Het Honinggazetteke van Londerzeel 5de jaargang, nummer 1 Tweemaandelijks tijdschrift van De Bijenvrienden van Londerzeel Verschijnt in feb. – april – juni – oct. – dec. Verantwoordelijke uitgever: Marc De Bont Eeckhout 39 1840 Londerzeel m.debont@telenet.be Tel 052309505 Redacteur: Ria De Donder
Het honinggazetteke is een contacttijdschrift voor imkers en andere liefhebbers van insecten, van de tuin en het leefmilieu. Omwille van het milieu wordt het honinggazetteke vooral in digitale versie verspreid.
Activiteiten Oog in oog met wilde bijen, vrijdag 8 maart, 20u, te Wolvertem. Dat het over de hele wereld met de bijenpopulatie slecht gaat is geen nieuws meer. Toch blijft het ons beroeren en met reden, vermits deze insecten verantwoordelijk zijn voor het bestuiven van een heel aantal plantensoorten, waaronder ook vele van economisch belang. Dat het ook met de wilde bijensoorten bergaf gaat, is minder bekend en haalt minder snel het nieuws. Toch zijn ook zij deel van de natuurlijke bestuivingsmotor. Van maart tot oktober spelen zich dagelijks de boeiendste taferelen af in de bijenwereld in onze tuin, met naast de ‘tamme honingbij’ vele soorten wilde bijen. Wist je dat deze zachtaardige diertjes niet steken? En dat ze solitair leven en elk een eigen nestje maken? En dat ze als geen ander bessenstruiken, fruitbomen en andere gewassen bestuiven? Redenen genoeg om het deze dieren ook in de eigen tuin naar hun zin te maken. Met een paar praktische tips is dit een koud kunstje. Natuurpunt Meise biedt je op 8 maart in Wolvertem, in samenwerking met Natuurpunt Educatie een voordracht aan waarbij al deze aspecten aan bod komen. Dit op vrijdag 8 maart, van 20 tot 22u30 in ‘De Spil’, Godshuisstraat 33 te 1861 Wolvertem. Vooraf inschrijven is niet noodzakelijk en de lezing is gratis. Meer informatie: frank.vermoesen@telenet.be, gsm: 0497/59.93.46
Plantenbeurs
01 april 2013
Tentoonstelling over ‘Bijen’ in de Buggenhoutse bibliotheek vanaf 13/04/2013. Een aanrader voor al wie in de buurt woont. Alberic Mertens zorgt voor de organisatie.
Apitherapie
VERSLAG WERKVERGADERING Geen april - maar een februari vis Sommige leden van onze “Bijenvrienden” hadden al verontrust gereageerd op vreemde dingen die zich afspeelden rond het “boswachtershuisje” te Sneppelaar, in plaats van een boswachter met een geweer, werd de bewoner opgemerkt, gewapend met een hengel en een doosje zelf gevangen pieren. Sommige durvers, die hem stiekem waren gevolgd, zagen hem een gat hakken in het ijs van het beekje dat door zijn hof klatert, een pier aan de lijn hangen en heimelijk grinnikend, met één oog voorzichtig om zich heen spiedend, het andere op zijn dobber gericht, wachtend op de dingen die komen gingen. De opheldering kwam toen we in onze mailbox de uitnodiging vonden om op vrijdag 08 februari samen te komen in het boswachtershuisje voor een werkvergadering met verassing. Vol verwachting maakten we onze opwachting en daar stond onze voorzitter Gerd klaar met feestelijke bubbels! Angelique van haar kant had voor hapjes gezorgd. Toen we als gehoorzame kleutertjes ons boertje hadden gelaten, er moest zelfs niet op ons rugje geklopt worden, de bubbels deden wat van hen werd verwacht, werden we verzocht aan tafel te schuiven. Toen zagen we het licht! De visjes die Jef had verschalkt, bleken flink uit de kluiten gewassen haringen te zijn die op een weergaloze wijze waren gezouten en ingelegd, we proefden de heerlijke smaak van vroeger, toen men de stiel van zouten en pekelen nog kende. Er werd gesmikkeld dat het een lieve lust was, het sausje, natuurlijk op basis van honing, wat had je gedacht, gaf samen met de frisse toets van de in fijne ringen gesneden ui, een smaak explosie die zelfs “Sergio Herman” groen zou doen uitslaan van jaloezie! Bij een lekker glaasje droge mede kon de “werk”vergadering in opperste stemming beginnen. Onze secretaresse en werk- voorbereidster Ria, legde er de zweep op en gaf ons een hele boterham van evenementen te verteren om onze Bijenvrienden alert te houden en er voor te zorgen dat wij onze naam van werkbijen eer zouden aandoen. Het werd een vruchtbare vergadering, voor herhaling vatbaar! Het werkprogramma kan nageslagen worden elders in ons “Honinggazetteke” Neem alvast uw agenda en noteer de komende activiteiten, en vooral, zorg dat u erbij bent!!
Een aangeraden nieuwe publicatie! Via deze weg wil ik u informeren dat Wiebe Braam een verbeterde versie op de markt heeft gebracht van zijn succesvol boekje “ De geneeskracht van propolis " via uitgeverij Poiesz Uitgevers BV. -
Hierin zijn de uitkomsten opgenomen van al het medisch onderzoek dat sinds 1987 met propolis is gedaan. In “ De geneeskracht van propolis” is alles te lezen over de achtergronden van propolis en het wetenschappelijk onderzoek dat ernaar gedaan is. De gebruiksadviezen bij de uiteenlopende aandoeningen maken deze uitgave zowel voor verkopers als gebruikers een praktische gids.
• Paperback • consumentenprijs € 14,95 • omvang 128 blz. • ISBN: 978 94 91549 335 • Het boekje is mede tot stand gekomen door de firma Bij Dingens. Vandaar dat het boekje enkel via ons te verkrijgen is. Iedereen kan het via onze site www.bijdingens.be bestellen voor de prijs van € 14.95 + € 2 verzendkosten.
Ziehier de aankondiging in zijn geheel.
Wie het boekje wil bestellen schrijft zo vlug mogelijk € 12 over op ons rekeningnummer BE39 7341 9512 6219 met de vermelding ‘propolis’. Volgende week plaatsen we een groepsbestelling en de boekjes zullen verdeeld worden door ons bestuur.
Hoe vliegt de honingbij? (deel 2) Werking insectenvleugel Ook een insectenvleugel werkt gedeeltelijk op de manier waarop een vliegtuigvleugel functioneert: door de vleugel onder een hoek door de lucht te bewegen wordt er opwaartse kracht gegenereerd. Omdat de snelheid en positie van een insectenvleugeltijdens een slag voortdurend veranderen, zijn lift en weerstand ook telkens anders. Als we voor elke positie tijdens de vleugelslag heel precies de snelheid en de hoek bepalen kunnen we de totale hoeveelheid lift berekenen. De opwaartse kracht die op deze manier wordt uitgerekend is echter maar eenderde van wat nodig is om een insect in de lucht te houden.
Draaikolk Dus moeten er nog andere krachten in het spel zijn. De belangrijkste daarvan is de opwekking van wat we een miniatuurtornado zouden kunnen noemen, boven de voorrand van de vleugel. Dit effect is ontdekt toen men het vlieggedrag van deltavliegers onderzocht. Deze bleken heel goed in staat te zijn om in de lucht te blijven terwijl de vleugels een steile hoek met de aanstromende lucht vormen. Bij deltavleugels, en ook bij de vleugels van vleermuizen, vogels en insecten, gebeurt iets bijzonders: de luchtstroom breekt van de voorrand af en gaat bewegen als één steeds wijder spiraliserende werveling (in het Engels wordt dat een ‘leading edge vortex’ ofwel LEV genoemd (figuur 5). De draaikolk die zo wordt opgewekt levert een belangrijke bijdrage aan de lift nodig is om de bij in de lucht te houden. Aan de werking ligt een fysisch principe ten grondslag dat werd ontdekt door Bernoulli: de som van dynamische en statische druk in een bewegende hoeveelheid lucht is constant. In de snel ronddraaiende lucht in de LEV is de dynamische druk hoog en dit leidt noodzakelijkerwijs tot een lage statische druk. In de werveling heerst daardoor ten opzichte van de lucht ónder de vleugel een onderdruk en dit drukverschil levert een opwaartse kracht op. Een belangrijk aspect van een LEV is dat hij moet worden ververst, anders zwelt hij op en breekt af. Dat verversen gebeurt bij een naar achteren gebogen vleugel doordat de wervel wordt meegevoerd met de stroomrichting en aangekomen bij de vleugelpunt van de vleugel af loopt. Bij een vleugelslag met een gestrekte vleugel, zoals bij een bij, loopt de wervel door centrifugale krachten van de vleugel af in de richting van de punt, en verliest daar het contact met het vleugeloppervlak. Een vleugel met een LEV erboven vormt op doorsnede een conventioneel vleugelprofiel met een grotere bolling. De lucht gaat over de LEV heen, waardoor een extra bijdrage aan de lift wordt geleverd.
Figuur 5. Impressie van de leading edge vortex, de draaikolk opgewekt aan de bovenkant van de vleugel tijdens de neerwaartse beweging van de vleugel
Nog twee effecten die helpen Aangekomen op het laagste of het hoogste punt maakt de bijenvleugel een snelle draaiing om de lengteas. Daarbij treden er nog twee voor de lift op de vleugel belangrijke effecten op. Het eerste is het Magnuseffect, dat we kennen van topspin- of backspineffecten op een tennis- of golfbal die na opslag even in de lucht blijft hangen. Mee ronddraaiende lucht maakt de stroming boven de vleugel sneller waardoor er drukverschil met de onderkant ontstaat, dat de vleugel lift geeft. Het tweede is het opwekken van een ‘omslagwervel’. Deze ontstaat wanneer het bijenvleugelvlak van richting verandert. Een truc helpt de bij aan lift bij het begin van elke slag: de vleugel haalt de omslagwervel in en gaat er onder hangen. Hierdoor wordt ook het opwaartse effect van die draaikolk gebruikt. Bijen en andere insecten die snel met hun vleugels slaan gebruiken dus niet één maar wel vier technieken om in de lucht te blijven. Honingbijen onderscheiden zich van andere insecten door hun relatief kleine en snelle vleugelslagen. Dit zou een aanpassing kunnen zijn aan het vervoer van zware ladingen nectar, pollen en hars. Theo Elzenga is hoogleraar ecofysiologie van planten aan de Rijksuniversiteit Groningen en als imker lid van Haren-Paterswolde. John Videler is emeritus-hoogleraar mariene zoölogie (ook RUGroningen) en auteur van o.a. het boek Avian Flight.
School
Ik kon niet schetsen jouw donkere kant Maar toch vul jij de leegte die me opveert naar geluk jij, mijn omhulsel
°1997 Stijn Schaerlaeken GTIL
Vlug vlug mijn verstand op volle toeren een moeilijke vraag eerst in potlood Een paar minuten alles in blauw ook de bel
°1997 Marnik De Bont GTIL
Poëziewedstrijd
Vaderland
Ga voor Geluk
Loopgraven gevuld met zielen van soldaten aarde besmeurd met een zee van verdriet
Eerste editie 2012 Gemeente Londerzeel
°1998 Jarne De Prins GTIL