Ledenblad van
België – Belgique
KONINKLIJKE
P.B. – B.P.
IMKERSGILDE
1840 Londerzeel
NEERBRABANT
BC25171
Verschijnt 5x per jaar: feb. - april - juni - sept. - nov. Afgiftekantoor 1840 Londerzeel Erkenningsnr. P509236 Afzender: Jef Beuckelaers, Sneppelaar 4, 1840 Londerzeel Tel: 0479/51 46 04 e-mail: info@imkersgildeneerbrabant.be 19e jaargang, nummer 1, jan – feb 2019
Vanwege het bestuur
KONINKLIJKE IMKERSGILDE NEERBRABANT
Secretariaat:
Imkersgilde Neerbrabant, Eeckhout 39, 1840 Londerzeel Tel: 0479/51 46 04 E-mail: secretariaat@imkersgildeneerbrabant.be Rekeningnummer: BE55 9731 4593 7544
Bestuur: Voorzitter:
Jef Beuckelaers, Sneppelaar 4, 1840 Londerzeel Tel: 0479/51 46 04 E-mail: mex.b.j.snep@gmail.com
Secretaris, penningmeester: Ria De Donder, Eeckhout 39, 1840 Londerzeel Ledenadministratie:
Tel: 0473/48 26 13 E-mail: ria.dedonder@telenet.be
Bestuursleden:
Marc De Bont Tel: 0477/23 33 02 Rudi Moeyersons Tel: 0476/64 56 84 Tom De Pauw Tel: 0479/60 79 53 Alberic Mertens Gerd Van den Bergh
Redactie:
Jef Beuckelaers, Tom De Pauw
Lay-out:
Rudi Moeyersons
Opleidingsteam:
Jef Beuckelaers, Marc De Bont, Gerd Van den Bergh
Bijenweide:
Marc De Bont
Webbeheer:
Marnik De Bont
Onze website:
www.imkersgildeneerbrabant.be
In de kijker Algemene vergadering met nieuwjaarsreceptie 20 jan 2019 om 10:00u in Bakhuis van Hof Ten Hemelrijk Kloosterstraat 7 te Opwijk 2
Woordje van de voorzitter In heel de maand januari is het gepast om gemeende nieuwjaarswensen aan te bieden, zodat we met ons eerste ’t Polleken van het nieuwe jaar, in naam van onze bestuursleden, aan alle lezers van dit ’t Polleken, die het oprecht goed menen met onze imkersgilde, een gelukkig nieuwjaar toewensen met heel veel goede dagen en een opperbeste gezondheid. Hierbij wensen we ook dat jullie bijen in de beste omstandigheden uit de winter komen en hun zoemende bezigheden aanvatten. Ondertussen schikken wij ons materieel en gaan we na hoe het met de bloemenweide voor de bijen is gesteld! Is er wel voldoende voedselaanbod in onze omgeving? Weet dat de hazelaar en de sneeuwklokjes heel vlug uitgebloemd zijn. Mochten de krokussen niet uitgekomen zijn dan werden de bollen het wintervoedsel van de muizen. Ik raak hier wel een actueel punt aan want het is echt “hot item” dat allerlei beestjes die vroeger bekampt en verdelgd werden omdat ze bij de schadelijken gecatalogeerd werden, nu opgenomen worden in de samenhangende biodiversiteitsstatus. Maar dikwijls is het wel zo, laat de beestjes maar komen en laat ze hun gang gaan, liefst niet in de eigen tuin maar in die van de buur of nog verder weg! De mens gedraagt zich niet overeenkomstig de biodiversiteit van zijn leefwereld! Hij wil zijn egoïstische aard aanwenden rondom hem! Er komt toch wel het een en ander op ons af in de imkerswereld. Naar verenigingsleven toe is men in de Vlaamse Imkersbond bezig met het bekijken hoe de vereniging zich moet aanpassen aan de toekomst en hoe ze er moet uitzien en functioneren. Men wil wel rekening houden met de technische veranderingen die er op komst zijn op het gebied van registraties en communicatie in de wijzigende situaties op het gebied van milieu, waar de insectenwereld met onze bijen deel van uitmaakt. De omgang met de geïntroduceerde wet op de persoonlijke levenssfeer zal er ook deel van uitmaken! We 3
werden zowel door de geschreven pers als door Tv en het internet, de laatste maanden, overvloedig overspoeld met informatie, al of niet nep en flink aangedikt, over o.a. de Aziatische Hoornaar. Men is de Kleine Bijenkastkever al een beetje uit het oog verloren, maar die is, wees maar zeker, aan zijn veroveringstocht bezig. Terwijl worden we ook wel geplaagd door de aanwezigheid van de grote wasmotten die in de kasten en vooral op losse, gebruikte wasramen hun verwoestingen demonstreren. De imkers krijgen te maken met de ontsnappende motten uit de kwekerijen van wasmotlarven, voor de bereidingen in de menselijke voeding. Al deze kwalen, zoals ik dat vernoem, zullen de komende tijd een flink deel van onze aandacht opeisen. Terzelfdertijd zullen we ons ook moeten bezinnen of we nog wel op de juiste manier met het inwinteren bezig zijn. Onze bijen brengen een grote hoeveelheid onverbruikt voedsel mee uit de winter! Moeten we op een andere manier inwinteren? Moeten we niet veeleer onze kasten wegen in plaats van de voederbakken ruim te vullen met de voorziene siroop of deeg! Zorgen de bijen niet zelf voor hun wintervoorraad door het aanbod van nectar en stuifmeel dat ze ophalen van de bloeiende gewassen op de akkers of op de balsemien? Ik krijg af en toe vragen uit de groep medemakers voor advies bij een of ander voorval in hun vinotheek. Wat toch wel aangeeft dat de opleiding in mede maken wel nuttig was en nog leeft! Voor het jaar 2019 is uw bestuur actief bezig om een goed bijenteeltprogramma uit te werken dat ieder van onze leden zal kunnen aanspreken op de bijeenkomsten, die in ’t Polleken aangemeld worden, en waar we dan ook naartoe komen om wat bij te leren. En waar tevens onze nieuwe er de meer ervaren imkers kunnen horen en er ook vragen aan kunnen stellen, of hun zelf een antwoord geven! Uw voorzitter Jef Beuckelaers 4
Agenda Zondag 20 januari:
10:00u algemene vergadering met nieuwjaarsreceptie in Bakhuis, Hof ten Hemelrijk in Opwijk
Zaterdag 16 februari:
9:00u waswafelen ten huize Alberic, Holstraat 42 te Malderen. Tel: 0476 26 53 01
Zondag 17 maart:
9:00u film van Benoit Huc - Tango vidĂŠo, in samenwerking met Cari over de controle van de varroase op de Belgische bijenstanden. Stand van zaken begin 2018 Tuinbouwschool te Peizegem
Zondag 28 april:
9:00u voorbereiding Koninginnekweek in de praktijk. Aan de bijenstand, in de Tuinbouwschool te Peizegem
Zondag 5 mei:
9:00u overlarfdag met les aan de bijenstand, in de Tuinbouwschool te Peizegem.
Zaterdag 25 mei:
9:00u opleiding dierenartsen, in de Tuinbouwschool te Peizegem.
Je kan de agenda ook altijd raadplegen op www.imkersgildeneerbrabant.be. 5
De verspreiding van de Aziatische hoornaar in kaart gebracht Bron: Honeybee Valley Het jaar 2018 haalt ongetwijfeld de geschiedenisboeken als “kanteljaar” voor de Aziatische hoornaar in België. In totaal werden 61 nesten gevonden en verdelgd; een exponentiële toename in vergelijking met 8 nesten in 2017. Dit zijn de officiële cijfers voor Vlaanderen en Wallonië samen. De verspreidingskaart voor 2018 toont het jaaroverzicht van het aantal gemelde individuen (oranje bollen) en nesten (blauwe bollen) in Vlaanderen. In 2018 werd de Aziatische hoornaar op 160 plaatsen waargenomen. De waarnemingen kunnen onderverdeeld worden in drie categoriën: 40 nesten, 39 jagende hoornaars op een bijenstand en 81 losse waarnemingen.
De verspreiding van de Aziatische hoornaar tot 31 december 2017 (boven) en 11 december 2018 (onder) in Vlaanderen. Nesten als blauwe bollen aangeduid, individuen als oranje bollen. Het aantal ontdekte nesten in 2017 bleef beperkt tot de zuidelijke regio van West-Vlaanderen met 2 nesten in Poperinge en 1 nest in Westouter. 6
In 2018 werden 40 nesten en 120 individuen (oranje) gemeld tot op 11/12/2018. De laatste 5 nesten staan nog niet aangeduid: Kemmel2, Koksijde, Sint-Martens-Latem-2, Mortsel en Schoten. Tot eind november werden nesten actief verdelgd door de brandweer, het CRA-W en Honeybee Valley. Het invasie front beweegt zich oostwaarts, wat op deze kaart te zien is: veel meldingen in provincies West- en Oost-Vlaanderen en weinig meldingen in Antwerpen en Limburg. Niet alle meldingen in Wallonië staan aangeduid op deze kaart. De actuele verspreidingskaart voor Wallonië vind je hier. Net zoals de Europese hoornaar verschalkt de Aziatische hoornaar honingbijen aan de vliegopening van een bijenkast. De 39 meldingen op een bijenstand zijn dan ook jagende hoornaars die door de imker op heterdaad betrapt werden. Dankzij enkele vindingrijke imkers die hun hoornaars markeerden weten we nu dat dezelfde hoornaar telkens terugkeert naar dezelfde bijenstand. Door de hoornaars langdurig te observeren slaagden 18 imkers erin om de vliegroute naar het nest te bepalen en zo het nest te vinden. Deze nesten werden kort nadien verdelgd. Bij 19 imkers werd het nest in de buurt niet gevonden. Bij 2 imkers was de link tussen het gevonden nest en de bijenstand onzeker. Opmerkelijk blijkt de lage intensiteit van het jaaggedrag. In de meeste gevallen werd slechts één hoornaar tegelijk gezien en werd de kast nooit aanhoudend belaagd. In de maand oktober meldden de meeste imkers voor het eerst een jagende Aziatische hoornaars (zie grafiek). Gemiddeld zagen imkers 1 tot 3 hoornaars op hetzelfde moment en dit telkens op een zonnige namiddag. Een Limburgse imker meende 7 hoornaars geteld te hebben; het maximum tot nu toe. Op 2 bijenstanden werd gezien hoe een hoornaar de kast binnenging maar na luttele seconden terug naar buiten kwam. Het jaaggedrag beperkt zich duidelijk tot het efficiënt verschalken van aan- en afvliegende honingbijen. De anekdotes uit zuiderse landen 7
waar imkers hun kasten zien “leegroven door de hoornaars” blijven bij ons voorlopig uit. Tenslotte komen twee van onze bevindingen overeen met feiten uit de wetenschappelijke literatuur. Ten eerste vonden Franse onderzoekers dat hoornaars zich op gemiddeld 1 km en maximaal 2 km afstand tot het nest begeven om voedsel te zoeken. Op basis van de 18 belaagde bijenstanden met gevonden nesten in de buurt konden we ook cijfers berekenen voor Vlaanderen. De minimum, gemiddelde en maximum afstand tussen nest en bijenstand bedroeg 292, 723 en 1870 meter, respectievelijk. Telkens stopten de aanvallen aan de bijenkast zodra het nest verdelgd was. De afstand tussen nest en bijenstand is dan ook daadwerkelijk de foerageerafstand. Ten tweede is de meest efficiënte oplossing om de Aziatische hoornaar te bestrijden het verdelgen van nesten. Zowel het uitzetten van wespenvallen als het afvangen van hoornaars op de bijenstand bood onze geteisterde imkers weinig soelaas: de hoornaars bleven terugkomen. Daarentegen, imkers die nog voor de herfst het nest konden lokaliseren en laten verdelgen, zagen nadien geen hoornaars meer! De 160 meldingen van Aziatische hoornaars in Vlaanderen per maand. Een opdeling werd gemaakt in 3 categorieën: nesten (blauw), individuen op een bijenstand (oranje) en individuen elders (geel). In de maand juli werd het grootste aantal nesten gevonden en verdelgd; meestal primaire nesten met 20-25 cm diameter. Vanaf eind september begonnen de eerste secondaire nesten in hoge boomtoppen. Bij het vallen van de bladeren in de herfst werden frequenter nesten ontdekt. September en oktober zijn de piekmaanden, samen goed voor 50,5% van de meldingen. De meeste jagende hoornaars op bijenstanden werden voor het eerst gezien in oktober. * melding op 31/05/2018 was een verdwaalde koningin in Poperinge die de kranten haalde! Honeybee Valley dankt alle imkers en burgers die dit jaar meehielpen aan het in kaart brengen van de invasie. Dankzij jullie 8
meldingen zijn we erin geslaagd om vat te krijgen op de invasie. De Aziatische hoornaar uitroeien is helaas onmogelijk. Wel kunnen we in het kader van goed beheer de toename van de soort inperken door vroegtijdig nesten op te sporen en te laten verdelgen door de brandweer.
Ledenfeest 2018 Door: Leo Van Malderen Nu de zon nog nauwelijks boven de skyline klimt, nog amper warmte produceert en het noordelijk halfrond nog slechts enkele uren per dag verlicht, is de natuur tot rust gekomen. Ook onze bijen zijn genoodzaakt het rustig aan te doen. Samengekropen tot een bal die versneden is door het raat, verwarmen ze elkaar tijdens koude winterdagen. Zachtjes bewegen de verkilde bijen die als buitenschil dienstdoen naar binnen toe om zo afgelost te worden door opgewarmde exemplaren. Op het ritme van de thermometer vergroot of verkleint deze bol. Om tijdens de lange winter te kunnen snoepen van het vloeibare goud verplaatst de kolonie zich van vooraan onder tot bovenaan achter in de kast. "Een winterdans" waar alle werksters en de koningin aan participeren. Dankzij de samenwerking van dit collectief, schuifelen ze met succes de winter door. Zij die de tros voortijdig verlaten gaan aan koude en ontbering ten onder. Diegene die het belang van het geheel onderkennen, versterken de kolonie en dragen hun genen uit. Het ledenfeest dat plaats vindt rond het tijdstip van de zonnewende geeft de gelegenheid aan de imker om het collectief te versterken. Daar kan men zich warmen aan imkersverhalen uit lang vervlogen tijden. Verhalen die het midden houden tussen grappen en anekdotes. Niet de feiten staan centraal maar wel de humor. Jaar na jaar worden de verhalen mooier, straffer en grappiger. Versleten raken ze nooit, grappiger des te meer. Aan ronde tafels met borden, 9
al zijn het alveolen van het bijenraat, wordt zwijgzaam, genietend gegeten en gedronken. Nog voor de borden zijn geruimd, gaan sommigen onder ons andere tafels bezoeken om daar te genieten van verhalen die de ronde doen. Zijn hier paralellen te trekken met onze bijen die van de buitenschil naar binnen toe gaan en omgekeerd? Er rest ons nog traditionele tombola waar dit jaar een veelvoud aan hoofdprijzen te winnen valt. Met dank aan de filantropen van Londerzeelse bijenvrienden. (Ben ik volledig ingelicht?) Last but not least. Hier, in tegenstelling tot de parochiezaal, is plaatst om te dansen. De DJ speelt enkele evergreens en dit niet zonder gevolg. Op de dansvloer worden cirkels getrokken en gekwispeld alsof de werksters een nieuwe drachtbron ontdekt hebben. Ook onze voorzitter, strak in het pak, schuifelt met een koningin, voor mij van ongekende oorsprong. Zwierig en met gevoel voor ritme zweven ze over de dansvloer om het einde van "de winterdans" aan te kondigen. Het stelt me gerust, de kolonie is in goede handen. Wie nu niet opgewarmd is, zal het nooit warm krijgen. Het samen eten, lachen en dansen smeedt en versterkt vriendschapsbanden. Het kameraadschap tussen gelijkgestemden die de taal van de bijen verstaan, is het cement van de vereniging en de toekomst van de individuele imker. Net zoals onze bijen kunnen we het niet alleen.
10
Over bijenwas
deel 1
Door: Yann Le Coguic. We zijn ze dankbaar en we dragen er zorg voor, maar ze blijven voor verrassingen zorgen, die honingbijen. Tegelijk bezorgen ze ons op meerdere manieren een heel scala aan functies en producten. In dit winterse seizoen waarin we nood hebben aan warmte en licht, zal deze bijenfreak zijn licht werpen op bijenwas. “Is not this a lamentable thing, that of the skin of an innocent lamb should be made parchment? that parchment, being scribbled o'er, should undo a man? Some say the bee stings: but I say, 'tis the bee's wax; for I did but seal once to a thing, and I was never mine own man since.” Henry VI, Shakespeare (over de was die het lot bezegelt). “Indien men de kerncentrales zou stopzetten zouden we terug moeten grijpen naar de kaars!”. Deze zin heeft me in mijn jeugd geërgerd. Het was in die tijd dat ik met bijenteelt begon en mijn eerste wassen kaarsen maakte. Met de tijd bleken de kerncentrales echter succesvol. Maar ook mijn bijen bleven leven en ik kan nu gerust zeggen dat, tegenover de agressies van alle energiezuipende en vervuilende technieken, de toekomst aan hen behoort die een kaars bezitten (met voorkeur één van bijenwas). Net zoals melk, is was een universeel product en we vinden de productie van was terug in alle rijken van de natuur. De essentiële melk die vanuit de melkweg neerdaalde om in een apotheose te eindigen, gemetamorfoseerd in de koe, kan je “gekrisalliseerde 11
liefde� noemen. Analoog komt bijenwas, na een heel proces, tot perfect wasdom in de korf waar zij het skelet van vormt (1,2 tot 1,5 kg was: 100 gram was = 8000 cellen!). In het verleden werd bijenwas vereerd, gegeerd voor rituelen en medicinale toepassingen. Ze was meer waard dan goud, en bepaalde losgelden moesten in bijenwas betaald worden en niet in goud. Tot de Middeleeuwen moesten de landbouwers ze in kerken leveren, en er bestaan nog vele andere voorbeelden van het gebruik van bijenwas zoals voor decoratie, poppen, cosmetica, magie, maskers etc. De wassen uit de natuur - De meest bekende was is deze van de potvis. Het is een uitscheiding van een klier die zich in het hoofd van de potvis bevindt en zich op de neus concentreert. Potviswas is samen met bijenwas de enige was die voorkomt als ingrediÍnt van medicijnen (klasse van de glyceriden). - Lanoline (wolvet) van schapen is ook een was. - De meeste insecten maken een was aan om hun carapax (uitwendig skelet) uit chitine te beschermen, zo ook de bij. Enkele insecten (bv: Coccus ceriferus, een soort schildwants) maken een witte was aan. - In het plantenrijk scheiden meerdere palmachtigen was uit, soms in grote hoeveelheden. Zaden van Jojoba bevatten voor de helft was - In de minerale wereld vindt men ook wassen terug, sommige zo gelijkend op bijenwas dat ze nog gebruikt werden als 12
vervalsing van bijenwas. Het mineraal “ozokeriet” (fossiel paraffine) bevindt zich vaak in oude Tertiaire gesteentelagen. Al deze wassen komen slechts verspreid over de wereld voor en verspreid in verschillende regionen van de natuur, net als melk. Maar de perfectie blijft bijenwas, dat op alle continenten voorkomt. Bijenwas: proces van warmte en hexagonaliteit Er werden meer dan 300 chemische bestanddelen teruggevonden in bijenwas. De was verschilt van bijennest tot bijennest en elke bij is door een beetje was bedekt, hetgeen de wachters toelaat om de bijen die naar de korf terugkeren makkelijker te herkennen. Bijenwassen verschillen ook tussen landen en continenten en zijn vaak herkenbaar aan hun kleur. Volgens Jurgen Tautz* is bijenwas tegelijk “skelet, gevoelsorgaan, zenuwsysteem, geheugen en immuunsysteem”. Vroeger was er een mooie beeldspraak voor bijenwas, zij werd “het zweet van de bijen” genoemd (in het woord zweet zit warmte en werk vervat). Bijenwas bestaat voor 90 tot 95% uit was en 5 tot 10% uit propolis en pollen (die de verschillende kleurtinten geeft). In een bijenleven Het is slechts tussen de 13e en 18e dag van haar leven dat een bij in staat is om bijenwas te produceren. In nood kan ze dit vermogen later terug opwekken, zoals ongeveer al haar andere vermogens. 13
Het is vanuit haar wasklieren (4 paren; 2x2), gelegen onderaan het achterlichaam en dicht bij vetcellen, dat op wasplaatjes (wasspiegels) minuscule druppels vloeibare was geproduceerd worden (“Vreemd zweet bijna even wit als sneeuw en lichter dan het dons van een veer” - zou de dichter Maeterlink* schrijven), en dit op een temperatuur die tot 40°C hoog kan zijn (zelfs uitzonderlijk 43°C). De plaats waar er gebouwd wordt in een bijenkorf is één van de warmste plekken (net zoals het menselijk lichaam heeft een bijenkorf warmere en minder warme zones). Deze “vlokken” worden dadelijk door de achterste poten opgevangen en naar de mond gebracht waar ze, net als voor honing, pollen, of propolis het geval is, gekauwd worden en vermengd met speeksel. Zo worden kleine balletjes gevormd die dan gebruikt kunnen worden door de bouwsters die op een rij op de ramen wachten. Elke druppel (lamel of schilfer) weegt 0,8 mg. Er zijn er ongeveer 1 200 000 van nodig om een kg was te maken. Hierna worden hexagonale cellen (even precies als sneeuwkristallen) gevormd, in het donker, op de twee kanten van de kaders, met een wiskundige perfectie dat alle grote wetenschappers verstomd slaat, van Galileo tot Einstein en zelfs Karl Marx. Het universele en kosmische proces van de hexagoon is gelinkt aan de bij. De bijenwas, opgewarmd door de bouwsters, beschikt reeds de structuur in zich die zich later laat zien bij het bouwen van de raat. Een experiment toont het aan: een onderzoeker heeft uit bijenwas kleine tubes gevormd, heeft deze aan elkaar gelijmd en dan langzaam opgewarmd om de was te laten smelten. En hij verkreeg hexagonale vormen! 14
We zouden dus kunnen stellen dat alles wat een bij aanraakt en transformeert, de vorm en kracht bezit van dit levensnoodzakelijke kristal. Waar komt de was vandaan? Men heeft lang gedacht dat was, net als pollen en nectar, door de bijen in hun omgeving verzameld werd. Pas in 1684 werd gesteld dat de was mogelijks tussen de segmenten van het achterlijf zou worden aangemaakt in de vorm van “schilfers”. Dit werd in 1700 bevestigd. Men zocht naar de herkomst en vrij snel heeft men opgemerkt dat bijen was produceerden wanneer ze met honing gevoed werden, maar niet wanneer ze enkel pollen als voedsel kregen. De cijfers variëren, maar men kan zeggen dat er ongeveer 10 kg honing nodig is voor 1 kg bijenwas, en natuurlijk ook een constante warmteproductie door de bij. Een goeie bijenkorf produceert ongeveer 300 kg honing, en hiervan wordt het grootse deel gebruikt om het nest te verwarmen (het schenkt ongeveer 10% aan de bijenteler).
15
Samenvatting Om haar krop te vullen moet een bij ongeveer 1000 tot 1500 bloemen bezoeken. Dit komt neer op het dragen van maximaal 0,05 g nectar per reis. Dit wil zeggen dat 1 kg honing (getransformeerde nectar) een omwenteling van de Aarde betekent indien men alle nodige foerageerreizen achter elkaar samenzet. Eén kg was, is daarom 10 maal de Aarde rond, en miljoenen geproduceerde en gekauwde wasschilfers, uitgerokken op een warmte van 40°C in het donker met een geometrische perfectie. We zouden het daarbij kunnen laten en ons verwonderen over een dergelijke kunde, maar dan zouden we niet alles begrepen hebben van de missie van bijenwas. Deel 2 in volgend ‘t Polleken
Een ‘Wild’ Bijenplan Een (honing)bij gespot rondom mijn huizeke? Door: Tom De Pauw Dit jaar hoop ik –eindelijk- mijn intrek te nemen in ‘mijn huizeke’ in de Stationsstraat te Lebbeke (dicht tegen het station). Wat ik het meest zal missen? Samen gezellig aan de ontbijttafel zitten met mijn moeke! Dat en niet te gepaste, en ongepaste, tijde onze bijenhal te kunnen opzoeken in Mazel, natuurlijk! ’t Doet mij toch altijd zo’n plezier wanneer ik de bijtjes, volgedragen met nectar of stuifmeel, tevreden zie thuiskomen. Gelukkig heeft de eigenaar van een fruitteeltbedrijf, Staveshof te Opwijk, mij al enkele jaren geleden gezegd dat mocht ik ooit op zoek zou zijn naar een standplaats voor 16
mijn bijtjes ik gerust enkele volken op zijn boomgaard mocht zetten. Iets waarvan ik vanaf dan, met wisselend succes, gebruik van maakte. Op zijn maximum stonden er ooit twee. Vorig jaar heb ik er ééntje ingewinterd, maar een bezoekje op het einde van vorig jaar langsheen de verschillende standen doet mij vrezen dat er dit jaar, wanneer het bijenjaar zich op gang trekt, nog zal gevlogen worden door mijn bijtjes daar aan de Vondelmolen alwaar de boomgaard gelegen is. Mijn ‘Wild’ Bijenplan? Ooit eens dag te mogen zeggen tegen één van mijn bijtjes al foeragerend op één van de vele plantjes die ‘mijn huizeke’ tegen dan rijk is. ‘Wild’ wordt hier zeker gepast gebruikt. Ook al is Lebbeke dan wel heel wat natuur rijk, ‘mijn huizeke’ is gelegen in half-verstedelijkt gebied. Oké, ‘mijn huizeke’ is dan wel gelegen op nog-geen-sigaret stappen van bakkerij Keirens en, als ge vanaf de ‘Grote Plaats’ en de bijhorende kerk de Stationsstraat afwandelt, is er juist voor bakkerij Keirens dan wel de toegang tot een parkje met behoorlijk wat struiken en bomen, ‘mijn huizeke’ heeft nog nooit een noemenswaardige rustplaats, voor de vele insecten die ons land rijk is, gehad. Ik vond het dan ook hoog tijd, ’t staat er al van begin de jaren ’30, om daar verandering in te brengen. Omringd door hoge gebouwen met als gevolg weinig, of géén, zon op het gelijkvloers deed ‘mijn huizeke’ mij al snel besluiten om in te zetten op een dakterras. Locatie van dit ‘woonvertrek’? Bovenop de vernieuwde achterbouw en zuidelijk georiënteerd. De grootte ervan? Om en bij de twintig vierkante meter, twee dakkoepels van één vierkante meter en één van drie vierkante meter inbegrepen. De wiskundigen onder ons hebben al snel berekend dat er dus nog slechts 15 vierkante meter overblijft om op zoek te gaan naar die (honing)bij. Rekening houdend met het feit dat ik er, niet alleen een verpozingsplaats voor insecten, maar ook voor telkens twee van mijn vrienden wil, is de titel van dit vervolgverhaal voor dit jaar dus zeker op zijn plaats. En al zeker als je weet dat ik er ook nog, voor mij, eetbare planten wil! 17
Waarom, in tegenstelling tot wat eerder geschreven, niet inzetten op een verhaal rond de klimaatopwarming en voluit te gaan op een verhaal nauwaansluitend bij onze laatste les, ‘Drachtplanten in de Bijentuin’? Ik wil gewoon bewijzen dat zelfs het haast onmogelijke mogelijk is. Je moet er alleen maar van dromen en blijven in geloven!
Varroanieuws Door: Tom De Pauw De varroamijt wordt nog steeds als één van de grootste boosdoeners van de massale bijensterfte waarmee we heden ten dage te maken krijgen, aangegeven. Iedereen is het erover eens dat varroaresistente bijen de toekomst van de imkerij zal inluiden. Echter, bijna altijd is het de imker die met chemische bestrijdingsmiddelen de parasiet te lijf gaat en selecteert hij veeleer op honinghaalst, zwermdrift en zachtaardigheid. Om de bestresistente bijen te kunnen achterhalen en hiermee verder te telen, is het belangrijk om tot een juiste telling van het aantal bijen per monster te komen. Sinds kort is hiervoor, naast het zorgvuldig wassen met lauw water en de poedersuikermethode, een derde werkwijze voorhanden. Sinds 2016 is er in de handel echter ook een kit verkrijgbaar die door middel van CO2 de mijten verdooft waardoor ze van hun gastheer afvallen. Onderzoek heeft echter uitgewezen dat de poedersuikermethode, na het tijdrovende wassen, nog steeds de beste resultaten geeft.
18
Komende activiteiten Algemene vergadering met nieuwjaarsreceptie – Zondag 20 januari 10u Gaat door in het ‘bakhuis’ van het Hof ten Hemelrijk (Kloosterstraat 7) te Opwijk. Het bestuur verwelkomt je graag met een hapje en drankje. Nadat onze voorzitter het woord heeft genomen, gaan we over tot het overlopen van het –voorlopige- programma en volgt de bestuursverkiezing. Jullie gilde blijft op zoek naar nieuw bloed. Kandidaten kunnen zich tot aanvang van de receptie melden bij de voorzitter. Ieder aanwezig lid krijgt een geschenk mee naar huis! Waswafeldag – Zaterdag 16 februari Doorlopend heel de dag (wel eerst afspraak maken met de gastheer van dienst –Alberic Mertens- op 0476/265301). Op moment van afspraak begeef je je naar de Holstraat 42 te Malderen met je ‘gezuiverde was’ en ketel om deze in te laten smelten. Hoe je aan gezuiverde was komt lees je na in ’t Polleken sept-okt van vorig jaar (p. 53-55). Film over varroa – Zondag 17 maart 9u-11u tuinbouwschool Een film gemaakt begin 2018 die het verhaal vertelt van de opgang die deze mijt, voor het eerst in België opgemerkt in 1984, heeft geleid en een totaal andere manier van imkeren in gang zette. Varroase, het teloorgaan van je bijenvolken (vaak de sterkste daar deze het grootste broednest dragen en de varroa zich hierin exponentieel vermeerdert) als gevolg van een te hoge infectiegraad van deze destructor, en hoe hiermee heden ten dage best mee om te gaan, komen uitgebreid aan bod.
19
Onze gilde in Oostmalle Door: Jef Beuckelaers Op 8 sep 2018 werd er in Oostmalle het tweejaarlijks Vlaams imkerscongres georganiseerd. De inrichters hadden twee van onze leden uitgenodigd om aanwezig te zijn met een demostand. De eerste was onze kunstenaar Johan Van Den Eede, bekend als schilder en restaurateur van klassieke schilderijen. Johan heeft ook de restauratie uitgevoerd aan ”Olijfje” op een gevel in de Stationstraat in Londerzeel Aan Johan werd gevraagd om een selectie van schilderijen met de imkerij als onderwerp op te hangen in de congresruimte. Wat hij toezegde! Onze voorzitter werd gevraagd om zijn boek “Mede maken“ voor te stellen. Wat dan ook gebeurd is en waar er 12 exemplaren een eigenaar kregen, die de intentie hadden om met hun honing ook heerlijke mede te maken. Het aangeboden proevertje van mede werd met goedkeurend hoofdgeknik geprezen als godendrank.
20