't Polleken van april 2017

Page 1

P509236 Afgiftekantoor: 1840 Londerzeel

17de jaargang nr 2 maart - april 2017

P.B. - P.P. BELGIĂ‹ (N) - BELGIGUE

Bestemmeling:

‘t polleken V.U. J. Beuckelaers Sneppelaar 4, 1840 Londerzeel

Ledenblad van de Koninklijke Imkersgilde Neerbrabant verschijnt vijf maal per jaar: februari - april - juni - september - november


COLOFOON Ledenblad nr. 2 jaargang 17 https://imkersgildeneerbrabant.be

BInfo@imkersgildeneerbrabant.be REKENINGNUMMER: IBAN BE55 9731 4593 7544 BIC ARSPBE22 HET BESTUUR:

Voorzitter: Jef Beuckelaers H 0479/514 604 Sneppelaar 4, 1840 Londerzeel B mex.b.j.snep @gmail.com Ledenadministratie: Ria De Donder H 0473/482 613 Eeckhout 39, 1840 Londerzeel B ria.dedonder@telenet.be Bestuursleden: Marc De Bont Tom De Pauw Alberic Mertens Rudi Moeyersons Gerd Van den Bergh

H 0477/233 302 H 0479/607 953 H 0476/265 301 H 0476/645 684 H 0475/242 447

Redactie: Jef Beuckelaers, Tom De Pauw Lay-out: Hugo Vits Opleiding: Jef Beuckelaers, Marc De Bont Bijenweide: Marc De Bont Webmeester: Marnik De Bont

UITNODIGING 19 maart voordracht

zie blz. 23

30 april Nosema-onderzoek zie blz. 24 29 april tot 2 mei Tentoonstelling zie blz. 23 & 35 7 & 14 mei overlarfdagen zie blz. 25

Copyright © 2017 Koninklijke Imkersgilde Neerbrabant, Alle rechten voorbehouden.


Woordje van de voorzitter Het ‘t Polleken van april in maart omdat we onze activiteiten over het telen van onze koninginnen willen aanmelden. Wat we in vorige jaren begonnen zijn willen we verder zetten met al wie er wil aan meedoen. Wie voor het eerst zal meedoen komt zeker naar de uiteenzetting over het onderwerp op 19 maart in de Tuinbouwschool om de knepen van het vak aan te leren. Terzelfdertijd vernemen we dan ook hoe we onze bijen verder doorheen het jaar zullen verzorgen. Kortom weer een niet te missen kans om bijenkennis op te doen. Verder in het jaar houden we hierover een babbelkroeg waar we de resultaten overlopen. Eigenlijk loop ik al een stuk voorop want ik wou nog vermelden dat onze eerste nieuwjaarsreceptie als een geslaagd evenement beschouwd wordt. Al hadden we alle leden van de gilde uitgenodigd en is niet iedereen opgedaagd om te genieten van de bubbels en de snakjes, we waren met voldoende om het feestlokaal vol te krijgen. Proficiat aan de PowerPoint-makers voor hun prachtige overzichten van zowel het voorbije bijenjaar als het programma voor het komende jaar. Alle aanwezigen werden door het uitdelen van mooie honingborden aangenaam verrast. Deze kunstige borden kunnen op het secretariaat aangeschaft worden tegen de gunstprijs van €10. Zoals de voorbije jaren zullen we ook in 2017 het gezondheidsonderzoek naar Nozema organiseren. Onze bereidwillige prof dr. Michel Asperges zal dit onderzoek op zich nemen in het labo van de Tuinbouwschool op 30 april. Michel zegt dat hij oud wordt en dat het de laatste maal is dat hij het onderzoek zal uitvoeren. Laat ons talrijk opkomen om onze bijen te laten onderzoeken maar ook om Michel te bedanken voor zijn jarenlange inzet in onze gilde. Wat ook al een traditie geworden is, dat is het overlarfmoment. Ook dit jaar gaan er twee overlarfdagen door waar we larfjes van een geselecteerde koningin met goede eigenschappen kunnen afhalen - zie hierover verder in ‘t Polleken. Er zijn wel veranderingen op til in de wijze waarop Europa verder het honingproject zal ondersteunen. Als eerst aanpassing die we zullen voelen is het niet meer subsidiëren van het overlarven en zullen we er zelf voor moeten betalen. We hebben in het bestuur besproken dat we het simpel, zullen aanpakken en het komt er op neer dat we per 10 larfjes + dopjes € 1 mogen betalen! Ongetwijfeld hebben we in de pers, de laatste weken, ook de artikels gelezen over het honingonderzoek van testaankoop en het gesjoemel met dure honing. Ik dacht eerst dat het over onze ’t Polleken

Blz.: 21


honingprijs ging in vergelijking met de dumpingprijs in sommige grootwarenhuizen, maar niets daarvan het ging over honing met prijzen die 5 tot 6 maal duurder waren dan onze honing prijs en wat zit er in die honing? Vreemde stoffen! De mens is toch een vreemd wezen, vandaar de uitspraak “Dierenrijk en mensdom“. Een toezichter van het Ministerie van Landbouw en Visserij waaronder de imkerij valt, is op bezoek geweest in onze regio om vast te stellen of het aantal aangegeven volken overeenkomt met wat er op het terrein staat. Waarom is dat? Mochten er afwijkingen vastgesteld worden dan bestaat de kans dat Europa minder subsidies aan de imkerij toekent. Ondertussen zijn de bijen al met hun lenteactiviteiten begonnen, kuisen, eerste stuifmeel binnen brengen, de koningin die aan de leg gaat en dit in de volken die het overleefd hebben. Zo te horen zijn er weer heel wat bijenvolken gesneuveld. Waarom ze sneuvelen hebben we hier vorig jaar al uitgelegd, het is het samenspel van een onvoldoende gunstig resultaat van de varroabehandeling en het lange aanbod van stuifmeel door de bloeiende groenbemesters op de velden waardoor de koningin aan de leg blijft en er broed moet verzorgd worden zodat er geen winterbijen gevormd worden maar zomerbijen die na zes weken dood gaan en de zaak is opgelost! Uw voorzitter Jef Beuckelaers

Een demonstratie bijenstand

Tekst: Jef Beuckelaers De provincie Vlaams Brabant die mee het budget voor de imkers opleidingen verzorgd wil de financiële steun op een meer practische wijze verder zetten. In plaats van een cursus voor gevorderden te organiseren worden we geadviseerd om praktijksessies op te zetten. Hiervoor wil de provincie en met name Moniek Swinnen - gedeputeerde en Inge Vervaeke - hoofd van de dienst Landbouw in Vlaams Brabant met de nodige middelen op een 5 tal plaatsen praktijk bijenstanden ondersteunen met materieel, zoals bijenkasten en volken, het elementaire imkersgerief zoals berokers, kapruinen, het slingermaterieel, het gereedschap om koninginnen te telen, enz ... Wij hebben met de Tuinbouwschool reeds overleg gehad om de bijenstand in de school uit te bouwen tot een praktijk bijenstand in de regio ! Hoe we dat samen met de school gaan verwezenlijken lezen we in een volgend ‘t Polleken.

Blz.: 22

’t Polleken


Koninginnenteelt & Rotatiemethode Een leerzame informatiedag op zondag 19 maart voordracht in de tuinbouwschool van Peizegem begint om 9.00 u. stipt. honing-romp

honing-romp

honingzolder

honingzolder kan terug op hoofdvolk

romp met kunstzwerm

slingeren

Hoofdvolk

Bijenzesdaagse ‘Opwijkse Honingbie’

Schrijf alvast het weekend van 1 mei (valt dit jaar op een maandag) met drukletters in je agenda. Dan valt er in het wondermooie Opwijk heel wat te gebeuren rond onze geliefde bijen. Een heuse bijententoonstelling valt er te bezichtigen in ‘het bakhuis’ op domein ‘Hof ten Hemelrijk’. Het hele weekend, dit wil zeggen op zaterdag 29 april/zondag 30 april/ en maandag 1 mei, telkens van 14 tot 18 u. Je vindt er, op grote A1-panelen, alle info rond honingbijen als superorganisme waarmee ik ondermeer ’t Polleken dit jaar vul. Op zaterdag 29 april beginnen we tevens met een workshopday voor kinderen. Waskaarsen maken, bijenbloembollen kneden, insectenhotels ineen franselen, dat valt er van 14 tot 17 u. te gebeuren aan ‘het bakhuis’. Op dinsdag 2 mei is er om 20 u. de film ‘more than honey’ te bekijken op groot scherm in ‘de schuur’. Vooraf is de tentoonstelling tevens open vanaf 18 u. Zowel op dinsdag, woensdag, als donderdag verwelkomen we over de 300 kinderen van de lagere school om iets bij te leren over de bijen.

Hopelijk tot dan.

’t Polleken

Blz.: 23


Onderwerp Uw bijen aan een Nosema onderzoek op 30 april om 9.00 u. Tekst: Jef Beuckelaers

Vang voorafgaandelijk 30 bijen van elk volk dat je wil laten on derzoeken en doe ze in de vriezer. vergeet deze dan ook niet mee te brengen!!! Nosema is een ziekte van de volwassen honingbij. De ziekte wordt veroorzaakt door een eencellige parasiet. De parasiet leeft van het weefsel van de middendarm. Nosema komt over de gehele wereld voor. Ook bij ons treedt de ziekte veelvuldig op. De schade kan aanzienlijk zijn in geval van Nosema apis. Het jaarlijks Nozema onderzoek op de bijen zal plaats hebben in het labo (1ste verdiep) van de Tuinbouwschool - Molenbaan 54 te Merchtem - Peizegem op 30 april om 9 u. en zal geleid worden door dr. Michel Asperges. We brengen 30 bijen mee die we in de dagen voordien op de vliegplank gevangen hebben. Ge weet toch nog hoe je een afzuigapparaatje maakt met een lege waterfles ? We stoppen ze dan in een plastiek zak en bewaren ze tot de dag van het onderzoek in de vriezer. Tijdens het onderzoek leren we hoe een bijenlichaam open gesneden wordt. (Breng een scherpe aardappelschiller mee !) Blz.: 24

’t Polleken


Overlarf dagen

Tekst: Jef Beuckelaers & Tom De Pauw

° op 07 mei bij Marc De Bont, Eeckhout 39 te Londerzeel ° op 14 mei bij Jef Beuckelaers, Sneppelaar 4 Te Londerzeel Kunnen we larfjes bekomen om zelf onze koninginnen te telen. Tijdens de bijeenkomst van 19 maart wordt er uitgelegd hoe we ons voorbereiden op het afhalen van de edele larfjes, hoe we ze verder verzorgen om ze te laten uitgroeien tot koninginnen. Tot vorig jaar was het krijgen van de larfjes gratis, maar door een aanpassing van het budget dat Europa voorziet voor de Belgische Imkerij krijgen we geen subsidie meer en moeten de larfjes en de dopjes waar ze in liggen betaald worden door de afhaler. We betalen € 1 voor 10 larfjes + dopjes. We schrijven half februari wanneer dit tekstje uit de hersenspinsels van mijn brein voortvloeit. Een voorjaarsinspectie daar is het nog te vroeg voor. Toch zijn onze weergoden er in geslaagd de voorbije dagen het kwik rond de aangename temperartuur van een 14°C te stuwen. Een drukke verbouw- agenda heeft er toe geleid dat ik de afgelopen dagen een paar maal in de week verlof had gepland. De werken liepen vlotter dan verwacht, waardoor ik hier en daar al eens een inschatting van de gezondheid van mijn bijenvolken heb kunnen maken. Op één na doen ze het allemaal goed. Veel bedrijvigheid, stuifmeelhaalsters die vlot de weg naar hun bijenkast (soms met drie tegelijk!) vinden. Ik hoop dus met 8 gezonde volken het nieuwe bijenjaar in te luiden. Zes carnica’s en twee buckfast- volken. Een goed ontwikkeld plan om nieuwe volken bij te kweken, ontspruit uit mijn hoofd. Drie keer overlarven, dat gaan we in eerste instantie doen. Twee keer bij onze imkersgilde op 7 en 14 mei voor de carnica’s en één keer bij mijn buckfastpeter. Zo hoop ik de komende winter met een zestien- tal bijenvolken in te gaan. In een vorig Polleken heb ik jullie reeds uitgelegd dat er twee manieren zijn om koninginnen bij te kweken. In de honingzolder van je sterkste volk plaatsen of werken met een superkast (een volk met veel jonge bijen, broed in alle stadia, maar geen koningin). Dat laatste wordt de wijze waarop mijn twee bovenste beste vrienden en ik de carnica’s gaan aanpakken. Je zal ons dus op de overlarfdagen bij Marc en Jef zien toekomen met telkens een ’t Polleken

Blz.: 25


12-raamskast vol bijen als starter. Daags voordien gaan we nog wat extra jonge bijen uit de honingzolders van onze kasten afslaan op deze superkast opdat ze stampvol zouden zitten. Plaats ook zeker nog wat extra ramen gevuld met stuifmeel/honing. Het hoeft geen 12-raamskast te zijn. Een 3-raamskastje enkel gevuld met jonge bijen (die uit de honingzolder) en wat eten (een raam met stuifmeel en honing/nectar) volstaat. Of gewoonweg je teeltraam meebrengen. Daarmee heb ik het ook al horen lukken. Mijn buckfastlarfjes worden wel in zo’n kleine starter geplaatst en dit voor een periode van 24 uur. Nadien komen ze in de honingzolder van mijn sterkste buckfastvolk. Vergeet je dopjes met larfjes niet op tijd in te kooien. Na zeven dagen zijn de doppen gesloten en plaats je er een kooitje, gevuld met voederdeeg of honing, over. Vergeet dus zeker niet te vragen hoe oud je larfjes zijn die je komt halen. Nog een weekje later worden de koninginnen geboren en kun je nieuwe volken samenstellen. Voor zij die werken met een superkast is het makkelijk. Je neemt, naargelang er koninginnen geboren zijn, een aantal ramen uit je superkast, die intussen normalerwijs gevuld zijn met honing en stuifmeel, en plaatst ze in je nieuwe/tweedehandse kasten. Wel zeker zijn je ervan te vergewissen of er voldoende eten aanwezig is. Anders voeder je best nog wat suikerwater/voederdeeg. Voor zij die gebruik maken van de honingzolder, zullen voldoende jonge bijen moeten afslaan in de nieuwe/tweedehandse kast. Je koningin laten inlopen en hopen op een goede bevruchting. Mijn bijenhal is nog niet voorzien van een bijenweide. Ze ligt er wel bijna inzaaiklaar bij. Veel wilde kruiden groeien er niet. Een half dagje prutsen en we kunnen zaaien. Hoop dit begin april, door het zomeruur is het intussen langer klaar, te doen. Voor wie, na het lezen van dit artikel, nog niet mee is, kom zeker naar de voordracht op 19 maart in de Tuinbouwschool. Daar wordt alles nog eens haarfijn uitgelegd. Heb je verlet en zit je nog met vragen. Stuur dan een mailtje naar: t_de_pauw@hotmail.com.

Honingprijs

De aanbevolen richtprijs voor een potje honing van 500 g bedraagt € 6

Blz.: 26

’t Polleken


‘Het lied der dwaze bijen’

Martinus Nijhoff 1926 Een geur van hooger honing verbitterde de bloemen, een geur van hooger honing verdreef ons uit de woning. Die geur en een zacht zoemen in het azuur bevrozen, die geur en een zacht zoemen, een steeds herhaald niet-noemen, ried ons, ach roekeloozen, de tuinen op te geven, riep ons, ach roekeloozen naar raadselige rozen. Ver van ons volk en leven zijn wij naar avonturen ver van ons volk en leven jubelend voortgedreven. Niemand kan van nature zijn hartstocht onderbreken, niemand kan van nature in lijve den dood verduren. Steeds heviger bezweken, steeds helderder doorschenen, steeds heviger bezweken naar het ontwijkend teeken, stegen wij en verdwenen, ontvoerd, ontlijfd, ontzworven, stegen wij en verdwenen als glinsteringen henen. – Het sneeuwt, wij zijn gestorven, wij dwarrelen naar beneden. Het sneeuwt, wij zijn gestorven, het sneeuwt tusschen de korven. ’t Polleken

Blz.: 27


Uit de krant (Standaard)

Nieuwe virusstam doet bijensterfte nog stijgen

Aangereikt door M. De Bont

Zowat de helft van onze bijenvolken is aangetast door een nieuwe, agressievere stam van het ‘deformed wings virus’, dat ook in zijn oude vorm al de aantallen bijen deed achteruitgaan. Van redacteur Pieter Van Dooren Het virus wordt al lang in verband gebracht met het afsterven van hele bijenvolkeren. Maar een vastgesteld verband is daarom nog geen oorzakelijk verband. Onderzoekers uit Leuven en Gent hebben nu experimenteel aangetoond dat het virus inderdaad de sterfte mee veroorzaakt, en dat het dat agressiever doet dan vroeger. Iedereen heeft wel zijn schuldige als het over bijensterfte gaat: de varroamijt, monocultuur en het gebrek aan biodiversiteit, klimaatverandering, insecticiden, een ziekte, een parasiet. Zoals vaak is de waarheid complex en een mengsel van al die factoren, zegt onderzoeker Tom Wenseleers (KULeuven). Samen met collega’s uit Leuven, Gent en Manchester publiceerde hij in de proceedings of the Royal society een onderzoek naar de impact van één van de factoren: het deformed wing virus. Dat laat al meteen zien hoe moeilijk het is om scherp te stellen ope een oorzaak. Je kunt statistisch wel een duidelijk verband vaststellen tussen het oprukken van de varroamijt (die midden jaren 80 in onze streken arriveerde) en bijenvolkeren die de winter niet overleven, maar is de mijt daarom de oorzaak? Misschien is ze wel het gevolg? In ieder geval: ze is de belangrijkste taxi voor het ‘deformed wing virus’, dat ze van bij op bij overbrengt telkens ze bloed zuigt. Chip Is dat virus dan de oorzaak? Alvast een belangrijke oorzaak, stelden Wenseleers en collega’s experimenteel vast nadat ze duizenden bijen van een minuscule microchip op hun rug hadden voorzien. Zo konden ze het vlieggedrag van al die aparte bijen over hun hele leven volgen. Ze injecteerden de helft van hun bijen zelf met (een klein beetje) virus, en vergeleken ze mlet de niet- geïnjecteerden. En jawel. Besmette bijen verlieten vroeger – te vroeg – hun nest, werkten minder lang dan normaal als foerageerder, stierven sneller. Blz.: 28

’t Polleken


Ze deden nog een tweede, verrassende, vaststelling. Ze wisten al dat de helft van onze honingbijen met het virus besmet is, maar toen ze het DNA van dat virus – dat ze bij hun proeven hadden gebruikt – aflazen, bleek het een nieuwe ‘virulentere’ (sterker ziekmakende) stam te zijn. Die was onlangs ook in Engeland gezien. Toch is Wenseleers ook de eerste om te zeggen dat het virus slechts een deel van een complex van oorzaken kan zijn. Neonics Zo zijn er de veelbesproken neonicotinoïden, kortweg neonics, moderne insecticiden die afgeleid zijn van de aloude ‘biologische’ aanpak van insecten: besproei je planten met een aftreksel van tabak. Wat die ‘groene’ methode met bijen doet, is niet al te goed gedocumenteerd, maar wat we wel weten: de neonics zijn opvallend vaak in de buurt waar er bijen achytertuitgaan. Wenseleers: ‘Uit recent onderzoek blijkt dat als je bijen blootstelt aan niet-dodelijke hoeveelheden neonicotinoïden, je hun immuunsysteem onderdrukt, waardoor ze gevoeliger worden voor ziekteverwekkers, zoals ons virus. Maar ander onderzoek geeft ook aan dat de neonicotinoïden bijna zeker niet de hoofdreden zijn.’ ‘Het gaat echt niet om één oorzaak. In 2011 publiceerden we met dezelfde Gentse collega’s, de groep van Dirk De Graaf, dat een nieuwe darmparasiet ontdekt hadden, een neefje van de slaapziekte-parasiet bij de mens, die een bijna even grote impact had op de wintersterfte als de varroamijt. Intussen is die ook in grote delen van de wereld gezien.’ ‘We leerden nu ook dat subtiele effecten van belang zijn, en dat je de bijen over een lange tijd moet volgen. Pas dan zie je factoren zoals bijen die het nest vroegtijdig verlaten, of niet meer terugkeren. Dat is moeilijker dan de dode bijen op de raten tellen, en het vergt hightech zoals onze chips, maar het levert wel zinniger resultaten dan wat bijen in een kooitje stoppen en meten vanaf welke dosis insecticide de helft sterft. Een behandeling hebben we helaas niet gevonden. Er is nog werk.’

“Het heeft Gode behaagd aan de kleinste diertjes een veelvoudiger vernuft dan aan de groote dieren te schenken maar geen is er dat meer zinverstand dan de honingbie ontvangen heeft.” (H.Conscience)

’t Polleken

Blz.: 29


‘Bij’na imker

Door T. De Pauw

Eind vorig jaar heb ik, als redacteur van jullie ledenblad, voor het eerst te maken gekregen met iets wat elke redacteur van tijd tot tijd moet ondergaan in zijn drukke leven: het halen van een deadline. ’t Polleken diende zeker in de eerste helft van januari bij onze leden in de bus te belanden daar zij werden uitgenodigd op onze eerste nieuwjaarsreceptie en daarbij kwam nog dat de lay-outer van jullie ledenblad op het einde van 2016 geen tijd vond daar hij met vakantie was. De tekst die jullie in het de vorige editie van dit vervolgverhaal vonden, werd aldus geschreven begin december, lang voor de genoodzaakte varroabehandeling. Hieronder vind je de ware toedracht over hoe het met mijn volken gesteld was op 30 december. De meeste van mijn volken beschikten over een aardig hoopje bijen. Echter de nieuw opgestarte volken waren, mijn inziens, te klein. We spreken dan over amper een drietal straten/stegen. Te klein eigenlijk gezien de koude temperaturen die er in januari gepasseerd zijn. Mijn buckfastpeter zei het ook tegen mij: ‘Ik hoop voor jou dat het niet vriest dat het kraakt’. We zijn nu half februari wanneer deze tekst op het scherm van mijn laptop voortvloeit en, gemerkt op de zonnige dagen waarop de temperatuur vlotjes de kaap van de 14°C overschrijdt, mijn volken stellen het gelukkig nog steeds goed. Ze komen zelfs al met stuifmeel (er staan wel wat sneeuwklokjes in onze tuin) naar huis. Onze voorzitter had ingegrepen. De volken, beschut met isolatieblokken, klein zetten en de koningin stimuleren/prikkelen tot eierleg door er voederdeeg op te leggen. Eén van mijn heilige principes is echter dat het in de winter aan de bijen is. Van lente tot en met herfst wil ik er dag in dag uit mee bezig zijn maar in de winter hou ik mij, op uitzondering van een varroabehandeling, afzijdig. Een druk verbouwingsschema stelde mij immers ook niet in staat om er aan te werken. Blijft natuurlijk de vraag hoe het komt dat juist al onze nieuwe volken (die van mijn twee bovenste beste vrienden waren er identiek aan toe) op verschillende standen zo snel achteruit konden boeren. Volgens onze voorzitter omdat, door de massale aanvoer van u wel bekend gesubsidieerd stuifmeel, er geen winterbijen gevormd werden. Ik blijf er het raden naar hebben. Nikita en Martin waren aanwezig bij de varroabehandeling op onze thuisstand aan de Heerbaan. 3 volken werden behandeld. Blz.: 30

’t Polleken


Na één voorgedaan te hebben namen zij de spuit, gevuld met oxaalzuuroplossing, ter hand. Nikita kreeg nog zijn eerste prik ever. Juist aan de neus, best een gevoelige plek als je het mij vraagt. Op uitzondering van de traantjes reageerde hij er best goed op. Epiloog 5 uitgaves lang heb ik je meegesleept in de avonturen die onze hopefully-to-be-imkers ondergingen bij hun eerste jaar met bijen werken. Al snel werd mij duidelijk dat zij niet alleen ‘bij’na imker zijn maar dat de titel tevens op mij van toepassing is. Ik stel mij nu zelfs de vraag of dat ik mij ooit, zonder vragen te stellen, imker zal durven noemen. Ze hebben in hun eerste imkerjaar alleszins reeds heel wat ervaring opgedaan. Bewapend met beroker, steker en kapruin gaan ze behoedzaam te werk aan de bijen. Wat reizen en slingeren inhoudt, daarvan werden ze op de hoogte gesteld. Koninginnedoppen herkennen, ze inkooien, de beginselen werden hen uitgelegd. De opstart van nieuwe volken daar maken we dit jaar werk van. Inwinteren en varroabehandeling werd hen uit de doeken gedaan. Toch nog enkele kanttekeningen die mij opgevallen zijn. Ik geloof er hoe langer hoe minder in dat een ei waaruit een bij zal groeien 21 dagen nodig heeft om tot volledige ontwikkeling te komen. Mij zijn dit jaar bizarre omstandigheden aan het licht gekomen die mij daaraan doen twijfelen. Ze doen het, als de nood het hoogst is, in minder tijd. Net zoals ik versteld sta van wat een gezond bijenvolk in korte tijd kan realiseren ben ik dat ook van de wasmot. Hoewel, realiseren? Zeg maar aanrichten. Nieuw uitgebouwde was, op enkele weken tijd, tot op de draad opgevreten. Geen pretje. Mijn zonnewassmelter zal overuren draaien komende lente. Dat doet er mij aan denken dat ik nog eentje dien te fabriceren. En tot slot, zie dat de verschillende delen van je kasten (romp, bodem, …) onderling moduleerbaar zijn. Het bespaart je misschien de kans op roverij.

Apitherapieboeken

In de boekhandel vind je deze dagen heel wat boeken over wat onze bijen allemaal voortbrengen. Onderstaande titels zijn zeker interessant om eens te lezen. De geneeskracht van bijen door Paul Uccusic ISBN: 90-257-1657-1 Honing en zijn vele toepassingen door Margaret Briggs ISBN: 90-5920-801-3

’t Polleken

Blz.: 31


Honingbijen – Jürgen Tautz

Door T. De Pauw Waarom juist bijen zich ontwikkelden tot superorganisme, daar hebben we dus het raden naar. Feit is dat ze zijn ontstaan, waar wij imkers ze zeer dankbaar voor zijn, en dat ze dat, hopelijk voor ons, nog lang mogen volhouden. Alle tekenen lijken in dat opzicht te schijnen. Honingbijen hebben een uitstekend mechanisme uitgedokterd om hun, o zo belangrijke, vrouwelijke geslachtsorganen (de koninginnen) een lang en zorgeloos leven voor te schuifelen. Bruidsseks en bruidsmeisjes Eén week nadat de nieuwe koningin geboren is, vliegt ze de onherbergzame en gevaarlijke wereld tegemoet om er te paren met een twintigtal darren. Deze hachelijke onderneming wordt van tevoren goed gepland door de bijenkolonie. De dag dat de nieuwe koningin haar bruidsvlucht zal voortbrengen, vinden we honderden bijen voor de vliegopening die wild in het rond fladderen. Oriëntatievluchten werd in eerste instantie gedacht. Als we echter enkele van die honingbijen vangen, merken we op dat ze, voor de kolonie, al een leven lang aan het werken zijn. Dat merken we op aan hun beschadigde vleugels en gevulde honingmaag. Het zijn ‘voorspelvluchten’ om de nieuwe koningin te begeleiden naar een darrenverzamelplaats. Of deze plekken echt bestaan, laat ik aan jullie over om daarover een standpunt in te nemen. Mijns inziens zullen de darren, van zodra een koningin geslachtsrijp is – uitvliegt tegen de wind in en haar fertiliteitshormoon afscheidt, zo snel mogelijk met haar willen paren en wachten ze dus niet tot hare majesteit de verzamelplaats heeft bereikt en waarvan wordt gezegd dat ze een omtrek kan hebben van wel dertig tot tweehonderd meter diameter. Feit is dat ze wordt begeleid door een hofhouding. Reden waarom koninginnen die naar een bevruchtingsstation worden gezonden vaak niet weerkeren van hun bruidsvlucht, kan zeker in dit kleinere gezelschap gevonden worden. De dar, die helemaal wild is geworden van de koningin, plaatst zijn voortplantingsapparaat in de voorziene opening. Doordat de koningin haar achterlijf samentrekt en ontspant, komt het tot een ejaculatie in haar achterlijf. De zinsbeluste dar bekoopt dit vaak met de dood daar hij als het ware ontploft en zijn endophalus achterlaat in het achterlijf van de koningin. Dit werkt als een lappendeken op de volgende dar die het vliegensvlug verwijderd (de oaranjekleur is UV-reflecterend) alvorens zijn orgaan in het achterlijf van de koninBlz.: 32

’t Polleken


gin in te brengen. Dit herhaalt zich tot als de zaadblaas vol is (dit kan soms meerdere vluchten in beslag nemen) en de koningin, begeleidt door haar bruidsjuffers, terugvliegt naar het ouderlijk nest. Het is dus zeker vaak zo dat de juist bevruchte koningin een bevruchtingsteken met zich meedraagt wanneer ze de donkerte van haar nieuwbakken woning terug opzoekt. Tuten en kwaken Er is nog een tweede mechanisme dat de bijen ontwikkeld hebben om hun, o zo kostbare, koninginnen een lang en onbeschoren leven te laten leiden. Nieuwgeboren koninginnen maken voor de omstaander een duidelijk hoorbaar geluid dat het best kan vergeleken worden met het tuten van een trompet. Hierdoor worden eventuele, van andere bevrijdende koninginnen, helpende werksters verstild van hun werkzaamheden. Hierdoor kunnen nog te geboren koninginnen een geluid maken dat het best kan vergeleken worden met het kwaken van een eend. Dit is het sein voor de nieuwgeboren koningin om het ouderlijk nest met een deel van de honingbijen, als nazwerm, te verlaten en zo het pad niet dienen te kruisen van een andere koningin wat onoverkomelijk zal leiden tot een gevecht op leven en dood. Koninginnendoppen en redcellen Voor wat elke imker, met het blote oog, zou moeten kunnen onderscheiden. Koninginnendoppen, wanneer de bijenkolonie op zwermen staat, bevinden zich aan de rand van de raat en zijn opgetrokken uit nieuwe, heldere was. Redcellen, wanneer de koningin dient vervangen te worden omdat haar opslagtank, die een zaadblaas is, is leeg geraakt (te verifiÍren wanneer haar hormonen afnemen) of als er een (voor de mens een onmerkbaar) defect te bespeuren valt, bevinden zich eerder in het midden van de raat en zijn vaak bijeengeschraapt uit oude vervuilde was. Helemaal eens ben ik het met beide stellingen niet. Ik heb al vaak genoeg zo gevormde redcellen van de raat verwijderd (de koningin was nog geen twee jaar oud, dus haar zaadblaas zal zeker niet uitgeput geweest zijn) en de bijenkolonie leeft tot op heden nog steeds met dezelfde koningin verder. ’t Polleken

Blz.: 33


De Kin-shop Uithangbord - Verkoopsbord

Kunststof-plaat “Hemelse honing” echt streekgebonden met herkenbare logo’s geschikt voor buitengebruik afmeting: 35 x 25 cm

voor € 10 van jou

aantrekkelijke Imkers T-shirt

Prachtige T-shirt met het logo van jouw gilde 100% katoen - wassen op 40°C - mag in droogkast maten: L/XL (en een laatste exemplaar) M

voor maar € 12

Interesse? stuur ons een mailtje Blz.: 34

’t Polleken


zondag 19 maart

Varroavrije bijen hebben en opstart van nieuwe volken/telen van eigen koninginnen. Twee hete hangijzers waarmee elke imker heden ten dage mee geconfronteerd wordt.

Hoe telen we een koningin ?

Hoe telen we een koningin? en hoe verzorgen we onze bijen ? en wanneer behandelen we tegen de varroa ? Wat is een kunstzwerm en waar haal ik hem? Dat en nog meer kunnen we leren op de bijeenkomst van 19 maart om 9 u. in de Tuinbouwschool.

De rotatiemethode Op 19 maart geeft ons lid, Gerd Van Den Bergh, een interessante voordracht over de rotatiemethode. Met deze bedrijfsmethode vind je op beide hangijzers een antwoord. Een must-hear dus voor elke imker die graag mee is met zijn tijd. Ze werd reeds uitgelegd op het Vlaams imkercongres eind vorig jaar. Gezien de geringe opkomst van onze leden een onderwerp dat nog als vernieuwend beschouwd mag worden. Elke imker dient op de hoogte gesteld te worden van deze manier van imkeren. Imkers, trouw op post dus.

Verslag nieuwjaarsreceptie

Door T. De Pauw

Op vrijdag 27 januari vond de eerste nieuwjaarsreceptie in de Tuinbouwschool te Peizegem plaats. Het bestuur, waarvan ik al enkele jaren lid ben, had om 18h afgesproken om de zaal klaar te zetten. Een half uurtje later dan voorzien, kwam ik het klaslokaal binnengestrompeld. Alles was in volle verwachting van onze eerste leden. Een zevental tafeltjes stonden gedekt met versnaperingen en de cava (of fruitsap voor hen die zich aan het voorbereiden waren op ‘tournée minérale) stond koud. Vanaf 19h stroomden de gasten mondjesmaat binnen. Na het obligatoire woordje van onze voorzitter konden we twee powerpoint-presentaties aanschouwen. Eentje over de activiteiten van het voorbije jaar en eentje waarin de komende activiteiten werden voorgesteld. De cava minderde mondjesmaat en de versnaperingen werden hier en daar gulzig naar binnen gespeeld. Vooral onze tafel diende niet onder doen voor dat laatste. Ik pleit schuldig. Door de week ben ik een toonbeeld van gezond consumeren maar plaats eender welke schaal met hapjes voor mijn neus, en ik ben niet te houden. Als bedanking werden, op het eind, de opgekomen leden verrast met een plaat ‘hemelse honing – hier verkrijgbaar’. Onze leden vonden het een fijne attentie en vonden hun bezoekje meer dan de moeite waard. ’t Polleken

Blz.: 35


Agenda 2017 19 maart: voordracht Koninginnenteelt - Rotatiemethode 30 april: Nosema onderzoek van 29 april tot 2 mei: Tentoonstelling in het “Hof ten Hemelrijk” 2 mei: fimvoorstelling “more than honey” in het “Hof ten Hemelrijk” van 3 mei tot 4 mei: schooltentoonstelling in het “Hof ten Hemelrijk”

7 & 14 mei: overlarfdagen 25 juni: babbelkroeg __ september: Natuurwandeling & Pannenkoeken 27 oktober: voordracht Wilde bijen en konsoorten __ november: Mede maken 17 december: Ledenfeest

En verder....

Diverse promotiestanden (boerenmarkten, tuindagen e.d.)

Agenda 2018

__ januari: Nieuwjaarsreceptie

Wet op de persoonlijke bescherming van de levenssfeer:

Iedereen die dit tijdschrift ontvangt, is opgenomen in het adressenbestand van onze Imkersgilde Neerbrabant en heeft er inzage- en correctierecht van. Het bestand wordt enkel gebruikt binnen de normale ledenadministratie.

Blz.: 36

’t Polleken


Caltha palustris Linnaeus, 1753

Identiteit: orde: RANUNCUNALES; familie: RANUNCULACEA Eerstbeschrijving: In1753 door Carl Linnaeus, in Species plantarum 1:558 Synoniem: Caltha arctica R. Br.; C. asarifolia DC.; C. minor subsp. arctica (R. Br.) Á. Löve & D. Löve; C. natans var. arctica (R. Br.) Hultén; C natans var. asarifolia (DC.) Huth Nederlandse naam: Dotterbloem, soms ook kleine plomp en water- of grote boterbloem omwille van de gelijkenis met deze planten. Maximale grootte: normaal 20 cm; met bloeiwijze 40 cm; de bladeren bereiken een doormeter van 10 tot 20 cm. Biotoop: algemeen in Azië, Europa en Noord-Amerika. In vochtige weiden, bossen en langs de oevers van beken, sloten, plassen en moerassen waar hij tot in ca. 15 cm diep water wortelt. Nectar: 26-50 kg/ha Pollen: 51 - 100 kg/ha Bloei: maart-mei Ph: van weinig belang Begroeitype: cultuur: vijverplant; natuur: moeras Voeding: weinig belang Licht: lichtplant, volle zon Vocht: vochthoudende tot regelmatig overstroomde bodems


Gedrag: de vier tot vijf centimeter grote bloemen zijn rijk aan honing en stuifmeel en lokken daardoor van eind maart af tot in mei talrijke insecten. De later gevormde kokervruchten openen zich bij regenachtig weer zodat de zaden worden uitgespoeld en door het water verspreid. Hoe ondieper het water, hoe compacter de groei. Bodem: deze moet humusrijk en zoutvrij zijn. Hoe rijker de bodem is hoe groter de bladeren uitgroeien. Vermeerdering: het zaad kan best opgevangen worden van een op de oever groeiende plant. Zaaien levert pas na drie jaar een bloeiende plant op. Begin maart kan men de uitlopers van de rizomen afnemen of het rizoom scheuren. Bijzonderheden: door het op drie centimeter boven het groeipunt afsnijden van de uitgebloeide bloemen voorkomt men zaadvorming wat resulteert in een tweede bloei tijdens de maand augustus. C. palustris is geschikt voor alle soorten vijvers. C. p. var. “Multiplex” (ook “Flore Pleno” of “Plena” genoemd) bezit gevulde gele bloemen. Voorgaande vorm kan best als oeverplant aangewend worden daar hij niet heel het jaar door in het water mag. C. leptosepala, met witte bloem, is te verkiezen boven de steeds zorgen behoevende en voor meeldauw zeer gevoelige C. p. var. “Alba”. Voor grote vijvers kan men ook de tot 90 cm hoog reikende C. polypetala gebruiken. Persoonlijke notities:


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.