't Polleken van november2020

Page 1

Ledenblad van

België – Belgique

KONINKLIJKE

P.B. – B.P.

IMKERSGILDE

1840 Londerzeel

NEERBRABANT

BC25171

Verschijnt 5x per jaar: jan/feb. – mrt/april – mei/juni – sept/oct – nov/dec. Afgiftekantoor 1840 Londerzeel Erkenningsnr. P509236 Afzender: Jef Beuckelaers, Sneppelaar 4, 1840 Londerzeel Tel: 0479/51 46 04 e-mail: info@imkersgildeneerbrabant.be 20ste jaargang, nummer 5, nov – dec 2020

KONINKLIJKE IMKERSGILDE NEERBRABANT


Secretariaat:

Imkersgilde Neerbrabant, Eeckhout 39, 1840 Londerzeel Tel: 0479/51 46 04 E-mail: secretariaat@imkersgildeneerbrabant.be Rekeningnummer: BE55 9731 4593 7544

Bestuur: Voorzitter:

Jef Beuckelaers, Sneppelaar 4, 1840 Londerzeel Tel: 0479/51 46 04 E-mail: mex.b.j.snep@gmail.com

Secretaris, penningmeester:

Ria De Donder, Eeckhout 39, 1840 Londerzeel

Ledenadministratie:

Tel: 0473/48 26 13 E-mail: ria.dedonder@telenet.be

Bestuursleden:

Marc De Bont Rudi Moeyersons Tom De Pauw

Redactie:

Jef Beuckelaers

Lay-out:

Rudi Moeyersons

Opleidingsteam:

Jef Beuckelaers, Marc De Bont,

Bijenweide:

Marc De Bont

Webbeheer:

Marnik De Bont

Onze website:

www.imkersgildeneerbrabant.be

Tel: 0477/23 33 02 Tel: 0476/64 56 84 Tel: 0479/60 79 53

In de kijker ZZ

Lidgelden Zie pagina 104

82


Woordje van de voorzitter, Een half jaar terug hadden velen onder ons het gevoel dat we tegen vandaag het ergste zouden gehad hebben van de Covid – 19 besmetting en dat we er gezonder zouden voor gestaan hebben, maar niets is minder waar we zitten er midden in met rondom ons besmettingen, en we hebben geen vooruitzichten op beterschap. Nooit in de geschiedenis hebben we een dergelijke aanval op ons leven gehad, al kwamen er in het verleden ook wel catastrofes voor, zoals : de cholera, de tyfus, de pest in de middeleeuwen, de Spaanse griep in 1918 toen iedereen met een mondmasker op liep, en niet vergeten de wereldoorlogen, en veel verder terug, de zondvloed waar NoÊ met zijn ark voor een schamele redding zorgde. Nu kijken we uit naar een gepast voorbehoedsmiddel en ook naar een doeltreffend geneesmiddel voor al wie er ziek is ! Ondertussen voorzichtig met ons zelf en met onze omgeving. Door de afgekondigde lock down zal, zoals in april, de luchtkwaliteit verbeteren en de stilte opnieuw hoorbaar worden. Het verenigingsleven waarin we voor een deel onze sociale contacten beleefden ligt stil, al wordt er wel nagedacht hoe we voor mekaar iets kunnen betekenen zodat we niet afglijden in een nog meer verzuurde maatschappij. Hopelijk kunnen we in de nabije toekomst weer samen praten, plannen maken, imkers opleiden, een samenkomst of een feest organiseren zonder dat er gevaar op besmetting aanwezig is . Onze voorouders zouden in deze omstandigheden een kaars laten branden hebben, bij voorkeur een noveenkaars die 9 dagen brandt, om de hulp in te roepen van een 83


of andere heilige die het onheil dan opkuiste. Ook in deze bizarre tijd moeten we er aan denken om de jaarlijkse ledenbijdrage te storten zodat we onze imkersverzekering in stand houden en het maandblad van de Vlaamse Imkersbond blijven ontvangen. Terzelfder tijd voldoen we aan het lidgeld voor onze gilde waarvoor we ’t Polleken ontvangen en de mogelijkheid om deel te nemen aan de activiteiten van de vereniging, al zijn die – door de corona - op een heel laag pitje. We hebben dit jaar ook een bestuurkiezing. Dit gebeurt om de 2 jaar voor de helft van het bestuur en met een ambtstermijn – duur woord – van 4 jaar. Deze kiezing gebeurt in de ledenbijeenkomst op het jaarlijks ledenfeest in december, maar zal dit jaar omdat er geen feest doorgaat op een andere manier verlopen, zonder te zondigen tegen de voorschriften van onze statuten. Zijn uittredend en herkiesbaar: Marc De Bont en Jef Beuckelaers. Is ook uittredend maar omwille van andere, drukke bezigheden, niet meer kandidaat, Rudi Moeyersons. Hij zal wel ons ’t Polleken op voortreffelijke wijze zoals hij dat nu ook doet, blijven verder samenstellen. Bij deze een oproep om na de coronatijd mee te doen aan de heropbouw van onze ledenactiviteiten. Zou je graag les geven en meewerken aan de opleiding van jonge imkers, laat het ons weten. Teken je goed of fotografeer je met plezier dan mag je ook voor onderwerpen in ’t Polleken zorgen. Zo ook de cartoon of striptekenaars die op humoristische wijze de bijen en de imker demonstreren. Wil je imker zijn maar de ruimte ontbreekt thuis, of je wil gewoon meer om handen hebben dan kan onze bijenstand in de Tuinbouwschool een goede mogelijkheid zijn. 84


Bij heel wat van onze imkers helpt de partner mee aan deze of gene activiteit als daar zijn , het slingeren of de honing in potten doen. Ook deze partners kunnen in de gilde een steentje bijdragen met hun talenten, laat maar weten ! De Aziatische Hoornaar is al enkele jaren in de actualiteit, zodat we deze zomer de ongewenste gast met zijn grote nesten hoog in de bomen dichtbij konden vaststellen. Deze wespen dringen in tegenstelling tot de Europese Hoornaar, de bijenkasten binnen en vermoorden er onze bijen. Er kan als beveiliging een rooster, waar ze niet door kunnen, voor het vlieggat gezet worden. Maar als ze aanwezig zijn pakken ze de bijen op de vliegplank! In onze overkoepelende organisaties, als daar zijn de KonVIB en het VBVI, vergaderen de bestuursleden online met de computer. Een van de punten die ze behandelen is het samenbrengen van alle Vlaamse imkers in één overkoepelende imkervereniging zodat met één mond met de overheid kan gecommuniceerd worden over de bijen en de imkersbelangen. Terwijl dit woordje op mijn schrijftafel ligt, ontvang ik de melding dat de eerder geplande en uitgestelde imkersreis naar Beieren niet zal doorgaan in 2021. Ook een tegenvaller, want naast het opsnuiven van cultuur en de beleving van bos en natuur is het bezoeken van imkers- en bijeninstituten een pracht van een educatieve vakantieweek met een volle autobus gelijkgestemde zielsgenoten. Hopelijk komt het goed in 2022, maar dat is nog redelijk ver weg! Laat ons niet vergeten om tussen Kerst en Nieuwjaar, zoals in het verleden, allemaal samen een Varroa bestrijding op de bijenvolken toe te passen. Welke bestrijdings methode ge ook toepast denk aan uw eigen veiligheid en 85


gezondheid en gebruik de gepaste beschermingsmiddelen. Het is wel de hoogste tijd om nog bloembollen in de grond te stoppen zodat er in het voorjaar stuifmeel leveranciers in de tuin aanwezig zijn. Let wel als er in de omgeving muizen actief zijn ze ook de aanwezige bloembollen zullen aanspreken. In dit laatste woordje van 2020 wens ik voor al onze imkerskinderen en imkerskleinkinderen een gul Sint – Niklaas bezoek, waarbij heel zeker bijenboeken voor groot en klein zullen bij zijn!. Daarna komt Kerstmis en wens ik al onze imkers en hun partners een vrolijk kerstmis, die we in de huiskring mogen vieren met honingwafels en pannenkoeken. Hetzelfde voor oudjaar, met het glaasje bubbels en de frisse mede. Maar vooral, hou jullie en jullie familie gezond. Tot ziens in 2021! De voorzitter, Jef Beuckelaers

Mailadressen ’t Polleken wordt nog steeds verspreid op papier. Op de website vind je eveneens een elektronische versie. Veel van onze leden hebben reeds een e-mailadres. Via deze adressen kunnen we korter op de bal spelen en recente berichten verspreiden. Heb je een e-mailadres en wens je ook via deze weg op de hoogte gehouden te worden, stuur een mail naar info@imkersgildeneerbrabant.be

86


Op 20/09/2020 om 11:25 schreef William Van Hemelrijck:

Soulmateke, Bij het woordje van de voorzitter heb ik toch een kleine opmerking. Hij schrijft dat “eertijds” de bijen werden ingewinterd met een suikeroplossing van 1 – 1. Ik was op zeer jonge leeftijd +- 9 jaar reeds bedrijvig in de bijenwereld en altijd heb ik de verhouding 3-2 gekend. De verhouding 1 -1 werd soms en alleen maar toegediend in een periode van opperste nood, om een volk te redden. Ik ben indertijd nog meegereisd naar de Kempische heide met een open camion van de “Naits” en ook met de verhuiswagen van “Sander” uit den Blauwenhoek. Die reizen werden georganiseerd door Arséne Van Assche , Louis Van Buggenhout en enkele anderen zoals Louis Donies en Miel Broothaerts. Die brachten ook hun kasten voor de tocht naar de heide. Wij hebben toen hilarische momenten meegemaakt ! De zelfgemaakte “bakken”, kast is een te mooi woord voor de bakken die men maakte met hout van “spekkasten” waarin het zogenaamd “vreemd spek” werd geleverd, waren nooit conform, ieder maakte zijn eigen model en ook de raampjes werden gemaakt volgens het materiaal dat men ter beschikking had, dat vreemd spek was afkomstig van Amerika in het kader van voedselhulp. Dikwijls viel het dan ook voor dat die bakken omvielen met alle gevolgen van dien en dan konden ze beginnen uitzoeken welke ramen bij welke kast pasten . Dat zoiets gepaard ging met talloze steken en gevloek moet ik niet vertellen ! Moet ik erbij vertellen dat niet iedereen plaats vond in de cabine en dat er altijd enkele (on)gelukkigen in de schokkende laadbak moesten zitten 87


onder een deken en gewapend met een grote “doemper”? Waarom vertel ik dat allemaal ? Suiker was tot ná wereldoorlog twee moeilijk te verkrijgen , maar bijenhouders hadden wel recht op gedénatureerde suiker , die kreeg een blauwe kleur mee. De heidehoning echter diende in de meeste gevallen als wintervoer omdat die bijna niet te slingeren was, tenzij men de raten bewerkte met een “kolbborstel”, een soort speldenkussenachtig toestel waarmee men als een razende in de honingcellen moest prikken, waardoor de honing toch enigszins bewerkbaar was, die honing werd hoofdzakelijk gebruikt door bakkers. Ik heb bij Louis van “dag en nacht” nog dikwijls in de grote ketel, waarin die blauwe suiker in een verhouding van drie kg suiker en twee kg. water werd gesmolten , staan roeren om bij het vallen van het donker de bijen te voeren in een houten bakje met een zinken bekleding dat boven op de raten werd gezet, in dat bakje werd een laag “gekapt” stro gelegd om de bijen niet te laten verdrinken, voor de korven werd een “teljoor” gebruikt die onder de lichtjes opgetilde korf werd geschoven. De toegediende voorraden werden nauwkeurig genoteerd in een speciaal “bieënboekske” ! Zij kregen altijd minstens 18 kilo voer, want niet alleen de honingzolders maar ook de broedkamers werden geslingerd ! Honing was geld en de blauwe suiker was goedkoop ….

Dikke knuffel William

88


Imkers en Corona Tot hiertoe zijn onze honingbijen, voor zover we weten, gevrijwaard gebleven van het Coronavirus. Als imkers hebben we ons in het voorbije bijenjaar moeten houden aan de opgelegde maar noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. Zo moesten de imkers die reisden met hun bijen of die een buitenstand met bijen hebben nog bijkomende regels in acht nemen. De activiteiten van een imker vallen onder de omschrijving “ Verzorging van dieren “ . Wanneer een imker zich verplaatst op de openbare weg naar of van zijn bijen moet hij/zij zich kunnen vereenzelvigen als imker tegen de controlerende overheid. Dit kan met uw ’t Polleken met het adres op , ook uw imkerspak is een teken van imker zijn . Tijden de voorbije Lock-down hadden imkers een document van de KonVIB met hun gegevens op. We zien het einde van de miserie nog niet, wat niet veel goeds aangeeft voor het komende bijenjaar. Mocht ge als imker in quarantaine moeten tijdens de actieve bijenperiode en het is nodig om aan de bijen te werken, spreek af met een collega imker maar ontsmet vooraleer hij/zij iets doet alle materiaal dat moet aangeraakt worden. Bij de thuisverkoop van honing of andere bijenproducten hanteer de geldende veiligheidsregels van dat moment zoals : afstand respecteren, met handschoenen iets vastpakken, honingpotten niet overhandigen maar neerzetten en het verschuldigde bedrag in een open doos laten leggen. Ook al weten we dat honing sommige virussen kan uitschakelen, zeg nooit dat honing helpt om een corona besmetting te neutraliseren of te genezen. Onze voorouders zouden in deze tijden een kaars laten 89


branden hebben – een noveen kaars die brandt 9 dagen - . Wij kunnen dat ook maar we houden ons zeker aan de veiligheids regels. We houden onszelf en onze omgeving gezond!

Bijen en Corona? Jef Beuckelaers

Terwijl we nog in bubbels leven en een sociale afstand van 1,5 m. toepassen, daarbij het mondmasker dat we moeten bijhebben dragen waar nodig, kunnen we ons afvragen of we als imker voor specifieke punten wat de bijen betreft, extra aandacht moeten hebben! Als imker moeten we ons ook zonder de Corona aan bepaalde regels houden, zie de “ Gids voor goede bijenteeltpraktijken. Tijdens de honingafname en bij het slingeren zou er theoretisch een inslag van virusdeeltjes denkbaar kunnen zijn in de honing. Men is in labo’s wel met onderzoek bezig voor de levensmiddelenindustrie over de leefbaarheid van de Corona virussen in voedingswaren. Van de virologen weten we dat het virus op oppervlakken negen dagen leefbaar is. Of er ook onderzoek gebeurd of het virus in honing kan aanwezig zijn en vervolgens hoe lang het er kan in overleven dat weten we nog niet! Laat ons de aangegeven hygiëneregels voor de imkerij goed opvolgen en bij contact met andere imkers geef geen materiaal of gereedschap door. We gaan er van uit dat de bijen geen overdragers zijn van het Coronavirus en we rustig het imker ambacht verder kunnen beoefenen en genieten van honing! 90


Beginnen met honingbijen zonder cursus? Mijn verhaal! Enkele jaren geleden bouwde ik een bijenhotel in mijn tuin en tot mijn grote verbazing was hier meteen heel veel activiteit te zien. Ik was dan ook niet meer weg te slaan bij deze bezige bijen en de bijenvriendelijke bloemen volgden vrij snel de bouw van het hotel op. De gedachte om honingbijen te houden had al eerder door mijn hoofd gespookt maar tot actie was het nog niet gekomen, tot… .Het was eind mei - begin juni toen ik op een mooie lentedag, tijdens het fietsen, op een bordje “Honing” stootte in de buurt van Londerzeel. Ik twijfelde nog even omdat “Corona” een heel actief en bedreigend iets was maar besloot toch met de nodige veiligheid om het erop te wagen. Daar trof ik Jef Beuckelaers aan samen met zijn uitgebreide verzameling honingbijen. Het werd mij snel duidelijk dat ik bij de juiste persoon terecht was gekomen voor dat kleine noodzakelijke “zetje” tot actie. Ik kon meteen zien dat ik te doen had met een vakman die gepassioneerd was in wat hij deed, de ideale leermeester voor een beginnende imker. Na een korte kennismaking met heel wat vragen en veel leerrijke tips besloot ik ervoor te gaan. Jef had mij geadviseerd om te wachten tot het volgende seizoen gezien de dracht nu toch wel op zijn einde begon te lopen en corona ook veel roet in het eten had gegooid wat betreft cursussen. Helaas ben ik niet het type dat graag geduldig afwacht en begon ik mij al volop in te lezen in de wonderlijke wereld van de honingbijen. 91


De boeken die ik, na wat opzoekwerk, uiteindelijk aangeschaft en gelezen heb zijn: - “Bijenhouden: Hoe doe je dat?” van Friedrich Pohl (Nederlandse vertaling) - “Eerste Hulp Bij Imkeren (E.H.B.I.)” van James E. Tew - “Bijenhouden voor iedereen” van Jeroen Vorstman Al deze boeken zijn zeer leerrijk maar ik kan vooral het boek van Friedrich Pohl aanraden vermits ik daar toch de meeste informatie uit gehaald heb. Dit is ook een zeer overzichtelijk boek voor een beginnend imker. Een mooie aanvulling, vooral dan als naslagwerk, is het boek van James E. Tew dat een overzichtelijke oplijsting maakt van mogelijke problemen en hun oplossingen die je als imker kan tegen komen. Behalve deze boeken heb ik enorm veel bijgeleerd van, jawel, YouTube. Ik heb mijn vrije momenten gespendeerd aan het “bingewatchen” van afleveringen van voornamelijk volgende kanalen: “Vino Farm” en “UoG Honey Bee Research Centre”. Een werkelijke schat aan informatie en ontelbare oplossingen voor praktische problemen. Waarom alle fouten nog maken als je kan leren van iemand die ze voor jou al gemaakt heeft? Terwijl ik dit alles aan het doornemen was schafte ik meteen ook mijn eerste noodzakelijke materialen aan. Dingen zoals de imkerjack, handschoenen, etc… Deze zijn vrij eenvoudig te kiezen maar wat mij vooral zorgen baarde waren alle verschillende kasttypes en raammaten… . Ongelofelijk dat hier nog geen standaard in is na al die jaren! Of moet ik zeggen: Waarom is er niet gewoon 1 standaard die goed is? Sommige raammaten verschillen slechts enkele millimeters! 92


Ik merkte dat de Benelux vooral overheerst wordt door de “Simplex” standaard dus dacht ik dat het misschien wel een goed idee zou zijn om daarmee te starten. Zeker als je gaat kijken op een zoekertjessite kan je merken dat veel aanbiedingen vereisen dat je met die raammaat werkt. Toen ik op een gegeven moment contact had gelegd met nog een andere imker in mijn buurt liet hij mij kennis maken met de DB plus kast van Marc Missotten. Deze kast heeft een jarenlange ontwikkeling doorlopen waardoor deze perfect is afgestemd op honingbijen. Hij liet mij de belangrijke verschillen zien tussen een “gewone” kast en die van Marc en zei me dat het werkelijk een plezier is om met deze kast te werken. Eenmaal thuisgekomen ben ik daarmee aan de slag gegaan en heb ik het internet afgeschuimd naar nog andere ervaringen met deze kast. Daar stootte ik op het “bieenkorf” forum waar Marc zelf ook nog steeds actief hints en tips geeft ivm. zijn kast en het houden van bijen in het algemeen. Na veel positieve reacties te lezen, besloot ik de knoop door te hakken en plaatste ik een bestelling. Een belangrijke tip die ik nog meekreeg, wat later ook bevestigd werd door Marc, is om met enkel honingkamers te imkeren. Op deze manier heb je slechts 1 raammaat en ben je heel flexibel wat betreft uitwisseling van ramen of het maken van afleggers. Zo gezegd, zo gedaan…. Nadat ik bij Marc de bijenkast opgehaald en geschilderd had, was het tijd om bijen te zoeken. Deze stap was eigenlijk de makkelijkste, het internet staat vrijwel vol met honingbijen zoekertjes. Al snel had ik iemand gevonden via 2dehands.be en een goede week later zaten er enkele 10.000en bijen te zoemen in mijn tuin. 93


Vrij kort na de nieuwe aanwinst merkte ik dat 1 bijenkast vrij “saai” is en je daardoor ook geen referentie hebt over hoe het met het volk gesteld is. Ook wanneer het mis gaat kan je niet zomaar even een raam broed of voedsel overzetten uit een ander volk. Dus besloot ik om er nog 3 bij te nemen… Ik mocht echter niet te lang meer wachten vermits het ondertussen al half juli was en het seizoen nu echt wel op zijn einde begon te lopen. Gelukkig waren er nog steeds veel zoekertjes met honingbijen en kon ik bij Marc terecht voor een snelle levering van nog 3 extra woonsten ☺ Ondertussen zoemen er 4 volkjes in mijn tuin die het volgens mijn beginners ervaring goed doen. Nu hopen dat ze goed ingewinterd zijn, iets dat niet onbelangrijk is. Dit zeker wanneer je zo laat op het seizoen begint… Aangekochte volkjes komen typisch op 6 ramen met niet al te veel voedselvoorraden. Dit soort dingen wordt niet besproken in de boeken maar kwam heel uitgebreid aan bod in de “Vino Farm” filmpjes. Zeker toen ik in Augustus merkte dat de volkjes hun weinige voorraden honing reeds geconsumeerd hadden ben ik beginnen bijvoeren met suikerdeeg en daarna nog vele liters suikerwater tot de raten goed vol(maar niet te vol!) zaten. Het is nu half oktober en de bijen brengen nog steeds stuifmeel binnen! Een zeer goed teken wat betreft overleven van de winter, fingers crossed dus ☺ Kevin Hofmans PS. Ik ben op zoek naar stekken van de Amandelwilg Kan ik hiervoor bij u terecht? Graag een seintje kevin@bluemail.be

op

94


Persbericht: Op 6 december 2020 feestelijke intocht van SintNiklaas in Neerbrabant zonder de aanwezigheid van publiek en op een geheime plaats ( bron : K.I.N. )

95


Hoe druppelen we oxaalzuur in de winter? Jef Beuckelaers Het druppelen van oxaalzuur, ofwel zelf aangemaakt ( 1l water + 1kg suiker) + 35mg oxaalzuur/ liter of de aankoop van Oxuvar 3,5 % moet gebeuren met inachtname van volgende punten: ° Broedloos Het oxaalzuur is werkzaam bij de mijten die op de bijen zitten. De mijten in het gesloten broed blijven gevrijwaard van het zuur, daarom behandelen wanneer de bijen broedloos zijn. ° Oxaalzuur opwarmen De bereiding van het oxaalzuur uitvoeren met warm water ofwel de aangemaakte oplossing in een waterbad opwarmen tot 30°C, en dan warm druppelen als comfort voor de bijen. ° Hoeveelheid zuur Rekening houden met 5 ml per bezette bijenstraat, zodat in een vol bezette romp max. 50 ml gedruppelt mag worden. ° Uitvoeren Met een spuit de gepaste hoeveelheid op de bijen aanbrengen. Op ramen en was is het nutteloos. 96


° Iedere romp Bij hoog bezette volken met 2 rompen, deze van mekaar zetten en alle twee behandelen. ° Slechts éénmaal Een te hoge dosis of tweemaal behandelen kan dodelijk zijn voor het volk. ° Oplossing bewaren Een klaargemaakte oxaalzuuroplossing met suiker is slechts een paar dagen houdbaar. Na enige tijd ontstaat er in het suiker Hydroxymethylfurfural ( HMF ) een voor de bijen giftige stof. ° Vóór 31/12 behandelen Om de komende honingopbrengst te behoeden voor oxaalzuur zullen we behandelen vóór 31/12

97


VERMEERDERING VAN DRACHTPLANTEN (deel 1) Om als imker te weten welke ANNA MAURIZIO (1900-1993) planten interessant zijn voor onze bijen raadplegen we nog steeds tabellen die steunen op het werk van Anna Maurizio. Daarin vinden we gegevens over de bloeitijd, de kwaliteit van de nectar en de Foto bron: https://en.wikipedia.org/wiki/Anna_Maurizio pollen. Zwitserse biologe, werkte in het vermaard onderzoeksstation Liebefeld (Zwitserland) en ontwikkelde methoden om de Na haar deden verschillende inhoeveelheid stuifmeel in honing te bepalen. Ze schreef ook samen met Ina Grafl het boek wetenschappers en imkers verder Das Trachtpflanzenbuch Nectar und Pollen – die onderzoek om de kennis over wichtigsten Nahrungsquellen der Honigbiene drachtplanten uit te breiden. Deze kennis wordt via de imkerscursussen en imkerstijdschriften doorgegeven aan startende imkers en aan imkers die hun kennis willen uit breiden. Wat misschien minder aan bod komt is de manier waarop we deze drachtplanten kunnen vermenigvuldigen. Daarom wordt deze materie in een aantal opeenvolgende artikelen onder de loep genomen.

Door goed de natuur te bekijken kunnen we reeds veel leren over hoe planten zichzelf vermenigvuldigen. In principe produceert 98


iedere plant zaden waaruit zich een nieuwe plant kan ontwikkelen. Deze vorm van reproductie noemt men generatieve vermenigvuldiging. In kiemkrachtig zaad bevindt zich een embryo dat ontstaan is uit de versmelting van een zaadcel en een eicel. Beide kunnen afkomstig zijn van twee verschillende planten, van twee verschillende bloemen op één plant of zelfs van één dezelfde bloem. De botanicus heeft hiervoor verschillende termen ontwikkeld die misschien later aan bod kunnen komen. In ieder geval is van belang dat bij generatieve voortplanting het genetisch materiaal van twee niet-identieke cellen versmelten en zo ervoor zorgt dat er variabiliteit ontstaat in het nakomelingschap. Zaaien we 1000 linden dan zullen de zaailingen niet identiek zijn. In de natuur heeft dit voordelen. De zaden zullen niet allemaal in dezelfde omstandigheden terecht komen en het zullen de best aangepaste plantjes zijn die zich verder kunnen ontwikkelen. Voor de kweker is dit soms een vervelend gegeven, want ze kunnen planten bekomen met ongewenste eigenschappen. Sommige gecultiveerde planten hebben een beperkte genetische variabiliteit, ze produceren quasi identieke zaailingen en worden zaadvast genoemd. Deze kennis is belangrijk om te begrijpen dat er soms meer nodig is dan een zaadje, potgrond, enige verzorging en geduld om een plant naar wens te bekomen. Het verhaal is complexer. In de maand september beginnen de walnoten van de bomen te vallen. Dan is het tijd om onze wintervoorraad noten in te slaan. Onderstaande foto toont de variatie in nootvolume. De twee linkse partijen zijn afkomstig van twee bomen die staan langs de Sint99


Onolfsdijk in Dendermonde de rechtse partij komt uit de tuin van de schrijver. Er is een duidelijk verschil in grootte waarneembaar. Het spreekt vanzelf dat ieder van jullie liefst een boom in de tuin hebben die vruchten geeft zoals de derde partij. Ook onze bijen zullen liefst planten bezoeken die goed stuifmeel en nectar leveren. De walnotenbomen aangeplant op de Sint-Onolfsdijk zijn zaailingen. Er is grote variabiliteit in groei en in nootgrootte. De boom in de tuin van de schrijver is een veredeld exemplaar (Juglans regia var. Giant),

Foto van Freddy Franck zodat de planter op voorhand quasi zeker was dat de noten zouden voldoen aan zijn wensen. In een volgend artikel zal verder ingegaan worden op veredeling van planten. Gelukkig heeft de natuur nog andere manieren van voortplanting bedacht: de vegetatieve voortplanting. Als bij een storm een tak afwaait van een schietwilg (Salix alba) is de kans bestaande dat die ergens in een drassige grond terecht komt waar hij snel kan inwortelen en zijn eigen plaatsje tracht te 100


veroveren om uit te groeien tot een volwaardige boom. De boomkweker maakt hier gretig gebruik van en stekt tal van struiken en bomen. Ook de aardbeien in onze tuin zullen na de oogst uitlopers vormen die we dan zelf kunnen planten of uitdelen aan andere tuinliefhebbers. Foto van Freddy Franck De alzo ontstane planten zijn quasi identiek aan de moederplant. Het nadeel is dat er geen natuurlijke selectie is opgetreden tijdens dit reproductieproces. Het voordeel is wel dat we zeker zijn dat de aardbeien die zich volgend jaar zullen vormen zeer sterk zullen gelijken op deze van de moederplanten. In het najaar, voor de eerste nachtvorst, planten we onze voorjaarbloeiende bloembollen, zoals tulpen, narcissen en hyacinten. Tussen de schubben van de bloembollen zitten klisters die zullen uitgroeien tot nieuwe bloembollen. Dat is de reden dat we als we na het afsterven van het loof meer bloembollen oogsten dan dat we er hadden geplant. Ook dit is een vorm van vegetatieve vermenigvuldiging. Het spreekt voor zich dat niet enkel de genetische achtergrond de kwaliteiten van een plant zullen bepalen. Het groeimilieu waarin de jonge plantjes terecht komen is even belangrijk. We spreken dan ook van het genotype en het fenotype. Met de term genotype 101


bedoelt de bioloog de verzameling van potentialiteiten die een organisme geĂŤrfd heeft van zijn ouders. Het fenotype is de verschijningsvorm van een organisme in een bepaald milieu. Met andere woorden, het fenotype laat zien welke geĂŤrfde potentialiteiten in het milieu, waar de plant is terecht gekomen, tot uiting zijn gekomen. In volgende artikelen zal er dieper ingegaan worden op deze materie. Vooreerst komen de klassieke vermenigvuldigingstechnieken zoals het zaaien, het planten van wortelstokken, bollen en knollen, het afleggen, het stekken en het marcotteren aan bod. Daarna zullen de verschillende veredelingstechnieken de nodige aandacht krijgen en is er nog tijd voor moderne vermenigvuldigingstechnieken even te belichten. Freddy Franck

Is reizen schadelijk voor de bijen? Jef Beuckelaers Bijen zijn van nature honkvast, behalve een zwerm die vertrekt om in een nieuwe woonst in te trekken. Nu weten we uit de pers en van protestacties in het verleden dat het reizen met dieren zoals koeien en varkens stress veroorzaakt door het verblijf op het transportmiddel. Ondervinden de bijen waarmee er naar het fruit of naar het koolzaad, respectievelijk de Linde gereisd wordt ook stress die schadelijk kan zijn voor hun gezondheid? 102


Onderzoekers in Amerika hebben bijen die over een afstand van 100 km verplaatst werden vergeleken met bijen die ter plaatse bleven. Ze stelden vast dat bijen die niet verplaatst waren 1 dag langer leefden dan de bijen die gereisd hadden. Nu 1 dag is niet lang kan men zeggen maar op een levensduur van 6 weken is het toch een flinke periode. Als er dan geteld wordt hoeveel bijen er in een volk aanwezig zijn dan stelt men vast hoeveel arbeidsdagen er gemist worden. Wat er in het onderzoek ook vastgesteld werd is het verschil tussen de bekeken perioden. Het voorjaar was ongunstiger dan de zomerperiode, en hoe langer het transport duurde hoe meer stress er aanwezig was.. Een goed ontwikkeld volk met een ruim stuifmeelaanbod op de vertrekplaats zowel als op de aankomstplaats houdt het stressniveau lager dan een volk dat op een der plaatsen of op beiden minder Foto: Konvib.be stuifmeel kan ophalen. Een toelichting over het verschil. Op de plaatsen van het onderzoek is er in de zomer beduidend meer stuifmeel aanwezig dan in de lente. Dit zou kunnen verschillen met de toestand bij ons. Als conclusie kunnen we zeggen dat aanwezig stuifmeel een gunstige invloed heeft op de gemoedrust van de bijen waardoor ze minder stress ervaren bij manipulatie. Rustig zittende bijen zullen dan ook langer leven 103


Lidgelden De jaarlijkse aansluitingsbijdrage als lidgeld voor het jaar 2021 bedraagt 30€ Hoe is dit bedrag samengesteld? Voor de Koninklijke Vlaamse Imkersbond = KonVIB: 22€ Voor het Vlaams-Brabants Verbond van Imkersverenigingen = VBVI: 2,5€ Voor de Koninklijke Imkersgilde Neerbrabant = Neerbrabant: 5,5€ Totaal: 30€ Wat krijgen we hiervoor? KonVIB: het maandblad (10 nummers), imkersverzekering, stelt het informatiecentrum ten dienste VBVI: ondersteunt de plaatselijke bonden met informatie en begeleiding bij cursussen en bijeenkomsten Neerbrabant: richt voor onze leden bijeenkomsten met een educatief karakter in. Zorgt voor opleiding en scholing in cursussen. Verzorgt het plaatselijk ledenblad ’t Polleken met allerhande imkersen andere bijeninformatie. Stort uw lidgeld van €30 op rekening BE55 9731 4593 7544 ten name van Imkersgilde Neerbrabant, Eeckhout 39, 1840 Londerzeel. Gelieve eveneens je geboortejaar en het aantal volken te vermelden. Sympathisanten van de bijen die ook ’t Polleken wensen te ontvangen en willen deelnemen aan onze activiteiten, storten hiervoor 10€ op hetzelfde rekeningnummer. 104


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.