16de jaargang nr 4 september - oktober 2016
P.B. - P.P. BELGIĂ‹ (N) - BELGIGUE
P509236 Afgiftekantoor: 1840 Londerzeel
Bestemmeling:
‘t polleken
V.U.: J. Beuckelaers, Sneppelaar 4, 1840 Londerzeel
Ledenblad van de Koninklijke Imkersgilde Neerbrabant
verschijnt vijf maal per jaar: februari - april - juni - september - november
COLOFOON Ledenblad nr. 4 jaargang 16
BInfo@imkersgildeneerbrabant.be REKENINGNUMMER: IBAN BE55 9731 4593 7544 BIC ARSPBE22 HET BESTUUR:
Erebestuurslid: Marcel De Vis Voorzitter: H 0479/514 604 Jef Beuckelaers Sneppelaar 4, 1840 Londerzeel B mex.b.j.snep @gmail.com Ledenadministratie: H 0473/482 613 Ria De Donder Eeckhout 39, 1840 Londerzeel B ria.dedonder@telenet.be
UITNODIGING 11 september
Getuigschriftuitreiking Pannenkoekendag
om 14.30 uur in de Tuinbouwschool Molenbaan 54, 1785 Peizegem
1 oktober
22ste Vlaams Imkerscongres (zie middenbladzijde)
Bestuursleden: Marc De Bont
H 0477/233 302 H 0479/607 953 Tom De Pauw H 0476/265 301 Alberic Mertens Gerd Van den Bergh H 0475/242 447
Redactie: Jef Beuckelaers, Tom De Pauw Lay-out: Hugo Vits Opleiding: Jef Beuckelaers, Marc De Bont Bijenweide: Marc De Bont Webmeester: Marnik De Bont
Website: Imkersgildeneerbrabant.be E-mail: Info@imkersgildeneerbrabant.be ’t Polleken
Woordje van de voorzitter We zijn al een flink pak voorbij de langste dag van het jaar - de zonnewende - vanaf dan hebben we minder licht in een dag en krimpt de natuur beetje bij beetje in. Sommige koninginnenkwekers houden daar rekening mee en doen geen overlarving meer omdat ze van oordeel zijn dat het niet overeenstemd met het natuurlijke verloop van de levenscyclus van de bijen. Het jaar 2016 is gekenmerkt door veel regen, het was pas half juli dat het gras om te hooien kon gemaaid worden, hieraan koppelen we ook de lagere honingopbrengsten. Het ging al niet te best vanaf de eerste drachten, de wilg en de hazelaar werden nauwelijks bevlogen, het fruit werd wel bestoven omdat 1 bijenbezoek kan voldoende zijn om tot vruchtzetting te komen. Maar om veel nectar naar de kast te brengen worden de nectarbronnen meerdere malen bezocht omdat de nectargift blijft aanhouden tot de verwelking van de bloemen. Imkers die reizen naar het koolzaad klagen steen en been omdat er zo goed als geen koolzaadhoning is. Eertijds werd er over Koolzaadhoning wat minachtend gedaan maar vandaag is Koolzaadhoning een hype en hij is gewild. Tijdens de bloei van de Linde hebben we enkele betere dagen gehad en werd de Linde en ook de Tamme Kastanje goed bevlogen? Linde geeft een lichte honing van kleur en Kastanje een iets donkere, maar alle twee, alhoewel verschillend, een uitgesproken fijne smaak en geur die goed herkenbaar is! Als het met de honing niet goed gaat, wil de koninginnenkweek ook niet. Dat ondervonden we dit jaar ook in onze opzet om iedereen van de gilde zelf een koningin te laten opkweken langs ons overlarfprogramma waar overwegend - al mocht het getal wel nog groter zijn - de jongere generatie meedoet. De anciens horen en zien toch ook dat de deelnemers aan het overlarven zachtere bijen hebben = comfortabel voor ons zelf en geruststellend voor onze buren, bovendien (we vergeten effekens 2016) zijn de honingopbrengsten gestegen! We weten ook dat de koninginnen waarvan we larfjes krijgen voortkomen uit een selectieprogramma waarin gepoogd wordt om bijen met een goed poetsgedrag als standaard aan te nemen. Een goed poetsgedrag wil zeggen dat de bijen ook de mijten van hun lichaam poetsen zoals ze dat met het stuifmeel doen! Hoe beter de bijen in staat zijn om zichzelf proper te houden, hoe moeilijker het voor de varroamijten is om op de bijen te blijven zitten en ze te ambeteren! Verder in t’Polleken een aandachttrekker voor het evenement “Pannenkoekendag“ dat doorgaat op 11 sep. in de Tuinbouwschool en waar ook de getuigschriften aan 27 laureaten van de basiscursus zullen uitgereikt worden. ’t Polleken
Blz.: 77
Ondertussen nadert ook de datum dat het Vlaams Imkerscongres zal plaats hebben in Leuven. “Onze” Tuinbouwschool zal een uniek project voorstellen in het Imkersdorpmet 25 grondsoorten, opgehaald in heel Vlaanderen en bezaaid met dezelfde bloemenzaden om na te gaan hoe de planten het doen in de verschillende biotopen. We moedigen onze leden aan om deel te nemen aan het congres om te vernemen wat de eminente sprekers komen zeggen en om te kijken waarmee we in de imkerswereld bezig zijn! Er zal op dit congres voor het eerst een samenwerking zijn tussen de imkers en de sector plant en dier beschermingsmiddelen! We vernamen enkele haarden van bijensterftes door vergiftiging. Bij het vermoeden van vergiftiging moeten we het voedselagentschap informeren die dan een analyse doen van het gebeuren. Voor aangesloten leden bij het FAVV is deze tussenkomst geheel gratis! Dat we op 18 dec.2016 ons ledenfeest hebben staat wel in alle agenda’s, maar het feest gaat niet door in het oude vertrouwde parochiezaaltje van Steenhuffel wegens verbouwingswerken maar in de nabijgelegen mooie Flandria. Het feest zal dus in eigentijdse, aan alle hedendaagse normen voor voedselveiligheid en infrastructuur uitgeruste accomodaties plaats hebben, ten gerieve en vermaak van onze leden die allemaal verwacht worden om een gezellige namiddag door te brengen met gelijkgestemde zielen en om de nieuwkomers te leren kennen! Voor diegenen die wat later in de computer en de internetwereld zijn binnengestapt vermelden we dat onze gilde een site en een internetadres heeft, waarvan de gegevens op het eerste binnenblad van t’Polleken te raadplegen is. Denk er aan om uw eigen e-mail adres door te mailen aan het secretariaat zodat we u snel kunnen bereiken als nodig! Nu net na de vakantie is het de gepaste moment om de schrijvers onder ons naar hun vakantie of reisverhaal te vragen - liefst met een link naar de bijen - om in t’Polleken te zetten. Denk er al aan dat in het volgende polleken - al beginnen te sparen! - zowel de tegemoetkoming voor het ledenfeest als de bijdrage voor het lidmaatschap 2017 in de gilde en bij de Vlaamse Imkersbond zal gevraagd worden Een van onze, al langer aangesloten, leden vraagt omdat hij vaststeld dat er geen zwermen meer zijn hoe dat het komt? Er zijn daar meerdere antwoorden op te geven, maar een van de logische is, dat we door het volgen van een selectie programma geëvolueerd zijn naar zwermtrage bijen. En een volgende is dat er nu kunstzwermen gemaakt worden met jonge bijen die behandeld worden tegen de varroa en een jonge koningin krijgen. Door het wegnemen van de bijen verdwijnt de geneigdheid om te zwermen! Imkersgroetjes en vergeet uw reisverhaal niet. De Voorzitter Jef Beuckelaers
Blz.: 78
’t Polleken
11 september Getuigschriften uitreiking Pannenkoekendag
Op 11 september worden getuigschriften en de brevetten uitgereikt.
Dit is niet zomaar een gebeuren!
Naast de geslaagde laureaten (geslaagden met partner) verwachten we immers enkele vooraanstaande personen zoals: Monique Swinnen, gedupeerde voor Vlaams-Brabant of afgevaardigde; Eddie De Block, burgemeester van Merchtem of afgevaardigde; de schepenen Steven Elpers, David De Valck; de directeur van de Tuinbouwschool en de voorzitter/secretaris/verantwoordelijke voor de opleiding VBVI.
We rekenen op ieders en Uw aanwezigheid in het bijzonder Want het zot is de wereld nog niet uit, we vergasten dan iedereen dus ALLE LEDEN
Op een gratis pannenkoek en een tas koffie Alle bijkomende consumpties kunnen tegen een democratische prijs verkregen worden
Meld tijdig, (ten laatste op zondag 4 september) aan Alberic Mertens of je er al dan niet bij zult zijn. Dit kan via e-mail naar alberic.mertens@proximus.be via telefoontje of sms naar 052/33 75 55 of 0476/265 301 We hopen jullie allen te mogen verwelkomen om 14.30h.
’t Polleken
Blz.: 79
Boeken
Bijen
Laurence Packer & Sam Droege
Boek: Nederlandstalig ISBN: 978 904 831 30 37 Publicatiedatum: 04 mei 2016 Pagina’s: 160 Uitgever: Veltman Uitgevers B.V. Gewicht: 948 gram Uitvoering: Hardcover Editie: 1ste druk Omschrijving: Terwijl wij eten, werken en slapen, zijn meer dan 20.000 soorten bijen overal ter wereld druk in de weer. Ze bestuiven vele plantensoorten en dragen zo bij aan het behoud van onze natuurlijke leefomgeving. Bijen laat u op een nieuwe manier kennismaken met deze kleine wonderen der natuur. Sam Droege en Laurence Packer brengen meer dan honderd opvallende bijsoorten uit alle windstreken voor het voetlicht zoals u ze nog nooit heeft gezien: van dichtbij en in een indrukwekkend hoge resolutie. Schijnbaar buitenaardse gezichten staren u aan. Laat u betoveren door kleurschakeringen, patronen en felgele of diepblauwe vlekken en strepen. Of u nu begint met een grondige bestudering van de honingbij of meteen doorbladert naar de zeldzame Dinagapostemon sicheli, de schoonheid van de afgebeelde bijen zal u zeker verrassen.
Blz.: 80
’t Polleken
Bezoek van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
Tekst: Erna en Gerd Van den Bergh
Op woensdagvoormiddag 6 juli ll. Belde een vriendelijke dame bij ons aan. Zij maakte zich kenbaar als medewerkster van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) en vroeg om een staal van mijn laatst geslingerde honing. Weigeren is geen optie, in tegendeel, als imker, fier op zijn product kom ik graag de verplichting na om mee te werken aan elke controle van het FAVV, en ook al ben ik 200% zeker van het feit dat ik werk volgens de regels van goed vakmanschap, toch wil ik graag weten waar mijn bijen hun nectar halen en of hun daaruit voortvloeiende honing zuiver is. Ze haalde een frigobox uit haar auto en ‘de papierenwinkel kon beginnen’, zoals de dame het zelf verwoordde. Ze vroeg 1 pot honing van 500gr…… ze vulde 4 plastiek schroefbekers met elk minstens 100gr. Twee bekers kregen eenzelfde nummer en zouden getest worden op de aanwezigheid van antibiotica. De twee andere stalen kregen een ander nummer en deze worden getest op de aanwezigheid van pesticiden. Ze nam na nog wat administratief werk 1 staal van elk nummer mee in haar frigobox, de twee overgebleven bekers werden in een speciale afgesloten (zeg maar verzegelde) zak gedeponeerd, die door mij moet bewaard worden om eventueel een tegen expertise aan te vragen, mocht 1 van de stalen positief zijn, hetzij op antibiotica hetzij op pesticiden. De uitslag van het onderzoek konden we binnen de 2 à 3 weken verwachten vertelde ze nog. Op 15/7 kreeg ik dan het resultaat toegestuurd: ‘Beide resultaten van de honingstalen die bij u werden genomen zijn conform de regelgeving.’ De tegenstalen mogen dan ook gebruikt worden. Hieronder kan u de resultaten vinden: gevolgd door een lijst van 4 pagina’s waarop de honing allemaal getest was. Het idee en het gevoel dat ik goed bezig ben werd bij deze door een officiële instantie bevestigd. En ook al ben ik al enkele jaren als imker actief en ben ik op de levenspad Abraham al gekruisd, toch geeft deze bevestiging me het gevoel van een schooljongen die met een goed rapport huiswaarts keert na de examenperiode. Wat me echter bij de brief van het FAVV wel opviel was dat mijn activiteit als imker was aangepast. Waar ik voorheen stond ingeschreven als: “houder van bijen” was mijn activiteitsaanduiding nu aangepast naar “Producent van bijenproducten”. Nu denk ik dan maar: so what het is het resultaat en het imago en de hobbyimker wat voor mij belangrijk is, en hier heb ik mijn steentje in positieve zin bijgedragen zonder bescheiden te worden. ’t Polleken
Blz.: 81
Uit het nieuws Bron: Algemeen Dagblad - Nederland Amerikaan (23) dood door steken van duizenden bijen
De 23-jarige Alex Bestler wandelde met een vriendin in het Usery Mountain Park in de stad Mesa in Amerika. Plotseling werd hij aangevallen door duizenden bijen. Bestler overleefde de steken niet. De vriendin liep iets voorop en kon zichzelf in veiligheid brengen. De regionale politie zei vrijdag dat de vriendin een andere wandelaar waarschuwde, die ging kijken. Deze man zag van een afstand hoe het lichaam van Bestler was overdekt met bijen. Hij kon niet dichterbij komen om hulp te bieden, zo schrijft The Washington Post. Ook andere passanten die wilden helpen, werden door de woedende bijen verjaagd. Pas na geruime tijd konden politie- en brandweermensen dichterbij komen. Bestler overleed korte tijd later in een ziekenhuis.
Uit het nieuws
Tekst: Tom De Pauw
In de loop van de maand april kondigde Vlaams minister voor leefmilieu, Joke Schauvliege, een hele resem maatregelen aan voor de bescherming van de honingbij. Het is haar ook niet ontgaan dat deze diertjes in het verleden hun nut al hebben bewezen. Ze reikt hiervoor een budget van om en bij de 750000 â‚Ź uit. Bedoeling zal zijn om via informatiebrochures en YouTube-filmpjes de imker de nodige inzichten te verschaffen.
Blz.: 82
’t Polleken
’Bij’na imker Tekst: Tom De Pauw
15 mei, eerste overlarfdag binnen onze vereniging. Véél volk was er deze zondagmorgen opnieuw niet te bespeuren. Nochtans weten zij van de vereniging die al eens beroep hebben gedaan op de overlarfcapaciteiten van Jef en Marc, dat je, indien er koninginnen uit geboren worden, met luxe-bijenvolken kunt verder imkeren. Bijna iedereen staat er met zijn teeltraam, behalve ik. Samen met mijn bovenste beste vriend heb ik daags voordien 3 starters klaargemaakt. In elke starter komen tien larfjes te zitten. Met een kans op 30 koninginnen ziet onze imkersbende het groot. Thuisgekomen inspecteer ik de buckfastsuperkast op het uitlopen van koninginnen. Met grote teleurstelling dien ik Nikita en zijn vader op te bellen dat het geen zin heeft langs te komen daar er nog geen koninginnen geboren zijn. Al onze hoop rust nu op Pinkstermaandag. Helaas, weeral geen spoor te bekennen van koninginnen maar we blijven hopen tot woensdag. Het mocht deze keer echter niet zijn. Van de 10 aangeboden larfjes waren er zes aangenomen en tot koninginnendop uitgebouwd, maar géén enkele werd geboren. De eerste keer dat ik dat meemaak. We bidden tot God opdat de carnicas succesrijker zouden zijn. Donderdag 19 mei, Gunther en ik openen onze carnicasuperkast en komen tot de vaststelling dat slechts twee larfjes waren aangenomen en tot dop werden uitgebouwd. Zaterdag 28 mei zou er daarvan één uitgelopen zijn. Met een resultaat van 1 koningin op 30 larfjes kunnen we allesbehalve tevreden zijn. Gelukkig heeft onze vereniging voor zulke zaken een plan B klaar. Dit is identiek aan plan A, er wordt opnieuw overgelarfd, maar hopen op betere (weers)omstandigheden. Dit gebeurt een week later op zondag 22 mei. Op zaterdag den 21sten was ik de honing reeds gaan afhalen van de volken die op de appelen perenboomgaard staan net zoals die van op ‘de Seepscherf’ zelf. De volken die op de kersenboomgaard stonden, waren intussen reeds naar mij thuis gereisd. Op zondag zelf had ik vroeg met Nikita en zijn vader afgesproken om deze honing eveneens af te halen. Vervolgens is het tijd om onze twee to-be-imkers wegwijs te maken in het slingeren van de honing. We ontzegelen dat het een lieve lust is, zien de honing tegen de randen van de slinger gutsen en kijken naar de honing die als een waterval in onze rijper vloeit. De t-shirts beplakt met het vloeiende goud en handen vol kleverige honing nemen ze voor hun hulp dankbaar een potje gezonds mee naar huis. Terloops vraag ik hen nog of ze graag een meesteroverlarver aan het werk zien en volgen mij tot bij Jef. Eén starter had ik deze keer bij. Goed ’t Polleken
Blz.: 83
voor tien larfjes dus. Zonder kapruin, bewapend met beroker doet Jef de kast open waaruit de larfjes zullen komen. Onze twee imkers-in-spe staan er geruststellend naast en later zou de oudste het raam zelfs terug in de kast hangen. Versteld staan Nikita en zijn vader te kijken naar de vaste hand van Jef waarmee hij op zoek gaat naar de miniscuul kleine larfjes die geschikt zijn om in onze starter plaats te nemen. Thuisgekomen plaats ik deze een dag later niet in onze superkast, ervaring heeft mij geleerd dat dit geen zin heeft, maar in de honingzolder van mijn sterkste volk. Vier dagen later inspecteer ik hen op vorming van koninginnendoppen en dit was bij acht het geval. Iets meer dan een week later zouden zij ook, verspreid over meerdere dagen uitlopen. Zo zie je maar, de aanhouder wint. Niet bij de eerste tegenslag opgeven maar volharden in de boosheid. Juni is in tegenstelling tot vorige jaren een kalme maand. Honing komt, mede dankzij ons Belgisch zomerweertje, maar niet in de zolder te zitten. Verscheidene volken zijn broedloos (noch gesloten als open). Geregeld kijk ik de volken nog eens na en gelukkiglijk herstellen ze iedere keer opnieuw. Aan de opslag van nectar en stuifmeel in de broedraten voel ik dat mijn volken op hun tandvlees zitten. Bijvoederen doe ik echter niet. Ik ben er dan ook heilig van overtuigd dat de natuur zich steeds zal herstellen. De eerste zaterdag van juli, daags voor ik met Nikita en zijn vader opnieuw heb afgesproken, doe ik reeds twee van de nieuwe volken die op de appel- en perenboomgaard staan open. Ondanks het slechte weer had ik hier en daar al opgevangen dat veel van de pasbegoren koninginnen toch aan de leg waren geraakt en vurig hoopte ik dat dat bij mij ook het geval zou zijn. Mijn ogen moeten gestraald hebben toen ik bij beide volken reeds een groot broednest ontwaarde en mijn glimlach niet op foto vast te plakken. De volgende dag doen we de drie andere nieuwe volken die bij mij thuis staan ook open en bij twee ervan zien we ook een broednestje. Operatie ‘opstart nieuwe volken met koninginnen geboren uit larfjes ons aangeboden door de vereniging’ geslaagd. Van de 10 larfjes die we zondag 22 mei waren gaan halen zijn er acht geboren en zeven aan de leg geraakt. Een slagingspercentage van 70, de meeste rasechte koninginnenkwekers zouden er jaloers van kunnen worden. Het weekend na onze nationale feestdag is het tijd om onze verhoopte zomerhoning te oogsten. Het resultaat was, zoals al een paar weken te verwachten was, tegenvallend. Nikita en Martin konden er deze keer niet bij zijn. Vakantieplannen leidden daartoe. Iets wat ze ook nog zullen moeten leren is dat een imker niet zomaar kiest wanneer hij één of andere trip plant. ’s Anderendaags verhuisden mijn moeder en ik de volken naar kastel voor de balsemien. De nieuwe volken en de volken op de ‘seepscherf’ werden ingewinterd.
Blz.: 84
’t Polleken
’t Polleken
Blz.: 85
Weight-watchers
Tekst: Gerd Van den Bergh
Wellicht klinkt de merknaam “weightwatchers“ bij de meeste mensen bekend in de oren en weten ze dan ook dat dit bedrijf begaan is met het lichaamsgewicht en de goede conditie van ons en onze medemensen. In zekere zin zullen we in dit artikel de missie van dit bedrijf trachten te weerspiegelen op onze bijen en hun huishouding. Nu de zonnewende al enkel weken achter ons ligt en de dagen al een beetje korter geworden zijn doen de zomerbloeiers nog een laatste krampachtige inspanning om het beste van zichzelf te geven. Echter het bijenseizoen 2015- 2016 loopt naar zijn einde en wordt dan ook afgesloten bij de laatste slingerbeurt. De laatste slingerbeurt mag echter geen signaal zijn voor de imker om er effe de beroker bij neer te leggen. Neen !!!! nu is het moment aangebroken om de fundering te leggen voor een geslaagd bijenseizoen 2017. Naast ons gekend offensief tegen de varroa gaan we ook starten met het geven van de wintervoeding. Om gedurende de komende 8 maanden de voedselvoorraden van onze volken goed te kunnen opvolgen is het aangewezen om: - na de laatste slingerbeurt - na het herschikken van de rompen en ramen - maar voor het geven van de wintervoeding onze kasten te wegen. Deze weegresutaten zijn het begin van, en vormen de basis voor, de verdere opvolging van de evolutie van het leven in de kast. Door het wegen en het opvolgen van het gewicht van de kasten kan je, zonder de kasten te moeten openen en de bijen te moeten storen: - Weten hoeveel wintervoorraad de bijen hebben opgeslagen na uitdampen en verzegelen van de voorraadcellen - Gedurende de winter het verbuik opvolgen, en hieruit ook tijdig afleiden wanneer een volk vroegtijdig door zijn reservers heen zou geraken. - In het voorjaar vaststellen wanneer de koningin haar activiteiten terug hervat, want bij de opstart van het eitjes produceren moet ook de kasttemperatuur omhoog waarvoor de bijen toch een aanzienlijke hoeveelheid suikers verbruiken. Praktisch: - We kunnen een volledige kast voor elke weging optillen en op een weeschaal plaatsen maar deze manier van werken is niet alleen vrij omslachtig maar ook storend voor de bijen. - We kunnen ook eenvoudiger de kasten aan beide zijden afzonderlijk wegen. Door een kast met behulp van een reiskoffer-weegschaal aan één zijde even op te tillen met behulp van een dergelijke weegschaal en vervolgens de kast aan de andere zijde te wegen, mogen we ervan uitgaan dat de som van beide wegingen een richtwaarde is voor het gewicht van de kast. - Volgens de griekse wiskundige, wijsgeren (zoals Pythagoras, en com-
Blz.: 86
’t Polleken
panie) is dit geen exact correcte weging maar het als dusdanig bekomen cijfer is voor ons voldoende nauwkeurig om een idee te hebben van wat er zich in het stille wereldje daarbinnen afspeelt. Daarom collega’s: bespaar jullie zelf slapenlozen nachten tijdens de koude winterdagen waarbij jullie liggen te piekeren en te twijfelen of jullie troeteldiertjes wel voldoende voedsel hebben om de barre winterperiode door te komen. Immers: wegen is weten en de bijtjes van de hongersnood en hongerdood vrijwaren.
Daguitstap Universiteit Hasselt
Enkele maanden terug werd onze vereniging door professor Michel Asperges, u wel bekend van de boeiende voordrachten die hij elk jaar voor ons in petto heeft, geïnviteerd om een kijkje te nemen aan de Universiteit van Hasselt. Na enkele telefoontje, of mailtjes, heen en weer werd zaterdag 5 november naar voor geschoven als geschikte datum. Wat professor Asperges die dag voor ons in petto heeft, houdt hij nog angstvallig geheim. Hij lichtte wel een tipje van de sluier door te zeggen dat het voor een groepje mensen (max. 20) een niet te missen en uitzonderlijke gebeurtenis is waar de werking, en waar ze juist mee bezig is, van de Universiteit Hasselt wordt uitgelegd. Bijen dienen we zeker en vast mee te brengen om te inspecteren onder de microscoop. Tegen de middag eten we onze zelfmeegebrachte picknick in een natuurpark, waar nadien ook een zegje over wordt gedaan, op. Daar het voor een beperkt aantal mensen is, en het dus niet ecologisch verantwoord zou zijn om een bus in te leggen, wordt er al carpoolend gedacht om richting Limburg af te zakken. Het exacte vertek- en aankomstuur, zal u ook kunnen meegedeeld worden bij inschrijving. Ga je graag mee, eventueel met partner, gratis en voor niets (je meegebrachte picknick en carpoolkosten niet meegerekend), schrijf je dan snel in via mail of telefoon naar ons secretariaat. De eerste twintig kunnen mee. Wees er dus snel bij. ’t Polleken
Blz.: 87
Wegen van de bijenkast:
Tekst: Rudi Moeyersons
Waarom is het nuttig de bijenkast te wegen? Ik werk momenteel met Segeberger kunststof kasten. Een volk op 1 romp moet +- 25kg wegen om goed de winter in te gaan, een volk op 2 rompen +- 36kg. Bij andere kasten zal dit gewicht anders zijn. Na de laatste honingoogst begin ik wekelijks mijn kasten te wegen. De gewogen waarden geef ik telkens in een Excel tabel in.
Zo krijg ik via een grafiek een mooi overzicht van de voedselvoorraad over een langere periode. Hieruit kan ik afleiden hoeveel voedsel de bijen gebruiken of binnenhalen. Als je meerdere volken op ĂŠĂŠn stand hebt staan, kan je ook een vergelijking maken over de verschillende kasten. Als je ziet dat 1 kast plots opvallend minder weegt dan de andere kasten op de stand, dan kan je vermoeden dat er daar iets mis loopt. De grafiek hierboven geeft de evolutie van een jong volkje weer. Er zijn verschillende manieren en toestellen om een bijenkast te wegen. Zelf gebruik ik een bagage-weegschaal zoals op de foto (links) te zien is. Dit omdat het gemakkelijk mee te nemen is als je op verschillende standen de kasten wil wegen. Je kan op 2 manieren het gewicht van de kasten berekenen: Weeg de kast langs 1 kant en doe het resultaat x2, of weeg de kast langs 2 kanten en tel het resultaat op. Het resultaat van de wegingen zal niet altijd 100% correct zijn, maar geeft toch een goed overzicht van de evolutie van het gewicht over een langere termijn weer.
Blz.: 88
’t Polleken
Bijen
Jac. Gazenbeek
Ik stond op lichten zomernoen gevangen door het schoon festoen van ‘t onvermoeide zonnewonder. De loovers stoeiden met het donker van zomerschaduw . . . . ‘t Bloemgeflonker van rood en mauve vlamde fel . . . . Het land lag van verlangen rijp en drachtig van al’ vruchtbaarheid de blonde korenvelden. . . . . Toen, toefde ik bij een nijver volk, dat luchtig, als een gouden wolk in ‘t zonnebranden zwelde . . . . Ze flitsen snel in duizend kruisen van komst en vlucht . . . en gonzend suizen de zomervliegers langs haar baan. Ze bouwen aan hun gouden schat, hun vreemde, wonderschone stad waarvoor ik - sprakeloos - bleef staan. Soms speelt de wind een leutig spel verwaait en draait en wentelt wel de zonneblonde zwermen. Maar weldra, helder en sonoor, orgelt hun druk gegons weer door en zoeken zij de verre bermen, waar linden geuren, bloemen kleuren of, waar de blauwe schemering van ‘t morgenland haar reeds ontving. ’t Polleken
Blz.: 89
Voordracht: Kritische kijk op de bijensterfte en maatregelen om het tij te keren Tekst: Tom De Pauw
Op 12 april vond er aan de universiteit van Gent een voordracht plaats over de honingbij. Hieronder vind je het relaas wat er die avond gezegd werd. Voor de zesde maal in de geschiedenis van onze planeet sterven er dierensoorten uit. De vorige vond zo’n 6 miljoen jaar geleden plaats, toen de dinosaurussen massaal uitstierven. Anders dan toen is het nu de aanwezigheid van de mens en het verdwijnen van verschillende plantensoorten die daar toe leidt. Eerst iets over de solitaire bij. Het uitsterven van de solitaire bij is een gevolg van stress veroorzaakt door vier verschillende componenten. Allereerst, en in niet te onderschatten mate, de verschaffing van de juiste habitatfragmentatie. Door het teloor gaan van verscheidene plantensoorten, gaan er bepaalde soorten van wilde bijen teniet. Het is immers zo dat bepaalde solitaire bijen afhankelijk zijn van één plantensoort voor de voorziening van de in hun levensnoodzakelijke behoeften. Voorts ontbeert het hun aan de ideale nestgelegenheid. Het is immers zo dat door de verscheidene verkavelingen en het monolectisch cultiveren van verscheidene gewassen, de solitaire bij zich niet meer in de ideale situatie bevindt om de juiste nestplaats te vinden. Het monolectisch cultiveren van verscheidene gewassen is natuurlijk ook een bepalende factor daar het drachtgebied daardoor te ééntonig wordt en het de solitaire bij niet voldoende mogelijkheden verschaft in de voorziening van het, voor hun, broodnodige nectar en stuifmeel. Als allerlaatste factor is het gebruik van verschil- lende pesticiden zeker een verklaring voor het uitsterven van verscheidene soorten solitaire bijen. Om dan uiteindelijk bij de honingbij te komen. Eerst enkele cijfers. Het aantal volken per land gaat er in onze contreien niet op achteruit. Dit als gevolg van een calculatie die onze imkers hanteren om met voldoende volken het nieuwe voorjaar te kunnen starten. Toch kunnen we er niet omheen dat in België het verlies van het aantal volken in de winter betrekkelijk hoog lag zijnde in de winter van:
2011 - 2012: 46,5% 2012 - 2013: 33,6%
2013 - 2014: 14,8% 2014 - 2015: 36%
In het ons naburige Nederland scoren ze tot twee maal beter. Verklaring hiervoor dient gevonden te worden in een betere begeleiding van de imkers. We kunnen ons, door het grote verlies van het aantal volken, afvragen of er geen tekort aan bestuivers komt voor de in onze contreien
Blz.: 90
’t Polleken
bloeiende gewassen. Daarvoor is er, ondermeer door de calculatie, tot op heden nog geen probleem. Hoe komt het nu dat er de laatste jaren zoveel bijenvolken uitsterven. Net zoals bij de solitaire bij is het een gevolg van stress maar dan wel veroorzaakt door vijf verscheidene factoren. We bespreken ze om te eindigen met een stel corrigerende maatregelen. Het effect van voeding onder de loep Voeding vinden we terug in het drachtgebied dat de bijen voorhanden ligt. Vinden ze daarin vol- doende verscheidenheid, dan is het vitellogeninegehalte in de bij hoog en is er een lange levensduur bij de bijen. Is de verscheidenheid aan stuifmeel laag, dan is ook het viltellogeninegehalte laag en is er een korte levensduur. Het mag dus aan een oproep wezen aan de boeren en de bevoegde instan- ties om het drachtgebied zo verscheiden mogelijk te houden. Iets wat we dezer dagen, wanneer de velden zich voltrekken met muren van maïs, zeker ontberen. Het effect van pesticiden onder de loep Bij een onderzoek vonden we 18 verscheidene pesticiden terug op verschillende stalen. Drie van hen kwamen voor op alle stalen. Op de bijenwas vonden we nog steeds sporen van de, in onze contreien, verboden DDT. Verder kunnen we ontwaren dat het ontgiftingsmechanisme in onze bijen minder aanwezig is dan in een bananenvliegje. Het gebruik van pesticiden heeft ook een negatieve invloed op de broedzorg. Het effect van ziekten onder de loep Onze bijen worden blootgesteld aan verschillende ziekten en parasieten zoals daar zijn: als allereerste en in mijn ogen niet te onderschatten mate de varroamijt, van de nosema hebben onze bijen dezer dagen minder last, virussen en bacteriën zullen ook wel een negatieve invloed hebben op de gezondheid van onze bijen en als laatste de crithidia en lutmaria. Alle ziektes dienen effectief te worden bestreden opdat de gezondheid van onze bijen erop vooruitgaat. Voorts is het zeer belangrijk dat we de gezondheid van onze teeltmoeren in de gaten houden daar we kunnen spreken van een overdracht van virussen van 70%. Het effect van mobiliteit onder de loep Sinds jaar en dag voeren we koninginnen en hele bijenvolken in van over heel de wereld. Zijn die bijen en koninginnen wel altijd even gezond? Is de kleine kastkever niet, vanuit Sicilië, mee verscheept naar onze contreien? Dingen die we best even in het oog houden. Het effect van selectiewerk onder de loep Door der massale propagatie is er een genetische verarming. Dienen we ons trouwens ook, daar de honingbij van nature polyandrisch is, geen vragen te stellen bij de kunstmatige inseminatie van onze koninginnen? Eén van de belangrijkste selectiekenmerken voor de teelt van nieuwe koninginnen is zeker ziektegevoeligheid. Tot slot wil ik je nog meegeven dat, door de overdomesticatie van onze honingbij, we kunnen stellen dat de honingbij anno 2016 in niets meer gelijkt op onze honigbij anno 1900. ’t Polleken
Blz.: 91
Corrigerende maatregelen Wat kunnen we leren uit deze voordracht? Er is dringend meer nood aan voedsel in de omgeving van onze bijenvolken. Minder gebruik van pesticiden zal de algemene gezondheid op onze bijenstand verbeteren. Een betere selectie van nieuwe koniginnen zal een positief effect teweeg brengen. Onze bonden zullen het niet graag horen, maar naar alle waarschijnlijkheid worden de subsidies voor het overlarfproject afgeschaft. En laat ons allen hopen dat door het gebruik van goede imkerspraktijken de wintersterfte op termijn zal dalen.
Sociaal gedrag! Tekst: Jef Beuckelaers Dat onze bijen het op sociaal vlak niet slecht doen weten we wel, maar als we eens kijken hoe ze omgaan met mekaar bij het verpoppen dan stijgen ze nog in aanzien! Andere insecten zullen in hun ontwikkelingsfase ook het moment van verpoppen doormaken waarbij ze van een wormtoestand evolueren of groeien naar een imago of insect. Het hele proces moeten ze alleen door en dikwijls in omstandigheden waarbij ze kunnen opgegeten worden! Onze bijen zullen hun larven voeden tot op het ogenblik dat deze oud genoeg zijn om te verpoppen en dan sluiten de werksters de wieg af met een was dekseltje. Zo ook voor een koninginnenlarve , deze wordt gevoed tot op het ogenblik van verpoppen en de werksters sluiten de dop die ze tijdens de groei van de larve opgebouwd hebben! Een tof stukje sociaal gedrag!
28 oktober: ‘De apotheek van Moeder Aarde’
Tekst: T. De Pauw
Isabelle Peters, vrouw van lid Robbie Cornelis, is reeds meerdere jaren herboriste. Enkele jaren geleden gaf ze in ons verenigingslokaal, de Tuinbouwschool te Peisegem, een interessante voordracht over ‘bij’zondere planten. Insteek van het verhaal was, op een boeiende wijze, ons iets meer vertellen over bijvriendelijke planten. Hetzij door de nectar die ze produceerden, hetzij voor het stuifmeel die de plant voortbracht, hetzij omwille van de harsen die deze planten uitscheidden. Op deze dag had ze ook wat zaden van deze planten voor ons mee. Dit najaar staat ze er terug. Deze keer gaat ze het hebben over, zoals de naam al doet vermoeden, hoe planten ons leven gezonder kunnen maken. De voordracht vangt aan om 19.30h en vindt plaats in zaal Gerard Walschap.
Blz.: 92
’t Polleken
Bloemenweide
Tekst: Tom De Pauw
Misschien heb je wel een stukje grond waarmee je niet meteen weet wat aan te vangen. Een bloemenweide zou een oplossing kunnen bieden. Zeker als je weet wanneer je bijen straks op zoek gaan naar de broodnodige nectar en stuifmeel om hun winterbijen in de meest aangename omstandigheden te doen opgroeien. Bovendien is de maand september de meest ideale periode om er mee te beginnen. We summieren kort op waarmee je rekening dient te houden.
Wat is nu juist een bloemenweide? In tegenstelling tot een bloemenakker, waar de desomvattende bloemsoorten van het éénjarig type zijn, is een bloemenweide een geheel van meerjarige planten, zowel grassen als kruiden, die als het ware een bloemenzee van planten in een groene mozaïek van grassoorten vormen. Een ware surplus voor de biodiversiteit. Het is immers zo dat, door de overvloedige toevoerbron van nectar en stuifmeel, zij een paradijs vormen voor vlinders, bijen, zweefvliegen, kever, etc. Deze bloemen worden ook ’t Polleken
Blz.: 93
veelvuldig gebruikt als voedselplant door sprinkhanen en rupsen van vlinders. Al deze insecten zijn dan weer voedselbron voor heel wat vogelsoorten. In deze tekst wordt van twee bestaande types grond, waarop je een bloemenweide wil realiseren, uitgegaan. Als eerste een kale grond of plek met alleen ongewenste soorten en weinig biodiversiteit. Als tweede een bestaand gazon of grasland met kruiden. In deze situatie vernietig je al heel wat biodiversiteit als je alles zou afschrapen. Hier is een geleidelijke aanpak aangewezen zodat de soorten zich kunnen verplaatsen.
Starten met kale grond Maak de grond volledig kaal. Dit doe je door het afsteken van de graszode of andere ongewenste planten tot een diepte van 4 à 6 cm. De bovenste grond kan je een beetje los maken maar verstoor de bodem niet te veel. Dit wel zeggen dat je wel mag frezen maar zeker niet ploegen. Creëer een vals zaaibed. Dit doe je door nog niets te zaaien en ongewenste soorten te laten kiemen. Om de twee weken schoffel je de ongewenste soorten weg en dit herhaal je twee tot drie keer. Voor het zaaien gebruik je een zaadmengsel dat je mengt met vochtig wit zand. Gebruik 1 tot 2 g zaad per vierkante meter. 1 kg zaad kan je mengen met 1 kruiwagen zand. Zaaien doe je vanuit de hand. Grote percelen verdeel je best in kleinere stukken. Je verdeelt natuurlijk ook het zaad voordat je begint met inzaaien. Mocht je variatie hebben, verdeel het dan van vochtig naar droog en halfschaduw naar volle zon. Je kan tevens verschillende zaadmengsels gebruiken of gewenste soorten, of bollen, inplanten vanuit een potje. Je kan ook éénjarige planten mee inzaaien. Zorg er dan wel voor dat je maximaal 10 tot 20 % gebruikt. Dit
Blz.: 94
’t Polleken
zorgt alvast voor een ongeziene bloemenweelde in het eerste jaar. Hou er wel rekening mee dat éénjarige snel de meerjarige gaan onderdrukken en dat je je bloemenweide niet kunt afmaaien in mei-juni aangezien je dan ook de éénjarige bloemsoorten mee afmaait. Het zaaien gebeurt wanneer de grond niet te nat of te droog is en wanneer het niet vriest. Wat na het inzaaien? Indien véél soorten éénjarige voorkomen, maai je voor deze in zaad komen. Zéér ongewenste soorten kun je manueel verwijderen. De eerste maaibeurt gebeurt normaal in juli als alle “goede” soorten in zaad staan. Een tweede maaibeurt gebeurt in september zodat de grasmat kort de winter in gaat. Je keert best je maaisel en laat het drogen op het perceel zelf. Er vallen nog vele zaden uit het hooi. Wel steeds al het maaisel/ hooi afvoeren. Maai ook niet alles in één keer af. Maai een deel af en een tweede deel pas twee tot drie weken later. Zo verliezen de beestjes hun natuurlijke biotoop niet. Eén deel laat je lang de winter ingaan en maai je pas volgend jaar in mei af. Zorg voor variatie en structuur. Korte graspaden, langer gras in het hooiland, een ruiger stukje en struiken zorgen voor variatie in de hoogte. Welke mogelijke problemen kunnen opduiken? Indien er teveel ongewenste soorten voorkomen verwijder of maai je deze voor ze in zaad komen. Het eerste jaar maai je best 3 tot 5 keer. Indien de grassen na verloop van tijd gaan domineren wil dit zeggen dat de grond nog te rijk is of er niet goed wordt afgemaaid/afgevoerd. De oplossing is dan om 3 keer per jaar te maaien en al het maaisel goed af te voeren. Er is al een grasland In vele graslanden staan al kruiden en leven reeds heel wat soorten. Alles op de schop doen is niet goed voor de biodiversiteit. In dit geval zijn er twee opties. Als eerste kun je kiezen om maar een deel van het grasland te verwijderen. Het andere deel laat je staan en doe je pas als het eerste terug een grasland is. Je creëert, verspreid in het grasland, openingen van één tot enkele vierkante meter en deze zaai je in. Optie twee is het inplanten van bestaande planten in je grasland. Belangrijk is dat je een goede uitgangssituatie hebt. Indien grassen gaan domineren en er geen kruiden zijn, moet je eerst verschralen. Dit doe je door op geregelde tijdstippen het gras kort te maaien. Waar vind je je zaden? Je zaden kan je persoonlijk kopen bij Ecoflora te Halle, alwaar je ze ook in pot kunt kopen. Online kan je ze ook vinden te Nederland bij CruydtHoeck, Bolderik of Morgenster. Hou er wel rekening mee dat de meeste planten volle zon vereisen. Zorg er ook voor dat je een mengsel hebt met inheemse soorten. Deze zijn beter aangepast aan het milieu, zijn nuttiger voor onze flora en zijn wellicht minder invasief. De goedkoopste manier blijft natuurlijk uit de natuur zelf zaden inzamelen. ’t Polleken
Blz.: 95
Agenda 11 september: - Getuigschriften uitreiking - Pannenkoekendag 1 oktober: - Congres te Leuven 5 november: Bezoek univ Hasselt & insectencentrum Zutendaal 28 oktober: Isabelle Peters “De apotheek van moeder aarde” 18 december: Ledenfeest
Schrijf je nu in !!!
Vlaams Imkercongers 2016
2016 Aula Pieter De Somer (KULeuven) Leuven Je bent automatisch ingeschreven door 20 € per deelnemer te storten op rek. nr. BE 22 230 0402286 47 van het VBVI vzw, Rosbergstraat 13, 3078 Everberg. Vermeld uitdrukkelijk de na(a)m(en) van de deelnemer(s).Voor het alternatief programma: vermeld tevens “alternatief programma” in de mededeling. Voor groepen: vermeld de naam van de groep of naam van de leidende persoon in de mededeling. Op deze manier loopt de ontvangst ter plaatse soepel. Wet op de persoonlijke bescherming van de levenssfeer:
Iedereen die dit tijdschrift ontvangt, is opgenomen in het adressenbestand van onze Imkersgilde Neerbrabant en heeft er inzage- en correctierecht van. Het bestand wordt enkel gebruikt binnen de normale ledenadministratie.
Blz.: 96
’t Polleken
Cotoneaster horizontalis Decne.1879
Identiteit: orde: ROSALES; familie: ROSACEAE Eerstbeschrijving: In 1879, door de Franse (in Brussel geboren) botanicus en agronoom Joseph Decaisne in Ann. GĂŠn. Hort. 22:168. Synoniem: Cotoneaster ascendens Flinck & B. Hylmo Cotoneaster horizontalis f. variegatus (Osborn) Rehder Cotoneaster horizontalis var. wilsonii Havemeyer ex E. H. Wilson Cotoneaster wilsonii hort. Nederlandse naam: dwergmispel, vlakke dwergmispel Maximale grootte: 0,5 tot 1,5 meter Nectar: Pollen: Bloei: mei-juli Ph: tussen 6 tot 8 Begroeitype: heester / struik Voeding: advies samenstelling meervoudige meststof: N5+P2+K4 tot maximaal N9+P6+K8 Licht: zon of halfschaduw Vocht: normaal
Verspreiding: China. Biotoop: vaak gebruikt als bodembedekker, in vakbeplanting, op hellingen en bermen, soms verwilderd, vooral op stenige plaatsen. Gedrag: Cotoneaster horizontalis groeit grotendeel horizontaal en vormt op den duur een dicht vertakte, breed uitgroeiende struik. Het blad is klein, groen van kleur en glanzend. In de herfst verkleurd het blad naar rood. De roze bloempjes hebben een enorme aantrek bij bijen. In het najaar komen er felrode bessen aan de struik, die dan weer vogels aantrekken. Al met al dus een diervriendelijke plant! In principe is deze winterharde struik bladverliezend, maar in zachte winters kan de plant (gedeeltelijk) groen blijven. Bodem: Voor bloeiende heesters is het belangrijk om een goede stikstof-kalium (N:K) verhouding te hebben van 1,3 – 1,8 voor een goede knopontwikkeling. Bij houtige gewassen is tevens fosfor (P) erg belangrijk gedurende het hele seizoen voor het stimuleren van de ademhaling van de plant (nodig voor het omzetten van de NPK in voor de plant benodigde eiwitten) en het afrijpen van het gewas (dat de houtcellen goed gevormd worden). Vermeerdering: C. horizontalis laat zich makkelijk vermeerderen middels afleggen. Vooral bij deze kruipende soort zal dit op een natuurlijke wijze gebeuren. Bijzonderheden: Alle soorten dwergmispel bevatten blauwzuurverbindingen: amygdaline in de zaden en prunasine in de bladeren en de schors. De concentraties verschillen naar gelang de soort. Blauwzuurverbindingen zijn erg giftig. Toch zijn er tot nu toe geen ernstige vergiftigingsverschijnselen gekend.
Steekkaart - Bijenweide uitgegeven door de Imkersgilde Neerbrabant