16de jaargang nr 5 november - december 2016
P.B. - P.P. BELGIĂ‹ (N) - BELGIGUE
P509236 Afgiftekantoor: 1840 Londerzeel
Bestemmeling:
‘t polleken
V.U.: J. Beuckelaers, Sneppelaar 4, 1840 Londerzeel
Ledenblad van de Koninklijke Imkersgilde Neerbrabant
verschijnt vijf maal per jaar: februari - april - juni - september - november
COLOFOON Ledenblad nr. 5 jaargang 16
BInfo@imkersgildeneerbrabant.be REKENINGNUMMER: IBAN BE55 9731 4593 7544 BIC ARSPBE22
UITNODIGING 18 december Ledenfeest
HET BESTUUR:
zie blz. 102-103
Erebestuurslid: Marcel De Vis Voorzitter: H 0479/514 604 Jef Beuckelaers Sneppelaar 4, 1840 Londerzeel B mex.b.j.snep @gmail.com Ledenadministratie: H 0473/482 613 Ria De Donder Eeckhout 39, 1840 Londerzeel B ria.dedonder@telenet.be Bestuursleden: Marc De Bont
H 0477/233 302 H 0479/607 953 Tom De Pauw H 0476/265 301 Alberic Mertens Gerd Van den Bergh H 0475/242 447
Redactie: Jef Beuckelaers, Tom De Pauw Lay-out: Hugo Vits Opleiding: Jef Beuckelaers, Marc De Bont Bijenweide: Marc De Bont Webmeester: Marnik De Bont
Website: Imkersgildeneerbrabant.be E-mail: Info@imkersgildeneerbrabant.be ’t Polleken
Woordje van de voorzitter Het bijenseizoen zit er zo goed als op, alles is ingewintert en het materieel staat netjes bij mekaar. Straks tussen Kerst en Oud jaar nog een laatste varroa behandeling met oxaalzuur druppelen en we kunnen weer uitkijken naar de komende lente. Eigenlijk is het niet helemaal waar wat ge zonet gelezen hebt, want de aanzet voor het nieuwe bijenjaar dat gaat komen hebben we al gegeven toen we met de inwintering begonnen. Toen hebben we of hadden we kunnen bepalen hoe en met wat we volgende lente zullen uitpakken. In het jaarprogramma van 2017 zal daar zeker aandacht aan besteed worden. Belangrijk is dat ge als imker het aangeboden kennispakket mee opneemt en toepast. Wat hebben we het voorbije jaar gekregen van de natuur? Tot begin van de zomer en er zelfs een flink stuk in, was het al water dat de klok sloeg en dan kwam een droge schrale periode met uiteraard veel zon en te hoge temperaturen. Van de nazomer hebben we flink genoten, de bijen ook, veel te lang zelfs. Overal staan de groenbemesters volop in bloei. Goed zeggen sommige imkers want er komt nog rijkelijk stuifmeel binnen. Dat er stuifmeel binnenkomt kan wel goed zijn maar de koninginnen blijven wel aan de leg en dat is niet goed, want dan moet er broed verzorgd worden en blijven de bijen die moeten winterbij worden zomerbij die maar 6 weken leeft en dan dood gaat met het gevolg dat er plots kasten leeg staan. ‘t Is niet moeilijk om te begrijpen ge moet gewoon zien wat er zich voor doet! Het tweejaarlijks Vlaams Imkerscongres is ondertussen ook al voorbij. Onze gilde heeft met een aantal mensen flink meegewerkt om dit evenement in Leuven op poten te zetten (we hadden ook hulp van enkelen uit de bond van Grimbergen). Dit congres werd door de bezoekers vernoemd als een van de betere van de voorbije uitgaven, niet omdat het in en door Vlaams-Brabant georganiseerd werd, maar omdat er zoveel praktische informatie op een duidelijke en klare manier naar de gewone imker gebracht werd. Er zijn 3 topsprekers aan het woord geweest. De eerste spreker dr. Otto Boecking van het bijeninstituut uit Celle - Duitsland - waar de ondertussen befaamde “Rotatiemethode” ontwikkeld en uitgetest werd met goed resultaat - is deze werkwijze komen uitleggen en verduidelijken. Als tweede spreker het Vlaams boegbeeld inzake bijenteelt kennis dr. Michel Asperges die zijn laatste vaststellingen met de electronenmicroscoop heeft openbaar gemaakt aan de hand van fantastische PowerPoint-beelden over het voetje aan de voorpoot van de honingbij. Het derde zwaargewicht in het spreekgestoelte was de Nederlandse hoogleraar dr. Sjef ’t Polleken
Blz.: 99
vander Steen die het had over vitale bijen en hoe ze vitaal te houden. Wie er niet bij was heeft als imker zeker een kans laten voorbij gaan in het opdoen van kennis over de hedendaagse problematiek in de bijenwereld. Wat over dit congres ook nog mag gezegd worden is, dat er een juweel van een imkersdorp kon bezocht worden met mooie uitgewerkte standen over diverse onderwerpen die de bijen en de bijenteelt aanbelangen. Ons ledenfeest, zoals we nu de traditionele statutaire vergadering op het einde van het jaar zullen noemen, zal dit jaar doorgaan op 18 december - ge had dat toch al in uw agenda aangestipt? - in een andere locatie omdat het parochiezaaltje van Steenhuffel moet gerenoveerd worden, men spreekt zelfs over afbreken en opnieuw opbouwen. Onze nieuwe feestplaats is de zaal Flandria in Steenhuffel, tegen de grote parking; We verwachten dan ook al onze leden om mee te feesten en om gezellig samen te eten en te drinken - zie het menu en het programma verder in het t’Polleken. Tussendoor worden er sfeerbeelden getoond van de activiteiten die het voorbije jaar plaats hadden in onze gilde Op het einde van het jaar worden we er ook aan herinnerd dat we mogen bijdragen voor het maandblad en ons lidmaatschap in de gilde, het zal voor 2017 onveranderd blijven op € 30, bijna niet te geloven want alles slaat op! In dit woordje toch de aandacht vragen voor de komende opleidingsactiviteiten die we voor de leden organiseren in 2017. Het is aan de imker om er aanwezig te zijn en om zich bij te scholen in de voortdurende verandering van toestanden en situaties in de bijenwereld. Wie de opleidingsbijeenkomsten niet bijwoont, staat stil en stilstaan is achteruit gaan! Er is vandaag heel wat te doen over de biodiversiteit in de natuur en ook bij de honingbijen. In dit verband is er belangstelling bij de onderzoekers en in de universiteiten voor de zwarte honingbijen die oorspronkelijk, zeg maar pakweg 80 jaar terug, de enige honingbijensoort was in onze gebieden. Men vermoed dat deze bij beter aangepast is aan een aantal ongemakken en men is op zoek om deze bij terug te vinden en om na te kijken hoe ze het doet. In dit laatste t’Polleken van het jaar 2016 wil ik de bestuursleden van onze gilde danken en in de bloemen zetten voor her werk dat ze in het voorbije jaar voor de leden van onze gilde gedaan hebben, ook wens ik al onze leden een goed afsluiten van het jaar met de intentie om wat er dit jaar niet te best gelopen is volgend jaar beter aan te pakken!
Uw voorzitter Jef Beuckelaers Blz.: 100
’t Polleken
Het Juweel
Tekst: Jef Beuckelaers
Dat dr. M. Asperges opnamen gemaakt heeft met een electronenmicroscoop van lichaamsdelen van de honingbij is al geweten en dat hij heel in het bijzonder over het voetje aan de voorpoot van de honingbij een powerpointpresentatie gegeven heeft op het 22ste Vlaams Imkercongres in Leuven weten we ook wel, maar dat de werkgroep van het imkersdorp waarin mensen van onze gilde en van Grimbergen actief geweest zijn ook iets gedaan hebben met dat voetje is wel nieuws! Het team heeft kunstenares Rose Cornelis bij de arm genomen en haar gevraagd of ze een vergroot model wou maken van het voetje. Na een poos nadenken (zo gaat dat bij kunstenaars) heeft ze toegezegd op voorwaarde dat het een kunstwerkje mocht worden en geen educatief sculptuur. Enkele dagen voor het congres, waar het zou getoond worden, vernamen we van Rose dat het voetje er ook effectief zou zijn. We laten Rose zelf aan het woord:
“Ik heb eerst met Michel Asperges gepraat om te weten waar het precies over ging. Toen ik hoorde dat er opnamen gemaakt waren met hoog technologische toestellen en dat er goud gebruikt werd om de delen waarvan er opnamen gemaakt werden te bedekken om ze te kunnen zien ging ik er van uit dat ik dezelfde weg zou inslaan.” Wat heeft Rose dan gedaan? Ze heeft met een foto als model een maquette gemaakt in klei van de bijenvoet. Hiervan werd een 3D opname gemaakt met een lazerprinter. Er werden (toevallig) drie juwelen geprint van zo een 12 cm groot, die met goud belegd werden. Op het congres hebben we dan aan elk van de 3 sprekers een juweel overhandigd ! Proficiat Rose voor de juwelen en proficiat werkteam van het imkersdorp voor het idee ! ’t Polleken
Blz.: 101
UITNODIGING
18 december 14.00 u.
LEDENFEEST in zaal Flandria
Steenhuffeldorp 54-56, 1840 Steenhuffel
Menu Aperitief met bubbels Brabants witloofsoepje Gemarineerd gebraad “jagersaus” met groentenmix en gouden krakertjes Taart met koffie Wijn, bier, water, e.a. frisdranken
“Nee, maar! wat een verwennerij!” Blz.: 102
Alle dranken, tijdens en na de maaltijd, zijn mee begrepen in de deelnameprijs ’t Polleken
we genieten er van elkaars gezelschap blikken terug naar het afgelopen werkjaar kijken naar een film met werken van vooraanstaande beeldhouwers luisteren naar het gitaargezelschap dat voor een muzikale noot zorgt en natuurlijk is er het feestmaal Naar trouwe gewoonte houden we ook dit jaar tijdens het ledenfeest een tombola. Prijzen voor deze tombola worden graag aanvaard.
Deelnamebedrag: € 30
(eventueel in combinatie met het lidgeld voor 2017 al dan niet met het overschrijvingsformulier verder in dit boekje)
over te schrijven vóór 23 november 2016
Teerfeest - Feestvergadering - Ledenfeest Zoals een goede huisvader teren we niet met kasgeld omdat we liever investeren in een duurzame werking Onze jaarlijkse feestvergadering zou zonder leden niets zijn ... eigenlijk feesten we met, voor en door al onze leden. Het is dus (eigenlijk al altijd) een echt ledenfeest ’t Polleken
Blz.: 103
... Naar een nieuw werkeditie
Tekst: Tom De Pauw Eind februari van dit jaar heerste er eventjes paniek binnen het, anders zo gemoedelijke, bestuur van jullie imkersgilde. Ria, jaar en dag onze verslaggeefster van het ‘polleken’, vond het steeds moeilijker die taak te combineren met die andere taak die ze al jaar en dag, plichtsgetrouw, uitvoert binnen onze gilde: secretaris-penningmeester. Gelukkig waren er enkele mensen die de verdere taakvervulling bij het tot stand brengen van het ‘polleken’ tot zich widen nemen. Het is in die hoedanigheid dat Hugo Vits, vormgever, Jef en ik, als redacteur, al aan onze vierde ‘polleken’ toe zijn. Dit had zeker niet gekund zonder het schrijven en zoeken van geschikte teksten door velen van jullie. Waarvoor onze dank. Wat heeft een nieuw editiejaar voor ons in petto? Naast de gebruikelijke info over onze activiteiten wordt er door verschillenden hard gewerkt aan twee vervolgverhalen. Een eerste zal jullie stap voor stap helpen bij het opkweken van nieuwe koninginnen. Het tweede is een samenvatting van wat het boek ‘honingbijen’, geschreven door de heer Jürgen Tautz, allemaal inhoudt. De schrijver vat de bijenkolonie als geheel graag op als een zoogdier. Of ik die mening ben toegedaan, zal nog moeten blijken. Men kan er echter niet omheen dat beide individuen, als we de bijenkolonie nu als een individu opvatten, opvallende gelijkenissen vertonen. Net zoals zoogdieren zich uiterst traag voortplanten, worden er bij de honingbijen slechts enkele koninginnen per jaar geboren. Daar waar de zoogdieren de eerste maanden worden grootgebracht met moedermelk, worden jonge bijen gezoogd met ‘zustermelk’ ontstaan in de kopklieren van de bijenvrouwtjes. In de vorm van een baarmoeder met nauwkeurig geregelde omstandigheden wordt het nageslacht beschermd van factoren buitenaf. Honingbijen worden grootgebracht in de ‘sociale baarmoeder’ van het broednest dat hen dezelfde veilige omgeving biedt. Beiden zijn ongeveer even warm. Zoogdieren hebben een groot leervermogen en hoog ontwikkelde cognitieve vaardigheden. Honingbijen hebben een buitengewoon hoog ontwikkelde aanleg om te leren en behoren daarmee duidelijk tot de kopgroep van de ongewervelden. Wij hopen dat u nu al met ons mee uitkijkt naar deze nieuwe jaargang van het ledenblad. Toch nog een oproep voor teksten die u altijd naar ons secretariaat mag doormailen. Dit om een zo gevarieerd mogelijk ‘polleken’ te maken.
Blz.: 104
’t Polleken
De rotatiemethode (in ‘t kort)
Tekst: Jef Beuckelaers Op het voorbije imkerscongres werd de rotatiemethode voorgesteld en uitgelegd door dr. Otto Boecking uit Celle - Duitsland waar de methode ontwikkeld werd. We komen daar in 2017 zeker op terug want het ziet er naar uit dat het de weg aangeeft die we dienen te volgen om de bijensterfte een stap voor te blijven Hoe zit het, eenvoudig gezegd, in mekaar ? ° Een koningin kweken die zal bevrucht zijn tegen de zomer slingerbeurt. ° Na het zomer slingeren wordt de honingzolder, met de ramen, terug op het volk gezet. ° Een uur later wordt de zolder afgenomen en op een gesloten bodem gezet = kunstzwerm. ° Bodem, romp en afdekking wordt 6 km verder opgesteld ° Behandelen tegen de varroa en nadien de jonge koningin in een kooi invoeren. ° Meestal moet de kunstzwerm gevoederd worden ° Op het einde van de zomer, het oude volk : - slingeren - de koningin in arrest zetten - de gepaste varroa behandeling geven - als alle broed uitgelopen is de bijen aan de kunstzwerm geven (krantenmethode) ° Inwinteren
De Imkersgilde van Neerbrabant zoekt: Bestuursleden - Medewerkers (m/v) Ligt de gilde je nauw aan het hart? Werk je graag samen met een dynamische ploeg? Ben je bereid wat extra tijd te besteden aan onze gildewerking? Stel je dan onmiddellijk kandidaat, we zitten op je te wachten. Om de twee jaar wordt een deel van ons bestuur herverkozen. Zij engageren zich om, voor een periode van 4 jaar, de goede werking van onze gilde ter harte te nemen. Jef, onze voorzitter, Marc en Tom stellen zich dit jaar herverkiesbaar. Wij van het bestuur zijn constant op zoek naar gedreven mensen om ons team te versterken. Voel jij je aangesproken? Laat ons dan, ten laatste bij het binnenkomen op het ledenfeest, iets weten. * Het bestuur wordt herkozen tijdens de receptie (18-19 u.) van het ledenfeest.
’t Polleken
Blz.: 105
Tussen kerst- en oudjaar behandeling tegen de varroa
In onze streken lijkt het toepassen van de winterbehandeling met oxaalzuur tegen de varroamijten een algemeen gebruik te worden tussen Kerst en Nieuwjaar. De oxaalzuurbehandeling voeren we uit door, op een dag dat het meer dan 5°C is, de bijenkast te openen en er per bezette bijenstraat +/- 5 ml. vloeistof op te druppelen met een spuit of een knijpfles. Per normaal bijenvolk zullen we max. 50 ml vloeistof toedienen. Klaarmaken van de druppelvloeistof: - meng 1 liter warm water met 1 kg. kristalsuiker (meer of minder afhankelijk van de benodigde hoeveelheid druppelvloeistof); - voeg, per liter vloeistof, 35 gr. oxaalzuurpoeder toe; - deze oplossing is slechts een paar dagen houdbaar. Werkwijze: - draag steeds handschoenen tijdens het werken met oxaalzuur; - in de namiddag, als de bijen een beetje losser zitten, naar de kast gaan; - tik op de kast zodat de bijen voedsel opnemen en hun maag vulllen, dit om zuuropname te vermijden; - De kast openen, niet langer dan nodig, en de oxaalzuuroplossing verspreid druppelen. Het oxaalzuur is nefast voor de mijten.
T-shirt en Fleece
nog steeds te verkrijgen
Interesse? stuur een mailtje naar: info@imkersgildeneerbrabant.be Blz.: 106
’t Polleken
Luchtverontreiniging en foerageer-gedrag
Aangereikt door Marc De Bont
Luchtverontreiniging zorgt ervoor dat bijen er langer over doen om voedsel te vinden, waardoor de efficiëntie afneemt waarmee ze bestuiven. (Pimthida) Luchtverontreinigende stoffen kunnen chemisch reageren met plantaardige geurmoleculen. De geuren van bloemen en planten die door de pollutie veranderd worden, brengen bijen in de war. Het is namelijk op geuren dat bestuivers een beroep doen om voedsel te vinden. Als gevolg daarvan doen ze er langer over om voedsel te vinden en neemt de efficiëntie waarmee ze bestuiven af. Dat gebeurt omdat de chemische interacties de levensduur van de geurmoleculen aantasten en de bijen langer zoekende zijn en daardoor minder grote afstanden afleggen. Meer luchtvervuiling, minder bloemengeur Als insecten naar voedsel zoeken, detecteren ze geurmoleculen van bloemen en bloeiende planten in de lucht. De wind kan deze moleculen honderden meters verderop brengen. “Veel insecten hebben hun nesten op bijna 1 kilometer afstand van de voedselbron. Dat wil zeggen dat de geuren een erg lange afstand kunnen overbruggen”, zegt Jose D. Fuentes van Penn State University. “Elk insect vindt zijn voedsel op basis van geuren en dat doen ze door van plaatsen met een lage concentratie van deze geur naar plaatsen met een hoge concentratie te vliegen.” De geuren van planten kunnen echter afbreken als de lucht vervuild is door bijvoorbeeld ozon. Dit afbraakproces leidt tot nog meer luchtverontreiniging zoals de vorming van de vrije radicalen hydroxyl of nitraat, die opnieuw de verdere afbraak van bloemengeuren veroorzaken. Dennenhars en laurier De geurmolecule alpha-pineen, een bestanddeel van dennenhars, kan 40 uur overleven in een ozonvrije omgeving. Als het ozongehalte tot 60 deeltjes per miljard opklimt - wat door het Amerikaanse milieuagentschap als “matig vervuild” wordt beschouwd - overleeft de molecule slechts 10 uur. Bij 120 deeltjes ozon per miljard daalt de levensduur van de molecule tot een uur. De molecule beta-myrceen, die onder meer voorkomt in de etherische olie van laurier, venkel, dille en dragon, kan 1 kilometer reizen in een ozonvrije atmosfeer, slechts de helft bij 60 deeltjes per miljard en amper 300 meter bij 120 deeltjes per miljard. Geblinddoekt koffie halen In een ozonvrije omgeving deed 20 procent van de bijen er 10 minuten over om een bepaalde geurmolecule te detecteren. Als de ozon steeg tot 20 deeltjes per miljard, deed hetzelfde aantal bijen er 180 minuten over om het voedsel te lokaliseren. “Het is ongeveer hetzelfde als een kop koffie gaan halen in de dichtstbijzijnde koffiebar terwijl je geblinddoekt bent”, zegt Fuentes. “Wij kunnen dat niet zonder zicht. Hetzelfde geldt voor bestuivers als we de geuren van de omgeving verstoren.” Een terugval in de bestuiving kan verregaande gevolgen hebben voor planten en gewassen die afhankelijk zijn van bestuiving voor hun voortbestaan, merkt Fuentes op. “Honingbijen en andere bestuivers ondervinden wereldwijd problemen en hun voortbestaan is in gevaar. Nochtans zijn ze van onschatbare waarde voor ons. Hoe beter we weten wat hun voortbestaan bedreigt, hoe beter we gewapend zijn om stappen te ondernemen indien nodig”, concludeert hij. Bron: Bees’ ability to forage decreases as air pollution increases
’t Polleken
Blz.: 107
Verslag van de ontmoeting op 19 juli met de Fam. Al - Sammaraie uit Irak
Tekst: Jef Beuckelaers
Aanwezig: ° De bestuursleden van de Koninklijke Imkersgilde Neerbrabant ° Cien Piette, Timo Vantyghem, van de dienst Integratie en Inburgering van Vlaams-Brabant ° Vader en twee zonen van de familie Al - Sammaraie, als lees en begrijp oefening ° De tolk, als verificatie van wat hij vertaald heeft. Er is getracht een opsomming te maken van wat besproken werd, zonder chronologische volgorde ! - De imkers van Irak wonen in Wemmel en zijn in de regularisatiefase en leren Nederlands ! - Ze zouden graag imker worden in ons land. - In Irak hadden ze 1300 bijenvolken in kasten. . Produktievolken in 11 raams kasten (het model lijkt op onze simplex kast). . 5 raams kast voor het opkweken van jonge volken en nieuwe koninginnen. - per jaar was hun productiecapaciteit 30.000 kg honing. - Ze verplaatsen bijen naar goede drachtgebieden (in een goed drachtgebied kan er tot 25 kg honing per kast per week geoogst worden!) - De honingprijs is vergelijkbaar met de onze +- € 10 per kg (ze verstaan niet dat honing hier in de winkel zo weinig kost). - Dat een nieuwe bijenkast met bijen ongeveer € 300 kost vinden ze een normale prijs. - Ze winteren de bijen in met proteïne deeg, die ze zelf maken en de proteïne kopen ze in de apotheek. - De tolk had wel last met de technische vaktermen uit de imkerij ! is wel aanvaardbaar ! - De varroamijten bestrijden ze met Apistan-immunitiet van de varroamijten voor het middel is ongekend !
Blz.: 108
’t Polleken
- Het Amerikaans Vuilbroed (als we mekaar goed verstaan hebben) wordt op 4 tot 5 weken genezen ! ! ! door het broed te bestrooien met een wit poeder (sucrose) in de apotheek te koop - Mierenzuur en Oxaalzuur is hun onbekend tenzij de tolk geen vertaling voor de woorden had. - Ze hadden onze kasten (van Marc en van mij) in Wemmel al gezien maar om het de tolk niet te moeilijk te maken heb ik gewoon gezegd dat het mijn kasten waren. - Ze vroegen of ze er nog mochten komen om naar de bijen te zien zonder iets aan te raken. Ik heb gezegd dat het kon. Waarop zij zegden dat ze op de bijen zouden passen ! Wat is hun betrachting ? - Ze willen imker worden zoals in Irak om er geld mee te verdienen ! Ik hebdan het verhaal over de hobbyimker in onze streken verteld. - Om iets aan te bieden wat ze zouden kunnen doen bij ons als vrijwilliger zei ik dat we nu ons materiaal beginnen herstellen en kasten herschilderen , was in ramen zetten enz ... Hierop antwoorde de vader dat hij van zijn 7de met bijen bezig was en niets anders kent - Duidelijk ? - Ik heb een kleine uitleg over wetgeving gedaan omdat ze daar vragen over hadden. Ik denk dat het voor alle aanwezigen een leerrijke namiddag geweest is ! Vóór we afscheid namen heb ik aangeboden dat we willen antwoorden als ze vragen hebben over mogelijke aankoop van materiaal, een plaats om bijen te zetten, enz...
’t Polleken
Handen reiken en schudden, dank u wel, Imkersgroeten, Jef Beuckelaers
Blz.: 109
Limericks
Tekst: Charlie Van Eylenbosch
Boekenweek Een boekenverslaafde in een imkersstreek voelde tijdens het lezen een steek. ’t Kon geen boekenwurm zijn, want die heeft geen venijn. 't Bleek de beet van een biblio-teek.
Uit het leven gestapt Een imker uit de imkersbond Zat met een depressie aan de grond Hij passeerde een uitvaarthuis en las toevalligerwijs - Koopjes: kisten aan halve prijs! Toen sprong hij zonder enig affront in de afgrond.
Varroa Een imker uit Sluis Had veel last van één muis Noch muizeval noch kat(er) kon ze pakken De imker liet toen het mul van bijenkast op de muizeval smakken En zei: “Wacht ‘ns, ik zal je besmetten met de varroaluis!” Geheugenverlies Een dar uit Spa Dacht: ik pak haar weldra, haha! En vloog met moedertje zo hoog Dat zijn pijltje naar beneden boog Toen dacht hij: Tja, vergeten die viagra!
King Kong King Kong zocht wat zoet En in al zijn overmoed Klopte hij zich op de borst als ware hij koning vóór een bijenkast met de vraag naar honing en kreeg als beloning 101 prikken voor zijn hoogmoed.
De mooiste Er was eens een koningin, de mooiste van het land Ze zette alle bijen naar haar hand Ze droeg een kroon van een opalitplaatje Maar wrong zich toch in elk gaatje Niet om te leggen maar te liggen als in een ledikant.
Dar Er was eens een dar o zo verliefd en een jonge koningin, door andere darren ook zo geliefd Hij vroeg haar: blijf je altijd aan mijn zij, lieve lieve bij? Natuurlijk, lieve dar, maar dan ontmaag je mij! Zij aan zij doken ze uit de hemel: zij in de kast en hij in de kist, asjeblieft!
Blz.: 110
’t Polleken
Christus Het steekt niet op een steek Zo orakelde de dappere imker in de paasweek Christus op het kruis heeft nog meer afgezien 13 snode stekelbijen hoorden dat clandestien En bezorgden hem elk een breisteek gevolgd door een donderpreek! Castratie Een imker uit Beveren Stond naast zijn hal te urineren Een bij had dat geroken en heeft hem gestoken ’t Was nog erger dan castreren! Duizendpoot De poetsbijen hadden heel de woning gepoetst met waspoets “Nou, zei moeder de vrouw, dat verdient wel iets zoets!” En ze stuurde de haalbijen erop uit Naar citroen-, boerenworm- en bonekruid toen onverhoeds een paar vuile duizendpoten binnendrongen en dan nog barrevoets! Hair Een bijenhouder uit Menen had verschrikkelijk veel haar op zijn benen. Maar de bijen van de man die hielden daar niet van en legden hem het vuur aan de schenen Toch weeral geen seks zeker! Een imker en een imkerin Hadden er duidelijk pret en zin in Hun zinsverbijstering ging alle perken te buiten Geen geneerde zich ofschoon geen gordijn voor de ruiten Ze slingerden 400 kg honing: is dat niet min? Maagdelijk Imker X uit Ternat kwam net uit bad Schreef zijn limerick in het klad Het glanzend papier om te beschrijven Met veel kruisjes en zessen en vijven Bleef een maagdelijk blad. 23u55 Ik schuif nu mijn dichtersveer op zij Want vrouwtje onder de bedsprei vraagt mij Ik vouw mijn bril En roep schril: “Jááá-aaaa, ik kom aanschuiven tegen je bil en je dij!” Slaapwel! Limmerikse poëzie ’t Polleken
Blz.: 111
Nieuwe imkers krijgen hun diploma Tekst: Jean-Pierre De Lamper
Uit:
12 oktober 2016
Merchtem In de gemeentelijke tuinbouwschool van Merchtem werden de diploma’s beginnend imker uitgereikt. Bijen houden heeft nog steeds veel succes. De leden van imkersgilde Neerbrabant bewijzen dat..
33 kandidaat imkers volgden een lessenreeks van 16 zondagvoormiddagen en behaalden het getuigschrift beginnend imker dat door het ministerie van Landbouw en Visserij uitgereikt wordt. De cursisten leerden alles over het inwinteren van bijen, het bijenlichaam, de ontwikkeling en de taak van de werkbij, de koningin en de dar, hoe ze zelf bijenkasten kunnen maken en hoe ze moeten omgaan met bijen en bijensteken. Ook waarnemingen aan de vliegplank staan op het programma, net als de werkzaamheden in het bijenjaar, zwermen, verenigingen van volken, het controleraam en wat nu de vijanden van de bij zijn en hoe ziekten kunnen voorkomen worden. Reizen Belangrijk is ook dat beginnende imkers weten hoe ze met bijen kunnen reizen. Je staat ervan versteld wat hier allemaal bij komt kijken. Het belang van honingbijen en imkers wordt onderstreept door de aanwezigheid van mevrouw Vervaecke, hoofd Landbouw van de provincie Vlaams Brabant, die mevrouw Swinnen, gedeputeerde van de provincie Vlaams Brabant vertegenwoordigde. In het kader van de diploma-uitreiking werd het belang van honingbijen onderstreept en werd toelichting gegeven over diverse initiatieven die de bijenteelt moeten ondersteunen. Na het officiële gedeelte vloeide de honing rijkelijk over de vers gebakken pannenkoeken die door de imkersgilde Neerbrabant aangeboden werden.
Blz.: 112
’t Polleken
Wat er kan gebeuren
Tekst: Tom De Pauw
Opgebeld worden door de eigenaar van één van je bijenstanden met de melding dat je bijenkasten omgevallen zijn? Iets wat jullie hopelijk nog niet zelf overkomen is. Mijn moeder en Jef zijn er, door ziekte mijnentwege, op uitgestuurd om het euvel te verhelpen. Zijn de kasten door de massale binnenkomst van balsemiennectar uit evenwicht geraakt of heeft één of ander wild dier de balken, waarop de kasten rusten, aangeraakt? Alleszins, plezant voor de bijen moet het niet geweest zijn. Het is zeker iets waar iedere imker, zeker nu de winter eraan komt en de bijenvolken met rust gelaten worden, rekening mee moet houden. Controle van je bijenvolken blijft belangrijk en regelmatig een kijkje nemen is dus zeker geen verloren werk. Probeer waar mogelijk het gebeuren te voorkomen en zorg voor een stabiele draagstructuur van je bijenvolken. ’t Polleken
Blz.: 113
Wilgen- expeditie
Verslag: Alberic Mertens
Op zaterdag zevenentwintig augustus zijn drie imkers van onze Vereniging ingegaan op de uitnodiging van de Sint Ambrosius gilde Bornem, om samen een begeleide wandeling te maken in het wilgen arboretum van Lebbeke (Bornem). Puurs had tot over twee jaar ook een prachtig arboretum… maar is door de gemeente wegens een kostenbesparend argument opgeheven. Maar wat is eigenlijk een arboretum? Een arboretum is een verzameling (een soort museum) van verschillende bomen, en planten op een zeer beperkte ruimte. Diverse geslacht- en soortnamen duiken er op en laat de onder- en/of bezoeker toe deze soorten te leren kennen. Een wilgenarboretum of salicetum is dus een specialisatie… en zo’n arboretum is niet overal in Vlaanderen te vinden (zoek maar eens op het internet). We hebben er eentje in Oost-Vlaanderen, eentje in Limburg…. en eentje bij de deur… in Lebbeke. Met deze moeten we ons toch even verontschuldigen… deze activiteit kon niet in ons vorig Polleken verschijnen omdat de initiatiefnemende gilde ons laattijdig uitnodigende. Het secretariaat van de Koninklijke Imkersgilde Neerbrabant stuurde nog wel een mail naar haar leden… maar ze beschikte niet over alle e-mailadressen! Dit terzijde: op zevenentwintig augustus tweeduidendzestien zijn dus toch drie imkers van onze vereniging opgewacht en verwelkomt door Pol Meert in het salicetum van Lebbeke. Pol Meert, wilgen- of salickenner bij uitstek gidste ons doorheen het arboretum en wist ons uitleg te verstrekken over niet minder dan 30 verschillende soorten wilgen. De wilg draagt de wetenschappelijke naam Salix en wordt ingedeeld in de wilgenfamilie (Salicaceae). Wilgen zijn bladverliezende bomen met verspreide bladstand. De knop heeft één knopschub. De bloeiwijze van de wilg heeft de vorm van een katje en groeit uit de zijknoppen van een eenjarige twijg. De wilgenkatjes zitten of staan, dit in tegenstelling tot de hangende katjes bij populieren. We leerden het bestaan kennen van wilgensoorten die afweken van de gangbaar meest gekende wilg met langwerpige bladeren, maar daar er ook bestaan met ronde, en behaarde bladeren. Wilgen met gerijmde en ongerijmde takken … Er zijn nog wat kenmerken waarmee men gemakkelijk de diversiteit in wilgensoorten kan herkennen. Onze gids legde ons uit dat er een vijf-stappen-methode bestaat om aan de hand kenmerken soorten te herkennen. Deze methode zou volgens hem vermoedelijk volgend jaar op internet te vinden zijn. Wat ons als imker vooral interesseerden was de bloeitijd van deze wilgen en
Blz.: 114
’t Polleken
dit geef ik dan ook graag mee: Januari – februari: Salix gracilistyla Melanostachys ♂; Maart: Salix sachalinensis ‘sekka’ ♂, Salix x bögelsack ♂, Salix irrorata ♂, Salix caprea ♂, Salix x dasyclados ♀, Salix x holosericea ♂, Salix x pontederana ♂, Salix purpurea subsp. lambertiana ♀, Salix appenina ♂, Salix aegyptiaca ♂, Salix eriocephala ♂; April: Salix daphnoides ♂, Salix x friesiana ♀, Salix cinerea ♂, Salix repens ♀, Salix appendiculata ♂, Salix hookeriana ♀, Salix viminalis ♀, Salix x dichroa, Salix myrsinifolia ♂, Salix fragilis ♀, Salix alba ♀, Salix triandra ♂; Mei: Salix aurita ♀, Salix erythroflexuoso ♀, Salix elaeagnos ♀, Salix x mollissima; Salix repens ♀, Salix babylonica tortuosa ♂; Juni: Salix triandra ♀ ♂; Juli: Salix pentandra ♀, Salix triandra ♀; Augustus: Salix pentandra ♀, Salix eriocephala ♂, Salix sachalinensis ‘sekka’ ♂. Het is onmogelijk om hier in kort bestek weer te geven wat we allemaal te weten kwamen over “onze” wilgensoorten. Het was enorm intererssant en leerrijk en daarom dank ik graag onze zustergilde Sint Ambrosius voor de uitnodiging (misschien moeten we eens verbroederen). Ook onze gids Pol Meert zijn we zeer dankbaar, van hem namen we afscheid met een potje honing (van iedere deelnemer eentje). Onze gids waardeerde dit zeerste. Het was een zeer leerrijke voormiddag, een aanrader om eens over te doen. ’t Polleken
Blz.: 115
’Bij’na imker
Tekst: Tom De Pauw
Nu vijf van mijn volken verhuisd zijn naar ‘de balsemien’ en de andere tot twee keer een behandeling ondergaan hebben met thymol (twee keer twee à drie weken de plaatjes rond het broednest verdelen’, had ons immer imkervader Norbert Heeremans mij gezegd) is het tijd voor mij een weekendje andere oorden op te zoeken. Thuisgekomen de 15de augustus deed mijn moeder meteen het relaas dat er veel begankelijkheid was rond onze bijenhal aan de Heerbaan. Iets teveel om goed te zijn eigenlijk. Tot zelfs in ons tuinhuis vlogen ze wild in het rond. ‘Rovers’ denkt ze en ik geef haar ook meteen gelijk. Eén van mijn twee nieuwe volken had een te grote vliegopening. Blijkt het nu juist ook het volk te zijn dat ten opzichte van het andere volk minder sterk was. Reden van de te grote vliegopening is het feit dat de Kempische bodems en rompen die in mijn bezit zijn niet onderling moduleerbaar zijn. Ik heb dan ook nog oude, van mijn vader overgeërfde, bodems waar de vliegopening in voorzien zit en nieuwe, met mijn u intussen welbekende bovenste beste vriend gemaakte, rompen waar de vliegopening eveneens in voorzien zit. Wanneer je dus een oude bodem op een nieuwe romp zet, bekom je een vliegopening die twee keer zo groot is als normaal zijnde 16 mm. Dit leidde ertoe dat rovers hun kans waagden in het minder sterke volk. De vliegopening werd ’s avonds kleiner gemaakt door mijn moeder. De kasten in Kastel, daar waar de balsemien weelderig groeit, hadden het gedurende hun eerste 3 weken aan de boorden van de Schelde niet slecht gedaan. Op één na zaten ze allemaal boordevol honing. De vijfde betrof wel een volk dat maar 6 ramen sterk was. Ik was dan ook blij te merken dat de honingramen boven de broedramen al behoorlijk vol zaten van dit volk. 22 augustus 2016, een dag die ik mij de rest van mijn leven zal blijven herinneren. Op een trainingsritje na het werk wordt ik, met mijn fiets, aangereden door een auto. De dag zal ik mij blijven herinneren, het voorval echter niet daar ik van het hele gebeuren niets meer afweet. Eén zwart gat, twee breuken en een lichte hersenbloeding rijker, vertoef ik 10 dagen in het UZ te Gent. Zaterdag 10 september. Langzaam begin ik mij aan de betere hand te voelen. Ik ga zelfs geregeld eens naar de bijenhal kijken om de volken aan het werk te zien en bemerk ik dat mijn moeder, de door haar zelf ontworpen, wespenvallen heeft opgehangen. De kasten worden, alvorens ze zullen bijgevoederd worden met ambrosiussiroop (zag er dit jaar nog meer tegenop om zelf suikerwater aan te maken), een laatste keer geïnspecteerd. Vier volken staan er nog in de bijenhal aan de Heerbaan. Het eerste betreft een zesramer met een aangekochte koningin van bij Norbert Heeremans. Twee ramen mooi bezet met broed
Blz.: 116
’t Polleken
bemerken mijn moeder en ik. Eerlijkheidshalve moet ik bekennen dat ik graag, met het oog op de winter, een wat groter broednest had gezien. Het tweede was de kast die half augustus beroofd werd. Géén broed te zien bij dit volk, ’t is te zeggen broed dat je liever niet ziet: bultbroed. Eén nieuw volk ten gevolge van roverij teloor gegaan. De rovers daarentegen zaten, zoals te verwachten was, supergoed. Het vierde volk betreft mijn buckfastsuperkast. Zij die dit ledenblad aandachtig doornemen, zullen wel weten dat ik meestal mijn larfjes, welke ik wil laten geboren worden als koninginnen, inhang in een moerloos volk met veel jonge bijen en broed in alle stadia. Deze keer was er echter, met het geboren worden van de koninginnen, iets serieus mis gelopen. Ze bleef dus drie maanden lang moerloos en werd als dusdanig steeds zwakker. Bij het optillen van het deksel konden mijn moeder en ik de vele larven van de wasmot reeds ontwaren. Alles dus in de vriezer en volgend jaar, als ik hopelijk over een zonnewassmelter beschik, smelten. De rovers werd de ambrosiussiroop toegediend zoals reeds geschiedde met de nieuwe volken op de appel- en perenboomgaard. De zesramer kreeg een paar weken later vier broedramen voorzien van voedsel. ’s Anderendaags was het tijd om de balsemienhoning te slingeren. Voor het afhalen van de honing, hetwelk een nog te zwaar werk geweest zou zijn voor mij, kon ik gelukkig rekenen op mijn twee drinkebroers. Voor het ontzegelen en slingeren van de honing op Nikita en zijn vader. Zij die langs de oevers van eender welke waterweg in Vlaanderen stonden, zullen het ook wel weten. Voor de balsemienhoning was het dit jaar een superjaar. De natte maand juni gecombineerd met twee zonnige, niet-kurkdroge, zomermaanden heeft onze bijen massaal veel nectar naar de kasten doen halen. Een meevaller na een tegenvallende zomeroogst. Was er nog één volk, de zwerm met hemelvaartsdag gevangen en gelaten op de plaats waar hij geschept werd, dat diende gevoederd te worden. Toen mijn moeder en ik de kast opendeden, we zagen het eigenlijk al toen we het deksel van de kast heften, stonden we versteld van de massale hoeveelheid honing aanwezig in de kast. Een natuurminnende buurt zullen we maar denken (ik weet het zeker!). Nog nooit heb ik een volk zo laat op het jaar in een woonwijk zoveel honing bij elkaar zien vergaren. Toch besluiten we om het volk nog wat bij te voederen (had toch nog wat suikerwater staan). De buren van het volk zouden de voederbak om de 2 à 3 dagen controleren en indien nodig suikerwater bijvoederen. Als afsluiter zou ik iedereen die mij de laatste 2 maand op één of andere manier geholpen heeft, toen ik zelf niet zo goed te been was, willen bedanken mijn moeder in het bijzonder. Ook al beschikken we maar over een tientallen volken, velen onder jullie zullen dat al als grootimker beschouwen, het is zoveel fijner om in groepsverband, wanneer ieder een taak op zich neemt, te imkeren. ’t Polleken
Blz.: 117
Boeken
De geschiedenis van de bijen
Boek: Nederlandstalig vertaald uit het Noors door: Lammie Post-Oostenbrink ISBN: 978 902 349 43 00 Publicatiedatum: 6 juni 2016 Pagina’s: 368 Uitgever: De Bezige Bij b.v. Gewicht: 498 gram Uitvoering: Paperback, zachte kaft Afmetingen: 216 x 137 x 33 mm Editie: 1ste druk Omschrijving: Engeland, 1852. William, een depressieve bioloog, wil een nieuw soort bijenkorf ontwikkelen die hem en zijn kinderen eer en roem zal brengen. De Verenigde Staten, 2007. Imker George heeft het door de bijensterfte steeds zwaarder, maar hij hoopt dat zijn zoon de redding van de boerderij zal betekenen.
Maja Lunde
China, ergens in de nabije toekomst. De bijen zijn verdwenen. Tao bestuift handmatig bloemen en wil haar zoon een opleiding en een beter leven geven. Maja Lunde verbindt op meeslepende wijze het verleden, het heden en de sombere toekomst van de bij, maar ook de aangrijpende verhalen van drie mensen die het beste proberen te doen voor hun kinderen. Maja Lunde (Oslo, 1975) is een scenariste en kinderboekenschrijver. De geschiedenis van de bijen (2016) is haar eerste roman voor volwassenen en de rechten werden nog voor verschijnen aan diverse grote internationale uitgeverijen verkocht. Het boek werd een grote bestseller in haar thuisland Noorwegen en bekroond met de Noorse Boekhandelsprijs.
Blz.: 118
’t Polleken
Ledenvernieuwing 2017
Het laatste polleken van 2016 betekent ook dat er opnieuw lidgeld moet geïnd worden. Met dezelfde overschrijving kan je tevens intekenen voor ons ledenfeest (zie blz. 102)
We zijn ervan overtuigd dat de financiële regeling vlot zal verlopen. Bij het hernieuwen van je lidmaatschap heb je de keuze: enkel het lidmaatschap hernieuwen lidmaatschap + deelname aan ‘t ledenfeest lidmaatschap + deelname aan ‘t ledenfeest met 2 volwassenen lidmaatschap als sympathisant (bijlid) + deelnemen aan ‘t ledenfeest + deelnemen aan ‘t ledenfeest met 2 volwassenen ledenfeest kind jonger dan 16 jaar ledenfeest kind jonger dan 12 jaar
’t Polleken
Blz.: 119
Bijen: Gif versterkt effect van varroamijt Gepubliceerd op1 februari 2016
Honingbijen die besmet zijn met de mijt Varroa destructor hebben een minder goede conditie dan bijen die effectief tegen deze parasiet zijn behandeld. Wanneer de bijen daarbij ook nog eens worden blootgesteld aan het gewasbeschermingsmiddel Imidacloprid, dan wordt het schadelijke effect van de varroamijt nog eens versterkt. Dat concluderen Wageningen UR-onderzoekers Lisa Blanken, Frank van Langevelde en Coby van Dooremalen in een artikel in het tijdschrift Proceedings B, van de Britse Academie van Wetenschappen. Vliegmolen De onderzoekers deden een bijzonder experiment met verschillende bijenvolken. Werksters die bij de vliegopening van hun volk terugkeerden met stuifmeel, werden gevangen en kregen in het laboratorium een ‘tuigje’ op de bovenkant van hun borststuk geplakt. Vervolgens werden zij aan een soepel draaiend molentje gehangen tegenover een contragewichtje. ‘Zie het maar als de bijenvariant van een tredmolen voor paarden’, legt onderzoekster Van Dooremalen uit. Combinatie van stressoren De bijen gingen vervolgens rondjes vliegen in de molen, waarbij de vliegsnelheid en de totale vliegafstand werden geregistreerd. Van Dooremalen: ‘Daaruit bleek dat “schone” bijen, dus uit volken die effectief waren behandeld tegen varroa het snelst en het verst vlogen. Bijen met een flinke varroabesmetting vlogen significant minder ver en ook minder lang. Schone bijen die via suikerwater in het volk een realistische dosis Imidacloprid toegediend kregen, vlogen even ver en snel als de controlegroep. Maar wanneer bijen met een varroabesmetting ook zo’n dosis Imidacloprid kregen, dan vlogen zij nog minder ver en korter dan bijen die alleen een varroabesmetting hadden.’ Discussie Over de effecten van Imidacloprid en andere gewasbeschermingsmiddelen uit de groep van zogenoemde neonicotinoïden op honingbijen bestaat al lange tijd discussie. Veel van de experimenten Blz.: 120
’t Polleken
die negatieve effecten van deze stoffen aantonen op honingbijen, zijn uitgevoerd met een dosis gif die ruim boven de dosis ligt die een bij in het wild kan oppikken. Van Dooremalen: ‘De bijen in onze experimenten werden gevoerd met wekelijks 660 ml suikerwater met daarin zes microgram Imidacloprid per liter. Dat is een realistische dosis die bijen in het veld zouden kunnen oppikken wanneer ze alleen foerageren op een gewas dat is behandeld met dit middel.’ Effect in het veld Nu een meetbaar effect is aangetoond van een neonicotinoïde op het vliegvermogen van bijen die zijn besmet met varroa, is de volgende stap om te onderzoeken wat daarvan de consequenties zijn voor een volk in het veld. Van Dooremalen: ‘Een bij die minder ver kan vliegen, kan ook minder voedsel naar het volk brengen. Het is dus denkbaar dat een volk met varroa, dat óók wordt blootgesteld aan neonicotinoïden, minder goed de winter ingaat dan een volk dat niet is blootgesteld aan het gif, en dan ook meer sterfte laat zien. Of dat effect ook daadwerkelijk in de praktijk optreedt, daarvoor is vervolgonderzoek nodig.’ Varroa bestrijden Jan Dommerholt, voorzitter van de Nederlandse Bijenhoudersvereniging heeft met belangstelling kennis genomen van het onderzoek van Van Dooremalen en collega’s. ‘Het verbaast mij op zichzelf niet dat een insecticide een effect heeft op bijen. Het is wel opmerkelijk dat dit vooral zo blijkt te zijn in combinatie met een varroabesmetting. Dit onderzoek toont volgens mij dan ook eens te meer aan dat het noodzakelijk is om de varroamijten op een goede manier te bestrijden’, aldus Dommerholt. Dit onderzoek werd gefinancierd uit het budget voor Beleidsondersteunend Onderzoek van het Ministerie van Economische Zaken in Nederland.
Honinging Bijen maken honing dat doen ze voor de koning Oh nee, ‘t is voor de koningin Het heet dus eig’lijk honingin ’t Polleken
Blz.: 121
Agenda 18 december: Ledenfeest
Agenda 2017 __ januari: Nieuwjaarsreceptie __ februari: waswafelen __ maart: voordracht - Koninginnenteelt - Rotatiemethode __ april: Nosema onderzoek 7 - 14 mei: overlarfdagen __ juni: babbelkroeg __ september: Natuurwandeling & Pannenkoeken __ oktober: Mede maken (deel 1) ??? __ november: Mede maken (deel 2) ??? __ december: Ledenfeest
En verder.... Diverse promotiestanden
(boerenmarkten, tuindagen e.d.)
Cursus: Bijenziekten en preventie en behandeling
voor Dierenartsen, Apothekers en geĂŻntereseerden
Wet op de persoonlijke bescherming van de levenssfeer:
Iedereen die dit tijdschrift ontvangt, is opgenomen in het adressenbestand van onze Imkersgilde Neerbrabant en heeft er inzage- en correctierecht van. Het bestand wordt enkel gebruikt binnen de normale ledenadministratie.
Blz.: 122
’t Polleken
Impatiens gladulifera Royle
Identiteit: orde: ERICALES; familie: BALSAMINACEAE Eerstbeschrijving: in 1835 door de Britse botanicus John Forbes Royle in Ill bot. Himal. Mts. 2 (2): t. 28, fig. 2 1834.; 1 (5): 151. Synoniem: Impatiens glanduligera Lindley Impatiens roylei Walpers Nederlandse naam: Reuzenbalsemien Maximale grootte: 0,60-2,00 m. Biotoop: groeit graag langs of in de buurt van water. Langs sloten, greppels en beken en op de oevers van rivieren (o.a.Zenne en Dijle) kan men hem aantreffen. Nectar: 51-100 kg/ha Bloei: juni-september
Pollen: 26-50 kg/ha Ph: ongeveer 4,5-7,7
Begroeitype: cultuur: border; natuur: moeras/ruig Voeding: voedselrijk
Licht: veel licht (Ellenbergwaarde 7 -9)
Vocht: vochthoudende tot geregeld overstroomde standplaats
Verspreiding: Impatiens glandulifera of reuzenbalsemien, is een problematische invasieve verspreid over heel Europa, delen van Noord-Amerika en Nieuw-Zeeland. Een gevolg door het invoeren als sierplant. Het is een jaarlijkse kruid dat gedijt in oeverzones en verstoorde gebieden. Zijn hoge voortplanting, vroeg ontkiemen, enorm goede verankering, rijke nectar productie, winterhardheid, tolerantievermogen en plasticiteit maken dat hij zich snel verspreid, landschappen domineert, de consurentie aangaat met inheemse plantensoorten en hen zelfs weet te verdringen. Uitroeiing is zeer moeilijk gebleken eenmaal vastgesteld worden preventieve maatregelen aanbevolen. Maar de inburgering heeft uiteraard ook zijn charme. Gedrag: de plant ontwikkeld opvallende 2-5 cm grote bloemen, die van juli tot september bloeien met een lila, roze of lichtgele tot witte kleur. De bloemen staan met twee tot veertien bloemen in trossen in de oksels van de bovenste bladeren. De vijf kroonbladen vormen bij elkaar een tunnel, hoed of helm. De getande, bovenste bladeren zitten in een krans aan de hoekige stengels, die vaak vertakt zijn. De langwerpige, lancetvormige bladeren zijn voorzien van extraflorale nectarklieren. Bodem: wenst zonnige tot licht beschaduwde, vrij open plaatsen op vochtige tot natte, voedselrijke tot zeer voedselrijke grond. Vermeerdering: De verspreiding van de zaden geschied mechanisch. Wanneer de rijpe vrucht wordt aangeraakt, rollen er zich vijf delen op en schieten daarmee zaden weg. Tegelijkertijd valt de vrucht van de plant. Bijzonderheden: Door haar explosieve groei verdringt en verstikt ze niet alleen onze eigen plantensoorten, maar ook alle fauna die erin leeft. Waar reuzenbalsemien groeit, vermindert de plantendiversiteit zelfs met 25%. Door de grote aantrekkingskracht op bloembestuivers zoals bijen, vermindert eveneens de intensiteit van bestuiving en daardoor de voortplanting van onze inheemse planten. Bovendien sterft de plant in het najaar volledig af zodat tijdens de wintermaanden de onbegroeide taluds niet beschermd zijn tegen erosie, met verzakkingen tot gevolg. Impatiens glandulifera is een belangrijke bron van nectar voor hommelsbijen en hun behoud, vooral in de veranderende seizoenen en onder landbouwgronden (Stary & Tkalcu, 1998). Persoonlijke notities: Steekkaart - Bijenweide uitgegeven door de Imkersgilde Neerbrabant