor alle commerciële exploitaties van popmuziek. Bij de afgelopen editie van Lowlands werden met de 1500 laatste Twitter-berichten (verder kun je niet terugkijken) meer dan 100.000 mensen bereikt. Meten van sociaal verkeer is noodzaak is het nieuwe bedrijfsmodel. Daarin voorziet New Music Labs met Tribe Monitor software waarmee je als band of artiest je zichtbaarheid in de sociale media kunt monitoren. Als voorbeeld verschafte Ad Boer van Labs voor de artiesten die op Eurosonic/Noorderslag stonden de ‘sociale score’: wie doet het heel goed online, wie is minder aanwezig? Opgeteld: • Eurosonic-artiesten: MySpace: 97 procent Facebook: 68 procent Twitter: 49 procent YouTube: 27 procent

Kortom, sociale media brengen voor bands en artiesten een enorme extra dimensie mee voor communicatie met fans en potentieel nieuw publiek. De banden worden aangehaald, met uiteindelijk meer enthousiasme en omzet tot gevolg, in deze volgorde. Als steeds met online innoverende markten komen ook nieuwe bedrijven op waarbinnen muziek en sociale media elkaar kruisen. New Music Labs is een goed voorbeeld, maar Nederland bruist van meer nieuwe namen. Twones biedt technologie om muziek te ontdekken, bookmarken, delen en verrijken op wel 70.000 websites. Met een betaalde versie voor ‘heavy users’, B2B-advertenties en dataverkoop wilde Twones geld gaan verdienen. Mojo en Live Nation staken er geld in. Nieuwkomer 22tracks, ‘online jukeboxen’ met tweeëntwintig genres en nu 12.000 klanten en Band On Demand, een tool om consumenten, bedrijven en bands met elkaar in contact te brengen, zijn twee van die gelukzoekers in een markt die op drift is geraakt door nieuwe online sociale elementen. En traditionele spelers, de zenders, zijn intensief in de weer om nieuwe wegen te bewandelen zodat ze de aandacht kunnen vasthouden in het nieuwe geweld van online markten die hen kunnen bedreigen. Zo moet DanceTV, het full HD-station dat al nationaal en internationaal in tv-pakketten en via de Astrasatelliet video’s en festivals optredens uitzendt, nieuwe kanalen aanboren. Later in 2010 zou een andere speler in ‘oude media’, Radio 538, haar sprongen met sociale, geïndividualiseerde en doelgroependistributie over het voetlicht brengen in een Cross Media Café. Zo bood Noorderslag een scherpe blik op de muziekbranche die dankzij sociale media wederom in al haar geledingen wordt geraakt, zoals diverse malen eerder het geval was, bijvoorbeeld met de opkomst van gratis downloaden en later de iPod/iTunes-innovatie.

• Noorderslag: MySpace: 98 procent Facebook: 60 procent Twitter: 72 procent YouTube: 79 procent

Hoofdstuk 2. De kracht van muziekcommunities

17


In januari 2010 werd in Groningen de driedaagse Eurosonic Noorderslag Conferentie georganiseerd. IMMovator organiseerde op de eerste dag van deze conferentie samen met Gemeente Hilversum een Cross Media Café op locatie over de kracht van communities. Onderdeel van het programma was een aantal presentaties over succesvolle muziekcommunities.

Twitter-pagina van de band Thisiskrause

Bij Thisiskrause werd Twitter ingezet om te voorkomen dat de platenmaatschappij de filmpjes van YouTube zou halen en dat lukte ook. De band Jean Parlette maakt het op internet mogelijk om lid te worden. Aux Raus maakt het via een franchisemodel mogelijk dat fans hun geld terugkrijgen. Belangrijk is dat je als band je materiaal gemakkelijk toegankelijk maakt, dat wil zeggen dat je muziek en filmpjes gemakkelijk op andere sites in te passen zijn. Kyteman heeft zo ook veel weggegeven en is mede daardoor tot een succesvolle artiest uitgegroeid. Zoeken op Anouk levert een groot aantal filmpjes op van meisjes met covers van haar nummer Nobody’s wife, wat natuurlijk ook bijdraagt aan haar succes. Oasis is een ander bekend voorbeeld waarbij van de kracht van het netwerk gebruik gemaakt is.

2.1 De kracht van social media - bands Erwin Blom, onder meer bekend van het recent verschenen Handboek Communities, is de openingsspreker. Hij begint met een terugblik op hoe internet ooit begon en doet dat aan de hand van een filmpje waarin journaallezer Joop van Zijl dit nieuwe fenomeen aan de kijkers uitlegt. “Dit jaar blijkt dat internet een blijvertje is.” Vanmiddag staat muziek centraal. Erwin Blom vindt passie het belangrijkste van zowel muziek als internet. We moeten de discussie over DRM (digitale rechten) vergeten, zo blijkt volgens hem ook nu weer uit de lijst van populaire torrent downloads. De film Avatar is op dit moment de meest gedownloade film. Gooi het dus open en geef je fans meer van je muziek.

Erwin Blom (The Crowds)

18

iMMovator Cross Media Network

Een ander voorbeeld van de kracht van internet is dat de band Voicst via Twitter het gerucht ontzenuwde dat ze uit elkaar zouden zijn. Voicst laat ook foto’s van fans op haar site zien. De band Krezip probeert via haar site een persoonlijke band met haar fans op te bouwen.

Wees actief, praat en reageer dus ook. Mensen waarderen dat en vertellen hun leuke ervaringen vervolgens verder. Bij de afgelopen editie van Lowlands werden met de 1500 laatste Twitterberichten (verder kun je niet terugkijken) meer dan 100.000 mensen bereikt. Zorg ook dat je je mensen kent, bouw een database van je fans op. Zo bouwde Van Katoen een grote database op van mensen, waarmee ze zalen ervan konden overtuigen dat er in hun directe omgeving genoeg publiek was om een concert te houden. “Meer fans = meer tickets = meer verkoop = geld (uiteindelijk),” zo stelt Erwin Blom. “Begin met een band op te bouwen, maak je fans speciaal en uiteindelijk staat je zaal vol.”

Casestudie: AB Concerts David Zegers, Directeur Communicatie & Ontwikkeling van Ancienne Belgique, presenteert een verhaal over AB Concerts Brussel. Dit online ticketbureau focust zich op online communicatie omdat 90% van haar publiek zich via deze weg oriënteert. Men is erg aanwezig op veel social media sites. Ook heeft de community een plaats op

David Zegers (AB Concerts)


de homepage. Mensen kunnen via de site afspraken maken, bijvoorbeeld om samen te carpoolen of elkaar aan de bar te treffen. De site groeit met 2000 profielen per maand, waarvan 1500 actieve profielen en heeft nu ruim 29.000 profielen. 28% van de communityleden maakt zichzelf zichtbaar. De meerwaarde van de community is een verhoogde betrokkenheid bij concert en artiest, en de mogelijkheid tot interactie met elkaar en met AB.

Top Notch: “Nederlands hofleverancier”

Casestudie: Top Notch Farid Benmbarek van Top Notch, een platenlabel, gebruikt verschillende manieren om fans te bereiken. Gerichte communicatie werkt het beste, denk dan aan YouTube, Hyves, Twitter en een iPhone app. Je kunt iemand zo het beste en continu op de hoogte houden over zijn of haar favoriete artiest. Homepage van online ticketbureau AB Concerts

De natuurlijke integratie met grote (sociale) netwerksites is cruciaal. Als je naar bronnen kijkt, zie je dat Facebook, LastFM en Twitter voor een grote toestroom van fans naar de site zorgen. De site zit inmiddels op 6000 bezoekers per dag, een groei van 50% in een jaar tijd. De weekly mails en concert mails zijn ook erg belangrijk (resp. 42.000 en 73.600 abonnees). Alles wordt gemeten en in een online dashboard zichtbaar gemaakt. Unieke content wordt bovendien aangeboden via ABtv. Van de kijkers kijkt 20% live en 80% on-demand (zie ook ABtv). Mobiel kijken neemt ook toe. In 2009 werden er 8% meer tickets verkocht dan in 2008, dus ook de verkoopcijfers zijn erg goed. De nieuwe website staat, zo vat David Zegers nog eens samen, voor duidelijkere concertinformatie, meer betrokkenheid, unieke content, meer verwevenheid met grote communitysites, een betere zoekmachineoptimalisatie, een nieuw (extra) type nieuwsbrief en verhoogde monitoring.

Publiek tijdens het Cross Media Café over muziekcommunities

De website is een vergaarbak met alles wat er gebeurt rond een artiest. Artiesten bloggen er en in een electronic customer management tool worden alle klantgegevens bijgehouden. De site heeft 166.000 bezoekers per maand, mensen blijven Farid Benmbarek (Top Notch) gemiddeld zo’n drie minuten op de site. Veel mensen gebruiken zoekmachines, maar ook een groot deel van het bezoek (een derde) komt voort uit direct verkeer. De nieuwsbrief heeft circa 36.000 leden en deze krijgen tweewekelijks een update. Er zijn exclusieve prijzen te winnen via acties. De site staat op nummer 4 van de meest bekeken YouTube-kanalen ooit. 14.000 mensen krijgen een e-mail als er wat wijzigt. De filmpjes zijn 67 miljoen keer bekeken.

Top Notch-filmpjes op YouTube

Hoofdstuk 2. De kracht van muziekcommunities

19


Het YouTube-kanaal wordt ook gebruikt om populaire televisieuitzendingen te plaatsen, mede omdat de fans niet altijd de traditionele kanalen blijken te gebruiken. Men heeft een Hyvesaccount met 12.000 leden, via Hyves heeft men exclusieve luistersessies met artiesten georganiseerd waarbij fans voordat een nieuw album verscheen al naar de cd konden luisteren. De fans bleken zo enthousiast dat ze het ook aan hun familie en vrienden vertelden en er op die manier extra albums werden verkocht. Het kost wat geld, maar het levert zeker ook wat op. Men heeft via Twitter zo’n 2400 followers en werkt daar met prijsvragen en downloads. Twittervolgers worden beloond met het eerder weggeven van informatie (eerder dan op de site). Over Jan Smit en Damaru werd een zogeheten 0-sec dagboek bijgehouden, waarbij via Twitter steeds updates werden gegeven. De iPhone-applicatie kreeg binnen drie weken 1500 downloads. Wat het volgende platform is dat men gaat gebruiken, weet Farid Benmbarek nog niet, maar hij vertrouwt erop dat als hij het niet bedenkt een van de artiesten het wel zal bedenken.

Casestudie: The Gasoline Brothers Léon Geuyen, drummer en zanger van The Gasoline Brothers, vertelt het verhaal van deze Indieband uit Utrecht. Toen men in oktober 2009 een nieuwe cd uitbracht, was het probleem dat men twee jaar lang nauwelijks aandacht had gekregen bij zowel publiek als pers. De oplossing: internet oftewel ‘doe-het-zelf’. Men begon met een blog, gevolgd door een fanpage op Léon Geuyen (The Gasoline Brothers) Facebook en Twitter. Twitter bleek al snel erg succesvol in te zetten. Toen wielrenner Koos Moerenhout via Twitter promotie maakte in het circuit van wielrenners stonden de media ook al snel op de stoep.

Op 10 oktober 2009 was de release van het nieuwe album, daar werd via de genoemde kanalen promotie voor gedaan. Het album werd ook via Mininova gratis weggegeven en fans ontvingen het album een week voor de release al digitaal. Er was tevens een releaseparty met een entreeprijs van 10 euro inclusief gratis cd. Er bleef daarvan 7 euro over voor de band. Via Twitter deed men een oproep of iemand een iPhone-applicatie wilde ontwikkelen en dat lukte inderdaad. De ontwikkeling gebeurde gratis, als er straks geld verdiend wordt, krijgt de ontwikkelaar alsnog een vergoeding. Ook is men de eerste Nederlandse band met een Android-applicatie. De resultaten van de albumrelease: • Volle bak releaseshow = 250 verkochte exemplaren van de cd • Meer dan 200 Twitterberichten en foto’s tijdens de show • Meer dan 36.000 (!) downloads van het album • Een Nederlandse marketingblog schreef over de case als ‘de perfecte web 2.0 band’. • En last but not least: een prachtige viersterrenrecensie in de Volkskrant. Bovendien is men genomineerd voor de Interactive Award die op 15 januari ook op Noorderslag werd uitgereikt.

UPDATE Gasoline Brothers en de Giro d’Italia Ter gelegenheid van de Giro d’Italia, maakten The Gasoline Brothers nog een wielerlied: In Our Town, over Utrecht, de aankomstplaats van de tweede etappe van de Giro d’Italia. In de videoclip van het nummer figureert Rabobank-renner Koos Moerenhout, maar ook enkele beroemde inwoners van Utrecht: schrijvers, politici en acteurs. Bij het nummer hoort tevens een interactieve videoclip waarbij je als kijker aangemoedigd wordt door enthousiaste toeschouwers. Ook in Spanje bleef het nummer niet onopgemerkt: er werd onder andere in de Gazzetta dello Sport over The Gasoline Brothers verschreven. The Gasoline Brothers zijn enthousiast. “Als fans van het wielrennen,” zegt drummer Léon Geuyen, “zijn wij heel gelukkig dat de Giro finisht in Utrecht. En dat wij een lied speciaal voor Utrecht hebben kunnen schrijven, is een droom die werkelijkheid wordt. Alsof wij de roze trui al dragen, sterker nog, alsof wij straks aan het eind van de Giro hebben gewonnen in Verona.”

2.2 New Kids On The Block: 5 muziekstartups op Noorderslag Tribe Monitor: Meten is weten, ook in de social media

Gasoline: “de perfecte web 2.0 band”

20

iMMovator Cross Media Network

Meten is weten, dat is het motto dat Tribe Monitor hanteert, zo opent Ard Boer van New Music Labs zijn presentatie over deze monitorservice. Men heeft een tool ontwikkeld waarmee je als band of artiest kunt monitoren wat je zichtbaarheid in de social media is: word je genoemd in Twitter, sta je op YouTube of Flickr etc. Tribe Monitor heeft – speciaal voor de artiesten die op Euro-


sonic en Noorderslag staan – de social score bepaald: wie doet het heel goed online, wie is minder aanwezig. Van de artiesten die op Eurosonic spelen, heeft vrijwel iedereen (97%) een MySpace-account, 68% een Facebook-account, 49% zit op Twitter en 27% heeft een YouTube-channel. Het advies aan de artiesten is om zeker ook een YouTubeaccount aan te maken.

UPDATE 3FM toont hitlijst op basis van social media

Ard Boer (New Music Labs)

In oktober 2010 start Tribe Monitor in samenwerking met 3FM met de Serious Talent Chart. Traditionele hitlijsten baseren zich vooral op verkoopresultaten en de hoeveelheid zendtijd voor bands op radio en televisie. De 3FM Serious Talent Chart echter maakt in een oogopslag duidelijk welk veelbelovend talent ‘talk of the internet’ is. Nieuwe muzikale poptalenten voor wie de gewone hitlijsten voorlopig te hoog gegrepen zijn, kunnen hun succes voortaan meten op basis van hun eigen naamsbekendheid op social media. De lijst wordt voortdurend geupdate, dat betekent dat er elk uur iemand anders op nummer 1 kan staan.

De artiesten die op Noorderslag spelen, doen het beter in de social media. 98% zit op MySpace, maar liefst 79% zit op YouTube, 72% op Twitter en 60% op Facebook. Uit het onderzoek is ook een totaalscore op te stellen en daaruit blijkt dat bij Noorderslag Laura Jansen als winnaar uit de bus komt, bij Eurosonic is dat The XX. Dit zijn de artiesten die dus momenteel het meest ‘hot’ zijn in de social media.

Homepage van 3FM Serious Request

DanceTV: de wereld van electronic dance op TV De tweede muziekstartup die een presentatie geeft, is DanceTV. Sytze Wiersma van DanceTV begint met een korte video waarin hij dit televisiekanaal introduceert. DanceTV is een full HD station dat zowel nationaal als internationaal opereert. Men wil een platform zijn voor de hele elektronische muziekindustrie als het gaat om videocontent. Festivals zijn booming business, er is veel materiaal en DanceTV biedt dat materiaal zoveel mogelijk aan. Het kanaal geeft ook inzicht in de wereld van electronic dance, de wereld achter de muziek.

Onderzoeksresultaten uit de Tribe Monitor

Ard Boer besluit zijn presentatie met een demonstratie van de service en laat via enkele screenshots zien wat er zoal te tracken is. Je kunt onder meer op een kaart tonen waar je Twitter-followers zitten. Tribe Monitor is nu alleen nog maar voor artiesten gemaakt, maar men denkt erover om de service te verbreden met onder meer LinkedIn zodat je bijvoorbeeld ook celebrities kunt volgen. Ook wordt er gewerkt aan een maandelijks Top 10-overzicht (“Ik zit maandag bij 3FM.”).

In 2010 wil men verder doorgroeien, het bereik is op dit moment nog niet groot. De markt Dance wordt in de televisiewereld nog niet als interessant gezien, maar dat gaat volgens Sytze Wiersma veranderen. Internationaal en new media zijn andere speerpunten, bij dat laatste gaat het onder meer om mobiele televisie, WebTV, video-on-demand en de inzet van social media.

Sytze Wiersma (DanceTV)

Er wordt op dit moment gesproken met een investeerder om deze groei mogelijk te maken.

Hoofdstuk 2. De kracht van muziekcommunities

21


Twones: muziek bookmarken, delen, ontdekken en verrijken Tim Heineke is de derde spreker, hij is een van de medeoprichters van Twones. Twones gaat kort gezegd over smaak: wie houdt van welke muziek. Hij heeft het over een post-mp3-tijdperk, muziek staat niet alleen op je iPod, maar ook op social networks en blogs. Je ziet dat context belangrijker is geworden dan content. Nu je alles kunt krijgen is het handig om te weten wat er belangrijk is. Onhandig daarbij is dat je muziek niet kunt bookmarken. De oplossing die Twones heeft bedacht is een muziek-bookmarker, dit met behulp van een simpele add-on die je aan je browser kunt toevoegen. Maar Twones doet meer, je kunt er niet alleen muziek

UPDATE Voor Twones valt het doek, Shuffler start Vanaf 9 juli 2010 bestaat Twones niet meer. In augustus lanceert het team achter Twones een nieuwe Nederlandse site: Shuffler.fm. Hier kun je continu luisteren naar liedjes op de wirwar aan mp3-blogs alsof het een webradiostation is. Shuffler laat je een genre kiezen, zoals folk, electronic, hiphip of lo-fi. Daarna begint de site met het streamen van liedjes van diverse blogs die bij die muzieksoort passen. ‘Het doel is iets simpels te maken waarmee je gemakkelijk op een visuele manier door coole muziekblogs kunt zappen,’ aldus Tim Heineke van Shuffler. De site indexeert welke liedjes tot bepaalde genres behoren en stelt op basis daarvan de kanalen samen. De site wil geld gaan verdienen met de verkoop van premiumaccounts met extra functies en onbeperkt afspelen, een iPhone- en iPad-app en een advertentienetwerk voor blogs. Verder werken Tim Heineke en consorten nog aan het toevoegen van duizend andere blogs, ondersteuning voor Soundcloud, YouTube en mogelijk ook Box.net, Mediafire en Topspin. Ook kunnen bezoekers uiteindelijk blogs toevoegen aan een eigen Shuffler-kanaal. Verder staat op de to-do list een mogelijkheid om afgespeelde liedjes automatisch naar Last.fm-accounts te laten sturen, zodat je kunt terugzien wat je nu ook alweer allemaal voorbij hoorde komen op Shuffler.

Tim Heineke (Twones)

Bron: Bright.nl

mee bookmarken, je kunt muziek ook delen, ontdekken en het kan je muziek verrijken als je iets aan het draaien bent. Twones herkent meer dan 70.000 websites. Je kunt met Twones ook muziek autoposten naar bijvoorbeeld Hyves of Facebook. Tim Heineke laat vervolgens zien hoe er dat op een aantal sites uitziet. Terwijl je muziek aan het luisteren bent, kun je deze ook verrijken. Je kunt tracken (volgen) wat voor buzz er over een artiest is, denk dan aan Twitter, concertdata en foto’s (Flickr). Twones is een ‘kostenefficiënte startup’: men heeft geen streamingkosten, geen licentiekosten en hoeft geen royalties in verband met optredens te betalen. Men probeert op de volgende manieren geld te verdienen: • Gratis versie voor eindgebruikers: beperkte functionaliteiten, bekostigd uit advertenties en leadgeneratie (concerttickets en downloads). • Betaalde versie voor eindgebruikers: speciaal voor heavy users met extra features en een kleine jaarlijkse bijdrage. • B2B advertenties: een ‘direct to fan ad program’ waarmee er direct gericht op fans geadverteerd kan worden (bijvoorbeeld muziek of concerten) en ook andere promoties kunnen worden gedaan. • B2B pro: data analytics, men heeft statistieken over artiesten, tracks, sitebezoek e.d., ook dat is natuurlijk geld waard. Twones is inmiddels ook gelanceerd en investeerders zijn onder meer Mojo en Live Nation.

22

iMMovator Cross Media Network

Homepage van Shuffler

22tracks: online jukebox met playlists in 22 genres De vierde startup die haar idee presenteert, is 22tracks, waarvoor Vincent Reinders en Gilles de Smit het woord doen. 22tracks is een online jukebox waarin je 22 genres kunt zien waarin weer 22 tracks staan die je vrijblijvend kunt beluisteren. Men brengt dus orde in de chaos en brengt nieuwe artiesten onder de aandacht. 22tracks is een streamingdienst waar je tracks kunt kopen. Er zijn 22 dj’s aan de site verbonden die elk in hun eigen genre een naam hebben opgebouwd.


Streaming is mede door de inzet van sponsoring betaalbaar. De dj’s die de kanalen ‘draaien’ worden op dit moment nog niet betaald. Er zijn op dit moment nog geen investeerders (het is een persoonlijk initiatief) maar men is wel op zoek naar investeerders.

Band On Demand: Connecting people

Vincent Reinders (22tracks)

Gilles de Smit (22tracks)

De site is openbaar toegankelijk, alleen als je van de gepersonaliseerde omgeving wilt gebruikmaken (om bijvoorbeeld eigen favorietenlijstje bij te houden) moet je je even registreren. Op 26 november 2009 was de lancering en inmiddels heeft men meer dan 2000 geregistreerde luisteraars. Op de site is een share up Twitter-button aanwezig waarmee je direct aan je vrienden/volgers kunt doorgeven wat je bezighoudt.

22tracks: openbaar toegankelijk

22tracks heeft op dit moment bijna 200.000 bezoekers per maand, vooral uit Nederland. Vanaf 11 november meet men hoe lang bezoekers op de site zijn, het gemiddelde van sites is 2 minuten, bij 22tracks is dat maar liefst 35 minuten. Verder worden er 2 miljoen streams per maand beluisterd.

Levie Hofstee is de bedenker van Band On Demand. Band On Demand is geen social netwerk maar een tool voor consumenten, bedrijven en bands om met elkaar in contact te komen. Men heeft een speciale focus op underground en aankomend talent. Band On Demand ‘drijft’ op andere socials en biedt in dit verband een widget aan en deelt content met mediapartners (radio, print, tv en internet). Tijdens de presentatie demonstreert Levie Hofstee hoe je op de site een initiatief start en wat er vervolgens gebeurt. Als bezoekers een interessant initiatief tegenkomen, kunnen ze daarop klikken en vervolgens bijvoorbeeld tickets bestellen. Als er genoeg aanmeldingen zijn, krijgt iedereen een reminder en kan de specimen ticket omgeruild worden in een printable ticket. Vanaf januari draait Band On Demand met een demoversie en wekelijks komen er nieuwe features. Op dit moment is alleen het consumentenaccount live, binnenkort komen daar ook de omgevingen voor bedrijven en bands bij. De presentatie wordt afgesloten met een liveoptreden van Big Boy Caprice.

Levi Hofstee (Band On Demand)

Big Boy Caprice

Er is maar beperkt tijd om een concert voor te bereiden, zo wordt in het vragenrondje duidelijk, op dit moment is dat vier weken.

22tracks is in onderhandeling met Buma/Stemra over de rechtenafdracht. De Nederlandse muziekindustrie draagt de site duidelijk een warm hart toe en heeft ook de mogelijkheid om aan te geven wanneer tracks niet online mogen komen (dat doen ze overigens nooit). Geld verdienen is natuurlijk ook een belangrijk punt, men is op zoek naar samenwerking met merken (er wordt gesproken met onder meer Heineken over advertising). Een andere inkomstenbron is iTunes, verwijzingen leveren 4% op. Uiteraard komt er ook een iPhone-app waarin alle functies van de site zullen terugkomen. Het is een uitdaging om hier een goed verdienmodel aan te koppelen, men is daar nog niet uit. Andere ambities voor 2010 zijn crossmedia (ook tv, mobiel en print) en uitrol in het buitenland op lokaal niveau (Berlijn, Parijs etc).

Hoofdstuk 2. De kracht van muziekcommunities

23


Fans kunnen zelf aangeven waar ze het liefst een concert zouden willen en proberen andere fans hierin mee te krijgen. Band On Demand heeft bewust gekozen voor de Nederlandse markt en er zijn vooralsnog geen buitenlandse ambities. Wel tonen buitenlandse bands interesse omdat ze graag een keer in Nederland, en in het bijzonder Amsterdam, zouden willen optreden.

2.3 Paneldiscussie Noorderslag: “Alles - behalve het optreden zelf - speelt zich online af” Het Cross Media Café (op locatie) werd afgesloten met een paneldiscussie onder leiding van Monique van Dusseldorp en Erwin Blom. Bente Bollman (Lowlands), Erik Luyten (Incubate festival), Matthijs Bobeldijk (Buma/Stemra) en Niels Aalberts (Kyteman, EHPO) vertelden vrijuit over de manier waarop ze social media inzetten of ermee te maken hebben.

Lowlands: verschuiving van eigen community naar Hyves en Facebook Bente Bollman (Marketing & Communications Manager van het Lowlands Festival bij Mojo Concerts) vertelt dat het voor Lowlands ontzettend belangrijk is om online aanwezig te zijn en in de social media aanwezig te zijn. Afgelopen keer heeft men zelfs geen flyers gedrukt en alleen – in verband met sponsorverplichtingen – posters gebruikt. Vrijwel alle aandacht ging dus naar so- Bente Bollman (Mojo Concerts) cial media en uiteindelijk hebben zich zo’n 20.000 mensen ingeschreven voor de eigen Llowlife community (die in 2007 van start ging). Deze community bleek echter niet zo heel actief, de groei was eruit en uiteindelijk werd duidelijk dat de aandacht vooral naar de bestaande generieke netwerken als Hyves en Facebook zou moeten gaan.

Lowlands op Hyves

Voor Lowlands bleek dat een fan al een Hyve was gestart en daarvan heeft men nu de login-gegevens zodat men ook actief kan meekijken en bijvoorbeeld spam kan verwijderen. Een groot verschil tussen de eigen community en netwerken als Hyves en Facebook is dat het in de eigen community een groot deel van het jaar stil is (het festival is immers maar drie dagen per jaar), dat is bij die andere twee heel anders. Op Hyves heeft men inmiddels ook 20.000 leden. Bij Facebook zijn dat er nog een stuk minder en is men ook samen met een fan aan het kijken hoe ze dat verder zullen doen. Bente Bollman benadrukt dat het belangrijk is om met een openID te werken.

Incubate festival: delen van best practices en co-creatie met bezoekers Erik Luyten (Senior Online Marketing & PR, Communications Development & Photography bij het festival Incubate) vertelt dat men in het afgelopen jaar het Social Festival Model ontwikkeld heeft. Het model is te vinden op SocialFestivalModel.org, hier kun je nagaan hoeveel geld men heeft, waar het vandaan komt, welke beleids- en marketingplannen men heeft, welke subsidieaanvragen er zijn gedaan etc. “Je bent gek, je gaat je concurrenten toch niet helpen?,” zo prikkelt Erwin Blom. Erik Luyten geeft aan dat ze de kennis graag willen delen en dat anderen op de site ook weer informatie kunnen toevoegen. Monique van Dusseldorp vraagt of men festivalgangers ook laat meedenken over de programmering van het festival. Erik Luyten geeft aan dat dit via UserVoice gebeurt, hier vraagt men of mensen tips hebben voor het programma of de nieuwe website. Er komen daar veel reacties binnen en bezoekers corrigeren en inspireren elkaar daar ook. Het voordeel van het opengooien is dat alles gefilterd wordt door de bezoekers zelf.

Lowlands op Twitter

24

iMMovator Cross Media Network

Erik Luyten geeft aan dat er ook een website is waar al-

Erik Luyten (Incubate)


Een van de aanwezigen in de zaal (ook van Incubate) geeft aan dat Buma/Stemra niet reageert op vragen die hierover aan de organisatie worden gesteld. Matthijs Bobeldijk geeft aan dat men dit wel probeert, maar dat het niet altijd lukt. Ook is de Auteurswet niet altijd duidelijk als het gaat om de inzet van nieuwe technologie. Elke casus moet eigenlijk opnieuw bekeken worden. Men is eind 2009 wel degelijk hard bezig geweest om met een aantal marktpartijen (waaronder dus YouTube) duidelijkheid te geven en dat is dus gelukt.

Het panel, met v.l.n.r. Bente Bolleman (Mojo Concerts), Erik Luyten (Incubate), Matthijs Bobeldijk (Buma/Stemra), Niels Aalberts (EHPO) en moderator Erwin Blom (The Crowds)

lerlei zaken, zoals bijvoorbeeld biografieën, kunnen worden geupload. Op het festival waren zo’n 5.000 bezoekers, zo’n 300 (8%) daarvan zijn ook actief op de site geweest.

Buma/Stemra: op zoek naar balans tussen promotie en commercie Matthijs Bobeldijk van Buma/Stemra begint, op verzoek van Erwin Blom, met een uitleg wat er nou wel of niet geshared mag worden. Hij vertelt dat Buma/ Stemra een achterban heeft van 18.000 auteurs waarbij Buma/Stemra er mede voor zorgt dat deze mensen ook geld kunnen verdienen met het schrijven van liedjes. Deze auteurs zitten natuurMatthijs Bobeldijk (Buma/Stemra) lijk zelf al op internet. Aan de andere kant zijn er natuurlijk platforms die het mogelijk maken om die muziek te delen, soms zijn dat de auteurs die dat doen, soms zijn dat anderen. Buma/ Stemra probeert ervoor te zorgen dat er dan ook een vergoeding wordt betaald. Bij het gebruik van social media probeert men de vergoeding voor het gebruik van muziek zoveel mogelijk met de verschillende platforms te regelen, dit zodat de gebruikers er zo min mogelijk last van hebben. Zo is er recent bijvoorbeeld een afspraak met YouTube gemaakt. Voor zalen houdt dit in dat er meerdere mogelijkheden zijn. Filmpjes op YouTube vallen onder de regeling met YouTube, op het moment dat een zaaleigenaar zelf gaat streamen, is dat een vorm van muziekgebruik waarvoor betaald moet worden. Bente Bollman (Lowlands) vraagt of dit ook een wens van de artiesten zelf is, veel artiesten willen filmpjes graag inzetten om zelf bekend te worden. Matthijs Bobeldijk geeft aan dat men hierover onderzoek heeft gedaan bij de eigen achterban: wanneer vindt men dat er sprake is van promotioneel gebruik en wanneer van commercieel gebruik? Uiteindelijk gaat het natuurlijk ook om wat het verdienmodel van de componist is.

Matthijs Bobeldijk geeft aan dat er ook binnen de groep van rechthebbenden nog discussie plaatsvindt en dat men daar nog steeds niet uit is. Hoe moet je Facebook bijvoorbeeld zien? Erwin Blom geeft aan dat je als componist eigenlijk per nummer moet kunnen aangeven wat je graag wil, dat zou met de nieuwe technologie toch mogelijk moeten zijn. Vooralsnog is dit echter niet het geval en heeft Buma/Stemra alles op één manier voor iedereen geregeld.

Kyteman: niks verbieden en vooral veel communiceren Niels Aalberts (manager van Kyteman en blogger op Eerste Hulp bij Plaatopnamen) geeft aan dat social media bijzonder belangrijk zijn geweest bij het succesvol worden van Kyteman. Een van de basisregels die men heeft toegepast is dat er niets verboden was. Er is dus materiaal op talloze plekken terecht gekomen. Zo zijn er enkele fans die met een professionele camera allerlei jams hebben vastgelegd en op YouTube hebben geplaatst. Verder is het de kunst om heel snel te antwoorden op allerlei vragen die via de website of Twitter worden gesteld. Dus voortdurend in contact blijven met je fans. Kyteman twittert zelf niet veel, maar via Hyves, de website, de blog en het Twitter account van Niels Aalberts zelf (EHPO) wordt er volop gecommuniceerd. Er worden op die manier veel inzichten gegeven in wat er backstage gebeurt; soms is dat niet meer dan een verzameling van foto’s die met de iPhone gemaakt worden, maar mensen blijken dat heel erg leuk te vinden. Verder is het “vooral je mond houden over dingen die niet mogen”. Een terugblik op 2009 laat mooie resultaten zien: er zijn van Kyteman 45.000 albums en 10.000 DVD’s verkocht, 150.000 mensen hebben Kyteman op het podium gezien en 5 miljoen mensen hebben hem op tv gezien. Niels Aalberts (EHPO) En dat allemaal met een marketingbudget van welgeteld 53,10 euro, overigens ingezet voor een SMS-actie (Noorderslag-festival van een jaar geleden). “Dat is nog eens een aardige return on investment!” Het draaide bij dit alles om de ‘onweerstaanbare’ liveshow, daar moesten mensen elkaar over gaan vertellen en dat is op deze manier erg goed gelukt. Twitter is in dit alles erg belangrijk, Niels

Hoofdstuk 2. De kracht van muziekcommunities

25


Aalberts geeft aan het einde nog een voorbeeld van hoe het werkt op company-gebied (de adequate reacties van NS Hispeed bij vragen via Twitter en hoeveel positieve verhalen hij er via dit soort presentaties vervolgens al over heeft verteld).

Bente Bolleman (Mojo Concerts) en Erik Luyten (Incubate) over Twitter

Twitter-pagina van NS Hispeed

Een ander voorbeeld is de Twitterhashtag #Kyteman waarmee mensen de shows kunnen volgen en erover kunnen praten. Dat gebeurt allemaal gratis, er hoeven geen marketingbureaus voor ingehuurd te worden en “... het is allemaal positief!” Bente Bollman (Lowlands) geeft aan dat het maar om een kleine groep gaat. Niels Aalberts reageert met de stelling dat het hier wel gaat om de mensen die of heel positief of heel negatief zijn, en dat is waar hij in geïnteresseerd is. Bente Bollman vindt wel dat er op dit moment wat te veel op Twitter gefocust wordt en dat je zaken in perspectief moet zien. Bij Lowlands is Hyves momenteel het belangrijkst, maar ook Twitter komt sterk op (4.000 volgers op Rapid_Razor_Bob). Rapid Razor Bob ging op een bepaald moment steeds meer festivals af en twitterde daarover. Dat liep op een bepaald moment wat uit de hand, toen hij vanaf Pinkpop twitterde, kwamen er veel reacties binnen dat mensen zich niet meer in het karakter herkenden. Vanaf dat moment heeft Bente Bollman de strategie bijgesteld. Niels Aalberts geeft aan dat Twitter bij Kyteman wel erg belangrijk is, maar in feite dus ook anders wordt ingezet. Vanuit de zaal komt de vraag of het niet ontzettend veel tijd kost, dat twitteren. Bente Bollman bevestigt dit, je moet het ook echt

Het panel bespreekt goede en slechte voorbeelden van gebruik van social media

26

iMMovator Cross Media Network

leuk vinden want anders houd je het niet vol. Hij heeft tijdens werk ook Tweetdeck open staan en als hij even geen zin heeft om wat anders te doen, stort hij zich op Twitter. Twitter is een-op-een communicatie die heel persoonlijk is en wat hem betreft op het randje van marketing zit. “Ik gebruik het niet om kaartjes te verkopen.” Niels Aalberts geeft aan dat Twitter van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat aanstaat en dat hij er zich “redelijk in verloren heeft.” Matthijs Bobeldijk (Buma/Stemra) sluit af met een laatste voorbeeld. Men wil graag de liedjesschrijvers die men vertegenwoordigt meer faciliteren en ondersteunen bij het inzetten van hun talent. Men heeft aan tien grote internationale songwriters gevraagd of men met tien talentvolle Nederlandse schrijvers de studio wilde ingaan. Voor dit geheel is de site Dutch Writers Camp opgezet, “een internationale wedstrijd om talentvolle tekstschrijvers, componisten en producers een springplank te bieden naar de internationale schrijverstop.” Met dit voorbeeld komt er een einde aan dit eerste Cross Media Café van 2010. De paneldiscussie leverde interessante inzichten op in hoe de bakens in de muziekindustrie verzet zijn. Artiesten als Kyteman en festivals als Lowlands en Incubate maken volop gebruik van de mogelijkheden van social media, op dit moment het krachtigste instrument om fans te bereiken en te betrekken. Het gaat daarbij vooral om inzet in de vorm van passie en minder om een investering in geld. Buma/Stemra probeert ondertussen de belangen te blijven behartigen van alle artiesten, waarbij het de uitdaging lijkt om op dit vlak in de toekomst meer maatwerk te bieden. Ook kwamen er boeiende presentaties van Nederlandse muziekstartups aan bod. Stuk voor stuk indrukwekkende en veelbelovende initiatieven waarvan er ongetwijfeld een paar echt succesvol zullen worden.


3. Van medium tot winkel Cross Media CafĂŠ over webshops Cross Media CafĂŠ Van medium tot webshop Datum: 2 februari 2010 Locatie: studio 31, Media Park Hilversum Samenvatting en PowerPoint presentaties: http://www.immovator.nl/cross-mediacafe-van-medium-tot-winkel 245 inschrijvingen

Hoofdstuk 3. Van medium tot winkel

27


3. Van medium tot winkel inleiding door Peter Olsthoorn

Media de handel in Kranten lopen veel harder met eigen webwinkels dan publieke omroepen, die tegen de grenzen van de Mediawet aanlopen. Voor commerciële omroepen biedt ‘e-commerce’ juist wel weer perspectief. De bezoekers van het Cross Media Café Van medium tot winkel ondergingen met genoegen de einddiscussie met Rob Haans (uitgever De Volkskrant) en Gert-Jan Oelderik (directeuruitgever van NRC Media). Beiden zijn inmiddels weg bij hun baas, maar bouwden aan snel groeiende webwinkels, die ook onderlinge concurrenten zijn. Rob Haans zette de toon met de mededeling dat de webwinkel van De Volkskrant in 2009 zo’n negen miljoen euro omzet draaide met 20% winst, terwijl Gert-Jan Oelderik geen cijfers durfde te noemen. Hij verwachtte wel een groei van de bijdrage van de handel tot 15% van de totale omzet van de uitgever. En ook: maar liefst 80% van de abonnees kocht al in de NRC-winkel. De Volkskrant kende in 2009 een groei van de omzet van 70% ten opzichte van 2008. De Volkskrant kon de groei bereiken dankzij betere marketing, bijvoorbeeld toepassing van zoekmachineoptimalisatie en Adwords om bijvoorbeeld de Bob Dylan cd-serie te verkopen. NRC kan inspelen op een welgestelde doelgroep die bijvoorbeeld ook producten koopt met hoge marges, zoals congressen en reizen. Deze categorie heeft volgens Gert-Jan Oelderik ook een sociale attractie: lezers ontmoeten gelijkgezinden en het groeit wellicht richting community-achtige verkoop.

Onafhankelijke redacties Bij NRC is de redactie in principe niet betrokken bij de selectie van producten en bij De Volkskrant nadrukkelijk wel, zoals bij de selectie van film- en muziekseries voor de winkel en zelfs wijnen. De NRC-redactie wil volstrekt onafhankelijk blijven van winkelselecties, teneinde de schijn van partijdigheid met bijvoorbeeld recensies te vermijden. Volgens Rob Haans ondergaat de redactie inhoudelijk geen invloed van het helpen bij productselectie voor de winkel. De kracht van zowel NRC als De Volkskrant vormt de advertentieruimte die grootschalig in te zetten is voor de eigen winkel, onder eigen vlag en wimpel. NRC rekent een gereduceerd tarief voor die interne reclame. Beide titels kregen nieuwe eigenaren, NRC Media ging naar investeerder Egeria, De Volkskrant naar De Persgroep in België. Volgens Gert-Jan Oelderik bood tv-zender Het Gesprek (later in 2010 bankroet) als nieuwe zuster een extra kanaal om de eigen producten aan te bieden. Rob Haans zei dat hij de retailkennis

28

iMMovator Cross Media Network

en -ervaring van de Belgische eigenaar De Persgroep zeker ook zou gaan toepassen, iets dat zuster AD al deed met megaaanbiedingen.

Uitgevers Alexandra Jankovich van adviesbureau Spark & Co etaleerde tijdens dit Café haar grote kennis van ‘derde geldstromen’ bij uitgevers, naast advertenties en abonnementen. Een sterk merk, eigen content, reclameruimte, minder afhankelijkheid van adverteerders in slechte tijden en toegang tot vele huishoudens vormen redenen voor om in detailhandel te stappen. Inkoop en verkoop worden volgens Alexandra Jankovic het algemeen zelf gedaan, productie uitbesteed. Kranten haalden in 2009 volgens Alexandra Jankovich een extra inkomstenstroom van 2 tot 5%, tijdschriftenuitgevers soms nog meer. Assortimenten verschillen zeer. De Volkskrant en Trouw kiezen vooral voor boeken, dvd’s en cd’s, Wegener kiest voor producten met een hoge marge zoals reizen, tickets en wijn terwijl NRC meer in cultuurproducten handelt.

Sanoma niet Er zijn volgens Alexandra Jankovich redenen genoeg voor media om de handel links te laten liggen: risico op merkafbreuk, hoge investeringen, organisatieproblemen en concurrentie met eigen adverteerders. Dus sommige uitgevers zien ervan af, of minderen. Zo verkoopt Het Parool nog louter eigen boeken. Sanoma Uitgevers ziet er niet langer brood in om van artikelverkoop een speerpunt te maken. De reeds decennia durende verkoop van dekbedovertrekken leidde niet tot een grotere opzet van e-commerce-activiteiten. “De inspanningen die je ervoor moet doen, wegen niet op tegen de opbrengsten. Vroeger waren daar hoge marges mee te behalen, maar nu biedt de Hema ook exclusieve dekbedhoezen en andere producten tegen lage prijzen,” zo verklaarde Rémy Kluizenaar, manager Consumer & Trade Marketing bij Sanoma in Hoofddorp. Dat bladen en hun websites een goedkoop marketingkanaal vormen voor de handel is een misvatting volgens Kluizenaar: “Kranten drukken die pagina’s toch, maar bij bladen kun je bij minder advertenties ook wat minder redactie doen en dan per vier pagina’s minder drukken. Dat levert meer op dan de winst op die producten vandaag de dag.” Zester.nl, de in 2004 voor de gezamenlijke Sanoma-titels opgezette webwinkel voor artikelen en abonnementen, beperkt zich


door derden. “Derden, bijvoorbeeld Van der Valk, organiseren reizen en wij maken opnames ervan voor in dit geval het TROS Muziekfeest,” aldus de woordvoerster van de TROS. De omroep ging dus in beroep maar verloor dat ook. Het is volgens de TROS belangrijke ledenbinding. “Onze achterban heeft behoefte aan dat soort reizen, de artiesten gaan graag mee en wij kunnen er een graag gezien programma van maken.”

Geldzaken

Homepage van Zester

nu tot de laatste categorie en draait daarmee wel goed. “We staan in de Twinkle top-100 e-commerce sites met Zester,” aldus de woordvoerster. Dat concurrent Sanoma juist de handel staakte wegens gebrek aan inkomsten, vond Rob Haans van De Volkskrant begrijpelijk. Maar je moet wel inspanningen leveren om dit ‘spelletje’ te leren spelen, inclusief de logistiek. Je moet volgens Rob Haans een selectieve winkel blijven, die past bij de doelgroep. Daar heeft Sanoma, vermoedt hij, het met zoveel titels en doelgroepen juist moeilijk mee gehad.

Publieke Omroepwinkels verkennen grenzen Webwinkels bij de Publieke Omroep ontwikkelen zich veel minder snel dan die van de dagbladen. Dit is het gevolg van wettelijke beperkingen en/of gebrek aan ambitie, bij de commerciële omroep ligt dat anders. De wet bepaalt dat de publieke winkels • geen schade mogen toebrengen aan hun hoofdtaak; • kostendekkend moeten worden uitgevoerd; • niet concurrentievervalsend mogen zijn en marktconforme prijzen moeten voeren; • een relatie moeten hebben tot de programma’s. Dat laatste betekent dat in de webwinkel van de omroep alleen producten worden verkocht die een relatie hebben met een programma of de betreffende omroep. Dus de TROS mag dvd’s van André Rieu verkopen, want zendt zijn concerten uit, maar Omroep MAX mag dit niet. Eigen vastleggingen (dvd en cd vooral), boeken, spellen en promotiemateriaal van eigen programma’s mogen worden verkocht. EO en NCRV mogen Bijbels verkopen, de KRO ook Mariabeelden. Het Commissariaat oordeelde in een eerste inventarisatie in 2008 dat het voor het grootste deel wel snor zat met het assortiment. Aanvaringen waren er met de TROS die bekend staat vanwege het verkennen van de vaak gecompliceerde wettelijke grenzen aan omroepen. In 2009 kreeg de TROS een boete van 35.000 euro opgelegd van het Commissariaat voor de Media in verband met een cruisereis van Alle fans aan dek naar Mexico en Florida in november en december 2007. De TROS maakte zich dienstbaar aan winst

Nevenactiviteiten moeten kostendekkend worden verricht. Dit moet administratief controleerbaar, evenals het feit dat de producten in de webwinkel tegen marktconforme prijzen moeten worden. Dat laatste zat wel goed, volgens het Commissariaat. Over geldstromen wilden de omroepen noch de omroepen zelf veel zeggen. De VPRO gaf tijdens het Café bij monde van Bert Stekelenburg, manager Operations Marketing & Communicatie wel cijfers: 15% marge op een omzet van ongeveer een miljoen euro per jaar. Daarvan komt de helft uit de eigen webwinkel en de andere helft van de productie van eigen dvd’s van populaire programma’s als Jiskefet die via andere winkels worden verkocht. Commercie en cultuur gaan hier hand in hand. Volgens Bert Stekelenburg moeten nieuwe uitgaven ook kostendekkend zijn en de goedkeuring wegdragen van het Commissariaat vanwege de ‘meldingsplicht’ die sinds vorig jaar bestaat. “We mogen de markt niet verstoren, daar komt het op neer.”

Vooral ledenbinding Bert Stekelenburg noemt behalve de inkomsten ‘ledenbinding’ een belangrijk element van de winkel, maar ook cultuurbehoud. Frank Weijers, manager Business Affairs van de KRO, verwoorde de mening van veel omroepen: een webshop is er vooral om de ledenbinding te stimuleren en de inkomsten zijn mooi meegenomen. Commercieel hield het niet over volgens Frank Weijers: “De groei is marginaal en de dvd-prijzen staan flink onder druk. We zijn ook een dermate kleine speler dat we tegen de groten met een breed assortiment zoals Bol.com niet kunnen opboksen.”

BNN en EO De BNN Shop is net als die van veel omroepen verzorgd door Shopservices.nl, een dienstverlener. De winkel bood de succesdvd van de Lama’s, maar ook veel kleding, met tientallen T-shirts van de omroep, zender 101 en van programma’s. De categorie ‘overige’ bevatte naast het Lama Bordspel de ook de vibrator van het programma Spuiten & Slikken. Dit alles was echter exclusief voor leden, zegt Marketeer Julia Bol van BNN. “Het afgelopen jaar heeft voornamelijk in het teken gestaan van ledenwerving. We hebben in totaal zo’n 75.000 nieuwe leden geworven die onder meer via deze winkelsite kwamen en een cadeautje konden kiezen.” BNN was de winkel net weer een beetje en het optuigen, maar werd volgens Julia Bol begrensd door de regels van het

Hoofdstuk 3. Van medium tot winkel

29


Webshop van BNN

Webshop van MAX

Commissariaat voor de Media: “We kijken goed naar het toezicht tot nu toe, ook natuurlijk met betrekking tot de straffen van de TROS. Voorlopig zijn we voorzichtig. Ja, het is een heel netwerk van regels waar je je aan moet houden, vooral wat betreft mogelijke concurrentievervalsing.”

mogen alleen nog verkopen wat gerelateerd is aan programma’s of op enigerlei wijze relevant is voor programma’s,” zei Ellen Opmeer, in Zoetermeer verantwoordelijk voor de handel van MAX.

Gezien de beperkingen van de regels geloofde Julia Bol niet dat de webwinkel een melkkoe zou worden: “Het is geen verdienmodel, maar meer een service aan de leden. Dat is anders dan bij SBS6 en NET5 die veel moeten verdienen aan de winkel en bijvoorbeeld ook veel banneren.” Geen vibrator in de EO Shop, maar wel drie aparte categorieën, Geloof’, ‘Bijbelstudie’ en ‘Waarom Jezus?’ met onder meer het Nationale Bijbelquiz-bordspel en Kaarten op Tafel deel 2 – (‘Leer elkaar kennen door vragen te beantwoorden die de essentie van het Christen zijn raken’). Het zijn producten die bij de EO op tv of radio kwamen, want de EO wilde geen grenzen verkennen van wat wel en niet mocht.

Webshop van de EO

Daarentegen was Omroep MAX met haar Winkel van Sinkel breed gesorteerd in een klein assortiment met dvd’s van sterren op leeftijd als Helmut Lotti en Pia Beck tot cd’s van Willeke Alberti, Liesbeth List, Demis Roussos en Edwin Rutte. Kan dat, of is het te breed? “Het moet een relatie hebben met de omroep. We merken dat het Commissariaat daar steeds meer op let. We

30

iMMovator Cross Media Network

Wat betreft de cadeaus bij ledenwerving, waar de relatie nog duidelijker moet zijn, is MAX al een keer aangesproken. “We hadden bijvoorbeeld André Rieu, maar die is eigenlijk van de TROS dus die dvd’s mochten we niet meer weggeven. Frank Sinatra en Edith Piaf hadden in het kader van ledenwerving ook te weinig relatie met de omroep, zo oordeelde het Commissariaat. Wij zijn echter van mening dat wij cadeaus en artikelen uitzoeken die specifiek voor onze doelgroep interessant zijn. We zijn nog in gesprek hierover met het Commissariaat, ook over de gevolgen hiervan voor de webwinkel,” zei Fiona Arens, Hoofd Strategie en Beleid. MAX verdiende iets aan de winkel, maar het hield niet over. Cijfers kwamen er niet, ook niet van de NCRV. “Het is redelijk stabiel. Met de inzet van Google Ads de laatste tijd neemt het wat toe. Vooral de NCRV-klassiekers op dvd doen het goed, zoals Het Wassende Water, maar ook de Engelse musicals en de kostuumdrama’s op dvd,” aldus Yvonne Buitenhuis, Teamleider Marketing van de NCRV. Omzet is niet het belangrijkste: “Natuurlijk moet de winkel ook een goed resultaat draaien, maar aan het gevoel bij de NCRV te horen, moet de website inclusief de webwinkel ook belangrijk bijdragen. Ik denk dat iedere omroep daar wel naar kijkt.” De VARA-shop had een gevarieerd assortiment verkrijgbaar, met bijvoorbeeld ook het boek Niemands Land van ex-voorzitter Marcel van Dam, het Giel Beelen petje en het eigen tijdschrift Kassa. Hoofd Sales Harry Meulman noemde geen cijfers: “De groei verloopt in een trager tempo dan ik zou willen. De dvdmarkt staat onder druk, en zeker ook de marges. Het meeste komt nog binnen via derden die de dvd’s en cd’s van de VARA, zoals Kinderen voor Kinderen, voor ons distribueren naar de groothandel en retail. Daar komt veel meer uit dan uit de webshop.” Marketing is beperkt: “Wij kunnen weinig zelf reclame maken aansluitend op de programma’s. We zouden de Ster ervoor kunnen benutten maar daarin zijn we behoudend want dat is kostbaar en we werken toch met publiek geld. We scheiden commercie en redactie strikt,” aldus Harry Meulman.


Harry Meulman stelt vast dat de scheiding tussen redactie en (web)handel bij veel kranten wegvalt: “Dat is bij De Volkskrant wel een ander verhaal. Daar wordt de handel ook gedreven door de redactie. Het is soms eng te zien hoe dicht dat bij elkaar komt. Wij zijn daar zuiver in.” Je zag bijvoorbeeld recent bij De Volkskrant krantenartikelen over de serie Tweede Wereldoorlog waarnaast direct de dvd-serie werd aangeprezen. De omroepen zien ook met lede ogen hoe makkelijk de kranten pagina’s kunnen benutten voor het aanprijzen van producten. Die zetten ze nu in zulke grote aantallen af dat ze dvd- en cd-series in eigen beheer kunnen produceren.

dag en ook een prijsvergelijker voor energie. “In samenwerking met onze partners bieden wij producten tegen hoge kortingen aan op de site. Als je een product bestelt op Vanvoordeel.nl dan ga je een transactie aan met een van onze partners.” SBS heeft in 2010 voor SBS6, NET 5 en Veronica winkels aangepast aan het ‘zenderprofiel’, zei de manager Publishing, Licensing & Merchandising Michael La Grouw. In de rood-zwarte SBS6-shop, de roze NET 5-shop en de zwart-blauwe Veronicashop worden steeds eerst dvd-series vertoond van de populaire programma’s in die serie. Kijkers kunnen die online bestellen en via een 0900-nummer. De omzet ging crescendo: “We zien dezelfde pieken en dalen als in de gewone retail, maar de trend is onmiskenbaar stijgend, wij verwachten dan ook dat onze online shop-activiteiten een steeds belangrijker deel van onze non-spot omzet zal uitmaken,” zei Michael La Grouw. Hij verwachtte veel van de sinds twee maanden achter alle drie de merken geopende ticketwinkel: “Het begin is hoopvol. We verwachten er veel van. Het is nu nog een omgeving elders, middels een zogenaamde iframe-constructie, maar vanaf medio mei brengen we dat volledig geïntegreerd onder in de eigen zendersites. De ticketshop wordt verzorgd door Accepte/Pylogic en Ticketcounter.”

Webshop van de VARA

Commerciële omroepen innoveren Anders dan de publieke omroepen hebben de commerciële omroepen alle ruimte om handel te drijven. Tot voor kort kwam daar niet veel van terecht, maar de omroepen kwamen juist eind 2009 en in 2010 aardig uit de startblokken.

Belangrijker nog zijn de nieuwe afspraken voor de afhandeling van de bestellingen met MerchandisingDirect. “We zijn in samenspraak met onze logistieke partner MerchandisingDirect op zoek naar een model waarbij de bezorgkosten over de hele linie omlaag kunnen. Want we willen in alle gevallen tenminste zo gunstig kunnen aanbieden als Bol.com.”

Inmiddels heeft RTL een eigen winkel onder de naam Vanvoordeel.nl, die door partners als Outlet Planet wordt verzorgd. RTL biedt luxe artikelen, weekendjes weg, een aanbieding van de

Michael La Grouw noemt in deze zelfs de term ‘Bol-conform’, wat duidt op de standaard die Bol.com kennelijk zet in de amusementshandel. Wel een voorsprong heeft SBS waar het gaat om downloads, waarmee een begin werd gemaakt met Veamer. SBS Music Downloads werd geleverd door Aim4Music. “Gebruiker geeft door het accepteren van deze Overeenkomst toestemming aan SBS en Aim4Music tot het registreren en gebruiken van zijn gegevens voor de verbetering van de dienstverlening en voor het gericht aanbieden van nieuwe producten.”

Webshop van RTL: Vanvoordeel.nl

Webshop van SBS

RTL werkte in 2010 nog met Bol.com in affiliate marketing: de winkel van Bol had een grote etalage RTL.nl en andere sites en RTL kreeg een percentage van de verkopen.

Hoofdstuk 3. Van medium tot winkel

31


Het eerste (Hilversumse) Cross Media Café van 2010 heeft als thema Van medium tot winkel. Onder leiding van Monique van Dusseldorp en Peter Olsthoorn keken tussen de 200 en 250 bezoekers naar manieren waarop Nederlandse mediabedrijven geld proberen te verdienen met e-commerce. In het eerste deel van de bijeenkomst presenteert Freek van ’t Ooster de iMMovator-plannen voor 2010. Het netwerk is inmiddels 6.000 mensen groot en het bruist er van de nieuwe initiatieven. ECP, TNO en GfK zijn recent als participant tot het netwerk toegetreden.

3.1 Webshops van de omroepen: Nog veel werk aan de winkel Peter Olsthoorn heeft zich in de afgelopen weken verdiept in de zogenaamde derde geldstromen bij de omroepen. We hebben het dan over de webwinkels van tv-organisaties. Uit zijn analyse komt dat het onderwerp bij de publieke omroep over het algemeen nog niet echt veel voorstelt, bij de commerciële omroep ligt dat anders. KRO, VPRO en Discovery doen aansluitend op de presentatie een boekje open over hun online shopactiviteiten.

Peter Olsthoorn

Het Commissariaat voor de Media heeft drie hoofdregels bepaald: • Het mag geen schade toebrengen aan je hoofdtaak. • Het moet kostendekkend worden uitgevoerd. • Het mag niet concurrentievervalsend zijn en moet tegen marktconforme prijzen worden aangeboden. De meeste webwinkels lijken daar wel aan te voldoen. Er zijn twee omroepen die wel wat meer over cijfers wilden vertellen (VPRO en KRO, deze komen later vanmiddag nog aan bod), de rest gaf niet thuis.

• AVRO: Deze omroep heeft een webshop die voor iedereen toegankelijk is. Het aanbod is erg voorspelbaar. • BNN: De BNN Shop is alleen geopend voor leden, de shop biedt onder meer vibrators te koop aan. • EO: De EO Shop is opvallend genoeg ook op zondag open. • KRO: In de webshop zijn afgelopen jaar 30.000 artikelen verkocht, religieuze producten lopen erg goed en de winkel is met name bedoeld voor leden. • MAX: Het commissariaat heeft hier verboden dat bijvoorbeeld André Rieu verkocht mocht worden. • NCRV: Hier blijkt André Rieu wel te koop, maar dat hangt vermoedelijk samen met een tv-programma dat men ooit over deze artiest uitgezonden heeft. • TROS: De eerste reactie van de TROS was dat men geen webshop heeft. Bij TrosKompas blijk je echter wel twee producten te kunnen kopen (restproducten van de ledenwerving). Daarnaast heeft men een filmwinkel, hier blijkt een Hilversums bedrijf (Movie Moguls) achter te zitten. Het is duidelijk dat de TROS ook hier weer de grenzen probeert te verkennen. Via de website van de TROS kom je ook op Voordeeluitjes.nl, dat schijnt een gewone adverteerder te zijn. • VARA Shop: Een van de categorieën van deze shop blijkt leeg te staan. Populaire artikelen zijn onder meer een omslag van de VARAgids en een Giel Beelen-pet. • VPRO: Hier is een eigen winkel opgetuigd en men kiest er bewust voor eigen producten. De omzet in 2008 was 700.000 euro en in 2009 500.000 euro, een flinke terugval (mede door dvd-marges). • RTL: Werkt met een affiliatieovereenkomst met Bol.com, daar wordt prominent naar gelinkt, al laat de techniek het af en toe afweten. • SBS: Men heeft hier een webwinkelstrategie uitgezet en voor elk van de drie merken een eigen webshop ingericht. De verkoop wordt door derden gedaan, SBS heeft daar geen omkijken naar. • Discovery: Heeft een Gameshop met een omzet van 5.000 euro per maand. De conclusie: webwinkels hebben bij commerciële omroepen een belangrijke toekomst, bij publieke omroepen lijkt het er niet toe te doen. Je kunt het dan misschien ook maar beter achterwege laten, aldus Peter Olsthoorn.

Ervaringen KRO, VPRO en Discovery De KRO (Frank Weijers, Manager Business Affairs van de KRO) heeft vooral een webshop om de ledenbinding te stimuleren en de inkomsten zijn mooi meegenomen.

De webshop van de KRO

32

iMMovator Cross Media Network

Frank Weijers (KRO)

De VPRO heeft een marge van ongeveer 15% op haar webshopactiviteiten, zo geeft Bert Stekelenburg (manager Operations Marketing & Communicatie van de VPRO) aan. Bert


De webshop van de VPRO

De Gameshop van Discovery

Stekelenburg benadrukt dat de VPRO ook uitgever is, men zit zelf bijvoorbeeld achter veel dvd’s die men ook via de eigen winkel wil verkopen. Het gaat om een redelijk belangrijke nevenactiviteit. De totale omzet van dit deel is ongeveer één miljoen euro, de helft daarvan gaat via de webwinkel.

Marco Gijsen (Sales Manager Brand Partnerships bij Discovery Networks Benelux) geeft aan dat Discovery veel succes heeft met haar Gameshop, die blijkt namelijk goed aan te sluiten bij de kijkersgroep. Marco Gijsen (Discovery )

Bert Stekelenburg (VPRO)

UPDATE Discovery

UPDATE VPRO De webwinkel van de VPRO (winkel.vpro.nl) is in het najaar 2010 volledig van uiterlijk, maar ook van functionaliteit, veranderd. Beter dan voorheen is de winkel in staat kortingen te bieden aan specifieke klantgroepen en bij een aantal artikelen biedt de winkel een preview van het beeldmateriaal. Het toevoegen van beeld- en geluidsfragmenten wordt uitgebreid. Afgelopen jaar heeft ook de VPRO de gevolgen van de financiële crisis en het teruglopen van de consumentenbestedingen gemerkt. Omdat de VPRO ook zelfstandig uitgever is van dvd’s, cd’s en een aantal merchandise-artikelen was goed te voelen dat de retail minder risico nam: eerst de voorraden verkopen en kleinere aantallen (nieuw) product afnemen. Dankzij de eigen nieuwe webwinkel is de verkoop direct aan de klant redelijk op peil gebleven. Opvallend daarbij is dat zowel producten in het duurdere segment zoals de luxe dvdbox van Beagle, de nieuwe dvd-box van Van Kooten en De Bie en de nieuwe Wim Kayzer, als nieuw gecombineerde sets van bestaande dvd’s (zoals In Europa en de series van Jelle Brandt Corstius) en de aanbiedingen het goed doen. In 2011 wordt de winkel uitgebreid met een downloadshop. De voorbereidingen hiervoor worden momenteel getroffen.

De Gameshop blijft het goed doen bij de vaste kijkers van Discovery. De hoeveelheid bezoekers en verkochte games is sterk afhankelijk van het verschijnen van grote titels. Red Dead Redemption van Rockstar was erg succesvol in het voorjaar. Opvallend omdat daar geen speciale aanbieding voor gevoerd was. Het zomerseizoen is in gamesland niet al te sterk. Discovery heeft dit deels opgevangen door een crosspromotie te doen met Sony Pictures in het kader van de release van de spionage-actiefilm Salt met Angelina Jolie: bij elke bestelling voor een PlayStation 3-spel ontving de koper twee bioscoopkaartjes. Er was een sterke opleving met Microsofts Halo Reach in september en de daaropvolgende toppers Medal of Honor, Star Wars TFU II en Call of Duty Black Ops in oktober/november. Hoewel Vlamingen doorgaans nog niet zo vertrouwd zijn met online aankopen als de Nederlanders, werkt de Gameshop voor Discovery Channel Vlaanderen ook steeds beter. De laatste ontwikkelingen zijn het uitbreiden van de Gameshop naar andere regio’s waar Discovery Channel actief is in samenwerking met de Nederlandse partner 12Game.com. Ook in de toekomst blijft Discovery Networks Benelux gespitst op nieuwe samenwerkingen met e-tailers, aangezien de combinatie van een online winkel op onze site en on-air ondersteuning met tv-commercials veel (commerciële) kansen biedt.

Hoofdstuk 3. Van medium tot winkel

33


Frank Weijers (KRO), Bert Stekelenburg (VPRO) en Marco Gijsen (Discovery) in gesprek over webshops van omroepen

Discovery heeft tien miljoen kijkers per maand waaronder zeven miljoen mannen die veel gamen en ook games downloaden. De directe gameomzet is 5.000 euro per maand (met een piek van 25.000 euro in december). Men maakt extra sales door het verkopen van iets extra’s, bijvoorbeeld via T-shirts of petten. De shop heeft zo’n 20.000 unieke bezoekers per week. Sommige partijen (zoals Dell en Domino pizza’s) adverteren in de gamecommercial, ook daaraan wordt verdiend. De VPRO maakt veel gebruik van free publicity en organiseert ook presentaties voor pers en leden (bijvoorbeeld bij de nieuwe dvd van Draadstaal). Daarnaast doet men regelmatig promotie in de eigen gids en via spots bij de eigen programma’s. Ook programma’s van anderen (zoals DWDD) worden zoveel mogelijk ingezet. Er wordt ook geadverteerd in Vrij Nederland, Opzij, etc, waarbij met barterdeals wordt gewerkt. De KRO probeert eveneens free publicity te halen, bijvoorbeeld met KRO-Detectives en spirituele zaken. Uit de zaal komt de vraag wat wel en niet verkoopt. De dvd-box van ’t Vrije Schaep liep bij de KRO vorig jaar het beste, de verkoop van generieke producten als spellen valt erg tegen, dat zoeken mensen meer bij Bol.com. Bij de VPRO loopt Van Kooten en De Bie nog steeds erg goed, tot nu toe werd er elk jaar een nieuwe dvd uitgebracht. Over alle jaren heen zijn er tienduizenden verkocht (dit is het totaal van diverse titels). Vorig jaar verkocht een cd van Normaal erg goed, dat was erg onverwacht. Ook de dvd van Draadstaal verkocht

Publiek tijdens het Cross Media Café ‘Van lokaal naar hyperlokaal’

goed. Wat minder loopt zijn bijvoorbeeld documentaires, het is fijn dat het er is, maar het verkoopt niet goed. Bij Discovery werkt vooral het uitbrengen van nieuwe releases waar je iets bij kunt krijgen. De nieuwe versie van Call of Duty is het grootste succes tot nu toe. Downloads is een nieuwe categorie, dat begint nu duidelijk op gang te komen. Bij de VPRO kijkt men ook met interesse naar deze ontwikkeling. Bij de KRO lijkt de doelgroep van de webshop hier nog niet aan toe. De omroepen en het Commissariaat lijken elkaar in een soort wurggreep te houden, zo vult Peter Olsthoorn aan. Hij vindt de keuze van de VPRO een logische: geef je eigen programma’s uit en doe verder niks. Frank Monique van Dusseldorp Weijers geeft aan dat het inderdaad ingewikkeld wordt als je wat anders dan eigen uitzendingen wilt doen, maar heeft er vertrouwen in dat dit goed komt. Bert Stekelenburg geeft aan dat je niet zomaar alles via de shop kunt verkopen omdat je al snel met allerlei rechtenkwesties te maken hebt. Een vraag uit de zaal is of de gegevens van de kopers worden vastgelegd en of er wat mee gebeurt. Bij de KRO kan men zich opgeven voor een nieuwsbrief maar gebeurt er verder niks met de gegevens. Bij de VPRO doet men ook geen andere dingen met de gegevens. Als je bij Discovery koopt, krijg je een account bij 12game.com. Discovery heeft ook plannen om dit jaar flink uit te breiden.

3.2 Webwinkels van uitgevers vaak succesvol

Dvd van Draadstaal in de webwinkel van de VPRO

34

iMMovator Cross Media Network

In het derde en laatste deel van het Cross Media Café Van medium tot winkel kwamen de webshops van uitgevers aan bod. Allereerst gaf Alexandra Jankovich van Spark & Co een presentatie over deze zogenaamde derde geldstroom bij uitgevers. De middag


werd afgesloten met een vraaggesprek met Rob Haans (uitgever van de Volkskrant) en Gert-Jan Oelderik (directeur-uitgever van NRC Media).

De derde geldstroom voor uitgevers Alexandra Jankovich van het strategisch adviesbureau Spark & Co geeft een presentatie over derde geldstromen bij uitgevers. Ze behandelt in haar verhaal een vijftal vragen: waarom zou je retailer worden, hoe kies je het assortiment, hoe verkoop je het, hoe organiseer je het en wat zijn de belangrijkste learnings. Allereerst de vraag waarom je retailer zou willen worden. Alexandra Jankovich (Spark & Co) Redenen om het niet te doen kunnen liggen op het terrein van merkafbreuk (imago), de hoge investeringen (lage marges), de organisatie (het is geen core business) en de concurrentie (met eigen adverteerders). Een analyse wijst uit dat de intensiteit van de retailactiviteiten van de uitgevers en omroepen nogal verschilt. Een aantal shops is gestopt (onder meer van Sanoma) of gaat op een kleinere schaal door (Het Parool, alleen nog eigen boeken), omdat de inspanningen niet meer opwegen tegen de opbrengsten. Ook is er in met name tijdschriften nog maar weinig paginaruimte beschikbaar voor advertenties van de eigen shops. Een reden om wel retailer te worden, kan het kapitaliseren op de assets zijn, denk daarbij aan zaken als eigen content/journalisten, advertenties en adverteerdersnetwerk, merk en toegang tot huishoudens en individuen. Maar redenen kunnen ook zijn: het aanbieden van loyaliteitsprogramma’s, het bieden van een additioneel platform voor adverteerders en het genereren van extra inkomstenstromen. Interessante voorbeelden zijn de Architectural Digest Shop (betaald door de ontwerpers) en Metro (geen webshop maar een ‘club’ met ledenkortingen bij retailers).

Uit een gesprek bij de Volkskrant blijkt dat producten als cd’s, boeken e.d. goed verkopen, het zijn bovendien stuk voor stuk producten die niet kannibaliseren op de krant. (“Platenmaatschappijen en uitgevers hebben eigenlijk al jaren geen advertentiebudgetten meer, op deze manier verdienen we nog aan hen.”) Het gaat dus om een extra inkomstenstroom, op dit moment tussen de 2% en 5% bij krantenuitgevers, bij een aantal tijdschriftenuitgevers is het nog meer. Een extra argument om te beginnen is dat retailomzet minder onder de recessie lijdt dan advertentieomzet. Dan komt de keuze van het assortiment aan bod: hoeveel en welke producten kies je. Uitgevers willen geen volledig assortiment aanbieden, de kracht ligt duidelijk in de selectie (een selectie bijvoorbeeld via recensies van lezers). Bij de Volkskrant wordt elk jaar het volledige assortiment vernieuwd. De Telegraaf ziet het web meer als een fulfillmentkanaal dan als een webshop. Bij Wegener zie je dat er veel meer geselecteerd is op basis van doelgroep, ook niet onlogisch gezien de leeftijdsopbouw van het lezersbestand. AD is gestopt met de webwinkel, maar is overgegaan op een enkele lezersaanbieding per maand en daar doet men veel promotie voor. Dat gebeurt bijvoorbeeld in combinatie met Disney en men hoopt op die manier nieuwe abonnees binnen te halen. Bepalende factoren bij de keuze van productsoorten zijn onder meer de marge, het voorraadrisico, de mogelijkheid om onderscheidend te zijn en het voldoen aan de verwachting van de lezer. Je kiest vooral producten met een lage servicebehoefte, je wilt er niet voortdurend telefoontjes over krijgen. Volkskrant en Trouw kiezen vooral voor boeken, dvd’s en cd’s. Wegener kiest voor producten met een hoge marge, denk aan reizen, ticketing, wijn e.d. NRC heeft weer meer cultuurproducten. Het aanbod van producten lijkt goed te passen bij de identiteit van de verschillende merken.

Webshop NRC: ook cultuurproducten zoals wijn

Webshop de Volkskrant: vooral boeken, dvd’s en cd’s

Tijdschriften hebben ofwel een heel strak assortiment ofwel geen webshop. Er zijn er een paar die ook onder eigen merk producten aanbieden. Krantenuitgevers bieden boeken aan met eigen auteurs, bij Wall Street Journal en Donald Duck zie je er ook allerlei merchandise omheen ontstaan. Bij iedereen is de energie erop gericht om zo min mogelijk voorraadrisico te lopen.

Hoofdstuk 3. Van medium tot winkel

35


Alexandra Jankovich rondt af haar verhaal af met de belangrijkste learnings. Succesvolle retailing is volgens haar mogelijk als je: • het als een nuttige extra geldstroom ziet waarbij je je huidige advertentie-omzet niet in de weg loopt; • het assortiment vindt dat bij je organisatie en lezers past; • creatief onderscheidende producten aanbiedt (product/prijs); • kostenefficiënt van je assets gebruik maakt; • leert van je ervaringen en gebruik maakt van data.

Vraaggesprek met NRC’s Gert-Jan Oelderik en Volkskrant’s Rob Haans

Producten die worden aangeboden in de webshop van de Volkskrant

Bestsellers kun je vinden in de categorie uniek product of een product met een unieke prijs. Voorbeelden zijn: • Cd-collectie Bob Dylan, 15.000 exemplaren verkocht (Volkskrant) • Afzonderlijke webshops voor film-, muziek- en boekenbundels (NRC) • Collectie muzikale sprookjes, 20.000 exemplaren verkocht (Volkskrant) Uiteindelijk verkoopt een goede deal (flinke korting) beter dan een elitair product dat goed bij het merk past, voorbeelden hiervan zijn de Philips LED-lampen (De Telegraaf) en de TiTTo halsketting (Het Nieuwsblad). De volgende vraag is hoe je het verkoopt. Hierbij kun je kiezen voor een actieve of passieve benadering van gebruikers. Denk dan aan zaken als de advertentieruimte op de eigen site of in de eigen krant, het gebruik van telefonisch contact voor upsell en het één op één benaderen van klanten via telefoon of mail. Verder zijn er volop barterdeals met andere uitgevers, wordt er ingezet op zoekmachineoptimalisatie en heeft men fysieke winkels op gesponsorde evenementen. Succesvolle verkoopmethoden bleken onder meer spaaracties (16.000 digitale camera’s verkocht bij De Telegraaf) en collectables (de stripalbums van Kuifje bij het Parool). Ook direct mail kan succesvol zijn, met responsratio’s tot zo’n 10%. Readers Digest heeft inmiddels op deze manier een heel ander model opgebouwd, waarbij print alleen nog maar aanjager is en zo’n 85% van de omzet uit de verkoop van producten komt en nog maar 15% uit advertenties.

Meteen aansluitend op de presentatie vindt het vraaggesprek met twee krantenuitgevers plaats. Rob Haans, uitgever bij de Volkskrant, heeft het afgelopen jaar negen miljoen omzet gedraaid. Men verdient er zo’n 20% aan. Behalve deze verdiensten is ook de versterking van het eigen merk een belangrijke waarde. Gert-Jan Oelderik, directeuruitgever van NRC Media, kan geen cijfers bekend maken. Hij geeft wel aan dat ook NRC denkt hier in de Rob Haans (Volkskrant) toekomst veel geld mee te kunnen verdienen. Men denkt op termijn zelfs zo’n 15% van de omzet uit deze activiteit te halen. Men werkt steeds vaker samen met retailers, zo heeft men laatst een aantal auto’s verkocht. Ook Mahler doet het nog steeds erg goed. Peter Olsthoorn vraagt wat men vindt van het stopzetten van de verkoop van artikelen door Sanoma. Rob Haans geeft aan dat een tijdschrift een heel ander karakter en bereik heeft dan een krant. Maar het is tegelijk ook een spelletje dat je kunt leren. De Volkskrant heeft de bewuste keuze gemaakt om een selectieve shop te blijven, een keuze die past bij het type abonnees. NRC herkent het bindingsaspect, maar is daarnaast bewust ook met een aantal white labels actief, op die plekken kan het aanbod veel breder zijn.

De webwinkel is over het algemeen onderdeel van de website van een krant, maar meestal daar ook erg slecht te vinden (zie bijvoorbeeld Parool en FD). NRC vormt daarop een uitzondering, NRC.lux heeft een volledig eigen website en een prominente link op de NRC site. NRC verkoopt overigens behalve op de eigen website ook op andere websites producten. Over de organisatie moet Alexandra Jankovich omwille van de tijd kort zijn. Inkoop en verkoop wordt over het algemeen zelf gedaan, productie wordt vaak uitbesteed aan partners. SBS besteedt alles uit en biedt uitsluitend een platform voor aanbiedingen van partners. Een ontwikkeling in de VS (Martha Stewart): je concentreert je alleen nog maar op het vertellen van het verhaal achter het product.

36

iMMovator Cross Media Network

Gert-Jan Oelderik (NRC)

Er worden advertenties in de eigen media ingezet, dat vindt bij NRC plaats op basis van toerekening van kosten (gereduceerd tarief). Adverteren in dagbladen loont, zo blijkt uit deze eigen cases. Bij tijdschriften speelt de oplage een grote rol. Nichespelers hebben het lastig, grote spelers als de kranten, maar ook bijvoorbeeld de


ANWB, gaat het wat gemakkelijker af. Ook logistiek speelt een rol, als je zoals Sanoma zoveel verschillende producten, webshops e.d. hebt, dan wordt het al snel complex. Bij NRC is de redactie in principe niet betrokken bij de selectie van producten. Bij de Volkskrant is dat nadrukkelijk wel het geval, zo zijn redacteuren bijvoorbeeld betrokken bij de selectie van filmfestivals, wijn en muziek. Volgens Gert-Jan Oelderik van NRC ligt het niet voor de hand dat de NRC-redactie in de toekomst betrokken wordt. Er kan ook prima een cd verkocht worden waar een vernietigende recensie naast staat. Peter Olsthoorn vraagt of je producten kunt verkopen die afbreuk doen aan je merk. Gert-Jan Oelderik heeft er geen probleem mee, maar vraagt zich af of zo’n product wel gekocht gaan worden. Hij vertelt ook dat maar liefst 80% van de abonnees in de shop koopt. Karel Raven van Solutions Radio vraagt vanuit de zaal of er ooit gedacht is aan het uitbrengen van een gesproken krant. NRC heeft dat gedaan, de krant is er nog niet maar zal er ongetwijfeld een keer komen. Monique van Dusseldorp vraagt wat nieuwe ontwikkelingen zijn. Bij de Volkskrant komt elektronische distributie steeds meer in the picture. Als concurrent ziet men NRC, daar brengt men vaak enkele maanden na de Volkskrant eenzelfde product, zo plaagt Rob Haans zijn buurman. Peter Olsthoorn vraagt of de nieuwe eigenaar nog veranderingen in de strategie met zich mee brengt. Er is een extra kanaal (Het Gesprek) om de eigen producten aan te bieden, zo luidt het antwoord van Gert-Jan Oelderik. Rob Haans geeft aan dat men de retailkennis en -ervaring van de Belgische eigenaar zeker ook zal gaan toepassen.

Met een netwerkborrel wordt het Cross Media Café afgesloten

achtig. Het zijn producten met lage volumes en hoge marges en daar kunnen we er nog meer van verwachten. Hij geeft ook aan dat NRC dit jaar met een aantal nieuwe white label-shops zal gaan komen. Met dit onderdeel komt een einde aan dit Cross Media Café over webwinkels bij omroepen en uitgevers. Het is samenstellers Monique van Dusseldorp en Peter Olsthoorn wederom gelukt om een grote hoeveelheid cijfers en interessante feiten boven tafel te krijgen. Te constateren valt dat met name de uitgevers een boeiende nevenactiviteit hebben ontwikkeld, terwijl ook enkele commerciële omroepen een mooie en sterk groeiende omzet weten te behalen. Tijdschriften hebben nog wat meer moeite met dit fenomeen en de publieke omroep heeft – op een enkele uitzondering na – in dit genre nog niet veel bijzonders te bieden.

Rob Haans (Volkskrant), Gert-Jan Oelderik (NRC) en Alexandra Jankovich (Spark & Co) in gesprek over webshops van dagbladen

De groei van 70% in het afgelopen jaar bij de Volkskrant is, zo wordt duidelijk, voor een deel gekomen doordat men slimmer omgaat met zoekmachineoptimalisatie, dat zie je bijvoorbeeld bij de Bob Dylan-cd’s. Frank Visser vraagt hoe de complexe producten bij NRC lopen, bijvoorbeeld congressen en reizen. Gert-Jan Oelderik geeft aan dat dit dicht aan ligt tegen de interessegebieden van de lezers, mensen ontmoeten gelijkgezinden, het is community-

Hoofdstuk 3. Van medium tot winkel

37


38

iMMovator Cross Media Network


4. Van lokaal naar hyperlokaal Cross Media CafĂŠ over hyperlokale mediadiensten Cross Media CafĂŠ Van lokaal naar hyperlokaal Datum: 23 maart 2010 Locatie: studio 31, Media Park Hilversum Samenvatting en PowerPoint presentaties: http://www.immovator.nl/cross-mediacafe-van-lokaal-naar-hyperlokaal 272 inschrijvingen

Hoofdstuk 4. Van lokaal naar hyperlokaal

39


4. Van lokaal naar hyperlokaal inleiding door Peter Olsthoorn

Tussen mobiel en (hyper)lokaal Eén van de ‘buzz words’ van 2009/2010 was ongetwijfeld ‘hyperlocal’, dat staat voor ontwikkeling van content op, zeg maar, buurtniveau. En dat ontmoet de mobiele, persoonlijke ‘ter plekke’ diensten. Zo ging het ook in een Cross Media Café van april 2010, dat op deze beide, nog vrij los van elkaar staande onderdelen, was gestoeld. Van lokaal naar hyperlokaal, luidde de titel, met als kernvraag: welke nieuwe diensten ontstaan er rond de plek waar u bent? Dit leverde een Cross Media Café boordevol innovatie en informatie op, levendig en vol beloften. Als een nieuwe lente en zelfs het eind van de crisis waar eenieder zo naar smacht. Inhoudelijk werd dit één van de hoogtepunten van iMMovator in 2010.

Schijnwerper op De Telegraaf Wat hyperlokaal betreft trekt Telegraaf Media Groep veel aandacht dankzij ex-Spits-hoofdredacteur en bekend nieuwemediavorser Bart Brouwers. Hij was zelfs met hyperlocal al op televisie in Buitenhof, juist vóór dit Café. De hoofdredacteur Hyperlokaal Online van TMG had een bondige definitie van hyperlokaal: “Alles wat inhoud geeft aan mijn lokale relevantie... en daarover conversatie en transacties op gang kan brengen.” Vertaald: lokale relevantie met inhoud, conversatie, reclame en verkopen. Ofwel content en handel, maar dan lokaal. Je zou zeggen, mobiel dus, maar daar begint het niet altijd mee. Informatie is er vaak al, maar moet gefilterd worden naar locatie. De plannen van Bart Brouwers: koppeling aan databases waarmee je actuele informatie kunt verdiepen, zoals een actueel ongeluk in de straat aan eerdere ongelukken en veiligheid in dezelfde buurt vanuit een databank. De informatie is er, maar de kunst is om die relevant te ontsluiten en conversatie te entameren. “Het is een superambitieus project, mede ook omdat de

uitdaging is om dit voor heel Nederland te realiseren.” Bart Brouwers begon zonder vastomlijnd budget.

Mooie theorie en barre praktijk Concurrentie komt er uit alle hoeken, traditioneel van uitgevers zoals Sanoma met Nu.nl, Buurtlink (stichting gesteund door de Postcode Loterij), Google en Hyves. Aan termen geen gebrek bij Bart Brouwers: “hyperlokaal”, “hyperpersoonlijk”, “hypersociaal”, een “stevig verdienmodel”, “journalistiek zal zich moeten heruitvinden”. In theorie opteerde Bart Brouwers ook voor samenwerking in platformen met concurrenten, maar de praktijk is weerbarstig. Immers, De Telegraaf werd ondertussen eigenaar van Hyves dat in sociale communicatie voor ‘lokaal online’ cruciaal wordt, zonder afhankelijk te zijn van de wil tot samenwerking. Bart Brouwers kondigde twee proeven aan, in augustus zijn er vier gelanceerd: in Eindhoven, Woerden, Zwolle en Heino, met namen als OverZwolle, etc. Professionals, amateurs en ook bedrijven (onder sponsoring) leveren de content aan in een laagdrempelige databank, de klant kan zich abonneren. Op OverZwolle is eind december 2010 een ratjetoe aan content verzameld van lokale blogs, bekende twitteraars, lokale en regionale kranten, nu aangevuld met landelijke advertenties (KPN voor HTC en iPhone). Ook in vooronderzoek van iMMovator bleek al, bijvoorbeeld bij Webregio, dat het lokaal aanbieden van relevante informatie en reclame verre van eenvoudig is en nogal wat ‘fouten’ opleverde. Daarin bleek TMG niet uniek: ook andere centraal geleide platforms hadden het moeilijk.

Wegener heeft de content Hoe relevant moet je journalistiek nog zijn? Wegener nam De Pers over en begon er nieuwe, journalistiek georiënteerde stadstitels mee, zoals in Rotterdam en omgeving MaasstadPers, een weektitel met een oplage van 365.000 exemplaren in vier edities plus een website. De krant maakte handig gebruik van artikelen uit de landelijke De Pers en stond vol met reclame van regionale elektronicadealer Correct. De website van MaasstadPers toont landelijke adverteerders en lokale vacatures. Wegener trok eerder de stekker uit de lokale portalen onder Dorpspleinen.nl, en overigens ruim tien jaar geleden al uit het eveneens lokale City Online.

Bart Brouwers (De Telegraaf)

40

iMMovator Cross Media Network

Wegener begon nu opnieuw met de tweehonderd huis-aan-huis titels en de regionale kranten. “Wij zijn natuurlijk bij uitstek de


hyperlocal uitgever in Nederland. We hebben veruit de hoogste dekking en die afgelopen jaren nog uitgebreid tot nu 4,3 miljoen huishoudens, nog exclusief ruim 800.000 dagbladabonnementen,” zei Sylvia Böcker, de inmiddels opgestapte Chief Digital Officer van Wegener in Apeldoorn. Centraal innoveert Wegener met Weekkrant.nl, waaronder titels decentraal content opbouwen. Sylvia Böcker: “We zullen de platforms alsmaar uitbreiden en verfijnen om publiek te bereiken op alle niveaus die voor adverteerders interessant zijn. De trend gaat richting niches, het individueel koopgedrag van consumenten wordt uiteindelijk door onze portals via het web en mobiel verbonden met het aanbod van adverteerders.” Sylvia Böcker leerde de beperkingen kennen: “In het verleden waren we te veel geneigd om alles zelf te willen doen en ontwikkelen. Als je nu grenzen overschrijdt moet je dat doen in samenwerking met partners. Je probeert zo veel mogelijk met open standaarden te werken zodat je technisch niet te zeer gebonden bent.” Op DeWeekkrant.nl staan landelijke adverteerders en presenteert Wegener een landelijke webwinkel met dvd’s en cd’s en linkt naar de eigen auto- en banenmarkten en Mensenlinq voor overlijdensadvertenties. De hoop op relevante ‘burgerjournalistiek’ is nog niet opgegeven bij Weekkrant: “Heeft u een bericht dat u wilt delen, of een evenement dat u op wilt laten nemen in de agenda? Plaats op deze site dan uw eigen nieuwsbericht of agenda-item en laat de bezoekers van dé Weekkrant weten wat u belangrijk of interessant vindt.”

postcode. Het is een begin, relevant is het nog niet, ondanks de vele toegevoegde diensten, van files tot pinautomaten en openbare toiletten. Menno Biesiot, bij Sanoma Digital in Amsterdam verantwoordelijk voor mobiel, is erg tevreden met de nieuwe Hier.nl, dat volgens hem dankzij de learnings vanuit de eerste versie tot stand is gekomen. Op het web is het traag en ook de huidige app werkt niet lekker, maar met de nieuwe versie belooft Menno Biesiot snelheid en gebruiksgemak: “Ik ben het ermee eens dat wat we nu bieden niet goed genoeg is en nog te veel geënt is op NuKaart.nl.”

Sterk voorbeeld: Tilburg.com Veel langer is Tilburg.com al bezig, een privé-initiatief van Ruud van Groeninge en Ivan Mols dat 60.000 bezoekers per week claimt, meer dan Wegener in Tilburg bereikt met huis-aan-huis kranten en het Brabants Dagblad. Met 400.000 euro omzet per jaar is het verrassend winstgevend. “Tilburg.com draait voor 80% op user-generated content met veel acties, prijsvragen, vacatures, uitgaansinformatie, evenementen, foto’s, webcams en nieuws, bij voorkeur positief,” aldus Ruud Van Groeninge.

Dat laatste is een nieuw idee op DeWeekkrant.nl, je eigen krantje maken van de kegelclub of de buurt: plaatjes, wat praatjes en zo gevuld. Na het inloggen is het ook mogelijk om losse berichten, foto’s en video’s te plaatsen. Je kunt abonnee worden van elkaar en vrienden daartoe uitnodigen. Ze kunnen ook vriend worden, een sociaal netwerk in opbouw. Het werkte eind 2010 nog altijd niet goed. Inloggen als bijvoorbeeld Noordwijker geeft irrelevant nieuws uit het Wassenaars Weekblad, terwijl ook de banen, auto’s en woningen en reclame niet lokaal zijn toegespitst. Kortom: ook dit initiatief van Wegener is, net als dat van TMG, zeer veelbelovend, maar vergt nog grote inspanningen om er iets van te maken.

Titeloorlogen Ook noordelijke uitgever NDC/VBK mengt zich in deze markt, met Dagblad van het Noorden, Leeuwarder Courant en nieuwe sites als HalloAssen.nl met onder meer JouwNieuws van bloggers. Het is lokaal; niet hyperlokaal op postcode. NDC begon trouwens Het Weekblad, terwijl Wegener ook in het noorden met De Weekkrant begon. Een titeloorlog was geboren, overigens ook tussen Wegener en De Telegraaf die ook beide de titel Dichtbij claimden voor nieuwe lokale initiatieven. Een andere grote uitgever, Sanoma, die bekend is van de vele tijdschriften en Nu.nl, begon lokaal op te bouwen met de titel Hier.nl, met mobiel als prioriteit, op basis van NuKaart.nl (Google Maps). Via NuJij kan publiek nieuws en foto’s uploaden met

Website Tilburg.com

Hij vult aan: “Momenteel zijn wij druk in de weer om fans te maken van bezoekers, content af te stemmen op mobiel gebruik, wifi-toepassingen en het concept los te laten op andere steden.” Tilburg.com deed al een poging om met partners Rabobank en Kamers van Koophandel ook Rotterdam.com op te zetten. Dat strandde. De uitbreiding naar andere steden is nog een optie, maar Tilburg.com ontbeert een netwerk zoals Wegener of De Telegraaf heeft. Nederland telt steeds meer ‘grassroots’, online lokale nieuwsinitiatieven, waarvan er tijdens het Cross Media Café enkele voorbeelden voor het voetlicht kwamen, zoals AlmereBreedTV en het prijswinnende Verbeterdebuurt.nl waar je gemeenten kunt tippen voor verbeteringen. In onderzoek kwam ook DenHaagDirect.nl naar voren met opinievorming en het Geheugen van Oost dat de verhalen van Amsterdammers verzamelt en publiceert.

Hoofdstuk 4. Van lokaal naar hyperlokaal

41


Overheidsinformatie op postcode Uitgevers zouden dankbaar gebruik kunnen gaan maken van overheidsdiensten op postcode die worden ontwikkeld, maar nog niet populair zijn. Zo kun je je bij Overheid.nl abonneren op de verzending van bekendmakingen van je gemeente op postcode met een cirkelomtrek naar keuze, van 500 meter tot een paar kilometer. Helaas voeren gemeenten bekendmakingen vaak nog niet goed in, maar dat komt wel. Beter is CBSinuwbuurt dat veel informatie op postcode verschaft. Huizensites zijn van deze handige CBS-informatie meer en meer gebruik gaan maken, meestal in combinatie met Google Maps/ Earth. Dat is begonnen door Miljoenhuizen.nl en nu ook bij de grootste huizensite Funda.nl beschikbaar. Het meest vergaand is Omgevingsscan.nl, dat via De Jaap tegen betaling ook aan consumenten de informatie over de gemeente en wijk aanbiedt. Marktplaats toont Kijk in uw Wijk om te zien wat er in de buurt wordt verhandeld. De dienst Spot the Shopper van Wehkamp laat realtime bestellingen zien per gemeente. Waar wordt gekocht? Dat werkt goed, maar toont enkel de continue stroom realtime verkopen. Overzichten van de verkopen per postcode houdt Wehkamp wijselijk voor zichzelf. Evenals het in het kader van dit onderzoek relevante vraag waar en wanneer er mobiel wordt besteld.

Lokatiediensten in opkomst Online buurtcontent is een betrekkelijk nieuw en versnipperd terrein. Dat geldt niet voor mobiel en GPS, de hoofdbestanddelen van ‘gelokaliseerde diensten’. Geen wonder dat vooral laatstgenoemde markt de aandacht kreeg van Barbara Schouten van GfK bij de aftrap in cijfers van dit Café. In deze ‘Location Based Services’ is autonavigatie natuurlijk de nummer één, gezien de fabuleuze groei in de afgelopen jaren met nationale trots TomTom in de frontlinie. Nieuw in deze markt is navigatie met smartphones met steeds meer gratis diensten, als van Nokia en Google. Een TomTom en Navigon antwoorden met toegevoegde waarde zoals live gedetailleerde file-informatie.

Uitvergrote werkelijkheid Het meest innovatieve deel van de locatiediensten is ongetwijfeld dat van ‘augmented reality’. Dat geldt zeker voor Nederland, want met Layar heeft ons land een potentiële speler van wereldformaat. Ofwel: informatievoorziening uit het internet gekoppeld aan camerabeelden van de omgeving waarin personen lopen en met GPS en kijkrichting (kompas), biedt talloze mogelijkheden voor realtime relevante navigatie en verrijking. Dat loopt van festivals tot en met rondleidingen in steden en het vergaren van aanbiedingen tijdens het winkelen. Daar komen bar- en QRcodes nog bij en uiteraard content van gebruikers die eerder op die plekken waren. Die golf aan diensten met de getoonde werkelijkheid op het mobiel beeldschermpje etaleerde zich ook met de pitches van dit Café, zoals van Cliptoo locatiediensten met augmented reality in widgets. Ze staan op partnersites bij onder meer Reed

42

iMMovator Cross Media Network

Monique van Dusseldorp in gesprek met Remco Vroom (TAB Worldmedia)

Business en Trouw, en bij TAB Worldmedia voor de koppeling tussen augmented reality en advertising. Ook de presentatie van Freek Uijtdewilligen van Logica en de voorbeelden van Jeroen Meijer van Muzar.org sloten daar goed op aan.

Oorlogsmonumenten Op het web kun je van de overheid informatie op postcode krijgen op Overheid.nl, te weten de bekendmakingen over vergunningen etc. in je omgeving. CBSinuwbuurt is een dienst om over je postcodegebied allerlei leuke cijfers te leren kennen, zoals inkomen, etc. Er zijn nog vele mobiele diensten zonder de noodzaak van AR. Ideaal zijn dit soort toepassingen gericht op toerisme en aanpalend voor kunst en cultuur. De doelgroepen daarvan lenen zich voor specifieke, locatiegebonden informatie. Ten tweede, niet onbelangrijk, is er in die sfeer sneller geld voorhanden vanwege subsidies. Zolang als het duurt. Een mooie vertoning tijdens het Café was een iPhone-app met archiefmateriaal over oorlogsmonumenten. Die kun je oproepen zodra je zo’n monument ontwaart. Het machtige archief Beeld en Geluid vervaardigde deze toepassing. Gewilder is ongetwijfeld het lokaliseren van vrienden die ook onderweg zijn en wellicht in de buurt om mee af te spreken. Dat biedt Nulaz, in samenwerking met sponsors als Heineken en Ilse Media. Maar de vraag is of kleine lokale spelers zich staande weten te houden tegenover grootmachten als Google, Apple en Nokia. Een aantal van de genoemde diensten gebruikt Google Maps om diensten lokaal weer te geven. Google is daarmee een hele belangrijke speler. Met Google Maps, Earth en Streetview bouwt Google aan een krachtige databank van locale informatie gebaseerd op kaarten. Foto’s van gebruikers, verspreid met onder meer Picasa van Google en het aangekochte Panoramio voor foto’s van locaties, Sketchup voor 3D-toevoegingen van het publiek, en beschrijvingen van weblogs, kunnen één geheel gaan vormen. En er komt nog meer bij. Google kocht AdMob, een bedrijf gespecialiseerd in reclame op mobiel, voor niet minder dan 750 miljoen dollar. AdMob bestrijkt met een kleine tweehonderd werknemers inmiddels vijf conti-


nenten, in Europa vanuit Londen. Net als DoubleClick het surfgedrag van het vaste internet als uitgangspunt neemt, verzamelt AdMob de mobiele bewegingen en interesses van gebruikers. De databanken zullen elkaar enorm versterken. Google heeft een ‘eigen’ mobiele besturing, Android, die iPhone voorbijstreeft. Het is gratis voor makers van smartphones, maar er wordt wel verwacht dat Google diensten er ‘vooraan’ op staan, zoals het gratis Navigation of Latitude waarmee Google mobiel sociaal netwerken van de grond wil tillen. Een van de mooiere innovaties: zoeken met spraak door je telefoon, waarbij je natuurlijk bij de resultaten ook passende reclame krijgt.

TomTom De koers van TomTom kreeg door de aankondigingen van Google en Nokia voor gratis navigatie rake klappen, maar TomTom presteert stabiel. Maar TomTom wordt gedwongen om in haar kern beter te blijven en nieuwe diensten toe te voegen. De grootste troef in de kern is nu HD Traffic op de navigatie onderweg, veruit de beste verkeersinformatie. TomTom is met de data over gsm-bewegingen van Vodafoneabonnees in staat om nauwkeurige verkeersinformatie te leveren over veel meer wegen dan de traditionele bronnen. Dat moet TomTom in andere landen ook opbouwen. Met abonnementen van tien euro per maand op HD Traffic inclusief wat aanvullende diensten als over flitsers, krijgt TomtTom over de levensduur van een systeem meer geld binnen uit diensten dan uit de hard- en software. Bovendien zijn de kosten en retailmarges gering. In Nederland, België, Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Zwitserland en Portugal kan HD Traffic gebruikt worden. Er zijn ruim 200.000 systemen in Europa met HD Traffic actief, dus dat brengt per maand twee miljoen euro extra omzet binnen. TomTom levert ook verkeersinformatie aan RTL België, Radio 538, Startpagina van Sanoma en aan de filewebsite van GeenStijl, GeenFile.nl. Lokale overheden in Brabant gebruiken de informatie voor verkeersstudie. En dan nog zal er concurrentie ontstaan van andere partijen. TomTom heeft in Nederland een marktaandeel van dicht tegen de 75%, volgens een woordvoerder, rond de 45% in Europa en ongeveer 20% in de Verenigde Staten. De grote uitdaging voor

TomTom is het integreren van mobiel internet, en dit tegelijkertijd relevant maken. De reikwijdte van TomTom tegenover Google en Nokia is gering.

KPN, Vodafone en T-Mobile De mobiele netwerkaanbieders zijn belangrijke spelers in de markt voor ‘location based services’ zoals het in de mobiele markt heet. Ze kunnen die baseren op GPS-plaatsbepaling, maar ook op nauwkeurige plaatsbepaling vanuit hun eigen netwerk. KPN was vroeg met deze diensten. In samenwerking met Hyves biedt KPN WieWatWaar. Vrienden op Hyves kunnen weten waar je je bevindt als je een sms stuurt met omschrijving van wat je aan te doen bent naar nummer 2585 (tegen normaal sms-tarief). De locatie wordt op een Google Map aangegeven op de persoonlijke Hyves-pagina. Deze dienst voorziet niet in een grote behoefte. Inmiddels wordt deze markt meer en meer in beslag genomen door de aanbieders van toestellen als de iPhone en Android met eigen applicaties voor de mobiele diensten. Dat is een gevecht op zichzelf .

“Geen businessmodel” Kortom, een markt met heel veel probeersels van vaak kleine partijen, en grote spelers die elkaar strategisch bekampen: netwerkaanbieders, telefoonproducenten en online dienstverleners. Volgens CM-directeur Jeroen van Glabbeek is nu een spurt aan de gang nadat de Location Based Services jarenlang een mooie belofte bleven. Ze breken nu door als apps, zowel voor positionering van apparaten als van abonnees in netwerken. Lokatiediensten verrijken de bestaande diensten volgens Jeroen van Glabbeek. Er is nog geen op zichzelf staand businessmodel voor. Zowel voor locatie- als informatiediensten ligt er een enorme uitdaging in het verschiet om relevant te worden voor gebruikers. Hoeveel informatie willen ze werkelijk hebben? Mag die behalve nuttig ook onderhoudend zijn? Welke rol krijgen sociale media hierin? Krijgen uitgevers de bedrijfsmodellen rond? Hoeveel concurrentie mag er dan zijn? Kortom, op dit onderwerp is de markt en dus iMMovator nog lang niet uitgestudeerd.

Tijdens de presentatie van Jeroen van Glabbeek (CM)

Hoofdstuk 4. Van lokaal naar hyperlokaal

43


Binnen het medialandschap zien we hernieuwde interesse voor lokale en hyperlokale diensten. Van nieuws per buurt en postcode, tot specifieke media- en reclamediensten rond geografische plaatsbepalingen. In dit Cross Media Café keken we naar de toekomst van hyperlokale mediadiensten. Lokale en regionale omroepen, mobiele diensten, uitgevers met hernieuwde interesse in de regio: welke nieuwe diensten ontstaan er rond de plek waar u bent?

waar je bent, waardoor er allerlei extra mogelijkheden ontstaan. Steeds meer sites en fabrikanten brengen het als een USP dat ze dit hebben, bijvoorbeeld Thuisbezorgd.nl: de hele route die een pizza aflegt, wordt gevolgd.

4.1 Hyperlokaal: trends in de markt en cases van mediabedrijven Er is binnen het medialandschap een groeiende interesse voor lokale en hyperlokale diensten. Dat was het thema van het jongste Cross Media Café. Niet alleen waar je woont (je eigen buurt, lokaal) speelt hierbij een rol, maar ook waar je bent (het hier en nu, hyperlokaal) wordt relevant. Mobiel speelt hierbij een grote rol. In dit artikel doet onderzoeksbureau GfK verslag van de laatste facts & figures en vertellen de mediabedrijven Telegraaf Media Groep en MediaManage over hun strategie.

Thuisbezorgd.nl

Location Based Services: ontwikkelingen in hardware, GPS en mobiel internet GfK krijgt wekelijks verkoopcijfers door van allerlei retailers, in de presentatie van vandaag zoomt Barbara Schouten van GfK in op de apparatuur die op dit moment beschikbaar is om hyperlokale diensten te gebruiken. Bij deze Location Based Services is hardware natuurlijk essentieel, dat is een eerste ingrediënt. Nederland is op dit vlak de smaakmaker van de Europese online keuken, aldus Barbara Schouten. Consumenten gaan steeds meer portable devices kopen, maar als je verder in deze markt duikt, dan verandert er wel iets. Op dit moment gebruikt bijvoorbeeld een grote groep Nederlanders een navigatiesysteem in de auto, maar zie je dat de smartphone een grote concurrent aan het worden is. Elke aanbieder heeft dus de uitdaging om iets anders en unieks aan te bieden.

Barbara Schouten (GfK)

Het derde en laatste ingrediënt is het mobiele internet, dit maakt mede door de opkomst van de smartphones een gigantische ontwikkeling door. De aantallen verkochte telefoons maken een explosieve groei door, afgelopen december bijvoorbeeld werden er in een maand tijd 120.000 smartphones verkocht. Bij de helft van de verkochte smartphones wordt inmiddels een internetabonnement afgesloten.

GfK: Ontwikkeling mobile en smartphones

GfK: Ontwikkeling Car Navigatie

Naast hardware is positioning (GPS) een tweede belangrijke ingrediënt voor Location Based Services: het internet moet weten

44

iMMovator Cross Media Network

Een voorbeeld van een toepassing is dat het sinds de lancering van de iPhone mogelijk is om een barcodescanner op je telefoon te hebben. Deze app is inmiddels al meer dan 100.000 keer gedownload. Hiermee kun je producten scannen, extra informatie aanvragen en producten zelfs meteen bestellen.


Kernpunten van de nieuwe tijd zijn volgens Bart Brouwers: • Een op locatie gebaseerd informatief netwerk. • Gebruikmaken van bestaande lokale activiteiten (Webregio, HC, HDC, De Telegraaf, WUZ, maar ook extern). • Nieuws, nuttige informatie én sociaal gedreven content. • Eén landelijke koepel, oneindig veel vertakkingen. • Gebruikersparticipatie en -invloed: UGC en UDC, de kunst is om hier de vaardigheden van journalisten aan te koppelen. • Gepresenteerde informatie is nooit af (er is namelijk altijd iemand die meer kennis heeft). • Een combinatie van businessmodellen, sluit niets uit; oude businessmodellen moeten aangevuld worden met nieuwe modellen en soms zelfs volledig vervangen. • Openheid in opzet, strategievorming, inhoud en techniek. • Conversatie brengt authenticiteit en leven. GfK: De helft van Nederlandse smartphones is uitgerust met mobiel internet

De verwachting is dat er in 2010 2,3 miljoen smartphones (dit is een groei van 37%) verkocht gaan worden. Er is een soort tweedeling aan het ontstaan in enerzijds de gratis content en anderzijds de betaalde diensten. Zo bieden TomTom en Navigon steeds meer betaalde navigatiediensten aan en zie je Nokia en Google aan de weg timmeren met gratis navigatie. TomTom, Navigon en anderen bieden ook steeds meer live diensten aan.

Kort gezegd gaat het hier om ‘alles wat inhoud geeft aan mijn lokale relevantie’. Dan de concurrentie, klassieke uitgevers krijgen uit alle hoeken concurrentie: NU.nl, Google, Hyves, buurtlink.nl etc. Misschien moet je als uitgever wel meer denken in vormen van samenwerking. Samenwerken met je concurrenten, in gesprek gaan met je concurrenten, dat moet de richting zijn. De Telegraaf is dan ook met zulke partijen in gesprek. Door een applicatie toe te voegen aan je eigen platform kan de applicatie beter worden en kun je zelf sterker worden.

Telegraaf: een hyperlokaal platform, in de zomer een start met twee pilots Op 1 januari is het project Lokaal Online bij de Telegraaf Media Groep Nederland begonnen, daarvan is Bart Brouwers hoofdredacteur. Hij geeft aan dat er bij mediabedrijven een heleboel veranderingen zitten aan te komen. Mediabedrijven waren in het verleden vooral vestigingen, burchten. Er werd en wordt hard gewerkt achter de dikke muren van een gebouw en af en toe wordt er een product opgeleverd. Vroeger dachten we in termen van internationaal via nationaal en regionaal naar lokaal. Nu voegen we daar een dimensie aan toe: hyperlokaal. Maar we moeten het ook nog omdraaien, niet van de wereld naar de gemeente, maar juist beginnen met vanuit een persoon denken. ‘Wat gebeurt er met mij’ is de vraag die centraal moet staan. Maar dat zijn dan meteen ook een heleboel ‘ikken’ die soms, om het nog ingewikkelder te maken, qua interesses ook nog met elkaar overlappen. Een aandachtspunt is dat de content overvloedig is en dat het een uitdaging wordt om de gebruiker te interesseren voor jouw content. Het voordeel dat we als mediabedrijf tegenwoordig hebben, is dat we in plaats van die ‘domme’ krant nu een slim apparaatje (smartphone) hebben, dat precies weet wie er kijkt, waar die persoon is en wat hij of zij wil.

Bart Brouwers: “Samenwerken met je concurrenten, dat moet de richting zijn”

Samenwerken is een van de kernpunten van het nieuwe project waar Bart Brouwers mee bezig is. “Sharing is the new multiplayer.” Uitdagingen zijn volgens Bart Brouwers: • Ambitie in balans met timing. • Focus houden, niet alles kan. • Balans met bestaande business omdat daar veel te halen en te combineren is. • Balans met de bestaande strategie. Het ultieme doel is een hyperlokaal, hyperpersoonlijk, hypersociaal platform voor elke Nederlander met een stevig verdienmodel rondom de aangeboden hyperlokale informatie. De journalistiek zal zich moeten heruitvinden en daarbij is het de uitdaging om de componenten actueel, lokaal en sociaal te combineren.

Bart Brouwers (De Telegraaf)

Deze zomer begint De Telegraaf een pilot, vermoedelijk één in de Randstad en één in een niet-stedelijk gebied. Je krijgt straks als

Hoofdstuk 4. Van lokaal naar hyperlokaal

45


Peter Olsthoorn vraagt of Bart Brouwers een indicatie kan geven van de beschikbare budgetten, maar dat is niet mogelijk. Hij is zijn opdracht in feite ook zonder harde afspraken daarover begonnen. Piet Bakker van de Hogeschool Utrecht vraagt of men gaat beginnen in de gebieden waar De Telegraaf al zit. Bart Brouwers geeft aan dat het voor de hand ligt om een pilot binnen het huidige gebied en een pilot buiten het huidige gebied te starten.

Vanuit de zaal is veel belangstelling voor de presentaties over hyperlokale diensten

persoon alle relevante informatie vanuit de lokale content, zowel door journalisten als door anderen gemaakt. Dit wordt dan bovendien gekoppeld aan databases waarmee je de informatie weer kunt verdiepen, bijvoorbeeld een ongeluk in de straat waarbij je meteen de relatie kunt leggen met eerdere ongelukken en de veiligheid in de buurt. Er zijn al zulke databases, maar de kunst is om er levendigheid omheen te bouwen, er moeten conversaties gaan ontstaan.

Een andere vraag vanuit de zaal is of je niet het risico loopt dat er foute informatie op internet komt te staan en dat dit er altijd op blijft staan. Bart Brouwers geeft aan dat je de combinatie journalist en publiek wil maken, omdat de echte kennis buiten de journalist ligt. Er zijn zeker risico’s maar door de blijvende rol van journalistieke filtering zou je dit moeten kunnen indammen.

UPDATE Dichtbij.nl Op 9 december werd de naam van het hyperlokale platform van De Telegraaf bekend gemaakt: Dichtbij. Op het Cross Media Café vertelde Bart Brouwers al uitgebreid over het idee en de uitwerking. In het voorjaar zijn vier werkgroepen aan de slag geweest, rond de vier meest belangrijke thema’s: content (redactie), IT, business en marketing. Deze werkgroepen hebben in juni advies uitgebracht, op basis waarvan een voorlopig businessplan is geschreven en vier pilots zijn uitgedacht. Deze pilots zouden elk een specifiek aspect van het vervolgonderzoek voor hun rekening moeten nemen. Ze werden uitgerold in Zwolle, Heino, Woerden en Eindhoven. De vier pilots zijn zo bijzonder positief verlopen dat De Telegraaf op 9 december het allesomvattende merk bekend heeft gemaakt: Dichtbij.nl. Vervolgstappen zijn nu het doorbouwen aan het ideale platform (op basis van de ervaringen in de pilots) én het uitrollen van het concept naar andere delen van het land.

De uitdaging is om de componenten actueel, lokaal en sociaal te combineren

Het idee groeit met de dag, zaken als content, toepassingen en merknaam blijven zich ontwikkelen, zo antwoordt Bart Brouwers op een vraag van Peter Olsthoorn. Het is een superambitieus project, mede ook omdat de uitdaging is om dit voor heel Nederland te realiseren. Je hebt lokale mensen nodig om het voor elkaar te krijgen. Als mensen zich aanmelden, krijgen ze meer informatie beschikbaar en wordt het platform rijker, qua inhoud en qua servicing aan de gebruiker. De Telegraaf is momenteel bezig met de bouw van een eigen platform hiervoor. Het hele project levert spannende gesprekken op, bijvoorbeeld omdat je de oude burcht wil afbreken. Het grote geld komt immers nog steeds via print binnen. Tegelijk zie je dat de lijn naar beneden gaat, zowel als het gaat om advertenties als om oplage. Het is dus ook hard nodig om iets nieuws te gaan doen.

46

iMMovator Cross Media Network

Daarbij komen een paar zaken om de hoek kijken: • Hoe kun je snel groeien zonder dat de kosten direct onaanvaardbaar de pan uit rijzen? • Hoe kun je een basisconcept bewaken en toch ruimte bieden om op lokaal niveau eigenheid te brengen? • Hoe kun je de juiste mensen vinden, zowel op centraal niveau als decentraal, die kunnen meebouwen aan dit concept? • Hoe kun je de commerciële eisen (heel eenvoudig: op elke plek waar uitgerold wordt, zullen de inkomsten hoger moeten zijn dan de uitgaven) op korte termijn realiseren? • Hoe kun je op elke plek in Nederland het publiek vinden dat niet alleen een bezoek wil brengen aan ons platform, maar ook enthousiast meewerkt aan de inhoudelijke invulling ervan, wetende dat het daarmee meehelpt aan de versteviging van hun eigen community? Op het moment van schrijven zit De Telegraaf volop in het proces van beantwoording van deze vragen.


Euregionaal Transmedia Netwerk: grensverleggend narrowcasting-initiatief

4.2 Pitch-presentaties: lokale mediaorganisaties

Euregionaal Transmedia Netwerk is een concept dat gebaseerd is op narrowcasting en Web 2.0. Lucas Vroemen van MediaManage licht toe wat bij dit Limburgse initiatief de plannen zijn. Het ETN is een netwerk op publieke plaatsen dat zich over de grenzen van de regio uitstrekt: Nederland, België en Duitsland zijn alle drie betrokken, waarbij er met de gemeente Heerlen een pilot gedaan gaat worden.

Zoals gebruikelijk in het Cross Media Café ook nu weer de pitchpresentaties. Ditmaal zelfs twee series, in deze eerste serie maken we kennis met een vijftal lokale mediaorganisaties: que tal tv, 24i, Verbeterdebuurt, Solutions Radio en AlmereBreedTV.

Pitch 1: Klaas Hoogerwaard van que tal tv

Het draait daarbij om jezelf en ieder scherm is een uniek kanaal. Men gaat een redactie inrichten, waarbij de nadruk niet ligt op het maken van nieuws, maar juist op het recyclen van nieuws. Daar ligt de waardecreatie, het publiek dus betrekken bij de nieuwsvoorziening. ETN gaat aggregeren, dingen op de juiste plek laten zien. We hebben in dit informatie-kennis-tijdperk immers te maken met andere ontwikkelingen dan voorheen. Publiek en conversatie met het publiek zijn belangrijk. Content is koning, maar ook relevantie is koning. Men gaat kwaliteitscontent presenteren, het worden geen reclamezuilen. Het gaat daarbij om creatieve content van lokale artiesten, overheidsdiensten, internationaal, nationaal, regionaal en lokaal. Men wil onderdeel zijn van en ontwikkelen aan de content van evenementen, daarnaast zal ook gesponsorde content een rol gaan spelen. Schermen zullen terugkeren in de stedelijke architectuur, in het interieur, in het stadsmeubilair, als interactieve digitale vloerbedekking, als digitale graffiti, als een kunstobject. Er zal ook met touchsceens worden gewerkt. Verder zal U-stream (een applicatie op mobiele telefoon waarmee je video kunt streamen) worden ingezet met social media features. Daarnaast wordt er ook van barcodes gebruik gemaakt. Er zal een centrale database gebruikt gaan worden en afhankelijk van de vormgeving die je toevoegt kan men daarmee elk kanaal aan. De inhoud wordt geclassificeerd, naar doelgroep, onderwerp, etc. Als je dit matcht met een profiel op een site of een iPhone, dan kun je de goede content bij de juiste doelgroep brengen. Je hebt dan geen redactie meer nodig om dit in het juiste kanaal te brengen. Er wordt bij ETN een systeem gebouwd waarmee deze distributie geautomatiseerd aangeboden kan worden. Het is een open netwerk waar iedereen aan mag gaan mee doen. De website is vanaf vandaag open. Het moet een zelfbedruipende organisatie worden, men wil bewust niet met subsidie werken. De culturele sector deelt (10%) in de inkomsten, iedereen mag er van profiteren.

Lucas Vroemen (ETN)

Op de slotvraag van Peter Olsthoorn naar de financiering geeft Lucas Vroemen aan dat het project hoofdzakelijk vanuit eigen middelen wordt gefinancierd, de gemeente Heerlen heeft slechts een (kleine) investering gedaan (10.000 euro).

Klaas Hoogerwaard (que tal tv)

Wat? Een volautomatisch systeem dat user-generated content in broadcastkwaliteit op tv presenteert. Waarom? Een redactionele win omdat het een aanvulling op het programma-aanbod van een zender kan zijn; que tal tv biedt zenders de mogelijkheid om extra inkomsten te genereren en zorgt daarnaast voor een sterke binding aan de zender en herkenbaarheid in de omgeving. Waar? que tal tv

UPDATE que tal tv Na het Cross Media Café heeft que tal tv zich gericht op de verbreding van de focus naar enerzijds de markt voor kleine adverteerders op tv en anderzijds naar ‘gesloten’ circuits zoals in de zorgsector (thuiszorg/zorginstellingen) waar que tal tv een communicatieplatform biedt voor zowel de familiale kring als voor de zorgverstrekkers. Zo participeert que tal tv in het thuiszorgproject BrabantConnect, waarbij het systeem als extra service geïntegreerd wordt in een groter geheel. Het grootste regionale tv-station van Vlaanderen, atv Antwerpen, is een engagement van drie jaar aangegaan en zendt sinds begin oktober dagelijks videoboodschappen uit. De bevindingen voor de markt van de kleine advertenties van de eerste maanden zijn positief en momenteel voeren ze allerlei acties naar het grote publiek, waaronder ‘Jouw nieuwjaarswens op atv?’. Daarnaast won que tal tv de derde prijs van de Euregionale Starters Awards voor een innovatief, creatief en grenzeloos systeem.

Pitch 2: Hans Disch van 24i Wat? Platform voor lokale omroepen om IP-televisie op aan te bieden. Waarom? Het overbrugt de kloof tussen de browser op de pc enerzijds en sitback tv in de woonkamer anderzijds. Voor contentpartijen is het de manier om op tv te komen. Na de Volkskrant en De Telegraaf nu ook in een portaal beschikbaar voor de lokale omroepen (OLON). Waar? 24i

Hans Disch (24i)

Hoofdstuk 4. Van lokaal naar hyperlokaal

47


Rutger Docter (Verbeterdebuurt)

Pitch 3: Rutger Docter van Verbeterdebuurt

Pitch 5: Pier Tholen van AlmereBreedTV

Wat? Burgers kunnen ideeën over de buurt plaatsen op een site en melden aan de gemeente. Waarom? Er ontstaat een duidelijke dialoog tussen de burger, de gemeenten en de organisaties die er vlak tegenaan zitten. Er zijn tot nu toe 46.000 bezoekers geweest en 2.000 meldingen. Waar? Verbeterdebuurt

Wat? Community tv, een videoplatform per wijk. Elk stadsdeel heeft een eigen plek. Waarom? Het kan via internet en via de tv, dus geschikt voor meerdere platforms. Iedereen mag meedoen, een laagdrempelige service. Waar? AlmereBreedTV

Pitch 4: Karel Raven van Solutions Radio

Karel Raven (Solutions Radio)

Wat? Het leveren van gesproken content aan closed user groups zoals senioren en mensen met een leesbeperking. Waarom? De doelgroep waar we het over hebben, heeft dezelfde informatiebehoefte als anderen, maar is aangewezen op een speaker waar geluid uit komt. Zeg maar een e-reader, maar dan in de vorm van een e-speaker. Waar? ORIONWebbox van Solutions Radio.

UPDATE E-mails, kerkdiensten, kranten en lokale zenders beluisteren Voor ouderen en mensen met een visuele beperking, die veelal niet (goed) met een computer overweg kunnen, heeft Solutions Radio in vervolg op de presentatie tijdens het Cross Media Café de volgende zaken gerealiseerd: ze hebben (samen met een partner) een framewerk opgezet, waarmee in principe elke (lokale) krant kan worden voorgelezen. Maar Solutions Radio biedt ook: het thuis luisteren (of achteraf beluisteren) naar de lokale kerkdienst, of naar de lokale radiozender of gemeentelijke informatiebronnen. Daarnaast wordt inmiddels de (NOS)Teletekst-informatie ingesproken. Op deze manier ontwikkelt de ORIONWebbox zich tot een systeem dat zowel actuele informatie biedt (algemene en lokaal gerichte), maar ook toegang biedt tot ontspanning (boeken, kranten, tijdschriften en gesproken televisie-ondertiteling). Omdat elke Webbox beheerd wordt via de server van Solutions Radio, kan deze informatie toegesneden worden op de individuele behoefte (al of niet met een abonnementenstructuur).

De ORIONWebbox van Solutions Radio

48

iMMovator Cross Media Network

Een zeer recente ontwikkeling is dat de eigenaar van een Webbox (zonder computer!) ook e-mailberichten voorgelezen kan krijgen.

Pier Tholen (AlmereBreedTV)

UPDATE AlmereBreedTV op eigen benen Sinds de presentatie op Cross Media Café is de zakelijke basis onder AlmereBreedTV dankzij opdrachten van gemeentediensten, welzijnsorganisaties, onderwijs, citymarketing, zorginstellingen en dergelijke compleet geworden. Vanaf 1 januari bestaat Stichting AlmereBreedTV. Burgemeester Jorritsma heeft een maandelijkse videocolumn, waar mensen vanzelfsprekend ook met video op kunnen reageren, wat weer allemaal op tv en internet te zien is. En dat is niet alleen voor de burgemeester weggelegd, iedereen kan zo lokaal communiceren. AlmereBreedTV gaat de komende jaren hyperlokale videovoorlichting bieden via tv en internet, zowel in de vorm van video-on-demand als live videocommunicatie voor informatie, coaching, onderwijs op afstand, etc. Het live videocommunicatiesysteem zal ook steeds meer voor hyperlokale uitzendingen op tv en internet gebruikt worden, inclusief Uitzending Gemist natuurlijk. Dankzij die betalende klanten kan het platform gratis aangeboden worden aan bewoners, hun organisaties, verenigingen en dergelijke. Zo ontstaat een aantrekkelijke combinatie van professioneel gebruik en user-generated content. Vanzelfsprekend fungeert AlmereBreedTV ook als videoplatform voor de diverse sociale media, die het bereik van de hyperlokale content vergroten.

AlmereBreedTV: maandelijkse videocolumn van burgemeester Jorritsma


4.3 Tweede serie pitches: mobiele platforms en lokale diensten In de tweede serie pitches aandacht voor nieuwe mobiele platforms en locatiediensten. Acte de présence gaven Beeld en Geluid, Cliptoo, TAB Worldmedia, Nulaz en Omgevingsscan.

Pitch 1: Maarten Brinkerink van Beeld en Geluid

Maarten Brinkerink (Beeld en Geluid)

Wat? Een iPhone-app met archiefmateriaal over oorlogsmonumenten. Waarom? Toegankelijk maken van een grote online database met oorlogsmonumenten, nabije monumenten worden op een kaart getoond. Waar? Beeld en Geluid

Pitch 2: Wouter Gijsbertsen van Cliptoo Wat? Een locatiegebaseerde service voor locatiediensten op de mobiele telefoon. Waarom? Laatste technologie beschikbaar maken (augmented reality), gebruiken van netwerk (widgets op partnersites) en bieden van advertentiemogelijkheden (onder meer samen met Reed Business en Trouw). Waar? Cliptoo

Pitch 3: Remco Vroom van TAB Worldmedia

UPDATE Oorlogsmonumenten in Beeld Op 13 oktober lanceerde het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid de iPhone-applicatie Oorlogsmonumenten in Beeld. Deze applicatie verrijkt een bezoek aan ruim 200 oorlogsmonumenten in Nederland. Oorlogsmonumenten in Beeld kwam tot stand in samenwerking met het Nationaal Comité 4 en 5 mei en bevat uniek archiefmateriaal uit de collecties van Beeld en Geluid, het Comité, het Nationaal Archief, EYE en het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie. De applicatie is gratis te downloaden via de App Store van Apple. Dit is inmiddels al door ruim 6.000 mensen gedaan. In het verlengde van de applicatie is de website Erfgoed in Beeld (www.erfgoedinbeeld.nl) ontwikkeld, die ook de 13de gelanceerd wordt. Deze site biedt bezoekers uitgebreide informatie over een groot aantal monumenten. Bovendien kunnen bezoekers hier hun eigen routes langs de verschillende monumenten uitstippelen die door de iPhone-applicatie verrijkt worden. Daarnaast hebben bezoekers de mogelijkheid zelf informatie aan de site toe te voegen.

Wouter Gijsbertsen (Cliptoo)

Remco Vroom (TAB Worldmedia)

Wat? Een medianetwerk dat augmented reality koppelt aan advertising. Waarom? Adverteerders kunnen via dit netwerk hun campagnes ook als augmented reality uitserveren. Waar? TAB Worldmedia

TAB Worldmedia: augmented reality gekoppeld aan advertising

Pitch 4: Michiel Munneke van Nulaz Wat? Een locatiegebaseerd sociaal netwerk waarmee je kunt zien waar je vrienden zijn. Waarom? Een internationaal actief netwerk dat veel samenwerkingen heeft met bekende merken als Heineken en ilse media. In diverse stores gratis te downloaden, er is ook een premium-variant beschikbaar. Waar? Nulaz

Michiel Munneke (Nulaz)

Pitch 5: Remco Dolman van D-Base, Omgevingsscan

De homepage van Erfgoed in Beeld

Wat? Grote database met data over gebieden en locaties in Nederland. Waarom? De database wordt nu al door veel klanten gebruikt, onder meer Jaap.nl. De consument kan hier bijvoorbeeld voor een paar euro data kopen over een bepaald huis. Waar? Omgevingsscan

Remco Dolman (Omgevingsscan)

Hoofdstuk 4. Van lokaal naar hyperlokaal

49


UPDATE Nieuwe diensten en producten rondom content omgevingsscan.nl In het verleden lag het focus van D-Base primair op het ontsluiten van data via door hen zelf ontwikkelde webportals zoals omgevingsscan.nl. Nu is echter te zien dat de klanten van D-Base zelf nieuwe diensten en producten ontwikkelen rondom hun content.

Al tien jaar geleden was er een belofte, bijvoorbeeld: je rijdt in de buurt van een McDonalds en krijgt een sms’je met een aanbieding van een hamburger. Dat is allemaal niet op die manier uitgekomen. Er zijn twee redenen waarom het (nog) niet zo ver is gekomen: • privacy: de operators zijn angstig om deze informatie door te verkopen aan derde partijen • business case: het is nog niet gelukt om met LBS goede business cases rond te krijgen De ommekeer in de markt kwam en komt nu vanuit de apps.

Zo verzorgt D-Base sinds oktober 2010 de content van de sms-dienst Veiligheid op de zenders van RTL Nederland. D-Base beschikt over een database van vijftien verschillende misdrijven in vrijwel elke buurt in Nederland. Variërend van woninginbraken tot moorden. Dit zijn officiële politiecijfers. In de sms wordt aangegeven hoe veilig een buurt is. Voorts wordt er verdeeld over twee sms’jes een aantal misdrijven specifiek vermeld. Dit zijn onder andere inbraken, bedreigingen en straatroven.

Total iPhone Location Apps by Type Thru 3/21/2009 Other Travel

Social Networking

Weather Sports Local Search

Organization Public Transport Photo Misc.

Nautical

Aviation

4.4 De toekomst van mobiele media en hyperlokale diensten

Routing

CM: Total iPhone Location Apps by Type

In het laatste deel van het Cross Media Café Van lokaal naar hyperlokaal staat de toekomst van mobiele media en hyperlokale diensten centraal. Jeroen van Glabbeek van CM, Freek Uijtdewilligen van Logica en Jeroen Meijer van Muzar. org gaven de aanwezigen een blik op de toekomst.

Door al die applicaties werd ook steeds duidelijker waar de gebruikers werkelijk gebruik van maken.

Monique van Dusseldorp

Location Based Services: na de belofte nu de ommekeer Locatiegebaseerde diensten hebben een aantal ingrediënten, die zijn eerder vanmiddag al aan bod geweest. Bij LBS zijn er, aldus Jeroen van Glabbeek van CM, twee technische varianten: network positioning en device positioning.

iPhone Location by Month 2008/2009 2,000 1,500

LBS verrijken de bestaande de bestaande diensten, het is niet een op zichzelf staand businessmodel, zo besluit Jeroen van Glabbeek zijn presentatie.

Jeroen van Glabbeek (CM)

De winnaars van de sms-actie van CM zijn inmiddels bekend. Alex van Dijl, Raph Bode en Michiel Munneke, gefeliciteerd! Jullie mogen gratis naar de Mobile Convention in Amsterdam, op 1 april.

1,000 500 0

st

r

gu

Au

Se

be

m

e pt

O

er

r

ob

ct

N

r

be

m

e ov

be

m

e ec

D

De ommekeer: het gebruik van location apps

50

Er komen op dit moment allerlei marketingdiensten beschikbaar, dat zal een nieuwe push geven. Maar ook politiediensten; de overheid heeft namelijk bepaald dat de LBS-informatie aan 112 beschikbaar gesteld moet worden. Een volgende toepassing is dat je via je mobiel, gekoppeld aan tv-acties, ook kunt stemmen. Eveneens in relatie tot beveiliging, bijvoorbeeld het gebruik van geldautomaten, zijn er nieuwe toepassingen in opkomst.

iMMovator Cross Media Network

ry

ua

n Ja

y

ar

ru

b Fe

ch

ar

M

Augmented reality en context awareness: praktijkvoorbeelden Freek Uijtdewilligen van Logica is recent afgestudeerd aan de Universiteit Twente op een opdracht over augmented reality en context awareness en sinds kort in dienst bij Logica. Hij geeft in


zijn presentatie een mooi overzicht van verschillende praktijkcases. Als eerste komt de applicatie NS Navigator aan bod, Freek Uijtdewilligen geeft er een korte demonstratie van. Als de situatie verandert, bijvoorbeeld als de trein bijna vertrekt, dan wordt er met een pijl aangegeven waar je moet zijn. We hebben het dan over context awareness, dus informatie afgestemd op Freek Uijtdewilligen (Logica) iemands situatie, het systeem is zich bewust van de situatie van de gebruiker en kan erop reageren. Wat is bijvoorbeeld de snelste route naar je eindpunt? Met augmented reality leg je een laag van informatie over het beeld heen. Er zijn twee bekende applicaties waarmee dit kan: het Nederlandse Layer en Wikitude. Hij geeft vervolgens voorbeelden van business- en industry-toepassingen van AR, hierbij kun je denken aan ondersteuning bij het onderhoud aan apparaten, het ondersteunen bij reparatiecontroles en het ‘zichtbaar’ maken van pijpleidingen onder de grond (denk aan toepassingen voor Vitens en Het Kadaster). Logica gaat nu beginnen met een pilot voor EMO.

terdamse Uitagenda). We hebben het hier over de mogelijkheden om met ‘in the face’-informatie om te gaan. Mobiel internet voegt iets toe aan de manier waarop we nu informatie consumeren. Het is narrowcasting op zijn best, aldus Jeroen Meijer. Bij augmented reality gaat het erom dat er verrijkt wordt met relevante informatie. Dat is de uitdaging voor content owners, niet alles is immers relevant. Er zijn drie vormen van augmented reality: • Markers: projectie met webcam op bijvoorbeeld tijdschrift • Visual: beeldherkenning • Geographical, zoals met Layar rondkijken wat er nog meer in de buurt te zien is Wat je hiervoor nodig hebt, is een camera (wat zie je), GPS (waar zit je) en een kompas (waarheen kijk je). Een voorbeeld is de Rotterdam Culture Layar, met onder meer culturele en festivalprogramma’s. Een ander voorbeeld is dat van een stadspoort in Valetta op Malta, die niet meer bestaat, maar die je met een Layer kunt bekijken. Ook nieuwe gebouwen kunnen alvast in de bestaande werkelijkheid geprojecteerd worden. Combinaties met barcodes, user-generated content en QR-codes zijn niet alleen denkbaar maar ook allemaal al mogelijk, zo besluit Jeroen Meijer zijn presentatie.

Privacy kan natuurlijk een probleem zijn. Je wilt ook safe zones hebben, plekken waar mensen kiezen om even niet zichtbaar te zijn. Je kunt, zo blijkt uit zijn laatste serie voorbeelden, op locaties ook het verleden ‘betrekken’: wat gebeurde er op die plek in het verleden. Alles is mogelijk, zo besluit Freek Uijtdewilligen, als je er vooral maar in slaagt om outside the box te denken.

De drie vormen van augmented reality: markers, visual en geographical Jeroen Meijer is oprichter van Muzar.org, een bedrijf dat gespecialiseerd is in het ontsluiten en mobiel presenteren van digitale informatie (zoals de Saleslocator van Sanoma Digital en de Rot-

Een netwerkborrel sluit het Cross Media Café af

Met dit verhaal kwam gelijk ook een einde aan een bijzonder rijk gevuld en boeiend Cross Media Café. Lokale en hyperlokale content en toepassingen, zo werd duidelijk, staan volop in de belangstelling en het aanbod ontwikkelt zich razendsnel.

Jeroen Meijer (Muzar.org)

Hoofdstuk 4. Van lokaal naar hyperlokaal

51


52

iMMovator Cross Media Network


5. Tv wordt weer sociaal Cross Media CafĂŠ over Social TV Cross Media CafĂŠ Social TV Datum: 27 april 2010 Locatie: studio 31, Media Park Hilversum Samenvatting en PowerPoint presentaties: http://www.immovator.nl/cross-mediacafe-social-tv 394 inschrijvingen

Hoofdstuk 5. TV wordt weer sociaal

53


5. Tv wordt weer sociaal inleiding door Peter Olsthoorn

Sociale tv of verspreid samen kijken Babbelen over tv-programma’s nam af met de groei van eenpersoonshuishoudens en versnippering van interesses. Maar zie, daar komen de sociale media om ons wederom te verbinden rondom de kijkbuis, zij het op afstand van elkaar. Het Cross Media Café van 27 april 2010 bracht iMMovator behalve veel bezoek ook aandacht in veel media, met het nieuws van een Uitzending Gemist-gadget op Hyves. De kern: je kunt met UG op Hyves zien wat vrienden en geestverwanten zoal kijken, maar hen ook tippen en je mening laten weten gedurende programma’s.

Welkomstwoord door Freek van ’t Ooster (iMMovator)

De Publieke Omroep (NPO) wil aansluiting zoeken bij een jonge doelgroep en meer vat krijgen op de conversaties over programma’s die volgens William Valkenburg een “enorme rijkdom aan informatie” opleveren. Met de Vrij zoeken-optie in de UGgadget op Hyves kom je in theorie de leukste dingen te weten over het kijkgedrag van Nederland. Uiteraard is het noodzakelijk dat de hyve Uitzending Gemist een getrouwe afspiegeling vormt van kijkend Nederland, wat qua leeftijd in elk geval niet zo is. Ouderen zijn ondervertegenwoordigd.

54

De app voor Facebook stuit op problemen met de videospeler die niet wordt ondersteund door Facebook. “Op de nieuwe UG hebben we wel al een like-button van Facebook staan die best veel gebruikt wordt. Het idee is dat je dan straks naast de likepost op je Facebook-wall ook meteen de embedded player post. Dit lijkt ons nu een betere toepassing van UG op Facebook dan een Hyves-achtige applicatie.”

Persoonlijke kijkinformatie De UG-gadget op Hyves kan, zodra het goed werkt, een geweldige bron vormen over het kijkgedrag van vele soorten doelgroepen (geslacht, leeftijden, geografisch), hun zapgedrag, voorkeuren etc. Dat is openbaar beschikbaar, en wellicht ook van nut voor marktonderzoek van commerciële omroepen die zich er meer dan de NPO op richten. Gaat deze nieuwe informatiestroom rond en over programma’s uiteindelijk ook de selectie van nieuwe programma’s en de inhoudelijke productie van programma’s bepalen? Dan moet er wel volume ontstaan via Hyves. UG groeide zelf gestaag in 2010, met bijna 20% ten opzichte van 2009, tot bijna 180 miljoen bekeken video’s. Daarvan is 10% mobiel bekeken en de stijging daarvan gaat relatief sneller, vrijwel geheel voor rekening van de iPhone en iPad. De populairste programma’s op Uitzending Gemist waren in 2010 de series: SpangaS, ONM en Flikken Maastricht. De UG-website is per maand door gemiddeld 2,8 miljoen unieke bezoekers bezocht, later in het jaar met de nieuwe site door 3,5 miljoen.

Hyves ook met RTL Yme Bosma filosofeerde tijdens het Café hardop over tv en sociale media: dagelijks genieten we in Nederland samen 30 miljoen uur tv en komen er drie miljoen mensen op Hyves, voor een verblijf van samen twee miljoen uren. De omroep is dus nog vijftien keer groter. Maar de invloed van Hyves kan groot worden.

Ook moet er voldoende ‘massa’ zijn. Dat was eind 2010 nog niet het geval. Volgens de betrokkenen van de NPO maken ongeveer 20.000 unieke bezoekers per maand gebruik van de gadget. “Hier kunnen echter nog niet al te veel conclusies aan worden verbonden. De gadget heeft sinds kort geen bèta-status meer en wordt sinds vorige maand actief gepromoot.”

Al ruim 200 tv-programma’s hebben een hyve, met soms meer dan 100.000 fans. Zo telt de X FACTOR-hyve, een samenwerking met RTL, 170.000 leden. Lijst 0 van BNN integreert de hyves van kandidaten in de opzet. RTL Ontbijtnieuws laat de stemmingen via Hyves lopen en kan dankzij de profielen van stemmers ook boeiende segmentering van uitslagen aanbrengen.

De NPO denkt er zelfs over om het filteren van variabelen voorlopig te verbergen, omdat de kans niet heel groot is dat je filter een resultaat geeft. “Veel mensen hebben hun leeftijd en plaats niet aangegeven bij Hyves. Met uitzonderingen werkt het, bijvoorbeeld als je zoekt op kijkgedrag van vrouwen van 28 in Amsterdam.”

Dan is er het enorme succes van The Voice of Holland dat met sociale media erg veel doet, mede gestimuleerd door sponsor Vodafone. Het meest vernieuwende element daarvan zijn de V-reporters die met Vodafone-toestellen opnames insturen voor de website. Het aantal ‘views’ bleef echter steken op hooguit enkele honderden, uitzonderingen daargelaten. Daar staat tegen-

iMMovator Cross Media Network


een PlayStation en in een achtbaan? Het antwoord is waarschijnlijk ‘nee’, maar ‘sociaal tv-kijken’ rukt op. Hardwaremakers als Philips, Samsung, Sony etc. brengen via wifi en/of netwerkkabel internetapplicaties op tv die waarde toevoegen. Het accent ligt op beeld, zowel Uitzending Gemist als natuurlijk YouTube, maar ook Buienradar doet het goed. Sociale media worden mondjesmaat ondersteund met een toetsenbord dat net als sms werkt. Google TV, ook op Sony tv’s, komt wel met een pc-toetsenbordje.

V.l.n.r. Nick van Ginkel (Video Dock), Vincent Verweij (Makayama) en Eef Grob (VPRO Beagle online)

over dat de backstage-video’s van het programma tienduizenden keren werden gestart. Massaal was ook de twitterstream op #voh en de Facebook-fanbase van 32.000 voor het programma, tegenover de duizenden fans per zanger op Hyves.

Kleine aantallen RTL innoveert mee in de golf voor zakelijke web-tv toepassingen met Op en Top NL waarvoor presentatrice Hella Hueck zich inzet, met “no budget” en zelf ook onbetaald. De interviewserie draaide drie maanden, tot juni 2010, in afwachting van wellicht een nieuwe serie. Ze ontdekte snel dat ze de regie los moest laten voor meer kijkersparticipatie. Het was hard knokken, vooral gezien de lage kijkcijfers in vergelijking tot televisie. Ook de VPRO kon geen grote aantallen noteren met gebruik van sociale media bij de poging van integratie van tv en internet met het Beagle-project op #vprobgl. Eef Grob van de VPRO vertelde dat @beagle_eef 2.000 volgers kreeg. Later volgden er Beagle Twitter-sessies na afloop van de uitzending, onder de naam Tweagle, met live verbindingen met mensen op het schip. Ook dit werd veredeld chatten. Als het goed aangekondigd werd, waren er tussen de 700 en 1500 mensen die de Twitterstream volgden, maar slechts enkele tientallen waren er actief. Massaal werd het dus niet, en toegevoegde waarde voor het programma lijkt gering. Ook het twitteren door de wetenschappers op het schip kwam onvoldoende van de grond, door presentatoren daarentegen wel. De les: succes is afhankelijk van twitterende programmamakers.

De publieke omroep doet aan crowd sourcing online om programma’s voor te bereiden, zoals de AVRO met Mary Poppins, Lijst 0 van BNN en Blikvoer en Kassa van de VARA. Hier worden programma’s in feite productieprocessen met actieve kijkers. Er ontstaat een wezenlijk betere productie als de creativiteit van het volk en van de beste creatieve geesten bij de omroepen samenkomen. Het TNO-onderzoek ConnecTV bij 52 huishoudens in Enschede met een sociale televisiedienst toont positieve ervaringen, maar kijkers wilden er niet extra voor betalen. De business case stoelt dus op reclame en de vraag is wie straks de extra opbrengsten van sociale tv krijgen en/of verdelen.

AVRO over succes en normen Peter Joziasse, inmiddels zelfstandige, vertelde als hoofd business development & sales van de AVRO in het vooronderzoek voor dit Café: “Het vormen van sociale structuren verloopt op sommige terreinen zeer succesvol, maar blijft een grote uitdaging voor ons. We zijn als het gaat om sociale netwerksites buiten de omroep de afgelopen jaren meer reactief dan proactief geweest, maar dat gaat de komende tijd veranderen.”

Avastars en Mary Poppins maken ‘sociale AVRO’ AVRO.nl is het eerst aangewezen domein, nog vóór Hyves en Facebook. “Je hebt daar minder regie en kunt ook moeilijk het bereik en de activiteit tellen. We krijgen daar ook lastig cijfers over het gebruik.” Bij Het Junior Songfestival profileren deelnemers zich op hun eigen pagina’s, bijvoorbeeld bij Hyves, om stemmen te winnen.

Leuker kijken Dus de sociale media, de applicaties die mensen laten communiceren via het web, spelen gedurende het gehele proces van televisiekijken straks een belangrijke toegevoegde rol: vooraf met tips die deels de traditioneel opgebouwde EPG minder belangrijk zullen maken, tijdens het kijken met het babbelen, vooral via Twitter, tot er iets beters is. En na afloop met tips spuien die het uitgesteld kijken op UG weer zullen beïnvloeden. Wordt televisiekijken een betere ervaring met dat ‘sociale gedoe’? In die vraag klinkt conservatisme: vroeger waren koters tevreden met een speeltuin met glijbaan, kinderen nu pas met

Publiek tijdens het Cross Media Café Social TV in Studio 31

Hoofdstuk 5. TV wordt weer sociaal

55


matie kunnen zoeken. Edwin Valent: “Het moet tv-kijken leuker maken, communicatief. Het is een soort van overlay van het tv-kijken, zowel voor het live kijken als voor on-demand. De ervaring moet dus intuïtief en rijker zijn.” Eind 2010 moest de webspeler live kunnen gaan, volgens Edwin Valent, maar zover was het nog niet. Volgens zijn opvolger zou het begin 2011 worden. De VARA wilde de kennis over de speler ook aan andere omroepen aanbieden.

Presentatie van Lotte Vergouwen (NPO)

Met de ontworpen ‘Internetmixer’ doen ze auditie en kunnen dan op Hyves fans winnen. Voor het zeer populaire programma Op zoek naar Mary Poppins zette de AVRO een ‘fan-widget’ in om het publiek openbaar sympathie voor een kandidaat te laten uiten. En voor het prijswinnende Wie is de Mol? waren er widgets beschikbaar van alle deelnemers. Op musicals-r.hyves.nl plaatste de AVRO tv-fragmenten en aankondigingen van programma’s en bereikte er een kleine 5.000 fans mee, tegenover ruim 50.000 op de eigen site Marypoppins.avro. nl waar ook de live webcast Mary Backstage werd getoond. En voor AVRO Avastars, dagelijks om 17.45 op Nederland 3 (Z@pp) kunnen kinderen zelf een ‘AvaStar’ aanmaken om te gaan chatten. De AvaChat loopt ook live door het beeldscherm van het programma in een tekstbalk onderaan. Peter Joziasse: “Dit is echt een mooie vorm van sociale tv.”

Een andere noviteit de ‘interactieve tv-gids’ van de VARAgids op Twitter, een live tipgever om boeiende tv-plekken aan te bevelen. Maar de ultieme toepassing van sociale tv was het programma Blikvoer, onderdeel van Nachtegiel op tv en 3FM in de nacht van vrijdag op zaterdag. Op Blikvoer.tv komen kijkers in de uitzending met hun mening op de webcam, complete realtime spanning. Verder had de VARA widgets voor DWDD, Nova (met de NPS) en de VARA als geheel. De DWDD-widget is in 2009 in totaal ruim 30.000 keer geïnstalleerd en die genereerde 3,5 miljoen views. DWDD was op Hyves met 230.000 leden de grootste, gevolgd door Pauw & Witteman met 93.000. Kassa was 4.300 leden de derde op grote afstand. De VARA had ook voor populaire programma’s zoals De Wereld Draait Door, Pauw & Witteman, Zembla en Kinderen voor Kinderen eigen kanalen op YouTube gevormd. Die trokken veel minder bezoek dan Uitzending Gemist, soms een paar honderd abonnees per kanaal. Maar de groei van sociale tv met als deze middelen was relatief onmiskenbaar groot.

BNN voorloper met sociale tv

Peter Joziasse trok hard aan een ‘Task Force On Demand’ om gezamenlijk beleid en standaarden te maken voor Uitzending Gemist en de themaportals. “Het wordt bijvoorbeeld steeds belangrijker dat we samen afspreken hoe we omgaan met metadata en het identiek opslaan en ontsluiten van materiaal.”

BNN plaatste al drie jaar video door op Hyves, zei directeur Nieuwe Media Berend Jan Verheijen. “Dat levert ons honderdduizenden, zo niet miljoenen views op onze video’s per jaar op. Ook krijgt bijna iedere BNN-titel een Hyves-pagina mee. Die zetten we in om previews te laten zien, nieuws te pushen etcetera.”

Ook moeten er afspraken komen voor het filteren, modereren en al dan niet toestaan van anonimiteit. Peter Joziasse: “Sociale tv is een heel mooi fenomeen, maar het kan ook ontaarden in asociale tv zoals ik het maar even kort door de bocht noem: nu kan je in elk geval fijn en veilig anoniem tv-kijken. Die privacy is er gelukkig. Maar hoe ga je daarmee om als andere kijkers of derden zich ongevraagd gaan roeren in discussies onderling. Wat sta je wel en niet toe?”

Enkele titels hebben een bijzondere ‘vertaalslag’ met sociale media, zoals de Nationale IQ-test. Daarop konden deelnemers thuis met één muisklik hun score publiceren op Twitter. Programma’s met veel betrokkenheid als Dennis vs. Valerio, Nu We Er

VARA met Social Media Videoplayer Edwin Valent, inmiddels ook vertrokken, maar toen Hoofd Nieuwe Media bij de VARA, bracht een verrassing: “We werken aan een eigen Social Media Videoplayer waarin we sociale media integreren: Facebook met live commenting, Hyves, Twitter en ook Wikipedia en IMDB om gebruikers een rijkere videobeleving te geven.” Vanuit het videoscherm moet je ieder moment op Facebook, Hyves en Twitter etc. live kunnen chatten en aanvullende infor-

56

iMMovator Cross Media Network

De belangstelling voor het Cross Media Café Social TV was groot


Monique van Dusseldorp stelt vragen uit het panel, v.l.n.r. Robert van der Zwart (Quadia.nl), Frank Barens (Cisco) en Ynze van Houten (Novay)

Toch Zijn en Onderweg Naar Morgen leenden zich volgens Berend Jan Verheijen uitstekend voor widgets, en Hyves- en Mobypicture-ondersteuning. Lijst 0 is al genoemd als groot succes. De meest intensieve vorm van sociale tv vond Berend Jan Verheijen 101Barz: “Na de update konden bezoekers nu hun eigen profiel aanmaken en daar hun favoriete Barz-filmpjes opslaan, in contact komen met andere fans, en artiesten kunnen er fans mee aan zich binden. Daarnaast kunnen bezoekers hun profiel koppelen aan bestaande media als YouTube, Twitter, Facebook en Hyves.” Berend Jan Verheijen vindt dat sociale media een mooi middel vormen om kijkers met elkaar te verbinden: “Ze voegen echt een dimensie toe aan de televisiebeleving. Daarnaast kunnen social media je merk enorm versterken. Bezoekers van BNN zijn bedreven in het doorplaatsen van onze content. Ze zetten clips op hun eigen blog/hyve, maar twitteren ook veel linkjes door naar onze video’s binnen BNN.nl. Je moet er dus voor zorgen dat bezoekers zo laagdrempelig mogelijk met het verspreiden van je content aan de slag kunnen.” ‘Sociaal kijken’ krijgt dus vooral bij de publieke omroep veel aandacht waarbij BNN, VARA, AVRO, NCRV en NOS het voortouw hebben genomen, maar als gebruikelijk volgen de commerciële omroepen met de grote aantallen zoals met The Voice of Holland. Uit de vrij trage groei van het gebruik van Uitzending Gemist op Hyves, qua innovatie een topper in 2010, blijkt overigens dat het nog niet eenvoudig is om de juiste wegen te vinden om het publiek aan te spreken.

Hoofdstuk 5. TV wordt weer sociaal

57


Tv wordt weer sociaal! Dankzij het internet delen we steeds meer televisie-ervaringen. Dat gaat van tegelijkertijd kijken en via Twitter commentaar leveren, het delen van je voorkeursprogramma’s via sociale netwerken, tot de nieuwe videocultuur die voortkomt uit YouTube. Tijdens het Cross Media Café op 27 april werden verschillende aspecten van Social TV besproken. Van sociale netwerken en twitterende kijkers tot nieuwe beeldschermen. Tevens lanceerde de NPO haar Uitzending Gemist-gadget voor Hyves.

5.1 Cases Social TV: Twitter, internet-tv en gaming Social TV is een onderwerp wat duidelijk leeft: Studio 31 op het Media Park in Hilversum is afgeladen vol en tegelijkertijd kijkt (en tweet) er via de webcasts op iMMovator en Frankwatching nog een extra groep belangstellenden vanaf andere locaties mee. Dagvoorzitter Monique van Dusseldorp onderstreept dat het nu eindelijk staat te gebeuren: tv wordt weer social. Het leek er al langer aan te komen, maar nu is het dan echt zo ver. Het publiek snapt de sociale netwerken, het televisieaanbod is gemakkelijker de sociale netwerken ‘binnen te trekken’ en er ontstaat een hele hausse van nieuwe mogelijkheden. In het eerste deel van de middag komt er een serie praktijkcases aan bod.

Video Dock: over welke tv-programma’s wordt op Twitter gesproken? De eerste praktijkcase die aan bod komt, is Video Dock. Wat gebeurt er als we niet langer de kijkcijfers, maar de impact van sociale media gaan gebruiken als indicatie voor de populariteit van programma’s? Dat is een van de zaken waarmee Video Dock zich bezighoudt, aldus Nick van Ginkel. Doordat steeds meer mensen online kijken, kijken ze meer en meer op verschillende tijdstippen. Toch ontbreekt er dan wat: het moment. Op Twitter heb je dat moment, bijvoorbeeld als je het volgt tijdens het televisiekijken.

Deze mashup is te bekijken op Omroep.nl/mash. Het principe van de mashup is dat je op een tweet kunt klikken en dan meteen naar het bijbehorende fragment in het programma gaat (of eigenlijk het moment van een minuutje eerder, zodat je niets mist). Het is handig als programma’s de hashtag (#) beter gaan promoten, dat maakt het gemakkelijker om de reacties erop te volgen. Een programma als Bij ons in de BV (#bijonsindebv) doet dat heel erg goed. Om een idee te geven van het effect besluit Nick van Ginkel met praktijkmateriaal. In de afgelopen twee maanden hebben 20.000 kijkers Nick van Ginkel (Video Dock) van Pauw & Witteman via Twitter wat over het programma gezegd. De ervaring is dat er vaak aan het begin van het programma veel wordt getweet en daarnaast ook na afloop van het programma. Bij Pauw & Witteman wordt er opvallend genoeg ook tijdens de herhaling nog veel getweet.

Chitter.TV: kijk tv en tweet er over Vincent Verweij vertelt dat Makayama vooral bekend is van de iPhone-applicaties. Een van de bekendste apps is Newspapers. In de presentatie van vandaag staat een door Makayama ontwikkelde Twitter-app centraal (geen mobiele app maar een internet-app): Chitter.TV. De tweets bij sommige programma’s zijn zo frequent dat ze al bijna niet meer bij Vincent Verweij (Makayama) te houden zijn. De # erbij is dan ook essentieel. Vanuit dit gegeven ontstond het idee van Chitter.TV: ‘watch tv en tweet about it’. Chitter.TV is een combinatie van tv-kanalen en Twitter, waarbij je ook kunt inloggen met je bestaande Twitter-account. Het is kijken en twitteren tegelijk. Een kanaal als Politiek24 is op Chitter.TV erg populair, jammer genoeg mogen op dit moment niet alle kanalen worden doorgegeven. Twitteren kun je volgens Vincent Verweij hier dus als een variant op chat zien.

Mashup: Twitter koppelen aan de tijdslijn van een uitzending

Video Dock heeft een mashup ontwikkeld waarmee het Twitter koppelt aan de tijdslijn van een uitzending. Daarbij is het belangrijk dat je op meerdere termen (Twitter hashtags) kunt zoeken.

58

iMMovator Cross Media Network

Er worden ook tv’s gebouwd waar Twitter ingebouwd zit, tweets zou je dan vanaf je mobiel kunnen versturen. Vincent Verweij laat ook de iPad zien en vertelt dat het steeds verleidelijker wordt om via die iPad tv te kijken, vooral als de tv in de woonkamer op een ander programma dan het door jou gewenste programma staat. Als televisie niet naar internet komt, dan komt internet wel naar televisie, volgens Vincent Verweij, hoe dan ook gaat het naar elkaar toegroeien van deze twee media echt gebeuren.


Op 24 januari 2010 is de zogenaamde Tweagle geïntroduceerd, de Beagle Twitter-sessies na afloop van de uitzending. De naam is trouwens bedacht door de community. Bij deze Tweagle wordt er een live-verbinding met het schip gelegd en kunnen er vragen aan mensen aan boord van het schip gesteld worden. Binnenkort komen er ook Tweagle-sessies met de studio. Monique van Dusseldorp vraagt zich af hoeveel mensen er nou betrokken zijn bij die interactie. Als het goed aangekondigd wordt, zo geeft Eef Grob aan, dan zijn er tussen de 700 en 1500 mensen die live in de Twitter-stream meekijken, enkele tientallen zijn dan erg actief, de meeste anderen volgen de tweets.

UPDATE Tijdens de presentatie van Vincent Verweij (Makayama)

Beagle online: Twitter en Tweagle met de programmamakers Eef Grob van Beagle online vertelt over het bekende VPRO-programma. Beagle is een groot project en men heeft geprobeerd om zoveel mogelijk mensen mee te laten tweeten. Dat is gelukt, veel van de direct betrokkenen zijn gaan tweeten. Men heeft nu 2000 volgers. Eef Grob heeft haar persoonlijke twitter losgekoppeld van @beagle_eef, om zaken gescheiden te houden. Presentatoren maar ook wetenschappers zijn gaan tweeten, al loopt die laatste groep niet voorop. De geleerde les is dat programmamakers zoveel mogelijk zelf moeten tweeten, je moet ze hier ook toe stimuleren.

Twittersessies nu ook bij Labyrint Na de Beagle heeft de VPRO het concept van de Twitter-sessie na afloop van een tv-uitzending doorgezet bij Labyrint, het wetenschapsprogramma van VPRO en NTR op Nederland 2 en Radio 1. Sinds oktober 2010 wordt er elke dinsdagavond na afloop van de tv-uitzending doorgepraat over het onderwerp met enkele wetenschappelijke gasten in de studio in Hilversum. Iedereen kan dit gesprek bekijken in een live video-stream op www.labyrint.nl en vragen stellen via Twitter of chat. Een moderator zorgt ervoor dat zoveel mogelijk publieksvragen aan bod komen. Wetenschap24 heeft hiervoor een speciale live-pagina ontwikkeld, waarin de videostream gecombineerd is met de Twitter- en chat-boxen. Met de chattool bereiken we ook publiek dat geen Twitter-account heeft. Na afloop verschijnen de sessies als on-demand-video op de site. We merken dat deze ‘napraat-sessies’ een welkome aanvulling vormen op het programma: ze zorgen voor extra verdieping, ‘nazorg’ (bijvoorbeeld bij medische onderwerpen) en discussie.

Men heeft een eigen hashtag gelanceerd (#vprobgl) om te voorkomen dat er veel berichten over de gelijknamige hondjes tussendoor zouden komen. De webcam, zo wijst de ervaring, speelt ook een belangrijke rol, dat leidt ook tot allerlei tweets.

Op en Top NL is een nieuw RTL-programma. Hella Hueck is moderator van dit interviewprogramma en werkt bij RTL Z, een plek waar best de nodige ruimte is voor experimenten. Ze vertelt dat de studio waar men zit een erg druk bezochte studio is en dat ze

Homepage van VPRO’s Beagle

Hella Hueck (RTL)

Eef Grob (VPRO Beagle online)

Op en Top NL: RTL’s ‘no budget tv’ op internet

Hoofdstuk 5. TV wordt weer sociaal

59


rondliep met het idee dat daar mee gedaan zou moeten worden. Het idee ontstond om een tv-programma alleen voor internet te maken, heel low key. Een uitdaging op zich omdat er bijvoorbeeld commercial breaks in moesten en het natuurlijk ook interactief moest worden. Ze mocht vervolgens zonder een businesscase aan de slag en moest daarbij op een creatieve manier gebruikmaken van alle beschikbare resources. Zo deed ze een beroep op de internetafdeling om een ontwerp te maken en werd de chatbox van een ander programma geleend. Hella Hueck kwam al snel tot de ontdekking dat ze de regie los moest laten, de kijker moet juist veel meer de regie krijgen. Best lastig dus voor een journalist. Er zijn van Op en Top NL nog maar twee afleveringen geweest, maar de eerste ervaringen zijn er. Ze laat aan het einde van haar presentatie nog een kleine compilatie zien, die de vibe van het programma goed weergeeft. Dat er echt geen budget is, blijkt aan het einde na een vraag van dagvoorzitter Peter Olsthoorn. Hella Hueck blijkt het programma ook echt gewoon in haar vrije tijd te doen, “dat is passie”.

Ex Machina: PlayToTV brengt gaming naar tv Ex Machina is een gamebedrijf dat sinds 2001 bestaat en zich op multiplatform gaming, ook wel social gaming genoemd, focust. Thomas Glas vertelt dat men begin dit jaar AirPlay heeft overgenomen, een ontwikkelaar van longplay-applicaties waarmee veel technische kennis over televisie en mobiel in huis werd gehaald.

Aan de hand van twee screenshots van een iPhone toont Thomas Glas hoe de interactie er uiteindelijk uit kan komen te zien, onder meer met voting en polls. Hij besluit zijn presentatie met de stelling dat de iPad voor Social TV en interactie gaat doen wat de iPhone al heeft gedaan voor de mobiele wereld. Monique de Haas, een van de aanwezigen, vraagt zich af wat het platform toevoegt aan wat Twitter en Facebook al bieden. Dat blijkt met name het spelelement te zijn, het massale gamen.

UPDATE Ex Machina Tijdens het Cross Media Café van 27 april 2010 presenteerde Ex Machina voor het eerst de plannen met betrekking tot het PlayToTV-platform: massale, synchrone en sociale interactie met en voor televisie- en radioprogramma’s en evenementen. Het platform heeft sinds die tijd een vlucht genomen. Was het in april 2010 nog een concept, inmiddels is PTTV uitgegroeid tot een werkend product gebaseerd op tailormade technologie. De belangstelling van binnen- en buitenlandse zenders en producenten is groot en de eerste concrete projecten zijn succesvol afgerond. Zo was de Nationale Wetenschapsquiz op 2e kerstdag via het PTTV-platform van Ex Machina synchroon via de VPRO-website te spelen, ook op de iPad. Ter bevestiging van de visie dat de tablet zeer belangrijk is voor de 2nd screen interactie met televisie: 12% speelde nu al mee via een iPad!

Thomas Glas (Ex Machina)

Het enige wat hierna nog ontbrak was de interactie met realtime televisiecontent, daar is men nu mee bezig. De pijlers van dit nieuwe zogenaamde PlayToTV-platform: • Synchronisatie met tv • Massive scheduled interactive entertainment • Toegang vanuit browser en mobiel • Integratie met sociale netwerken en live televisie De gebruiker staat dus centraal. In een overzicht laat hij zien welke toepassingen zoal mogelijk zijn.

VPRO’s Nationale Wetenschapsquiz: synchroon online en op televisie

Op het moment van schrijven staat een internationaal samenwerkingstraject met Talpa op de agenda. Daarnaast is Ex Machina in de running om het PlayToTV-platform te koppelen aan een aantal hele grote bestaande en nieuwe televisieformats in de US, UK en Duitsland. Kortom: de visie van Ex Machina is sterker geworden want deze is bevestigd door klanten en industrie.

Pitch TalentsChannel: pre-selectie via sociale netwerken

Ex Machina: Toegang vanuit verschillende devices, geïntegreerd met social media

60

iMMovator Cross Media Network

Dick Rempt van Talents Media verzorgt een pitchpresentatie over TalentsChannel, een social media platform voor preselectie van talent met behulp van social netwerken. Het idee werd mede ge-


inspireerd door de wijze waarop X FACTOR, Idols e.d. voorselecties deden, dat moest volgens de makers handiger kunnen. ‘Wie is de beste, upload & win en stem & win’, daar gaat het om.

Dick Rempt (Talents Media)

Nadat gisteren al het contract met een eerste opdrachtgever (een event partij) werd getekend, is vandaag de officiële lancering van TalentsChannel.

UPDATE Meer in het buitenland dan in Nederland Talents Media heeft zich verder ontwikkeld tot een agency met als specialiteit: ‘social contests’ – Social TV formats en online campagnes met een wedstrijdelement. De kern is nog steeds: ‘upload & win, stem & win’. TalentsChannel is ons contest-platform, met ingebouwde social media activatie. Campagnes worden geproduceerd in nauwe samenwerking met productiemaatschappijen en mediapartijen (online platforms als Facebook en Twitter, zenders en uitgevers). Projecten Talents Media heeft een aantal succesvolle online campagnes achter de rug, en recent een eerste echte ‘Social TV’campagne geproduceerd. Het publiek werd betrokken in de selectie van een presentator voor Fashionscene TV, een nieuw modeprogramma voor SBS/Net5 dat in maart 2011 live gaat. Deze campagne is 100% in lijn met het oorspronkelijke idee – betrek het publiek bij productie, en verander zo productiekosten in mediawaarde. Het programma wordt via social media gepromoot voordat het daadwerkelijk live is. Internationaal Talents Media publiceert en presenteert regelmatig over Social TV en transmedia-concepten – grappig genoeg veel meer in het buitenland dan in Nederland. “We hebben ontdekt dat Nederland dreigt achter te lopen op dit gebied ten opzichte van vooral UK maar ook Brazilië – landen waar we momenteel met lokale partners de eerste Social TV-projecten ontwikkelen. Grotere budgetten maar ook de cultuur zijn daar wellicht geschikter voor snellere innovatie? Momenteel zijn we ook partnerships aan het vormen met andere technologiepartijen om in partnership nog bredere Social TV-concepten te helpen realiseren. Onder anderen met Ex Machina, wat ook tijdens hetzelfde Cross Media Café presenteerde!

Pitch FaceIT2U: brand tracking als wapen tegen identity theft Het bedrijf FaceIT2U houdt zich bezig met brand tracking, men heeft een techniek ontwikkeld om logo’s en beeldmerken te tracken (volgen). Dat is volgens spreker Robin Hattink relevant

Robin Hattink (FaceIT2U) presenteert brand tracking

omdat business identity theft steeds verder oprukt: er zijn partijen op het internet die zich voordoen als ‘een ander’, bijvoorbeeld door gebruik te maken van het logo of de merknaam van andere partijen. Per week zijn er maar liefst 57.000 nieuwe illegale websites actief met dit doel voor ogen! Daardoor zal schade aan een merk worden aangericht, mogelijk ook aan uw merk. De consument zou hierdoor zelfs het vertrouwen in deze media kunnen verliezen. “Weet je wel wie wie is op het web?”, is de kernvraag. Er komen voorbeelden voorbij waarbij misbruik wordt gemaakt van de merken NOC NSF, Sjopze, WE en De Telefoongids. Voorkom, zo is de boodschap, dat anderen aan de haal gaan met je merk en weet wat er zich op internet zoal afspeelt.

UPDATE FaceIT2U wint BT Pitch Challenge Mooi hoe twee bedrijven elkaar later weer ontmoeten. In samenwerking met BT zette Talents Media in de zomer van 2010 de BT Pitch Challenge op: twintig ondernemers namen tijdens het Mediapark Jaarcongres een pitch-presentatie op van hun bedrijf of product. Online kon het publiek bepalen welke van de deelnemers de beste pitch had opgenomen. Op het Zomercafé werd de winnaar bekend gemaakt: het was Face IT2U.

5.2 Publieke Omroep en Hyves: lancering Uitzending Gemist Hyves-gadget Sociaal netwerk en televisie: Hyves en de omroepen hadden een echte primeur op dit Cross Media Café over Social TV: de lancering van de Uitzending Gemist-gadget op Hyves. Yme Bosma (Hyves) en William Valkenburg gaven hun visie op de ontwikkelingen rond social media en tv. Aansluitend vertelden vertegenwoordigers van Quadia, Cisco en Novay over hun visie op de toekomst van Social TV.

Yme Bosma (Hyves): social media en tv Yme Bosma, Manager Business Development & Partnerships bij Hyves begint met het in perspectief zetten van wat zaken. Waar

Hoofdstuk 5. TV wordt weer sociaal

61


hebben we het over als het gaat om integratie van social media en tv, zo vraagt hij zich hardop af. Elke dag kijken we in Nederland met zijn allen ongeveer 30.000.000 uur naar de tv. Op dezelfde dag zitten er gemiddeld 3.000.000 Nederlanders op Hyves: dat is 2.000.000 uur in totaal. In die zin is Hyves natuurlijk nog maar erg klein in vergelijking met tv.

Publieke Omroep: Uitzending Gemist lanceert Hyves-gadget William Valkenburg, directeur Internet van de Publieke Omroep, opent zijn verhaal met te zeggen dat er veel over tv wordt gesproken, maar dat dit natuurlijk van alle tijden is. De Publieke Omroep is van iedereen en voor iedereen en daarover praat men nou eenmaal graag. Die opvatting kan al vanaf 1995 via internet uitgewisseld worden. Stand.nl, chatten met Hans Laroes, de Club van 100, het EenVandaag-opiniepanel en Blikvoer zijn goede voorbeelden van het online in gesprek zijn met je kijkers. Dat levert heel vaak de mogelijkheid om snel betekenisvolle content te genereren. Yme Bosma (Hyves)

Volgens Yme Bosma zijn vermoedelijk enkele tientallen procenten van de traffic op YouTube afkomstig van sociale netwerken als Hyves, dat is dus een substantieel deel. Hij laat een (niet openbare) Hyves-pagina zien met de video’s die op Hyves op dit moment hot zijn. Hyves.nl/nu laat de publieke WieWatWaars zien, ook hier zie je dezelfde voorbeelden voorbij komen. Gisteravond en vandaag is dat vooral de Heineken-commercial. X FACTOR is een ander fenomeen, daar wordt veel over geschreven en gekrabbeld, zo valt hier te zien. Er is een samenwerking met RTL waarbij er bijvoorbeeld 170.000 mensen lid zijn van de X FACTOR-hyve. Ruim 200 tv-programma’s hebben nu een plek op Hyves, met vaak meer dan 100.000 fans. Lijst 0 is een ander fascinerend concept, waarbij tv en social networks heel slim worden ingezet. Op de eigen website van Lijst 0 zie je van alle kandidaten de Hyves, mensen kunnen er lid van worden, etc. Een andere leuke case is RTL Ontbijtnieuws, daar wordt via Hyves volop gestemd en dat wordt op tv dan weer gebruikt. Op de 5000 stemmers kan mooi gesegmenteerd worden, er is via Hyves veel profielinformatie beschikbaar.

Sinds 2000 is video ook steeds beter via internet te brengen. In een Volkskrant-artikel van afgelopen week werd gesteld dat tv-kijken via internet nog veel socialer is dan in de huiskamer. Drie miljoen mensen keken vorige maand 12 miljoen video’s via Uitzending Gemist. Sinds 2009 is het aanbieden via mobiel een grote uitdaging. Er zijn 2,7 miljoen video’s op mobiel bekeken. Verder ontstaan er steeds meer plekken en mogelijkheden om aan te haken bij tv-programma’s: Twitter, Hyves, Facebook etc. Ook de sterren hebben dat ontdekt. Een programmavoorbeeld is de William Valkenburg (NPO) Facebook-pagina van Beagle.

Hyves is een typisch Nederlandse partij en wil het liefst ook met Nederlandse partijen samenwerken. Je zoekt, volgens Yme Bosma, daarbij naar de sterktes van beide, tv en social networks, en probeert zo het format sterker te krijgen. Daarbij past dan ook prima de aankondiging van de nieuwe samenwerking tussen Hyves en Publieke Omroep waar William Valkenburg in zijn presentatie op in gaat.

Facebook-pagina van VPRO’s Beagle

Binnen Hyves is er steeds meer interactie tussen programmamakers en kijkers, en via bijvoorbeeld Video Dock kun je ook nog met tijdslijnen werken.

Hyves-pagina van Lijst 0

62

iMMovator Cross Media Network

William Valkenburg zet vervolgens ook wat feiten op een rij, gebaseerd op een onderzoek onder de gebruikers van Uitzending Gemist: • 66% tweet wel eens over tv-programma’s. • Bijna de helft kijkt door een tweet die voorbij komt nog eens een programma terug.


• Veel mensen schakelen tijdens het tweeten ook een programma in. • DWDD, Paul de Leeuw en Wie is de mol zijn favoriet. • Paul de Leeuw, Wilfried de Jong, Marc Marie Huijbregts en de 3FM dj’s zijn populair op Twitter. • Mensen vinden het fijn om via Twitter met elkaar verbonden te zijn. • Mensen waarderen het als er via tweets om input wordt gevraagd. Kortom: mooie nieuwe variaties op een oud thema. Vandaag gaan Hyves en Publieke Omroep daar een nieuwe variant aan toevoegen: de samenwerking tussen Hyves (8,5 miljoen natuurlijke personen) en Uitzending Gemist. De combinatie wordt gemaakt: via Hyves blijf je op de hoogte van al je series, bewaar je je favoriete video’s en volg je wat je vrienden kijken. Demonstratie gadget door Lotte Vergouwen (NPO)

Dan volgt de introductie van de gadget door Lotte Vergouwen. Ze demonstreert dat je kunt zien wat de favoriete programma’s van een Hyver zijn. Je kunt verder via de gadget programma’s volgen en ook steeds de laatste afleveringen van dit programma bekijken. Daarnaast is ‘wat kijken je vrienden’ te zien, eigenlijk een soort bookmarks die meteen te bekijken zijn. Dan is er de gids, waarin met hartjes is uitgelicht welke programma’s je volgt en waarin ook een lijstje van je vrienden is opgenomen (waarin je weer kunt zien welke programma’s zij volgen). Ook is er de Hyves-tab waarin de video’s van de dag op Hyves gepresenteerd worden. Maar het gaat nog verder: populair bij mijn leeftijdgenoten, populair in je stad, vrouwen etc. is ook mogelijk. Het is nog een betaversie en er wordt nog volop verder aan ontwikkeld, maar dit is in elk geval een grote eerste stap. Vanuit de zaal wordt de vraag gesteld of er ook plannen zijn om Twitter te integreren. Yme Bosma zegt dat bij de combinatie met Twitter een rol speelt, dat er in Hyves ook al veel van dit soort mogelijkheden zijn en zo’n 5% van de berichten in Hyves al tweets zijn. Het gaat bij de nieuwe gadget meer om het moment achteraf en minder om de live-ervaring van een programma. Anders gezegd: de vraag is ‘hoe maak je video met een sociale context toegankelijk’ en niet ‘hoe vul je tijdens een live-uitzending de sociale component van video in’.

Peter Olsthoorn vraagt zich af of Twitter tijdens tv niet aan zijn eigen succes ten onder kan gaan. William Valkenburg beaamt dat, een chat met meer dan 200 mensen is bijna niet meer te volgen. Is Twitter niet te simpel? Misschien wel, maar dat is misschien ook wel de kracht, vindt William Valkenburg. William Valkenburg geeft als reactie op een vraag uit de zaal aan dat men niet exclusief voor een partij ontwikkelt, maar ook met andere partijen wil samenwerken. Hoewel de groep die via social networks actief is nog niet zo groot is, kan het wel erg interessante informatie opleveren voor programmamakers. Over de uitwisseling van gegevens zijn strikte afspraken gemaakt, gegevens worden op een geaggregeerd niveau (en niet op een individueel niveau) beschikbaar gesteld. Wel kan er op individueel niveau targeting plaatsvinden en werkt de NPO-player met prerolls. Een vragensteller snijdt aan dat het juist bij Uitzending Gemist van belang is om bijvoorbeeld tweets in een tijdslijn terug te kunnen zien. William Valkenburg geeft als antwoord dat men denkt aan tijdslijnen en momenten en ook tweets op tijdslijnen, maar dat zal stap voor stap beschikbaar komen. Eerst maar eens “eat your heart out” met deze nieuwe functionaliteit, zo besluit William Valkenburg.

5.3 De toekomst van Social TV Het Cross Media Café wordt afgesloten met een gesprek met Robert van der Zwart (van Quadia.nl), Frank Barens (van Cisco) en Ynze van Houten (van Novay).

Hyves en NPO lichten hun samenwerking toe

Robert van der Zwart vertelt dat Quadia de partij is achter onder meer Blueshots.tv (een coproductie met Ronnie Overgoor). Volgens Robert van der Zwart komt er een nieuwe generatie tvkanalen en een nieuwe generatie doelgroepen. Mensen die op andere momenten en andere plekken willen consumeren. Er komt ook een nieuwe generatie makers, meer mensen die professionele video kunnen maken. En tot slot komt er ook een nieuwe generatie adverteerders. Een van de relevante ontwikkelingen die hij ziet is een Yahoo-widget op een Samsung-tv, daar ligt volgens Robert van der Zwart de toekomst. Dus meer een vat met video’s, verrijkt met tags en niet langer alleen maar lineaire kanalen.

Hoofdstuk 5. TV wordt weer sociaal

63


Een belangrijk technisch evaluatiepunt was dat deze dienst tegen de grenzen van de technische haalbaarheid opliep, denk hierbij met name aan netwerkproblemen omdat je bijvoorbeeld in een vol voetbalstadium met veel mensen tegelijk bezig bent. Een probleem is ook wie de rekening voor zo’n service moet betalen. De dienst lijkt echter met name aan de thuiskant potentie te hebben.

Robert van der Zwart (Quadia.nl), Frank Barens (Cisco) en Ynze van Houten (Novay) vertellen over hun Social TV-producten

William Valkenburg vult vanuit de zaal aan dat er bij de NOS een interessante ervaring is dat er onverwacht veel vanaf PS3 naar het NOS Journaal wordt gekeken. Frank Barens van Cisco laat een demonstratie zien van een settopbox in combinatie met widgets, dat is volgens Cisco een belangrijke ontwikkeling. Op Twitter zijn de meningen daarover echter verdeeld en is niet iedereen dat met hem eens. Ynze van Houten van Novay (voorheen Telematica Instituut) vertelt over de Living Lab-evaluatie van een verrijkte voetbalervaring. Het gaat hier om een integratie van media en diensten die gebruik maken van verschillende netwerken. Denk hierbij aan het thuis verrijken van de ervaring met video, foto’s en chats. De Living Labevaluatie bestaat eruit dat men met eindgebruikers (in dit geval voetbalfans die kijken naar echte wedstrijden) evaluaties uitvoert. Men heeft onderzocht hoe mensen zich gedragen ten opzichte van deze dienst.

Novay: Voetbalkijkervaring thuis verrijkt met video’s en foto’s van en chats met vrienden die in het stadion zitten

Uit de resultaten kwam naar voren dat de dienst erg veel werd gebruikt, vooral de tekstfunctie (tijdens de helft van de wedstrijd werd er gechat). Foto’s en video’s werden maar zeer beperkt verstuurd, dat voegde blijkbaar weinig toe aan de professionele content. Foto’s en video’s brachten wel vaak de chat op gang. Ook spelmomenten (buitenspel of niet, heeft hij de bal nog aangeraakt of niet) gaven veel chatreacties.

64

iMMovator Cross Media Network


6. MPJC2010: Oog voor het scherm Mediapark Jaarcongres Mediapark Jaarcongres 2010: Oog voor het scherm Datum: 9 juni 2010 Locatie: Studio 21, Media Park Hilversum Samenvatting en PowerPoint presentaties: http://www.mpjc.nl 600 inschrijvingen

Hoofdstuk 6. MPJC2010: Oog voor het scherm

65


6. MPJC2010: oog voor het scherm inleiding door Peter Olsthoorn

iPad en sociale media domineerden Jaarcongres Een geheel nieuwe categorie hardware, tablets, deed haar intrede in 2010, terwijl sociale media groeiden als kool. En dus: één plus één is twee, sociale media op tablets worden de nieuwe norm? Zo eenvoudig is het niet, bleek uit goed op elkaar aansluitende bijdragen van onder meer BBC, Sanoma, De Telegraaf, UPC, BNN en NOS tijdens het Mediapark Jaarcongres (MPJC) 2010 op 9 juni. De internationale bijdrage aan dit geslaagde Mediapark Jaarcongres werd verzorgd door de Nederlander Erik Huggers, directeur Future Media & Technology van de BBC. “Helemaal zijn ding” was de iPlayer, de Uitzending Gemist van de BBC die officieel enkel in Groot-Brittannië is te zien, maar met wat handige omwegen ook in Nederland. Alle programma’s, ruim 300 uur tv en 6.000 uur radio per week, zijn opvraagbaar. Als ex-Microsoft-chef kwam Erik Huggers van de technologie, en hij gruwelde van de ‘laissez faire’-houding die bij de BBC leidde tot een woud van platformen. Met de nieuwe strategie ‘putting quality first’ wordt grote schoonmaak gehouden om tot één technologisch platform te komen. Tegelijkertijd leidt de BBC een poging om contentproductie te standaardiseren; iPlayer was nog aangepast voor vijfentwintig platforms, van Wii tot iPad, maar met een open standaard en open app store moet die productie eenvoudiger worden. Rechtstreeks contact met de kijker is de metafoor voor inzet van sociale media, iets waarvoor de iPlayer is aangepast in 2010. Met een ‘BBC Identity’ kun je voorkeuren registreren maar ook linken aan je Facebook- en Twitter-account, om aanbevelingen te volgen en zelf te verspreiden binnen je netwerk. Ook nieuw is volledige integratie met de Windows Live Messenger. Je ziet welke vrienden de iPlayer gebruiken en waar ze naar kijken, en er samen over babbelen. Na registratie met BBC Identity krijg je

toegang tot veel nieuwe functionaliteiten, zoals favorieten aanmaken met bijbehorende attendering van nieuwe afleveringen (bijvoorbeeld via e-mail of Twitter).

NOS in de frontlinie Laat in de middag kwam de Nederlandse evenknie van Erik Huggers aan het woord, het hoofd innovatie bij de NOS, Roeland Stekelenburg. Hij is overigens net als Erik Huggers inmiddels vertrokken van die post. De NPO liep, ondanks een online budget dat minder dan 10% van dat van de BBC bedraagt, met sociale media even in de pas met de BBC: NPO kon tijdens het Cross Media Café van enkele maanden vóór het MPJC al integratie met Hyves introduceren. Voor NOS Media viel het Jaarcongres in de drukste week van het jaar, met de verkiezingen juist die dag, vele debatten vooraf en achteraf en het WK voor de deur. De NOS doet 99 procent live, dus behalve on-demand met Uitzending Gemist lonkt ook het realtime web. Het online WK-scherm was mede geoptimaliseerd voor de iPad. Met Tweedescherm.nl lanceerde de NOS in stilte een site met veel achtergronden bij de wedstrijden op tv, later in 2010 nog toegepast met Europese voetbalwedstrijden. De koppeling met social media, bijvoorbeeld bij het slotdebat met Twitter, is een paradepaardje, waar redacties van de omroepen overigens nog wel de waarde van moeten leren bepalen.

BNN lekker bezig De NOS krijgt credits voor innovatie, maar ook BNN kan er wat van, zo toonde tijdens het MPJC Berend Jan Verheijen, chef van een afdeling Nieuwe Media met twintig mensen. Het resultaat: maar liefst 2,3 miljoen unieke bezoekers en 5,4 miljoen bezoeken per maand aan BNN-sites. BNN maakte al widgets voor Hyves voor Loverboys en de BNNgids. Voor de tv-widgets voor internet-tv’s stortte BNN zich ‘voor de verandering’ eens op de radio, die aan te klikken is met achtergrondinformatie en videoverwijzingen. Voor Twitter op tv koos BNN niet voor integratie met het tv-beeld, want veel kijkers hebben niets met Twitter en die moet je niet lastigvallen. Connected tv is nog weinig in gebruik, en interactieve diensten van kabelaars zijn te duur en versnipperd. Het Eureka-moment: Teletekst!

Publiek tijdens het Mediapark Jaarcongres 2010 in Studio 21

66

iMMovator Cross Media Network

BNN promoot de hashtags fanatiek, tweets komen in een database, worden gemodereerd en verschijnen op pagina 355 van


Journaal, Nu.nl, Buienradar, 9292, Fileindex, TVgids, Hyves en Funda en video-on-demand met MovieMax. Tv-makers bufferen belangrijke content, zoals betaalde films eerst op een harde schijf van de tv om storingen gedurende het kijken te voorkomen, en ze volgen het online kijkgedrag. Samenvattend: je kijkt tv en webvideo zowel via de laptop/pc als televisie, en meer en meer ook via tablets en mobieltjes. Kijk je uitgesteld dan kan dat op verschillende manieren: via aanschaf van een dvd, via opslag op de harde schijf van de decoder en via een database (cloud!).

Berend Jan Verheijen (BNN)

Teletekst die kijkers onderin beeld naar believen kunnen oproepen, ook zonder computer in de buurt. Er kwamen 4.300 tweets in het eerste weekend, twee uitzendingen werden ‘trending topic’ bij Twitter. Voor slechts 200 euro is TwitteropTeletekst gebouwd, maar moest nog worden verbeterd. Het publiceren van tweets verliep helaas nog niet snel genoeg, lieten kijkers weten aan BNN. Overigens was BNN nog met de iPad aan het stoeien.

Samsung, Sony en Philips De tv-widgets van BNN kunnen in menu’s komen van televisies die via een netwerkkabel of wifi met internet zijn verbonden. De menu’s met widgets vereenvoudigen de navigatie voor webtoepassingen met de afstandsbediening. In de uitgebreide vooronderzoeken van het MPJC bleek dat de tv-makers reëel zijn: kijkers gaan niet uitgebreid zitten browsen en tikken gedurende het kijken. Zo voegde Philips aan de menu’s veel video toe met YouTube, NOS, Eredivisie Live, Uitzending Gemist, RTL Gemist, Picasa-fotoalbums, maar ook video-on-demand-diensten met Videoland (Nederland, België), Video Futur (Frankrijk, België) en Film2Home (Scandinavië) met toegang tot de nieuwste films. Philips bracht wel het browsen over internet op de tv, maar Sony niet. Sony internet-tv kwam beschikbaar op Bravia-televisies, Blu-raydisc-spelers en thuisbioscoopsystemen, draadloos verbonden met het modem. Opvallend zijn de ‘internet widgets’ van Sony waarmee realtime updates van sites als Twitter, Flickr en Facebook direct op het scherm te zien zijn. Met één druk op de knop op de afstandsbediening zijn persoonlijke widgets te kiezen en te downloaden. De widgets worden automatisch bijgewerkt met de meest recente informatie zonder dat de televisieweergave wordt onderbroken. Behalve NOS Journaal, Eurosport en YouTube zijn ook onder andere Blip.tv, Wired, Podcasts, DailyMotion, Livestrong, GolfLink en Ford Models in ‘XrossMediaBar’-menu’s te gebruiken. Via de DLNA-standaard kan inhoud van nieuwe videocamera’s worden vertoond op Bravia tv’s. Marktleider in tv-verkoop Samsung bracht ook communicatie naar het tv-scherm met een Skype-widget en diensten van Yahoo (inmiddels weer verlaten) en ook YouTube, Picasa, NOS

Die databanken, zoals Uitzending Gemist, Programma Gemist (SBS) en RTL Gemist, zijn beschikbaar via internet op de pc en via het kabel(plus)pakket en meer en meer ook (gratis) op tv via een IP-kabel/wifi. De vraag is of alle programma’s in een databank via IP worden ontsloten en tegen welke prijs (gratis via de BBC) en of we nog veel zelf op een harde schijf (gratis?) zullen vastleggen. En vormen sociale media louter een aanvulling of veranderen ze het kijkgedrag zelf aanzienlijk?

UPC kiest de aanval Gaat tv-distributie via internet ten koste van de tv-kabelexploitatie? In het vooronderzoek voor het MPJC zei Ivo Lochtman van UPC over de komst van nieuwe contentdistributeurs als Samsung, Google en Apple: “Nog meer fragmentatie van een vroeger homogene markt. Maar het staat nog in de kinderschoenen. Tegen de tijd dat de alternatieve proposities volwassen worden, heeft UPC wellicht een miljoen klanten voor digitale televisie. Die moeten we dan vasthouden met kwaliteit en klantenservice voor de beste prijs. Wij kunnen uiteindelijk ook zelf via internet de concurrentie aangaan.” Over de iPad en Apple TV zei Ivo Lochtman: “Dat kan een enorme verrijking van de kijkervaring betekenen. Maar er komt een scherm bij en nieuwe distributie waarvoor weer rechten uitonderhandeld moeten worden. Hoe ver kun je gaan met de fragmentatie?” Gedurende zijn toespraak later tijdens het MPJC wees Ivo Lochtman er fijntjes op dat vrijwel alle pogingen om internet en tv te koppelen tot op heden spaak liepen. Tv en internet verschillen fundamenteel: “Tv is een dictatuur en internet is anarchie. Internet is real time en tv is dat niet.” Dus moet je nauwgezet opereren. Zo onderscheidt UPC twee typen verandering: van de schermbeleving die naar HD en 3D tendeert en internet op tv. Dat laatste is te splitsen naar tv 2.0 voor onafhankelijkheid van het uitzendschema en tv 3.0 voor interactie en integratie met social media.

“Zenderpakketten blijven bestaan” UPC ziet de tv-makers en internetgiganten niet snel lokale tvpakketten samenstellen, en dan nog eerst daarmee beginnen in grote Europese landen. UPC gaat z’n eigen weg en weet bij

Hoofdstuk 6. MPJC2010: Oog voor het scherm

67


meer dan 70% van de klanten een Pluspakket te slijten, voor 10 of 4,50 euro per maand. Kijkdata verzamelen en gebruiken kan belangrijk worden, maar ligt gevoelig. Ook Mirko Mensink, directeur Corporate Development van Ziggo, toonde geen vrees voor nieuwe spelers: “Je kunt het heel defensief benaderen vanuit de verwachting dat de Samsungs, Sony’s en Philipsen aan de ene kant en de zenders aan de andere kant je als kabelaar kunnen omzeilen. Maar je kunt het ook zien als kans, om je distributie straks via een dubbel kanaal nog sterker te maken en een nog sterkere binding met je klant op te bouwen.” Grote spelers ontberen de lokale content en/of IP-distributie van zenders en of ze de kabel en haar hoge winsten kunnen bedreigen, moet nog blijken. Mirko Mensink: “Uit onderzoek blijkt dat tv-kijkers zeer hechten aan lokale content met een lokale verpakking van die content. Het kabelpakket is vertrouwd. Je kunt met internet geen quality of service garanderen. Dat is op televisie wel erg belangrijk. Maar we moeten wel een nieuwe organisatie ontwikkelen als we via verschillende kanalen content kunnen aanbieden. Het ondemand stuk zal hoe dan ook veel belangrijker gaan worden.” Dat Ziggo zelf op haar beurt tv-zenders overbodig zal maken met directe distributie van programma’s acht Mirko Mensink evenmin plausibel, gezien de complexe rechten. Ook KPN zei in het vooronderzoek dat pakketten van zenders favoriet blijven, ook al kun je via IPTV individueel distribueren en per kanaal abonnementen aanbieden. Hugo Suidman van KPN TV: “Televisie is ontspanning, geen inspanning. Voor dat tientje per maand gaan kijkers niet moeilijk doen met menu’s en instellingen. Wel kun je via interactieve televisie veel eenvoudiger je eigen tv-avond samenstellen. Dat gemak telt ook voor het huren van een filmpje. Dat neemt met sprongen toe onder degenen die het een keer geprobeerd hebben. Leden van een videotheek halen gemiddeld drie keer per jaar een film, via tv loopt dat snel op tot drie per maand.”

iPad: Sanoma voorloper, Telegraaf volger Een ander groot onderwerp op het Mediapark Jaarcongres is tablets. De Telegraaf bouwde een iPad-app die inmiddels uit is,

Publiek

net als die van NRC en De Volkskrant overigens. Frank Volmer (De Telegraaf) hoopte dat tablets reclame-inkomsten gaan brengen die met print verloren gaan. Zowel op het web als op de tablet wil TMG video brengen, uiteraard van haar omroepen Wakker Nederland en Powned. Maar TMG voelt zich beperkt door regels. De iPad als combinatie van print, tv en internet vraagt volgens hem om nieuwe visies van de overheid en exploitanten. Inmiddels onderzoekt het Commissariaat voor de Media de samenwerking tussen de nieuwe omroepen en andere Telegraafonderdelen, voornamelijk de kranten. Maken de omroepen zich schuldig aan te veel reclame voor print? Van de regelgevers heeft tijdschriftkeizer Sanoma geen last, dus Sanoma Digital neemt zelf het heft in handen, bleek uit de voordracht van directeur Joris van Heukelom die naar eigen zeggen een “iPad Mania” voelde. Nu.nl haalde al maandelijks 500.000 pageviews via iPads toen die in Nederland nog verkocht werden. De kern van de tablet: letterlijk kinderlijk eenvoudig gebruiksgemak, het samenvloeien van video, internet en tijdschrift en niet op de laatste plaats: meer ‘emotie’. Het internet ontbeert dit te veel, wat voor bijvoorbeeld reclame ongunstig is. Dus koos Sanoma bij de bouw voor een ‘magazine experience’ op basis van de informatiearchitectuur van het tijdschrift. Sanoma lanceerde inmiddels op de iPad AutoWeek, Viva en Nu.nl, de laatste kreeg al een ‘preview’ op het MJPC. Gezien de fenomenale groei van Nu.nl op mobiel waren de verwachtingen hooggespannen, ook ten aanzien van de reclame-inkomsten. Begin 2011 kwamen er overigens berichten uit de VS dat verkoop van abonnementen op de iPad alweer op zijn retour was. Volgens Sanoma viel dat hier mee, maar de uitgever noemde geen cijfers. Tot slot een citaat van Arnon Grunberg met de kerst 2010, uit de Volkskrant: “Hoe welvarender de mens, hoe kleiner de behoefte aan God. In de wedkamp tussen God en de iPad staat de iPad voor.”

IMMovator-directeur Ton van Mil in gesprek met Hadassah de Boer

68

iMMovator Cross Media Network


V E R R A S S ENDE GROEI

MPJC INNOVATIEPLEIN

In vooronderzoek en als openingsspreker van het MPJC liet Laurens van den Oever van GfK opvallende innovatietendensen zien over internet, video en televisie. Hieronder ook cijfers van Telecompaper, die door iMMovator zijn verzameld: Web op tv De snelste toename is die van tv-verkopen met webaansluiting: • Van de kleine 1,7 miljoen verkochte tv-toestellen in 2009 had al 8% de mogelijkheid voor toegang tot het web. De voorspelling voor 2010 voor verkopen van tv’s met IPaansluiting was 22%. • Voor 2013 verwacht Gfk 60% penetratie tv’s met IP-ontsluiting, nog afgezien van de toename van ‘mediagateways’. • BD Live, internettoegang op Blu-ray, was in 2009 al voorhanden op 83% van de verkochte spelers. • Gebruikscijfers over het web op televisie zijn echter helaas niet openbaar. Digitale tv Digitalisering neemt toe, maar analoge kabel houdt stand: • In het derde kwartaal 2010 is het aantal aansluitingen met 3,4% gestegen tot bijna 5,3 miljoen; 65,7% of nagenoeg tweederde deel van het totale aantal van acht miljoen aansluitingen. • In het derde kwartaal had de kabel bijna 55% van alle digitale tv-aansluitingen. Van hun abonneebestand kijkt echter 47,5% nog altijd niet digitaal. • Het marktaandeel van de satelliet daalde van 19,1 naar 18,2%; Digitenne van 17,6 naar 17,1%. • IPTV steeg van 7,7 naar 8,4%. Glasvezel-tv blijft steken op 1,4%. • Ziggo is veruit koploper met 33% van de digitale tv-markt. KPN is in digitale tv met bijna 22% UPC (ruim 16%) en Canal Digitaal met bijna 16% al gepasseerd. Uitgesteld kijken • Van Kijkcijferonderzoek: het aantal begonnen streams online van NPO, RTL en SBS bedroeg bijna dertien miljoen in februari 2010 tegenover 9,5 miljoen in februari 2009. Van de groei kwamen 900.000 streams van SBS die in 2009 nog niet meedeed. (Het totaal is 10% van iPlayer alleen al in de UK, met vier keer zo veel inwoners.) Over november 2010 publiceerde de BBC een aantal van ruim 140 miljoen geserveerde streams, SKO voor Nederland. • Het uitgesteld kijken stelt in volume nog niet veel voor. Uit onderzoek van TNO en KPN blijkt dat van de drie uur tvkijken per dag gemiddeld nu drie minuten gemiddeld worden bekeken vanaf de harde schijf en één minuut Uitzending Gemist en Programma Gemist. De verwachting is een beperkte groei naar vijf minuten ‘gemist’ kijken per dag in 2013 en naar acht minuten via de eigen opname. • Wel kijkt 40% van de kijkers uitgesteld, maar dat doen ze gemiddeld genomen kennelijk maar voor een korte periode. • In 2010 zou er ruim tien miljoen keer een film of tv-serie via betaalde video-on-demand worden opgevraagd, goed voor 45 miljoen euro omzet. Die groeit naar 175 miljoen in 2012.

MPJC Innovatieplein waar jonge ondernemers hun diensten en producten presenteerden

Op 9 juni werd parallel aan het Mediapark Jaarcongres in studio 32 een dynamisch innovatieplein georganiseerd. Net als het MPJC2010 stond ook het innovatieplein in het teken van ‘oog voor het scherm’. Er waren de hele dag door spectaculaire demo’s, uitpakparties en productpresentaties op het innovatieplein te vinden. Een mooie gelegenheid om de laatste ontwikkelingen rond het scherm met eigen ogen te aanschouwen, en bovendien nog gratis ook!

GNR8 interviewde sprekers en bezoekers tijdens hun liveshows vanaf het innovatieplein

Hoofdstuk 6. MPJC2010: Oog voor het scherm

69


Op 9 juni 2010 vond voor de derde keer het Mediapark Jaarcongres plaats in Studio 21. Deze editie stond in het teken van ‘oog voor het scherm’; innovaties rond het scherm, bekeken vanuit nieuwe ideeën, cijfers en initiatieven.

teel een smartphone. De helft van deze telefoons heeft een mobiel internetabonnement. Elke maand komen er dus 70.000 tot 80.000 mobiele internetgebruikers bij.

6.1 Doorbraak nieuwe digitale technologie door consumenten Mobiel internet, IPTV, 3D, tablet-pc’s, smartphones en digitale distributie: dit jaar zal de boeken in gaan als het jaar waarin verschillende ontwikkelingen samenvallen en zullen doorbreken bij de consument. GfK kwam vanmorgen op het Mediapark Jaarcongres met nieuwe cijfers over de ontwikkelingen in Nederland. Laurens van den Oever van GfK was zojuist de openingsspreker op het Mediapark Jaarcongres van iMMovator. Hij geeft aan dat uit het actuele GfK-onderzoek (een meting van verkoopcijfers bij een groot aantal retailers) blijkt dat er momenteel drie belangrijke ontwikkelingen zijn: • Veranderende eetgewoonten • Nieuwe ingrediënten • ‘Uitkomen’ van trends Er is een grote toename van het aantal devices en mogelijkheden te zien, veel zal er dit jaar echt bij de consument gaan landen. Er is eerst hardware nodig voordat de conLaurens van den Oever (GfK) tentdistributie op gang komt. Telkens als er een groot event is, dan knalt de verkoop van devices omhoog, aldus Laurens van den Oever. Als Nederland in de finale speelt, zouden er bijvoorbeeld wel eens 50.000 schermen meer verkocht kunnen worden. Zoals het er nu voorstaat, zullen we in 2013 uitkomen op 60% penetratie van web-tv, dus tv voorzien van internet (IP). De consument consumeert content als nooit tevoren. Er is in de huiskamer een opkomst te zien van mediagateways.

GfK: The Smartphone revolution

De eerste analyses wijzen uit dat social networks als Facebook voor het eerst meer via mobiel dan vanaf de pc worden benaderd (52%). De iPhone is daarbij dominant, 16% van het verkeer naar Facebook komt vanaf de iPhone.

GfK: Facebook meer via mobiel dan vanaf de pc benaderd

Met name in de ochtend en middag wordt er door consumenten gebruikgemaakt van mobiel, later in de avond wordt dat laptop, desktop of webbook. Als het gaat om video, zie je dat video-ondemand (eigenlijk content-on-demand) goed zal zijn voor meer dan 60 miljoen euro. Spotify is een nieuwe speler en heeft op dit moment wereldwijd al 320.000 betalende klanten. Ook in de gameconsoles zijn grote ontwikkelingen gaande.

6.2 BBC voorspelt in de toekomst nog één kanaal: internet

GfK: De opmars van web-tv

De verwachting is dat er eind 2010 twee keer zoveel webbooks (inclusief iPads) als e-readers zijn. Eind dit jaar zijn er 250.000 huishoudens voorzien van tablets. Dan zoomt Laurens van den Oever in op de mobiele markt, één op de drie telefoons is momen-

70

iMMovator Cross Media Network

In de negentig jaar dat de BBC bestaat, zijn er een hoop technologische veranderingen voorbij gekomen. Hoe zorgt de omroep ervoor dat de concurrentie het hoofd wordt geboden en dat de content beschikbaar blijft op alle beschikbare devices? Erik Huggers, director Future Media & Technology van de BBC, geeft het antwoord. De BBC investeert en innoveert flink. Niet in allerlei verschillende kanalen, maar in één kanaal: het internet. De visie is dat alles in the cloud beschikbaar is met eenvoudige toegang voor iedereen, ongeacht het apparaat dat wordt gebruikt. De BBC is sinds 1994 serieus met online bezig. Tot nu toe is een ‘laissez faire’-aanpak gehanteerd, waardoor een woud is ontstaan


Ontwikkeling iPlayer geeft blik op de toekomst De ontwikkelingen rondom de iPlayer liepen als rode draad door de presentatie van Erik Huggers. De eerste versie werd eind 2007 gelanceerd. Alles uitzendingen waren na zeven dagen beschikbaar, uitsluitend als download en voor Windows. In 2008 volgde een nieuwe versie met een betere user interface, streaming video en HD.

Erik Huggers (BBC)

aan platformen en user interfaces. Met de nieuwe strategie ‘Putting quality first’ wordt grote schoonmaak gehouden. Alles moet op één technologisch platform komen, dat volledig in huis wordt ontwikkeld.

BBC werkt aan open internetstandaard

De BBC is enorm verrast door de gebruikscijfers van de iPlayer. In april 2010 werden 123 miljoen video’s en radioprogramma’s afgespeeld. De gemiddelde kijktijd was 60 minuten en de gemiddelde luistertijd 160 minuten. De vraag is natuurlijk of deze consumptie de lineair uitgezonden programma’s kannibaliseert. Het tegengestelde blijkt: de iPlayer is additioneel in gebruik en de consumptie van de lineaire programma’s is zelfs omhoog gegaan. Verder blijkt dat het percentage kijkers dat gebruik maakt van de iPlayer per programma sterk verschilt. Er is een rechtstreeks verband te zien met leeftijd: hoe jonger het kijkerspubliek, hoe meer gebruik wordt gemaakt van de iPlayer. Het is dus duidelijk waar de toekomst heengaat.

Volgens Erik Huggers is een van de grootste uitdagingen voor de industrie op dit moment dat je je product voor elk apparaatje moet aanpassen. BBC doet dat op dit moment met de iPlayer (de Engelse versie van Uitzending Gemist) voor vijfentwintig verschillende devices, waaronder Wii, PS3, diverse telefoons en iPad. Dit vergt veel werk en dat is niet voor iedereen weggelegd, zeker niet voor de kleinere aanbieders. Met het doel de toegang tot de huiskamer te democratiseren, is de BBC gestart met het project Canvas. In samenwerking met zeven partners wordt gewerkt aan een open internetstandaard met een software development-kit en open app store. BBC: Integrated instant messaging

iPlayer wordt social De derde versie van de iPlayer komt eraan. Een van de grootste uitdagingen is hoe je het aanbod voor de kijker vindbaar houdt, met meer dan 300 uur verse tv per week en 6.000 uur radio. Als kijker kan je je registreren via BBC Identity. Daarmee krijg je toegang tot veel nieuwe functionaliteiten. Je kan favorieten aanmaken met bijbehorende attendering van nieuwe afleveringen (bijvoorbeeld via e-mail of Twitter). BBC: From programmes to products

Programma is slechts onderdeel van online product Interessant is dat Erik Huggers tijdens zijn presentatie niet alleen aandacht besteedt aan de technologische veranderingen, maar ook aan de interne cultuurverandering die noodzakelijk is. In het verleden is de BBC altijd geleid door programmamakers, maar inhoud moet nu samenkomen met technologie en design. Volgens Erik Huggers moeten deze twee ‘kampen’ volledig gaan samenwerken, omdat programma’s slechts een onderdeel zijn van een online product. “Als je dat niet door hebt, raak je het rechtstreekse contact met de kijker kwijt.”

Daarnaast kun je je BBC Identity linken aan je Facebook- en Twitteraccount. Daardoor kun je eenvoudig aanbevelingen doen en volgen binnen je netwerk. Ook nieuw is volledige integratie met de Windows Live Messenger. Het idee is dat tv-kijken een sociale bezigheid is, kijkers willen ervaringen delen. Je kunt met behulp van de nieuwe functionaliteit zien welke vrienden online zijn, wie er gebruikt maakt van de iPlayer en wie er naar hetzelfde programma zit te kijken. Vervolgens kun je met elkaar syncen en met elkaar over het programma praten. Erik Huggers begon zijn presentatie met het aanhalen van de missie van de BBC, die al in 1922 werd geformuleerd: “Inform, educate en entertain.” Negentig jaar geleden werd deze missie uitgevoerd via de radio, in 2010 uitsluitend nog via internet?

Hoofdstuk 6. MPJC2010: Oog voor het scherm

71


wordt over een motie of een wetsvoorstel. Maurice de Hond denkt hiermee het politieke proces, met name de relatie tussen kiezer en gekozene, transparanter te maken.

6.4 iPad dwingt tot nieuwe visie op medialandschap

BBC: Evolution of services

6.3 Maurice de Hond kondigt Schaduwkamer.nl aan Maurice de Hond kondigde op het Mediapark Jaarcongres de start van Schaduwkamer.nl aan, een samenwerking met Hyves en BNN. Kiezers kunnen hier zelf volksvertegenwoordiger zijn.

Een volgend programmaonderdeel van het Mediapark Jaarcongres is het interview van Hella Hueck (RTL-Z) met Frank Volmer (directeur van Telegraaf Media Nederland). De snelheid waarmee de mediaconsumptie verandert, is immens en de grenzen tussen de traditionele mediumtypen vervagen. Een toenemend aantal mediabedrijven is aanwezig op verschillende platforms. Wat is de visie van Telegraaf Media Nederland op deze ontwikkeling? Frank Volmer begint, inspelend op de actualiteit, met het terugblikken op de recente actie van de krant om een aantal lijsttrekkers een eigen voorpagina te geven. Hij stelt dat de meeste lijsttrekkers nu echt wel doorhebben dat er wat aan de hand is met de Publieke Omroep en vooral dat er wat moet gebeuren. Als je kijkt naar ondernemingen als RTL of SBS, dan zie je dat men daar van vele lagere bedragen en zonder subsidies moet rondkomen. De vraag is of de geldstroom naar de Publieke Omroep de beoogde waarde ook werkelijk waard is. Er zou minder geld moeten gaan naar de PO en we zouden veel kritischer moeten kijken naar nieuwe initiatieven, aldus Frank Volmer.

Maurice de Hond peilt de verkiezingsuitslag in de zaal

Eén dag voordat de nieuwe Tweede Kamer wordt geïnstalleerd, start hij samen met Hyves en BNN dit gloednieuwe politieke initiatief. Vanaf woensdag 16 juni kan iedere Nederlander via Schaduwkamer.nl meestemmen over alle belangrijke beslissingen of moties die ingediend worden in de Tweede Kamer. Schaduwkamer.nl maakt het voor zowel de politieke partijen als hun achterban bij elke stemming inzichtelijk hoe er écht gedacht

Frank Volmer (De Telegraaf) wordt geïnterviewd door Hella Hueck (RTL-Z)

Powned en Wakker Nederland komen over zes weken echt in het publieke bestel. Frank Volmer geeft aan dat hij het grappig vindt dat er met proefuitzendingen wordt gewerkt, dat is nog niet eerder vertoond. Bij Wakker Nederland komen er twee presentatoren, dit zijn allebei geen televisiemensen. Frank Volmer ziet dat niet als risico. Het bedrijfsonderdeel Telegraaf Video Media gaat, naast wat ze nu doen voor de huidige commerciële en publieke omroepen, ook proberen om voor de nieuwe omroepen te produceren. Het lijkt hem logisch dat ze ook daadwerkelijk het nodige samen zullen doen, omdat ze qua DNA goed aansluiten bij de nieuwe omroepen. De eerste afspraken daarover zijn al gemaakt.

De website van Schaduwkamer

72

iMMovator Cross Media Network

Nog niet alles is helemaal uitgezocht, bijvoorbeeld of geproduceerd materiaal straks ook op de De Telegraaf-site hergebruikt mag worden.


De advertentie-inkomsten van De Telegraaf in print lopen erg terug, hoe krijg je dat nou terug? Dat is nou precies waarom men zich bij De Telegraaf druk maakt, men wil zich als bedrijf ook bewegen richting de plek waar ook de consument zich bevindt en het is vervelend als dat niet mag. Dit terwijl de publieke omroep andersom wel mag bewegen, kijk naar Joop.nl, een reactie van de Hella Hueck (RTL-Z) VARA op GeenStijl (dochter van De Telegraaf). Uiteraard wil men ook graag video en sponsored video maken met het eigen productiehuis. Dan de iPad, De Telegraaf is bezig met een app en gaat voor de basisapplicatie geen geld vragen. Er zullen wel betaalde diensten bij komen. De overheid heeft, zo vindt Frank Volmer, geen echte visie op hoe het op lange termijn verder moet met de omroep. Een ding is zeker: de iPad is een combinatie van alles: print, tv en internet. Dus dat vraagt wat hem betreft dringend om nieuwe visies.

Is Layar futuristische toekomstmuziek? Volgens Claire Boonstra komt het in rap tempo beschikbaar voor de consument. Samsung gaat het standaard installeren op de nieuwe smartphones en Layar is in onderhandeling met andere aanbieders. Zou Claire Boonstra gelijk krijgen en is augmented reality het nieuwe massamedium van de toekomst?

Zoeken in audiovisuele content op fragment Het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid staat voor de grote uitdaging om grote hoeveelheden audiovisuele content te ontsluiten. Roeland Ordelman, manager Innovatie bij het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid, vertelde dat uit onderzoek blijkt dat gebruikers vooral op fragmentniveau willen zoeken. Ze zijn dus op zoek naar de pareltjes van een uitzending. Zoeken op die manier is alleen mogelijk door het toevoegen van tijdgecodeerde metadata. Dat kan aan de ene kant automatisch door informatie-extractie gebaseerd op visuele elementen en informatie uit audio. Maar het instituut maakt ook gebruik van crowdsourcing. Er zijn twee pilots gedaan waarbij gebruikers video voorzien van relevante tags en beschrijvingen die tijdgecodeerd zijn.

6.5 Schermen van de toekomst?! We worden in ons dagelijkse leven omringd door schermen – televisie, computer, mobiele telefoon. Welke innovaties staan ons te wachten op dit gebied? Vier Nederlandse organisaties presenteerden hun innovaties. Daarvan is Layar zonder meer de meest spraakmakende.

Een verrijkte werkelijkheid bekijken met Layar Volgens medeoprichter Claire Boonstra is er met Layar voor het eerst een medium beschikbaar dat niet in een doosje zit: de realiteit is de drager. Je hebt nog wel een raamwerkje nodig om naar de verrijkte werkelijkheid te kijken. Dat is nu nog de mobiele telefoon, maar uitbreiding naar andere devices is nabij. Niet alleen de iPad (zodra deze over een camera beschikt), ook een bril behoort tot de mogelijkheden.

Claire Boonstra (Layar)

De genoemde voorbeelden spreken tot de verbeelding. Bijvoorbeeld het Nederlands Architectuurinstituut dat alle gebouwen in augmented reality beschikbaar wil maken. Daardoor wordt het bijvoorbeeld mogelijk op een bouwplaats het toekomstige gebouw in 3D te zien, maar ook het gebouw dat er in het verleden stond of het gebouw dat er had kunnen staan als er een ander ontwerp was gekozen.

Roeland Ordelman (Beeld en Geluid)

In de eerste pilot Waisda doen de gebruikers dit in de vorm van een spelletje: je krijgt punten als je hetzelfde label intypt als een andere gebruiker op dezelfde tijd. Op deze manier zijn tot nu toe aan 602 video’s 350.000 labels toegevoegd, waarvan 42.000 unieke tags. De tweede pilot werd gehouden rond het veertigjarige bestaan van Pinkpop. In deze pilot werden conceptlabels handmatig aangemaakt en werden deze door de software automatisch toegevoegd. Dit kan nooit 100% goed gaan en daarom werd crowdsourcing (succesvol) ingezet om fouten te ontdekken en te herstellen.

Niet kleiner, maar groter Twee jaar geleden mocht Frank Kresin van het consortium CineGrid tijdens het Mediapark Jaarcongres al zijn innovatie in concept tonen. CineGrid biedt een beeldschermkwaliteit die vier keer hoger is dan HD. Volgens Frank Kresin is de toegevoegde waarde dat hoe scherper het beeld is, hoe dichter je bij het scherm kunt staan. Daardoor is de emotionele impact van het beeld veel groter. Programmamakers geven aan dat ze het ervaren als een geheel nieuw medium.

Hoofdstuk 6. MPJC2010: Oog voor het scherm

73


De afgelopen twee jaar hebben de ontwikkelingen rondom CineGrid niet stil gestaan. In Amerika komen in de bioscoop binnen twee jaar 12.000 schermen beschikbaar. Ook zijn er nu camera’s en workflow beschikbaar die dit formaat aankunnen. Het doel in Nederland is om featurefilms te maken, te werken aan toepassingen voor onderwijs en wetenschap, hoge kwaliteit Frank Kresin (CineGrid) videoconferencing mogelijk te maken en theater en gaming vast te leggen. Op korte termijn gaat onder andere het Holland Festival in samenwerking met de NPS experimenteren met wat CineGrid kan betekenen.

De smartphone als afstandsbediening ActiveVideo Networks houdt zich bezig met interactieve tv. Hun platform is live bij vijf miljoen huishoudens wereldwijd. Managing director Ronald Brockmann vertelt dat de filosofie vergelijkbaar is met cloud computing: de intelligentie wordt verplaatst naar het netwerk, zodat niet telkens een nieuw kastje nodig is in de huiskamer.

Veel waarheden over de iPad zijn er nog niet, alles is nog nieuw, aldus van Joris van Heukelom (director van Digital Publishing Sanoma Digital) op het Mediapark Jaarcongres. In de eerste maand zijn er een miljoen iPads verkocht. Toen 3G iPad beschikbaar kwam, kwamen er daar meteen 300.000 bij. Er zijn momenteel al 3000 iPad apps.

iPad: among one of the fastest growing new consumer computing devices ever

Via Nu.nl is te zien dat er nu al een half miljoen pageviews via iPads worden gegenereerd. Dat wil zeggen dat er iets van 1200 tot 1500 iPads ‘illegaal’ in Nederland zijn. De iPad is een van de snelst penetrerende devices van de laatste twee jaar, aldus Joris van Heukelom. Het gaat allemaal harder met de iPhone, de iPad en ook Android. De iPad is slechts het begin en de tablet-pc is zeker niet iets exclusiefs van Apple, zo stelt hij.

De voordelen zijn evident: makkelijker voor de consument en lagere kosten voor de aanbieder. Uitdaging tot nu toe is het bedienen van interactieve tv; de traditionele afstandsbediening heeft volgens Ronald Brockmann daarvoor eenvoudigweg te weinig toetsen. Zijn bedrijf heeft daarvoor de oplossing gevonden; de smartphone wordt de nieuwe afstandsbediening thuis voor de buis.

Gemiddeld aantal apps dat gebruikers van verschillende devices downloaden

Ronald Brockmann (ActiveVideo)

6.6 Joris van Heukelom over iPad mania De iPad komt eraan en de mediawereld is vol enthousiasme over dit nieuwe platform. Nieuwe vormen van media-interactie, mediagebruik en veelbelovende businessmodellen dienen zich aan. Sanoma Digital is binnen de Nederlandse verhoudingen first mover als het gaat om mobiel gebruik. Een verhaal over hoge bezoekcijfers en de eerste leerervaringen met iPad-magazines.

74

iMMovator Cross Media Network

Een kind van twee kan met een iPad of iPhone aan de slag, dat wil zeggen dat multitouch in combinatie met apps er voor zorgen dat de barrières voor het gebruik van internet verlaagd worden. Het internet had tot nu toe niet veel emoties, maar de tablet heeft dat wel in zich. Joris van Heukelom vervolgt zijn verhaal met wat getallen over het aantal verkochte toestellen en de hoeveelheid content die er via die toestellen wordt geconsumeerd. De iPhone, zo wisten we al, is sterk in contentconsump-

Joris van Heukelom (Sanoma)


tal, zo belooft hij, zal Apple op de voet blijven volgen en op gelijke snelheid proberen te acteren. Hoe belangrijk dit is, blijkt ook uit de statistieken van Nu.nl, het bezoek aan de mobiele versie is geexplodeerd.

Gebruik: van input naar output naar sharing

tie, Android is dat eveneens. Via beide devices wordt veel meer content geconsumeerd dan via het derde toestel dat onderzocht is, de Nokia. Terwijl er van dit toestel toch veel meer exemplaren in gebruik zijn. Nu.nl: mobile pageviews

Het aantal pageviews per verkocht apparaat bleek extreem uiteenlopend te zijn. Deze constatering heeft Sanoma Digital aan het denken gezet. Er werd gekozen voor de ontwikkeling van een magazine experience, een concept dat eigenlijk voor alle magazines toegepast moest kunnen worden. Daarbij heeft men gezocht naar de informatiearchitectuur van een magazine, en er bleek inderdaad een soort basisarchitectuur te zijn.

Nu.nl is door de 100 miljoen pageviews per maand gegaan, zestien maanden geleden begon dat met zo’n zes tot zeven miljoen per maand. De iPhone neemt daarvan het overgrote deel voor haar rekening. Verder is te zien dat het gebruik ook anders wordt, bijvoorbeeld vroeger op de dag en nog een keer een opleving laat op de avond. Joris van Heukelom besluit zijn erg boeiende presentatie met een preview van de iPad versie van Nu.nl.

6.7 Pitch Een van de vaste onderdelen van het Mediapark Jaarcongres is de pitchsessie, waar startende bedrijven zichzelf in twee minuten aan het publiek presenteren. Dit jaar zijn dat: Cameramanager, Spacegorillas, VidiGo, en Mark&Mini.

Pitch 1: Rishi Lodhia van Cameramanager.com

Informatiestructuur van een magazine voor iPad

Er werd tijdens de studie een aantal zaken geleerd: • Vergeleken met touch is klikken saai, klikken is namelijk erg functioneel. • Een magazine is geen boek, mensen gaan echt niet van a tot z een magazine lezen. • Vertaal het oude medium niet letterlijk, herverpakken werkt niet. • Een tablet magazine is minder privé, is eerder een sociaal proces. • Je moet op verschillende plekken in het digitaal magazine kunnen beginnen. • Het geluid staat bij een digitaal magazine standaard uit. • Beeld en belangrijkste nieuws staan bij een digitaal magazine op de voorpagina. Dit jaar zullen er drie titels in iPad-vorm verschijnen: AutoWeek, Viva en Nu.nl; verder zal er nog met andere titels geëxperimenteerd worden. De iPad zal, zo besluit Joris van Heukelom, ook erg geschikt zijn voor branding, veel meer dan het gewone internet. Sanoma Digi-

Toen er een van de grootste dierentuinen een olifantje geboren werd, streamde Cameramanager de beelden van de beveiligingscamera en konden honderden mensen de bevalling live meemaken. Sindsdien streamt Cameramanager talloze gebeurtenissen. Cameramanager.com is de snelst groeiende provider en het grootste platform voor online IP-cameradiensten. Camera- Rishi Lodhia (Cameramanager.com) manager.com levert online software (SAAS) voor IP-camerabeveiliging, online opslag van IPcamerabeelden en distributie (streaming) van IP-camerabeelden. Door in-house ontwikkeling levert Cameramanager.com toonaangevende software en diensten. Reeds duizenden klanten in diverse landen maken gebruik van deze snelgroeiende dienst. Klanten hebben via www.cameramanager.com toegang tot een gebruiksvriendelijk IP-cameramanagementsysteem, geschikt voor onder andere IP-camerabeveiliging.

Hoofdstuk 6. MPJC2010: Oog voor het scherm

75


Pitch 2: Martijn Stomphorst van Spacegorillas Toen Martijn Stomphorst een cadeau voor zijn vriendin wilde kopen, miste hij informatie over verschillende producten in de winkel. De productinformatie was te summier en de verkoper moet je maar op zijn blauwe ogen geloven. Spacegorrillas wil informatie over de beleving van producten beschikbaar maken. Spacegorillas verrijkt onze alledaagse Martijn Stomphorst (Spacegorillas) omgeving met interactieve digitale media. De krachtige mogelijkheden uit de virtuele wereld worden naadloos versmolten in de fysieke wereld. De 52” multi-touch tafel van Spacegorillas heeft verschillende softwareoplossingen die ingezet kunnen worden voor de sectoren Retail, Leisure en Evenementen en voor zakelijke ruimten.

Pitch 3: Reinout Lempers van VidiGo Tv maken verandert op revolutionaire wijze. Zoals we eerder hebben gezien in de print- en radio-industrie, zal software de traditionele, dure, tijdrovende en vaak complexe hardware vervangen en de huidige werkwijzen binnen de tv-wereld drastisch vereenvoudigen. VidiGo maakt softwareproducten die het ontwikkelen van tv-producties gemakkelijk, kosteneffectief, leuk en Reinout Lempers (VidiGo) toegankelijk voor iedereen maken; van techneut, producent tot creatief. Daarbij kan de gecreëerde broadcast content ook gebruikt worden voor andere media zoals themakanalen, internet en mobiel.

Pitch 3: Eelco Boers van Mark&Mini

Eelco Boers (Mark&Mini)

76

iMMovator Cross Media Network

Mark&Mini verwacht dat het tv-kijken de komende jaren substantieel gaat veranderen, waarbij de invulling van reclames en de verdienmodellen hier omheen zullen wijzigen. De kracht van Mark&Mini is dat nu al wordt bewezen dat gericht adverteren mogelijk is rond tvachtige uitingen. Mark&Mini biedt deze mogelijkheid rond de Uitzending Gemistsites van de publieke om-

roep (STER), SBS en ander videosites. Hierbij voegt Mark&Mini waarde toe via haar unieke targetingtechniek, waardoor consumenten relevantere advertenties te zien krijgen en de adverteerder zijn doelgroep beter bereikt.

6.8 Integratie tv en internet: wie pakt de handschoen op? Internet en tv komen steeds dichter bij elkaar. Toch zijn beide nog nergens volledig geïntegreerd. Partijen die in het verleden hebben geprobeerd de brug tussen beide werelden te slaan, bestaan niet meer of zijn niet erg succesvol. Toch kan een volledige integratie niet lang meer op zich laten wachten. Ivo Lochtman van UPC legt tijdens het Mediapark Jaarcongres uit waarom. UPC ziet twee typen ontwikkelingen. De eerste is functioneel: tv 1.0 staat voor het ontstaan van ‘meer’ televisie, tv 2.0 voor onafhankelijkheid van het uitzendschema en tv 3.0 voor de mogelijkheid tot Ivo Lochtman (UPC) interactie en integratie met social media. De tweede ontwikkeling is emotioneel en heeft alles te maken met de toegenomen beleving van tv: van zwart/wit tot 3D.

Waarom kan integratie niet uitblijven? Volgens Ivo Lochtman zijn er sterke aanwijzingen die aangeven dat volledige integratie van tv en internet niet lang meer op zich kan laten wachten. Ten eerste is het opvragen van streaming video flink toegenomen (zie zijn presentatie voor cijfers uit de VS). Een andere aanwijzing is de user interface; buiten de tv om wordt een wereld gecreëerd die tv niet kan waarmaken. En ten slotte de enorme ontwikkelingen op het gebied van mobiele telefonie. Aan de andere kant is te zien dat internet nog geen alternatief is voor tv. Ivo Lochtman leidt dat af van de veel kortere kijktijden op internet vergeleken met die op tv. En behalve YouTube is online televisie erg gefragmenteerd. Het is moeilijk de werelden van tv en internet bij elkaar te brengen, omdat ze fundamenteel van elkaar verschillen. Tv is een dictatuur en internet is anarchie. Internet is real time en tv is dat niet.

De visie van UPC Ivo Lochtman presenteert de volgende vijf stappen om tv en internet met elkaar te verbinden: 1. Herdefinieer de tv als het centrale scherm in het huishouden. Dit lijkt een open deur, maar is een behoorlijke verschuiving in de cultuur van de tv-aanbieders. 2. Herdefinieer de ervaring van tv-kijken op nieuwe fundamenten. Dus niet alleen lineair tv-kijken, maar ook ontdekken, winkelen en aanbevelen. 3. Introduceer App Store.


4. Voeg bekende waardeverhogende functionaliteit toe. Bijvoorbeeld toegang tot de eigen media van de kijker. En herdefinieer de afstandsbediening, want de traditionele voldoet niet voor nieuwe toepassingen. 5. Versterk het geheel met de kracht van het internet. Volgens UPC bieden alle stappen bij elkaar opgeteld waarde voor alle betrokken partijen: gebruikers, contentmerken, mediabedrijven en ontwikkelaars. Ivo Lochtman eindigt zijn presentatie dan ook met een open uitnodiging aan de mensen in de zaal om gezamenlijk echt werk te maken van de integratie van tv en internet.

6.9 BNN: Tv-widget en Tweettekst Berend Jan Verheijen, Hoofd Nieuwe Media van BNN vertelde op het Mediapark Jaarcongres over twee innovatieve projecten: een interactieve tv-widget en tweettekst, Twitter op teletekst. Er houden zich bij BNN twintig mensen bezig met nieuwe mediaproducten. Naast de websites gaat het om mobiele ontwikkelingen, widgets en gadgets. Het resultaat daarvan: maar liefst 2,3 miljoen unieke bezoekers per maand en 101BARZ is de best gewaardeerde website van de Publieke Omroep.

komt en dat je deze berichten (tweets), na moderatie, in een soort Teletekst-gedeelte onderin het scherm te zien krijgt. De eerste resultaten zijn positief, tot en met huwelijksaanzoeken toe. Er zijn ook al tips: er wordt gevraagd om kortere hashtags en de tweets moeten actueler zijn, dus eerder in beeld komen.

6.10 3D-tv Een van de belangrijke thema’s van het MPJC was 3D-tv. In een van de lunchsessies werd het platform 3DNL opgericht: om Nederlandse 3D-producties te stimuleren. In het hoofdprogramma verzorgde de Amerikaan Phil Lelyveld een keynote-presentatie en discussieerde Nederlandse partijen over de ontwikkeling van 3Dtv in Nederland.

Wordt Stereoscopic 3D-tv de volgende stap? Phil Lelyveld is oprichter en manager van het Consumer 3D Experience Lab, dat de toekomst van 3Dtoepassingen onderzoekt, zowel in huis, in de bioscoop als in het openbaar. Zijn presentatie ging over deze next step in de ontwikkeling van tv. Het Consumer 3D Experience Lab wordt gefinancierd door de CTO’s van Phil Lelyveld (Consumer 3D Experience Lab) zes Hollywood studio’s. 3D, om precies te zijn S3D (Stereoscopic 3D) ligt tussen 2D en realiteit en geeft een extra dimensie aan wat we nu op tv gewend zijn. Er komen steeds meer nieuwe tools beschikbaar. In onderstaande sheet is te zien wat voor impact S3D-tv op het budget heeft.

Homepage van 101BARZ

Dan de nieuwe dingen, om te beginnen de BNN TV Widgets. Er worden enkele voorbeelden getoond, onder meer Imor. Alle content die apart op de website staat, brengt men zo ook naar tv toe. Twitter op Teletekst is een andere belangwekkende innovatie. Bijvoorbeeld om te laten zien wat andere mensen nou van een programma vinden waar je naar zit te kijken. Geboren vanuit het idee dat niet iedereen op Twitter zit en mensen zelf moeten kunnen kiezen of ze het aan of uit willen zetten. De totale ontwikkelkosten van dit verhaal: tweehonderd pond. Het werkt zo dat iedereen die twittert in een database

De impact van S3D-tv op budget

Het is duidelijk dat de kijkers S3D-tv waarderen. Waarom breekt S3D nu ineens wel door, kun je je afvragen. Het is eigenlijk de “benefit” van de conversie van analoog naar digitaal, aldus Phil Lelyveld.

Berend Jan Verheijen (BNN)

Er zijn bij S3D twee technologische varianten maar er is beslist geen “format war”, beide varianten kunnen met hetzelfde signaal overweg. 3D-tv zie je nu meer en meer ook in publieke ruimtes en op handhelds.

Hoofdstuk 6. MPJC2010: Oog voor het scherm

77


Menken van Eurosport is er vraag vanuit de markt en wil Eurosport hiermee een showcase neerzetten. Uit zijn verhaal blijkt meteen dat een van de kip-ei-problemen de ‘rechtenkwestie’ is. Het evenement mocht namelijk van de tennisbond niet in de huiskamer uitgezonden worden.

3D-tv zonder bril: steeds meer in publieke ruimtes en op handhelds

Als je kijkt naar de adoptie door consumenten zijn er drie “drivers”: sport/live events, games en films. De verwachting is dat in 2011 15% tot 20% van de games in 3D is en dat dit percentage zal oplopen tot 50% in 2012. De prettigste 3D-experience is vlakbij het scherm en achter het scherm (‘shoe box theatre’) en sport scoort hoog. De verwachting is dat in 2010 wereldwijd 228 miljoen schermen geschikt zijn voor 2D en 3D. Markten waarin S3D toegepast kan worden, zijn onder meer simulaties, augmented reality en educatie. Studenten die in 3D les kregen, bleken veel meer kennis tot zich te nemen. Van belang is wel dat een goede kijkervaring voorafgegaan wordt door een goede koopervaring, een goed advies, zo geeft Phil Lelyveld aan. Concluderend: S3D zal in tv’s, pc’s en gameconsoles worden opgenomen. De vraag is of de consument het ook breed zal oppakken en er echt een markt voor zal zijn.

Kip-ei problemen voor 3D-tv Na de live-demo van 3D-tv en keynote van Phil Lelyveld vond een paneldiscussie plaats. De panelleden waren het roerend met elkaar eens: 3D-tv komt er snel aan en is een revolutie. Toch zijn er nog wel wat kip-ei problemen op te lossen.

Camille Borsje (Sony)

Camille Borsje van Sony TV vertelt dat deze week de verkoop start van een aantal modellen voor prijzen tussen de 1400 en 3200 euro. Het type mensen dat een dergelijke tv aanschaft, is heel breed, van mensen die altijd ‘state of the art’ in huis willen hebben tot mensen die echt gaan voor de beleving van 3D.

Roland Garros wel in 3D, maar niet in de huiskamer Eurosport heeft in samenwerking met Panasonic en de Franse tennisbond Roland Garros live in 3D uitgezonden. Volgens Danny

78

iMMovator Cross Media Network

EO-Jongerendag in 3D in de bioscoop Ook de EO loopt tegen de rechtenkwestie aan. Recent werd de EO-Jongerendag in 3D uitgezonden. Volgens Gerard den Hertog is de toegevoegde waarde dat 3D de mogelijkheid geeft een evenement te beleven. Aanvankelijk was het doel de Jongerendag ook in de bioscoop te vertonen, maar dat liep vast in “een web met rechten van artiesten”.

Danny Menken (Eurosport)

Gerard den Hertog (EO)

Hoofdpijnvrij is een grote uitdaging Volgens de panelleden is er ‘vraag vanuit de markt’, maar onduidelijk bleef wie die vraag nu heeft. Duidelijk is in ieder geval dat er meer content moet komen om consumenten over te halen een 3D-toestel aan te schaffen. Bij het maken van content is de techniek een serieus issue. De grootste uitdaging is om content te maken die hoofdpijnvrij is. Henk van Meerkerk van Eyeworks geeft aan dat dit niet alleen nieuwe vaardigheden vergt van technici, maar ook keuzes vraagt van makers: welke shots maak Henk van Meerkerk (Eyeworks) je hoe?

Omroepen staan niet bij de bioscoop voor de deur Interessant was een vraaggesprekje tussen moderator Monique van Dusseldorp van iMMovator en iemand uit de zaal, een eigenaar van een grote 3D-bioscoop. Monique van Dusseldorp vroeg hem of omroepen bij de bioscoop in de rij staan om 3D-programma’s te vertonen. Het tegendeel blijkt waar: tv-content wil men graag in de huiskamer houden. Er is dus nog een wereld te winnen!


Er wordt vervolgens een verbinding gezocht met studio 8 waar een van de presentatoren live het nieuwe touchscreen demonstreert. Tenminste, dat is de bedoeling, de techniek laat het, zo vlak voor de uitzending van vanavond, nog afweten. Dat wordt dus kijken vanavond. Het Mediapark Jaarcongres wordt afgesloten met een stukje entertainment: de Dinnershow of Dreams door het Holland Show Ballet.

Het discussiepanel met Nederlandse partijen

6.11 NOS: kleine stap van live tv naar realtime web Roeland Stekelenburg is hoofd innovatie bij de NOS en hij mag het Mediapark Jaarcongres afsluiten met een presentatie over de laatste innovaties bij de NOS. Kortom: volop aandacht voor wat er zoal gebeurt rondom de verkiezingen en het WK. Bij NOS Media is het momenteel de drukste week van het jaar. De week staat bol van de livedebatten en andere verkiezingszaken en als afsluiting van de week begint dan aanstaande vrijdag het WK Voetbal. Live, sport, evenementen, dat is de NOS. De NOS doet 99% van de zaken live, het is altijd actueel of heeft zelfs breaking news. Men doet het op de lineaire kanalen erg goed. Maar als je alles live doet, dan zit je ook dicht bij the realtime web. In dat verband is aanstaande maandag half twee een zorgenkindje, vermoedelijk lopen er dan op bijvoorbeeld bedrijfsnetwerken allerlei schermen vast omdat Nederland haar eerste WK-wedstrijd speelt. Men lanceert vrijdag voor de WK een echt online WKscherm, mede geoptimaliseerd voor de iPad. “Tweedescherm.nl, onthou die naam.� Vanavond is een ander hoogtepunt, men doet realtime analyses van de uitslagen van de verkiezingen. Maar nog leuker is de koppeling met social media, zoals gisteravond bij het slotdebat met Twitter.

Roeland van Stekelenburg (NOS)

Hoofdstuk 6. MPJC2010: Oog voor het scherm

79


80

iMMovator Cross Media Network


7. Dutch Media Hub A Digital Gateway to Europe NAB 2010, Las Vegas Datum: 12-15 april 2010 IBC 2010, Amsterdam Datum: 10-14 september 2010 Meer informatie: http://www.dutchmediahub.com

Hoofdstuk 7. Dutch Media Hub

81


Sinds de oprichting op 23 juni 2009 verenigt Dutch Media Hub de Nederlandse media-industrie met twee doelen. Enerzijds om binnen Nederland de samenwerking te bevorderen door innovatie te stimuleren en afspraken te maken over standaarden en samenwerkingsvormen. Anderzijds door gezamenlijke promotie in binnen- en buitenland en door Nederland te profileren als ‘the Digital Gateway to Europe’. Dutch Media Hub is daarin een verbindende factor en levert faciliteiten en tools waar de aangesloten partijen gebruik van kunnen maken en op kunnen meeliften. Te denken valt aan handelsmissies, pilotprojecten met buitenlandse contentbedrijven, collectieve marketingacties en bezoek en deelname aan (inter)nationale beurzen.

The Digital Gateway to Europe Dutch Media Hub is een centraal punt van waaruit de opslag, verrijking en distributie van allerlei content naar Europa geregeld wordt. Contenteigenaren (bijvoorbeeld Amerikaanse filmstudio’s) hebben een groot netwerk aan contacten nodig om ervoor te zorgen dat de content gedistribueerd wordt in verschillende formaten, voor verschillende kanalen, in verschillende Europese landen. Dutch Media Hub biedt de contentaanbieders één contactpunt van waaruit alle opslag, verrijking en distributie van content naar Europa geregeld wordt. Dutch Media Hub kan al deze verschillende diensten verzorgen omdat zij bestaat uit een groot consortium van Nederlandse partijen. Naast opslag en distributie kunnen deze partijen ook diensten leveren die waarde toevoegen aan de content, zoals encoding, ondertiteling, (remote) editing, digital rights management en format management. Voor contentaanbieders levert dit vele voordelen op: een efficiënter distributieproces, schaalvoordelen, en diverse operationele voordelen. Dutch Media Hub profileert Nederland als ‘the Digital Gateway to Europe’ tijdens diverse internationale beurzen en handelsmissies. Nederland heeft voor contentaanbieders verschillende voordelen. We hebben excellente (internationale) glasvezelverbindingen en ’s werelds grootste internet exchange: de AMS-IX (Amsterdam Internet Exchange). Daarnaast heeft Nederland een hoogstaande creatieve- en ICT-industrie met unieke technologische kennis en

vaardigheden. Nederland wordt ook vaak als testcase gebruikt bij het introduceren van nieuwe technologische innovaties. Onder de vlag van iMMovator Cross Media Network, samen met diverse kennispartners en met steun van lokale, regionale, landelijke en internationale overheden wordt gewerkt aan ‘the Digital Gateway to Europe’.

7.1 Pilots Begin 2009 heeft Dialogic een internationaal marktonderzoek uitgevoerd en gepubliceerd in het onderzoeksrapport “Perspectieven voor een Nederlandse Contenthub” (juni 2009). Mede naar aanleiding van de onderzoeksresultaten is tot een businessgerichte aanpak besloten, waarbij concrete business leads leidend zijn geworden in de te operationaliseren diensten van Dutch Media Hub. In een vroeg stadium van het project en in overleg met financiers en deelnemers is besloten tot een aanpak om concrete businesskansen uit te werken in de vorm van pilots, met als resultaat de huidige acht pilots.

Distributie De pilot Distributie is een samenwerking met Warner Brothers en gestart in 2009. Deelnemers zijn: AMS-IX, BT, Digital Media Centre, Hoek en Sonépouse en United Broadcast Facilities. Doel van de pilot is het ontwikkelen van een propositie ten behoeve van contenteigenaren waarbij hun content op een centraal punt wordt opgeslagen en wordt gedistribueerd naar een aantal Europese landen.

Digital Cinema De pilot Digital Cinema behelst de opslag en distributie van film en het uitleveren aan digitale bioscopen. Deze is begin 2010 van start gegaan en wordt uitgevoerd in samenwerking met EyeFilm, de Nederlandse Vereniging van Filmdistributeurs en de Nederlandse Vereniging van Bioscoopexploitanten. Deelnemers aan deze pilot zijn: BT, Civolution, Felton, Gofilex, InVision Subtitling, KPN, Nedcipro en Technicolor. Doel van de pilot is om een logistiek digitale stroom in te richten die digitaal transport naar de bioscopen mogelijk maakt en die een blauwdruk oplevert voor internationale uitrol van dit logistieke model.

Distributie tv-programma’s

Dutch Media Hub diensten

82

iMMovator Cross Media Network

De deelnemers aan deze pilot zijn: Dutch Indies, FCCE, Fortissimo, Interxion, InVision Subtitling, KPN, NetApp, Team Facilities – Parkpost en United Content Distributors.


Partner Filmmore presenteert tijdens de deelnemersbijeenkomst

Het doel van de pilot is om een business-to-business platform te ontwikkelen om televisiecontent te vermarkten en te verkopen aan internationale klanten. In eerste instantie alleen voor de contenteigenaren die betrokken zijn bij het pilotproject. Daarna wordt het platform ook opengesteld voor andere contenteigenaren die via het platform hun content internationaal kunnen vermarkten en verkopen op een zeer efficiënte manier.

Netwerkborrel als afsluiting van de deelnemersbijeenkomst

Digitale ontvangst Zie voor het project 10-10-10 hoofdstuk 13 vanaf pagina 144.

Mobiel De pilot Mobiel staat in de startblokken. Deelnemers aan deze pilot zijn: Cap Gemini, FCCE en Jetstream.

Commercials Deelnemers aan deze pilot zijn: Civolution, STIC, TNO, en diverse fingerprint technologie bedrijven. Deze pilot heeft als doel inzicht te geven in de technische en workflow-aspecten van het centraal opslaan, processen, distribueren en archiveren van televisiereclames in Nederland. In eerste instantie voor lokale broadcastpartijen in Nederland, waarna de stap tot pan-Europese distributie zal volgen.

7.2 Samenwerking en resultaten Dutch Media Hub heeft tot nu toe duidelijk bijgedragen aan verbetering van de onderlinge samenwerking tussen de Nederlandse bedrijven en kennisinstituten.

Doorzoekbaarheid archiefmateriaal Deze pilot betreft de massieve opslag, doorzoekbaarheid en ontsluiting van archiefmateriaal. Vanuit onder andere Disney, Beeld en Geluid en TNO is interesse geuit voor deze pilot. Er is inmiddels samenwerking met de Universiteit van Amsterdam, de Universiteit van Twente en de Vrije Universiteit. Doel is om de best practices te expliciteren en om in het kader van Dutch Media Hub een internationaal kenniscentrum op dit gebied te ontwikkelen.

Digitale Marktplaats Deze pilot focust op het verwerven van kennis en ervaring met het opslaan van content ‘in the cloud’. Een van de standaarden daarin die Dutch Media Hub kan testen, is UltraViolet (voorheen DECE). Dit is een samenwerkingsverband tussen bijna alle Amerikaanse studio’s, hardwareleveranciers, DRM partijen en retailers om de consument dezelfde gebruikservaring als een dvd te garanderen, maar dan via digitale distributie. Concreet betekent dit: een gekochte dvd kan door het hele gezin op diverse apparaten bekeken worden, waar men maar wil. Pilotdeelnemers zijn: Capgemini, KPN, OD Media, Team Facilities, TNO en United Content Distributors.

George Freriks (projectleider Dutch Media Hub)

Er ontstaan meerdere samenwerkingsverbanden tussen deelnemende partijen in het verder uitwerken van business proposities. De pilots zijn een uitstekende voedingsbodem om de bedrijven te stimuleren om samen te werken. Vanuit deze pilots zijn diverse business proposals gemaakt die als bouwblokken dienst doen bij het verder vormgeven van de ‘contenthub’.

7.3 (Inter)nationale activiteiten Verschillende handelsreizen, beurzen en evenementen en de intensieve samenwerking met partijen als amsterdam inbusiness,

Hoofdstuk 7. Dutch Media Hub

83


De stand van Dutch Media Hub op de NAB in Las Vegas

Bij de opening van Go Digital, met in het midden burgemeester Van der Laan

NFIA, Provincie Noord-Holland en de gemeente Hilversum hebben in 2010 een positieve impact gehad op de (naams)bekendheid van Dutch Media Hub.

over Digital Delivery. Dit high profile evenement werd bezocht door 230 mensen van de studio’s en Europese broadcasters. Het evenement werd geopend door burgemeester van Amsterdam, de heer Van der Laan, en na afloop is er door Iamsterdam een boottocht terug naar de RAI aangeboden.

NAB Las Vegas Dit jaar stond Dutch Media Hub van 12 tot en met 15 april met een stand op de NAB in Las Vegas midden in het content paviljoen. Naast promotie van Dutch Media Hub zelf waren er ook een aantal partners op de stand aanwezig. De aanwezigheid op de NAB was zeker succesvol met als resultaat een aantal veelbelovende leads, potentiële partners en contacten met bedrijven die overwegen zich in Nederland te gaan vestigen.

Bezoek Singapore

IBC 2010 Van 10 tot en met 14 september was Dutch Media Hub met een stand in hal 13 aanwezig op de IBC in de RAI in Amsterdam. Samen met NFIA, amsterdam inbusiness, NetApp en ODMedia was de stand goed gevuld en kwam menig beursbezoeker een kijkje nemen. Ook een Dutch Media Hub presentatie van George Freriks, tijdens het exclusieve Asia meets Holland VIP seminar, was onderdeel van de beurs.

Vanuit de programmadirectie heeft in samenwerking met partner FCCE in juni 2010 een bezoek plaatsgevonden aan Singapore. Tijdens dit bezoek is onder andere met de Singaporese overheid en met verschillende bedrijven gesproken. Via de NFIA is er over Dutch Media Hub een lezing gehouden bij een bedrijfsacquisitieevenement op de ambassade. Tenslotte is de beurs Broadcast Asia bezocht. Tijdens dit bezoek is bekeken hoe ver Singapore is in hun ontwikkeling tot ‘Digital Gateway’ naar Azië. Qua technologische ontwikkeling blijkt de Nederlandse industrie nog voorop te lopen. In Singapore staat het stimuleren van de media-industrie wel hoog op de agenda van de overheid. Hierdoor zijn tal van stimuleringsfaciliteiten beschikbaar. Met Singapore is in overleg met Agentschap NL een samenwerkingsovereenkomst in voorbereiding.

Tijdens de IBC 2010 in de RAI in Amsterdam

Handelsmissie Engeland

Bedrijfsbezoek India

Van 6 tot en met 8 september is er een bezoek gebracht aan Londen en Manchester. Londen is momenteel het Europese zwaartepunt van de internationale media- en entertainmentindustrie. Dit bezoek maakte duidelijk dat de Nederlandse industrie technologisch verder is, betere onderlinge connectiviteit kent en onderling betere afspraken heeft gemaakt met betrekking tot standaardisatie.

De NFIA organiseerde een bedrijfsbezoek voor bedrijven uit India. Dutch Media Hub is daarbij middels een lezing onder de aandacht gebracht van de deelnemende bedrijven. In maart 2011 staat er een handelsmissie naar India op het programma.

Go Digital evenement Parallel aan de IBC heeft Dutch Media Hub samen met 20th Century Fox en Akamai het seminar Go Digital georganiseerd

84

iMMovator Cross Media Network

Streaming Media beurs in Londen George Freriks trad op 15 oktober namens Dutch Media Hub op als gastspreker tijdens dit internationale event.


P L A N N E N VO O R 2011

SAMEN STER K

In 2011 staan onder andere de volgende activiteiten op de planning: • het afronden, uitbouwen en vermarkten van verschillende pilots; • het opstarten van nieuwe pilots die aansluiten op concrete behoeftes uit de markt; • het uitbouwen van internationale samenwerking.

Dutch Media Hub is een feit. De afgelopen jaren hebben maar liefs 35 bedrijven zich verenigd. Er zijn meerdere pilots met succes afgerond, er lopen kansrijke projecten en de landelijke opschaling is in gang gezet. De interesse vanuit de internationale markt is gewekt en nu moeten we ook in 2011 doorpakken.

Promotie- en marketingactiviteiten voor 2011, onder andere: 19 tot en met 26 maart Een handelsmissie naar India in samenwerking met Dutch Media Entertainment India, inclusief een bezoek aan de FICCI Frames. 9 tot en met 14 april Met een stand aanwezig op de NAB in Las Vegas. 9 tot en met 13 september Met een stand aanwezig op de IBC in Amsterdam.

Gezamenlijk doorpakken, waarbij het bedrijfsleven de leidende rol heeft en wij als overheid graag de stuwende kracht zijn. iMMovator en de provincie NoordHolland hebben in 2008 Jaap Bond (Gedeputeerde Economische de potentie van Dutch Zaken van de Provincie Noord-Holland Media Hub gezien en iedere deelnemer voor zich heeft de kans gegrepen. De provincie Noord-Holland heeft Dutch Media Hub vanaf dag één gesteund en gefaciliteerd. En wil zich ook het komende jaar actief inzetten voor het genereren van business en bekendheid. Het belang om de solide basis die wij gelegd hebben nu verder vorm te geven is groot. Hierbij heb ik er alle vertrouwen in dat wij de kansen verzilveren en dat Dutch Media Hub een succesvolle toekomst tegemoet gaat! Jaap Bond, Gedeputeerde Economische Zaken van de Provincie Noord-Holland

Bezoek aan de studio’s in Los Angeles

M E E R I N F O RMATIE Meer informatie over Dutch Media Hub: www.dutchmediahub.com contact@dutchmediahub.com www.twitter.com/dutchmediahub

Hoofdstuk 7. Dutch Media Hub

85


Lijst deelnemers en supporting partners (eind 2010)

86

Partners in Service and Knowledge

Supporting Partners

AMS-IX Avanade Blue Billywig BT Capgemini Civolution DMC (Digital Media Centre) Dutchview FCCE Felton Filmmore Getronics (a KPN company) GfK Benelux GoďŹ lex Interoute Interxion Netherlands InVision Subtitling Jet Stream KPN Broadcast Services Media Academy NetApp Netherlands Institute for Sound and Vision Novay ODMedia Group STIC (Spot Transfer Innovation Centre) Team Facilities / Parkpost Technicolor TNO ICT United Broadcast Facilities United Content Distributors

Agentschap NL amsterdam inbusiness Chamber of Commerce Dutch Independents Eye Film Institute iMMovator Cross Media Network Lost Boys Interactive NBSO (Netherlands Business Support OfďŹ ce) NFIA (Netherlands Foreign Investment Agency) NPO (Netherlands Public Broadcasting) NVB (Dutch Exhibitors Association) NVF (Dutch Film Distributors Association) Philips Net TV RTL Netherlands SBS Broadcasting Videma World Trade Center Almere Association

iMMovator Cross Media Network

Partners in Funding Ministry of Economic Affairs Municipality of the City of Almere Municipality of the City of Amsterdam Municipality of the City of Hilversum Province of North-Holland


8. BreedNet MKB in Noord-Holland Noord met BreedNet klaar voor de toekomst

Hoofdstuk 8. BreedNet

87


In de nabije toekomst zal het dataverkeer en de vraag naar een snelle internetverbinding alleen maar groeien. Elke vijf jaar is er een vervijfvoudiging van de vraag. Op dit moment hebben bedrijven gemiddeld 20 MB nodig, over vijf jaar zal dit al 100 MB zijn. Daarom is het goed als bedrijven en instellingen hulp krijgen om te kunnen bijblijven. Om dit te realiseren is het project BreedNet opgezet in samenwerking met de provincies Utrecht, Flevoland en Noord-Holland, het ministerie van Economische Zaken, gemeenten en een aantal innovatiepartners. Het project BreedNet maakt een snelle, open breedbandverbinding voor kleinere en middelgrote bedrijven en instellingen betaalbaar en toegankelijk door de vraag te bundelen. Hierdoor kunnen gunstige tarieven worden afgesproken met de infrastructuur- en dienstenaanbieders.

Mogelijkheden Aan het aanleggen van open breedbandnetwerken stelt BreedNet voorwaarden. Behalve dat er een ópen netwerk moet komen, is het de overtuiging van BreedNet dat het ideale breedbandnetwerk gebaseerd is op glasvezel, het medium van de toekomst. Waar het kan, wil BreedNet zo snel mogelijk glasvezel hebben. Het realiseren van een glasvezelnet is echter kostbaar en voor sommige plaatsen nog niet betaalbaar. In regio’s waar het realiseren van een glasvezelverbinding nog niet mogelijk is, zorgt BreedNet nu ook voor een goed en veilig alternatief door breedband over kabel- en/of straalverbindingen aan te bieden. Deze techniek is minder vergaand, maar als bedrijf profiteer je wel van de voordelen van snelle, open netwerkverbindingen. En tegen een aantrekkelijke prijs.

BreedNet Glas

BreedNet Kabel

BreedNet Straal

100 Mb - 1 Gb Up en Down

60 Mb Down 10 Mb Up

300 Mb Down 300 Mb Up

Prijsindicatie € 125 – € 600

€ 65 – € 115

€ 500

Snelheid

Om de regio Noord-Holland Noord economisch beter te laten aansluiten bij de Randstad is, op initiatief van de provincie NoordHolland en de gemeentelijke overheden, in 2010 gestart met de uitbreiding van BreedNet naar deze regio. In 2011 krijgen bedrijven en instellingen in deze regio toegang tot snelle, betrouwbare en open breedbandverbindingen onder gunstige BreedNet-condities.

Wat is BreedNet Als onafhankelijke partij heeft BreedNet met diverse marktpartijen bulkafspraken kunnen maken om hun breedbandaanbod aan te passen en te laten voldoen aan de BreedNet-condities. Door de vraag te bundelen wordt er meer breedband (met name glasvezel) aangelegd, zijn de prijzen voor bedrijven en instellingen lager en is de kwaliteit hoger. Er ligt nu een transparant en aantrekkelijk aanbod aan breedbandverbindingen en -diensten van zowel infrastructuuraanbieders zoals KPN en Ziggo, als van dienstenaanbieders zoals EspritXB en Datahouse. Ondernemers krijgen een netwerkverbinding die niet alleen toekomstvast is, maar die ook open is: men heeft de vrije keuze in welke diensten men wil gebruiken. Bovendien kunnen ondernemers ook beslissen of zij zélf diensten willen aanbieden. BreedNet is er dus voor ondernemers, om hun onderneming of instelling te helpen. Het streven van BreedNet is om voor bedrijven en instellingen een kostenbesparing te bieden tot 30% op de telefonie- en tot 50% op de internetkosten. In de praktijk levert dit een voordeel op van enkele tientjes tot duizenden euro’s per maand. Het is bijna altijd mogelijk om kostenneutraal van het huidige telefonie- en internetabonnement over te stappen op een verbinding onder BreedNet-condities. Met als extra voordeel dat via een BreedNetverbinding meer innovatieve diensten kunnen worden afgenomen.

88

iMMovator Cross Media Network

Beschikbaarheid

Afhankelijk van 80% vraagbundeling

90%

Diensten

• Basis • Basis • Veelgebruikt • Specialistisch

• Basis • Veelgebruikt

BreedNet-diensten De toepassingen van een open breedbandnetwerk zijn eindeloos. Daarom zijn er diverse diensten mogelijk. De diensten zijn ondergebracht in drie categorieën, namelijk basisdiensten zoals internet en telefonie. Veelgebruikte diensten, hierbij kunt u denken aan camerabeveiliging en online back-ups maken. En als laatste zijn er nog de specialistische diensten zoals het centraliseren en outsourcen van de ICT-omgeving en zorgtoepassingen op afstand.

BreedNet bijeenkomsten BreedNet heeft in 2010 diverse informatiebijeenkomsten georganiseerd voor ondernemers uit Schagen, Beverwijk, Harenkarspel en Zijpe. In 2011 staan er veel lokale en regionale informatieavonden op de agenda. Er worden concrete en stimulerende presen-

QUOTE “Als je als ondernemer in je eentje breedbandverbinding voor elkaar moet krijgen, haak je af, dat wordt veel te duur.” Jaap Bond, Gedeputeerde Economische Zaken van de Provincie Noord-Holland


DIENSTAANBIEDERS NOORD-HOLLAND NOORD Basisdiensten Web

Tel

Veelgebruikte diensten Back-up Camera Outsource

Specialistische diensten Koppelen

x

DataHouse x

x

x

x

Telecom Service groep

x

x

x

x

Giant

x

x

x

x

x

x

x

ISSYS-ICT

x

x

x

x

x

x

Onderwijs

Media

x

Winsys

ZG Telecom

Zorg

x

Esprit XB

x

Centralisatie

x

Exclusief.net KPN

x

x

x

x

x

x

x

ZIGGO

x

x

x

x

x

x

x

taties gegeven over de toepassing van open breedband. Bedrijven en instellingen kunnen zich bovendien oriënteren op de specifieke mogelijkheden voor hun onderneming.

I N D E P R A KTIJK Ervaring van Direct mail-bureau DM Impressions met BreedNet Direct mail-bureau DM Impressions uit Purmerend is sinds 2009 tevreden bezitter van een breedbandverbinding onder de BreedNet-condities. Systeembeheerder Jelle Buining: “We gebruiken deze verbindingen vooral voor internet om bestanden uit te wisselen en om e-mail te versturen en te ontvangen. Het mooie van open breedband is de snelheid en dat je voor zowel uploaden als downloaden onafhankelijk van elkaar dezelfde snelheid houdt. De snelheid is niet 100 Mb, wat we een beetje hadden verwacht, maar met 10 Mb via KPN, synchroon, zijn we voorlopig ook dik tevreden. En de kosten, zo’n 180 euro per maand, vinden we redelijk in vergelijking met wat je anders zou betalen voor snel internet. De lijnen wil ik in elk geval zo snel mogelijk ook gaan gebruiken voor telefonie. In andere diensten moet ik me nog verdiepen, er is zoveel mogelijk. In elk geval zeg ik tegen collega-ondernemers: ga ervoor. Met open breedband heb je een stabiele verbinding en de service is professioneel. Je wordt goed op de hoogte gehouden als er een storing is, wat maar zelden het geval is.”

CO LUMN Zoeven op BreedNet: de laatste kans om in te stappen Het is bijna niet te geloven hoe snel de digitale ontwikkelingen elkaar opvolgen. Zat ik in het begin van mijn carrière nog achter de typemachine, nu kan ik overal vandaan internetten met een mobiele telefoon. Voor veel ondernemers is internet een onmisbaar onderdeel in de bedrijfsvoering geworden, een lijntje met de buitenwereld en de basis voor veel innovatieve vernieuwingen. Daarom is het belangrijk dat in heel NoordHolland een brede digitale snelweg ligt, waarop ondernemers snel van A naar B kunnen zoeven zonder al te veel obstakels onderweg. In het zuiden van de provincie ligt die digitale snelweg er al en daar zijn goede ervaringen mee. Zo reden er vroeger vrijwel dagelijks koeriers met videobanden tussen de productiemaatschappijen in Amsterdam en het Media Park in Hilversum. Nu gaat die uitwisseling volledig digitaal. Huisartsen kunnen via internet de röntgenfoto’s bekijken die tientallen kilometers verderop van hun patiënten zijn gemaakt. Steeds meer ondernemers benutten breedband internet om nieuwe producten en diensten te ontwikkelen, een enorme impuls voor de bedrijvigheid en de regionale economie. De techniek is er, de glasvezelkabels liggen in de grond, ondernemers staan te popelen, nu nog zorgen dat het gaat lopen. Voor mij als provinciaal bestuurder is het een uitdaging om breedband internet via glasvezel overal in Noord-Holland beschikbaar te krijgen. Samen met andere partijen zijn we de afgelopen jaren hard bezig geweest met het bundelen van de wensen, vragen en behoeftes en vervolgens zijn we gaan onderhandelen met aanbieders. Voor ondernemers is het nu de laatste kans om er nog in te stappen! Nu staan we aan de vooravond van de uitrol van BreedNet in Noord-Holland Noord, ik kan bijna niet wachten tot ik zelf kan zoeven op de glasvezel. Wie had dat gedacht in die verleden tijd van de typemachine? Jaap Bond, Gedeputeerde Economische Zaken van de Provincie Noord-Holland

Hoofdstuk 8. BreedNet

89


90

iMMovator Cross Media Network


9. De Nederlandse audiomarkt, radio voorbij? Cross Media CafĂŠ over Radio Cross Media CafĂŠ over Radio Datum: 12 oktober 2010 Locatie: Studio 31, Media Park, Hilversum Samenvatting en PowerPoint Presentaties: http://www.immovator.nl/cross-mediacafe-radio-0 215 inschrijvingen

Hoofdstuk 9. De Nederlandse audiomarkt, radio voorbij?

91


9. De Nederlandse audiomarkt, radio voorbij? inleiding door Peter Olsthoorn

Van radio- naar audiomarkt Digitalisering, internet en alsmaar voortgaande innovatie in apparatuur doen de grens vervagen tussen de markten voor radio en voor opgenomen muziek. Spotify en Radio 538 stalen de show tijdens het Cross Media Café over Radio op 20 oktober 2010. Het vaak gehypte convergentie wordt werkelijkheid en brengt de audiomarkt nogmaals op drift. Net nadat we dachten dat met iTunes de rust was weergekeerd op de turbulente markt vol jaren van strijd tegen (vermeende) illegaliteit. In de nieuwste golf vervagen de grenzen tussen radio luisteren en muziek kopen en bezitten. Met een abonnement voor toegang tot je favoriete muziek hoef je die muziek niet meer te bezitten. ‘Vroeger’ was het overzichtelijk, je hifi-installatie verbond een versterker met spetterende boxen aan een platenspeler, radio en cassettedeck; dat alles gekocht van de krantenwijk. Het ging om radio, platen en opgenomen cassettes, respectievelijk muziekkeuze van derden, je primaire eigen keuze waar je geld voor over had en je secundaire eigen keuze, vastgelegd via vrienden en radio. En hardware: voor onderweg de autoradio, draagbare dingen in de tuin en op de bouwsteiger, met de Walkman-revolutie vanaf 1979, later minidisc, iPod en nu smartphones. En je spaarde voor concerten, per definitie onvergetelijk, daar verandert het minst tot op heden. In die muziekfuncties is niet zo bar veel veranderd. Wel leidde de komst van mp3 ertoe dat de grenzen van primaire naar secundaire eigen keuze opschoven: muziek kwam massaal gratis beschikbaar in een uitstekende kwaliteit via Napster, KazaA cum suis. Anonimiteit was een kenmerk van het digitaal verzamelen en ruilen van muziek, dus anders dan vroeger op het schoolplein won hebzucht het van altruïsme: meer dan 90% van de bezoekers van ruilsites kwam louter muziek halen, minder dan 10 procent bood het ook aan. De rechtenoorlog en prijsverlagingen en natuurlijk het gemak van iTunes maakten een eind aan dit Wilde Westen.

Meer winkels volgden, zoals Microsoft dat aardige recensies haalde met de Zune-speler en bijbehorende winkel, maar die het qua PR. moet afleggen tegen Apple dat journalisten zonder noemenswaardige inspanning om de vinger weten de winden en tot kritiekloze volgers maakt.

Spotify bij iMMovator Wie dacht dat iTunes cum suis het einde van de online muziekrevolutie betekende, komt bedrogen uit. Want daar is ineens Spotify, een uitgebreide muziekbibliotheek met een gratis account voor twintig uur per maand luisteren, inclusief reclame. Het werd direct hemelhoog geprezen, van Wall Street Journal tot Facebook. En het gebruik van Spotify bevalt snel zo goed en de schreeuwreclame komt je zo de strot uit dat je met plezier vijf of tien dollar per maand betaalt om onafgebroken te genieten in goede of uitstekende kwaliteit. Is de reclame louter bedoeld om Spotify aan betalende klanten te helpen? We konden het Jon Mitchell, directeur van Spotify, zelf vragen. Dit Cross Media Café was zijn eerste openbare optreden in Nederland. Zijn antwoord, indirect: nee, want Spotify is behalve op snelle groei van het aantal betalende gebruikers ook gericht op uitbreiding van de klandizie aan video- en audioadverteerders.

Nederland krachtige markt De lancering van Spotify in Nederland in mei 2010 was in de mondiale Twitterstromen goed zichtbaar en (dus) ook in harde

Aan de aanbodzijde nekte de arrogantie, evident in het optreden van rechtenorganisaties als Brein en Buma/Stemra, plus veel te hoge prijzen voor cd’s, de tot dan florerende markt. Prijsdalingen voor opgenomen muziek, deels gecompenseerd met torenhoge entreegelden voor livemuziek, wet- en regelgeving plus repressie en niet in de laatste plaats Apple iTunes remden de groei van de gratis markt van het ‘ruilen’ van muziek.

92

iMMovator Cross Media Network

Peter Olsthoorn wordt geïnterviewd door studenten van de V-Academy


Dan is er een boeiende Nederlandse speler onder de naam Songa.nl dat leuke dingen doet met de vervaardiging van playlists en geld kreeg van de Groningse investeerder Square One. Maar de contracten met de platenlabels moeten nog tot stand worden gebracht en dan wacht nog de marketing. Het eveneens Nederlandse 22tracks presenteert een jukebox bestaande uit tweeëntwintig wekelijks geactualiseerde afspeellijsten van verschillende genres, elk gevuld met tweeëntwintig tracks, geselecteerd door gespecialiseerde dj’s uit Amsterdam. Het biedt een snel overzicht van de nieuwste muziek, ter promotie van nieuwe artiesten en om nieuwe genres te ontdekken. “Geen registratie, geen gedoe. Nieuwe muziek, de gemakkelijke manier.” Met ‘My22’ maak je een eigen speellijst. Een vraag uit de zaal voor Jan Westerhof (NPO)

groei hier te lande. Cijfers over Nederland verschafte Jon Mitchell niet. Spotify noemde in het voorjaar 320.000 betalende klanten voor heel Europa, en na dit Café in december 2010 een verdubbeling tot 700.000. Jon Mitchell zei wel dat de Nederlandse markt erg interessant om nieuwe zaken te testen, vanwege snelle verbreiding daarvan met “word of mouth” en sociale netten. Dat jaagt ook de groei van Spotify aan, maar die kan ook ieder moment worden bedreigd door rechtenhandel. Spotify probeerde volgens Jon Mitchel nog in 2010 in de VS te lanceren. Dat is niet gelukt, vanwege rechtenproblemen volgens Spotify’s Zweedse oprichter. Is Spotify een iTunes killer of niet en dreigt Apple met een Spotify-kloon te komen? Of Apple ook on-demand streaming zou gaan doen was voor Jon Mitchell nog maar de vraag, en tot op heden heeft hij gelijk. Wel kwam de concurrent Qriocity van Sony, maar die vergat de gratis variant te bieden zodat nieuwsgierigen het kunnen testen. Last.fm, Pandora en We7 boden al langer streaming abonnementen aan, naast de oudste in dit segment, het van RealPlayer verzelfstandigde Rhapsody. Moet je muziek nog bezitten, en bijvoorbeeld nog wel moeite doen om je oude vinyl platen te digitaliseren? Eigenlijk is dat niet meer nodig. Muziek gaat naar de cloud en zal daar altijd beschikbaar zijn, tenzij internet ‘plat’ gaat, dan wel rechthebbenden ineens hun prijzen opvoeren.

Nieuwe Nederlandse muziekdiensten Spotify is onderdeel van een nieuwe golf van innovatie in digitale muziek, ook in Nederland. Zoals Jon Mitchell al zei, is de Nederlandse muziekmarkt vaak voorloper. Hier kreeg Kazaa bijvoorbeeld de wind in de zeilen. Ook nu zijn er nieuwe vaderlandse initiatieven, internationaal geörienteerd uiteraard. Aardig is MusicLink.fm waar je albums vrij kunt beluisteren en kunt kopen, met een goede integratie met Facebook. Boeiend is ook Shuffler.fm dat weblogs van 1.600 online muziekhobbyisten ontsluit als basis om muziekkanalen samen te stellen. De dienst kreeg een welkom duwtje in de rug van het gerenommeerde Wired.

Dit soort diensten heeft doorgaans weinig geld voor marketing zoals partijen als Apple en Sony dat wel hebben, ofschoon die ook kunnen falen. Zo kocht Apple muziekdienst Lala om, volgens iedere kenner, daar een abonneedienst van te maken. Maar Lala werd opgedoekt. Ondertussen ontstaat links en rechts concurrentie, zoals van Mog en het nog te beginnen Rdio dat superieur belooft te worden met het delen van muziekvoorkeuren via onder meer Facebook.

Radio 538 persoonlijke kanalen Bij Spotify en de vele voorgangers waar je zelf muziekmenu’s kon samenstellen speelt steeds een nadeel: eigen keuze beluisteren is nogal voorspelbaar. Het sociale web verandert dat met het inspelen op tips van gelijkgezinden in muzieksmaak, net als vroeger op de middelbare school en in de soos en in de disco. Maar dat verdringt niet de behoefte aan het onvoorspelbare en de gezelligheid, de prettige stem erbij, even minder alleen zijn met je muziek. En dan is er radio. Dat bevestigde Radio 538-oprichter Jan-Willem Brüggenwirth tijdens het ‘audiocafé’ met zijn aanstekelijk enthousiasme: radio heeft een emotionele band. Bijna 90% wordt er vrolijk van, een kleine 60% is er “erg aan gehecht” en zelfs 30% vindt radio “een maatje”. Onder RTL is 538 nog een topper met wekelijks 3,5 miljoen luisteraars en online 2,5 miljoen streamstarts, 400.000 klanten van themakanalen en 200.000 radioluisteraars op mobiel, onder meer via 180.000 gratis apps en – slechts – 8.000 betaalde apps met extra’s. Toch moet 538 innoveren, onder meer omdat de melkkoe, smsverkeer, minder oplevert als gevolg van strengere wetgeving. Internet biedt het platform voor innovatie, met nu naast 230.000 abonnees op 538news (een “achterhaald” medium volgens JanWillem Brüggenwirth) al 350.000 fans op de sociale media en 230.000 via een ‘VIP-panel’ en de dj/artiesten-bots (zoals van Marco Borsato) waarmee 500.000 mensen chatten; plus nog eens twee miljoen podcasts downloads per maand. Kennis van hen kan gerichte, duurdere reclame opleveren. Dat geldt ook voor digitale segmentatie in doelgroepradio, zoals met Efteling Radio en online VI Radio voor voetbalfans, gericht op de gezamenlijke twee miljoen bezoekers van VI.nl en 538.nl. Nieuwe stations krijgen wel het ‘538’-merk vanwege de gezamenlijke promotie.

Hoofdstuk 9. De Nederlandse audiomarkt, radio voorbij?

93


Maar bovenaan staat ‘My 538’: “Maak je eigen 538-radiostation op basis van je persoonlijke profielgegevens en met veel interactie. Van massa naar tailormade”, dat is de nabije toekomst volgens Jan-Willem Brüggenwirth die grote mogelijkheden ziet voor profielexploitatie. Zo’n plan ligt er bij de publieke omroep niet, bleek uit de woorden van Jan Westerhof, directeur van de Radio Publieke Omroep. Wel komen er digitale radiokanalen bij, maar dit stuit vooralsnog op politieke verzet en een gerechtelijk vonnis wegens mogelijke concurrentievervalsing. Wel biedt 3FM bijvoorbeeld een app met achterliggende themakanalen en ook video. En ‘social radio’ biedt behalve een ‘webcamverrijking’ of ‘visual radio’ ook integratie met Twitter, Shoutbox, Facebook, SMS en foto’s. Jan Westerhof: “Internet en radio is een huwelijk, gesmeed in de hemel.” Dat vindt ook de AVRO. Peter Joziasse en Koop Geersing van de AVRO toonden een nieuwe audioplayer met een combinatie van Radio Gemist en Webradio Podpourri (podcast). Nog meer innovatie: via Philips Net-TV genieten maandelijks 4.000 mensen van de AVRO Klassiek XL-concerten, de mooie audio- en videotheek van jarenlange klassieke opnames.

Cijfers over de audiomarkt 1. Hardware Barbara Schouten van GfK Retail & Technology presenteerde tijdens dit Café cijfers: In 2010 zijn er verkocht: • 1,5 miljoen mp3-spelers • 170.000 tablets (zoals iPad) • 1,9 miljoen smartphones • 1,9 miljoen laptops • 820.000 settopboxes • 430.000 tv’s Eind 2010 waren er bij elkaar 7,5 miljoen apparaten in Nederland om radio te luisteren. In principe kun je via al deze apparaten radio beluisteren en de meeste beschikken ook over opslag voor eigen muziek, aangeschaft of overgenomen. Maar vooral vanwege jongeren is de mobiele telefoon dominant aan het worden als radio: 50% van de draagbare radio’s is al een telefoon.

2. Luistergedrag • Nederlanders luisteren gemiddeld drie uur en twintig minuten per dag naar de radio. • Dat is drieëntwintig uur per week, waarvan gemiddeld reeds zeven uur via internet. • Zo’n 37% luistert online naar andere stations dan via FM/AM. • Naar schatting tienduizenden immigranten, bijvoorbeeld uit Polen, luisteren internetradio uit eigen land. Radio blijft het populairste medium in Nederland, net wat meer gebruikt dan de tv. Het oprukken van internet voor distributie leidt ertoe dat er gevarieerder wordt geluisterd en meer afgewisseld met eigen muziek omdat je met één klik kunt wisselen. Bron: RAB

3. Publieke radiofinanciering In 2008 ontving de publieke radio direct zo’n 87 miljoen euro; Daarvoor zijn 40.500 uitzenduren gemaakt, met 660 vaste en 100 losse medewerkers Uitgaven verdeeld over zenders: • Radio 1: 40 miljoen (waarvan 20 miljoen voor de NOS) • Radio 2: 11 miljoen • Radio 3: 10 miljoen • Radio 4: 12 miljoen • Radio 5: 7 miljoen, exclusief kleine ‘242’-omroepen • Radio 6: 5 miljoen • FunX: 2 miljoen Bron: NPO/iMMovator

4. Muziekverkopen De muziekomzet op schijf daalde voortdurend afgelopen jaren en dat wordt niet voldoende goedgemaakt met digitale omzet: Albums eerste halfjaar • 2009 CD: 91,6 miljoen • 2010 CD: 85,4 miljoen • 2009 digitaal: 4,2 miljoen • 2010 digitaal: 5,3 miljoen Bron: NVPI

94

iMMovator Cross Media Network


5. Marktaandelen radio in 2009 en 2008 ZENDER/OMROEP

7. Bereik websites van radiostations

AANDEEL IN % 2009

2008

Regionale omroepen (ORN)

12,3

11,6

Radio 538

10,4

10,5

3FM

9,8

9,5

Radio 2

8,9

9,2

Sky

8,4

8,2

Radio 1

8,2

7,6

Q-music

6,7

6,8

Veronica

5,7

6,0

E Power

4,6

4,6

100% NL

4,1

4,4

Radio 5

2,7

2,8

10 Gold

2,8

2,7

Slam FM

2,3

2,4

Radio 4

2,0

2,1

Classic FM

1,9

2,0

Bron: RAB

6. Regionale radio

3FM.nl

6,5% 4%

Sky

2,7%

Radio2.nl

2,6%

Veronica

1,9%

Q-music

1,9%

100% NL

1,1%

Radio 10 Gold

1,0%

Slam FM

0,8%

BNR Nieuwsradio

0,8%

Classis FM

0,7%

TMF Radio

0,2%

Bronnen: Stir en NPO

8. Bestedingsaandeel reclame radio 20052009 • 2005: 8,3% • 2008: 9,2% • 2009 : 8,7% Bron: Bruto bestedingen Nielsen

Bij elkaar zijn de regionale zenders dus het populairst in Nederland. Uit de onderstaande cijfers blijkt dat per provincie het marktaandeel flink verschilt en dat er soms grote verschuivingen optraden.

REGIOBEREIK

Radio 538

AANDEEL IN % 2009

2005

Radio Noord

23,3

33,9

Omrop Fryslân

23,0

23,8

Radio Drenthe

16,2

19,2

Radio Oost

14,6

18,4

Radio Gelderland

12,3

16,6

Radio M Utrecht

6,4

5,7

Radio Flevoland

3,9

7,7

Radio Noord-Holland

10,7

9,8

Radio West

7,2

8,0

Radio Rijnmond

9,8

13,9

Omroep Zeeland

13,1

20,2

Omroep Brabant

9,3

14,5

L1 Radio

14,0

14,2

9. Top-5 radioadverteerders in 2009 in miljoenen euro 1. KPN 18,6 2. Unilever 13,7 3. Pon auto’s 6,9 4. Sociale Zaken 6,2 5. Wehkamp 5,9 Bron: RAB

Bron: Olon

Hoofdstuk 9. De Nederlandse audiomarkt, radio voorbij?

95


Ruim 200 mediaprofessionals kwamen op dinsdag 12 oktober samen in studio 31 om te luisteren naar presentaties van onder anderen Jon Mitchell (Spotify), Jan Westerhof (NPO), Jan-Willem Brüggenwirth (Radio 538) en Peter Joziasse en Koop Geersing (beiden AVRO). Daarnaast presenteerden Readspeaker, One-o-Niners, Tribe of Noise, Streamit en V-Radio zich in een korte pitch aan het publiek. De centrale vraag: waar gaat radio naartoe?

GfK: De mogelijkheid om radio te kunnen luisteren is nog nooit zo groot geweest!

In de laatste anderhalf jaar begint het meer en meer mogelijk te worden om content online aan te schaffen, niet langer dus alleen de hardware, maar nu ook de software (bijvoorbeeld muziek). Inmiddels wordt 33% daarvan online verkocht, voor de entertainmentmarkt is dat zelfs al 50%.

Publiek tijdens het Cross Media Café over radio

9.1 Trends en ontwikkelingen rond radio Radio anno 2010: “Daar zit muziek in” Barbara Schouten van GfK Retail and Technology had voor haar presentatie de laatste cijfers opgeduikeld over de verkoopcijfers van radio en andere apparaten waarop je radio kunt luisteren. Radio is iets wat je elke dag gebruikt, het bestaat al 90 jaar en is uitgegroeid tot een medium waar je niet zonder kan. Inmiddels is radio luisteren geëvolueerd naar een ervaring via talloze apparaten, zowel ‘music at home’ (tuner e.d.) als ‘music to go’ (mp3-speler, telefoon e.d.). Oorspronkelijk was er een analoog signaal als bron, dat zich in de loop der jaren steeds meer tot een digitaal signaal ontwikkelde.

Barbara Schouten (GfK Retail and Technology)

iMMovator Cross Media Network

In 2009 zijn er 23.000 apparaten waarmee je streaming radio kunt luisteren. Radio wordt een multimediaal platform, dat zie je ook aan de apparaten. Per jaar worden er 1,5 miljoen mp3-spelers verkocht, 170.000 tablets (zoals de iPad), 1,9 miljoen smartphones, eveneens 1,9 miljoen laptops, 820.000 settoppboxes en 432.000 tv’s. De verschuiving van content ‘bezitten’ naar content ‘in the cloud’ wordt essentieel, de devices zijn er klaar voor. We gaan nu steeds meer naar streamen en ergens ‘in the cloud’ muziek opslaan of ophalen, zo besluit Barbara Schouten haar presentatie.

De radioluistertijd bleef ondertussen verder stijgen, evenals het aantal apparaten. Eind dit jaar zijn er in Nederland zo’n 7,5 miljoen apparaten waarmee je radio kunt luisteren.

Er is een sterke opkomst van portable devices, op dit moment is circa 50% van de devices waarop je radio kunt luisteren een mobiele telefoon. De productlevenscyclus voor nieuwe portable apparaten is inmiddels twee keer zo snel en de volumes zijn vier keer zo hoog.

96

Op dit moment heeft 86% van de Nederlandse huishoudens breedband-internet; eveneens een relevant cijfer als het gaat om de vraag hoe we radio (gaan) luisteren. Nederland loopt wereldwijd voorop bij het streamen en downloaden van (video/audio-) content.

GfK: Verschuiving van content “bezitten” naar in the “cloud”...


Vrijdag 22 oktober wordt op Radio 2 het Radio Gala uitgezonden, de grote radioprijs van Nederland met de gouden RadioRing. De marketing van deze AVRO RadioRing vindt steeds meer plaats via social media en aanverwante radiosites, de programma’s zijn de dragers. Er wordt over getwitterd en geblogd. Het principe is dat het publiek bepaalt, de stemming is inmiddels gesloten.

UPDATE Giel! wint RadioRing

De studenten van de V-Academy van Veronica praten het Cross Media Café aan elkaar

AVRO Radio Update 2010: “Het nieuwe luisteren” Peter Joziasse, Hoofd Business Development en Sales van de AVRO, en Koop Geersing, Hoofd Radio van de AVRO, gaven vervolgens een overzicht van wat er zoal bij de AVRO gebeurt op het vlak van radio. Ze openden hun presentatie met recent materiaal uit een onderzoek van SPOT. Een groot deel van Nederland blijkt nog via een tuner te luisteren, maar een groeiende groep maakt gebruik van streaming (of DAB). De overgrote meerderheid van de aanwezigen luistert meer dan 100 minuten radio per dag, landelijk ligt dat op 115 minuten.

Op 22 oktober werd de RadioRing door Henk Westbroek, die jarenlang op 3FM te horen was, uitgereikt aan Giel Beelen. De zilveren RadioSter voor de man is naar 538-DJ Edwin Evers gegaan. Hij heeft met zijn prijs radiomaatjes Gerard Ekdom (AVRO) en Giel Beelen (VARA) verslagen. Bij de vrouwen is Claudia de Breij de winnares. Ze wint hiermee de RadioSter voor de vierde keer. Tegelijk met de RadioRing en -Sterren zijn ook de Marconi Awards uitgereikt. Jeroen van Inkel heeft de Marconi Oeuvre Award gekregen voor zijn jarenlange inzet in de Nederlandse ether en vernieuwende manier van radiomaken. De award voor de beste zender is naar 3FM gegaan en Mattie Valk (QMusic) heeft de prijs voor aanstormend talent gewonnen.

Dan de AVRO radio-update. Koop Geersing geeft een beeld van wat de luisteraars dit jaar te wachten staat in het kader van de nieuwe programmering op Radio 1 tot en met 6. Steeds meer is er sprake van multimediale en crossmediale concepten. Bij sommige programma’s, zoals de Roadshow, bepaalt het publiek zelfs helemaal wat er gedraaid wordt. De AVRO probeert alles (dus content van alle platforms) zo goed mogelijk te archiveren, zodat deze content bij bijzonder nieuws (denk aan het overlijden van Antonie Kamerling) meteen weer terug te vinden en opnieuw uit te zenden is. Een ander nieuw initiatief zijn de AVROtoppop-tweets.

Interessant is ook de vraag of radio in termen van tijdsbesteding bij de Nederlander Koop Geersing (AVRO) hoger of lager scoort dan internet. Het antwoord is dat bij jongeren tussen de 13-19 internet al belangrijker is dan radio en zelfs tv. Nederlanders tussen de 20 en 65 jaar luisteren 10 minuten per dag via internet.

Tot slot komt nog een aantal innovaties aan bod. De AVRO heeft ook een audio player ontwikkeld waarin Radio Gemist en Webradio Podpourri (podcast) te beluisteren zijn. Een stapje verder is ‘het nieuwe luisteren’, luisteren via televisie. Via cijfers van Philips is te achterhalen dat er maandelijks 4000 mensen via AVRO Klassiek XL naar muziek luisteren. Klassiek.avro.nl heeft 20.000 unieke

Peter Joziasse (AVRO)

De Twitter pagina van AVRO’s TopPop

Hoofdstuk 9. De Nederlandse audiomarkt, radio voorbij?

97


bezoekers (11.000 daarvan ontvangen een e-mailnieuwsbrief) en laat zien waar de toekomst ligt. Kijken, luisteren, kaartjes kopen, duiding van de actualiteit en onderdelen zoals het forum waar de community zelf actief kan zijn. Anders gezegd: audiovisuele content als basis gekoppeld aan crossmediale events, extra producten en services, allerlei nieuwe vormen om aan binding te doen en nieuwe vormen van lidmaatschap.

9.2 Pitches: nieuwe diensten rond radio en geluid

der de mogelijkheid om aanbod en reclame te targeten op de luisteraar. En verder? Je zou bijvoorbeeld in een Hyves-player kunnen zappen tussen verschillende dj’s van een Hyves-radiostation. Hyves weet wie er luistert, dus als adverteerder kun je daar dan heel mooi op inspelen. CDA-radio, onlangs een maand voor de verkiezingen in de lucht geweest, had uiteindelijk 1000 luisteraars per dag, dit na drie weken. En last but not least: heel veel publiciteit, dus de promotionele waarde was erg groot.

In de pitchsessies van deze aflevering staan nieuwe diensten en producenten rond geluid en radio centraal. ReadSpeaker, One-oNiners, Tribe of Noise, Streamit en V-Radio maakten ditmaal hun opwachting.

Pitch 1: ReadSpeaker Wie? Staffan Meij, van ReadSpeaker Wat? Voorlezen van websites, spraak in Flashapplicaties, e-learnomgevingen en RSS-feeds omzetten in audiofeeds. Waarom? Altijd en overal naar elke geschreven tekst kunnen luisteren. En verder? Het tarief van deze dienst ligt tussen de 50 en 1000 euro per maand, afhankelijk van het soort klant. Tussen 2% en 8% van de bezoekers van een site maakt er gebruik van. IT News Radio is het eerste branchegerelateerde internetradiostation van Nederland en is volledig geautomatiStaffan Meij (ReadSpeaker) seerd.

IT News Radio: het eerste branchegerelateerde internetradiostation van Nederland

One-o-niners: geef uw eigen radiostation vorm

Pitch 3: Tribe of Noise Wie? Hessel van Oorschot, van Tribe of Noise Wat? Een online community van 7500 mensen die een alternatief wil bieden voor muziek met Buma/ Stemra- en SENA-rechten. Bijvoorbeeld met Muziektijdenshetwerk.nl. Waarom? Tribe of Noise komt via haar platform met rechtenvrije Hessel van Oorschot muziek, het gaat hier om producties (Tribe of Noise) van muzikanten die bij het netwerk zijn aangesloten. Vergelijkbare kwaliteit voor minder geld, dus er zijn voor ondernemers, winkels etc. op deze manier flinke kostenbesparingen te behalen. Momenteel beschikbaar op vijftig plekken, eind van de maand op honderd locaties. En verder? Asda FM (audio-stream), een soortgelijk initiatief in het buitenland, is een initiatief van een supermarkt en momenteel een van de meest populaire radiozenders in Engeland.

Pitch 2: One-o-Niners

Jente Kater (One-o-Niners)

98

Wie? Jente Kater, van One-o-Niners Wat? Surf & sound is een nieuw product met drie pijlers: voorgeprogrammeerde muziekformats (de rechten zijn geregeld), skinable internetplayers en een nieuwe wijze van afspelen (streaming radio op basis van losse mp3’s). Waarom? Ieder zijn eigen radiostation op internet met inzicht in luistercijfers en luistergedrag. Ver-

iMMovator Cross Media Network

Tribe of Noise: ‘a music community that connects artists, fans and professionals’


Pitch 4: Streamit Wie? Wim van Dijk, van Streamit Wat? Configure to order is het logistieke principe dat aan Streamit ten grondslag ligt. Traditionele radio is ‘1 to many’. Het andere uiterste is dat de consument zelf zijn eigen radiostation wordt, ‘1 to few’. Streamit zit daartussen, een combinatie van custom radio en community radio. Het gaat om kastjes waarmee een ander model wordt gecreëerd, het beste van twee weWim van Dijk (Streamit) relden. Waarom? Het kastje kan op zich minder dan een pc, maar is betrouwbaarder en op afstand te controleren (meetgegevens!). Dat is handig bij bijvoorbeeld een netwerk als InStore radio en ook kerkradio (inmiddels kerkvideo). En verder? Streamit is jaar op jaar tot drie keer gegroeid in omzet, dit jaar verkoopt men circa één miljoen kastjes.

Pitch 5: V-Radio Wie? Lauren Vriens, van V-Radio Wat en waarom? Een platform waarin jong talent de kans krijgt zich te ontwikkelen tot mediaprofessional, bijvoorbeeld bij V-Academy (de mediaopleiding van Veronica) of V-Radio. Deze laatste verzorgde op dit Cross Media Café ook de aankondigingen en intermezzo’s in de vorm van een gepresenteerde radioshow. En verder? Een ander voorbeeld is Lauren Vriens (V-Radio) RadioBitches, een award voor jonge talentvolle vrouwen op de radio. Via de competitie worden vrouwen in het zonnetje gezet in een mannenwereld. Op 7 december werd de uitslag bekend gemaakt, zie www.radiobitches. nl. Q-Music deejay Kristel van Eijk is de winnares van de RadioBitches Awards 2010.

9.3 Resultaten, plannen en ambities van drie radiopioniers In het laatste deel van het Cross Media Café komt een drietal radiopioniers aan het woord. Jon Mitchell (Spotify), Jan Westerhof (Radio Publieke Omroep) en Jan-Willem Brüggenwirth (Radio 538) vertellen over hun resultaten, plannen en ambities.

Spot on Spotify Een van de snelst groeiende diensten op het vlak van muziek is Spotify. Jon Mitchell, Managing Director van Spotify, is een van de keynotesprekers op dit Cross Media Café. De lancering van Spotify in Nederland in mei van dit jaar was wereldwijd heel duidelijk zichtbaar op Twitter, zo vertelde hij. Spotify groeit in Jon Mitchell (Spotify) Nederland erg hard, al liet Jon Mitchell jammer genoeg niet los over welke cijfers we dan spreken. De Nederlandse markt is erg interessant en groot, nieuwe zaken worden hier uitgetest. Mond-tot-mondreclame en social networks zijn belangrijke aanjagers van de groei van Spotify. Is Spotify radio, zo kun je je afvragen. Jon Mitchell weet het antwoord niet, het is dat een beetje wel en ook een beetje niet. Waarom is het geen radio? Omdat het on-demand muziek is, omdat er niet uitgezonden wordt (het is een persoonlijke keuze waarnaar je luistert), omdat er geen dj’s of phone-ins zijn, omdat je een pc nodig hebt om te luisteren en omdat er digitale advertenties zijn. Waarom is het wel radio? Omdat er audio-advertenties zijn, omdat er radioshows en podcasts zijn, vanwege de grote hoeveelheden luisteraars (deels op basis van samen luisteren) en omdat er een instant call to action is (dus zoals een dj dat ook voor elkaar kan krijgen).

De Spotify player

De homepage van RadioBitches

Spotify zorgt ervoor dat twee werelden aan elkaar gelinkt worden, het is het beste van twee werelden, zou je kunnen zeggen. Dj’s verliezen luistertijd aan Spotify, maar er wordt ook steeds meer met radiostations samengewerkt. Het is niet ondenkbaar dat een radioshow in delen bij Spotify komt te staan.

Hoofdstuk 9. De Nederlandse audiomarkt, radio voorbij?

99


De case study van Citroen DS3, met meer dan 12.000 stemmen en een show die 30.000 keer is afgespeeld, laat overduidelijk het voordeel van audio ads als deze zien: je kunt op Spotify aan digital tracking en targeting doen. Jon Mitchell besluit zijn verhaal met een opsomming van zaken waar Spotify momenteel mee bezig is:

NPO: Toplijst Radiozenders 2009

Spotify: More revenues for the right holders

Wanneer gaat Spotify naar de VS, zo vraagt moderator Peter Olsthoorn aan Jon Mitchell. Hopelijk dit jaar, zo geeft deze aan, maar de vraag is of dit lukt. Is Spotify een iTunes-killer of niet, dat is een andere brandende vraag. Apple is sowieso met iets vergelijkbaars bezig, maar of ze ook on-demand streaming gaan doen is voor Jon Mitchell nog maar de vraag. Het opbouwen van een grote userbase en focus op audio- en video-advertenties, dat zijn momenteel de prioriteiten. Het maken van radioprogramma’s gebeurt nu niet, maar in technische zin zou het heel gemakkelijk kunnen. Iemand van de publieke omroep vraagt of er ook kanalen komen, bijvoorbeeld een klassiek kanaal. Er zijn volgens de spreker nu al initiatieven (verticals) waarin dit gebeurt. Live streams is een ander gebied waar groei kan plaatsvinden, in Frankrijk is dat al een keer gebeurd. Technologisch is het geen probleem, maar het businessmodel erbij is op dit moment nog lastig.

Innovatie radio bij de publieke omroep

100

omroep in de top vijf van landelijke radiostations staan. Het weekbereik van Radio 1 tot en met 6 is in de laatste vijf jaar bovendien gegroeid van 6,15 naar 6,47 miljoen Nederlanders van 10 jaar en ouder. De stereo-installatie wordt nog steeds veel gebruikt, bij het jongere publiek echter is de pc, laptop, wekkerradio en mobiel steeds belangrijker. Digitaal luisteren laat een langzaam stijgende lijn zien, waarbij jongeren dus voorop lopen. Alle zenders zijn mobiel beschikbaar, via de mobile apps zie je streaming audio voorzien van tekst en steeds meer ook bewegend beeld (via de webcams). Soms, zoals bij Radio 1, kun je ook op itemniveau zaken afluisteren. Bij 3FM had je al nachttelevisie, bijvoorbeeld van Giel Beelen, dat wordt nu dus ook via de app van 3FM getoond. Bij die app zijn er ook vijf themakanalen die achter de zender liggen, een nadere verdieping van de content van de zender. Zo is er het themakanaal Serious Talent. De nieuwste ontwikkeling is Social Radio, een radioplayer met webcamverrijking via de radio (visual radio) met social input. Samen maakt dat Social Radio, hier zie je integratie met Twitter, Shoutbox, Facebook, SMS en foto’s. Interactiviteit was bij radio al een groot ding en dat wordt alleen nog maar groter. “Het is tijd voor interactiviteit,” wat betreft Jan Westerhof.

Jan Westerhof is directeur Radio Publieke Omroep. Hij vertelt aan het begin van zijn verhaal dat er drie radiozenders van de publieke

De spirit van de innovatie zit enerzijds bij de afdeling Internet en nieuwe media en anderzijds bij de programma’s zelf. “Internet en

Jan Westerhof (NPO)

V-Academy DJ

iMMovator Cross Media Network


radio is een huwelijk, gesmeed in de hemel.” Allebei kennen ze een grote zelfstandigheid en ondernemerschap, de kunst is om met weinig middelen veel voor elkaar te krijgen, zo besluit Jan Westerhof zijn verhaal.

Radio 538: Entertaining = gaining Jan-Willem Brüggenwirth besluit het rijtje van sprekers. Hij is algemeen directeur van een van de meest winstgevende radiostations van Nederland: Radio 538. De business van het station heeft alles te maken met muziek en entertainment. Daarbinnen wil men excelleren en vooral ook geld verdienen. Radio is altijd en overal, zo heeft Radio 538 maar liefst 3,5 miljoen luisteraars per week, meer dus dan bijvoorbeeld het aantal kijkers van The Voice of Holland. Het aantal streamstarts is 2,5 miljoen per maand. Verder zijn er 400.000 luisteraars per week op de themakanalen, ook een erg interessante groep. Mobiel zijn er 200.000 luisteraars per maand, men heeft ook al geëxperimenteerd met mobiele advertenties. Er zijn 180.000 gratis apps weggezet, de betaalde app is daarentegen slechts 8.000 keer verkocht. Dat laatste is te weinig, ergens moet het geld vandaan komen, van adverteerders of luisteraars, aldus Jan-Willem Brüggenwirth.

Radio 538: Segmentatie naar doelgroepen, muziekgenres en lifestyle

butie via de kabel graag een vergoeding ontvangen en dus niet langer betalen. Segmentatie naar doelgroepen, muziekgenres en lifestyle staat centraal. Alle stations worden 538 gebrand, het merk 538 moet dus steeds naar voren komen, anders ontstaat er versnippering en wordt geld verdienen lastig. Eerder die dag, om twaalf uur, is VI Radio gelanceerd, samen met Voetbal International 24 uur per dag voetbal via de radio. Ieders expertise wordt hierbij ingebracht, zowel van 538 als VI. Nu nog alleen via internet, maar er wordt actief gezocht naar andere distributiemogelijkheden. 1,8 miljoen bezoekers op de 538-site en 400.000 bezoekers op de VI-site, dat is een mooi platform om op door te bouwen en moet een gezond businessmodel kunnen opleveren. Dan zijn er nog 200 drive-in shows in het land en vele, vele evenementen zoals Dommelsch Live38 XXL (drie keer een volle Jaarbeurs), Schoolawards (voor middelbare school-scholieren), Edwin Evers staat op in Vancouver (sporters elke dag in de studio op Olympische Spelen), 538 Koninginnedag en ORANJE 538.

Jan-Willem Brüggenwirth (Radio 538) in gesprek met Monique van Dusselforp

Er is ook een grote emotionele component bij radio, 29% ziet radio als een maatje, 58% is erg gehecht aan radio en maar liefst 87% wordt vrolijk van radio. Het gevolg is: veel interactie en betrokkenheid. Er is een groot aantal bellers en sms-berichten per week, voorheen een lucratieve business maar inmiddels door wetgeving erg ingeperkt. Desondanks blijft het erg belangrijk, net als social media. Men heeft 350.000 vrienden via social media en 230.000 abonnees op de nieuwsbrief 538news. Dat laatste is inmiddels steeds meer achterhaald, alles gebeurt gewoon live. Dan is er het VIP-panel, anderhalf jaar geleden gestart. Inmiddels heeft men 230.000 leden waar men erg veel van weet, bijvoorbeeld de voorkeur voor muziek. Hierop kan segmentatie worden toegepast, zowel content als commerciële boodschappen. Dan zijn er nog de dj/artiesten-bots (zoals de Marco Borsato-bot) die inmiddels door 500.000 mensen worden gebruikt.

Het beste komt volgens Jan-Willem Brüggenwirth nog: My 538. Daarmee maak je bijvoorbeeld je eigen 538 radiostation op basis van je persoonlijke profielgegevens en met veel interactie. Van massa naar tailor made, zo geeft hij aan. De FM-frequenties zijn een verhaal op zich, zo geeft Jan-Willem Brüggenwirth als reactie op een vraag van dagvoorzitter Peter Olsthoorn aan. Men praat al jarenlang over een oplossing voor na 2011, overal in Europa kan men inmiddels voor weinig of geen geld uitzenden. Het zijn rare discussies om in deze tijd nog te praten met ambtenaren van EZ over 80 miljoen voor een kavel. Ooit was dat misschien wel de waarde, nu is de wereld echt veranderd. Marktconforme prijzen zijn prima, maar daar is nu geen sprake meer van.

The show never ends, zo vervolgt Jan-Willem Brüggenwirth, maandelijks worden er twee miljoen podcasts gedownload. En ieder een eigen station is een ander belangrijk uitgangspunt, zo is er bijvoorbeeld voor de Efteling een succesvol kinderstation (Eftelingradio, met grote vraag bij de kabelaars). Hij wil voor distri-

Hoofdstuk 9. De Nederlandse audiomarkt, radio voorbij?

101


102

iMMovator Cross Media Network


10. Game in the City Cross Media CafĂŠ over gaming Cross Media CafĂŠ over gaming Datum: 18 november 2010 Locatie: Rijtuigenloods/HerikRail, Amersfoort Samenvatting en PowerPoint presentaties: http://www.immovator.nl/cross-mediacafe-op-locatie-game-in-the-city 170 inschrijvingen

Hoofdstuk 10. Game in the City

103


10. Game in the City inleiding door Peter Olsthoorn

Gaming naar de volgende golf van vernieuwing De gamemarkt blijft zich in een adembenemend tempo vernieuwen, maar in ‘mainstream ICT’ is de aandacht tot op heden ondermaats. Amersfoort Creatieve Stad trok ruim duizend vooral gamespecialisten naar de derde editie van het congres Game in the City. Onder het thema Revolutie werd het op 18 en 19 november 2010 een overweldigend succes. Het thema poogde tot een antwoord te komen op de vraag: gaat het in de spelmarkt om baanbrekende vernieuwingen of de juiste inbedding in bestaande behoeftes? Bijvoorbeeld: de iPhone betekende een revolutie voor mobiel internet en online gamen, maar de evolutie betrof de uitbreiding van iTunes met een app store, die direct een grote markt creëerde voor spelers en producenten. Het antwoord lag voor de hand: je hebt beide nodig. Niets is zo mooi en stimulerend als baanbrekende vernieuwing, maar zonder verbreiding van spellen en inbedding in spelgewoonten heb je er niet zo bar veel aan. Ofwel: innovatie moet een markt ontmoeten, een markt moet innovatie stimuleren en oppakken. De snel bewegende spellenmarkt is daar bij uitstek geschikt voor. Dit is belangrijk, want de gamemarkt blijft een explosie van vernieuwingen tonen. We hebben de golf van innovatie met bewegingsspellen, die begonnen is met de Wii, nog nauwelijks achter de rug of de volgende stap van deze generatie staat in de startblokken: die van Kinect van Microsoft: een camera met bijbehorende software voor de Xbox 360, waarmee de spelcomputer is te besturen met hand- en armgebaren, gesproken tekst of door voorwerpen te laten ‘zien’ aan de camera. De spraakherkenning komt in de lente van 2011 in Nederland beschikbaar. Het is mogelijk de volledige lichaamsbeweging van maximaal vier personen tegelijk te herkennen, afhankelijk van de afstand tot de camera kunnen zelfs individuele vingers herkend worden. De gezichtsherkenning op zich zal naar verwachting tot een golf van nieuwe toepassingen leiden, ook buiten gaming. Kinect is weliswaar gebonden aan de Xbox maar komt ook op de pc, onder het nieuwe Windows 8. Microsoft gaat z’n best doen om de technologie, die werkt met infraroodpunten, uit de gamesfeer te halen. Dat wordt hoog tijd, want de fenomenale mogelijkheden met spelcomputers zien we nog altijd weinig terug in de ‘reguliere’ ICT-markt. Raakvlakken zijn er wel in toenemende mate. Zo speelt een groot deel van de ruim 500 miljoen klanten van Facebook in 2010 al spelletjes. Dat zijn natuurlijk eenvoudige spellen, net zoals het Nederlandse SPIL GAMES mondiaal groot succes

104

iMMovator Cross Media Network

heeft met de huis-, tuin- en keukenspellen die vooral ouderen spelen, ook vrouwen. Maar Kinect opent volgens Microsoft een hele nieuwe wereld van toepassingen, reden om er maar liefst 500 miljoen euro marketingbudget voor vrij te maken. De 150 dollar kostende speler werd in de Oprah Winfrey Show gelanceerd en met de jaarwisseling waren er al acht miljoen van verkocht. Tijdens de ontwikkeling zijn onder meer de spellen Beautiful Katamari en Space Invaders Extreme voor Kinect herontworpen. Volgens creatief directeur Kudo Tsunoda kan met de toevoeging van Kinect-gebaseerde controle bij vele bestaande games, maar ook andere ITC-toepassingen door middel van softwareupdates, een enorme golf van innovatie teweeg gebracht worden. Dat kan de gamemarkt wel gebruiken, want de markt zakte structureel en conjunctureel flink in.

Nederland betaalt weinig PricewaterhouseCoopers (PwC) zag videospellen de grootste groeier worden in de Nederlandse amusementsmarkt in de periode 2006-2010: jaarlijks 10% omzetgroei, gemiddeld tot een totaal van ruim 500 miljoen euro omzet in 2010. Maar de brancheorganisatie NVPI kwam over 2009 maar tot ruim 310 miljoen euro omzet voor videospellen, na een daling met 9%. En over het eerste halfjaar van 2010 was er wederom een forse daling in omzet van spellen, met wel 14%. De vraag is dus, ook mondiaal, of de voorspelde groei tot 70 miljard dollar wereldwijd haalbaar is. Overigens gaat er al meer dan 2 miljard in reclame om in videospellen. Het is natuurlijk de vraag hoe je precies rekent, want het Games Market Report van Newzoo in Amsterdam kwam tot bijna 600 miljoen euro omzet in de Nederlandse gamemarkt in 2009, van maar liefst 9,3 miljoen spelers. Daarvan ging ruim tweederde, meer dan 420 miljoen naar nieuwe games in online en fysieke winkels. De overige 180 miljoen euro werd besteed aan games die direct worden gedownload naar de console of PC, tweedehands games, online abonnementen en credits in online spellen. In de VS is deze verhouding inmiddels al 50-50 gezien de groei van het online segment. Naar platform in Nederland: • Consoles: 315 miljoen • PC: 170 miljoen • Gameportals: 55 miljoen • MMO’s: 45 miljoen * • Mobiel: 10 miljoen * Online: subscriptions, micro-transactions, client-downloads en client-boxed-products


De verschillende categorieën zijn overigens steeds minder goed van elkaar te onderscheiden gezien de mengvormen. Dat wordt nog erger met nieuwe hardware en verbreiding naar spelsoftware, bijvoorbeeld met de tabletgolf. Gemiddeld geeft volgens Newzoo de Nederlandse consument het minst uit aan games, vergeleken met de andere onderzochte Europese landen en de VS. Dat geldt voor alle platforms: consoles, pc-games, online portals, telefoons of virtuele werelden als World of Warcraft of Habbo. Op mobiel betaalt 12% voor spellen, op de PlayStation-, Xbox- en Nintendo-machines bijna 70% wel en 30% niet. Peter Warman, Directeur van Newzoo, zei tegen weblog GameAds.nl: “Het is een kwestie van tijd tot deze online businessmodellen verder aanslaan in Nederland. In de VS en het Verenigd Koninkrijk worden bijvoorbeeld op grote schaal credits in de supermarkten verkocht voor online games en virtuele werelden. Zo pakt retail weer omzet terug waar ze het verliezen op nieuwe verpakte games.” De spelmarkt is in elk geval groter dan de cd- en dvd-markt samen. Met deze producten wordt het nog steeds in één categorie genoemd en dat is tekenend. Spellen zouden veel meer kunnen betekenen in de serieuze ICT-markt. Er wordt dan ook gesproken van ‘serious gaming’, om aan te geven dat het niet om spelletjes gaat. Ook Kennisnet, het ICT-orgaan voor lager en middelbaar onderwijs, heeft uit onderzoek opgemaakt dat bijvoorbeeld educatieve games een speciale categorie vormen. Ze werken vooral als ze van educatieve vormen uitgaan en niet van ‘lekker spelen’. Maar je mag toch verwachten dat er in het komende decennium geweldig veel echt ‘leuke’ toepassingen komen met gameelementen in de ‘serieuze’ ICT-markt. Stap voor stap merken we dat ‘werken met plezier’ de belangrijkste voorwaarde is voor productiviteit. Reden genoeg om het werk zelf attractiever te maken, met spelelementen. Daar richten straks ook de grote ICT-spelers in de consumentenmarkt zich op, als een Microsoft, Google en Apple, en ook Facebook. In de zakelijke markt kijkt IBM al jaren naar spelelementen maar tot een doorbraak leidt dit nog niet, gezien de vrij starre organisatie van het meeste werk dat we doen. De ICT-industrie wil wel.

“Onderwijs moet naar gaming” Jurriaan van Rijswijk, directeur van Games Factory Online, houdt goed zicht op het allernieuwste in spellen wat betreft ‘interfaces en controllers’, in goed Nederlands: ‘bediening’. Zo toonde hij tijdens het Cross Media Café een indrukwekkende video met anatomisch bijna perfecte, levensechte mensavatars, nu nog enkel in gebruik op zware spel-pc’s maar over drie tot vijf jaar ook online binnen handbereik, volgens Jurriaan van Rijswijk.

aan dat je de motivatie van leerlingen aanzienlijk kunt opvoeren met spelervaringen en levels in plaats van boeken en het traditionele puntensysteem. Jurriaan van Rijswijk ziet steeds meer apparaten om spellen te spelen naast elkaar (divergentie), naast convergentie met bijvoorbeeld een iPhone en iPad. Overigens onderzocht Philips volgens hem tien jaar geleden al multitouch-schermbediening, maar vond de iPhone niet uit. Steeds zijn er nieuwe keuzes voor bediening die verbazen, zoals van Sony die niet beweging (met camera) leidend wil maken, maar een controller in de hand. Hoe dan ook is het voor de computermuis bijna einde oefening. Daarentegen zal augmented reality gaming opkomen.

TA KAHASHI Van Castro tot Einstein tot Zen Keita Takahashi, aangekondigd als “deze Japanse halfgod van de game-industrie”, is bekend van titels als Katamari Damacy en Nobi Nobi Boy. Hij oriënteert zich breed om de grenzen van creativiteit te verkennen, zo bleek ook bij zijn bezoek aan Amersfoort. Zo noemde hij “Einstein gekker dan Castro”, maar de gamemakers kunnen zich door beiden laten inspireren. Zijn persoonlijke inspiratie loopt van Playmobil tot Picasso. Keita heeft zijn baan als videogameregisseur en visual artist bij Namco Bandai opgezegd omdat hij andere, nieuwe dingen wil zien en doen. Als freelancer heeft hij veel meer vrijheid. Hij blijft ook liever offline om niet in beslag genomen te worden door opgedrongen communicatie. Keita, voor het eerst in Nederland, sprak vooral over “the soft and the hard”. Zijn conclusie: soft- en hardware hebben een gemeenschappelijk doel: tot vernieuwende ideeën stimuleren. Hardware is veel meer begrensd dan software. Maar je kunt het opzoeken van grenzen ook overdrijven. Zo is volgens Takahasi een spel als Mario Kart door alsmaar doorontwikkelen jammerlijk verziekt. Zijn wens voor de game-industrie is dat hardware volledig gratis wordt, zodat iedereen ermee kan spelen. Zijn eigen wens is om andere dingen te maken dan videogames. Er zijn de afgelopen jaren geen verrassende videogames meer geweest volgens hem. Om innovatief te zijn moet volgens Takahasi het plezier in, en de liefde voor de games terugkeren. Zijn slotopmerking: “Sorry, I’m always this vague.” En dan trekt hij zijn schoenen uit voor een ‘Zen-moment’.

Nog altijd wordt gaming te weinig serieus genomen, ook in het onderwijs. Al 95% van de Nederlandse jongens en 81% van de meisjes tussen 13 en 19 jaar speelt games. Dat zijn ook de managers van de toekomst. Bijvoorbeeld: de bekende schrijver, wetenschapper en tevens spellenmaker Lee Sheldon toonde

Hoofdstuk 10. Game in the City

105


In Amersfoort vond twee dagen lang het congres Game in the City plaats. Als onderdeel van het programma was er op donderdagmiddag een speciale editie van het Cross Media Café. In dit eerste deel van deze reportage een overzicht van de laatste cijfers in de game-industrie en de visie van Sony op de toekomst van gaming.

10.1 cijfers en trends in gaming Maikel Verhaaren (GfK): Gaming facts & forecast De middag begint met een presentatie van facts & figures over gaming door Maikel Verhaaren, manager Entertainment bij GfK Retail and Technology. GfK verzamelt dagelijks bij retailers verkoopcijfers en stelt op basis daarvan rapportages samen. Vandaag zoomt men in op de verkoopresultaten in de gamemarkt. De gamemarkt is qua omzet sinds 2005/2006 flink aan het groeien. In de afgelopen tien jaar was ook hier de belangrijkste trend de beweging naar online, uiteraard mede veroorzaakt door de razendsnelle verspreiding van breedband (inmiddels 90% penetratie in Nederland). Vervolgens gaat hij in op een aantal andere trends die indicaties kunnen geven van hoe groot de gamemarkt kan worden: • Verspreiding van mobiele telefoons en daaraan verbonden de toegang tot mobiel internet (verkoop van 1,9 miljoen smartphones per jaar). • Tablets zorgen ervoor dat allerlei nieuwe (content-)toepassingen mogelijk worden (eind 2010 350.000 tablets). • Supersnelle acceptatie van nieuwe generatie tv’s (tussen nu en drie jaar heeft 60% van alle huishoudens een webtelevisie, IP TV). • De laatste generatie portable en home consoles is breed verspreid (op dit moment al 4,8 miljoen in de Nederlandse markt). Als je naar de trends kijkt, dan zie je dat de portable consoles het heel goed doen in de zomermaanden. Qua software zit de piek in het laatste kwartaal, de cadeaumaanden. Verder wordt er een magische grens overschreden. De beste releases in de muziekmarkt en filmmarkt zitten op 200.000 verkochte exemplaren per jaar. De beste game, Call of Duty, zit in één week (!) tijd op hetzelfde aantal, dat is natuurlijk veelzeggend. Point cards vormen inmiddels al 3% van de omzet en vormen hiermee een voorbode op gaming-on-demand.

Maikel Verhaaren (GfK)

106

iMMovator Cross Media Network

De conclusie die je over de gehele linie kunt trekken, is dat internet altijd en overal is en dat door de multitaskomgeving de digitale consumptie verder toeneemt. De consumptie verschuift van fysiek naar online, van doel naar tevens middel en van bezit naar toegang.

In de komende jaren kun je met name in de online verkoop een grote groei verwachten. Traditioneel blijft vooralsnog de grootste omzetmaker, maar de groei zit dus in online verkoop en dan met name in diensten/modellen voor multitasking devices.

Frank Visser (iMMovator): iMMovator Game Monitor Frank Visser biedt in zijn presentatie over de iMMovator Game Monitor een onderzoek naar de ontwikkelingen in de game-industrie. De rapportage is tot stand gekomen in samenwerking met game-expert Jurriaan van Rijswijk. Er zijn 173 gamebedrijven in Nederland, waarvan er 73 in de Noordvleugel van de Randstad actief zijn. 95% van Frank Visser (iMMovator) deze bedrijven zit in Amsterdam, Utrecht of Hilversum. 10% bestaat uit eenmansbedrijven, 60% zit in de categorie 2-10 werknemers en 31% is groter dan 10 werknemers. HKU-KMT is de gameopleiding van Nederland, zo blijkt; meer dan 50% heeft aan een Utrechtse opleiding gestudeerd (HKU, UU, HU). De groeiverwachtingen die bedrijven in de branche hebben is wat te optimistisch, men denkt wel 25% per jaar te gaan halen. In de afgelopen vijf jaar was de groei 12,5% per jaar. Frank Visser rondt af met een aantal overwegingen. • Specialisten zijn schaars. • Marketeers en projectmanagers raken steeds meer betrokken. • MBO’s leiden onvoldoende mensen op. • Bij tv, film en muziek is de opkomst van producenten zeer belangrijk geweest voor groei, dat zal in gaming ook zo zijn. De Game Monitor zal vanaf nu periodiek, jaarlijks of tweejaarlijks uitgebracht worden, zo sluit Frank Visser zijn verhaal af.

Frank Visser toont de Game Monitor


UPDATE Amsterdam, Hilversum en Utrecht samen bepalend in de game-industrie In deel 3 van de Cross Media Monitor, Game-industrie in de Noordvleugel en Nederland, wordt een eerste inzicht gegeven in de dynamiek van de gamesector in de Noordvleugel van de Randstad. Amsterdam, als creatief hart van Nederland, is koploper in de game-industrie, met Hilversum en Utrecht als goede volgers. Hilversum valt op door haar massa in de game-industrie; hier zijn de grote gamebedrijven gehuisvest. Utrecht stuurt de meeste gameopleidingen aan. In totaliteit is de gamesector echter nog vrij gering met een totaal geschatte omzet van 145 miljoen euro in 2009. Ondanks het feit dat de game-industrie een in het oog springende sector is en wereldwijd inmiddels meer dan vijftig miljard dollar omzet, zijn er nauwelijks onderzoeksresultaten beschikbaar die de sector en de gamebedrijven in beeld brengen. Ook worden gamebedrijven pas recent in overheidsstatistieken als aparte categorie onderscheiden. Pas sinds 2008 kunnen gamebedrijven zich onder een aparte SBI-code inschrijven bij de Kamer van Koophandel. Uit de Cross Media Monitor blijkt echter dat van de onderzochte gamebedrijven nog geen enkele zich onder deze aparte SBIcode heeft ingeschreven. De Game Monitor heeft daarom gebruik gemaakt van verschillende databases om de gamesector te identificeren. Amsterdam is koploper als er gekeken wordt naar het aantal vestigingen van gamebedrijven. In Amsterdam is 42% van alle gamebedrijven in de Noordvleugel gevestigd en 17% van alle gamebedrijven in Nederland. In Utrecht en Hilversum zijn respectievelijk 28% en 13% van de gamebedrijven gevestigd (12% en 5% van het landelijk totaal). Het gemiddelde gamebedrijf in Hilversum heeft echter meer werknemers dan het gemiddelde bedrijf in Utrecht. Als er gekeken wordt naar het aantal werknemers dat per stad werkzaam is in de gamesector, dan staat Amsterdam wederom op nummer één, Hilversum op twee en Utrecht op drie. Het merendeel (56%) van de werknemers van gamebedrijven heeft een opleiding gevolgd aan een Utrechtse onderwijsinstelling. De focus op gameonderwijs in Utrecht heeft zijn vruchten afgeworpen. De grootste leverancier van werknemers in de gamesector is de HKU-KMT, de Hilversumse locatie van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. Maar liefst 36% van de gamewerknemers in de Noordvleugel heeft hier gestudeerd.

In totaliteit is het volume van de gamesector in Nederland nog erg gering, met een totaal geschatte omzet van 145 miljoen euro in 2009, rond de 170 bedrijven en bijna 2.300 medewerkers. De bedrijven zelf schatten een jaarlijkse groei in van 25%. Overheidsbeleid kan helpen de sector verder te laten groeien en samenwerking tussen de steden is daarbij van groot belang. Gezien de omvang van de sector is voorzichtigheid in het aantal gameopleidingen van belang. Er worden landelijk veel meer mensen opgeleid dan de gamesector kan absorberen, ook met een groei van 25% per jaar.” De Game Monitor is te downloaden via www.immovator.nl/crossmediamonitor.

Dick Coenen (Sony): De toekomst van games 3D gaming Sony houdt zich bezig met drie disciplines – ‘create’, ‘receive’ en ‘view’ – en overal komt 3D voor, het is in feite een soort totaalconcept. “3D is the next great consumer experience and Sony is at the heart of it,” aldus Sir Howard Stringer, chairman van Sony. De 3D tv staat straks in de huiskamer en wordt een onderdeel van de totaalbeleving. Onderdelen die een rol spelen, zijn de PS3, de Blu-Ray Disc Player, HD TV, games, movies en VAIO. Als het gaat om de content is Sony bezig om veel oude 2Dcontent, oude films, over te zetten naar 3D. Uiteraard kan er ook online 3D in de huiskamer gebracht worden. Verder zullen er in het komende half jaar zes tot acht 3D-games gelanceerd worden. Als het gaat om de techniek is ‘side by side’ de transmissiemethode waarmee je het beste 3D-resultaat neerzet. De HDMI connector is een echte connectiestandaard, die zich in de loop der tijd behoorlijk heeft ontwikkeld; sinds kort is deze ook geschikt voor 3D. Aan de kant van de kijker wordt een bril gebruikt die via een infrarood-connectie in contact staat met de tv. Het voordeel van de Sony tv is dat er ook gewoon zonder bril 2D gekeken kan worden.

De positie van Amsterdam, Hilversum en Utrecht als gamesteden is volgens Ton van Mil, directeur van iMMovator, vooral te danken aan de synergie tussen deze steden. “Amsterdam, traditioneel het creatieve hart van de sector, trekt vanzelfsprekend veel gamebedrijven aan. Hilversum is sterk in opschalen en efficiënt produceren, een verworvenheid uit de mediasector. Utrecht heeft een sterk overheidsbeleid gericht op starters en gameopleidingen. Gezamenlijk leveren de steden een goed vestigingsklimaat voor de gamebedrijven. Tijdens de presentatie van Dick Coenen (Sony)

Hoofdstuk 10. Game in the City

107


Sony: the 3DTV living room

Onverwacht succesvolle games, volgens Jurriaan van Rijswijk

Als je naar de verdere toekomst kijkt, dan is een van de grote wensen om van het brilletje af te komen. Interessant is ook hoe je het navigatiescherm in de auto in 3D kunt maken, en dan natuurlijk voor zowel rijder als bijrijder. Wat complexer zijn de ontwikkelingen rond autostereoscopie.

Lee Sheldon was een docent die in zijn klas niet met punten, maar met experiences ging werken. Door een systeem met levels in te voeren, steeg de motivatie van zijn scholieren met sprongen.

10.2 nieuwe game-interfaces en -controllers In het tweede deel van het Cross Media Café wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van game-interfaces en -controllers.

Jurriaan van Rijswijk (Games Factory Online): Introductie interfaces en controllers Jurriaan van Rijswijk, directeur van Games Factory Online, opent zijn presentatie over nieuwe game-interfaces en -controllers met een indrukwekkende video waarin een bijna levensechte mensavatar getoond wordt. Het laat zien hoe avatars anatomisch bijna perfect, of op zijn minst correct gemaakt kunnen worden. Dit vergt nog wel heel zware computers, maar binnen drie tot vijf jaar kan dit ook via internet aangeboden worden. Het gaat volgens Jurriaan van Rijswijk niet om gaming, maar om socializing. Nintendo is er goed in geslaagd om hier met de Wii op in te spelen, ze hebben dit type device naar de massa gebracht en daarin inmiddels veel navolging gekregen. Mooie bijzonderheid: www.wiihaveaproblem.com laat zien hoe de Wii van iets negatiefs weer iets heel positiefs kan maken. 95% van de jongens en 81% van de meisjes tussen 13 en 19 jaar (Nederland) speelt games, dit zijn volgens Jurriaan van Rijswijk de Jurriaan van Rijswijk (Games Factory managers van de toekomst. Online) Kijk zeker ook naar de video van Schellgames.com over de toekomst van gaming. Realiseer je tevens dat er vele malen meer FarmVille-spelers (spel op Facebook) zijn dan Twitter-accounts.

108

iMMovator Cross Media Network

Alle apparaten zullen volgens Jurriaan van Rijswijk divergeren (dus steeds meer apparaten), behalve dat ene apparaat dat je altijd in je zak en dus altijd bij je hebt (de iPhone, dat Zwitserse zakmes). Jeroen van Mastrigt (docent aan de HKU) heeft ooit een spel ontwikkeld voor kinderen die blind zijn. Zo’n spel zou je nu in een iPhone-versie kunnen aanbieden. Tien jaar geleden was Philips aan het experimenteren met multitouch schermen, zich niet realiserend dat je, als je deze kleiner zou maken, de iPhone zou hebben uitgevonden. Vreemd daarentegen lijkt de recente keuze van Sony dat beweging niet meer leadend is (op basis van camera) maar dat mensen een apparaat (controller) in hun hand gedrukt krijgen. Een belangrijke ontwikkeling is dat de computer en de muis steeds meer verdwijnen en dat de interactie in andere middelen en vormen opgaat. Een andere ontwikkeling die veel invloed zal krijgen, is augmented reality gaming. Dagvoorzitter Monique van Dusseldorp vraagt welk platform voor games het meest interessant is. Jurriaan van Rijswijk heeft het lang onderdrukt, maar denkt dat hij nu heel snel ‘serious games’ op Facebook gaat maken. Op www.appdata.com is te zien wat een enorme impact Facebook-games hebben.

Bas van Haren (MAD Multimedia): De Ontdekker De Ontdekker is de eerste 3D-game voor blinden, slechtzienden én zienden. De uitdaging is om de game voor alle groepen (dus ook de zienden) uitdagend te maken. Een doelstelling is verder om de motoriek van deze kinderen te stimuleren. Als platform is voor de Wii gekozen. Er is een projectgroep opgezet (GAMBAS) en ook subsidie toegekend, men heeft hiervoor een half miljoen euro aangevraagd. Onder meer Koninklijke Visio, Principa Blue, TNO ICT en MAD Multimedia zijn hierbij betrokken. Voor de ontwikkeling van deze game is gewerkt met co-creatie sessies, dus dan gaat het om het samen bedenken en ontwerpen van de game. In dit proces zijn er onder meer prototypes in Duplo


gebouwd. Die zijn beoordeeld, er zijn zaken gecombineerd en vervolgens is er al spelend in een gymzaal getest. Uiteindelijk is een game ontstaan waarbij kinderen zich kunnen oriënteren door middel van geluid en trillingen. Navigatie vindt plaats met Balance Board en WiiMote. Het doel van het spel is om schatten te vinden en daarBas van Haren (MAD Multimedia) voor wordt onder meer gewerkt met mini-interacties. Ook is er kennis van het oude Egypte nodig. Begin 2011 komt er een Engelse en Nederlandse release uit.

De grootste groei zit momenteel op mobiele en sociale platformen waarbij de game in feite niet af is en meer als een service wordt aangeboden. De impact van tv is natuurlijk veel groter dan die van andere media. De game-industrie is groter dan Hollywood, zo weten we inmiddels, maar de tv-wereld is nog steeds vele malen groter (ca. vier keer) dan de gamesector. Na de VS is Nederland de grootste leverancier van gameshows. Ook hebben we als Nederland een aantal grote primeurs op onze naam staan, zoals de Soundmixshow (1988), call-tv (1996) en Big Brother (1999). Dat biedt dus mogelijkheden voor meer. Als je kijkt naar televisie, wat kun je daar vanuit het perspectief van een game mee doen? Denk hierbij bijvoorbeeld aan momenten creëren (‘vrijdagavond 8 uur’) en het marketen naar dat moment toe. Je kunt mensen belonen voor trouw kijken. Ook belangrijk: 60% van de mensen is online terwijl ze tv-kijken, er ontstaat een tweeschermencultuur. Games die synchroon lopen met tv zijn dus erg interessant. Nieuwe platforms als iPad, Google TV, Apple TV en TV app stores zullen dat proces versnellen. Mensen gaan niet minder televisie kijken, maar ze gaan anders kijken. 99% van de iPad-bezitters gebruikt hun iPad terwijl ze tvkijken. Wat Ex Machina gemaakt heeft, is een concept waarmee je spellen kunt koppelen aan realtime televisieprogramma’s. Daarmee is het mogelijk om synchroon aan het tv-programma een spel te spelen met bijvoorbeeld je vrienden of andere kijkers. Dit gameplatform van Ex Machina kan toegepast worden op bestaande tvformats, maar Jeroen Elfferich roept tv-makers op om nieuwe, meer interactieve formats te ontwikkelen die gemaakt zijn om op twee schermen te consumeren.

Al spelend experimenteren met het Wii-balanceboard

Jeroen Elfferich (Ex Machina): Second screen Jeroen Elfferich, directeur van Ex Machina, heeft als motto ‘watch more tv’, de game-industrie zou zich volgens hem namelijk meer op tv moeten richten. Van crossmedia naar transmedia is een belangrijke ontwikkeling. Hij begint zijn verhaal met een vergelijking tussen tv en film. Tvkijken doen we vier uur per dag, cinema doen we een paar keer per jaar. Financieel is het ook een heel ander model, de tv-producent probeert steeds een beetje geld te verdienen, de filmproducent haalt het in een paar keer op. Bij videogames is er in feite veel gelijkenis met cinema. Je bent twee tot drie jaar bezig om een grote titel te maken en als je geluk hebt, heb je daarna heel veel geld verdiend. Bij tv is het productieproces heel anders. Ze maken een pilot, kijken of die succesvol is en passen daarna het Jeroen Elfferich (Ex Machina) concept eventueel aan.

Jeroen Mol (Beyond Reality): Augmented reality Jeroen Mol is directeur van Beyond Reality en begint zijn presentatie met de opmerking dat hij sinds de introductie van Layar niet meer hoeft uit te leggen wat augmented reality is. Layar gebruikt hiervoor GPS en een kompas om te zien waar iemand naar kijkt. Beyond Reality daarentegen herkent daadwerkelijk waar iemand naar kijkt. “Onze gameconsole is niet meer dan een stukje papier,” zo vervolgt hij. Wat je nodig hebt is een scherm, een camera en een processor. Hij vertelt over twee games die in het kader van een campagne zijn ontwikkeld.

Jeroen Mol (Beyond Reality)

Vandaag wordt, als vervolg daarop, ‘I am a money making machine’ gelanceerd als direct marketing campagne. Hij demonstreert ter plekke een gokautomaat die vanaf een stukje papier via een camera in beeld kan worden gebracht. De live demonstratie ziet er bijzonder overtuigend uit.

Hoofdstuk 10. Game in the City

109


Heleen Groenendijk (Portmantoo): iPad-games Heleen Groenendijk is oprichter van Portmantoo en creative producer in mixed media. Ze vertelt dat het haar twee jaar geleden, bij de introductie van de iPhone, opviel dat kinderen erg enthousiast werden over de iPhone. Dat was voor haar de grote inspiratiebron om een iPad-game te ontwikkelen. De touchscreen vraagt om andere toepassingen, andere zintuigen die geprikkeld worden, zo stelt ze. Ze laat een prototype zien en demonstreert ter plekke hoe deze iPad-toepassing voor kleine kinderen werkt. Op de site ‘Mary had a little lamb’ (www.maryandherlamb.com) is meer informatie te vinden. Rond december hoopt men een eerste versie af te ronden en in de markt te zetten.

Heleen Groenendijk (Portmantoo)

Met deze reeks van presentaties over game-interfaces en -controllers komt een einde aan deze speciale editie van het Cross Media Café. In de gamewereld gaan de ontwikkelingen nog steeds erg snel, met nieuwe game-interfaces zoals Kinect, de Wii en de iPad.

110

iMMovator Cross Media Network


11. 3D 3DNL platform, 3DLiveLab, 3D Dagen 3D Dagen Datum: 22 en 23 november 2010 Locatie: Cinemec in Ede en 3DLiveLab, Media Park Hilversum Samenvatting en PowerPoint presentaties: www.3ddagen.nl 266 inschrijvingen

Hoofdstuk 11. 3D

111


3DNL PLATFORM Tijdens het Mediapark Jaarcongres heeft iMMovator het 3DNL Platform opgericht. 3DNL brengt organisaties en bedrijven samen die in Nederland betrokken zijn bij de ontwikkeling, productie, postproductie, uitzending, distributie en vertoning van 3Dproducties. Daarnaast richt 3DNL zich ook op de makers van 3Dapparatuur en 3D-schermen en hun verkoopkanalen en brengt het deze partijen bij elkaar voor kennisuitwisseling, overleg en het stimuleren van Nederlandse producties in 3D.

Nederland elkaar kunnen treffen en kunnen werken aan groei. Om tot daadwerkelijke innovatie op 3D-tv te komen, is samenwerking tussen alle partijen nodig. Programmamakers en regisseurs moeten ervaring kunnen opdoen in de specifieke wetten van het maken van 3D. Technisch facilitaire partners moeten op zoek naar 3D-registratiemiddelen die haalbaar zijn binnen de toch al krappe productieschema’s. Zenders en distributeurs moeten samenwerken aan een model waarmee ook daadwerkelijk nieuwe inkomsten gehaald gaan worden bij de consument en de consumentenelektronicabranche zal haar personeel moeten trainen, zodat zij de consument goed kan voorlichten over 3D-tv.

Nederland als voorloper Nederland kan zich ontwikkelen tot expertisecentrum op het gebied van 3D-productie, -registratie en -distributie voor Europa. De digitalisering van productie- en distributieprocessen brengt de traditioneel gescheiden werelden van de cinema, broadcast en gaming dichter bij elkaar dan ooit. Een groot voordeel daarbij is de technologische infrastructuur (glasvezel, datacenters, AMSIX) die we in Nederland hebben opgebouwd. Het benutten van deze technologische voorsprong in digitale registratie en geïntegreerde workflows van audiovisuele content, in combinatie met de behoefte aan gespecialiseerde 3D kennis, zal de concurrentiepositie van de Nederlandse industrie in de ons omringende landen versterken. De lancering van het 3DNL Platform tijdens het Mediapark Jaarcongres. V.l.n.r.: Ton van Mil (iMMovator), het team van TREE-ON, Bill Wijdeveld (ASTRA) en Freek van ’t Ooster (iMMovator) met het Nederlandse showballet.

Doelstelling De creatieve industrie, bedrijven en onderwijs- en onderzoeksorganisaties verenigen zich in 3DNL om van 3D een succes te maken. Door gezamenlijk te onderzoeken, experimenteren, leren en demonstreren kan de introductie van 3D-tv in Nederland versneld worden, zal de Nederlandse creatieve industrie voorop lopen bij de ontwikkeling van 3D en kan de opgedane kennis en ervaring geëxporteerd worden.

3D-Ontwikkelingen De grootste audiovisuele innovatie van het moment is de snelle ontwikkeling van 3D. Na 3D-film is er nu grote interesse voor de ontwikkeling van 3D-tv. Ook voor mobiele telefoons en laptops worden er inmiddels allerlei 3D-applicaties ontwikkeld. De introductie van televisietoestellen met 3D van diverse producenten is begonnen. GfK Retail and Technology voorspelt in de Monitor Digitale Televisie dat er in 2010 al zo’n 137.000 televisietoestellen met 3D-capaciteit zullen worden verkocht in Nederland, en voorziet dat over drie jaar een derde van de Nederlandse huishoudens een 3D-televisie zal hebben.

3D LIVELAB DutchView, iMMovator, TNO en 3DNL hebben samen met alle relevante partijen op 3D-gebied het 3D LiveLab opgezet: een expertisecentrum voor 3D-productie, -registratie en -distributie. Het 3D LiveLab is een fysieke en digitale ontmoetingsplaats voor fabrikanten, producenten, facilitaire bedrijven, zenders, uitgevers, adverteerders, distributeurs, onderzoekers, studenten en docenten. Hier kunnen zij elkaar ontmoeten, ontwikkelingen tonen, medewerkers ontvangen en opleiden, concrete testen uitvoeren en bijvoorbeeld relaties uitnodigen. Met het 3D LiveLab ontstaat een toekomstvast kenniscentrum dat de vooruitzichten van de creatieve industrie versterkt.

Samenwerking of concurrentie? Het is duidelijk dat er bij een samenwerking als in het 3D LiveLab een spanningsveld bestaat tussen het delen van kennis en het

Samenwerking Bijzonder is dat 3D verschillende sectoren (cinema, televisie, gaming, animatie) bezighoudt en aan elkaar verbindt. De belangen van contenteigenaren, hardwareleveranciers, technische dienstverleners, omroepen en distributeurs lopen echter vaak niet synchroon. Er is tot nu toe geen plek waar de verschillende sectoren die betrokken zijn bij de ontwikkeling van de 3D-industrie in

112

iMMovator Cross Media Network

3D LiveLab


3D LiveLab

Opening door Monique van Dusseldorp en David Linssen

verwerven van een concurrentiepositie. Dat geldt voor alle onderdelen in de productieketen. Uiteindelijk zal het gemeenschappelijke belang – Nederland ontwikkelen tot expertisecentrum op het gebied van 3D-productie, -registratie en -distributie voor Europa – voor de deelnemende partijen meer opleveren dan de onderlinge concurrentie op de Nederlandse markt.

Monique van Dusseldorp en David Linssen heetten hier iedereen welkom en gaven kort aan wat het doel van de bijeenkomst was. David Linssen: “Iedereen noemt het de opening van het 3D LiveLab, maar eigenlijk is het al lange tijd bezig. Vandaag kunnen we echter eindelijk iets laten zien.”

Activiteiten in of vanuit het 3D LiveLab De activiteiten die plaatsvinden in het 3D LiveLab zijn onderzoek, demonstratie/opleiding en organisatie. Onderzoek • Doorlopend onderzoek naar de verbetering van de 3D-productieprocessen • Onderzoek naar eventuele gezondheids- en/of comforteffecten van 3D • Testen van productieset-ups in een gecontroleerde omgeving • Casestudies naar in de praktijk geconstateerde knelpunten rond 3D • Ontwikkelen van workflows voor de distributie van alternatieve 3D-content voor digital cinema • 3D consumenten-gebruikers studies • Testen van content op verschillende 3D-platforms • Ontwikkeling 3D best practices Demonstratie/opleiding/voorlichting • Voorlichting over 3D-productie aan producenten, omroepen, distributeurs • Creativiteitsontwikkeling voor 3D-regisseurs • Opleidings- en trainingsactiviteiten • 3D-previewvertoningen • Ondersteuning van commerciële 3D-producties • Genereren van media-aandacht rond 3D-tv Organisatie • 3D-technische werkgroepen (in samenwerking met Platform 3DNL) • 3D-standaardisering (in samenwerking met Platform 3DNL)

Opening 3D LiveLab De opening van het 3D LiveLab was op 19 oktober 2010 een feit. Met een opkomst van circa zestig deelnemers was het een geslaagde bijeenkomst.

David Linssen stelde een belangrijke vraag centraal: “Waarom nu?” Hierop gaf hij een opsomming aan antwoorden. “De consument is nu bereid meer te betalen voor 3D en daar moeten we op inspelen.” Schermfabrikanten zien 3D als een mogelijkheid om een nieuwe ronde tv-verkopen te realiseren. Maar we moeten meer weten om 3D succesvol te maken, wat werkt en wat niet, welke productiemethodes je het beste kunt inzetten en zo meer. Er moet nog een hoop onderzocht worden door het in de praktijk ook uit te proberen en het 3D LiveLab is daar een prima plek voor. David Linssen gaf verder in zijn presentatie ook aan dat men een omslag zal moeten maken in de manier van werken: “Het is niet meer hetzelfde als eerst. De manier van kijken wordt compleet anders.” David Linssen deed aan het einde van zijn presentatie een oproep om hulp: “Ik zou willen dat we hier ook 3D kunnen kijken. Wanneer iemand content heeft om te laten zien, kunnen we het hier gezamenlijk analyseren. Hiervoor ben ik nog op zoek naar een partij die 3D kan projecteren.” David Linssen hoopt het aantal betrokken partijen nog fors uit te breiden: “We nodigen alle partijen uit om bij te dragen en gebruik te gaan maken van het 3D LiveLab, ook onze concurrenten. Door actief samen te werken kunnen we de positie van Nederland als kenniscentrum voor 3D-tv en andere digitale mediaontwikkelingen enorm versterken. Een ontwikkeling waar iedereen van profiteert!” “Het 3D LiveLab is open! Jullie zijn welkom”: met deze woorden eindigde David Linssen zijn presentatie. Aan het einde van de presentaties was er gelegenheid om na te borrelen en de exposities van verschillende schermen en camera’s te bekijken en te testen. Al met al een mooi begin!

Uneto-VNI organiseert 3D-avonden voor verkopers Rob Wierenga van Uneto-VNI gaf bij de opening van het 3D LiveLab uitleg over 3D in de retailbranche. Uneto-VNI is de onderne-

Hoofdstuk 11. 3D

113


mersorganisatie voor de installatiebranche en de technische detailhandel, met bij elkaar 130.000 werkende personen, en vertegenwoordigt 90% van de consumentenelektronicawinkels. Het werkveld is breed: van belangenbehartiging tot initiatieven om de sector groener te maken. Voor de technische detailhandel organiseert men de ‘3D-avonden’. Tijdens deze avonden voor verkopers wordt er informatie gegeven over 3D en worden verkopers opgeleid voor het verkopen van 3D-televisies. 3D krijgt de afgelopen tijd veel aandacht. Zo zijn er in verschillende winkels al speciale 3D-afdelingen ingericht; in de PC Hooftstraat in Amsterdam is een Samsung 3D-winkel te vinden en Sony nodigde eerder dit jaar consumenten uit naar Badhoevedorp om in kleine groepen 3D-televisie te ervaren. Ook andere leveranciers (onder andere Panasonic) hebben volop activiteiten op het gebied van 3D naar hun retailers toe.

Josbert van Rooijen van SBS over NET5 in 3D Josbert van Rooijen van SBS kwam vertellen over het 3D-kanaal dat die zender in samenwerking met onder andere Ziggo gelanceerd heeft. SBS is onlangs begonnen met een 3D-versie van de zender NET5. Het idee hierbij was het experimenteren met 3D en het leren van broadcasting in 3D. Josbert van Rooijen: “We vonden het wel leuk als iemand de zender ook kon zien. Na contact te hebben gehad met Ziggo bleken die ook enthousiast te zijn.” Monique van Dusseldorp vroeg aan Josbert van Rooijen wat er nu eigenlijk gelanceerd is: “Ziggo zendt op dit moment een 24uurs versie uit van de zender NET5 met daarin ten minste één echt 3D-programma. De rest is een conversie van 2D naar 3D.” Het programma dat op dit moment in 3D wordt opgenomen is Lekker Live, dat in de nachtelijke uren wordt uitgezonden. “We hebben om mee te beginnen een programma gekozen dat maar één camera nodig heeft,” aldus Josbert van Rooijen. Het volgende project wordt AstroTV. Dit programma wordt met drie camera’s opgenomen; een stuk lastiger dus. De rest wordt van 2D naar 3D omgezet. Josbert van Rooijen gaf aan dat een klein deel in 2D wordt uitgezonden. Dit in verband met ontbrekende 3D-rechten: “Sommige producenten willen hun materiaal niet in 3D uitgezonden hebben, of willen daar een aparte vergoeding voor.” Het kanaal is in meerdere opzichten een experiment. Zo is SBS benieuwd of het Commissariaat voor de Media dit als een extra kanaal ziet. En? “Ze hebben nog niet gebeld!” Josbert van Rooijen (SBS)

Grote belangstelling tijdens de opening van het 3D LiveLab

Josbert van Rooijen stelde ook een vraag aan zichzelf: “Wat vind ik eigenlijk van 3D?” Zijn antwoord was verrassend: “Ik vind het helemaal niets. Ik word er absoluut niet gelukkig van.” Hij wist ook te vertellen waarom dat waarschijnlijk zo was. Het focuspunt van je ogen ligt op het scherm, terwijl je convergentiepunt daarvoor ligt. Door die wisselingen in focus en convergentie krijg je onrustig beeld en is het vermoeiend voor de ogen. Het experiment is niet alleen gericht op techniek. Ook zaken als kijkervaring zijn erg belangrijk om te onderzoeken. David Linssen gaf hierbij aan dat er in het 3D LiveLab een aantal sessies gewijd zullen worden aan de kijkervaring van 3D. Een deelnemer uit de zaal haakte hier op in: “We proberen de natuur na te bootsen, maar we zijn er nog lang niet!” Ten slotte vroeg Monique van Dusseldorp of Josbert van Rooijen verwacht dat 3D groot wordt: “Zolang de kijkervaring niet verbeterd wordt, is het kansloos. Als dit probleem helemaal verholpen is zal 2D volledig verdwijnen. Waarom 2D kijken als 3D goed gaat?”

3D DAGEN Op 22 en 23 november organiseerden iMMovator en 3DNL de eerste editie van de 3D Dagen. Gedurende twee dagen ontmoetten de film-, televisie- en advertisingindustrie elkaar om te praten en te discussiëren over 3D. Op 22 november bezochten ongeveer 200 bezoekers het plenaire congres in Cinemec in Ede. Daarnaast bekeken ruim 500 mensen de livestream van het programma. De tweede dag bezochten 100 mensen (een van) de workshops en het 3D LiveLab. De reacties waren positief: 3D heeft de toekomst, maar er moet ook nog veel gebeuren en onderzocht worden. Tijdens de 3D Dagen kwam dat in verschillende aspecten naar voren.

11.1 Opening 3D Dagen Het is even na half tien als George Freriks, de dagvoorzitter, de 3D Dagen 2010 opent. Gerben Kuipers (directeur/eigenaar van Cinemec) mag de aftrap doen en kijkt in een korte presentatie terug op de historie van 3D. Disney, Jaws en anderen hebben in het verleden al mooie dingen laten zien. De digitale projector in combinatie met de bril maakt 3D vandaag de dag nog professioneler en completer. Qua brillen zijn er drie verschillende typen: Real 3D, Dolby 3D, Xpand en Master Image. De bezoekersstrovier?

114

iMMovator Cross Media Network


men kunnen flink toenemen doordat films in 3D worden aangeboden, zo blijkt uit de ervaringen die hij bij Cinemec heeft. De collegaexploitanten zijn er inmiddels ook achter en het aantal 3D-zalen neemt flink toe. Inmiddels zijn er 150 zalen in Nederland, een deel ervan werkt met actieve brillen en een deel met passieve brillen. De actieve bril is wat goedkoper, de passieve bril is daarentegen weer prettiger in het gebruik. Het aantal 3D-films groeit flink. Ook de concepten, bijvoorbeeld live tennis, opera/dans, voetbal en concerten, doen dat. Begin dit jaar waren zelfs de eerste modeshows in 3D. Natuurfilms zijn indrukwekkend en dat aantal neemt sterk toe.

Gerard de Boer

Vervolgens wordt er historisch 3D-materiaal vertoond, filmopnames uit 1948 (!) gemaakt door een huisarts uit Schipluiden. Gerard de Boer voorziet deze opnames van een toelichting en vertelt wat over de Nederlandse geschiedenis rond het onderwerp 3D.

11.2 Stand van zaken: Internationaal Aangezien de 3D-programmering in Nederland nog in de startblokken staat, is het interessant om te zien welke 3D-ontwikkelingen er op internationaal gebied zijn. Tom Morrod (senior analyst bij Screen Digest) gidst ons door een reeks van cijfers en statistieken. De rode lijn in zijn verhaal: de komende jaren zal er een grote groei zijn in 3D-content, -distributie en -tv. Grote aanjager voor de grote interesse in 3D is het simpele feit dat er geld aan valt te verdienen. Niet alleen is er in 2010 een grote omzetstijging geweest van 3D-vertoningen in de bioscoop, ook is er een grote groei waar te nemen in de verkoop van 3Dtelevisies. In het algemeen waren 3D-films verantwoordelijk voor een stijging van 21% van bioscoopomzetten in de VS. Bij de grote 3D-bioscoopfilms (zoals Avatar, Alice in Wonderland en Toy Story) telde de 3D-versie vaak voor meer dan 50% van de omzet. De mogelijkheden om 3D-films in de bioscoop te vertonen stijgt exponentieel: in twee jaar tijd is er een verdubbeling geweest van wereldwijde digitale 3D-bioscoopschermen. Door deze ontwikkelingen worden er de komende tijd meer 3D-producties verwacht, waarvan het merendeel gericht zal zijn op live-action films, waardoor het aandeel van geanimeerde films zal dalen. Aan de andere kant biedt het aanbieden van 3D-content in de huiskamer ook mogelijkheden voor zenders en omroepen. Op dit moment wordt dit voornamelijk gedreven door de exploitatie van 3D-vertoningen van live en tijdelijke content. Voorbeelden zijn live tennisuitzendingen of tijdelijke evenementen zoals de Olympische Spelen. De 3D-kanalen die opgestart worden, bestaan voornamelijk uit dedicated events en dedicated channels, met een wat kleiner aandeel van video-on-demand. Tom Morrod geeft aan dat het uitzenden van 3D via de traditionele

kanalen vrij duur is, aangezien je dan een dedicated kanaal nodig hebt waar continu 3D wordt uitgezonden. Daarom is er ook een groei te verwachten van video-ondemand, waar consumenten 3D kunnen kijken en kopen wanneer zij dat willen. Veel belangrijke spelers ondersteunen de opstart van deze 3D-kanalen, omdat de huidige digitale infrastructu- Tom Morrod (Screen Digest) ren en tv settopboxes gebruikt kunnen worden om 3D in huis weer te geven. Eventuele upgrades om dit mogelijk te maken zijn eenvoudig te bewerkstelligen. In 2014 zal 62% van de digitale tv-boxes 3D ondersteunen. Maar de thuisontwikkelingen van 3D worden niet alleen gedragen door digitale tv, ook Blu-Ray kan hier een rol spelen. In 2014 zal meer dan 50% van de Blu-Ray spelers (inclusief de Playstation 3) 3D ondersteunen. Het nadeel van Blu-Ray is dat de discs fysiek gedistribueerd moeten worden, terwijl digitale 3D-tv dit natuurlijk niet heeft. Tom Morrod geeft aan dat de consumentenvraag naar 3D-tv eigenlijk helemaal niet bestaat op dit moment. De groei van 3D-tv komt namelijk voort uit de algemene vraag naar nieuwe tv’s, niet door de vraag naar nieuwe 3D-tv’s op zich. Als de consument naar een nieuwe tv op zoek gaat, zal 3D pas als een aankoopcriterium naar voren komen. De verwachting is dat in 2014 40% van de tv’s 3D ondersteunen. Qua ‘tipping point’ verwacht Tom Morrod dat in 2014 één op de vier of vijf huishoudens 3D-tv zal gebruiken. Het duurt dus nog vier jaar voordat 3D-tv mainstream begint te worden. Ondanks deze indrukwekkende cijfers, zijn er ook wat problemen die deze 3D-tv groei kunnen belemmeren. Ten eerste is er de constante verkoopdaling van fysieke mediadragers waardoor er meer druk op IPTV-ontwikkeling zal ontstaan en de rol van Blu-Ray zal verminderen. Verder bestaat er op dit moment een mismatch tussen vraag en aanbod van 3D-tv’s. Aan de ene kant kopen consumenten voornamelijk de wat kleinere tv-formaten, terwijl de meeste 3D-tv’s in het grotere segment zitten. Verder is er nog geen standaard wat betreft de brillen die nodig zijn voor 3D-tv. Op dit moment zijn er voornamelijk (dure) actieve 3D-brillen nodig voor 3D-tv, maar zal de ontwikkeling van passieve brillen aantrekken omdat deze gepolariseerde vorm in essentie een eenvoudigere technologie is.

11.3 Internationale trends 3D: standaarden en eenvoud noodzakelijk Nadat eerder het huidige 3D-landschap werd besproken, ging Rick Dean, chairman van het 3D@Home consortium, tijdens de 3D Dagen in op de internationale trends op het gebied van 3D. Zijn eerste statement: 3D is totaal niet nieuw. Aan het einde van de negentiende eeuw werd al het eerste patent aangevraagd voor het vertonen van 3D-films. In 1922 was The Power of Love de eer-

Hoofdstuk 11. 3D

115


ste 3D-film waar een publiek voor betaalde, terwijl het een echte hype werd in de jaren 50. Maar met de nieuwe technologieën en grotere distributie is 3D helemaal teruggekomen in 2010. Hier heeft vooral de digitale ontwikkeling een grote rol in gespeeld. Deze digitale ontwikkelingen hebben gezorgd voor meer creatieve input qua content, verbeterde aanlevering van deze content en meer controle over hoe de film op het beeld wordt vertoond. Hierbij horen ook nieuwe verantwoordelijkheden om de technologie veilig in te zetten zodat kijkers bijvoorbeeld geen hoofdpijn krijgen. Voor de verdere ontwikkeling van 3D zijn standaarden zeer belangrijk. Op dit moment bestaat er nog geen standaardisering van Rick Dean (3D@Home consortium) standaarden, dat zal volgens Rick Dean een focus moeten zijn de komende tijd. Niet op het gebied van de daadwerkelijke 3D-bron, maar meer hoe 3D in huis wordt aangeleverd. Hoe voeg je bijvoorbeeld reclame toe aan streaming content in 3D? Dit moet dezelfde diepte hebben zodat de kijker niet een plotselinge verschuiving ervaart. Wat betreft content zijn 3D-films belangrijk, maar het publiek moet op alle vlakken 3D ervaren. Eigenlijk zou alles wat nu 2D is ook in 3D aangeboden moeten worden: films, sport, games en usergenerated content. Niet alleen het beperkte 3D-aanbod werkt op dit moment belemmerend, de consument ervaart 3D als verwarrend. Niet alleen is de content vrij divers, ook de hardware wordt als complex ervaren. Om een kwalitatieve ervaring te bieden is interoperability in dit opzicht van belang. Apparaten moeten dus niet alleen als switch and bypass dienen, maar ook communiceren met elkaar.

Volgens Rick Dean zijn er meerdere aspecten die nu en in de toekomst aandacht vragen. Zo is er het al eerder genoemde beperkte 3D-aanbod: er zal meer content moeten komen om een voortdurende vraag te stimuleren. Verder de prijsstelling van de 3D-brillen. De relatief hoge prijzen van actieve brillen beperken de adoptie voor gezinnen met meerdere kinderen. Daarnaast is het comfort van de 3D-brillen niet voor iedere consument hetzelfde, dit levert soms problemen op. Ook hier is standaardisatie noodzakelijk. Als laatste wordt de (te beperkte) kennis bij consumenten van de hardware setup genoemd: eenvoud zal ook hier key moeten zijn.

11.4 Stand van zaken in Nederland In het volgende programmaonderdeel van de 3D Dagen wordt stilgestaan bij de Nederlandse markt. Barbara Schouten van GfK geeft een overzicht van de belangrijkste facts & figures rond 3D, Wilco Wolfers (Managing Director van A-Film) gaat in op de belangrijkste ontwikkelingen in de cinemamarkt en Monique van Dusseldorp en David Linssen vertellen over de stand van zaken rond 3DNL en 3D LiveLab.

Barbara Schouten (GfK Retail and Technology): Facts & Figures Barbara Schouten is Business Consultant bij GfK Retail and Technology. Ze vertelt dat 3D in tal van onderwerpen aanwezig is, in de filmindustrie maar ook gaming en home entertainment. Ze vertelt dat de markt aan het opkomen is en dat er drie aanjagers voor de groei zijn. De eerste aanjager is de apparatuur. De 3D-producten als televisie (63%), Blue-Ray spelers (15% ), Home cinema Blu-Ray (11%) en beamers (10%). Daarnaast komen er tal van nieuwe producten aan, zo zijn de eerste camcorders geïntroduceerd. Als we op de winkelvloer kijken, dan worden er momenteel veel acties en promoties gedaan. Dit jaar zijn er meer dan 134.000 3D-producten verkocht.

Rick Deans visie is daarom dan ook dat, wil 3D in de toekomst slagen, een totale entertainmentervaring geboden zou moeten worden waarbij alles klopt, zowel qua content als wel de hardware. Ook hier wordt gesteld dat consumenten niet zullen aangeven dat ze een 3D-televisie willen kopen, maar gewoon op zoek zijn naar een nieuwe tv. Adoptie van 3D is alleen mogelijk als er meer content aangeboden gaat worden. Hierbij moeten storytellers in het achterhoofd houden dat 3D-technologie waarde kan toevoegen, maar dat men de 3D-effecten niet overmatig moet gebruiken. Gebruik 3D dus niet als doel op zich, anders leidt het de aandacht van de content af. In dat opzicht moet er geleerd worden van de introductie van de surround sound-technologie. Door overmatig gebruik van deze technologie werd de kijker namelijk afgeleid van het beeld, waarbij de aandacht zich meer ging richten op de surround sound-technologie. Een valkuil die bij een grootschalige 3D-introductie dus vermeden worden.

116

iMMovator Cross Media Network

GfK: Totale verkoop van 3D producten eind 2010 >134.000 stuks

Voor 2011 is de verwachting dat dit doorgroeit naar 450.000. 290.000 daarvan is televisie, maar ook de Blu-Ray speler-verkoop maakt een behoorlijke groei door (van 20.000 naar 75.000), gevolgd door 3D Home cinema Blu-Ray (van 15.500 naar 55.000).


Wilco Wolfers (A-Film): Ontwikkelingen in de Nederlandse cinemamarkt Wilco Wolfers is Managing Director van A-Film en voorzitter van de Nederlandse Vereniging Filmdistributeurs. Hij gaat met name in op de ontwikkelingen rond cinema.

Barbara Schouten (GfK Retail and Technology)

In 2012 zal de helft van de verkochte tv-schermen een 3D-scherm zijn. In 2013 zal een op de drie huishoudens een 3D-tv in huis hebben. Op dit moment heeft 40% van de verkochte tv’s een 4042 inch scherm, de grotere schermen worden nog wat minder verkocht. Er komen verder steeds meer nieuwe modellen op de markt, 88% LCD en 12% plasma.

Hij zegt dat men het aan de bestuurstafel bijna nooit over 3D heeft. De ontwikkeling wordt heel sterk door de consument bepaald. Van de 238 digitale zalen zijn er nu 188 geschikt voor 3D. Er zijn echter ook nog 400 zalen te digitaliseren. Het komende jaar zal hierin veel plaatsvinden, vermoedelijk zal dit digitaliseringsproces eind 2012 afgerond zijn. Hiervoor is, met name in relatie tot de kleinere zalen, nog wel medewerking van de overheid nodig. Het aanbod van digitale films neemt toe, zo blijkt ook uit onderstaande opsomming.

Op langere termijn is het interessant of we de 3D-bril nog nodig hebben en dat lijkt inderdaad ook anders te kunnen. 3D-tv zonder bril behoort zeker tot de mogelijkheden. De tweede aanjager voor 3D is de gamemarkt. Als we kijken naar de nieuwe generatie portable en home consoles in Nederland dan zien we dat 1,2 miljoen devices nu al geschikt is voor 3D, in 2011 stijgt dit door naar 1,8 miljoen devices. De content is hier echter nog een beperkende factor. De ontwikkelingen hier zijn dat er zowel op DVD als online het nodige aankomt. Call of Duty wist in de eerste week 200.000 stuks te verkopen, in de komende weken en maanden komen er nog verschillende andere gametitels aan. De derde aanjager zijn de ontwikkelingen rond broadcasting. Zo heeft Eurosport het sportkanaal met 3D uitgebreid en ook SBS en Ziggo en eveneens UPC zijn initiatieven gestart, onder meer met 3D-on-demand. Er vinden momenteel veel bundelacties plaats, zo worden bepaalde titels alleen bij bepaalde apparatuur (bijvoorbeeld in combinatie met verkoop tv-toestellen) aangeboden. Als dit verder opengebroken wordt, zou dat goed zijn voor de markt.

Wilco Wolfers: Aanbod van 3D-films

De verwachting is dat in 2011 met dertig 3D-films een omzet van vijfentwintig miljoen euro wordt gemaakt, een stijging van 45% ten opzichte van 2010 (vijftien miljoen euro tot november 2010). Neemt 3D nu 2D over? Dat lijkt niet zo te zijn, 3D is een genre op zich, denk dan aan kinderfilms, animatie, action adventure, thriller en horror. Drama en romantic comedy zijn genres die bijna nooit in 3D gemaakt zullen worden. Daar komt ook bij dat de ticketprijs van 3D hoger ligt. Het zijn ook niet alleen maar fantastische verhalen, consumenten klagen ook. Het gaat dan om zaken als onwennigheid van de bril, het wennen van de ogen en hersenen aan 3D, kinderen die snel onrustig worden e.d. Ook zie je dat kleinere bioscopen met beperkingen te kampen hebben als het gaat om 3D.

Als je in Google Trends ‘3D movies’ intikt, dan zie je de impact van de film Avatar. Bij de introductie van deze film was op een bepaald moment een derde van de verkochte Blu-Ray films de titel Avatar. Enkele conclusies als het gaat om de variabelen die de groei gaan beïnvloeden: • 3D is geen hype, de technologische verbetering is wel doorslaggevend voor ‘final’ succes over vijf jaar. • In 2011 is er een verdrievoudiging van de verkoop van 3D Home Entertainment-apparatuur. • Gaming is dé accelerator van 3D, meer beschikbare content, ‘not exclusive’ titels, belang 3D-gaming releases en toename tvcontent, al dan niet VOD.

Wilco Wolfers (A-Film)

De industrie zou meer kunnen doen om 3D te bevorderen. Het overbrengen

Hoofdstuk 11. 3D

117


van de boodschap, namelijk dat het echt een dimensie toevoegt. Ook het stimuleren van opleidingen en het organiseren van masterclasses is handig. Verder kan er veel meer uitwisseling en samenwerking komen tussen de tv-branche en de filmbranche. Veel bioscoopeigenaren vinden het niet altijd prettig dat er alternative content getoond wordt, bijvoorbeeld bedrijfsevenementen met concertregistraties of sportevenementen. Dat is dus soms wennen, maar een onontkoombare en zakelijk gezien (B2Bmarkt!) ook belangrijke ontwikkeling.

Monique van Dusseldorp en David Linssen: Stand van zaken 3DNL en 3D Livelab Monique van Dusseldorp (voorzitter van het 3DNL platform) vertelt dat begin dit jaar het 3DNL platform is opgericht. Er zijn nu zo’n 200 mensen lid, waarvan iets meer uit de tv-wereld dan uit de filmwereld. Er is een klein onderzoek gedaan onder de leden en daar kwam uit naar voren dat veel mensen in de industrie nog erg aan het afwachten zijn. Sommigen denken dat het nog wel tien jaar kan duren voordat 3D groot wordt (“als er geen brilletjes meer nodig zijn”). Degenen die echt aan het pionieren zijn, zijn vaak de kleinere bedrijven.

David Linssen (Dutchview)

David Linssen is CTO van DutchView en initiatiefnemer van het 3D LiveLab. Hij vertelt dat men bij DutchView inzag dat, wil 3D groot worden, men ook een plek moest neerzetten waar je ook hands on met 3D aan de slag kan. Dat is het 3D LiveLab geworden, dat zit in Studio 4 op het Media Park en daar worden op de tweede dag van de 3D Dagen ook workshops gegeven.

Monique van Dusseldorp vult nog aan dat TEDxAmsterdam binnenkort op een plek in Nederland, Tuschinski, in 3D bekeken kan worden. Aan het einde van de ochtend worden – in het kader van het zelf ervaren van 3D – nog enkele indrukwekkende 3D-filmfragmenten getoond.

11.4 De productie van de eerste Nederlandse 3D speelfilm San Fu Maltha, producent en oprichter van Fu Works, is de producent van de eerste Nederlandse 3D-speelfilm Amphibious. Hij vertelde op de 3D Dagen waarom hij voor 3D heeft gekozen en waar hij tegenaan liep tijdens het draaien en produceren van de film. Hij geeft aan dat hij gaandeweg heeft ervaren dat de start en preproductie van een 3D-film anders is dan van een ‘normale’ 2Dfilm. Voor elke film wordt een storyboard gemaakt, en voor een 3D-film zal deze 3D-dimensie dan ook al verwerkt moeten worden

118

iMMovator Cross Media Network

San Fu Maltha (Fu Works)

in het storyboard. In de scriptfase zal eigenlijk al rekening gehouden moeten worden met de extra 3D-effecten. Deze effecten zijn nodig, aangezien mensen gewend raken aan het 3D kijken. De effecten geven dan een extra dimensie, maar moeten uiteraard wel in het script passen. Op de vraag waarom Maltha deze film in 3D wilde draaien, antwoordt hij dat hij achteraf gezien misschien wel een andere keuze gemaakt zou hebben. Het team liep namelijk tegen nogal wat problemen aan, aangezien ze alles gaandeweg hebben moeten leren. De 3D-techniek is op zich al moeilijk, en daarbij moesten zij werken met technologieën die nu alweer verouderd zijn. Als voorbeeld worden de camera’s aangehaald die dertig kilo wogen: geen pretje om de hele dag mee te werken. Tegenwoordig wegen deze camera’s ‘slechts’ twaalf kilo. Alle digitale nabewerkingen waren ook “een nachtmerrie”. Na het succes van de film Avatar zou je verwachten dat er wereldwijd veel bedrijven zijn die hierin gespecialiseerd zijn, maar in feite zijn er maar een paar goede partijen. De meeste bedrijven werken voornamelijk vanuit het perspectief van de technologische mogelijkheden, in plaats van hoe ze de techniek effectief kunnen toepassen.

Het belang van goed 3D draaien Spijt heeft Maltha niet, maar hij geeft wel aan dat het Amphibiousproject heel veel energie heeft gekost. Je moet namelijk alle 2Dtechnieken aanpassen aan 3D. Daarbij is de fase van het daadwerkelijk draaien erg belangrijk. Als het verkeerd gedraaid is, kun je namelijk wel alle shots in diepte verschuiven, maar dan verschuif je de diepte van de gehele scène, wat dus niet het gewenste effect oplevert. In de film komen ook 3D-animatie-effecten voor. Door de veelheid van deze effecten zijn deze in twee landen gemaakt. De kosten van deze 3D-effecten waren bijna net zo hoog als het draaien van de film zelf. Amphibious is een Engelstalige film van Nederlandse bodem en is ondertussen in zestien landen verkocht. Maltha ziet echter ook 3D-mogelijkheden voor Nederlandstalige films, met een voortrekkersrol voor kinderfilms, aangezien 3D-toepassingen daar echt waarde kunnen toevoegen. Voor andere films is 3D ook een optie, alleen vraagt 3D natuurlijk ook extra budget. Deze additionele financiering is echter wel haalbaar, aangezien er bij 3D-films over het algemeen ook grotere omzetten gehaald worden.


11.5 Do’s and Don’ts van 3D

3D open platform

Tijdens zijn 3D PowerPoint-presentatie op de 3D Dagen gaf Jurriën Steenkamp, stereograaf en stereoscopic supervisor bij TREE-ON, een overzicht van 3D do’s and don’ts. Aansluitend op deze presentatie werd het 3D open platform geïntroduceerd.

Als laatste wordt het 3D open platform geïntroduceerd door Jasper Steenkamp (TREE-ON). Aangezien de huidige 3D-technieken en de 3D-afzetmarkt nog in ontwikkeling zijn, denken producenten enerzijds aan de extra kosten van 3D, en aan de andere kant worden ze geconfronteerd met de vraag hoe ze moeten beginnen en wat ze moeten doen. Vanuit die gedachte is het 3D open platform opgericht, waar het de bedoeling is dat partijen samen 3D-projecten kunnen initiëren. Het doel is dat distributeurs, producenten, financiers en leveranciers bij elkaar worden gebracht.

PowerPoint presentatie in 3D Jurriën Steenkamp begint zijn 3D PowerPoint-presentatie met een afbeelding van een uil en geeft aan dat, hoewel er op dit moment veel focus is op de techniek, 3D-stereo eigenlijk is uitgevonden door de natuur om dingen in perspectief te zien. Om die reden moet de 3D-technologie dan ook voldoen aan de vereisten die de natuur heeft opgesteld. 3D heeft bijzondere eigenschappen. Als je in 2D bijvoorbeeld een beeld creëert met veel drukke lijnen, zal dit als lelijk overkomen bij de kijker. Doe je hetzelfde bij 3D, dan kan dit ook letterlijk pijn doen aan de ogen. Daarnaast bestaat er het zogenaamde placebo-effect: als er een verkeerd 3D-beeld wordt aangeleverd (bijvoorbeeld door links en rechts om te wisselen), proberen de hersenen er toch nog iets van te maken. Daarnaast, en misschien wel overbodig te noemen, is de omzetting van 2D naar 3D vrij complex. Jurriën Steenkamp gaat verder door uit te leggen dat er in theorie twee typen diepte‘cues’ zijn: 2D monoscopische cues en 3D stereoscopische cues. Uiteraard is aandacht op dit moment voornamelijk gericht op de 3D-cues, maar er wordt ook gewezen op het feit dat de 2D-dieptecues ook belangrijk zijn: des te rijker wordt de kijkervaring namelijk. Op het punt van 3D-instellingen wordt onder andere ingegaan op de inter axial distance, ofwel de afstand tussen de camera’s. Er is een optimaal punt voor het beste 3D-effect, alleen verschilt dit punt tussen bioscoop en televisie. Op een groter scherm zoals in de bioscoop is er namelijk meer ruimte om een object uit het scherm te laten komen. Hierdoor duurt het op een groter scherm langer voordat het volledige effect bereikt wordt dan op televisie: een directe één-op-één transitie van bioscoop naar tv (of andersom) bereikt dus nooit het meest optimale 3D-effect. Daarnaast moet er ook gelet worden op de focal length: een aspect dat afhangt van de mate waarin de camera inzoomt. Door inzoomen ontstaat er minder perspectief omdat de achtergrond wegvalt. Dit zorgt voor een verminderende diepteperceptie.

Het eerste project zal bestaan uit tien korte 3D-filmpjes. Dit project maakt gebruik van crowdsourcing: iedereen kan ideeën aandragen voor deze filmpjes. De beste tien worden geselecteerd en zullen op het IPTV kanaal van 3D open worden uitgezonden en gedistribueerd via Blu-Ray.

11.6 3D en businesstoepassingen Het middagprogramma van de 3D Dagen start met een kort blok waarin 3D vanuit een businessperspectief belicht wordt. Een case van het Sprookjesbos (De Efteling), en enkele marktpartijen vertellen hun verhaal.

Michiel Westermann (Motek Entertainment)

Michiel Westermann (Motek Entertainment): Sprookjes bestaan, ook in 3D Hoe is het vijfentachtigjarige sprookjesbos van de Efteling ook in de huiskamer te beleven? Daarover vertelt Michiel Westermann van Motek Entertainment. Motek doet 3D-animaties en heeft een toepassing gemaakt voor de entertainmentmarkt. In de door hun ontwikkelde toepassing is een volledige integratie ontstaan tussen muziek, dansen en dvd. Een jaar of vijf geleden kwam Motek in contact met de Efteling. Vroeger werden attracties in 2D geschetst, in de toekomst is het vermoedelijk zo dat dit soort zaken meteen in 3D ontworpen worden, zo stelt Michiel Westermann. Men werd door de Efteling benaderd om het Sprookjesbos weer nieuw leven in te blazen. Door de verkoop van de dvd en de merchandising eromheen heeft men bij de Efteling in anderhalf jaar tijd de investering van de 3D-productie terugverdiend.

Jurriën Steenkamp (TREE-ON)

Uiteindelijk is alles gericht op de versterking van de beleving: “Je zou de Efteling eigenlijk mee naar huis moeten kunnen nemen.”

Hoofdstuk 11. 3D

119


Via televisie, op mobiel en ook in het theater. Men heeft nu 1100 minuten van ‘De Sprookjesboom’ gemaakt en het voordeel van animatie is, aldus Michiel Westermann, dat je er nog heel lang mee kunt doorgaan.

Gijs van Leeuwen (Polaroid Eyewear): Brillen – verleden, heden en toekomst Gijs van Leeuwen (directeur van Polaroid Eyewear) legt het verschil uit tussen actieve en passieve brillen. Een actieve bril wordt links en rechts geactiveerd als respectievelijk links of rechts een beeld wordt aangeboden. Bij een passieve bril gebeurt er niets, maar wordt het beeld toch op een bepaalde manier ‘behandeld’. Een actieve bril is zwaar, lomp en flikkert, is storingsgevoeliger. Om die reden is de passieve bril, die ook nog goedkoper is, vermoedelijk uiteindelijk de bril die over blijft. Je ziet in de markt (bioscopen) ook dat de beweging van actief naar passief wordt gemaakt. Eerlijk is eerlijk, dat komt een partij als Polaroid ook goed uit. Gijs van Leeuwen heeft vorige week in het Verre Oosten met drie onafhankelijke producenten gesproken, vermoedelijk komt er vanuit deze partijen begin 2011 al een goede passieve tv-bril op de markt. In de UK kijken elke zaterdagmiddag 50.000 mensen in 900 pubs in 3D naar voetbalwedstrijden. Jan de Vries en Bill Wijdeveld (Managing Director van ASTRA) vertellen dat ze op 19 december Ajax- Feijenoord in 3D gaan uitzenden.

Gijs van Leeuwen (Polaroid Eyewear)

Een van de twee tracks tijdens de 3D dagen richtte zich op 3D-televisie, waarbij gespreksleider Monique van Dusseldorp aangaf dat de sessie de voorlopers op dit gebied de ruimte geeft om hun ervaringen en toekomstige industrieontwikkelingen uiteen te zetten en te bediscussiëren. Zij stelde dat de 3Dtelevisiemarkt nogal rustig is en de relevante 3Dpartijen twijfels hebben over de consumentenvraag naar 3D.

• 3D-video-on-demand (VOD) films zijn beschikbaar op hun netwerk. Op dit moment zijn er drie films beschikbaar: Fly Me to the Moon 3D, Spy Kids 3D en My Bloody Valentine 3D. • In samenwerking met NET5 is het Ziggo 3Ddemokanaal opgezet. Yoram Levi geeft aan dat het hier nog wel schort aan content: op dit moment is voornamelijk Astro TV in 3D te zien.

Yoram Levi (Ziggo)

Qua 3D-content bestaan er nog wel de nodige haken en ogen, dat maakte het afgelopen jaar wel duidelijk voor Ziggo: • Ze wilden het WK in 3D uitzenden, alleen was dit te duur en bestond er onduidelijkheid over wie nu de rechten op de 3Duitzendingen had. • Grote 3D-bioscooptitels zijn nog niet beschikbaar gemaakt voor VOD. • Er is veel eenzijdig aanbod, voornamelijk uit de erotische industrie (hoewel dat er volgens Yoram Levi ‘wel goed uitzag’). • Er is nog weinig mainstream content, naast een paar 3D-reclamefimpjes. • In het gesprek met Monique van Dusseldorp wordt duidelijk dat er op dit moment nog weinig abonnees zijn voor 3D-VOD, waarmee de conclusie getrokken kan worden dat de industrie misschien nog wat op de consument voorloopt.

11.7 Eyeworks: 3D-sportontwikkelingen Vervolgens was het de beurt aan Henk van Meerkerk, head of directors van Eyeworks Sport. Hij knalt er gelijk in door te zeggen dat, hoewel het een tijd stil is geweest op het gebied van 3D, het nu een beetje begint te komen, maar dat het hem persoonlijk nog een beetje tegenvalt qua ontwikkelingen. Henk van Meerkerk stelt dat het de taak van de regisseur is om de beste plek aan de kijker te geven. De kracht van 3D is dat je als kijker echt het gevoel hebt erbij te zijn. Als voorbeeld laat hij een fragment van de EO-Jongerendag zien, en merkt meteen op dat

Ziggo: het netwerk is er klaar voor Als eerste is Yoram Levi, manager content en entertainment bij Ziggo, aan de beurt. Hij geeft aan dat hij vanuit een consumentenperspectief kijkt, waarbij er eigenlijk maar één vraag omtrent de techniek belangrijk is voor Ziggo: zijn wij er klaar voor? In het kort: ja, bij Ziggo werkt 3D-televisie. In 2010 heeft Ziggo de volgende activiteiten op 3D-gebied ontplooid: • De eerste Nederlandse 3D-live registratie tijdens Het grote verkiezingsgala. • Ze hebben Roland Garros in 3D weergegeven. Omdat deze rechten bij Eurosport behoorden, konden ze dit alleen in hun winkel in Zwolle laten zien.

120

iMMovator Cross Media Network

Henk van Meerkerk (Eyeworks Sport)


de plek van de camera ook van groot belang is voor het eindresultaat. Tot een dag voor deze opname was het namelijk onzeker of een goede camerapositie mogelijk was, met het risico dat de productie nooit haar doelstellingen zou kunnen bereiken. Aangezien de Nederlandse 3D-markt relatief klein is, heeft Eyeworks gekeken naar content die internationaal interessant zou kunnen zijn. Een project met Armin van Buuren werd uiteindelijk afgeblazen, maar een contract met de grote boks-/vechtsportpromotor United Glory is wel afgerond. Henk van Meerkerk gelooft in 3D-sportuitzendingen, en vooral in de kracht voor de qua speelruimte kleinere sporten, zoals boksen. Een voetbalveld is vrij groot terwijl een boksring een veel kleiner oppervlak heeft. Vanwege dit kenmerk kan 3D een extra dimensie geven aan de kijkervaring. Ook hier geldt dat er een verschil in 3D-productie is tussen televisie en bioscoop. Eyeworks probeert wel alternatieve content, zoals een bokswedstrijd, in bioscopen te vertonen, maar loopt toch nog vaak tegen het feit aan dat men het een beetje ‘vreemd’ vindt.

december de voetbalwedstrijd Ajax- Feyenoord live in 3D te zien zal zijn. Deze speciale uitzending is in door Panasonic geselecteerde winkels te volgen. Een andere primeur deze middag was de lancering van het pan-Europese 3D-kanaal Brava door Jur Bron. Brava3D biedt een gevarieerde mix van klassieke muziek, opera en ballet in 3D-kwaliteit. Bill Wijdeveld rondt af met een aantal 3D-conclusies: • Het aantal 3D-huishoudens groeit snel: op dit moment kijken ongeveer 20.000 3D-tv. • Satelliet is het belangrijkste distributiemedium voor 3D. • De vraag naar 3D-content wordt onvoldoende beantwoord. • Focus op (meer) 3D-productie is daarom essentieel. • Zien is geloven: ook de consument moet overtuigd worden van de 3D-ervaring. • Experimenteren en goede voorlichting is cruciaal in deze fase. ASTRA heeft, zo wordt tot slot bekend gemaakt, een 3D Award ingesteld en die wordt volgend jaar tijdens het Mediapark Jaarcongres uitgereikt.

ASTRA: 3D TV verdient de ruimte

11.8 Paneldiscussies over tv en cinema

De corebusiness van ASTRA is het verhuren en beheren van hun Europees satellietsysteem, en het is daarom ook niet verwonderlijk dat Bill Wijdeveld, Managing Director van ASTRA, aangeeft dat 3D-tv de ruimte verdient. Hij meent dat er een belangrijke rol is weggelegd voor de satelliet, onder andere omdat 3D via bestaande HD-ontvangers te ontvangen is, het satellietsysteem de bandbreedte kan leveren die 3D vraagt, en het systeem het grootste aanbod aan HD-zenders heeft.

Het middagprogramma van de 3D Dagen werd grotendeels gevuld met twee parallelle tracks. In dit artikel een verslag van de paneldiscussie van de track Van 3D tot huiskamer en een korte samenvatting van de track Van 3D-filmopname tot aan de bioscoop. Algemene conclusie zou kunnen zijn: voorlopig is het vooral een kwestie van veel samenwerken en vooral niet tegen elkaar concurreren.

Sky UK wordt aangehaald als een 3D-voorloper. In april hebben zij in 100 pubs en clubs 3D-uitzendingen (onder andere de Premier League) laten zien, waarbij 70% van de 3D-brildragende kijkers deze uitzendingen beoordeelden met een 8 of hoger. Afgelopen oktober is Sky 3D gelanceerd, het eerste Europese 3D-kanaal. Met Sky UK als inspiratie heeft ASTRA haar 3D-demokanaal opgezet. Dit bestaat uit compilaties van film, muziek, sport en cultuur, en wordt al op de winkelvloer gebruikt om klanten 3D-tv te laten zien. Er ontbreekt echter Nederlandse 3D-content. ASTRA heeft daarom geprobeerd deze impasse te doorbreken en ervoor gezorgd dat, samen met een paar andere mediapartners, op 19

Primeur door ASTRA, Eyeworks en Panasonic: Eredivisiewedstrijd AjaxFeyenoord in 3D

Paneldiscussie Van 3D-camera tot huiskamer Monique opent de paneldiscussie met de vraag: ‘Welk percentage van de Nederlanders heeft eind volgend jaar 3D-televisie in huis?” De panelleden zijn het eens dat dit percentage erg laag zal liggen. Een beetje een kip-en-ei-verhaal. Georgette Schlick (van Team Facilities/DutchView) geeft aan dat het nog wel een uitdaging is om de eigen organisatie, de eigen mensen, voorbereid op 3D te krijgen. René Delwel (van United Broadcast Facilities) kan dat alleen maar bevestigen. Wordt de internationale markt in dit speelveld niet steeds belangrijker, we lopen duidelijk als Nederland niet voorop, zo Georgette Schlick (Team Facilities/ lijkt het. Wat wel kan helpen DutchView) is dat de Publieke Omroep erachter zit, maar als we op voetbal en Hollywood-films moeten wachten, kan het nog wel eens lang duren, aldus Monique van Dusseldorp. Misschien is de kroning van Willem-Alexander een mooi evenement om in 3D uit te zenden? Wat bij 3D nog wel een hiccup is, is dat normale entertainmentproducties al duur zijn en 3D nog duurder wordt.

Hoofdstuk 11. 3D

121


Een van de panelleden denkt dat de focus toch zal moeten liggen op content die een groot bereik heeft. Dat zijn de programma’s waar de investering het snelst terugverdiend wordt. Wat ook mogelijk is, is dat Sony direct naar tv’s kanalen kan gaan aanbieden, maar Ziggo geeft aan daar niet bang voor te zijn. Wat is het vooruitzicht op 3D-tv, als HD-tv nog niet zo loopt, zo luidt een vraag Monique van Dusseldorp (3DNL Platform) uit de zaal. Er zal toch iets aan de content moeten gebeuren, misschien is iets als een gevechtssport hier heel geschikt voor. Hoe zit het met de adverteerder, wil die in 3D adverteren? Er is een case, er speelt wel wat, maar er is niet veel. Adverteerders volgen de content, het primaire initiatief moet van de omroep komen.

dent van Enchanted Glass Entertainment, het congres af met zijn visie over wat er nà 3D te verwachten is. Peter Rogina’s keynote was vrij technisch van aard, maar zijn punt is dat de kijkers beelden willen ervaren alsof ze er echt bij zijn. Dat kan door gebruik te maken van immersive imaging, een techniek waarbij getracht wordt het beeld van een werkelijke omgeving volledig en realistisch na te bootsen. Deze technologische ontwikkeling gaat verder dan 3D- of 360°-panoramabeelden, aangezien je tijdens deze ervaring ook je hoofd van links naar rechts kan bewegen en zo een object vanuit een andere hoek kan bekijken. Op die manier kun je objecten dus als echter ervaren waardoor de kijker een bepaalde mate van immersion beleeft: een ervaring waarbij de kijker opgaat in de virtuele omgeving en zich daardoor minder bewust is van de fysieke aanwezigheid. Hierbij draait het niet om de technologische mogelijkheden, maar om het gevoel dat bij de kijker wordt opgewekt.

Henk van Meerkerk (Head of Directors van Eyeworks Sport) denkt dat je al snel over de landsgrenzen heen moet kijken, dat doen ze bij Eyeworks Sport dan ook. Monique van Dusseldorp geeft aan dat op IBC werd aangekondigd dat er binnen een jaar op technisch vlak een enorme sprong gemaakt gaat worden. DutchView benadrukt dat het proces aan de achterkant nog echt tegenvalt. Handheld camera’s die er nog vrijwel niet zijn, editing kost veel tijd, dat soort zaken. Zal over vijf jaar de helft van Nederland een 3D-televisie in huis hebben, zo vraagt Monique van Dusseldorp zich af. De panelleden denken dat het dan inderdaad zover kan zijn. Met dit statement komt een einde aan de paneldiscussie Van 3D-camera tot huiskamer.

Van 3D filmopname tot aan de bioscoop Tegelijk met de track over tv en huiskamer werd de track over cinema gehouden. Dagvoorzitter George Freriks vatte samen dat er in deze track veel is gesproken over de kwaliteit, zo heeft men het onder meer gehad over een soort keurmerk (“3D-politie”). Stimuleren van kwaliteit is belangrijk, meeluisteren/meelezen op internetpanels is dat ook. Een vraag is of er in de Nederlandse markt met 3D überhaupt geld te verdienen is. Een producent kondigde in de sessie desondanks aan dat er twee Nederlandse 3D-films aan zitten te komen. Een laatste conclusie was dat samenwerken tussen cinema en tv belangrijk lijkt.

11.9 Wat is er na 3D? Het congresprogramma van de 3D Dagen maakte duidelijk dat de 3D-ontwikkeling nog wat stappen moet maken voordat het mainstream kan worden. Desondanks sloot Peter Rogina, Presi-

122

iMMovator Cross Media Network

Peter Rogina: Array met 29 lenzen waarmee ‘immersive imaging’ opgenomen kan worden

Immersive imaging kan in drie vormen worden toegepast: • Virtual reality, waarbij de virtuele omgeving volledig computergegenereerd is. • Augmented reality, waarbij de virtuele omgeving vormgegeven is door een mix van computerbeelden en werkelijke beelden. • Real world-based experience, waarbij de virtuele omgeving voornamelijk de werkelijkheid weergeeft. Er wordt benadrukt dat deze immersive technologie misschien wel het volgende grote opkomende medium kan zijn. En dat is bijzonder omdat een nieuw medium niet vaak wordt geïntroduceerd. Volgens Peter Rogina is de kracht van een medium tweeledig. Ten eerste zorgt het voor overdracht van informatie, ten tweede verandert het de wereld. Voorbeelden zijn natuurlijk print, telefoon, fotografie, radio, films, maar ook rooksignalen, duiven en televisie. Het laatste grote medium is het internet. En hoewel online video of IPTV misschien als een grote verandering wordt gezien, is het geen nieuw medium. Het verandert immers niet de beleving van de kijker. 3D-tv en immersive imaging doen dat wel. De plek waar men deze kijkervaring beleeft, is van groot belang: er wordt tegenwoordig meer uitgegeven om de kijkervaringen in huis te verrijken. Daarbij is het medium belangrijk, maar nog belangrijker is de ervaring die men thuis kan hebben. De fase na 3D


• Dubbele stream: Hierbij worden de beelden voor het linker- en rechteroog allebei apart opgeslagen. Bij deze techniek wordt de volledige resolutie behouden. Jonathan Vermeulen benadrukte tot slot nog eens dat ze geen voorstander zijn van de zogenaamde kastjes die 2D naar 3D converteren. Het is en blijft geen native 3D. Als voorbeeld werd de film Clash of the Titans genoemd, die dan ook volledig geflopt is.

11.11 Workshop TNO: Discomfort en Cybersickness

Peter Rogina (Enchanted Glass Entertainment)

zal dus worden gekarakteriseerd door immersive technologytoepassingen, waardoor er geen sprake meer is van ‘pay per view’, maar de ‘pay per experience’ leidend zal zijn. Peter Rogina geeft aan dat dit universeel is toe te passen. Deze nieuwe belevingen bieden namelijk mogelijkheden op het gebied van reizen, trainingen, concerten, onderwijs, sportevenementen, entertainment, geneeskunde, games, storytelling en documentaires.

11.10 Workshop 3D-editing Jonathan Vermeulen is werkzaam bij Avi-drome en heeft in zijn verleden de postproductie van verschillende projecten gedaan; van commercials tot documentaires en Multi Camera Shows. In samenwerking met Jurriën Steenkamp van TREE-ON heeft hij ook al een aantal 3D-producties gerealiseerd, waaronder de EO-Jongerendag. In zijn presentatie ging hij het hele proces langs van een 3D-postproductie. Allereerst moeten de beelden van de twee camera’s natuurlijk ingeladen worden. Jonathan Vermeulen vertelt dat ze bij de montage van de EO-Jongerendag in 2D gemonteerd hebben en het vervolgens in 3D hebben bekeken. De reden hiervoor: 3D kijken is erg vermoeiend. Jonathan Vermeulen zegt er echter wel bij dat het monteren van 3D-materiaal heel anders gaat dan 2D. Je snijdt in principe minder, omdat je het beeld beter kan ‘voelen’. Daarnaast zijn bijvoorbeeld close-upbeelden minder vaak nodig. Als je dus in 2D edit, zul je achterin 3D altijd aanpassingen moeten maken.

Jelte Bos en Menno Bangma van TNO gaven een workshop over de kijkervaring van 3D. Er zijn immers een hoop factoren waar makers op zullen moeten letten om te voorkomen dat de bezoekers met hoofdpijn of misselijkheid naar huis gaan. Jelte Bos begon in zijn presentatie met de twee factoren die ervoor zorgen dat we beelden als onprettig ervaren. Enerzijds hebben we de gezondheid. De bezoeker zou door bijvoorbeeld bepaalde flitsen in het beeld een epileptische aanval kunnen krijgen. Zo gaf hij als voorbeeld het Pokemon-incident. Het schijnt dat er naar aanleiding van een bepaalde aflevering van Pokemon 618 kinderen naar het ziekenhuis zijn gebracht. Het ging om een fragment waarbij er flitsende beelden te zien waren. Daarnaast hebben we het discomfort. Hierbij noemde Jelte Bos de term ‘cybersickness’: een toename van hoofdpijn en misselijkheid. Als voorbeeld gaf hij de attractie Villa Volta in de Efteling. Hierbij draait de omgeving om je heen en wordt er de illusie gewekt dat je ondersteboven gaat. Hoewel je in feite genept wordt, veroorzaakt dit bij velen toch misselijkheid. Ook bij filmpjes waarbij te zien is dat je in een achtbaan zit, kan hetzelfde effect optreden. Vooral wanneer dit op groot doek wordt vertoond. Hoe groter het doek, des te groter de kans op misselijkheid. Jelte Bos suggereerde in zijn presentatie een vergelijking met het effect van alcohol. In principe ontstaat dezelfde instabiliteit als bij het innemen van alcohol. Dit bleek uit een onderzoek waarbij men veertig minuten naar een virtuele passieve wandeling keek. We moeten ons volgens Jelte Bos ook afvragen: Kunnen we na de hele dag gamen of het bekijken van een 3D-film veilig deelnemen aan het verkeer? Om nog een voorbeeld te noemen: piloten in opleiding mogen tot twaalf uur nadat ze in de simulator hebben gezeten niet vliegen.

Het gevaar zit ook bij slowmotion en versnellingen. Alle handelingen waarbij de processor berekeningen moet maken zijn een probleem. Een processor genereert nieuwe frames die niet altijd identiek zijn, waardoor je uiteindelijk verschil in de twee beelden krijgt. Een oplossing zou kunnen zijn dat je het toepast bij de samengevoegde render; dus de stream van links en rechts samen. Daarnaast zou je frame by frame kunnen werken, wat echter wel veel tijd kost. Verder vertelde Jonathan Vermeulen dat de distributie op Blu-Ray op twee manieren kan: • Side-by-side: Hierbij worden de beelden van het linker- en rechterbeeld allebei in een frame gestopt. Dit gaat echter ten koste van de resolutie. Twee HD-beelden worden immers één HD-beeld.

Hoofdstuk 11. 3D

123


124

iMMovator Cross Media Network


12. Connected TV Cross Media CafĂŠ over Connected TV Cross Media CafĂŠ over Connected TV Datum: 7 december 2010 Locatie: studio 31, Media Park Hilversum Samenvatting en PowerPoint presentaties: http://www.immovator.nl/cross-mediacafe-internet-tv 284 inschrijvingen

Hoofdstuk 12. Connected TV

125


12. Connected TV inleiding door Peter Olsthoorn

Internet zeker op tv, maar hoe? Aanbieders verdringen zich rond de nieuwe heilige graal: het internet op tv-schermen. Ze brachten prachtige innovaties en opvattingen met verve tijdens het laatste Cross Media Café van 2010. Maar wat gaat consumenten bekoren, en wat betekent dit uiteindelijk voor de huidige aanbodstructuur van de tv-markt? Connected TV luidde de bondige titel van het laatste Café van 2010. ‘Verbonden’ betekent het met een netwerkkabel of via wifi draadloos verbonden zijn van de oude vertrouwde kijkbuis met het internet. Deze tweede verbinding brengt concurrentie voor de eerste, dus voor de tv-kabel, satelliet en Digitenne. Uit vooronderzoek voor iMMovator bleek dat internet op televisie zal leiden tot het passiever genieten van video, en wellicht tot wel wat activiteit met gebruik van sociale media.

Tele2 kan sneller Tele2 loopt al jaren voorop met IPTV. De verrassendste vernieuwing voor 2011 is PC to TV, dat wil zeggen via internet video’s en foto’s op servers bij Tele2 plaatsen om deze vervolgens via de settopbox op televisie te kunnen oproepen. Günther Vogelpoel, directeur Consumentenzaken van Tele2: “Ze kunnen dan hun video en foto’s ook rustig op de eigen tv bekijken in een Mijn Documenten-map. Om nu je pc met de tv te verbinden is nog een gehannes met kabeltjes en bediening.” Ten tweede wil Tele2 het aantal HD-zenders substantieel uitbreiden: “We moeten tien tot vijftien zenders erbij hebben.” En 3D? “Het staat niet bovenaan ons lijstje, maar zodra onze klanten om deze dienst vragen zullen we daar zeker naar luisteren.” Het derde voornemen: Het IPTV-pakket wil Tele2 uitbreiden met zo’n dertig zenders. “Van nu zo’n zeventig gaan we dan naar honderd, wat gezien wordt als een soort magische grens. We verdelen de extra zenders vooral over pluspakketten.”

Günther Vogelpoel beaamde dat Tele2 net als Apple of Google ‘uitdagers’ zijn in de tv-markt. Tele2 zou deze technologie kunnen gaan aanbieden, maar gesprekken vonden in 2010 nog niet plaats. Over de komst van Philips, Samsung en Sony met connected tv zegt hij: “Op korte termijn zie ik dat als complementair aan bijvoorbeeld IPTV van Tele2. Of het in de toekomst succesvol wordt, hangt ervan af of ze het kunnen integreren met bestaande lineaire televisie. Ik verwacht eigenlijk eerder een samenwerking aangezien ik dit soort partijen niet één-twee-drie licenties zie kopen voor eigen lokale tv-pakketten.” Tele2 biedt interactieve televisie aan via de Amino-boxen met het nieuwe Espial-systeem. “We hadden vijf jaar na de eerste lancering van IPTV in Nederland echt last van de remmende voorsprong. De oude bediening was traag en gebruiksonvriendelijk. Nu kunnen we allerlei handigheidjes bieden, zoals tijdens het kijken van een serie voortaan eenvoudig alle afleveringen opnemen.” Tele2 biedt de Gemist-programma’s al aan in betaalpakketten. Of Tele2 ook de omroepen en commerciële zenders betaalt voor deze distributie – die immers ten koste gaat van het reclame kijken – wil Günther Vogelpoel niet kwijt. Gemist zit in één pakket met HDTV voor (maar) vijf euro per maand. Over de afzet zegt Tele2 niets.

YouTube ook straks? “We zouden het zeker interessant vinden om YouTube aan onze klanten te kunnen bieden,” zegt Günther Vogelpoel neutraal. Tele2 telt overigens 325.000 ‘multiplay’-klanten (combinaties van telefonie en/of tv en/of internet), maar maakt niet bekend hoeveel hiervan tv afnemen.

KPN: geen onderscheid op glas Hugo Suidman van KPN is manager Broadband, Telephony, TV and HotSpots, een hele reeks diensten en infrastructuren bij elkaar. Video kijken is de behoefte en KPN levert de diensten om over zo veel mogelijk infrastructuren in die behoefte te voorzien. De uitbreidingen zijn gericht op een thuisnetwerk voor tv: “IPTV gaat van de huiskamer naar de studeer- en slaapkamer. Daar zullen we in voorzien. Ook het opnemen van programma’s zullen we doorontwikkelen, vanuit eenvoudiger menu’s en bijvoorbeeld de mogelijkheid om seriematig op te nemen. Dat doe je centraal waarna je het overal wilt kunnen bekijken.”

Publiek

126

iMMovator Cross Media Network

KPN kwam begin 2010 met de technologie VDSL2, vanuit telefooncentrales, om de achterstand op de tv-kabel in te lopen. Hugo Suidman: “Er lopen verschillende infrastructuren door elkaar, glasvezel, ADSL2, VDSL. Uit de koperdraad is in het lab al


en commerciële zenders in HD-kwaliteit en alle Gemist-programma’s op aparte kanalen. Dan is er een Buitenlandpakket met negen zenders, vooral Turkse en Noord-Afrikaanse. Dat aanbod gaat Reggefiber heel sterk uitbereiden, ook met regionale zenders uit de mediterrane landen. Een derde gedeelte van de 180.000 glasklanten neemt alleen internet af van Reggefibers providers en blijft op de tv-kabel (of zit bij Digitenne of satelliet). Reggefiber moet de waarde van het tv-aanbod verhogen: “Wij willen een volledig on-demand aanbod. Dat heeft echter veel voeten in de aarde.”

Vincent Everts presenteerde tijdens het Cross Media Café zijn ervaringen met Connected TV

800 megabit per seconde aan capaciteit gehaald, dus ADSL is nog lang niet afgeschreven.” Eind september meldde KPN 1.144.000 tv-abonnees, 56.000 meer dan aan het begin van het derde kwartaal 2010. Ze leveren gemiddeld negen euro per maand op, een groei van 20% in anderhalf jaar tijd als gevolg van prijsverhogingen. KPN verkleint het prijsvoordeel met de kabelaars. De tv-omzet van KPN van dertig miljoen euro over het derde kwartaal 2010 is maar drie procent van de consumentenomzet van bijna een miljard euro die KPN in het derde kwartaal boekte en 1% van de totale omzet. KPN stapte in diensten op de glasvezel van Reggefiber waarin KPN 41% bezit. Op glasvezel tot in de wijk (‘curb’) telde KPN eind september 2009 op ruim 460.000 aangesloten woningen welgeteld 22.000 abonnees en op bijna 290.000 woningen met een eigen glasaansluiting (FttH) slechts 32.000 abonnees. CEO Ad Scheepbouwer beloofde beterschap: “Na alle problemen die we hadden, lijken we nu controle te hebben op de IT en het verkoopapparaat. De komende kwartalen zullen we betere afnamecijfers gaan zien.” KPN wil tegen 2012 in ieder geval 250.000 klanten op het glasnet hebben, en zal ook ADSL-klanten overzetten op glas. Het dienstenaanbod mag echter niet verschillen: “Ons tv-aanbod voor glasvezel is identiek aan ons aanbod over de ADSL-varianten. In theorie is er ontzettend veel meer mogelijk, maar er moet wel een reële behoefte zijn. De tv-behoefte op glasvezel wijkt niet af van die op ADSL en zijn varianten.”

Reggefiber moet meer innoveren Dat laatste zal glasvezelspecialist Reggefiber nooit beamen. Glasvezelaansluitingen bieden de grootste mogelijkheden met televisie. Echter, de grote concurrent voor de tv-kabel was Reggefiber met tv-dochter Glashart Media nog niet in 2010, beaamt directeur Bert Meijerink. “Televisie, televisie en nog eens televisie, dat is in de ogen van de consumenten toch vaak nog het belangrijkste medium waar je je met marketing op moet richten.” Reggefiber biedt via providers een analoog pakket met veertig zenders en daarnaast voor zes euro per maand een digitaal pakket met zo’n zestig zenders, waaronder Nederland 1, 2 en 3

Want dan komt Reggefiber op het netelige terrein van rechten en reclame-inkomsten. “Ja, helaas pindakaas, wij zijn nog een kleine partij en de publieke en commerciële omroepen worstelen met hun businessmodel voor Gemist. Dat gaat ten koste van hun reclameopbrengsten en dat verlies moet wel goedgemaakt worden. Wat is de prijs die de markt wil betalen voor een Gemist-pakket? De kabelaars hebben een betaalaanbod. RTL en SBS kijken naar een over-the-top model. Wij zijn aan de inkoopkant daar sterk afhankelijk van.” Ook wil ‘Regge’ echt open worden: “Hybride oplossingen komen er nu in allerlei maten. Je kunt er in veel landen in Europa een kastje bij krijgen om je spelcomputer mee op internet aan te sluiten. Maar in Nederland is het kabel- en satellietaanbod gesloten. Je kunt er niets zelf naast zetten. Wij willen op ons platform die verrijking wel bieden.”

TV uit de wolk Reggefiber is klant van ActiveVideo Europe die technologie biedt om video te serveren. Anderhalf jaar na de overname van interactieve tv-maker Avinity Systems in Hilversum door ActiveVideo Networks toont de klantenlijst vermaarde bedrijven als Time Warner Cable, Cablevision, PCCW (Hong Kong), CNN, Fox, Blockbuster en HBO, maar hier enkel nog Reggefiber. Directeur Ronald Brockmann: “We produceerden het Mozaiekkanaal waarop kijkers hun voorkeuren kunnen instellen, en leveren alle Gemist-diensten. We hebben inmiddels ook de mogelijkheid om Flash-applicaties zoals bijvoorbeeld YouTube aan te bieden op tv’s en settopboxen die zelf geen Flash ondersteunen.” Ook Facebook-tv brengt ActiveVideo binnen handbereik, in de VS. Voor Tele2 bouwde het bedrijf al de Hyves-applicatie voor IPTV. Veel gebruikt wordt deze applicatie niet op tv, door zo’n 10-20%. “Maar dat zijn dan ook fervente gebruikers, vooral om foto’s op een groot scherm te kunnen bekijken. Tv blijft toch echt een consumptiemedium.” De kerntechnologie behelst het platform om video voor tv-bedrijven zoals kabelaars te distribueren vanuit centraal beheerde servers. ActiveVideo spreekt van Cloud TV in navolging van cloud computing, zoals dat wordt beleden door onder meer Google, met applicaties op afstand zoals Docs en Gmail maar ook YouTube. “De belangrijkste technologie zit ook in het netwerk en niet in de kastjes bij de kijkers thuis. Het gaat om de beveiligde distri-

Hoofdstuk 12. Connected TV

127


butie van videostreams, applicaties en de afrekening ervan. De vele verschillende kastjes leiden tot complexiteit en fragmentatie. Wij streven naar standaardisatie.” Dat is dan nog wel de eigen standaard van ActiveVideo, want de kabelaar moet wel een kastje aan de kijker geven of zijn decoder aanpassen voor de videostreams van ActiveVideo. “Je moet de kijkers wel toegang bieden, dus is er nog iets van een box nodig. Maar we standaardiseren dusdanig dat ook met bestaande settopboxen je onze tv-diensten kunt ontvangen.”

CI+ modules de doorbraak? De toekomst op de kabel-tv ziet Ronald Brockmann in de opmars van CI+ modules in televisies die de ontsluiting van interactieve diensten via een decoder dan wel settopbox vervangen. “Dit is een belangrijke Europese ontwikkeling. Ziggo en Kabel Deutschland zijn er al ver mee, maar kunnen op dit moment geen interactiviteit bieden. Het is voor ons de uitdaging om de kabelaars ervan te overtuigen dat daar cloud-diensten goed bij passen en efficiënt zijn.”

HD-doorgifte, dat zeventien euro per maand gaat kosten. Het kastje kost 100 euro. Er is jarenlang aan gesleuteld door Ilse-oudgedienden als Merien ten Houten en Robert Klep met derde partner Willem Jan Withagen. Opnieuw is de TU Eindhoven hun leverancier van toptalent. Iphion kreeg de medewerking van de Nederlandse zendereigenaren, te weten de Publieke Omroep, RTL en SBS, teneinde het ‘pakket van tien’ qua rechten rond te krijgen. Dat mag alleen voor OnsNet (Reggefiber) in Eindhoven. Dit is een te smalle basis om succes te boeken, dus Iphion houdt de vingers gekruist voor de rechten in andere delen van Nederland. Die 70 andere kanalen komen via partners of direct. Technisch komen de zenders via Technicolor, KPN en andere distributeurs, over een glasvezelkabel vanuit Hilversum, en enkele zenders rechtstreeks van de satelliet. De tv-kabel is niet louter concurrent, beweert Merien ten Houten: “We hebben boeiende gesprekken met de wat kleinere kabelaars als CaiW die altijd wil innoveren, en met Delta in Zeeland. Ze vinden het buitengewoon interessant.”

Nu al ontwaart hij in de VS een “interessante strijd” tussen videoverhuurder Netflix die via internet op tv’s komt en kabelaar Comcast. Waar gaat het heen in de tv-markt? Ronald Brockmann: “Je ziet twee grote krachten tegen elkaar opwerken: aan de ene kant de operators die zelf meer en meer functionaliteit ontwikkelen en daartegenover de producenten van consumentenelektronica inclusief Google en Apple die direct via IP de huiskamer willen bedienen. Dat wordt een hele boeiende strijd, een slagveld.”

Iphion gooit het wapen ‘open’ in de strijd: iedereen mag mee ontwikkelen en de software wordt gedeeld. Er komt een scala aan diensten in huis bij de komende jaren, een nieuw terrein voor concurrentie: “Denk ook aan toepassingen als de bel, dat je op tv kunt zien wie er voor je deur staat. Telefoon idem, je kunt in beeld projecteren wie er belt. We geloven internet via tv, maar we gaan niet internetten via tv.”

Kan ActiveVideo ook op de Sony en Philips connected tv’s de tv-zenders over IP leveren in een goede kwaliteit? “Dat is zeker mogelijk, maar het grote probleem zit in het bufferen. Kan dat op een effectieve wijze plaatsvinden zodat haperingen achterwege blijven?”

Merien ten Houten voorziet dus dat gebruik van sociale media niet op het hoofdscherm komt (“Zappen geeft al bonje, maar Facebook op je tv is killing voor je relatie”). Twitteren, hyven en facebooken doe je op je persoonlijke scherm, terwijl je samen tv-kijkt.

De komst van Google TV op Sony televisies betekent een nieuwe concurrent voor ActiveVideo, ofschoon tv-bedrijven voor Google de deur dichtslaan en Google ook problemen heeft met de lancering. Ronald Brockmann beweert: “Wat wij bieden is nuttiger dan Google. Ik denk dat die zich vergist in de tv-markt. Televisies gaan zeven jaar mee en belanden daarna nog eens op de slaapkamer. Met ons systeem kun je zo’n de hele levensduur van steeds nieuwe digitale en interactieve diensten blijven voorzien.”

Sony (nog niet) met Google TV Jean-Paul van Kouwen, Solutions Architect van Sony Europe, liet tijdens dit Café zien hoe Sony zowel met zijn tv’s, Blu-rayspelers en spelcomputers als met diensten als film, spellen en muziek convergeert naar gecombineerde platformen. Zo is recent Qriosity begonnen met een concurrent van Spotify in muziekaanbod.

iPhion breekt markt open Andere aanbieders brengen juist met eigen kastjes via internet diensten in de huiskamer, een fenomeen dat we grofweg tien en vijf jaar geleden ook presenteerden met iMMovator. Voorbeelden zijn YuiXX en Dailymedia die al een poosje aan de weg timmeren. De laatste gaat aanstaande zomer een proef in Eindhoven doen op het net van Reggefiber. Op datzelfde moment opent iPhion als prijsvechter de strijd met de tv-kabel: een basispakket van tien tv-zenders voor 50 euro per jaar, ofwel ruim vier euro per maand, de helft van wat prijsvechter Digitenne kost en een kwart van de kosten van een tv-kabelpakket. Voor de liefhebbers is er een pluspakket met 80 zenders inclusief

128

iMMovator Cross Media Network

Een volle zaal bij het Cross Media Café Connected TV


Dus het NOS Journaal op de PlayStation, maar sinds kort ook een videotheek, betekenen verrijkingen van de oorspronkelijke functie. De distributie van tv-zenders is niet gemakkelijk. SBS doet wel mee in de IP-distributie op Bravia tv’s, maar RTL wilde er geld voor hebben dat Sony niet wenste te betalen. Over partner Google TV waren de Sony-woordvoerders heel zwijgzaam. Enkele weken na dit Café werd de reden duidelijk: Google TV is in de huidige versie niet goed genoeg om breed te worden gedistribueerd met Bravia televisies van Sony. Google TV is, naar verluidt, een te complex product voor gebruik op televisie.

24i brengt internet naar tv-toestel Naast de presentaties tijdens het Cross Media Café demonstreerden de sprekers hun producten in de pauze tijdens de demomarkt

24i in Alkmaar ontwikkelt en beheert diensten en applicaties op IPTV-platforms. Grote concurrenten als LG, Samsung en Philips zijn alle drie pan-Europese klant van 24i, vanwege de schaalvoordelen en opgebouwde kennis. Dat zeiden Hans Disch en Martijn van Horssen (24i). “Juist omdat 80% van een IPTV-dienst generiek is, kunnen we tegen veel lagere ontwikkel- en beheerkosten nieuwe apps introduceren.”

Hun model is simpelweg niet te handhaven. Ze vormen een machtige tussenpersoon die je als zender én als ontvanger in feite niet meer nodig hebt, hooguit nog voor je internetverbinding. Het tv-stuk zoals ze dat nu in een gesloten dienst aanbieden zal hoe dan ook op termijn wegvallen.”

Dat juist een kleine Nederlandse partij zo goed acteert, vindt 24i niet verbazingwekkend: “Diverse innovaties met IPTV zijn bij ons begonnen. De technologie is niet eens het moeilijkste verhaal. De crux vormt de toegevoegde waarde van de service: wat is het waardemodel achter de dienst? En de gebruikersinteractie moet kloppen.”

De tv-dienst van de kabelaars is zeer betrouwbaar, maar IP levert helaas nog storingen op. “Klopt ook, het zal niet morgen radicaal veranderen. Maar de consument zal er stukje bij beetje achterkomen dat hij van de kabelaars een veel te dure service krijgt met veel te weinig mogelijkheden ten opzichte van wat hij via IP naar zijn televisie en andere terminals kan krijgen.”

24i mag van de drie tv-klanten geen exacte cijfers verstrekken van het gebruik van hun online diensten, maar enkel een groeiindicatie: De toename van het gebruik van het web op de tvdiensten was in het tweede kwartaal 140% en in het derde kwartaal 165% meer dan in het tweede. De populairste diensten waren, in deze volgorde RTL, NOS, Uitzending Gemist, Buienradar, YouTube, Meteoservice, Nu.nl, FilmsopTV, Eredivisie Live en TomTom.

Connected TV maakt het mogelijk dat bijvoorbeeld voetbalclub MVV via Philips cum suis direct op tv komt. Iedereen kan overal een kanaal starten, wereldwijd te ontvangen net als op de pc. Ook adverteerders als Volkswagen zien mogelijkheden. En transacties volgen vroeg of laat ook, volgens 24i.

Dag ‘mastodonten’ 24i gelooft heilig in de grote veranderingen in mediagebruik: “De consument zal de komende jaren veel meer zelf bepalen wat hij op zijn schermen doet, ook in de huiskamer. De consument komt echt in control.”

Ook Streamit richt zich op drempelverlaging voor contentmakers die met IP willen distribueren. Begonnen met kerkradio over IP toen de traditionele media duur werden, is Streamit gegroeid tot een ontzettend aardig technologiebedrijf die lokale live tv via internet aanbiedt, bijvoorbeeld voor evenementen, bijeenkomsten, vergaderingen en webcams op markante punten. “Lokale live tv leidt tot grotere betrokkenheid van mensen, is aantrekkelijk voor een brede doelgroep, betaalbaar en laagdrempelig.”

Dit levert winnaars op, en vormt een uitdaging voor wat 24i ‘mastodonten’ noemt. “Via internet kun je in feite alle belangrijke zenders naar binnen halen, meer en meer ook alle programma’s on-demand. Zeker met de hele verglazing van het aansluitnet heb je een Ziggo en UPC niet meer nodig om optimaal televisie te kijken naar je eigen wensen.” Dat is de theorie, in de praktijk worden kabelaars momenteel steeds sterker. Ze krijgen meer klanten die meer pakketten afnemen en hun boxen bieden meer en meer aanvullende diensten. In 2011 komt UPC met een thuisnetwerk om heel veel apparatuur en functies via IP te verbinden. 24i: “De kabelexploitanten spelen al jaren een politiek spel om de macht over de huiskamer-tv in handen te kunnen houden.

Hoofdstuk 12. Connected TV

129


Connected TV is het thema dat op dinsdag 7 december 2010 centraal stond tijdens het Cross Media Café. Tv-fabrikanten, online videowinkels, computerbedrijven als Apple, glasvezelnetwerken met lokaal aanbod – er bestaan inmiddels vele initiatieven om de keuze en interactie van het online aanbod ook op het televisiescherm te brengen. Hoe zien deze initiatieven eruit en wat kunnen we van ze verwachten?

Samenvattend zou je kunnen zeggen dat alles kan, maar dat het nog een warwinkel is qua toegang en dat meer afspraken en regelgeving nodig zijn. Netneutraliteit is daarbij een major issue. Ton van Mil besluit zijn korte introductie met de aankondiging dat iMMovator in april 2011 een special over dit thema – de diensten en dienstenontwikkeling via internet-tv – zal organiseren, inclusief een serie workshops.

Barbara Schouten (GfK): Integratie tv en internet is onomkeerbaar! Barbara Schouten is Business Consultant bij GfK Retail and Technology Benelux. Zij gaat in haar presentatie over Connected TV in op “wat er is, wat er verkocht wordt en waar het naar toe gaat,” zo kondigt dagvoorzitter Monique van Dusseldorp aan.

Publiek tijdens het Cross Media Café over Connected TV

12.1 Trends en ontwikkelingen rond internet-tv Ton van Mil (iMMovator): Diensten via internetTV hebben de toekomst Internet-tv, dat is het thema van vanmiddag. Volgens Ton van Mil, directeur van iMMovator, hebben diensten via internet-tv de toekomst. Maar hoe zit het met de toegang tot alle netwerken en kun je als bedrijf zomaar elke dienst aanbieden? En kun je als consument dan weer elke dienst krijgen? De vraag is hoe open en neutraal (netneutraliteit) de netwerken zijn. Een korte rondgang leert dat de regelgeving tekortschiet en dat actie nodig lijkt. Allereerst zijn er de kabelnetwerken, daar zitten de nodige beperkingen. De kabelnetwerken geven namelijk geen directe toegang tot internet, alleen ‘over the top’ is internet mogelijk. Het is een oude discussie: betaal je voor de content of voor het netwerk? Kijk je naar de nieuwkomers, en in het bijzonder naar ‘Fiber to the home’, dan zie je vergelijkbare problemen omdat je weer met operators (zoals KPN) te maken hebt en ook daar geen toegang tot het IPTV-scherm wordt geboden. Er zijn ook witte raven, denk dan aan Reggefiber, XMS en Glashart. Bij deze partijen mag je net zoveel tv’s aansluiten als je wilt met mooie toegang tot het IPTVscherm, je krijgt daarnaast ook ‘over the top internet’ en zelfs VPN-toegang tot het huis.

Ton van Mil (iMMovator)

130

iMMovator Cross Media Network

De integratie tv en internet is onomkeerbaar, zo stelt Barbara Schouten. Wat is daar nou voor nodig? Om te beginnen natuurlijk internet, daarin heeft Nederland internationaal nu een koppositie (derde plaats) ingenomen. Als het gaat om internet op tv staat Japan bovenaan de lijst (50%) en bezet Nederland met 20% een vierde positie. Kenmerkend is dat, hoewel er verschillende standaarden Barbara Schouten zijn, web-tv inmiddels toch (GfK Retail and Technology) een feit is. Barbara Schouten verwacht dat er eind dit jaar 425.000 IP-connected tv’s verkocht zijn en dat dit aantal snel gaat oplopen via 820.000 in 2011 naar 1.225.000 in 2012. Er is dus een razendsnelle acceptatie van de nieuwe mogelijkheden, de adoptiecurve zal steil verlopen. De verwachting is dat binnen drie jaar bijna 60% van de huishoudens zo’n tv heeft. Er zijn ook nieuwe businessmodellen noodzakelijk en we zagen in de afgelopen weken op dit vlak weer allerlei nieuwe ontwikkelingen. We hebben het dan over devices als Panasonic Viera Cast, Samsung Internet@TV, Sony internet TV, LG Netcast (allemaal gesloten systemen), Philips Net TV (open systeem) en de outsider Google TV. Ontwikkelingen als mobiel internet, cloud computing en web-tv komen allemaal samen en wat we daarbij zeker niet moeten vergeten zijn de gaming consoles. De Amerikaanse tvzenders komen volgend jaar zelfs (tegen betaling) naar de Xbox 360, dit als alternatief voor kabelpakketten. Dat geeft nieuwe mogelijkheden voor interactiviteit en sociale context. Dit alles heeft ook veel gevolgen voor devices, voor veel hardwarepartijen is het landschap snel aan het veranderen, neem bijvoorbeeld de afstandsbedieningen. Het gemak van een (andere) controller is essentieel. Je ziet ook dat de smartphone een andere positie gaat innemen en dat je deze in de toekomst meer en meer als afstandsbediening kunt inzetten. Een andere ontwikkeling is de verkoop van media gateways zoals Apple TV. Je kunt op deze manier CE devices verrijken met pc-applicaties, onder andere internet.


De essentie is en blijft dat je je op de gebruiker richt. Door de ontwikkeling van social media zal deze steeds meer eigen keuzes maken. “I can ‘tweet’ while watching television!” In West-Europa maakt al meer dan 50% gelijktijdig gebruik van internet en tv, bij het internetgebruik is dat via de laptop, maar ook via desktops en andere apparaten.

Hij geeft aan dat er verschillende apparaten zijn die als remote play kunnen fungeren, de Vaio is het meest open device van het stel. De Curiosity is een abonnementsservice waarmee je muziek naar jezelf kunt streamen. De Bravia is internet-tv/ video waarbij contentbedrijven hun content kunnen aanbieden. Het gaat dan niet alleen om omroepen maar ook om partijen als Facebook, Twitter, Buienradar etc.

Jean-Paul van Kouwen (Sony)

De Playstation is een device waar – je zou het niet verwachten – ook het Journaal te zien is. Het Playstation-platform heeft een gigantisch bereik. Naar voorbeeld van Netflix is Sony in Europa nu een Playstation-storevideotheek gestart, zo sluit Jean-Paul van Kouwen zijn verhaal af.

GfK: Bereik online TV programma’s naar leeftijd (feb 2010)

Consumenten kijken wereldwijd elk jaar steeds meer tv, onder meer door het kijken via internet. De grootste doelgroep van online kijkers betreft de nieuwe generatie. In de leeftijdsgroep tussen de 13 en 19 jaar kijkt al 30% online tv, in de groep van 20 tot 34 jaar is dat percentage ook al opgelopen tot 27%. Jongeren kijken op een heel andere manier tegen het gebruik van content aan en zullen veel sneller internet in hun gedrag integreren.

Dagvoorzitter Peter Olsthoorn vraagt waarom er niet met RTL wordt samengewerkt en wel met SBS. De reden is dat RTL geld wilde hebben en SBS geen betaalservice heeft. Google TV is in oktober in de VS gelanceerd en uit de toelichting van Sony wordt duidelijk dat deze service misschien volgend jaar naar Europa komt, maar dan in elk geval nog niet naar Nederland.

Diensten als Netflix en Hulu zijn in de VS zo langzamerhand een alternatief geworden voor een kabelabonnement, voor acht dollar per maand kun je dan alle films downloaden. De voorspelling is dat digitaal gebruik als gevolg van factoren als gemak, beschikbaarheid en toegevoegde waarde zal verdrievoudigen. Traditionele tv blijft vooralsnog de grootste omzetmaker, maar de groei komt van online en met name van diensten/modellen voor multitasking devices. Peter Olsthoorn

12.2 Connected TV: visie, ervaringen en toepassingen Jean-Paul van Kouwen, Solutions Architect van Sony Europe, praatte op het Cross Media Café over Connected TV de aanwezigen bij over de visie van Sony op dit onderwerp. Martijn van Horssen, New business manager bij 24i, gaf aansluitend in zijn presentatie een duidelijk overzicht van ervaringen en toepassingen met Connected TV.

Jean-Paul van Kouwen (Sony): Visie van Sony op Connected TV Jean-Paul van Kouwen van Sony opent zijn verhaal met de timeline van de ontwikkeling van Sony-producten. Naast deze producten heeft Sony een aantal contentlijnen die voor services naar die devices toe moeten zorgen.

Martijn van Horssen (24i): Ervaringen met Connected TV applicaties Martijn van Horssen is New business manager bij 24i. Hij pakt het voorbeeld van voetbalclub MVV en laat zien wie er zoal betrokken is bij de content die rondom MVV ontstaat. Connected TV maakt het mogelijk dat MVV zelf content beschikbaar stelt, iedereen kan overal een kanaal starten en wereldwijd ontvangen. De consument krijgt op die manier miljoenen tv-stations, interactiviteit en crossmedialiteit in één apparaat. Als het gaat om status van en ontwikkelingen in de markt zie je dat het moeilijk is om cijfers te krijgen. Slechts één partij bleek bereid om haar cijfers te delen, een navigatordienst, en daaraan is te zien dat de groei explosief is, zowel in gebruikersaantallen als in tijdsbesteding.

Hoofdstuk 12. Connected TV

131


1. TNO - Mark van Staalduinen

Mark van Staalduinen (TNO)

Videodiensten: een van de vijf mogelijkheden van Connected TV volgens 24i

Wat kun je zoal met Connected TV? • Videodiensten: bijvoorbeeld TED, broadcasten, narrowcasten, premium content, alles is mogelijk. • Beleving: bedrijven die via content aan imago- of merkopbouw willen doen. Het gaat om experiencediensten, als voorbeeld wordt een toepassing van Volkswagen genoemd. • Informatie: actieve realtime informatievoorziening, bijvoorbeeld bedrijven die op zoek zijn naar nieuwe manieren van informatieverspreiding. • Transactie: interactieve besteldiensten, bedrijven die informatie willen verkopen, maar natuurlijk ook webshops en marktplaatsen. • Adverteren: voorzien van advertentieruimte (text, audio en video) op tv, zowel voor adverteerders als marketingbedrijven.

Wat? Tv-kijken in de browser (op basis van HTLM5) inclusief het bedienen met apparaten die ermee samenhangen. Waarom? De ontwikkeling van diensten en content op het platform wordt goedkoper; voor de klant is het voordeel dat er één afstandsbediening komt waarmee alle devices bediend kunnen worden. Waar? www.tno.nl

2. ActiveVideo Europe Ronald Brockmann Wat? Cloud TV, met exact dezelfde diensten op veel verschillende apparaten. Waarom? De mogelijkheid om op diverse platforms tegelijkertijd eenzelfde (betaalde) dienst aan te bieden. Er zijn twee trends: CI Plus (credit card in je tv) en HbbTV. Waar? www.activevideo.com

Ronald Brockmann (ActiveVideo Europe)

Ook op het vlak van do’s en dont’s is er het een en ander te zeggen. Connected TV is geen website, behandel het dus ook niet zo. Het is slim om met templates te werken en sjablonen voor specifieke toepassingen te gebruiken. De ontwikkeling van de content is in de kern hetzelfde, maar 20% van de functionaliteit verschilt per platform. Huidige situatie volgens ActiveVideo: platform chaos

Zorg hoe dan ook dat je gaat Martijn van Horssen (24i) experimenteren met IPTV, dat is de boodschap waarmee Martijn van Horssen afsluit. Dé killer-app bestaat nog niet, maar interactief kijken en in combinatie met social media kijken gaat zeker een erg grote rol spelen.

3. Iphion - Merien ten Houten

12.3 Connected TV demonstraties Tijdens het Cross Media Café Connected TV waren er verschillende demonstraties van initiatieven op het vlak van online aanbod via het televisiescherm. TNO, ActiveVideo Europe, Iphion, YuiXX, AVRO, Dailymedia TV, Smartclip en Streamit gaven in een korte presentatie een extra toelichting voor de aanwezigen én de kijkers van de livestream.

132

iMMovator Cross Media Network

Merien ten Houten (Iphion)

Wat? Multiscreenoplossing, dus niet één scherm voor één ding, maar meerdere schermen voor meerdere dingen. Waarom? Het basisproduct, lineaire tv, moet goed zijn voordat je wat anders gaat doen. Zappen is thuis al not done, maar Facebook op je tv is dodelijk voor je relatie. Je doet dat dus op de andere devices, terwijl je samen tv kijkt. Waar? www.iphion.nl


7. Smartclip - Annemieke de Geus Verhagen Wat? Online video-advertising, verkoop van reclames voor onder meer Connected TV. Waarom? Er is een verschuiving van tv-budgetten naar online video advertising. In Nederland kijken vier miljoen mensen dagelijks videocontent via internet. Waar? www.smartclip.com

Annemieke de Geus Verhagen (Smartclip)

Yuixx: multifunctionele media player

8. Streamit - Johan van der Stoel 4. YuiXX John Goedegebuure

John Goedegebuure (YuiXX)

Wat? Internet-tv die via je kabel je huis binnenkomt. YuiXX is multifunctioneel en is de volgende generatie mediaplayer. Waarom? Verrijk je tv-ervaring door media, informatie en social networks samen te brengen op tv. Waar? www.yuixx.com

5. AVRO/Philips Net TV Tim Moen

Tim Moen (AVRO)

Wat? Lokale live tv via internet: evenementen, bijeenkomsten, vergaderingen e.d. Bekend van Kerkradio, nu ook met video voor onder meer lokale omroepen, gemeenteraden, kerken, dorpspleinwebcams en snelwegwebcams. Waarom? Lokale live tv leidt tot grotere betrokkenheid van mensen, is aantrekkelijk voor een brede doelgroep, betaalbaar en laagdrempelig. Waar? Streamit www.streamit.eu

Johan van der Stoel (Streamit)

Wat? Internetcontent (AVRO Klassiek) weer terug naar de tv brengen. Waarom? Omdat er op internet heel veel content beschikbaar is, content die op tv veel beter bekeken kan worden. Waar? www.avro.nl

6. Dailymedia TV Gert Suur Wat? Internet naar tv bij mensen thuis brengen. Een service waarmee je direct contact kunt leggen met je klanten. Waarom? Een volledig open systeem. Vanaf begin volgend jaar worden er 1000 consumenten in Eindhoven aangesloten. Waar? www.dailymedia.tv

Streamit: lokale live televisie platform via internet

12.4 Verleden, heden en toekomst van Connected TV

Gert Suur (Dailymedia TV)

In het laatste deel van het Cross Media CafĂŠ over Connected TV deelde trendwatcher Vincent Everts via een persoonlijke terugblik zijn ervaringen met Connected TV en de voorlopers daarvan. Aansluitend gaven Ben van der Burg (Triple IT), Merien ten Houten (Iphion), John Goedegebuure (YuiXX) en Ronald Brockmann (ActiveVideo) een beeld van hoe zij denken dat de toekomst van Connected TV eruit zal zien.

Vincent Everts: Connected TV in historisch perspectief Vincent Everts, trendwatcher en internetondernemer, geeft een boeiende terugblik op de ontwikkelingen rond Connected TV in de periode 1969 tot nu. Een van de eerste hoogtepunten in dit

Hoofdstuk 12. Connected TV

133


tijdperk was de introductie van TiVo in 1999. Vervolgens komen in hoog tempo Windows Media Player (1992), Real Player (1995), YouTube/Google (2005), Media Center (2005), PC zapper TV (2005) en Apple TV. In 2008 werd de SlingPlayer geïntroduceerd, daarmee verbond je je pc met je tv en kan je alles wat je hebt opgenomen op je harde schijf ook op je pc bekijken. Later kon dit ook met de iPhone, Blackberry en iPad. In datzelfde jaar kwam de Popcorn Hourdoos, daarmee kan je met een HDMI-aansluiting alles wat op een harde schijf staat op je tv afspelen. Twee jaar eerder, in 2006, kwam UPC met de settopbox, we kennen de afloop van dit verhaal. In 2009 kwam er een ommekeer en werd het begin van Connected TV zichtbaar. Nu, in 2010, heb je in elke Blu-ray speler (prijs: 150 euro) Netflix, YouTube en een complete appstore. We gaan, aldus Vincent Everts, allemaal een Blu-ray speler aanschaffen en daar zit dan Connected TV in. Met Witopia VPN, daar betaal je 39 euro voor, krijg je een IP-nummer in de UK of VS, je kunt dan alle diensten ter wereld krijgen.

Het probleem is er dus vooral een met de rechten. Maar met closed usergroups, zo besluit Ben van der Burg, kun je wel degelijk stappen maken, zo wijzen cases (bijvoorbeeld bij ziekenhuizen) uit.

Ben van der Burg (Triple IT)

Merien ten Houten (Iphion): De kracht van open TV Merien ten Houten is oprichter van Iphion. Hij stelt in zijn presentatie dat de techniek zoveel sneller gaat dan de marktpartijen en dat het hierdoor soms wat gaat wringen. De helft van de mediatijd gaat naar het tv-scherm, maar op dat scherm kan veel meer dan ‘gewoon’ tv-kijken. Het Iphion doosje biedt veel meer, denk aan de tv-gids.

Vincent Everts, met op de achtergrond dagvoorzitter Monique van Dusseldorp

“We geloven in internet via tv, maar we gaan niet internetten via tv. Denk ook aan toepassingen als de voordeurbel en dat je kunt zien wie er voor je deur staat. Telefoon idem, je kunt in beeld projecteren wie er belt.” Iphion is een API aan het ontwikkelen en is voor openheid, iedereen mag mee ontwikkelen en de code’s worden gedeeld. Men gelooft in open tv.

“Watch it anywhere,” aldus Vincent Everts, en op jouw manier, getriggerd door bijvoorbeeld Twitter en al dan niet in samenvatting (“genoeg om Pauw & Witteman te bekijken”). Het meest briljante product ooit was naar zijn mening Rumble Triple IT: een indrukwekkende app voor de iPhone en iPad. En toen kwam de iPad. De UPC tv-gids die je voortaan onscreen kunt bekijken en een stuk toegankelijker is geworden. “De iPad is ook het tv-scherm van mijn 2-jarige.” “Watch what you want when you want.” Google TV is de nieuwste dimensie. Vincent Everts sluit af met de vuistregel dat als je na één jaar 15% hebt met een product het drie jaar later 50% is.

Dagvoorzitter Peter Olsthoorn vraagt zich af of de kleine schaal van de Eindhovense pilot dit wel tot een succes gaat maken. Hoe ga je zorgen dat je wint, UPC verdient op dit moment 70%, dat is een fijne business en dus een concurrent die lastig te verslaan is.

Ben van der Burg (Triple IT): How to enrich live tv “The Connected TV with the second screen,” daar gaat het volgens Ben van der Burg (Chief Commercial Officer bij Triple IT) naar toe. Het was interessant om naar de UK te kijken, daar hebben kijkers alle mogelijkheden. Toch kijkt nog steeds 85% daar live TV, “how to enrich live tv” was dus de uitdaging. Dat werd Rumble, Vincent Everts had het er al over. Live tv and time shifting, instant messaging, sync with friends en Time bar EPG waren kenmerkende functionaliteiten van deze service. Ook de combinatie met Twitter geeft volgens Ben van der Burg echt een extra dimensie. De pilot was bij de gebruikers een enorm succes, maar moest toch worden stopgezet omdat er vanuit de aanbieders geen gemeenschappelijk product kon worden neergezet. Het is lastig hoe je

134

met zo’n service geld kunt verdienen en last but not least wie het initiatief neemt. Misschien moet je wel een open platform aanbieden en partijen zich laten aansluiten.

iMMovator Cross Media Network

Merien ten Houten (Iphion)


John Goedegebuure (YuiXX)

John Goedegebuure (YuiXX): Connected TV is de oplossing van de C-puzzel John Goedegebuure is van YuiXX, volgens hem is Connected TV de oplossing van de C-puzzel. De C-puzzel staat voor: we moeten content bij de consument krijgen en daarbij spelen de manier van communiceren en hoe heb ik controle over de content een rol.

Ronald Brockmann (ActiveVideo)

hebben, maar ook partijen als Netflix zijn erg interessant om in de gaten te houden. Er komt een strijd tussen operators die via CI+ geen kastje meer nodig hebben en de Connected TV-aanbieders met hun portals. Met deze serie presentaties kwam rond kwart voor zes een einde aan een middag vol met boeiende inzichten in de wereld van internet-tv.

Allereerst de vraag hoe je content naar de consument krijgt. Eenrichtingsverkeer werd tweerichtingsverkeer, en meer en meer ook via verschillende devices. Er is een overvloed aan content via andere apparaten. De tv ondergaat zijn zoveelste verandering. Het is een simpel evolutionair proces dat nu versneld wordt door internet. De consument moet weer teruggehaald worden naar het tv-toestel, hij is daar veel meer ontspannen en staat open voor zaken. Maar die consument komt alleen maar terug als de inhoud hem aanspreekt of op een aantrekkelijke manier gepresenteerd wordt. Via de tv moet je een netwerk creëren. Dit jaar zijn de eerste twee versies van Google TV beschikbaar gekomen, van Logitech en Sony. In 2011 zal Liberty Global/Samsung met een box komen. LG en Orange en Telecom Italia komen eveneens met vergelijkbare producten. De YuiXX box wordt vermoedelijk voor de kerst in Nederland en Spanje in de markt gezet en gaat 300 euro kosten.

Ronald Brockmann: De strijd bij Connected TV Ronald Brockmann is van ActiveVideo. ActiveVideo is een Amerikaans bedrijf en de Europese vestiging zit in Nederland. De grote interessante strijd is volgens Ronald Brockmann nu gaande tussen Netflix en Comcast. UPC of Ziggo zouden met het systeem van ActiveVideo kunnen gaan werken. Wereldwijd zijn er door ActiveVideo al tien miljoen settopboxen weggezet. Voor Europa is de planning dat dit er volgend jaar enkele miljoenen zouden kunnen zijn. Gaat dat wel lukken, zo vraagt Peter Olsthoorn zich af. Ronald Brockmann denkt dat de operator een uiterst sterke positie kan

Hoofdstuk 12. Connected TV

135


136

iMMovator Cross Media Network


13. De crossmediasector en innovatie IMMovator-projecten om innovatie in de crossmediasector te stimuleren

Hoofdstuk 13. De crossmediasector en innovatie

137


Naast de kernactiviteiten zoals de Cross Media Cafés en de Cross Media Monitor initieert iMMovator projecten. Deze projecten zijn gericht op stimulatie van innovatie, en brengen overheden, kennisinstellingen en het bedrijfsleven bij elkaar zodat er verbindingen gelegd kunnen worden, samenwerking bevorderd wordt, kennisuitwisseling gestimuleerd wordt en partijen rond een bepaald thema gemobiliseerd kunnen worden. IMMovator heeft projecten gestart als Ketenoverleg Digitale Televisie, BreedNet (zie hoofdstuk 8), Dutch Media Hub (zie hoofdstuk 7) en is verder penvoerder voor de IPC-regeling (Innovatie Prestatie Contracten). In 2010 zijn daarnaast de projecten 3DNL en 10-10-10 gestart. Door deze brede invulling van haar rol kan iMMovator goed anticiperen op kansen en ontwikkelingen in de crossmediasector. IMMovator Cross Media Network maakt latente vragen en innovatiekansen expliciet en neemt initiatieven waaraan bij participanten, bedrijven, kennisinstellingen, overheden en andere partijen in de crossmediasector behoefte blijkt.

Achtergrond Uit onderzoek van Dialogic blijkt dat MKB-bedrijven die gebruik maken van de IPC-regeling (Innovatie Prestatie Contracten) meer aan innovatie gaan doen. Bijna 90% van de onderzochte bedrijven geeft aan meer aan innovatie te doen door hun deelname aan IPC. Daarnaast blijkt dat de ondervraagde ondernemers hun innovatieplannen niet hadden uitgevoerd of er minder geld in hadden geïnvesteerd als zij niet hadden deelgenomen aan de IPC; MKB-ers zien deelname aan de IPC-regeling ook terug in hun resultaten: 70% van de bedrijven rapporteert een positieve bijdrage aan de winst. Dat is de reden dat EL&I (voorheen EZ) de regeling tijdens de huidige kabinetsperiode zal uitbreiden waar verder juist gesnoeid wordt in andere subsidieregelingen. In het BreedNet IPC blijkt dat – ondanks de recessie van de afgelopen tijd – veel bedrijven toch hebben doorgezet met innovatie. Dit anticyclisch innoveren/investeren moet, zodra de markten aantrekken, leiden tot versneld herstel en groei van omzet en rendement.

Mijlpalen 2010 13.1 BreedNet IPC-regeling: Breedbandige diensten Het BreedNet IPC Breedbandige diensten is een project van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) waarbij vijfentwintig bedrijven subsidie ontvangen voor het doen van onderzoek en productontwikkeling en het inkopen van externe kennis. Een belangrijk onderdeel van het project is onderlinge samenwerking. De volgende bedrijven doen mee aan dit project, dat loopt tot en met maart 2012.

BEDRIJF

KORTE OMSCHRIJVING

ActiveVideo Networks Camera Works Cameramanager Content Coders De Mensenzaak Vidigo Digimedo Digital Domain/ECP Drillster

Cloud TV Interactief digitaal onderwijsconcept Camerabeveiliging via internet Video-on-demand en encoding Interactief digitaal onderwijsconcept Slimme software voor tv-productie Webwinkel voor creatieven Online mediapublicatie Online leermethode, learn anything anywhere Video-on-demand Videoconferencing (HD) Videoproductie en distributie Postproductie video Softwaremaker grafimedia Themakanaal lokale omroep

Emmys/XDEV Eyecrown Fcce/New Haven productions Hoek en Sonépouse facilitair Independent System Integrators Info Services Alkmaar (RTV-Alkmaar) 24i Media Klomp grafische communicatie Mark&Mini Maxx-xs The Saints United Content Distributors/ Daily Media The Entertainment Group/ERG Vivesta X-MO Media/OUTTV Xcellent automatisering

138

IPTV Grafimediabedrijf Internet-tv advertentiediensten Video-on-demand Mobiele softwareontwikkelaars Video-on-demand Video-on-demand Workflow-based mediaoplossingen Themakanaal digitale tv Application service providing

iMMovator Cross Media Network

Tijdens het MPJC hebben vier IPC-deelnemers kunnen pitchen in het hoofdprogramma, ook hebben er vijf bedrijven op het innovatieplein gestaan. In november is een matchmaking-bijeenkomst georganiseerd waar het merendeel van de deelnemers bij aanwezig was. Naar aanleiding van deze sessie en individuele gesprekken van iMMovator zijn verschillende partijen aan elkaar gekoppeld; zoals Vidigo met ActiveVideo, Drillster met Cameraworks, The Entertainment Group met the Saints en Xcellent met Cameramanager.

DEELNEMERS A AN HET WO O RD “Via het IPC zijn we in contact gekomen met diverse marktpartijen buiten onze eigen sector. Dit heeft ons een inspirerende blik op de mogelijkheden van ons eigen product gegeven. Sommige contacten hebben zelfs tot nieuwe productideeën geleid!” Tijmen Vos, Cameramanager

“Ontwikkelingen op het gebied van gericht adverteren in digitale media gaan heel snel. IPC helpt ons om met bedrijven in contact te komen waarmee we samen innovatieve oplossingen ontwikkelen.” Eelco Boers, Mark&Mini


Plannen 2011 Als penvoerder bespreekt iMMovator de voortgang van de innovaties bij de deelnemers, en probeert het dwarsverbanden te leggen met de andere deelnemers. Door de snelle ontwikkeling op het vlak van media, internet en mobiel liggen er veel kansen in de markt. Rond een aantal thema’s zal geprobeerd worden om een collectief onderzoek op te starten, hieraan kunnen ook bedrijven buiten het IPC deelnemen. De voorlopige (algemene) thema’s zijn: creatie van interactieve content, metadatering en opslag van content, lokalisatie van diensten (internationaal).

13.2 Platform 3DNL

Tijdens het Mediapark Jaarcongres 2010 heeft iMMovator het 3DNL Platform opgericht. 3DNL brengt organisaties en bedrijven samen die in Nederland betrokken zijn bij de ontwikkeling, productie, postproductie, uitzending, distributie en vertoning van 3D-producties. Daarnaast richt 3DNL zich ook op de makers van 3D-apparatuur en 3D-schermen en hun verkoopkanalen, en brengt het deze partijen bij elkaar voor kennisuitwisseling, overleg en het stimuleren van Nederlandse producties in 3D.

3D LiveLab In het kader van 3DNL hebben DutchView, iMMovator en TNO het 3D LiveLab opgezet: een expertisecentrum voor 3D-productie, -registratie en -distributie. Het 3D LiveLab is een fysieke en digitale ontmoetingsplaats voor fabrikanten, producenten, facilitaire bedrijven, zenders, uitgevers, adverteerders, distributeurs, onderzoekers, studenten en docenten. Hier kunnen zij elkaar ontmoeten, ontwikkelingen tonen, medewerkers ontvangen en opleiden, concrete testen uitvoeren en bijvoorbeeld relaties uitnodigen. Met het 3D LiveLab ontstaat een toekomstvast kenniscentrum, dat de toekomst van de creatieve industrie versterkt.

publiceert de expertgroep periodiek de belangrijkste ontwikkelingen in Nederland. Daarnaast heeft de expertgroep in 2010 speciale aandacht gegeven aan HBBTV en loudness. In 2006 verloopt de adoptie van digitale televisie in Nederland langzaam, langzamer dan in ons omringende landen. Begin 2006 staat de teller pas op 1,2 miljoen aansluitingen. IMMovator neemt dan het initiatief om samen met de belangrijkste partijen in de televisiesector een Expertgroep Digitale Televisie op te richten (in 2009 overgegaan in het Ketenoverleg Digitale TV), gericht op versnelling van de adoptie van digitale tv. Het Ketenoverleg Digitale Televisie brengt verschillende partijen uit de televisiesector bij elkaar, waaronder omroepen als Nederlandse Publieke Omroep, NOS, RTL en SBS, facilitaire bedrijven als United Broadcast Facilities en Technicolor, kabelnetwerken als UPC en Ziggo, telecombedrijven als KPN en Tele2 en kennisinstellingen als GfK Retail and Technology en TNO. Sindsdien is het snel gegaan. Gedreven door ongeëvenaarde verkopen van ‘platte’ televisietoestellen stapt Nederland in rap tempo over naar digitale televisie. Een betere beeldkwaliteit, meer kanalen, maar bovenal een basisvoorwaarde op weg naar gebruik van nieuwe diensten als interactieve tv, High Definition-tv, video-on-demand. Een groei van 3,6 procent bracht het aantal digitale televisieaansluitingen in het derde kwartaal van 2010 ruim boven de vijf miljoen. Daarmee heeft vrijwel tweederde van de Nederlandse televisiekijkers de beschikking over digitale televisie.

13.4 Monitor Digitale Televisie In de Monitor Digitale Televisie wordt elk kwartaal de groei van het aantal digitale televisieaansluitingen, de klanten en de verkoop van daarmee verwante apparatuur nauwkeurig gevolgd. Via deze monitor publiceert het Ketenoverleg elk kwartaal belangrijke ontwikkelingen rond de acceptatie van digitale televisie in Nederland. De Monitor Digitale Televisie is opgezet in samenwerking met GfK Retail & Marketing uit Amstelveen. De inhoudelijke redactie wordt gevoerd door iMMovator Cross Media Network. Het aantal digitale televisieklanten blijft in 2010 gestaag groeien. Aan het eind van het derde kwartaal in 2010 was 70% van het totale aantal huishoudens aangesloten via één van de aanbieders

3D Dagen Daarnaast is op 22 en 23 november de eerste editie van de 3D Dagen georganiseerd. Op deze twee dagen kwamen de Nederlandse film- en televisie-industrie samen om de ontwikkelingen op 3D-gebied te bespreken. Zo was er aandacht voor de technische uitdagingen van 3D, de creatieve kracht van 3D en de trends en ontwikkelingen van 3D in Nederland, Europa en de rest van de wereld. Meer over 3DNL, 3D LiveLab en de 3D Dagen is te lezen in hoofdstuk 11.

13.3 Ketenoverleg Digitale TV Het Ketenoverleg Digitale TV zet zich in om de acceptatie van digitale tv in Nederland te versnellen en neemt daarvoor diverse initiatieven, waaronder de Monitor Digitale Televisie. Via de monitor

GfK: Aansluitingen digitale televisie t.o.v. het aantal huishoudens

Hoofdstuk 13. De crossmediasector en innovatie

139


van digitale televisie via de kabel, satelliet, ether en internet. Daarmee is de belangrijkste doelstelling van het Ketenoverleg (adoptie door 70% van de huishoudens per eind 2010) gerealiseerd. Ook de verkoop van platte schermen blijft groeien in 2010. In 2010 zijn vrijwel twee miljoen nieuwe toestellen verkocht. De in 2009 ingezette introductie van schermen met LED-techniek zet versneld door. In 2011 zal al meer dan de helft van de verkochte LCD-toestellen de LED-techniek hebben. De LED-toestellen- en 3D-verkopen zorgen samen voor een groter aandeel van toestellen die groter zijn dan 40 inch. De verkopen van toestellen volgens de FullHD-norm blijft intussen wat achter bij de verwachtingen, maar is nog steeds 72,5% van het totaal van de verkopen in 2010.

World of Warcraft: ook online

gebleken en een uitstekende omzetgenerator voor de gameontwikkelaar die tijdig met de juiste game en op de juiste platforms de consument weet te veroveren. Grote titels als de nieuwe Call of Duty en World of Warcraft lieten dat in 2010 op overtuigende wijze zien, maar ook het succes van veel eenvoudiger casual games bevestigt dit.

GfK: Totale TV verkopen in Nederland per type TV

13.5 Thema’s van de toekomst: Entertainmenton-demand, 3D en Connected TV Begin 2010 zijn de thema’s van de toekomst met de deelnemende partijen doorgesproken. Gekozen is om kennisopbouw rond een aantal specifieke thema’s prioriteit te geven. Video-on-demand is een belangrijk thema, maar ook de nieuwe technologisch gedreven ontwikkelingen. Dit zijn enerzijds de introductie van 3D-stereoscopische tv in Nederland en anderzijds de mogelijke diensten en toegevoegde waarde die ontstaan doordat steeds meer televisieschermen uitgerust zijn met een directe internetverbinding met voldoende bandbreedte voor hoge kwaliteit videodiensten (‘Connected TV’). Was in 2009 eigenlijk alleen UPC serieus aanbieder van video-ondemand, in 2010 zijn daar veel partijen bijgekomen, als Ziggo, Tele2, ‘Fiber to the Home’-partijen, maar ook partijen als MovieMaxx en Videoland. De industrie heeft geleerd van iTunes dat een betaalvariant voor het illegaal downloaden wel degelijk een serieus alternatief is voor consumenten, mits de diensten gemak, betrouwbaarheid en niet te veel beperkende maatregelen met zich meebrengen. Op het gebied van muziek was 2010 natuurlijk ook het jaar dat Spotify in Nederland zijn diensten lanceerde (zie daarvoor het verslag van CMC xxx). Maar het gaat veel verder. Ook in de gameindustrie is een game zonder online variant vrijwel ondenkbaar

140

iMMovator Cross Media Network

Hetzelfde voltrekt zich nu rond video- en filmgebaseerde diensten. Muziekclips, Uitzending Gemist (catchup-TV) en een uitgebreid filmaanbod vinden inmiddels hun weg naar de consument in hoge kwaliteit en de consument blijkt er volop voor open te staan. Maar het aanbod moet goed zijn, kwantitatief en kwalitatief, moet betaalbaar zijn en een zeer gemakkelijke gebruikerservaring bieden. Nu steeds meer partijen daarin slagen en steeds meer huishoudens keuzevrijheid krijgen van wie ze wel of niet de diensten willen gebruiken, zal die concurrentieslag volop gaan woeden met de consument én de contentindustrie als grote winnaar. Nog even doorbijten en ‘Entertainment-on-Demand’ waar en wanneer de consument maar wil, tegen een acceptabele betaling, is een feit. Eindelijk. Het bijzondere van 3D-televisie is dat deze ontwikkeling veel sneller gaat dan verwacht. Voor omroepen en distributiepartijen zijn de benodigde aanvullende investeringen beperkt. En ook aan de consumentenkant zijn veel van de moderne HD-settopboxen in staat om 3D-beelden door te geven. Als de consument beschikt over een 3D-geschikt beeldscherm, dan kan hij volop genieten van de 3D-beelden. Uiteraard zijn er nog wel een paar aanloopproblemen rond standaarden, de verschillende 3D-systemen, de compatibiliteit van verschillende 3D-brillen en 3D-schermen, maar in deze zijn onvergelijkbaar met de investeringen die indertijd nodig waren om doorgifte van HD mogelijk te maken. De consumentenelektronica doet inmiddels haar uiterste best om de 3Dschermen als ‘the next big thing’ aan de man te brengen en feitelijk koopt de consument een top HD-scherm dat ook in staat


is om 3D-producties te laten zien. Want daar zit het echte probleem: hoe stimuleren we dat er meer producties in 3D worden gerealiseerd? Niet alleen is dat een kwestie van kosten en investeringen, maar 3D vergt ook een nieuwe manier van werken, een nieuw vakgebied (‘de stereograaf’) en letterlijk een nieuwe dimensie in het maken van producties. Producenten, omroepen, facilitaire partijen, regisseurs, cameramensen, editors krijgen hier allemaal direct mee te maken en helaas is de technologie nog niet genoeg uitgekristalliseerd en gestandaardiseerd om het een kwestie te maken van de knoppen wat anders draaien. In de film- en animatiesector is 3D inmiddels volledig omarmd, mede dankzij de digitalisering van de bioscopen en de extra ‘box office’-opbrengst voor 3D-films (met Avatar als lichtend voorbeeld voorop). Op televisiegebied neemt het aantal producties rap toe in landen om ons heen, als Engeland, Frankrijk, Duitsland en natuurlijk de Verenigde Staten. Sport, concerten, theaterproducties blijken uitermate geschikt om in 3D te registreren en bieden echt meerwaarde voor de kijkers. Maar in Nederland ontbreken de budgetten om daarin mee te gaan. Om te voorkomen dat de achterstand in kennis, ervaring en producties in Nederland verder gaat achterlopen, heeft iMMovator met marktpartijen in 2010 het platform 3DNL opgericht en de eerste 3D Dagen georganiseerd. Elders in het jaarboek kunt u hier meer over lezen. De belangstelling vanuit de sector is groot, maar we staan pas aan het begin. Op naar de nieuwe dimensie.

Dat het televisiescherm een prachtige basis voor videocentrische diensten is, laat zich raden. Maar wat gebeurt er als je aan de uitzending kanaalspecifieke of programmaspecifieke triggers kunt meegeven die bij alle connected tv’s dezelfde functie triggeren? Een enorme vereenvoudiging van interactieve diensten die niet meer provider-specifiek hoeven te worden ingeregeld en precies zo vormgegeven en opgezet kunnen worden zoals de omroep of programmamaker dat wilde. Navigeren van/naar programma’s wordt veel simpeler, chatten met vrienden over het lopende programma, achtergrondinformatie, additionele informatie, statistieken, graphics, gerelateerde video’s, noem maar op. Het is zo gek niet te bedenken en zal komende jaren veel gemakkelijker en gebruikersvriendelijker worden. En de strijd tussen distributeurs, omroepen en derde partijen om de gunst van de consument begint zich opnieuw volop af te tekenen. Het worden spannende jaren!

13.6 Projecten ter versterking van de keten: HD, 10-10-10 en Luidheidsnormalisatie Naast de meer in het oog springende nieuwe technologieprojecten heeft iMMovator ook oog voor de praktischer zaken. HD was natuurlijk het thema van afgelopen jaren en heeft inmiddels volop zijn weg gevonden binnen de televisiesector en bij de consument thuis. Maar we kunnen ook eerlijk zijn dat het aantal ‘echte’ HDproducties nog lang niet zo ver is als iedereen wel zal willen. Soms heeft het met het materiaal te maken, maar meestal is het een kwestie van budgetten, geld en contracten. Iedere partij in de keten probeert er tenminste niet slechter van te worden en helaas houdt dat een grootschaliger toepassing van HD nog tegen. Het onderwerp blijft op de agenda, maar de rol van iMMovator lijkt in dit kader zo goed als uitgespeeld. De technologie is onder controle, de keten is ervoor ingericht, HD is marktrijp. Nu is het verder aan de markt om te bepalen hoe snel echte HDprogrammering een voldongen feit zal zijn voor alle televisieuitzendingen.

Scene uit Avatar

Zo mogelijk is Connected TV een nog spannender ontwikkeling dan 3D, maar op een heel ander vlak. Afgelopen jaren was er natuurlijk al een toename van ‘internet’diensten die ook gewoon via het televisiescherm konden worden gebruikt, aangeboden door de kabel- of telecompartij waarbij men een abonnement had, of via een mediaplayer waarbij het televisiescherm kon worden opgenomen in het thuisnetwerk of via rechtstreekse ‘over-the-top’ diensten als Philips NetTV en vergelijkbare portaldiensten van Samsung, Sony, Panasonic en andere schermleveranciers. Iedere dienst heeft zijn eigen mogelijkheden, voordelen, kansen en beperkingen, vooral door de vele achterliggende contracten die door de dienstenaanbieder geregeld moeten worden. Maar de trend is onmiskenbaar: ook het televisiescherm wordt een volwaardige internetterminal en de consument zal zelf kiezen welke diensten hij graag via dit scherm tot zich neemt en waarvoor hij liever gebruik maakt van zijn computer, zijn laptop, zijn tablet of zijn mobiele telefoon.

GfK: Platte TV & HD TV Huishoud Penetratie

Daarnaast is 2010 natuurlijk het jaar van het project 10-10-10. Elders wordt hier al uitgebreid over geschreven, maar voor het Ketenoverleg en vooral ook voor de omroepen een wezenlijke stap in de verdergaande digitalisering en digitale workflows en in het steeds verder uitbannen van de tape als drager. IMMovator

Hoofdstuk 13. De crossmediasector en innovatie

141


heeft het project gefaciliteerd door met de marktpartijen tot een pragmatische standaard te komen voor digitale aanlevering van content. Eind 2010 wordt daar nog een instrumentarium bij ontwikkeld om de overdracht van metadata tussen partijen te vereenvoudigen. Een project en ontwikkeling die mede mogelijk is gemaakt door directe financiering van NPO, RTL, SBS, de regionale omroepen en iMMovator. Als laatste een project dat zich afgelopen jaren op de achtergrond heeft ontwikkeld en in 2011 volop naar de voorgrond zal komen: het project Loudness of Luidheidsnormalisatie. Het klinkt wellicht niet zo sexy, maar het project richt zich erop dat eindelijk de dynamiek van audio weer kan terugkeren in televisie-uitzendingen. Het maakt bovendien een eind aan de jarenlange ergernis over te harde commercialblokken, geluidsniveauverschillen binnen programma’s, tussen programma’s, tussen commercials, maar ook tussen verschillende zenders. Nederlandse technici als Richard van Everdingen en Eelco Grimm hebben afgelopen jaren veel tijd en energie geïnvesteerd om met de European Broadcasting Union (EBU) een standaard hiervoor te ontwikkelen, en afgelopen zomer kon die standaard op Europees niveau worden bekrachtigd. En zoals het er nu naar uit ziet, zal de standaard zelfs wereldwijd worden overgenomen. Een ongekend succes voor beide heren en voor Nederland, maar uiteindelijk voor programmamakers en kijkers. De dynamiek van audio zal eindelijk weer terugkeren in televisie-uitzendingen. 2011 wordt het jaar van implementatie, waarbij iMMovator zich zal inspannen om die implementatie zo goed mogelijk te ondersteunen zodat de nieuwe standaarden zo snel mogelijk industriebreed kunnen worden doorgevoerd. Meer informatie over Expertgroep Digitale Televisie via www.immovator.nl/expertgroep-digitale-tv

13.7 Nederland Digitaal in Verbinding Sinds haar ontstaan hebben er in de broadcastindustrie al talloze veranderingen plaatsgevonden, bijvoorbeeld van zwart/wit naar kleur en van een-vier-drieverhouding naar breedbeeld en van SD naar HD. Met de komst van het digitale tijdperk werden er vele nieuwe technieken geïntroduceerd waarbij niet alleen veranderingen bij de consument noodzakelijk zijn, maar ook bij de hele industrie daarachter.

wordt. Door binnen de branche slim digitaal samen te werken, kunnen ondernemers sneller en flexibeler inspelen op veranderende markten. Middels de publicatie ‘Van koerier tot glas’ wil NDiV in overleg met de industrie een voorstel doen voor een standaard. Er hebben bij meerdere partijen vraaggesprekken plaatsgevonden om te spreken over hun visie op uitwisseling van content. Er zijn tien grote partijen aan het einde van de broadcastketen aangesproken. Daarnaast is er informatie over de werkwijze van kleinere partijen uit het NDiV-project gebruikt om een goed beeld te kunnen geven van de huidige stand van zaken in de broadcastindustrie. De rapportage van dit onderzoek, gepubliceerd in ‘Van koerier tot glas’, vormde een aanzet tot een ander project van iMMovator: 10-10-10.

13.8 10-10-10 Naar een volledig gestandaardiseerde bestandsoverdracht binnen de AV-sector Het project 10-10-10 richt zich op het opheffen van belemmeringen bij samenwerking binnen de Nederlandse audiovisuele industrie. Daartoe heeft het project sluitende afspraken gemaakt met partijen binnen de industrie om over te gaan naar volledig filebased werken. Vanaf 10 oktober 2010 is de markt breed geïnformeerd over de aanbevolen werkwijze van bestandsoverdracht. Naast deze aanbevolen werkwijze biedt het project handreikingen aan toeleveranciers en gebruikers. Op 12 oktober 2010 werd de eerste versie van de aanbeveling voor digitale bestandsoverdracht gepresenteerd aan de sector tijdens een informatiebijeenkomst. De officiële aftrap vond plaats tijdens het Cross Media Café op 12 oktober. Op twee gebieden zijn activiteiten ontplooid: het opstellen van een aanbeveling voor de uitwisseling van bestanden en het creëren van connectiviteitsmogelijkheden voor alle betrokkenen.

Het brancheprogramma van Syntens, Nederland Digitaal in Verbinding, richt zich op een innovatie die al langer in de pijplijn zit: filebased uitwisseling van videomateriaal. Deze techniek is sneller, betrouwbaarder en flexibeler dan tapebased uitwisseling. Het interpreteren en transcoderen voor de vaak bestandsgebaseerde interne workflow kost momenteel meer tijd en geld dan nodig doordat niet elke organisatie op dezelfde manier handelt. Om optimaal gebruik te kunnen maken van filebased uitwisseling is het zaak de bestandsgebaseerde workflows van organisaties naadloos op elkaar te laten aansluiten. Het opstellen en naleven van een uitwisselingsnorm biedt hier een uitkomst. Syntens helpt via het brancheprogramma van Nederland Digitaal in Verbinding deze innovatie op weg. IMMovator is vanwege haar ledennetwerk en expertise op gebied van media betrokken bij dit brancheprogramma. Uit deze samenwerking is de publicatie ‘Van koerier naar glas’ ontstaan waarmee digitaal werken gestimuleerd

142

iMMovator Cross Media Network

V.l.n.r.: Josbert van Rooijen (SBS Broadcasting), Hank van de Loo (RTL), Jaap Bond (Gedeputeerde Economische Zaken van de Provincie Noord-Holland), George Freriks en Freddy Otten (beiden van iMMovator) bij de aftrap van 10-10-10


D E Z E L F D E TA A L SPREKEN “SBS ondersteunt van harte de aanbevelingen van het 10-10-10project. Deze zorgen ervoor dat iedereen in de Nederlandse AV-industrie dezelfde taal spreekt. Op deze wijze kan door een breed geaccepteerde en snelle invoering geprofiteerd worden van de vele voordelen van tapeloos uitwisselen.” Josbert van Rooijen, manager Broadcast & IT van SBS

Aanbeveling Technische Uitwisseling In toenemende mate verdwijnen tapes uit de productieprocessen in de audiovisuele industrie. Uitwisseling van content door middel van het versturen van bestanden (filebased) wordt steeds belangrijker. Standaardisatie van de bestandsuitwisselingen leidt tot een hogere efficiency in de processen van de ontvangende partijen. Bestanden hoeven niet langer omgezet te worden naar het formaat dat wordt gehanteerd in het proces van de ontvangende partij. Op het gebied van standaardisatie is het doel van project 10-10-10 om te komen tot een vastgelegde aanbeveling voor bestandsuitwisseling, die door alle partijen wordt geadopteerd. In de aanbeveling zijn zaken als videoformaten, audioformaten, metadata, connectiviteit en security geregeld. De opgestelde aanbeveling voor bestandsoverdracht is te downloaden vanaf de iMMovator website via www.immovator.nl/101010.

Connectiviteitsmogelijkheden Bij het uitwisselen van bestanden in de audiovisuele industrie dient rekening te worden gehouden met snelheid van verbindingen, betrouwbaarheid en security van de bestandsoverdracht. Nog niet alle partijen in de sector beschikken over de juiste tools om bestanden over te dragen. Project 10-10-10 heeft het doel om bestandsoverdracht mogelijk te maken voor iedereen binnen de audiovisuele industrie. Om deze reden wordt binnen het project informatie verzameld en vastgelegd over de eisen die aan verbindingen en bijbehorende protocollen voor bestandsoverdracht worden gesteld. Deze informatie is vastgelegd in een flyer die te downloaden is vanaf www.immovator.nl/101010. Daarnaast worden de aanbieders van deze verbindingen geïnformeerd over de aanbevelingen uit project 10-10-10 zodat zij ondernemers die volgens deze aanbeveling gaan werken snel van dienst kunnen zijn.

report en alle aanvullende geschreven informatie waaraan we vandaag de dag gewend zijn. Deze gebruikersinterface wordt door het project 10-10-10 ontwikkeld en ter beschikking gesteld zodra deze gereed is.

Informatiebijeenkomsten Na het startsein op 12 oktober 2010 is project 10-10-10 begonnen aan een roadshow door de AV-industrie in Nederland. Zo werden er informatiebijeenkomsten georganiseerd in Amsterdam en Hilversum, en was 10-10-10 te gast bij Dutch Guild en de AV Techniekdagen. De aanbeveling werd met interesse in ontvangst genomen. Met belangstelling werd kennis genomen van de metadata tool en er kwam constructieve discussie op gang over het gekozen videoformaat.

Metadata Metadata is net zo veelomvattend, en dus ingewikkeld als je het als organisatie zelf wilt maken. Project 10-10-10 heeft, op basis van een reeks interviews in de breedte van de Nederlandse audiovisuele sector, een model voor een aanbevolen werkwijze opgesteld. De werkwijze sluit enerzijds aan bij de operationele behoefte in Nederland en anderzijds bij internationale standaardisering. Dat laatste is van groot belang als de uitwisseling in de toekomst ook met bronnen en afnemers buiten Nederland gaat plaatsvinden. Door een zorgvuldig uitgewerkte gebruikersinterface moet het uiteindelijk allemaal net zo eenvoudig worden als het recording

Hoofdstuk 13. De crossmediasector en innovatie

143


144

iMMovator Cross Media Network


14. Beleid en innovatie IMMovator-projecten gericht op innovatiebeleid

Hoofdstuk 14. Beleid en innovatie

145


Naast de events die iMMovator organiseert, zoals de Cross Media Cafés en het MPJC, ontwikkelt iMMovator instrumenten die innovatiebeleid ondersteunen. Daartoe wordt onder andere onderzoek gedaan (Cross Media Monitor), er worden projectideeën aangejaagd (Investeren in Verbindingen), verzamelpanden opgezet (Innovatiecenter) en de lijn tussen het onderwijs en het bedrijfsleven wordt versterkt (iMMovator Academy).

twee van het rapport worden de cijfers geïnterpreteerd en aangevuld met de inhoudelijke visie van Paul Rutten en zijn team. De Cross Media Monitor geeft daarmee inzicht in de trends en economische ontwikkeling van de creatieve industrie en de ICTsector op nationaal, regionaal en lokaal niveau.

Cross Media Monitor 2010 Deel 1: Trends en cijfers

Als expertisecentrum bundelt iMMovator kennis over de crossmediaindustrie. Daartoe doet iMMovator onder andere onderzoek, dat heeft geleid tot twee sectorale publicaties: de Cross Media Monitor en het rapport Investeren in Verbindingen. Deze documenten bieden een overzicht van potentiële kansen binnen de crossmediasector. De onderzoeksrapporten zoals de Cross Media Monitor dienen daarbij als basis voor een innovatiestrategie van overheden. Op basis van de economische structuur van een stad of gebied kunnen verschillende instrumenten ontwikkeld worden om innovatie in de sector aan te jagen. Een veelgebruikt instrument is het Innovatiecentrum, een bedrijvenverzamelpand. Daarnaast hecht iMMovator veel waarde aan de aansluiting van het onderwijs op de industrie. De iMMovator Academy wordt ontwikkeld om de wisselwerking en overgang tussen het onderwijs en het bedrijfsleven te verbeteren. Door middel van events en projecten worden het bedrijfsleven en studenten samengebracht, bijvoorbeeld om te praten over de toekomstvisie op de crossmediasector en om samen te werken aan nieuwe concepten en producten. Daarnaast worden hoogleraren samengebracht in een denktank waar zij vanuit hun kennis een toekomstvisie ontwikkelen voor de sector. Deze levert weer input voor nieuwe projecten en activiteiten van iMMovator.

14.1 Cross Media Monitor De Cross Media Monitor is een analyse van de ontwikkelingen binnen de ICT en creatieve industrie in de Noordvleugel van de Randstad. Crossmediale innovaties en ontwikkelingen concentreren zich bij uitstek in dit gebied en in deze sectoren. Diverse beleids- en bedrijfstrategieën zijn erop gericht deze innovaties en ontwikkelingen te stimuleren of commercieel te benutten. De Cross Media Monitor laat zien waar de creatieve sector staat en wat de belangrijkste ontwikkelingen in de clusters en steden zijn en is daarom bijzonder geschikt als input voor beleids- en bedrijfsstrategieën.

De Cross Media Monitor 2010 – deel 1

146

iMMovator Cross Media Network

De Cross Media Monitor is uitgevoerd door TNO in samenwerking met prof. dr. Paul Rutten (Universiteit Leiden). Werkgelegenheidscijfers vormen de basis van de Cross Media Monitor deel een. De focus ligt op de Noordvleugel van de Randstad, waar beide sectoren sterk zijn geconcentreerd. Het rapport vergelijkt bovendien de top-25 crossmediasteden in Nederland met elkaar. Lokaal zijn grote verschillen zichtbaar. In deel

In 2010 is de derde editie van de Cross Media Monitor uitgebracht. Deel een bevat een overzicht van trends en cijfers over de creatieve industrie en ICT-sector. Ondanks de economische crisis in 2010 blijft de contentindustrie in Nederland groeien en is deze inmiddels de 150.000 banen gepasseerd. De contentindustrie is het sterkst groeiende onderdeel van de creatieve industrie en ICTsector in Nederland. Sinds 1996 bedraagt de gemiddelde jaarlijkse groei maar liefst 3,3% en ook in de jaren 2007-2009 is nog een groei gerealiseerd van ruim 9.500 banen. Gezamenlijk hebben de ICT-sector en de creatieve industrie in Nederland in 2009 met circa 520.000 banen een aandeel van 6,5% in de totale Nederlandse werkgelegenheid. Dat een steeds groter deel van de groei wordt gevormd door zelfstandige professionals en steeds minder door grote bedrijven is een trend die wordt doorgezet. In Amsterdam en Utrecht is tweederde van de nieuwe banen in de creatieve industrie en de helft van de nieuwe banen in ICT wordt vervuld door een zzp’er. Digitale distributie krijgt de overhand en internet neemt een steeds groter deel in de informatieconsumptie. De geproduceerde content vindt via nieuwe kanalen haar weg naar de consument. De ICT-sector stabiliseert zich in Nederland op een totaal van ruim 425.000 banen met sterke verschillen tussen de bedrijfstakken. De softwaresector heeft zich sinds 2006 hersteld van de snelle krimp in de periode 2001-2005. Facilitaire en digitale ICT-diensten groeien door. De klappen vallen in de grafische en de hardwareindustrie. Amsterdam en Hilversum zijn veruit de grootste ‘content’-producerende steden. Niet alleen televisieprogramma’s, maar ook reclame, kranten, tijdschriften en internetsites vallen hieronder. Amsterdam, Utrecht, Almere en Amersfoort zijn grote groeiers, samen goed voor tweederde van de nieuwe banen in de ICT-sector en ruim een derde van de nieuwe banen binnen de creatieve industrie. Amsterdam is en blijft het onbetwiste centrum van de creatieve industrie en ICT-sector met ruim 60.000 banen en met de hoogste werkgelegenheidsgroei van 20.000 banen sinds1996.

Deel 2: Visiedocument In het visiedocument wordt meer duiding gegeven aan de cijfers. Bij de groei in de contentindustrie valt op dat de scheppende bedrijfstakken sterk groeien. De werkgelegenheid in de exploitatiefase – omroepen, uitgeverijen – groeit nauwelijks of loopt zelfs terug. Het is een teken dat het medialandschap kantelt. De geproduceerde content vindt haar weg naar de consument via nieuwe crossmediale kanalen. Crossmedia is een manier van toegankelijk maken van informatie. Ze onderscheidt zich van de oriëntatie op één medium of kanaal doordat ze alle mogelijkheden die het


digitale tijdperk biedt in verschillende denkbare combinaties inzet. Internet is meer dan voorheen de dragende factor van crossmediale formats. Crossmedia is niet louter van toepassing op de mediasector, het is onderdeel van een beweging die geldt voor alle bedrijven en instellingen die relaties met consumenten onderhouden en daarvoor diDe Cross Media Monitor 2010 – deel 2 gitale media benutten. Dienstverlenende bedrijven ontwerpen strategieën om hun klanten te bereiken en bedienen zich daarbij van vergelijkbare formats en dezelfde platforms als mediabedrijven. In gepersonaliseerde diensten wordt aan sociale media en mobiele diensten een belangrijke rol toebedacht. Het internet heeft zich daarmee ontwikkeld tot een open en decentraal platform voor communicatie, samenwerking, innovatie, productiviteitsverbetering en economische groei. Crossmedia is het sturende concept. De crossmediale bedrijvigheid wortelt steeds meer in een netwerkeconomie waarbij minder omvangrijke bedrijven in netwerkconstructies samenwerken om markten te bedienen en te ontwikkelen. De dynamiek van een sector met veel relatief kleine spelers in combinatie met enkele groten, vraagt om meer nadrukkelijke interventies ter bevordering van onder meer samenwerking en informatiedeling. De Noordvleugel is, als concentratiegebied van creatieve industrie en ICT in Nederland, goed gepositioneerd voor de ontwikkeling van innovatieve bedrijvigheid in de crossmedia en heeft met de AMS-IX het grootste internetknooppunt ter wereld. Van economische complementariteit van steden die zowel tot specialisatie als versterking van de gehele Noordvleugel zou kunnen leiden, komt echter weinig terecht. Daarom ligt er in coördinatie van innovatie en specialisatie een collectieve taak die door overheid in samenwerking met branchegerelateerde organisaties opgepakt zou moeten worden.

Deel 3: Games In deel drie van de Cross Media Monitor wordt een eerste inzicht gegeven in de dynamiek van de gamesector in de Noordvleugel van de Randstad. Amsterdam, als creatief hart van Nederland, is koploper in de game-industrie met Hilversum en Utrecht als goede volgers. Hilversum valt op door haar massa in de gameindustrie; hier zijn de grote gamebedrijven gehuisvest. Utrecht stuurt de meeste gameopleidingen aan. In zijn totaliteit is de gamesector echter nog vrij gering met een totaal geschatte omzet van 145 miljoen euro in 2009. Ondanks het feit dat de game-industrie een in het oog springende sector is en wereldwijd inmiddels meer dan vijftig miljard dollar omzet, zijn er nauwelijks onderzoeksresultaten beschikbaar die

de sector en de gamebedrijven in beeld brengen. Ook worden gamebedrijven pas recent in overheidsstatistieken als aparte categorie onderscheiden. Pas sinds 2008 kunnen gamebedrijven zich onder een aparte SBI-code inschrijven bij de Kamer van Koophandel. Uit de Cross Media Monitor blijkt echter dat van de onderzochte gamebedrijven nog geen enkele zich onder deze aparte SBI-code heeft ingeschreven. De Game Monitor heeft daarom gebruik gemaakt van verschillende databases om de gamesector te identificeren. Amsterdam is koploper als er gekeken wordt naar het aantal vestigingen van gamebedrijven. In Amsterdam is 42% van alle gamebedrijven van de Noordvleugel gevestigd en 17% van alle gamebedrijven in Nederland. In Utrecht en Hilversum zijn respectievelijk 28% en 13% van de gamebedrijven gevestigd (12% en 5% van het landelijk totaal). Het gemiddelde gamebedrijf in Hilversum heeft echter meer werknemers dan het gemiddelde bedrijf in Utrecht. Als er gekeken wordt naar het aantal werknemers dat in een stad werkzaam is in de gamesector wordt, dan staat Amsterdam wederom op nummer één, Hilversum op twee en Utrecht op drie. Het merendeel (56%) van de werknemers van gamebedrijven heeft een opleiding gevolgd vanuit een Utrechtse onderwijsinstelling. De focus op gameonderwijs in Utrecht heeft zijn vruchten afgeworpen. De grootste leverancier van werknemers in de game- De Cross Media Monitor 2010 – deel 3 sector is de HKU-KMT, de Hilversumse locatie van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. Maar liefst 36% van de gamewerknemers in de Noordvleugel heeft hier gestudeerd. De positie van Amsterdam, Hilversum en Utrecht als gamesteden is volgens Ton van Mil, directeur iMMovator, vooral te danken aan de synergie tussen deze steden. “Amsterdam, traditioneel het creatief hart van de sector trekt vanzelfsprekend veel gamebedrijven aan. Hilversum is sterk in opschalen en efficiënt produceren, een verworvenheid uit de mediasector. Utrecht heeft een sterk overheidsbeleid gericht op starters en gameopleidingen. Gezamenlijk leveren de steden een goed vestigingsklimaat voor de gamebedrijven. In zijn totaliteit is het volume van de gamesector in Nederland nog gering, met een totaal geschatte omzet van 145 miljoen euro in 2009, rond de 170 bedrijven en bijna 2300 medewerkers. De bedrijven zelf schatten een jaarlijkse groei in van 25%. Overheidsbeleid kan helpen de sector verder te laten groeien en samenwerking tussen de steden is daarbij van groot belang. Gezien de omvang van de sector is voorzichtigheid in het aantal gameopleidingen van belang. Er worden landelijk veel meer mensen opgeleid dan de gamesector, ook met een groei van 25% per jaar, kan absorberen.”

Hoofdstuk 14. Beleid en innovatie

147


Harry van Dorenmalen opent de Investeren in Verbindingen-brainstormsessies

14.2 Investeren in Verbindingen Investeren in Verbindingen is een project dat bestaat uit een event en een publicatie. Doel is om tijdens het event met een groep van zestig mensen, vanuit de trend van digitalisering, verbindingen met verschillende thema’s en domeinen van innovatie en ondernemerschap te formuleren. Deze verbindingen worden na de bijeenkomst uitgewerkt tot een publicatie en in projectvorm via tal van institutionele en persoonlijke netwerken gerealiseerd. In 2006 heeft de eerste Investeren In Verbindingen-sessie plaatsgevonden. Prof. dr. Walter Hoogland was voorzitter van het kernteam. Tachtig deelnemers uit de ‘triple helix’ van overheid, onderzoek en ondernemerschap zijn in 2006 gekomen tot drie actielijnen met daarbinnen elf acties. Hieruit zijn projecten als Breednet, Dutch Media Hub en Expertgroep Digitale Televisie voortgekomen. Deze projecten versnellen innovatie in de creatieve economie en dragen bij tot een economische versterking vanuit ICT. In 2010 werden specifieke verbindingen gelegd met duurzaamheid, mobiliteit, zorg, media, infrastructuur en e-science. Investeren in Verbindingen 2010 keek naar grensoverschrijdingen tussen thema’s en ontwikkelt een agendaVisiedocument uit 2006 bepalende visie op een aantal grensoverschrijdende thema’s en vernieuwende projecten die gedreven worden door digitalisering. Het doel is niet om compleet te zijn, maar om die grensoverschrijdende clusters te vinden die een verschil gaan maken in een meer en meer digitaliserende samenleving en daar projecten bij te formuleren. Het doel is om concrete projecten te formuleren die tenminste twee thema’s met elkaar verbinden. Niet alle thema’s en onderdelen zijn binnen een termijn van enkele jaren te realiseren, sommige worden verwacht nog twee decennia in beslag te nemen, maar er zijn op elk thema onderdelen te formuleren die wel binnen één tot vijf jaar tot een deelresultaat leiden waarmee het thema en onderdeel verder gebracht worden.

148

iMMovator Cross Media Network

In verschillende subsessies werd dieper ingegaan op de onderwerpen

Naast concrete projecten zijn derhalve criteria, ‘stippen aan de horizon’, geformuleerd, op basis waarvan nieuwe projectideeën in de jaren die komen kunnen worden getoetst. De zes thema’s met inleiders zijn: • Duurzaamheid: Jan-Willem Tellegen (van Green IT Amsterdam Region) en Ger Baron (van AIM) • Media: René Delwel (van United Broadcast Facilities) en Ton van Mil (van iMMovator) • Infrastructuur: Eric Heemskerk (van Vancis/SARA) en Erik Huizer (van TNO) • E-Science: Cees de Laat (van de UVA) en Walter Hoogland (van de UVA) • Zorg: Floor Bos (van EZDA) en Yolanda Gagliardi (van iZovator) • Diensteninnovatie: Bart Nieuwenhuis (van Exser) en Jose Laan (van Syntens) De openingssprekers Harry van Dorenmalen en Joris van Heukelom zijn te zien via: http://vimeo.com/album/1458574 De inleidingen van elk van de zes thema’s zijn te zien via: http://vimeo.com/album/1458578 De terugkoppelingen van elk van de zes thema’s zijn te zien via: http://vimeo.com/album/1458580

De presentaties van de sprekers zijn terug te zien op vimeo.com


Van de tientallen projecten die naar voren zijn gekomen tijdens Investeren in Verbindingen zijn de twintig meest concrete projecten kort uitgewerkt en opgenomen in de publicatie. De tien meest aansprekende/noodzakelijke/realiseerbare projecten zijn verder uitgewerkt en voorzien van budgetten, tijdslijnen e.d. In 20112012 zal een aantal van deze projecten gerealiseerd worden middels de betrokken netwerken. De meest aansprekende projecten zijn: • Ecosysteem diensteninnovatie • Green datacenters • E-science valorisatiecentrum • E-science social media prediction project • E-science media-analyse project • Cloud data centrum onder Nederlands recht • Secure internet en netneutraliteit • Createnet • Testbed voor mediaontwikkelingen • Persoonlijk gezondheidsdossier • Skills-lab voor POH-ers

In de werkruimte van CELL

afstuderen. In 2010 waren er twee leerbedrijven: GNR8 in Haarlem en CELL in Hilversum. GNR8 is tot stand gekomen in samenwerking met Hogeschool Inholland. Daarnaast biedt iMMovator studenten van de Hogeschool Utrecht werkruimte en opdrachten op het Media Park, in het kader van CELL. De samenwerking tussen het onderwijs en het bedrijfsleven zorgt ervoor dat theorie en deskundigheid bijeenkomen. Per opdracht worden de vereiste competenties/disciplines bijeengebracht in een projectgroep. Deze interdisciplinaire aanpak leert de studenten over de muren van het eigen vak heen te kijken en is een belangrijke voorwaarde voor innovatie. Opdrachtgevers zijn veelal afkomstig uit het crossmediaveld maar zijn daarbinnen zeer divers. Opdrachten variëren van het verbeteren van een website tot het onderzoeken en ontwikkelen van een communicatieplan. Naast het werken aan de concrete projecten leveren de studenten ook een bijdrage aan het runnen van het Leerbedrijf, bijvoorbeeld door bij te dragen aan de externe communicatie.

Afsluiting Investeren in Verbindingen: op zoek naar crossovers

14.3 Innovatiecentra Een van de succesvolle concepten van iMMovator is het Cross Media Innovation Center. Deze unieke formule mobiliseert en stimuleert de innovatiekracht in de ontwikkelingsfasen van de student naar het ondernemerschap. De combinatie van en samenwerking in de drie ontwikkelingsfasen stimuleert het samenspel van enthousiasme, ervaring, kennis en professie.

• De winst voor de studenten is het ervaren van ondernemerschap en het in teams kunnen werken aan daardoor grotere en complexe opdrachten. • De winst voor de opleidingsinstituten is dat zij teruggekoppeld krijgen wat er schort aan de curricula, en een pakket van workshops kunnen overnemen van het Leerbedrijf. • De winst voor de ondernemers is dat ze grotere en complete opdrachten kunnen plaatsen zonder zich te hoeven bekommeren over het huisvesten en begeleiden van een team van studenten.

De formule van het Cross Media Innovation Center (innovatiecentrum) faciliteert de drie ontwikkelingsfasen van veelbelovende student via kansrijke starter naar jonge innovatieve ondernemer. Doel hiervan is om de samenhang tussen deze drie fasen zodanig te versterken dat het geheel als een krachtige innovatiemotor gaat functioneren. De fasen worden binnen het Cross Media Innovation Center als volgt ingevuld:

Fase 1: Leerbedrijf De eerste ontwikkelingsfase vindt plaats in het Leerbedrijf. Een leerbedrijf is een bedrijf waarin studenten uit het hoger en middelbaar beroepsonderwijs in een interdisciplinaire omgeving innovatieve opdrachten voor (MKB) ondernemers uitvoeren. Het betreft opdrachten in het kader van een keuzesemester, stage en

Studenten van GNR8 in actie tijdens de GNR8 Liveshow

Hoofdstuk 14. Beleid en innovatie

149


GNR8 Student Generated Media – in 2010 In 2010 heeft GNR8 gewerkt aan een aantal speerpunten en is daarin geslaagd. Deze speerpunten zijn het verder versterken van haar positie in de lokale creatieve industrie, het helpen van lokale ondernemers en het stimuleren van ondernemerschap bij de studenten. Verhuizingen De vestigingen Amsterdam en Haarlem zijn in 2010 verhuisd naar creatieve hotspots. Sinds eind augustus zit GNR8 Haarlem op de Gonnetstraat 26. Deze broedplaats vormt de spil in het grotere project ‘nieuwe energie op de creatieve as’ om de Haarlemse creatieve industrie te versterken. Amsterdam is op haar beurt verhuisd naar Pakhuis de Zwijger aan het IJ en knalt het nieuwe jaar in met deze nieuwe locatie en met prachtige partners als het MediaGilde van de Waag.

nemers worden ondersteund in de startfase van hun bedrijf. Er wordt op deze manier gebouwd aan een hechte samenwerking tussen Leerbedrijf en Starterscentrum. Met de organisatie van kennisoverdracht, de ervaringsuitwisseling en de georganiseerde netwerkverbanden ontstaat er zo een broedplaats voor nieuw ondernemerschap. In Haarlem werkt iMMovator mee aan de netwerkvorming en kennisdeling tussen bedrijfsleven en opleidingen binnen de Haarlemse creatieve industrie. Hiervoor zijn verschillende workshops en bijeenkomsten georganiseerd in de regio Haarlem. Netwerk023 is het netwerk voor bedrijven in de media, reclame en internet met als bindende factor Haarlem. Het netwerk is geïnitieerd door Urbanology, Wazooky, Blutarsky en GNR8. Thuisbasis van het netwerk is de internetsite: www.netwerk023.nl. Omdat enkel een

GNR8 was officieel satellietlocatie van TEDx Amsterdam, en opende de deuren voor geïnteresseerden om de stream of een deel van de stream te bekijken. Projecten Ook dit jaar deden de studenten van GNR8 weer verslag van grote evenementen. GNR8 heeft actief deelgenomen aan het World Congres on Information Technology (WCIT2010), de Creative Company Conference in de Philharmonie te Haarlem, Picnic2010, Mediapark Jaarcongres en de 3D Dagen. Met de samenwerking met de Associate Degree Crossmedia zijn in één klap zes ondernemers verder geholpen met de ontwikkeling van de crossmediale formats. Met het vaste team in Haarlem is er hard gewerkt aan diverse projecten. Onder andere een magazine voor de iPad en een browsergame. De nulversie van How to film is inmiddels af. Aan de hand van dit concept overweegt opdrachtgever Helemaalloos Producties plaatsing in de App store of een nieuwe versie. Weer een goed jaar, waarin vele opdrachtgevers verder zijn geholpen, middels een project, een brainstormsessie, inspiratiesessie, of een goed contact! Niet alleen bij opdrachtgevers maar ook binnen Inholland zelf is veel vraag naar de kennis die bij GNR8 is opgedaan!

Website van Netwerk023

online netwerk niet voldoende is, wordt er om de twee maanden een netwerkborrel gegeven in een van de vele netwerklocaties in Haarlem, zoals de Lichtfabriek, Philharmonie of de Gonetstraat. Een van de belangrijkste reden van de oprichting is het gemis van een netwerk voor freelancers, ondernemers en studenten die werkzaam zijn in de creatieve industrie van Haarlem. Het netwerk vult dit gat en biedt zowel online als offline de mogelijkheid dat creatieven elkaar ontmoeten. Daarnaast biedt het netwerk voor studenten die starten in de creatieve industrie een goede startlocatie om in contact te treden met dé creatieve bedrijven.

Op de hoogte blijven van GNR8? Schrijf je dan in op de wekelijkse nieuwsbrief: www.gnr8.nl/nieuwsbrief

Fase 2: Starterscentrum De tweede ontwikkelingsfase vindt plaats in het Starterscentrum. Er zijn twee starterscentra: een in Hilversum (Mediacentrum op het Media Park) en een in Haarlem. Veelbelovende (groepen van) studenten en jonge ondernemers kunnen in aanmerking komen voor een starterhuisvesting. Naast het aanbieden van betaalbare huisvesting wordt gewerkt aan een programma waarbij de onder-

150

iMMovator Cross Media Network

Innovatie Awards: Maarten Terpstra (Netwerk023) met winnares van de Netwerk023-Innovatie Award Tamara van Witzenburg (Calanza) en Wiegert Mulder (Rabobank Haarlem)


N E T W E R K 023 Netwerk023 heeft als doel om de creatieve industrie te ondersteunen, te versterken en te ontwikkelen. Dit doet het netwerk zowel offline als online. Offline met workshops, paneldiscussies en netwerkbijeenkomsten; online door het bieden van een community platform, waar leden eenvoudig in contact kunnen treden. Experts bloggen, en evenementen staan aangekondigd. Groei Het ledenaantal is dit jaar weer stevig gegroeid. Het aantal staat nu op 1.456 leden. Opkomst bij de workshops is dit jaar ook aanzienlijk gestegen. Vooral de expertpanel discussies doen het goed. 2010 is een jaar geweest met veel workshops over social media for business. Vooral de workshops Blogging, LinkedIn en Facebook for business werden als zeer bruikbaar ervaren. Met handige tips hoe je het beste je LinkedIn profiel kunt opmaken en gebruiken, hoe je nieuwe klanten kunt werven en dingen die je niet moet doen. Naast social media zijn er ook workshops met topics als ‘doe-het-niet-zelf’ en ‘durf te vragen’ gegeven. Piek event! Netwerk023 is partner van de Creative Company Conference, een dag voor dit event gaf keynote-spreker Scott Belsky een exclusieve lezing voor het selecte gezelschap van dertig leden. De opening van Gonnet 26 was een mooie gelegenheid om de Innovatie Award uit te reiken. De prijs ging naar Calanza, een dienst voor het beheer van je online profielen bij overlijden. Netwerk023 gaat er ook in 2011 weer voor zorgen dat er een hoop kennis wordt overgedragen aan haar leden. In de meeste gevallen gratis met een afsluitende borrel.

Fase 3: Snel groeiende ondernemers De derde fase is het snel groeiende innovatieve bedrijf. Naast fysieke ondersteuning biedt iMMovator de bedrijven toegang tot haar uitgebreide netwerk van contacten op directieniveau van alle relevante bedrijven in de crossmediasector. Hiermee wordt de

groeisnelheid van de bedrijven bevorderd. Daarnaast weten financiële instellingen en participatiefondsen via iMMovator hun weg te vinden naar bedrijven die extra kapitaal willen inzetten.

14.4 IMMovator Academy IMMovator Academy is een nieuw project onder de iMMovatorvlag. Eerder heeft iMMovator de BreedNet- en Dutch Media Hubprojecten voortgebracht. Beide zijn gericht op het bedrijfsleven in de crossmediasector. Als iMMovator constateren we dat de wisselwerking tussen onderwijs- en kennisinstellingen en het bedrijfsleven in de crossmediasector op onderdelen aardig werkt, maar op andere gebieden onvoldoende ontwikkeld is. Onderdelen die redelijk werken zijn stage- en afstudeeropdrachten voor HBOstudenten. Onderdelen die onvoldoende ontwikkeld zijn, zijn bijvoorbeeld kennisontwikkeling en het ontwikkelen van een toekomstvisie voor de sector. Dit is deels terug te voeren op de nieuwheid van de crossmediasector. Het is nog geen volwassen industrie waarin allerlei overlegorganen zijn ontstaan waar dergelijke programma’s normaliter worden afgestemd en ontwikkeld. De iMMovator Academy coördineert vier onderdelen:

Denktank De denktank bestaat uit hoogleraren op het gebied van media die een lange strategische horizon ontwikkelen. Beeldvormend en richtinggevend voor toekomstige activiteiten, waarbij sociaaleconomische, culturele en technische ontwikkelingen betrokken worden. De denktank heeft de ambitie om het raadgevend instituut te worden voor de mediasector in Nederland.

Masterclasses Beeldvormende en professionaliserende masterclasses voor beslissers en leidende professionals in crossmediaorganisaties, gegeven door vooraanstaande denkers in de industrie. IMMovator is in 2010 gestart met een serie masterclasses en workshops. Meer daarover is te lezen in het hoofdstuk ‘Over iMMovator’.

Twenty Best Practises Studententeams analyseren uitdagende problemen binnen vooraanstaande bedrijven en brengen vernieuwende oplossingen aan.

The Media Future Week Lezingen en masterclasses van internationaal vooraanstaande denkers voor een groep van honderd studenten en vijftig docenten van vijf verschillende HBO-opleidingen.

14.5 The Media Future Week

Tijdens een van de netwerkbijeenkomsten van Netwerk023

Het doel van het project is om voorlopers in de ontwikkeling van de creatieve industrie op het gebied van crossmedia, social media, casual gaming en serious gaming hun gedachten en kennis te laten delen met studenten, lectoren en kenniskringleden. Bestaande evenementen zoals TED en de lokale variant TEDx, PICNIC en de Xmedialab zijn vooral gericht op bedrijfsleven en professionals en bieden nauwelijks ruimte aan studenten. The

Hoofdstuk 14. Beleid en innovatie

151


honoursprogramma, of behoren op een andere wijze tot een groep studenten die een extra verdieping/moeilijkheidsgraad aan hun opleiding hebben toegevoegd. Een aantal van de hogescholen heeft een formeel honoursprogramma, een aantal is bezig dit te ontwikkelen, bij een aantal zullen de studenten geselecteerd worden uit een minor, of uit de groep die verbonden is aan de kenniskring en daarmee blijk heeft gegeven van diepgaander interesse in het vakgebied.

The Media Future Week: studenten van verschillende opleidingen werken samen tijdens diverse inhoudelijke sessies

Media Future Week is een meerdaags event dat specifiek gericht is op studenten. De ambitie is om met de bundeling van studenten van verschillende opleidingen voldoende massa bij elkaar te brengen om een uitzonderlijk hoogstaand programma te kunnen samenstellen. Daarbij delen de studenten kennis met mensen die voor hen normaliter niet beschikbaar zijn. Buiten plenaire lezingen neemt iedereen deel aan vier masterclasses. In die masterclasses kan de spreker in aanvulling op zijn voordracht van ongeveer één uur dieper op zijn theorieën ingaan. In twee sessies van drie uur gaat de spreker met steeds vijfentwintig mensen dieper in op de materie. Sprekers zijn internationaal toonaangevend in vakgebieden die direct te maken hebben met of van grote invloed zijn op communicatie via verschillende media. Sprekers worden aangedragen door deelnemende opleidingen (wenslijst), door de aan iMMovator gelieerde hoogleraren, of door andere sprekers. Sprekers kunnen uit Nederland komen of uit het buitenland. Specifiek interessant zijn inzichten van sprekers uit culturen die minder snel ontdekt worden via het internet. Dit kunnen bijvoorbeeld sprekers zijn uit landen met een niet-westers schrift waardoor hun websites minder toegankelijk zijn, of uit niet-Engelssprekende landen waardoor ze in de media in het algemeen minder publiciteit genieten. Het idee is de kenniskringen sprekerswenslijsten te laten opstellen en vervolgens te bekijken of we die sprekers naar het congres kunnen halen. Een lector of ander vooraanstaand lid van de kenniskring kan optreden als spreker als hij aan de algemene eisen (internationaal aansprekend) voldoet.

Studenten en lectoren Van elke opleiding zijn één of meer lectoren en leden van de kenniskring betrokken bij het programma. Dit om de kennisoverdracht ook richting andere studenten van hun opleiding te bestendigen, maar ook om zelf deel te nemen en hun eigen kennishorizon te verbreden en te verdiepen. Lectoren wordt gevraagd welke sprekers zij in het programma opgenomen zouden willen zien en hun bijdrage te leveren aan het programma. De deelnemende studenten worden geselecteerd door de hogescholen. De studenten nemen op de opleiding deel aan een

152

iMMovator Cross Media Network

Van groot belang is dat de deelnemende studenten middels studiepunten, of anderszins formeel worden beloond voor hun deelname. Omdat er per opleiding maar plaats is voor twintig studenten, zullen andere studenten van dezelfde opleiding bij de hogeschool zelf gedurende de week een alternatief programma moeten volgen. Hier dient de hogeschool zelf de organisatie van te verzorgen.

Locatie en setting De tijdsduur van het programma bedraagt één week. Het programma wordt eenmaal per jaar georganiseerd op een aansprekende locatie met voldoende mogelijkheden om het gehele programma onder te brengen. Dit betekent dat er presentatie-, overleg-, verblijfs- en overnachtingsruimtes moeten zijn. Een locatie met complete mogelijkheden is derhalve vereist. De setting is er een van openheid en beschikbaarheid om tot het optimale resultaat te komen. Geen groepen tegenover elkaar, maar ieder zijn eigen focus en delen leidt tot meer. De setting zal daar ook geschikt voor moeten zijn, met open toegankelijke projectruimten en een optimale begeleidende organisatie bij wie studenten coachingssessies kunnen boeken. Alle deelnemers worden door de organisatie als individuen behandeld, zonder te kijken naar de achterliggende opleiding. Iedere deelnemer is vrij om zich in te schrijven voor elke masterclass die hem interesseert. Er zal geen koppeling zijn tussen een opleiding en een masterclass. Van de twaalf verschillende masterclasses die er te volgen zijn, volgt elke deelnemer er vier, er is daarmee ruim voldoende keuze om een interessant programma voor iedere deelnemer samen te stellen.

The Media Future Week 2011 Gezien de planning van de verschillende minorenprogramma’s en honoursprogramma’s is een eerste organisatie in het voorjaar van 2011 ambitieus. Meewerkende hogescholen hoeven vooralsnog alleen overeenstemming te bereiken over een gezamenlijke week, de rest van het programma wordt in de loop van de tijd ingevuld. Deelnemende hogescholen reserveren in de periode maart-april 2011 gelijktijdig een roostervrije week voor twintig geselecteerde studenten om deel te nemen aan The Media Future Week. Voor de eerste The Media Future Week is het thema ‘social en crossmedia, casual en serious gaming’ en zijn de volgende hogescholen betrokken: NHL, NHTV, Inholland, Hogeschool Utrecht, HKU-KMT, Saxion, Windesheim, HvA, Hogeschool Rotterdam.


15. Over iMMovator Netwerkorganisatie, expertisecentrum, projectbureau

Hoofdstuk 15. Over iMMovator

153


Uit de voorgaande hoofdstukken blijkt hoe divers de activiteiten van iMMovator zijn. Van Cross Media Cafés via onderzoeksrapporten zoals de Cross Media Monitor tot projecten zoals BreedNet. Deze diversiteit past goed bij het dynamische karakter van de crossmediasector en bij het type organisatie dat iMMovator wil zijn. Lees in dit hoofdstuk meer over iMMovator.

Cross Media Cafés zijn de plek bij uitstek om op de hoogte te raken van de stand van zaken in de crossmedia-industrie. Het is een plek om snel te leren van de ervaringen van anderen en daarover met anderen in gesprek te raken. Nieuwe business cases, veranderingen in de sector en marktonderzoeken zijn een aantal van de onderwerpen die binnen een thema aan bod komen. Elk Cross Media Café is georganiseerd rond een bepaald thema.

15.1 Missie Het iMMovator Cross Media Network is een netwerkorganisatie die zich richt op het versterken van de crossmediasector met de nadruk op innovatie en economisch rendement. Dit gebeurt door kennisdeling, kennisvergaring en het organiseren van contactmomenten tussen bedrijven, overheden en kennisinstellingen. Daarnaast versterkt iMMovator de rol van de crossmedia-industrie als innovatiemotor voor andere economische en maatschappelijke sectoren. Innovatieve concepten die door crossmediabedrijven zijn ontwikkeld, kunnen bijvoorbeeld toegepast worden in de zorg. Denk aan games en simulatie ter bevordering van het revalidatieproces. Als netwerkorganisatie brengt iMMovator verschillende partijen bij elkaar om kennis uit te wisselen over de nieuwste ontwikkelingen binnen de crossmedia-industrie. Tijdens deze bijeenkomsten is er altijd ruimte om te netwerken waardoor nieuwe verbindingen tussen organisaties kunnen ontstaan. Als expertisecentrum vergaart iMMovator, vaak in samenwerking met andere partijen, ook zelf informatie over de sector: waar liggen innovatiekansen en hoe kunnen we die benutten? Om nieuwe ontwikkelingen te versnellen en innovatiekansen te benutten organiseert iMMovator geregeld projecten gericht op specifieke onderwerpen. IMMovator is daarbij vaak de aanjager en initiator van innovatie en brengt daarbij partijen samen om nieuwe verbindingen te leggen. Ten slotte stimuleert iMMovator ondernemerschap door haar activiteiten af te stemmen op het MKB.

De setting van een Cross Media Café

De bijeenkomsten zijn grootschalig opgezet en vinden plaats in een mediaomgeving zoals een studio op het Mediapark. Een aantal presentaties van experts wordt gevolgd door een paneldiscussie onder leiding van een deskundige dagvoorzitter. Het panel wordt gevuld met vooraanstaande personen uit de crossmediaindustrie. Ook is er elke keer een pitchronde waarin startende bedrijven hun product of dienst kort presenteren. In de pauze en tijdens de borrel kan er met deze bedrijven verder gepraat worden tijdens het democafé. De bedrijven kunnen zich bij een statafel presenteren aan de bezoekers. Doorgaans komen er zo’n 300 leden uit het netwerk op de Cross Media Cafés af. Meer informatie (ook voor actuele thema’s en data) op: www.immovator.nl/crossmediacafe

Mediapark Jaarcongres Het Mediapark Jaarcongres is een jaarlijks terugkerend inspiratieen netwerkevent voor crossmedia professionals. In tegenstelling tot de Cross Media Cafés waar elke keer een specifiek thema centraal staat, probeert het Mediapark Jaarcongres de belangrijkste nieuwe ontwikkelingen in de crossmedia-industrie in volle

15.2 Netwerkorganisatie Als netwerkorganisatie organiseert iMMovator een aantal activiteiten om kennisdeling tussen bedrijven, overheden en kennisinstellingen te bevorderen. Het organiseren van deze contactmomenten gebeurt in Cross Media Cafés, 3D Dagen, het Mediapark Jaarcongres en als ondersteuning van postdoctorale opleidingen. In 2010 is iMMovator ook begonnen met het organiseren van verschillende workshops en masterclasses.

Cross Media Cafés De Cross Media Cafés zijn vakbijeenkomsten waarin leden van het iMMovator Cross Media Network in korte tijd worden bijgepraat over een relevante ontwikkeling in het crossmediaveld.

154

iMMovator Cross Media Network

Maurice de Hond wordt geïnterviewd tijdens MPJC2010


breedte te presenteren. Het congres biedt in één dag een overzicht van de belangrijkste nieuwe mogelijkheden met presentaties van topsprekers, interessante interviews en videoreportages. In 2010 is dit congres voor de derde keer georganiseerd door iMMovator, Beeld en Geluid en de Media Academie in samenwerking met een groot aantal partners. Lees meer over het Mediapark Jaarcongres in hoofdstuk 6. Meer informatie op: www.mpjc.nl

3D Dagen Er is grote behoefte aan meer expertise op 3D-gebied. Om die reden nam iMMovator (na de organisatie van twee succesvolle edities van de HD Dagen in 2008 en 2009) samen met het platform 3DNL het initiatief om de eerste editie van de 3D Dagen te organiseren. Op 22 en 23 november kwamen de film-, game- en televisiebranche bij elkaar om te praten over de laatste ontwikkelingen op het gebied van 3D. Op 22 november bezochten ongeveer tweehonderd bezoekers het plenaire congres in CineMec in Ede. Daarnaast bekeken ruim vijfhonderd mensen de livestream van het programma. De tweede dag bezochten honderd mensen (een van) de workshops en het 3D LiveLab. De reacties waren positief: 3D heeft de toekomst, maar er moet ook nog veel gebeuren en onderzocht worden. Tijdens de 3D Dagen kwam dat in verschillende aspecten naar voren: de laatste cijfers en trends, do’s & don’ts, films, televisie, advertising, en meer... Een verslag is terug te lezen in hoofdstuk 11. Meer informatie op: www.3ddagen.nl

Er zijn in 2010 vier workshops georganiseerd: 9 april 2010 – No budget marketing Bas Bongers van Syntens gaf de eerste workshop over No budget marketing. Daarbij wordt uitgegaan van de eigen kracht, niche en autoriteit. Dit houdt in dat er niet primair advertentieruimte ingekocht wordt, maar gezocht wordt naar andere manieren om met de doelgroep in contact te komen. En dat alles voor een heel laag budget. Deze workshop gaf inzicht in de nieuwe trends op marketinggebied maar was ook een hands-on workshop waarmee de eigen marketingplannen aangescherpt kunnen worden. 26 augustus 2010 – Internationaal ondernemen In deze workshop kwamen verschillende sprekers aan bod die je kunnen helpen bij internationaal ondernemen of daar zelf ervaring in hebben. Nasrat Popal en Marco de Jong (van NL EVD Internationaal) gaven een introductie over starten met internationaal zakendoen en hoe NL EVD Internationaal daarbij kan helpen. Daarnaast vertelde Hans de Jong (van de KvK Gooi-, Eem- en Flevoland) over het nut van handelsmissies, Prepare2start als steun in de rug voor ondernemers en de ondersteuning van de KvK. Justus Verkerk is directeur Nasrat Popal (NL EVD Internationaal)) van FCCE dat wereldwijd filmcontent, formats en programma’s verkoopt en distribueert. FCCE heeft een kantoor in Amsterdam en Singapore maar werkt ook met agenten. Justus Verkerk vertelde over zijn ervaringen, misverstanden, culturele verschillen en hoe een internationale markt te veroveren valt. 11 oktober 2010 – Online zakendoen in vogelvlucht, Juridische kwesties en merkenrecht Meinske van Heerwaarden en Linda Eijpe van Skoop Advocaten legden tijdens deze workshop uit dat bij online ondernemen diverse juridische kwesties spelen. Wat mag er wel en niet in het kader van de nieuwe spamwetgeving? En wat zijn de implicaties voor social media? Waar moeten goede algemene voorwaarden op een

George Freriks interviewt San Fu Maltha tijdens de 3D Dagen

Workshops In het kader van de versterking van de crossmediasector is iMMovator in 2010 gestart met het organiseren van workshops. Het doel is om door middel van voorlichting kennis te delen over ondernemerschap en innovatie. De workshops zijn professionaliserend en worden in samenwerking met partner Syntens georganiseerd. De workshops zijn hands-on en met vijftien à vijfentwintig deelnemers per workshop bieden deze – in tegenstelling tot de Cross Media Cafés – ruimte voor inbreng van eigen vragen en cases. De workshops hebben een praktische insteek zoals nieuwe mogelijkheden van marketing met gebruik van social media, do’s & don’ts bij internationale groei, of juridische aandachtspunten bij het leveren van een online dienst.

Gebruik van andermans merk in Adwords: wat mag wel en niet?

Hoofdstuk 15. Over iMMovator

155


website aan voldoen? En hoe zit het met de aansprakelijkheid bij user-generated content? Hoe komt contractvorming tot stand? Daarnaast vertelde Peter Keppels van B-GRIP over merkenrecht, een belangrijk issue bij online ondernemen. Als ondernemer wil je jouw merk beschermen, ook online. Wat betekent dit voor de merknaamkeuze? En hoe zit het met domeinnamen? Wat houdt dit in voor het gebruik van merken in social media en online advertising? 2 december 2010 – Voorlichting over goedkoper research doen met behulp van WBSO Jan Willem Hiddink van AgentschapNL vertelde op 2 december over de mogelijkheden van de WBSO regeling, de meest gebruikte subsidieregeling voor technologische bedrijven. AgentschapNL (de overheid) steunt innovatieve bedrijven om research en ontwikkeling goedkoper uit te voeren. Dit betekent dat voor R&Dmedewerkers minder loonbelasting hoeft worden afgedragen. Plannen voor workshops in 2011 Voor 2011 worden zeven workshops ingepland, de eerste twee zijn al geagendeerd: • 25-1-2011: Acquisitie zonder als een verkoper te klinken, hoe doe je dat? • 15-3-2011: Juridische kwesties rondom user-generated content

Masterclasses Vanuit het iMMovator-project iMMovator Academy zijn er in 2010 twee masterclasses georganiseerd. Waar workshops vooral praktisch en hands-on zijn, zijn masterclasses vooral inspirerend en visievormend. Ze geven niet direct antwoord op praktische vragen ten aanzien van strategie en ontwikkeling. Maar omdat de masterclasses dieper ingaan op actuele mediaontwikkelingen helpt het mensen bij het ontwikkelen van hun eigen visie en positie in de veranderende sector van de media. De masterclasses worden gegeven door een master: iemand met aanzien en een trackrecord op het onderwerp. De master kan uit een specifiek bedrijf komen, maar kan ook een hoogleraar zijn met een baanbrekend onderzoek, of een consultant die op bestuursniveau organisaties helpt met nieuwe dienstenontwikkeling.

26 mei 2010 – Mobiele marketing en mobiel betalen Gegeven door Jeroen van Glabbeek, Judith van Loon en Pieter Slagter van CM Het gaat erg hard met mobiele technologie. Het Cross Media Café over mobiel in 2009 trok de meeste bezoekers ooit, GfK stelt dat de verkoop van smartphones in 2009 met 100% is gegroeid en in 2010 zal de groei doorzetten. Tweakers publiceerde dat in 2009 200% groei in mobiel dataverkeer heeft plaatsgevonden. Applicaties als Twitter, Foursquare en Layar bouwen verdienmo- Judith van Loon (CM) dellen in hun technologie om een betaalde markt te creëren op mobiel. Toen de masterclass werd gehouden, was de iPad in Nederland nog niet gelanceerd maar inmiddels is al duidelijk dat een compleet nieuwe markt – niet alleen voor devices, maar ook voor content – is gecreëerd. Wat daarnaast opviel, was dat in Afrikaanse landen mobiele diensten zoals bankieren een veel snellere adoptiecurve hebben dan in Nederland omdat breedbandinternet daar minder ontwikkeld was en ze geen last hebben van de wet van de remmende voorsprong. Met een mooie quote van Bill Gates ter afsluiting:

De masterclass is vooral gericht op beslissers, productmanagers en business developers in de media. De masterclasses worden gemiddeld bezocht door twintig à dertig mensen en bieden daarmee ruimte voor discussies. Er zijn in 2010 twee masterclasses georganiseerd: 2 februari 2010 – ‘Derde’ geldstromen met e-commerce Gegeven door Alexandra Jankovic van Spark & Co Alexandra Jankovic vertelde over uitgevers die zoeken naar extra geldstromen. Traditioneel hebben uitgevers hun adverteerders en hun abonnementen als inkomsten. Je ziet dat er steeds meer derde geldstromen gezocht worden, onder andere door e-commerce activiteiten. Ook andere bedrijven die een bepaald bereik hebben, kunnen nieuwe geldstromen met e-commerce creëren. Wat zijn de wetmatigheden, succesfactoren en wat werkt absoluut niet? Wat zijn uw mogelijkheden voor nieuwe geldstromen? Worden deze al benut door organisaties? Wat zijn de ervaringen en waar lopen bedrijven vast?

156

iMMovator Cross Media Network

Plannen voor masterclasses in 2011 In 2011 zal in de programmering van de masterclasses ook geprobeerd worden om buitenlandse sprekers te programmeren, in synergie met het Mediapark Jaarcongres en de iMMovator Academy. Tevens zal de masterclass gebruikt worden om ook domeinen die verder van de innovatie rond televisie en radio liggen te behandelen, zoals bijvoorbeeld de veranderende wereld voor uitgevers van kranten en boeken.

15.3 Expertisecentrum Als expertisecentrum bundelt iMMovator kennis over de crossmedia-industrie. Onderzoek heeft geleid tot twee sectorale publi-


caties: de Cross Media Monitor en het rapport Investeren in Verbindingen. Deze documenten bieden een overzicht van potentiële kansen binnen de crossmediasector. Meer over deze publicaties kunt u lezen in hoofdstuk 14. Daarnaast brengt iMMovator op kwartaalbasis een monitor uit over de introductie en toepassing van digitale tv in Nederland. Naast deze onderzoeken ondersteunt iMMovator gemeenten bij hun innovatiebeleid door middel van adviesrapporten en het opzetten van innovatiecentra. Zo zijn er centra in Hilversum en Haarlem en worden er ook in Almere plannen gemaakt voor een dergelijk pand. Meer over dit concept is te lezen in hoofdstuk 14 over beleid en innovatie. Naast een expertisecentrum voor gemeenten kan iMMovator ook gezien worden als een expertisecentrum voor bedrijven en onderwijsinstellingen. De kennis die tijdens de events van iMMovator wordt verzameld, wordt op diverse plekken gepubliceerd en beschikbaar gemaakt voor de sector. Online, op www.immovator.nl, zijn de presentaties, video’s, foto’s en verslagen van vrijwel alle bijeenkomsten nog eens rustig terug te lezen. In 2011 zal door middel van een redesign van de website gekeken worden hoe deze kennis beter geëtaleerd kan worden. Met het project iMMovator Academy maakt iMMovator zich sterk voor de aansluiting tussen het onderwijs en het bedrijfsleven. In 2010 organiseerde iMMovator al diverse masterclasses om de sector te laten genieten van de kennis van masters en kwam de denktank voor het eerst bij elkaar. In 2011 zal de iMMovator Academy meer vorm gaan krijgen met de organisatie van The Media Future Week in mei en met het regelmatiger bij elkaar komen van de denktank. Meer over de iMMovator Academy is te lezen in hoofdstuk 14.

15.4 Projectbureau Naast de kernactiviteiten zoals de Cross Media Cafés en de Cross Media Monitor initieert iMMovator-projecten. Deze projecten zijn erop gericht innovatie te stimuleren en brengen overheden, kennisinstellingen en het bedrijfsleven bij elkaar. Om verbindingen te leggen, samenwerking te bevorderen, kennisuitwisseling te stimuleren en partijen te mobiliseren rond een bepaald thema. IMMovator heeft projecten gestart als Ketenoverleg Digitale Televisie (zie hoofdstuk 13), BreedNet (zie hoofdstuk 8), Dutch Media Hub (zie hoofdstuk 7) en is verder penvoerder voor de IPC(Innovatie Prestatie Contracten)-regeling (zie hoofdstuk 13). Door deze brede invulling van haar rol kan iMMovator goed anticiperen op kansen en ontwikkelingen in de crossmediasector. IMMovator Cross Media Network maakt latente vragen en innovatiekansen expliciet en neemt initiatieven waar bij participanten, bedrijven, kennisinstellingen, overheden en andere partijen in de crossmediasector behoefte aan blijkt.

15.5 De organisatie IMMovator is een netwerkorganisatie en bestaat grotendeels uit zelfstandige professionals. Deze vormen het projectbureau en de kern van de uitvoeringsorganisatie. IMMovator kent een bestuur dat afgevaardigd wordt vanuit de in iMMovator participerende be-

drijven, overheden en kennisinstellingen. Deze werkvorm maakt ons flexibel, biedt de mogelijkheid te werken met de beste mensen uit het veld en sterk resultaat gedreven. Het kernteam van iMMovator blikt hieronder terug op tien jaar iMMovator. Ton van Mil (directie) “Werken voor iMMovator is een voorrecht. IMMovator maakt het mogelijk onbeperkt kennis op te doen en deze belangeloos te delen met eenieder die dat wil. IMMovator maakt het daarmee ook mogelijk concurrenten samen te brengen en nieuwe samenwerkingsvormen te ontwikkelen. Wanneer ik terugkijk op de afgelopen tien jaar dan is voor mij Creatieve As Woensdag een keerpunt. Met de betrokkenheid en het beleid van toenmalig gedeputeerde van Economische Zaken van de Provincie Noord-Holland waren we ineens in staat om grote projecten te verwezenlijken en inhoud te geven aan onze visie.” Freek van ’t Ooster (financiën en programma’s) “In de afgelopen tien jaar iMMovator waren er vele hoogtepunten. Een speciale voor mij is het project Craftworld waarbij we de televisie en de gamewereld bij elkaar brachten. Vier teams uit de gameen televisiesector hebben onder de naam Craftworld negen maanden gewerkt aan een concept dat gaming met televisie integreert. Voor de eerste keer in Nederland werd zo’n proces gevolgd én uitgewerkt. Het traject werd eind 2006 succesvol afgesloten met het Congres Craftworld: the art of television and gaming. Het project bracht wat teweeg in de sector, en voor mij kwam toen het besef dat we in staat waren projecten te organiseren die écht iets betekenen.” Monique van Dusseldorp (organisatie events) “In de geschiedenis van iMMovator organiseren we nu vijf jaar Cross Media Cafés. Voorheen organiseerden we wel bijeenkomsten, maar deze waren nog niet zo groot als de Cross Media Cafés nu. Dat er vijfhonderd mensen afkwamen op het eerste café in een studio was voor mij een groot succes. Het gaf ons ook de bevestiging dat er in de sector behoefte is aan dergelijke events.” George Freriks (senior consultant) “Ik vind het leuk om bij iMMovator betrokken te zijn omdat er een mentaliteit heerst van aanpakken en doen. Veel innovatieclubs kletsen alleen maar en bij iMMovator worden echt dingen in beweging gezet en dat inspireert. Mijn hoogtepunt was de IBC Show van 2010, waarbij we Dutch Media Hub flink op de kaart hebben gezet.”

Hoofdstuk 15. Over iMMovator

157


Arno Bouwens (projecten) “In de afgelopen tien jaar heeft iMMovator veel voor elkaar gekregen. Van regionale incubator tot (inter)nationaal expertisecentrum. Voor mij was het Cross Media Café over Streaming Media een hoogtepunt. Goed onderwerp, goede timing, interessante sprekers, sterk programma. Daarnaast heb ik zelf de afgelopen tijd veel plezier beleefd aan het begeleiden van bedrijven binnen de IPC-regeling.”

Charlot Schrijvers (projectbureau) “IMMovator organiseert een grote hoeveelheid zeer diverse projecten. Bijzonder vind ik de energieke en ondernemende sfeer waarmee het werk verzet wordt. Mijn hoogtepunt was de uitbreiding van ons kantoor in het Mediacentrum. Naast de eerste verdieping huizen we nu ook op de derde verdieping. Het opzetten van de nieuwe opzet van een projectbureau die daaraan gepaard gaat, is een mooie uitdaging.”

Frank Visser (projecten) “Het bijzondere aan iMMovator is de combinatie van het team. Bij iMMovator draagt iedereen bij, ieders bijdrage is van substantiële invloed op het eindresultaat en iedereen neemt verantwoordelijkheid voor zijn eigen bijdrage aan dat eindresultaat. Dat heeft al tien jaar lang tot gevolg dat veel initiatieven slagen, en waar dat niet lijkt te lukken, ze snel worden vervangen door kansrijker projecten.”

Het BreedNet-kernteam bestond in 2010 uit Jan Zonjee, Niek de Jong, Charlot Schrijvers en Jiska Weggeman.

Marlies Hakvoort (communicatie) “In de tien jaar dat iMMovator bestaat, zijn er veel successen behaald. Voor mij was de eerste editie van het Mediapark Jaarcongres daar één van. Vol enthousiasme en energie begonnen we een paar maanden van tevoren met de organisatie van dit event, zonder te beseffen wat er allemaal wel niet bij kwam kijken. Een paar maanden knallen, en uiteindelijk hebben we een bijzonder goed congres neergezet met positieve reacties. Voor mij persoonlijk was de NAB2010 een hoogtepunt. Een beurs in het buitenland, en daarna vast komen te zitten vanwege de IJslandse aswolk. Het was spannend, maar we hebben het overleefd!” Sieneke Croes (communicatie, Dutch Media Hub) “Tien jaar iMMovator is tien jaar kennis delen, door samenwerking bruggen bouwen, de weg naar bedrijfssucces voor innovatieve starters mogelijk maken en voorop lopen als het om innovatie gaat. Nog maar net aan boord hoop ik dat ik deel uit kan maken van het iMMovator-team dat de komende tien jaar nog meer mensen kennis laat maken met het fenomeen iMMovator en de mogelijkheden. Want dat het meer is dan het Mediapark Jaarcongres en de Cross Media Cafés weten veel mensen, maar nog lang niet iedereen!” Het projectbureau dat iMMovator ondersteunt, bestond in 2010 uit Simone Smid, Charlot Schrijvers en Nicole Rutten. Aan het einde van 2010 namen we afscheid van Simone Smid en Nicole Rutten, en verwelkomen we Ellen Klein.

158

iMMovator Cross Media Network

Het BreedNet-kernteam

“Na de succesvolle afronding van het eerste BreedNet-project is in 2010 gestart met de uitrol van glasvezel in Noord-Holland Noord. Met ons enthousiaste team zijn we aan de slag gegaan om de vraag en het aanbod in deze regio te bundelen, ondernemersbijeenkomsten te organiseren en de website te updaten. We raken steeds meer in de ban van Noord-Holland Noord en gaan ervan uit dat BreedNet ook hier een succes zal worden!” Bestuur Het bestuur bestaat uit de volgende personen: • Bob Verburg (voorzitter) • Gaston Crolla (penningmeester) • Dirk Minne Vis (lid) • Gerard Mohring (lid)

15.6 Participanten IMMovator zou niet kunnen bestaan zonder de steun van participanten. Zij maken het mogelijk dat iMMovator in staat is om interessante events te organiseren, bijzondere projecten op te zetten en de kennis uit de sector te bundelen en op grote schaal beschikbaar te maken. Het is dankzij hen dat u gratis Cross Media Cafés kunt bezoeken, en dat het bijwonen van een congres als het Mediapark Jaarcongres niet honderden euro’s kost. Het is dankzij hen dat projecten als BreedNet en Dutch Media Hub van de grond kunnen komen en bekend raken bij de relevante partijen. Dankzij hen kunnen we de crossmediasector blijven monitoren en zien we dat deze nog steeds groeiende en kansrijk is.


Dit jaar zijn er drie nieuwe participanten toegetreden, waar we erg blij mee zijn. ECP was al een vaste partner bij het verslagleggen van de Cross Media Cafés en heeft in 2010 de stap naar participant gemaakt. TNO en GfK traden tegelijkertijd toe in februari. De kennis van GfK en TNO gebundeld met de expertise van iMMovator zorgt voor een mooie combinatie en nieuwe inzichten waarmee we de crossmediasector van dienst kunnen zijn. Maar naast deze drie nieuwe participanten wil ik ook de andere participanten hartelijk bedanken voor hun steun dit afgelopen jaar. We zijn blij dat jullie ons blijven steunen bij wat we doen. Dankzij de verschillende achtergronden van onze participanten is het voor iMMovator ook mogelijk om relevante crossovers te leggen. En we zoeken de landsgrenzen op. Zo heeft Curaçao ons gevraagd om onderzoek te doen naar de creatieve en ICT-industrie daar en de rol van Curaçao in de Zuid-Amerikaanse economie. Met TCN zijn we in Groot-Britannië actief bij het opzetten van een innovatiecentrum. Met Dutch Media Hub trokken we al aandacht in Hollywood. Terugkijkend op 2010 kan ik concluderen dat het een mooi jaar is geweest. Zo gingen lopende projecten in stijgende lijn door. Daarnaast zijn er veel nieuwe projecten gestart, waaronder 10-10-10 en 3DNL. Ook organiseerde iMMovator weer een groot aantal succesvolle bijeenkomsten over actuele thema’s. Een goed jaar, en genoeg nieuwe plannen voor een nieuw jaar. Participanten: bedankt dat jullie met ons meededen dit jaar, en we kijken uit naar een mooie toekomst, met jullie! Bob Verburg Bestuursvoorzitter iMMovator

Gemeente Almere “Almere staat voor een economische schaalsprong. De ambities van B&W Almere, verwoord in de Economische Visie Almere 2030, is om Almere te ontwikkelen tot een complete stad met een eigen identiteit en de concurrentiepositie van de Metropoolregio Amsterdam te versterken. De crossmediasector is een voornaam economisch speerpunt, dat vanuit Almere op (inter-) nationale markten kan worden uitgebouwd vanwege de grote marktdynamiek en de kansrijke positie van Almere. Almere heeft de ruimte en het passende ICT-profiel. In iMMovator ziet Almere een partner om haar economische doelstellingen mede te realiseren.” Frank Halsema Gemeente Almere

Gemeente Amersfoort “In de versterking van onze economische structuur levert de creatieve en innovatieve kracht van de stad en het potentieel daarbinnen een belangrijke bijdrage leveren. Vooral de regionale concentratie van ICT en creatieve industrie zien wij als kans. Om die kans volledig te kunnen benutten, hebben wij een samenhangend programma van activiteiten opgesteld en onder de noemer Amersfoort Innovatief Sterk een aanvraag voor EFROsubsidie ingediend. Passend binnen de ambitie om met de uitvoering van dit programma onze economische kracht verder te versterken waarbij ‘het ontmoeten’ een belangrijk kernelement vormt, participeren wij in iMMovator. IMMovator heeft zich bewezen als een netwerkorganisatie op stedelijk, regionaal en bovenregionaal niveau, die zowel sterk is in het faciliteren van het bedrijfsleven als in het samenbrengen van stakeholders. In de uitvoering van ons programma van activiteiten zullen wij ook zeker een beroep blijven doen op de kracht van iMMovator en daar ondersteuning zoeken.”

Bob Verburg

European Communication Projects

Han Engels Gemeente Amersfoort

“European Communications Project, kortweg ECP, is één van de weinige facilitaire Nederlandse bedrijven met vestigingen in Europa. Eén van onze kerntaken is het archiveren en digitaliseren van (historisch) beeld- en geluidsmateriaal. Wij zien vanuit een breder perspectief het nut van iMMovator als bron van innovatie en inspiratie. Ondernemers in de crossmediasector hebben de grootste moeite om economisch gezond te blijven terwijl ze hun dienstverlening of producten continu moeten aanpassen aan de veranderende vraag. In hun ooghoeken zien zij ook nog eens dat een bedrijf als Facebook meer beurswaarde heeft dan Boeing en vragen zij zich af wat hun vakmanschap, handenarbeid nog waard is. De Cross Media Monitor, de Cross Media Cafés en de vele andere activiteiten helpen zelfstandigen en kleine bedrijven de juiste weg te vinden en verbinden concurrenten met elkaar.”

“De Gemeente Haarlem heeft de ambitie in de Noordvleugel een substantiële speler te zijn binnen de creatieve industrie. Door als participant deel te nemen aan het iMMovator Cross Media Network krijgt de gemeente de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op de ontwikkelingsrichting en de keuze voor projecten. Deelname van Haarlem is onder meer van belang voor de werving van nieuwe fondsen (bijvoorbeeld in het kader van Pieken in de Delta) en met het oog op de extra inzet voor de al in gang gezette projecten. De samenwerking komt vooral tot uiting in het project Nieuwe Energie op de Creatieve As (de doorontwikkeling van het Leerbedrijf in Haarlem en Amsterdam en het Starterscentrum voor de creatieve industrie en de uitbouw van het creatieve netwerk) en in de vraagbundeling ten behoeve van het project BreedNet.”

Mark Janssen Managing Director ECP

Andre Alberga Gemeente Haarlem

Gemeente Haarlem

Hoofdstuk 15. Over iMMovator

159


Gemeente Hilversum “De gemeente Hilversum is van oudsher het centrum van de Nederlandse AV-gerelateerde crossmediasector. Een omvangrijk cluster van meer dan vijfhonderd bedrijven houdt zich bezig met contentproductie, technische realisatie en distributie via verschillende kanalen en platforms. Technologie, devices en mediagebruik van consumenten ontwikkelen zich razendsnel. Dat vraagt van ondernemers voortdurend aanpassingsvermogen, samenwerking en innovatie. De gemeente Hilversum hecht grote waarde aan het behoud, de versterking en verbreding van de crossmediasector als de economische motor van de regio. iMMovator Cross Media Network fungeert als een katalysator: ze brengt kennis en partijen bij elkaar, prikkelt en stimuleert waar dat nodig is.

electronics, IT, entertainment (books, gaming, film/video, music) en telecom en kan op basis van actuele verkopen aangeven hoeveel producten er verkocht zijn, hoe markten ervoor staan en welke trends er gaande zijn.

Via het netwerk worden nieuwe ontwikkelingen en kansen in de mediasector verkend en projecten gerealiseerd. Zo is iMMovator een drijvende kracht achter het project Contenthub. Nederland behoort tot de internationale kopgroep en staat uitstekend voorgesorteerd om zich te ontwikkelen tot de Mediagateway to Europe. Voor de mediabedrijven in Hilversum liggen hier – met de kracht van de Amsterdam Internet Exchange AMS-IX, het grootste internetknooppunt ter wereld en de infrastructuur op de as Amsterdam-Hilversum – uitgelezen kansen. De gemeente Hilversum ondersteunt en werkt samen met iMMovator om ook in de toekomst het centrum van de crossmediasector te zijn.”

“Nederland dient zich te onderscheiden als kennisland waarbij de creatieve industrie binnen de Noordvleugel als een van de belangrijkste speerpunten geldt. Niet alleen blijft ondanks de kredietcrisis een krachtig groeipotentieel opportuun, de spin-off voor de Nederlandse industrie als geheel is cruciaal om je binnen de internationale competitieve dynamiek te onderscheiden.

Jan Rensen Wethouder EZ en Media van de Gemeente Hilversum

GfK Retail and Technology “De samenwerking tussen GfK en iMMovator is het afgelopen jaar sterk geïntensiveerd door het participantschap dat is afgesloten. Naast de bijdragen aan de productie van de kwartaalmonitor Digitale TV, een publicatie van de Expertgroep Digitale Televisie, komt de constructieve samenwerkingsrelatie voornamelijk tot uitdrukking in deelnamen aan het ketenoverleg, de Cross Media Café-sessies en het leveren van bijdragen tijdens het Mediapark Jaarcongres en de 3D Dagen. GfK Retail and Technology is wereldwijd een toonaangevend marktonderzoekbureau dat organisaties helpt hun bedrijfsresultaat te verbeteren. We beschikken continu over de meest actuele verkoopcijfers van meer dan 10.000 retailers en resellers (on- en offline) in Nederland, België en Luxemburg. Met deze informatie kunnen iMMovator en GfK diepgaande analyses van de (media)markt maken en kennis en inzicht in marktontwikkelingen genereren. GfK deelt dan ook de visie dat kennisdelingen tussen het bedrijfsleven, overheid en kennisinstellingen essentieel is en de basis vormt voor het creëren van innovatiekansen. Door de toenemende integratie van radio, televisie, internet, en mobiel (crossmediasector) ontwikkelen markten en producten zich steeds sneller. GfK is actief binnen deze crossmediasectoren zoals consumer-

160

iMMovator Cross Media Network

Ook nieuwe initiatieven omtrent digitalisering van content is voor GfK een belangrijke pijler. De samenwerking hierin met iMMovator en het gebruik maken van elkaars netwerk van bedrijven en organisaties in de (multi)mediasector opent voor beide partijen tal van deuren.” Laurens van den Oever Commercieel Directeur GfK Retail and Technology

Hogeschool Inholland

De aansluiting tussen het bedrijfsleven, de overheid en kennisinstellingen dient nauwkeurig te zijn om talent tot bloei te laten komen en implementatie van het potentieel te bewerkstelligen. Inholland profileert zich bij uitstek als kennisinstelling ten einde het toekomstige talent in de creatieve industrie op te leiden voor verschillende disciplines binnen én buiten haar domein. Als founder van de opleiding Media- en Entertainment Management verbond zij zich als eerste kennisinstituut aan relevante spelers in de markt en stemt sindsdien haar curriculum af op de opleidingsbehoefte van de creatieve industrie. Met iMMovator en GNR8 voorziet Inholland in de vraag naar leerwerkbedrijven om de professionals van de toekomst goed uit te rusten. Studenten leren spelenderwijs innoveren en implementeren nieuwe businessconcepten voor uiteenlopende opdrachtgevers uit de creatieve as van Hilversum tot Haarlem, zodat we die koploperspositie als kenniscentrum kunnen garanderen. Een aansprekend voorbeeld zijn de registraties van TVents, dit is een interactief crossmediaal platform dat zich bezighoudt met het registreren van B2B-evenementen gericht op innovatie, creativiteit en media. De online publicaties worden vastgelegd door middel van traditionele media maar ook met innovatieve tools zoals (live)blogs, twitter en gabcasting. Vanuit onze leerwerkbedrijven leveren wij jaarlijks met trots tien jonge entrepreneurs af. In de toekomst wensen we nog een stap verder te gaan zodat wij ook als incubator een platform bieden voor young professionals.” Gerard Mohring School for Communication, Media & Music Hogeschool Inholland


Hogeschool Utrecht

Media Academie

“Hogeschool Utrecht heeft als één van haar speerpunten Creatieve Industrie. Zij levert door middel van de ontwikkeling van onderwijs en onderzoek een bijdrage aan de ontwikkeling van creatieve industrie binnen de Randstedelijke Noordvleugel. Ze doet dat vanuit een samenwerkingsverband tussen de faculteiten Communicatie & Journalistiek, Economie & Management, en Natuur & Techniek. Concreet realiseert de hogeschool vanaf september 2010 een afstudeerrichting Creatieve Industrie binnen deze faculteiten.

“Als hét opleidingsinstituut voor radio, televisie en crossmedia is de Media Academie al jaren partner van iMMovator. De samenwerking is ontstaan vanuit de gedachte dat beiden in dezelfde branche opereren, branchebreed denken en het stimuleren van kwaliteit, innovatie en inspiratie hoog in het vaandel hebben staan. Uitingen hiervan zijn bijdragen aan het Mediapark Jaarcongres maar ook het uitwisselen van ideeën met andere professionals tijdens de Cross Media Cafés. De samenwerking met iMMovator ervaart de Media Academie als zeer inspirerend en werkt als voedingsbodem bij het ontwikkelen van nieuwe trainingen, seminars en workshops. Wij nodigen dan ook alle iMMovatorleden van harte uit om gebruik te maken van onze trainings- en kennis-expertise in de diverse crossmediagebieden. Spreek ons aan tijdens de Cross Media Cafés of maak een afspraak met een van de Media Academie-professionals, zodat we ook het komende jaar samen innovatieve en inspirerende initiatieven kunnen ontplooien. Voor nadere informatie: www.media-academie.nl.”

In de relatie met iMMovator speelt met name het lectoraat Cross Media Content and Business Models een belangrijke rol. Dit lectoraat trekt de komende tweeëneenhalf jaar de uitvoering van het project Creative Excellerator (CELL), dat met geld van Economische Zaken (Pieken in de Delta) gerealiseerd wordt. IMMovator maakt deel uit van het consortium van dit project. IMMovator is voor de Hogeschool Utrecht een belangrijke netwerkpartner: zij vormt als het ware de hub met het bedrijfsleven in de regio op het gebied van (cross)mediaontwikkelingen.” Désirée Majoor Directeur Faculteit Communicatie & Journalistiek Hogeschool Utrecht

Kamer van Koophandel Gooi- en Eemland “De crossmedia-industrie is één van de drijvende sectoren in de regio. Dat is ook de reden dat de Kamer van Koophandel voor Gooi-, Eem- en Flevoland inmiddels ruim tien jaar geleden mede-initiatiefnemer werd in de oprichting van iMMovator. De kracht van iMMovator zit in het feit dat zij in staat is om te denken vanuit de economische kansen voor de sector. Het gebied waarin iMMovator actief is, strekt zich inmiddels verder uit dan de Metropool Regio Amsterdam. Dit maakt het mogelijk ook zaken op te pakken die een nationale en internationale uitstraling hebben. Een mooi voorbeeld is Dutch Media Hub, een initiatief dat de kennis van het regionale bedrijfsleven bundelt en nieuwe markten aanboort, ook internationaal. Daarnaast zijn er vele initiatieven gericht op het MKB bedrijfsleven, bij uitstek de groep bedrijven waar de Kamer zich voor in zet. Via de rol van de Kamer in onder andere de ICT/Media Tafel in Almere, het EDBA regio Amsterdam en betrokkenheid bij Amersfoort Innovatief Sterk en activiteiten in Hilversum is zij in staat de kracht van iMMovator te versterken. Het stimuleren van het gebruik van kennis uit de crossmediasector in andere sectoren zorgt voor een innovatie-impuls, ook buiten de crossmedia-industrie. De nationale en internationale erkenning van iMMovator als kenniscentrum van de crossmedia-industrie zorgt ervoor dat iMMovator in staat is bij te dragen aan de zo noodzakelijke innovatie in het bedrijfsleven.” Gaston Crolla Manager Regiostimulering Kamer van Koophandel Gooi-, Eemen Flevoland

Marcel van den Berg Directeur Media Academie

Provincie Noord-Holland “Ook het afgelopen jaar is de stichting iMMovator weer een belangrijke partner geweest bij de uitvoering van het Innovatiebeleid van de provincie Noord-Holland. Ik verwacht dan ook voor 2010 hetzelfde. Om internationaal onderscheidend te zijn en te blijven in de AV-industrie, is het van belang de ontwikkelingen in de digitalisering en de crossmedia op de voet te volgen. Met de kennis en het netwerk van iMMovator kunnen we dit waarborgen. Daarom helpen wij iMMovator graag door bijvoorbeeld het Cross Media Expertisecentrum te steunen. Ook maken wij de ontwikkeling van de Dutch Media Hub mede mogelijk. Ik ben zelf een van de initiatoren van de Dutch Media Hub en voor 2011 ga ik ervan uit dat we samen met Immovator aansprekende successen kunnen melden.” Jaap Bond Gedeputeerde Economische Zaken Provincie Noord-Holland

Nederlandse Publieke Omroep “De NPO hecht waarde aan het tijdig informatie uitwisselen met de belangrijke spelers en collegae in de markt op het gebied van produceren, uitzenden en distribueren van radio en tv. En het waar nodig gezamenlijk dieper duiken in de materie en opstellen van aanbevelingen. IMMovator is in staat deze discussie en projecten op een juiste manier te faciliteren, niet in het minst door haar omvangrijke netwerk en plaats in de industrie. Daarnaast zien we meerwaarde in het begeleiden van nieuwe starters op mediagebied en hebben we als participant al een aantal keer gebruik kunnen maken van de diensten van deze starters.” Cees de Bruin NPO

Hoofdstuk 15. Over iMMovator

161


Rabobank “Rabobank stimuleert graag innovatieve initiatieven van iMMovator zoals de Cross Media Monitor. Hiervoor heeft Rabobank een analyse gemaakt van de financiële resultaten van de creatieve branche. Ook waren we hoofdsponsor van het Mediapark Jaarcongres. Dit initiatief van de media waarbij Hilversum ‘op de kaart’ wordt gezet, kan rekenen op onze steun. Als Rabobank zijn we blij dat we in 2010 een actieve rol konden vervullen en we zijn tevreden over de bereikte resultaten. IMMovator biedt mediaondernemers een uitstekend netwerk en stelt ons in staat Rabobank steeds meer te positioneren als dé Mediabank. Rabobank heeft alle trends, kansen, bedreigingen en vooruitzichten voor de creatieve industrie inzichtelijk gemaakt. Raadpleeg hiervoor gratis Rabobank Cijfers en Trends via www.rabobank.nl/cijfersentrends.” Frenk Theunissen Directeur Rabobank Hilversum – Vecht en Plassen

Syntens “Het waarom van de samenwerking met en onze participatie in iMMovator? Met één woord: symbiose. In de crossmediale sector speelt iMMovator een belangrijke en cruciale rol. Met visie, netwerk en kennis ziet iMMovator de kansen in de sector en benut die. Denk aan de samenwerking binnen het EFRO-project iMMovator Cross Media Expertise Centrum waarin we in 2010, 2011 en 2012 het MKB binnen de crossmediale sector nog meer kunnen ondersteunen. Waar iMMovator een projectenbureau is en initieert op basis van visie, vult Syntens aan met praktische ondersteuning door middel van het kosteloos geven van advies en het organiseren van voorlichtingsbijeenkomsten en workshops. Met onze expertise over en netwerken binnen het MKB en relevante stakeholders kunnen we die taak goed aan. Voor ons is die samenwerking essentieel, omdat het ons de MKBer oplevert die wil én kan innoveren in deze prachtige sector. IMMovator ziet de door vaart en passie gecreëerde kansen via onze dienstverlening slagen. Een perfecte symbiose, volgens Van Dale: “Het samenleven van twee ongelijksoortige organismen die daar beide voordeel bij hebben”.” Dirk Minne Vis Creatieve Industrie Syntens Noord-Holland

TCN Media Park “TCN Media Park draagt iMMovator een warm hart toe. Samen met iMMovator konden wij invulling geven aan het huurconcept Mc3 in het Mediacentrum. Dit pand is nu tot de nok toe gevuld met ambitieuze, vaak jonge mediabedrijven en bedrijfjes. Een aantal ervan groeit alweer uit hun jas, waarmee een lobby met de naaste buren be-

162

iMMovator Cross Media Network

gint en vraag ontstaat naar meer vierkante meters ruimte. Laat dat nu juist onze tak van sport zijn... De Cross Media Monitor die iMMovator jaarlijks presenteert, geeft een duidelijk inzicht in de ontwikkelingen van de sector. De Monitor is voor ons een waardevol instrument tijdens gesprekken met potentiële huurders op het Media Park. En tot slot, maar ze mogen ook bovenaan staan: de Cross Media Cafés dragen ertoe bij dat het Media Park spraakmakend op de kaart blijft staan!” Jacco Zwerver Projectmanager TCN Media Park

TNO “TNO is een onafhankelijke onderzoeksorganisatie die op basis van haar expertise en onderzoek een belangrijke bijdrage levert aan de concurrentiekracht van bedrijven en organisaties, aan de economie en aan de kwaliteit van de samenleving als geheel. Met de participatie van TNO in iMMovator wil TNO een bijdrage leveren aan de concurrentiekracht van de crossmediasector. TNO is het afgelopen jaar betrokken geweest bij de Cross Media Monitor, Dutch Media Hub, Investeren in Verbindingen, Cross Media Cafés en het Mediapark Jaarcongres. Verder hebben iMMovator en TNO in het eerste participantenjaar verkend hoe we de komende jaren de kennis van TNO beter kunnen inzetten voor de leden van iMMovator Cross Media Network, jullie gaan daar de komende jaren meer van merken!” Nathalie van Schie TNO ICT

United Broadcast Facilities “Lineaire televisie is een volwassen medium. Interactiviteit en play-out naar allerlei (mobiele) devices vraagt om IT-gedreven oplossingen. In dit domein wordt nog volop gepionierd en zullen door ‘trial and error’ nieuwe successen tot ontwikkeling komen. Als toonaangevend televisiefaciliteitenbedrijf willen wij een actieve bijdrage leveren aan het stimuleren van innovatieve initiatieven. We laten ons graag uitdagen en inspireren door startende ondernemers om daar ook zelf ons voordeel mee te kunnen doen. Daarom zijn we participant in iMMovator.” Markus Bos Directeur United Broadcast Facilities


Register 22tracks Gilles de Smit Hoofdstuk 2. De kracht van muziekcommunities ....................... 22 Vincent Reinders Hoofdstuk 2. De kracht van muziekcommunities ....................... 22 www.22tracks.com 24i Hans Disch Hoofdstuk 4. Van lokaal naar hyperlokaal .................................. 47 www.24i.nl 3D@ Home Rick Dean Hoofdstuk 11. 3D ...................................................................... 115 www.3dathome.org AB Brussel David Zegers Hoofdstuk 2. De kracht van muziekcommunities ....................... 18 www.abconcerts.be/nl ActiveVideo Ronald Brockmann Hoofdstuk 6. MPJC2010: Oog voor het scherm......................... 74 www.activevideo.com ActiveVideo Europe Ronald Brockmann Hoofdstuk 12. Connected TV.................................................... 132 www.activevideo.com A-Film Wilco Wolfers Hoofdstuk 11. 3D ...................................................................... 117 www.a-ďŹ lm.nl AlmereBreedTV Pier Tholen Hoofdstuk 4. Van lokaal naar hyperlokaal .................................. 48 www.almerebreedtv.nl Astra Benelux Bill Wijdeveld Hoofdstuk 11. 3D ...................................................................... 121 www.ses-astra.com AVRO Peter Joziasse Hoofdstuk 1. 10 jaar crossmedia ................................................ 13 Hoofdstuk 9. De Nederlandse audiomarkt: radio voorbij? ......... 97 Koop Geersing Hoofdstuk 9. De Nederlandse audiomarkt: radio voorbij? ......... 97 Tim Moen Hoofdstuk 12. Connected TV.................................................... 133 www.avro.nl

Band On Demand Levie Hofstee Hoofdstuk 2. De kracht van muziekcommunities ....................... 23 BBC Erik Huggers Hoofdstuk 6. MPJC2010: Oog voor het scherm......................... 71 www.bbc.co.uk Beeld en Geluid Maarten Brinkerink Hoofdstuk 4. Van lokaal naar hyperlokaal .................................. 49 Roeland Ordelman Hoofdstuk 6. MPJC2010: Oog voor het scherm......................... 73 http://portal.beeldengeluid.nl Beyond Reality Jeroen Mol Hoofdstuk 10. Game in the city ................................................ 109 www.beyondreality.nl BNN Berend Jan Verheijen Hoofdstuk 6. MPJC2010: Oog voor het scherm......................... 77 www.bnn.nl Brava TV Jur Bron Hoofdstuk 11. 3D ...................................................................... 121 www.bravahdtv.com BT Edwin Hageman Hoofdstuk 1. 10 jaar crossmedia ................................................ 12 www.bt.com Buma/Stemra Matthijs Bobeldijk Hoofdstuk 2. De kracht van muziekcommunities ....................... 25 www.bumastemra.nl Camaramanager Rishi Lodhia Hoofdstuk 6. MPJC2010: Oog voor het scherm......................... 75 www.cameramanager.com Cisco Frank Barens Hoofdstuk 5. Tv wordt weer sociaal............................................ 63 www.cisco.com Cliptoo Wouter Gijsbertsen Hoofdstuk 4. Van lokaal naar hyperlokaal .................................. 49 www.cliptoo.nl

Register

163


CM Jeroen van Glabbeek Hoofdstuk 4. Van lokaal naar hyperlokaal .................................. 50 www.cm.nl

Eurosport Danny Menken Hoofdstuk 6. MPJC2010: Oog voor het scherm......................... 78 http://tv.eurosport.nl

Consumer 3D Experience Lab Phil Lelyveld Hoofdstuk 6. MPJC2010: Oog voor het scherm......................... 77 www.etcenter.org/etc-activities/projects/facilitieslabs/ consumer-3d-experience-lab

Ex Machina Thomas Glas Hoofdstuk 5. Tv wordt weer sociaal............................................ 60 Jeroen Elfferich Hoofdstuk 10. Game in the city ................................................ 109 www.exmachinagames.com

Dailymedia TV Gert Suur Hoofdstuk 12. Connected TV.................................................... 133 www.dailymedia.tv Dance TV Sytze Wiersma Hoofdstuk 2. De kracht van muziekcommunities ....................... 21 www.dancetvhd.com De Telegraaf Bart Brouwers Hoofdstuk 4. Van lokaal naar hyperlokaal .................................. 45 www.telegraaf.nl Dik.nl Vincent Everts Hoofdstuk 12. Connected TV.................................................... 133 www.dik.nl Discovery Marco Gijsen Hoofdstuk 3. Van medium tot winkel .......................................... 33 www.yourdiscovery.com/nl DutchView Georgette Schlick Hoofdstuk 11. 3D ...................................................................... 121 www.dutchview.nl EHPO Niels Aalberts Hoofdstuk 2. De kracht van muziekcommunities ....................... 25 http://eerstehulpbijplaatopnamen.blogspot.com Enchanted Glass Entertainment Peter Rogina Hoofdstuk 11. 3D ...................................................................... 122 EO Gerard den Hertog Hoofdstuk 6. MPJC2010: Oog voor het scherm......................... 78 www.eo.nl Euregionaal Transmedia Netwerk Lucas Vroemen Hoofdstuk 4. Van lokaal naar hyperlokaal .................................. 47 www.transmedianetwork.com

164

iMMovator Cross Media Network

Eyeworks Henk van Meerkerk Hoofdstuk 6. MPJC2010: Oog voor het scherm......................... 78 Hoofdstuk 11. 3D ...................................................................... 120 www.eyeworks.tv Faceit2U Robin Hattink Hoofdstuk 1. 10 jaar crossmedia ................................................ 12 Hoofdstuk 5. Tv wordt weer sociaal............................................ 61 www.faceit2u.com Fu Works San Fu Maltha Hoofdstuk 11. 3D ...................................................................... 118 www.fuworks.com Games Factory Online Jurriaan van Rijswijk Hoofdstuk 10. Game in the city ................................................ 108 http://games-factory-online.nl Gasoline Brothers LĂŠon Geuyen Hoofdstuk 2. De kracht van muziekcommunities ....................... 20 www.gasolinebrothers.nl GfK Retail and Technology Laurens van den Oever Hoofdstuk 1. 10 jaar crossmedia ................................................ 10 Hoofdstuk 6. MPJC2010: Oog voor het scherm......................... 70 Barbara Schouten Hoofdstuk 4. Van lokaal naar hyperlokaal .................................. 44 Hoofdstuk 9. De Nederlandse audiomarkt: radio voorbij? ......... 96 Hoofdstuk 11. 3D ...................................................................... 116 Hoofdstuk 12. Connected TV.................................................... 130 Maikel Verhaaren Hoofdstuk 10. Game in the city ................................................ 106 www.gfkbenelux.nl Hyves Yme Bosma Hoofdstuk 5. Tv wordt weer sociaal............................................ 61 www.hyves.nl


iMMovator Ton van Mil Hoofdstuk 1. 10 jaar crossmedia ................................................ 10 Hoofdstuk 12. Connected TV.................................................... 130 Frank Visser Hoofdstuk 10. Game in the city ................................................ 106 www.immovator.nl Incubate Erik Luyten Hoofdstuk 2. De kracht van muziekcommunities ....................... 24 www.incubate.org Iphion Merien ten Houten Hoofdstuk 12. Connected TV.................................................... 132 www.iphion.nl KRO Frank Weijers Hoofdstuk 3. Van medium tot winkel .......................................... 32 www.kro.nl Layar Claire Boonstra Hoofdstuk 6. MPJC2010: Oog voor het scherm......................... 73 www.layar.com Logica Freek Uijtdewilligen Hoofdstuk 4. Van lokaal naar hyperlokaal .................................. 50 www.logica.nl Lowlands Bente Bollman Hoofdstuk 2. De kracht van muziekcommunities ....................... 24 www.lowlands.nl MAD Multimedia Bas van Haren Hoofdstuk 10. Game in the city ................................................ 108 www.madmultimedia.nl Makayama Vincent Verweij Hoofdstuk 5. Tv wordt weer sociaal............................................ 58 www.makayama.com Mark&Mini Eelco Boers Hoofdstuk 6. MPJC2010: Oog voor het scherm......................... 76 www.markandmini.com Motek Entertainment Michiel Westermann Hoofdstuk 11. 3D ...................................................................... 119 www.motekentertainment.com

Muzar Jeroen Meijer Hoofdstuk 4. Van lokaal naar hyperlokaal .................................. 51 www.www.muzar.org NOS Jan de Jong Hoofdstuk 1. 10 jaar crossmedia ................................................ 13 Roeland Stekelenburg Hoofdstuk 6. MPJC2010: Oog voor het scherm......................... 79 www.nos.nl Novay Ynze van Houten Hoofdstuk 5. Tv wordt weer sociaal............................................ 64 www.novay.nl NPO William Valkenburg Hoofdstuk 5. Tv wordt weer sociaal............................................ 62 Lotte Vergouwen Hoofdstuk 5. Tv wordt weer sociaal............................................ 63 Jan Westerhof Hoofdstuk 9. De Nederlandse audiomarkt: radio voorbij? ....... 100 www.omroep.nl NRC Gert-Jan Oelderik Hoofdstuk 3. Van medium tot winkel .......................................... 36 www.nrc.nl Nulaz Michiel Munneke Hoofdstuk 4. Van lokaal naar hyperlokaal .................................. 49 www.www.nulaz.net Omgevingsscan Remco Dolman Hoofdstuk 4. Van lokaal naar hyperlokaal .................................. 49 www.omgevingsscan.nl One-o-niners Jente Kater Hoofdstuk 9. De Nederlandse audiomarkt: radio voorbij? ......... 98 www.one-o-niners.nl Peil.nl Maurice de Hond Hoofdstuk 6. MPJC2010: Oog voor het scherm......................... 72 www.peil.nl Polaroid Gijs van Leeuwen Hoofdstuk 11. 3D ...................................................................... 120 www.polaroid.com Portmantoo Heleen Groenendijk Hoofdstuk 10. Game in the city ................................................ 110 www.portmantoo.nl

Register

165


Provincie Noord-Holland Jaap Bond Hoofdstuk 1. 10 jaar crossmedia ................................................ 13 Hoofdstuk 7. Dutch Media Hub .................................................. 85 Hoofdstuk 8. BreedNet ......................................................... 88, 89 www.noord-holland.nl que tal tv Klaas Hoogerwaard Hoofdstuk 4. Van lokaal naar hyperlokaal .................................. 47 www.quetaltv.com quidia.nl Robert van der Zwart Hoofdstuk 5. Tv wordt weer sociaal............................................ 63 www.quadia.nl Radio 538 Jan-Willem Br端ggenwirth Hoofdstuk 9. De Nederlandse audiomarkt: radio voorbij? ....... 101 www.radio538.nl Radio Online Francisco van Jole Hoofdstuk 1. 10 jaar crossmedia ................................................ 11 www.radio1.nl/radioonline ReadSpeaker Staffan Meij Hoofdstuk 9. De Nederlandse audiomarkt: radio voorbij? ......... 98 www.readspeaker.com RTL, Op en Top NL Hella Hueck Hoofdstuk 5. Tv wordt weer sociaal............................................ 59 www.rtl.nl Sanoma Joris van Heukelom Hoofdstuk 6. MPJC2010: Oog voor het scherm......................... 74 www.sanoma-uitgevers.nl Screen Digest Tom Morrod Hoofdstuk 11. 3D ...................................................................... 115 www.screendigest.com

166

Sony Camille Borsje Hoofdstuk 6. MPJC2010: Oog voor het scherm......................... 78 Dick Coenen Hoofdstuk 10. Game in the city ................................................ 107 Jean-Paul van Kouwen Hoofdstuk 12. Connected TV.................................................... 131 www.sony.nl Spacegorillas Martijn Stomphorst Hoofdstuk 6. MPJC2010: Oog voor het scherm......................... 76 www.spacegorillas.eu Spark & Co Alexandra Jankovich Hoofdstuk 3. Van medium tot winkel .......................................... 34 www.sparkandco.nl Spotify Jon Mitchell Hoofdstuk 9. De Nederlandse audiomarkt: radio voorbij? ......... 99 www.spotify.com/nl/new-user Streamit Wim van Dijk Hoofdstuk 9. De Nederlandse audiomarkt: radio voorbij? ......... 99 Johan van der Stoel Hoofdstuk 12. Connected TV.................................................... 133 www.streamit.eu TAB Worldmedia Remco Vroom Hoofdstuk 4. Van lokaal naar hyperlokaal .................................. 49 www.tabworldmedia.com Talents Media Dick Rempt Hoofdstuk 5. Tv wordt weer sociaal............................................ 60 www.talentsmedia.nl Telegraaf Media Groep Frank Volmer Hoofdstuk 6. MPJC2010: Oog voor het scherm......................... 72 www.tmg.nl

Smartclip Annemieke de Geus Verhagen Hoofdstuk 12. Connected TV.................................................... 135 www.smartclip.com

The Crowds Erwin Blom Hoofdstuk 1. 10 jaar crossmedia ................................................ 13 Hoofdstuk 2. De kracht van muziekcommunities ....................... 18 www.thecrowds.nl

Solutions Radio Karel Raven Hoofdstuk 4. Van lokaal naar hyperlokaal .................................. 48 www.solutionsradio.com

TNO Mark van Staalduinen Hoofdstuk 12. Connected TV.................................................... 132 www.tno.nl

iMMovator Cross Media Network


Top Notch Farid Benmbarek Hoofdstuk 2. De kracht van muziekcommunities ....................... 19 www.top-notch.nl

Volkskrant Rob Haans Hoofdstuk 3. Van medium tot winkel .......................................... 36 www.volkskrant.nl

TREE-ON Jurriën Steenkamp Hoofdstuk 11. 3D ...................................................................... 119 Jasper Steenkamp Hoofdstuk 11. 3D ...................................................................... 119 http://tree-on.com

VPRO Bert Stekelenburg Hoofdstuk 3. Van medium tot winkel .......................................... 33 Eef Grob Hoofdstuk 5. Tv wordt weer sociaal............................................ 59 Erik van Heeswijk Hoofdstuk 1. 10 jaar crossmedia ................................................ 12 www.vpro.nl

Tribe Monitor Ard Boer Hoofdstuk 2. De kracht van muziekcommunities ....................... 20 http://newmusiclabs.com Tribe of Noise Hessel van Oorschot Hoofdstuk 9. De Nederlandse audiomarkt: radio voorbij? ......... 98 www.tribeofnoise.com Triple IT Ben van der Burg Hoofdstuk 12. Connected TV.................................................... 134 www.tripleit.nl Twones Tim Heineke Hoofdstuk 2. De kracht van muziekcommunities ....................... 22

V-Radio Lauren Vriens Hoofdstuk 9. De Nederlandse audiomarkt: radio voorbij? ......... 99 www.v-radio.nl YuiXX John Goedegebuure Hoofdstuk 12. Connected TV.................................................... 133 www.yuixx.com Ziggo Yoram Levi Hoofdstuk 11. 3D ...................................................................... 120 www.ziggo.nl

United Broadcast Facilities René Delwel Hoofdstuk 11. 3D ...................................................................... 121 www.united.nl Universiteit Leiden Paul Rutten Hoofdstuk 1. 10 jaar crossmedia ................................................ 11 www.leidenuniv.nl UPC Ivo Lochtman Hoofdstuk 6. MPJC2010: Oog voor het scherm......................... 76 www.upc.nl Verbeterdebuurt Rutger Docter Hoofdstuk 4. Van lokaal naar hyperlokaal .................................. 48 www.verbeterdebuurt.nl Video Dock Nick van Ginkel Hoofdstuk 5. Tv wordt weer sociaal............................................ 58 http://videodock.com Vidigo Reinout Lempers Hoofdstuk 6. MPJC2010: Oog voor het scherm......................... 76 www.vidigo.tv

Register

167


Colofon Trends en ontwikkelingen in crossmedia, editie 2010-2011 ©iMMovator Cross Media Network Dankwoord Wij danken graag de dagvoorzitters en sprekers van de Cross Media Cafés, het Mediapark Jaarcongres, Game in the City en de 3D Dagen, de verschillende projectleiders en alle andere betrokkenen voor hun bijdrage aan deze uitgave.

Colofon Trends en ontwikkelingen in crossmedia, editie 2010-2011 is een uitgave van iMMovator Cross Media Network. Disclaimer De teksten in deze publicatie zijn gebaseerd op door iMMovator verzamelde informatie die zo zorgvuldig mogelijk is verwerkt. Als er desondanks toch wat is misgegaan of als er verzuimd is bij specifiek materiaal de rechthebbende te vermelden, dan kunt u contact opnemen met iMMovator. Ondanks alle aan de samenstelling van de tekst bestede zorg, kan noch de redactie, noch de uitgever, aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade, die zou kunnen voortvloeien uit enige fout, die in deze uitgave zou kunnen voorkomen.

Contactgegevens iMMovator Cross Media Network Bezoekadres: Mediacentrum/MC3 Media Park Sumatralaan 45 1217 GP Hilversum Postadres: Postbus 124 1200 AC Hilversum Telefoon: 035 - 677 75 07 E-mail: info@immovator.nl Website: www.immovator.nl

In dit boek komen namen voor van gedeponeerde handelsmerken. Deze namen zijn in de tekst niet voorzien van een handelsmerksymbool, omdat ze slechts fungeren als aanduiding van de besproken producten of diensten. Hierbij wordt op geen enkele wijze getracht inbreuk te maken op de rechten van de handelsmerkhouder. Tekst en redactie Frank Janssen Lia Vieveen Peter Olsthoorn Marlies Hakvoort Jiska Weggeman Sieneke Croes Tekstcorrecties Natasja van Loon Fotografie Mark Janssen Frank Janssen Lia Vieveen Vormgeving Helmi Scheepers Druk De Toekomst Distributie Comprenz

168

iMMovator Cross Media Network

iMMovator Cross Media Expertisecentrum is mede gefinancierd met steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling van de Europese Commissie.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.