Campus Redingenhof Redingenstraat 90 Leuven 3000, BE
Jouw talent Onze passie
LERAARSCHAP ERVAREN Maak een schoolfoto
2017-2018
Inhoud Macro-niveau
7 9
KA Redingenhof en andere partners
Onderwijsnet
Regiospecifieke gegevens Onderwijstypes
18
CLB - Centrum voor Leerlingenbegeleiding
MicroNiveau
LOP - Lokaal Overlegplatform
Meso-niveau
11 13
Situering binnen de scholenGemeenschap
ScholenGemeenschap
19 21 22
Stad Leuven
27
Flob - Flankerend Onderwijsbeleid
Doorlichtingsverslag
SOM - Samen Onderwijs Maken Ris-K - Risicosituaties op school positief doen kantelen
De school in cijfers
14 16
Algemene cijfers in grafieken en tabellen Het internaat Besluitvorming i.v.m. cijfers
KA Redingenhof en participatie
24 25 26
Missie en Waarden
Interview
29 34
Interview met de school Interview met een leerling
Inbreng in het beleid
Besluit
Regels Afspraken
36
Besluit en bevindingen
10 4
I
begeleider van leer- en
ontwikkelingsprocessen
II
opvoeder
III inhoudelijk expert IV organisator
V
innovator en onderzoeker
VI partner van ouders
VII lid van een schoolteam
VIII partner van externen
IX lid van de onderwijsGemeenschap
X
cultuurparticipant
Basiscompetenties van een leerkracht
0
5
Inleiding
In het kader van onze specifieke lerarenopleiding (SLO) kregen we de opdracht om een schoolfoto te maken van een welbepaalde school. Dit vormt een onderdeel van het leerpakket "Leraarschap ervaren". De opzet was om de school door te lichten op drie verschillende niveaus: macro-, meso- en microniveau. In dit verslag schetsen we het portret van Campus Redingenhof in Leuven. Er werd voor deze school gekozen omwille van zijn eigenheid. Het is niet 'zomaar' een school als een andere, zoals je verder in dit verslag zal kunnen vaststellen. Aangezien de opdracht met zeven cursisten werd uitgevoerd, was het niet mogelijk om vragen te beantwoorden zoals: zou je graag in deze school lesgeven?, in welke mate beĂŻnvloedt de geschetste context (macro-, meso- en microniveau) jouw functioneren als potentiĂŤle leerkracht in deze school? Deze vragen zijn namelijk erg persoonsgebonden. Daarom hebben we in de eindrapportage gefocust op de basiscompetenties van de leerkracht.
Leerlingen
VER brengen. Verantwoordelijkheid Engagement Respect
7
Macroniveau Onderwijsnet Campus Redingenhof is onderdeel van het Gemeenschapsonderwijs in Vlaanderen. Het Gemeenschapsonderwijs is één van de drie onderwijsnetten in Vlaanderen en wordt georganiseerd in opdracht van de Vlaamse Gemeenschap. De centrale inrichtende macht is de Raad voor het Gemeenschapsonderwijs (Rago). Samen met de afgevaardigde bestuurder, mevrouw Raymonda Verdyck, bepaalt de Raad voor het Gemeenschapsonderwijs het centrale beleid. ▶
Figuur 1: Overzicht onderwijsnet met situering van het KA Redingenhof
8
20
Aandeel GO In 2016 waren ongeveer 20% van de leerplichtige leerlingen actief binnen het Gemeenschapsonderwijs.
Figuur 2: Locatie van KA Redingenhof
De Raad en de afgevaardigde bestuurder, ondersteund door de administratieve en pedagogische diensten, dragen de eindverantwoordelijkheid voor de hele organisatie. Bovendien wil de Raad deugdelijk en behoorlijk besturen. Ze legt hierbij de nadruk op de selectie, aanstelling, opleiding en evaluatie van leidinggevenden. Kortom, ze stellen de procedure samen voor de aanstelling en opleiding van de algemene directeuren en ze verzorgen eveneens de evaluatie. Het Gemeenschapsonderwijs onderscheidt zich door ouders en kinderen de vrije keuze te laten voor kwaliteitsvol en vrij onderwijs. Het pedagogisch concept richt zich op de ontwikkeling van jongadolescenten tot vrije jongeren met een juiste en actieve burgerzin, doch ook met een kritische blik op de maatschappij. Typerend voor het Gemeenschapsonderwijs is de vrije invulling van het vak “levensbeschouwing”. Het hanteert een open visie op de samenleving en houdt rekening met de neutraliteitsverklaring. In 2016 waren ongeveer 20% van de leerplichtige leerlingen ingeschreven in het Gemeenschapsonderwijs. De leerlingenaantallen in het Gemeenschapsonderwijs zijn al een aantal jaren stijgende. In bepaalde grootstedelijke gebieden dienen zelfs leerlingen geweigerd te worden omwille van overvolle scholen. Sinds de hervormingen van 1 januari 2000 behoort Campus Redingenhof tot scholengroep 11. Deze scholengroep omvat scholen van het Gemeenschapsonderwijs uit de regio Leuven – Tienen – Landen. Buiten Campus Redingenhof zijn er in Leuven ook De Wijnpers, GO! middenschool Ter Beuke, GO! atheneum De Ring en IBSO Woudlucht die deel uitmaken van deze scholengroep.
9
Regiospecifieke gegevens Het KA Redingenhof is gelegen binnen de Ring van Leuven. Binnen de Ring van Leuven liggen een 15-tal scholen die tot diverse onderwijsnetten behoren. Niettegenstaande dit kan Campus Redingenhof zich toch onderscheiden van de rest. Bewijs hiervan is het aantal schoolgaande leerlingen (zie verder, par. School in cijfers).
Figuur 3: Omliggende scholen secundair onderwijs binnen de ring van Leuven
Onderwijstypes Campus Redingenhof Leuven kent een zeer breed aanbod, zowel in het ASO, TSO, BSO als deeltijds onderwijs. Ze onderscheidt zich vooral van andere scholen door de combinatie van opleidingen met (top)sport. In dit schoolprotret werd de focus gelegd op de opleidingen van ASO, TSO en BSO.
10
Figuur 5: Luka, de winnares van "The voice van Vlaanderen" is leerling van Campus Redingenhof. Tijdens ons bezoek verzamelde ze volop stemmen.
Meso-niveau HET KA REDINGENHOF MAAKT DEEL UIT VAN SCHOLENGROEP 11 LEUVEN-TIENEN-LANDEN. DE MIDDENSCHOOL 1 ATHENEUM REDINGENHOF VORMT EEN PEDAGOGISCHE ENTITEIT
11
Situering binnen de scholenGemeenschap Het KA Redingenhof maakt deel uit van scholengroep 11 Leuven-Tienen-Landen. De middenschool 1 Atheneum Redingenhof vormt een pedagogische entiteit (Campus Redingenhof). Administratief bestaat Redingenhof Leuven uit twee schoolnummers: • een middenschool met een A- en een B-stroom (schoolnummer 41665); • het koninklijk atheneum met een ASO-BSO-TSO-bovenbouw (schoolnummer 112292). Beide scholen functioneren echter als één pedagogisch geheel. Verder bestaat de scholenGemeenschap uit volgende entiteiten:
GO! middenschool Ter Beuke, Rerum Novarumlaan 1, 3010 Kessel-Lo
GO! middenschool 1, Redingenstraat 90, 3000 Leuven
GO! atheneum, Redingenstraat 90, 3000 Leuven
GO! instituut voor BSO Prosperdreef 3, 3001 Heverlee
De Wijnpers, Mechelsevest 72, 3000 Leuven (provinciaal onderwijs)
GO! atheneum De Ring, Tiensevest 62, 3000 Leuven
Tabel 1: Overzicht GO! scholen binnen scholenGemeenschap
De scholengroep is opgebouwd uit vier geledingen: het team scholengroep, de raad van bestuur, het college van directeurs en de scholenGemeenschappen. Via deze geledingen ondersteunt de scholengroep de scholen in het beleid op het vlak van personeel, infrastructuur, zorg, financiën, preventie- en veiligheid. Toon Proesmans heeft als directeur van KA Redingenhof Leuven een zetel in het college van directeurs. De scholengroep heeft in 2016 een project opgericht onder de naam "project lerende organisatie SGR11". Dit project ondersteunt
directies, beleidsondersteuners, coördinatoren, zorgcoördinatoren, mentoren/coaches, leerkrachtbegeleiders en scholen (het team, kernteams, werkgroepen en groepen mensen (b.v. leerlingbegeleiders, leerkrachten LO, …). Het project zet in op coaching en professionalisering van het individu. Het project gebruikt de sterkte van een oplossingsgerichte taal, zet in op verbinding met een stevig ondersteunend netwerk, volgt nauwgezet het eigen en het wetenschappelijk onderzoek en vindt het noodzakelijk dat het leren in een proces zichtbaar wordt (bron: jaarverslag 2016 SGR11).
12
Figuur 6:
Sinds kort zet Redingenhof in op topsport wielrennen.
13
De scholenGemeenschap
De scholenGemeenschap omschrijft haar visie als volgt: "Wij staan voor het ontwikkelen van de totale persoonlijkheid van de leerling, alle kinderen kansen geven, hedendaags en innovatief onderwijs, kwalitatief hoogstaand onderwijs, scholen op maat van de leerling en de maatschappij, sterk participatief beleid."
De scholenGemeenschap maakt afspraken over: • de ordening van een rationeel en transparant onderwijsaanbod • het gevoerde personeelsbeleid, meer bepaald over de criteria voor het aanwerven, functioneren en evalueren van personeelsleden • de verdeling van de extra-uren • de verdeling en aanwending van de globale puntenenveloppe • de aanwending van ICT-middelen • de samenstelling van de reaffectatiecommissie • de samenstelling van de selectiecommissies PBW (Preventie en Bescherming op het Werk) • de aanpassing van de schoolreglementen • de coördinatie en intervisie van de leerlingbegeleiders • de organisatie van de vervanging van personeelsleden die op bedrijfsstage gaan • de afspraken over Gemeenschappelijke publiciteit • de organisatie van bezoeken van leerlingen uit het basisonderwijs • de organisatie van het schooljaar bespreken en kalenders op elkaar afstemmen binnen de scholenGemeenschap (SGE) Leuven • afspraken over inschrijvingsdata binnen de SGE Leuven • de actieve deelname aan het Lokaal OverlegPlatform (LOP) • de actieve deelname aan het flankerend onderwijsbeleid binnen de SGE Leuven • de actieve deelname aan de Leuvense onderwijsraad binnen de SGE Leuven • de investeringen in schoolgebouwen en infrastructuur, waarbij de inrichtende macht een beroep doet op de investeringsmiddelen van het GO!
Wij doen dat door sterke gemotiveerde teams in de scholen, duidelijke wel omlijnde pedagogische projecten, een complementair aantrekkelijk en toekomstgericht studieaanbod zowel gericht op hoger onderwijs als op onmiddellijke tewerkstelling, een sterk uitgewerkt zorgbeleid in alle scholen van de scholenGemeenschap met aandacht voor élke leerling, een sterke samenwerking met een goed evenwicht tussen de Gemeenschappelijke missie en het bewaren van de eigenheid van de verschillende scholen, open en duidelijke communicatie." Het KA Redingenhof heeft een afvaardiging in de Commissie Secundair Onderwijs. Deze commissie heeft een adviserende taak naar het College van directeurs. Haar kernopdracht stelt het ontwikkelen van een Gemeenschappelijke visie op onderwijs centraal, i.e.: • het ontwikkelen van de totale persoonlijkheid van de leerling • alle kinderen kansen geven • hedendaags, innovatief en kwalitatief hoogstaand onderwijs verstrekken en scholen op maat van de leerling en de maatschappij maken • gemotiveerde en professionele teams die mekaar schooloverstijgend versterken via intervisiemomenten en in-service trainingen • duidelijke wel omlijnde pedagogische projecten • een complementair aantrekkelijk en toekomstgericht studieaanbod zowel gericht op het hoger onderwijs als op een onmiddellijke tewerkstelling • een sterk uitgewerkt zorgbeleid in alle scholen van de scholenGemeenschappen, met aandacht voor elke leerling • een sterke samenwerking met een goed evenwicht tussen de Gemeenschappelijke missie en het bewaren van de eigenheid van de verschillende scholen • Informatie-uitwisseling en samenwerking met de scholenGemeenschap basisonderwijs
14
De school in cijfers De school telt ongeveer 1.400 leerlingen en 250 leerkrachten.
De school kent de laatste jaren een opvallende groei01 in het aantal leerlingen02. Dat maakt dat er ook meer ruimte komt voor extra leraren en het middenkader. De school telt ongeveer 1.400 leerlingen en 250 leerkrachten. Gecombineerd met het project lerende organisatie vormt dit een mooie uitdaging voor getalenteerde en gepassioneerde leerkrachten. De school biedt een brede waaier aan studierichtingen03. Deze werden recent ingedeeld in vijf ‘vloten’, 'domeinen' of ‘teams’. In de tabel rechts wordt de voorlopig nog klassieke indeling gegeven. Als de hervorming van het secundair onderwijs een feit is, zal de indeling er opnieuw anders gaan uitzien. ▶
01. Figuur 7: Grafiek van de groei van het aantal leerlingen 02. Tabel 2: Evolutie van het aantal leerlingen sinds 2012 03. Tabel 3: Studierichtingen KA Atheneum
01
02
2012
2013
2014
2015
2016
GO! Cdbso
144
157
159
156
149
GO! Middenschool Redingenhof
167
180
199
225
211
GO! Atheneum
749
833
882
969
998
TOTAAL
1060
1170
1240
1353
1359
15 03
GRAAD/LEERJAAR 1ste Ieerjaar A
STUDIERICHTING 1A Optie Techniek 1A Optie Sport/Circus/ Dans/Tennis/Voetbal/ Basket 1A Topsport (Basket/ Tafeltennis/ Volley)
1ste Ieerjaar B
1B / Voorbereiding BVL (extra Nederlands) 1B / Voorbereiding BVL (extra Sport)
2e Ieerjaar - Basisopties
Moderne wetenschappen optie Circus/Dans/ Tennis/Voetbal/ Basket Moderne wetenschappen optie Sport Sociale en technische vorming
VOLZET V V V V V V V V
Topsport Mechanica Elektriciteit 2e leerjaar - BVL
Kantoor - verkoop/Verzorging - voeding Decoratie/Verzorging- voeding Elektriciteit/ Hout Haarzorg/ Verzorging- voeding
2de Graad ASO
Sportwetenschappen (meerdere opties) 3e graad ASO
eerste graad eerste graad eerste graad eerste graad eerste graad eerste graad eerste graad eerste graad sport en topsport sport en topsport sport en topsport
Lichamelijke opvoeding en sport Topsport
sport en topsport
V V V V V
sport en topsport sport en topsport sport en topsport sport en topsport sport en topsport
Handel
zachte sector
Toerisme
zachte sector
Sociale en Technische Wetenschappen Lichamelijke opvoeding en sport Lichamelijke opvoeding en sport (meerdere opties)
zachte sector
V V
sport en topsport sport en topsport
Topsport
sport en topsport
Informaticabeheer
techniek
Handel
zachte sector
Toerisme
zachte sector
Sociale en Technische Wetenschappen
V
zachte sector
Elektrische installaties
techniek
Hout
techniek
Basismechanica
techniek
Haarzorg
zachte sector
Kantoor
zachte sector
Publiciteit en etalage Verzorging-Voeding
zachte sector
V
zachte sector
Auto
techniek
Carrosserie
techniek
Elektrische installaties
techniek
Houtbewerking
techniek
Werktuigmachines
techniek
Haarzorg Kantoor Publiciteit Verzorging Specialisatiejaren
eerste graad
sport en topsport
Lichamelijke opvoeding en sport (meerdere opties)
3e graad BSO
eerste graad
Wetenschappen-topsport
Sportwetenschappen (meerdere opties)
2e graad BSO
eerste graad
Moderne talen- topsport
Sportwetenschappen
3e graad TSO
eerste graad
sport en topsport
V V
Wiskunde- topsport
2e graad TSO
eerste graad
eerste graad
V V V V V
Wetenschappen- topsport Sportwetenschappen
TEAM
zachte sector
V V V
zachte sector zachte sector zachte sector
Interieur inrichting
techniek
Industrieel Onderhoud
techniek
Mecanicien voor onderhoud en herstel van motorfietsen
techniek
Haarstilist
zachte sector
Publiciteit en Illustratie Kantooradministratie en Gegevensbeheer
zachte sector
V
zachte sector
Kinderzorg
zachte sector
Bejaardenzorg
zachte sector
16
In dit overzicht valt op dat de school in het ASO enkel sportrichtingen aanbiedt. In het TSO komt industrie en techniek niet voor. Enkel bij de richting informaticabeheer is dit team gekoppeld. In de officiĂŤle indeling van het ministerie van onderwijs hoort deze richting thuis in het studiegebied handel. M.a.w., er wordt geen nijverheidstechnisch onderwijs aangeboden in het TSO. In het BSO worden wel nijverheidsrichtingen aangeboden, sport daarentegen niet. Enerzijds is er dus een vrij breed aanbod van richtingen, maar beschouwd over de verschillende onderwijsvormen zijn de overstapmogelijkheden binnen eenzelfde domein of team eerder beperkt. Zeker wat betreft het nijverheidstechnisch onderwijs heeft het GO! in Leuven niet echt veel aanbod.
Het internaat Het internaat biedt opvang en begeleiding aan leerlingen secundair onderwijs in een moderne en aangepaste infrastructuur. Een deskundig team begeleidt de leerlingen op hun weg naar volwassenheid. Het internaat staat open voor alle leerlingen secundair onderwijs, maar is 'gespecialiseerd' in het opvangen van topsportleerlingen. Het internaat is namelijk verbonden aan de topsportopleidingen van de middenschool en het atheneum.
Besluitvorming i.v.m. cijfers 1
Dit is de situatie zoals ze eind
december op de website van de scholenGemeenschap vermeld staat.
In tabel 3: Studierichtingen KA Atheneum is opgenomen welke studierichtingen1 volzet zijn. Wat meteen opvalt zijn het aantal richtingen. Opvallend is dat de topsportrichtingen niet volzet zijn. Een mogelijke verklaring is dat de school in deze te weinig leerlingen aantrekt. Een andere mogelijke verklaring is, dat de school ervoor kiest om op dit vlak verder te willen groeien en dus een grotere capaciteit voorziet. Als de school zich als topsportschool wil profileren, zou dit laatste begrijpelijk zijn. Het nadeel hiervan is dat ze de capaciteit van andere richtingen hierdoor kunstmatig laag houdt, met als gevolg dat een aantal leerlingen niet terecht kunnen in de school of het onderwijsnet van hun keuze. In het BSO zijn er wel nog plaatsen vrij, vooral in de techniekrichtingen. Een voor de hand liggend reden is een lagere instroom van leerlingen in deze richtingen. Een andere verklaring volgt uit het interview met mevrouw Dekocker, directrice van de school (zie verder). Zij geeft aan dat er vorig jaar 48 leerlingen werden buitengezet op school, vooral in de richtingen met de hoogste GOK-percentages. Als een leerling vertrekt, betekent dat volgens het inschrijvingsrecht automatisch dat er plaats is voor een andere leerling en dat de richting dus niet volzet kan zijn. Misschien ligt hier ook een deel van de verklaring.
17
Figuur 8:
Oud-leerling Rob Vanoudenhoven heeft net zoals zijn voormalige school meerdere facetten.
18
KA Redingenhof en andere partners CLB - Centrum voor Leerlingenbegeleiding De school heeft een samenwerkingsovereenkomst met het CLB GO! Leuven, Landen, Tienen. Het centrum voor leerlingenbegeleiding heeft een team toegewezen aan de school, bestaande uit Inne Luyten (psychopedagoog), Stephanie Popovic (maatschappelijk werker), Sarah Borra (sociaal verpleegkundige) en Meredith Verlooy (CLB-arts). Het CLB is gevestigd in de Redingenstraat 86 en maakt deel uit van de Campus Redingenhof. De nabijheid van de CLB-medewerkers is dus optimaal voor deze school. Het CLB omschrijft haar werking als volgt: "wij staan in voor de begeleiding van leerlingen en school op het vlak van psychosociaal functioneren (faalangst, examenstress, beroepsgeheim, vertrouwelijk gesprek, pesten, …), leren en studeren (overstap naar buitengewoon onderwijs, …), onderwijsloopbaanbegeleiding (tuchtmaatregelen op school, verplichte begeleiding bij spijbelen, …) en preventieve gezondheidszorg (medisch onderzoek, luizen, vaccinaties, besmettelijke ziekten, …)" (bron: http://www.clbgoleuven.be/).
LOP - Lokaal Overlegplatform De school maakt deel uit van het LOP Leuven. Sinds 1999 zijn scholen uit sommige regio’s decretaal verplicht om netoverstijgend afspraken te maken over inschrijvingsrecht, gelijke onderwijskansen, ongekwalificeerde uitstroom, enz.. Om dit in goede banen te leiden, richtte de Vlaamse overheid LOPs op. Leuven is een LOP-regio en heeft bijgevolg ook een LOP-deskundige (vanuit de overheid) en een LOP-voorzitter (lokaal verkozen door de leden van de algemene vergadering). Verder bestaat het LOP uit een verplichte delegatie van elke school, het CLB, het flankerend onderwijsbeleid en een aantal zoge-
noemde ‘niet-onderwijspartners’. Deze laatste zijn vertegenwoordigers van verenigingen van kanswaar armen het woord nemen, minderheidsgroeperingen, agentschap integratie en inburgering, ouderverenigingen, vakbonden, socio-culturele organisaties, etc.. Het kan hier over een hele waaier van verenigingen gaan, die betrokken zijn bij de onderwijsthema’s die in het LOP aan bod komen. In haar actieplan focust het LOP zich op drie beleidsprioriteiten: • problematische schoolloopbanen en met uitsluiting bedreigde jongeren (time-out, Hergo, leerrecht); • opvolging charter definitief uitgesloten leerlingen; • inschrijvingsrecht. Het inschrijvingsrecht wordt opgevolgd door afspraken te maken over Gemeenschappelijke inschrijvingsdata en het publiceren van capaciteiten en volzetverklaringen. LOP-Leuven slaagt er in om via lokale afspraken de inschrijvingen voor het secundair onderwijs grotendeels pas te laten starten na de paasvakantie. In andere regio’s gebeurt dit soms al na de kerstvakantie. Als ouders en leerlingen echt de kans willen krijgen om een keuze te maken in functie van talenten is het ook belangrijk dat ze daar voldoende tijd voor krijgen aan het einde van de basisschool. In die zin is het goed dat Leuven hier in slaagt. Nog mooier zou zijn om de datum nog verder te verlaten en ervoor te zorgen dat leerlingen en ouders eerst de opendeurdagen (periode mei) kunnen bezoeken alvorens in te schrijven. Vandaag is de realiteit vaak omgekeerd, wat vrij absurd is. De twee andere prioriteiten hangen nauw samen met inschrijvingsrecht. Leerlingen die risico lopen om uit de boot te vallen vinden niet zomaar een nieuwe school. Vaak zijn net die studierichtingen vrij uniek of snel volzet omdat scholen de capaciteit laag houden. Het is goed dat er een orgaan is dat scholen verplicht hier netoverstijgend naar ▶
19
oplossingen te zoeken. Als de volverklaringen en het aantal tuchtprocedures van het Redingenhof erbij genomen worden, moeten we echter vaststellen dat hier nog heel wat kansen blijven liggen. Met het Ris-K-project (zie verder) en een open voorzieningendag geeft het LOP mee vorm aan ondersteuning voor de scholen op dat vlak. De open voorzieningendag heeft geleid tot infofiches van een reeks laagdrempelige diensten/organisaties die helpen in de strijd tegen kansarmoede (bron: www.lop.be).
Stad Leuven De school werkt nauw samen met de stad Leuven. Www.leuvenvoorscholen.be bundelt de waaier aan initiatieven, die de stad biedt aan de scholen. De initiatieven zijn mooi gegroepeerd per thema en leeftijd en geeft ook de kostprijs. Dit zal de school heel wat zoekwerk besparen en kan helpen om de schoolfactuur voor de leerlingen beheersbaar te houden. Figuur 9: Het stadhuis van leuven
• Cultuur: in Leuven is er een uitgebreid cultuuraanbod voor scholen. Op www.schoolmetcultuur.be is het aanbod voor theater, dans, film, expo, muziek en literatuur bij 13 cultuurhuizen terug te vinden. Ook zijn lesmappen, recensies, filmpjes, foto’s en extra vormingen beschikbaar, die kunnen gebruikt worden als voorbereiding of nabespreking in de klas. • Diversiteit en samenleven: migratie, transgenders, woonwagenbewoners, vluchtelingen, … Er zijn hieromtrent lespakketten, workshops, films, … • Duurzaamheid en klimaat: Leuvense klimaatscholen, subsidie voor groenplaats • Feest: schoolfeest, feest tijdens middagpauze, Urban arts op school, … • Geschiedenis en politiek: bezoek gemeenteraad, lespakketten, films, KRAS scholierenparlement, … • Media en wetenschap: radio maken, schrijven voor een magazine, workshop STEM, … • Ontdek de stad: bezoek stadhuis, wandelingen met gids, App Leuven Walk, … • Opvang en ondersteuning: zomerschool, buddyproject, kinderkuren, ondersteuning taalbeleid, subsidie ouderbetrokkenheid, … • Problemen voorkomen en aanpakken: alcohol, drugs, pesten, geweld, … • Sport: initiaties, veldloopweek, zwembaddagen, … • Verkeer: fiets graveren, toezicht aan de schoolpoort, verkeerslessen, … • Werk: bedrijfsbezoek sociale economie, jobspotters, …
20
Figuur 10
Voor zijn tijdperk als burgemeester spendeerde Louis Tobback zijn tijd als leerkracht in het Redingenhof.
21
Flob - Flankerend Onderwijsbeleid De school werkt samen met het Flob van de stad Leuven. De bevoegde schepen is Mohamed Ridouani, een oud-leerling van de school. Het flankerend onderwijsbeleid is het geheel van acties van een lokale overheid om, vertrekkende vanuit de lokale situatie en aanvullend bij het Vlaamse onderwijsbeleid, een onderwijsbeleid te ontwikkelen in samenwerking met de lokale actoren. De afdeling onderwijs participeert daarom aan diverse overlegfora en organiseert diverse projecten om gelijke onderwijskansen te creëren (bron: http://www.leuvenactueel.be/flankerend-onderwijsbeleid). Een greep uit de projecten: • Brede school: een Brede School is een integrale en intersectorale aanpak rond de ontwikkeling van het kind, waarvoor instellingen in de buurt een kwalitatief en functioneel samenwerkingsverband aangaan, om de leer- en ontwikkelingskansen van het kind te verbeteren. • Ouderbetrokkenheid: met het project ouderbetrokkenheid wil men samen met de scholen op zoek gaan naar manieren om moeilijk bereikbare ouders te betrekken bij het schoolgebeuren. Basisscholen kunnen voor hun acties rond ouderbetrokkenheid subsidies aanvragen. • Buddy-project: met het buddy-project biedt de stad - in samenwerking met de KU Leuven, de hogescholen en de Leuvense secundaire- en basisscholen - naschoolse studiebegeleiding aan jongeren die extra ondersteuning nodig hebben. De begeleiding gebeurt door buddy’s die dit op vrijwillige basis doen of als stage binnen hun opleiding. • Jobspotters: met Jobspotters willen we jongeren uit de derde graad secundair onderwijs helpen bij het kiezen van de juiste studierichting en latere beroepskeuze. Daarom laten we hen onder de noemer ‘verken jouw weg’ proeven van verschillende beroepen. Zo krijgen ze meteen ook meer inzicht in zichzelf en hun competenties. • Ris-K: het Ris-K-project – Risico Situaties op School Positief doen Kantelen – wil jongeren die het wat moeilijker hebben op school ondersteunen. Via een gedifferentieerde aanpak binnen en buiten de school wil men de situatie van de jongere doen kantelen naar een positieve evolutie. • Zomerschool: de afdeling onderwijs organiseert tijdens de laatste drie weken van augustus de zomerschool. Een 90-tal anderstalige kinderen tussen 5 en 7 jaar bereiden zich er spelenderwijs voor op het nieuwe schooljaar. De kinderen zijn van diverse origine en spreken thuis weinig Nederlands
22
SOM - Samen Onderwijs Maken De school maakt deel uit van SOM. ‘Samen onderwijs maken’ is de nieuwe naam van de Leuvense onderwijsraad. Schepen Mohamed Ridouani is hier vanuit de stad bevoegd. Er zijn duidelijke linken met Flob en LOP en de andere onderwijsthema’s die binnen de stad een plaats krijgen. De Leuvense onderwijsraad was tot voor kort een eerder passief adviesorgaan voor de stad. Met de hulp van Levuur proberen ze dit om te vormen tot een dynamisch actief netwerk. SOM is een partnerschap van de Stad Leuven met de K.U.Leuven, UCLL, Scholengroep 11 van het Gemeenschapsonderwijs en de Katholieke ScholenGemeenschap Leuven (bron: www.levuur.be). Door middel van ‘broeinesten’ en ‘onderwijslabo’s’ wil men drie ambities waarmaken tegen 2025: • Met de eerste doelstelling "Iedereen aan boord, van kleuterschool tot hoger onderwijs" streeft de Onderwijsraad onder meer naar een verhoging van de kleuterparticipatie, minder schooluitval en een goede doorstroom met aandacht voor de ontwikkeling van talent en competenties. • Binnen het tweede speerpunt "Welbevinden en betrokkenheid" gaat de aandacht niet alleen naar leerlingen en studenten, maar ook naar leerkrachten en docenten. De partners van de Leuvense Onderwijsraad zullen actief werken aan de teamgeest bij het personeel en de verbondenheid met elkaar en de buurt. Ouderbetrokkenheid is eveneens een belangrijke factor. • Het derde speerpunt gaat over "Diversiteit". Diversiteit is eigen aan Leuven, dus ook aan het onderwijslandschap. Het is een meerwaarde voor het Leuvense onderwijs. Mensen uit een andere cultuur, ander land of taalgebied leren kennen is verrijkend. Ontmoetingsmomenten, kennisdelen en onderzoek naar diversiteit kunnen daartoe bijdragen.
Ris-K - Risicosituaties op school positief doen kantelen Vanuit het LOP groeide het Ris-K-initiatief, dat we hier graag apart vermelden. Tucht en uitsluiting zijn belangrijke thema’s voor deze school, geeft mevrouw Dekocker aan in het interview (zie verder). Het terugdringen van het aantal uitsluitingen van 88 naar 46 in twee jaar tijd heeft veel, zo niet alles, te maken met dit project. Het project wil een lerend netwerk zijn en vertrekt vanuit ‘recht op leren voor iedereen'. Het wil jongerenwelzijn en jeugdvormingswerk actief betrekken om het schoolgaan van de meest kwetsbaren mee te ondersteunen. De stad investeert met bijkomende middelen en begeleiding. Men kiest in dit project voor ‘opstroom-denken’ en focust in eerste instantie op de scholen met het hoogste GOK-percentage. Redingenhof was op basis hiervan vanaf dag één 'kandidaat'. De ondersteuning wordt op twee manieren georganiseerd. 1. Curatief: de betrokken scholen kunnen een case aanbrengen. In een open markt wordt dan gezocht welke organisatie op welke manier hier de beste ondersteuning kan bieden. Deze organisatie krijgt €1.000 en stelt daar 25 uren interventie op school voor ter beschikking. Zie bijlage voor de folder en PowerPointpresentatie van de concrete acties in Redingenhof. 2. Preventief: gaandeweg kwam er meer behoefte en ruimte om niet enkel tussen te komen waar leerlingen dreigen af te haken, maar om ook breder te gaan naar het versterken van leerkrachtenteams door vorming en training. De LSCI-training (Life Space Crisis Intervention), waar in het interview naar wordt verwezen, komt hier vandaan. ▶
23
Figuur 10: Administratief medewerker Chilah Tarik opent de schoolpoort
MEVROUW DEKOCKER GEEFT IN HET INTERVIEW AAN DAT DIT EEN STERKE VERNIEUWING IS BINNEN DE SCHOOL. VIA DATA-ANALYSE ZIET ZE HIERIN EEN BEVESTIGING VAN HET VERNIEUWINGS- EN KWALITEITSBELEID VAN DE SCHOOL. HET AANTAL UITSLUITINGEN TERUGDRINGEN VAN 88 NAAR 46 IN TWEE JAAR TIJD IS EFFECTIEF INDRUKWEKKEND. ECHTER, ENIGE RELATIVERING IS NODIG WANNEER DEZE GEGEVENS IN EEN BREDER PERSPECTIEF GEPLAATST WORDEN. Leuven is een centrumstad waar veel hoger opgeleiden wonen. In vergelijking met andere centrumsteden is er minder kansarmoede. Mevrouw Dekocker geeft aan dat in sommige richtingen tot 48% GOK-indicatoren zijn, op basis waarvan deze school tot een van de meest kwetsbare in Leuven hoort. Ter vergelijking, in centrumstad Sint-Niklaas waar in sommige richtingen zelfs 90% van de leerlingen GOK-leerlingen zijn, werden er vorig schooljaar op een schoolpopulatie van meer dan 12.000 leerlingen 118 leerlingen aan de deur gezet. Dat wordt als een te hoog cijfer beschouwd en is een beleidsprioriteit in het kader van ongekwalificeerde uitstroom. Als we ervan mogen uitgaan dat dit zich vooral in het BSO manifesteert, betekent dit dat een leerling in het
BSO op die manier een grote kans loopt om te mislukken in zijn schoolloopbaan. Sommigen onder hen zullen noodgedwongen overstappen naar deeltijds onderwijs. Het CDO maakt ook deel uit van Redingenhof, dus strikt genomen kunnen deze leerlingen ook hier geweigerd worden. Het is te hopen dat dit bredere perspectief in de kwaliteitsbewaking wordt meegenomen en dat de school verder inzet op het doelgericht versterken van leerkrachtenteams, participatie, welbevinden en betrokkenheid. De missie van de school is "leerlingen VER brengen". Hier ligt een mooie uitdaging om de meest kwetsbare leerlingen ver te brengen binnen de muren van de eigen school.
24
KA Redingenhof en participatie Inbreng in het beleid Het KA Redingenhof tracht op gepaste wijze rekening te houden met de inbreng van verschillende partijen, i.e.: • de leerlingenraad (vertegenwoordiging van leerlingen): Leerlingenraad Le Crew: de leerlingenraad heeft verschillende functies. Zo kan het een aanspreekpunt zijn voor leerlingen die een probleem willen melden. Ze kunnen er echter ook hun mening kwijt over de werking van de school. Bovendien kunnen ze toelichting krijgen bij de genomen beslissingen. Wekelijks steekt Le Crew de koppen bij elkaar om van de school the place to be te maken. Maandelijks worden alle voorstellen besproken met de directie. Daarnaast is er jaarlijks een groots project: een Sing en Swing, een kortfilmfestival. Het basisprincipe is dat alles door en voor de leerlingen georganiseerd wordt. Op lecrewRedingenhof.blogspot.com, de blog van Le Crew, staat informatie over Chrysostomos, foto’s, artikels, wedstrijden en veel meer. • de ouderraad (vertegenwoordiging ouders): Ouderraad Campus Redingenhof staat in de eerste plaats voor een goede en warme communicatie tussen ouders, directie, lerarenkorps en leerlingenraad. Ouders kunnen een adviserende rol spelen binnen het lokale schoolbeleid, waarbij ze voorstellen lanceren of meedenken met vragen die gesteld worden door de directie. De ouderraad Redingenhof wil zoveel mogelijk ouders betrekken bij de school, een inspirerende plek zijn waar ouders elkaar kunnen ontmoeten, bezorgdheden signaleren en nadenken over oplossingen, ideeën leveren voor activiteiten door en voor ouders, leerlingen en personeel van de school en vol passie meebouwen aan een bloeiende Campus. • de pedagogische raad (vertegenwoordiging van het personeel) • de schoolraad De schoolraad is een verplicht adviesorgaan van de school bestaande uit personeelsleden, ouders, leerlingen, gecoöpteerden en leden die ambtshalve lid zijn. De schoolraad heeft naar verluidt niet die dynamiek die leerlingen- en ouderraad wel hebben. Wellicht komt dit door het verplichte karakter en de zeer diverse samenstelling: • 3 personeelsleden verkozen door het personeel zelf • 2 leden gecoöpteerd uit de lokale sociale, economische en culturele milieus • 3 ouders verkozen door de ouders zelf • 2 leerlingen aangewezen door de leerlingenraad of verkozen door de leerlingen zelf • de directeur van de school. ▶
25
De leerlingenraad en de ouderraad kunnen de schoolraad advies verlenen - als die erom vraagt - over de aangelegenheden waarvoor de schoolraad advies- of overlegbevoegdheid heeft. Zij kunnen ook op eigen initiatief een advies uitbrengen, voor zover het buiten de bevoegdheid van de schoolraad valt en enkel betrekking heeft op de leerlingen of de ouders. Daarnaast hebben de leerlingenraad en de ouderraad de plicht om alle leerlingen of ouders over hun activiteiten en standpunten te informeren en er met hen over te communiceren.
Regels Voor de regels e.a. wordt verwezen naar het schoolreglement (Bijkomende informatie). Bovenop het schoolreglement zijn er nog volgende belangrijke regels: • Oudercontact: 4 keer per jaar, aanwezigheid verwacht • Sanctie bij te laat komen • Aanwezigheid verwacht op buitenschoolse activiteiten • Extra begeleiding voor wie het nodig heeft • Ook thuis moet Nederlands geoefend worden voor leerlingen met een andere moedertaal • Evaluatie met betrekking tot attitudes: • Orde en stiptheid • Respect voor anderen en voor materiaal • Medewerking • Afhankelijk van de graad: • 1e graad: correct en beleefd gedrag • 2e graad: zelfstandigheid • 3e graad: verantwoordelijkheidszin en betrokkenheid Opvallend: bij het eerste belsignaal (respectievelijk om 8h28h, 11h13 en 13h43) gaan de leerlingen in de rij staan op de plaats aangeduid met het nummer van het klaslokaal. Enkel in geval van regen of extreem koude temperaturen mogen de leerlingen van de polyvalente zaal onmiddellijk naar het klaslokaal gaan, waar ze in stilte in de gang wachten op de leraar, die hen bij het tweede belsignaal naar het klaslokaal begeleidt. Bij afwezigheid van de leraar wacht en de leerlingen tot een vervanger hen komt halen. Wie te laat op school aankomt, gaat onmiddellijk naar de opvoeder. Hier wordt uur van aankomst en eventuele reden in de agenda genoteerd. Wanneer je de klas binnenkomt, bied je spontaan je agenda ter controle aan je leraar aan. In de gangen en de traphal moet het er rustig aan toe gaan. Elkaar omhelzen en kussen mag niet.
26
Afspraken Hieronder worden nog twee afspraken toegelicht die in tijden van sociale media en een attitude van ‘altijd en overal verbonden’ interessant zijn. 1. Gebruik van GSM en andere media In de klas mag geen GSM, mp3, smartphone, tablet of andere technologische apparatuur gebruikt worden, tenzij met uitdrukkelijke toestemming van de leerkracht. Bij gebruik zonder toestemming moet het toestel afgegeven worden tot het einde van de schooltijd en volgt een ordemaatregel. Wie weigert het toestel af te geven, kan eveneens een ordemaatregel krijgen (bijv. de leerling wordt tijdelijk uit de klas gezet) of er kan zelfs een tuchtprocedure worden opgestart. Het gebruik van een locker is verplicht voor alle leerlingen van de eerste graad, de topsportleerlingen, de leerlingen sport en de leerlingen van de afdeling personenzorg. Onbeheerde goederen kunnen te allen tijde in bewaring genomen worden. Hieraan kan een sanctie worden gekoppeld. Bij gegronde redenen of bij vermoeden van strafbare feiten kan gevraagd worden om de locker te openen. Bij toestemming zal steeds een derde partij aanwezig zijn als getuige, bij weigering wordt de politie ingeschakeld. Indien bij opening van de locker strafbaar of gevaarlijk materiaal wordt aangetroffen, zal een toepasselijke sanctie volgen. De huurder van de locker is altijd verantwoordelijk voor de inhoud van zijn/haar locker. 2. Privacy en beeldmateriaal Op de verschillende evenementen die tijdens het schooljaar plaatsvinden, maakt de school foto’s en video-opnames van leerlingen. Deze worden gebruikt voor de schoolwebsite, de officiële facebookpagina of publicaties. Door een bepaalde bijlage van het schoolreglement te ondertekenen, wordt de toestemming gegeven om niet-geposeerde foto’s en sfeerbeelden te publiceren. In de klas of op het schooldomein mogen geen foto’s gemaakt worden en mag niet gefilmd worden, tenzij de betrokken personen (leerkracht, leerling) hun uitdrukkelijke toestemming hiervoor hebben gegeven. Naast de uitdrukkelijke toestemming voor het maken van foto’s en het filmen, is een schriftelijke toestemming nodig van de persoon in kwestie om de foto’s en het beeldmateriaal te gebruiken, verspreiden of publiceren.
Figuur 11: Gebruiken van smartphone en sociale media in de klas.
27
Micro-niveau Missie en waarden van de school Op Campus Redingenhof krijgen alle leerlingen optimale ontwikkelingskansen. De leerlingen worden begeleid zodat zij kunnen opgroeien tot gelukkige, zelfstandige, verdraagzame, creatieve en positief kritische jongeren. Leerlinggerichtheid, kwaliteitszorg en samenwerking zorgen ervoor dat elke leerling zijn eigen talenten kan ontwikkelen binnen het ruime studieaanbod.
Het doorlichtingsverslag In januari 2017 werd de school doorgelicht. De school werkt op menig vlak aan vernieuwing vanuit eigen behoeften, aangestuurd vanuit de scholengroep en onder impuls van het LOP en SOM. De term "lerende organisatie" is hier op haar plaats en in die zin kwam de doorlichting misschien juist op een gepast moment. Ook kan een 'externe' doorlichting helpen om intern de balans op te maken en indien nodig medewerkers te confronteren en te motiveren om in het veranderingsproces mee te stappen. De beoordeling die de school in 2017 kreeg was "gunstig" voor de middenschool en "beperkt gunstig" voor de bovenbouw. Voor deze laatste werden werkpunten geformuleerd die na drie jaar opnieuw zullen geëvalueerd worden. Om een genuanceerd beeld te krijgen van de krachten en verbeterpunten van de school dient het ganse doorlichtingsverslag gelezen te worden. Voor voorliggend schoolportret werd echter enkel de samenvatting beschouwd. • Wat doet de school goed? • De kwaliteitsvolle invulling van vakoverschrijdende eindtermen • De vernieuwende initiatieven binnen de talen • De aanvangsbegeleiding van nieuwe leerkrachten • De aandacht van het hele schoolteam voor zorg en ontwikkelingskansen van alle leerlingen • De inzet en de vakbekwaamheid van de meeste personeelsleden • Het opzetten van het ontwikkelingsproces voor evaluatie • De taakverdeling en de samenwerking binnen het directieteam • De participatieve besluitvorming • De praktische organisatie van de school • De impulsen tot onderwijskundige vernieuwing • De openheid voor externe evaluatie en feedback • Wat kan de school verbeteren? • De gelijkgerichte, graadoverstijgende evaluatiepraktijk binnen de talen • De afstemming van de evaluatie op de leerplandoelstellingen in een aantal vakken
• De doeltreffendheid van de evaluatiepraktijk • De implementatie en opvolging van de beleidsprioriteiten op vakniveau • De opvolging van de vakgroepen • De verbreding en verdieping van de kwaliteitszorg • De onderwijsorganisatie in functie van het leercomfort • Wat moet de school verbeteren? • De leerplanrealisatie voor hout in het BSO tweede graad in de studierichting Hout • De leerplanrealisatie voor wiskunde in het ASO derde graad in de studierichtingen Moderne talen-topsport en Wiskundetopsport • De leerplanrealisatie voor het specifiek gedeelte in het BSO derde graad in de studierichting Auto • De leerplanrealisatie voor toegepaste informatica in het TSO derde graad in de studierichting Handel • De leerplanrealisatie voor het specifiek gedeelte in het BSO derde graad derde leerjaar in de studierichting Industrieel onderhoud ▶
28
De vernieuwingsinspanningen van de school worden geapprecieerd, maar er wordt ook gewezen op de risico's ervan. De school heeft gekozen om met "vloten" of "teams" te werken. Leerkrachten werken zoveel mogelijk binnen eenzelfde team. Van het team wordt verwacht dat zij in grote mate zelfsturend zijn. Net die zelfsturing kan hen kwetsbaar maken, cf. doorlichtingsverslag. Hierdoor riskeren ze hun rol in het grote geheel uit het oog te verliezen en is er weinig tot geen controle op het bereiken van de doelstellingen. Het bereiken van de leerplandoelstellingen voor een aantal specifieke hoofdvakken is net één van de zaken waar de school het niet goed doet. Er is begrip voor de vrij moeilijke leerlingenpopulatie (diversiteit, gedragsproblemen, spijbelen), maar toch wordt ook expliciet gekeken in de richting van de betrokken leerkrachten en vakwerkgroepen. Het behoort namelijk tot hun kerntaak deze doelstellingen te realiseren. Als leerkrachten hier te weinig oog voor hebben, behalen leerlingen een diploma met hiaten voor bepaalde hoofdvakken, wat nefast kan zijn voor de slaagkansen in het hoger onderwijs. Om dit te kunnen vergelijken met andere scholen, hadden we naar het outputdossier gevraagd. Het outputdossier is een rapport waarin staat wat leerlingen na hun secundair diploma zullen doen. Uit dit dossier kan opgemaakt worden vanuit welke richtingen (SO) men kiest voor welke opleidingen aan hogeschool of universiteit en voor hoeveel studiepunten ze gemiddeld slagen. Deze cijfers kunnen vergeleken worden met Vlaamse gemiddelden van leerlingen die uit gelijkaardige studierichtingen komen. M.a.w., met dit rapport kan je dus perfect verifiëren of de school de leerlingen 'ver' brengt. We hebben dit outputdossier spijtig genoeg niet gekregen. Vermoedelijk was dit niet uit onwil - de communicatie was namelijk zeer open - maar omwille van tijdsdruk in een periode (december) van klassenraden. Als de school erin slaagt de werkpunten weg te werken binnen afzienbare tijd (en uiterlijk binnen 3 j) zal dit een positieve impact hebben op het welbevinden en de betrokkenheid van zowel leerkrachten als leerlingen, die het dan echt VER2 zullen brengen.
2
VER: behoort tot waarden en missie van de school, afkorting voor
Verantwoordelijkheid, Engagement en Respect
"Jouw talent, onze passie" EEN SLOGAN VAN DE SCHOOL. OP CAMPUS REDINGENHOF KRIJGEN ALLE LEERLINGEN OPTIMALE ONTWIKKELINGSKANSEN.
"Leerlingen VER brengen" EEN ANDERE SLOGAN VAN DE SCHOOL. VERANTWOORDELIJKHEID, ENGAGEMENT EN RESPECT ZIJN DE DRIE WAARDEN DIE DE SCHOOL ERG BELANGRIJK VINDT.
29
Interview met de school Figuur 12: Portretfoto van gesprekspartner Saskia Dekocker
Na een warm onthaal nemen we plaats. De ene neemt koffie, de andere neemt genoegen met water. Mevrouw Dekocker is de naam. Wij mogen Saskia zeggen. Saskia, Campus Redingenhof is aantrekkelijk! Diversiteit in onderwijsaanbod en populatie, gedifferentieerd op elk niveau. Hier waait de wind van verandering en groei. Welke recente verwezenlijkingen vertel jij ons met trots?
WE BLIKKEN TERUG OP EEN NATTE HERFSTDAG. DE DATUM IS 21 NOVEMBER EN MIJN HORLOGE VERTELT ME DAT HET 09H50 IS. IK BEN AAN WACHTEN OP MIJN ‘PARTNERS IN CRIME’ OM EEN PORTRET TE MAKEN. DEZE KEER GEEN OLIE OP DOEK MAAR EEN SCHOOLPORTRET. GELUKKIG HEBBEN WE VOOR DIT WERK EEN AFSPRAAK MET EEN VOLWAARDIGE MEESTERES VAN DE STIEL. HET PALMARES LUIDT LEERKRACHT, DIRECTRICE MIDDENSCHOOL, PERSONEELSDIRECTEUR EN HET CONTACT BELOOFT PUUR ONDERWIJSVUUR.
Gelukkig moet ik niet lang nadenken over deze vraag. Het eerste wat in mij opkomt is de structurering of liever de herstructurering van ons onderwijsbeleid. Dat kan ik het best samenvatten onder de noemer "innovatieve arbeidsorganisatie" (IOA). Een hippe term, dat weet ik, maar het duidt vooral op de manier hoe dat wij onze leerkrachten meer hebben kunnen empoweren binnen hun vakgebied en doelgroep. Verder betekent dit, dat we de voorbije tijd enorm veel geïnvesteerd hebben in zowel de zachte als harde sector. Op beide domeinen hebben wij een meer gedifferentieerd aanbod kunnen verwezenlijken om zo de leerling de meest optimale schoolloopbaan te verzekeren. Dat vind ik op zich een hele prestatie voor een school van deze omvang. Campus Redingenhof telt vandaag 1.400 leerlingen en 250 leerkrachten. Wat management & IOA betreft vergt het veel energie om tegemoet te komen aan ons divers publiek. Diversiteit en cultuursensitief onderwijs zijn zaken waarmee wij graag mee uitpakken. Op onze Campus gaat het lerarenkorps van de begaafde leerkracht/ schrijnwerkers tot ex- topvoetballers/ topsportleerkrachten. Dit vind je maar weinig terug in het Leuvense schoolbeeld, en ook elders. Op de speelplaats loopt zowel een gouden medaillewinnaar van de olympische spelen rond (met name tafeltennisspeler Laurens Devos) als iemand die gepassioneerd is door bijvoorbeeld automechanica. Beide leerlingen zijn even waardevol voor ons. ▶
30
Wat ik ook zeker niet onvermeld mag laten is de relatie en samenwerking tussen onze leerkrachten en leerlingen. Ik blik met plezier terug op een moment dat wij als school het aangedurfd hebben om met zijn allen rond de tafel te gaan zitten en te expliciteren waar nu onze fundamenten liggen. Wat willen wij als school voor onze leerlingen? Voor wat staan wij en wat is onze visie? Hieruit kwam de 'slogan' voort, dat we onze leerlingen "ver willen brengen". Samen met hen op pad gaan en hen brengen waar ze willen geraken, samen en met engagement en respect voor elkaar. Om dit te bekomen was er verandering nodig zowel op vlak van management en beleid als praktisch vlak. Zoals elke verandering bracht dit winst en verlies met zich mee. Om deze visie door te duwen is er tijd en energie nodig. Maar ik ben trots op de richting die wij uitgaan. Hoe spelen deze verwezenlijkingen in op het beroep van leerkracht/ eventuele hervormingen en IAO? Voor het lerarenberoep en hun onderwijsuitvoering proberen wij onze IOA reeds toe te passen in onze "vlotenwerking" . We hebben onze onderwijsactiviteit opgedeeld in vijf domeinen of vloten. Zo heb je de vloten 1ste graad , zachte sector, techniek, deeltijds onderwijs en sport & topsport. De opzet van de vloten is om meer autonomie aan onze leerkrachten te geven. Dat wil zeggen dat je meer in teamverband kunt werken en elkaars werk meer complementair wordt voor de studierichting. Voor sommige leerkrachten met reeds wat anciënniteit was dit een hele andere manier van werken. Toch moet ik zeggen dat deze transitie vlot verlopen is. Leerkrachten hebben op basis van hun ervaring of profiel zelf een richting gegeven in welke vloot ze zouden willen lesgeven. Zo heb je nu bijvoorbeeld een leerkracht Nederlands die verbonden is aan de vloot "sport & topsport". Zij geeft haar lessen enkel aan de ‘sportleerlingen’. Soms kan het zijn dat zij nog overige uren geeft in een andere vloot. De vloten hebben elk een coördinator die de uitwerking, projectwerking en het holistisch beleid voor zijn/haar rekening neemt. Een ander verwezenlijking was het implementeren van co-teaching om de verhoogde 1B-instroom tegemoet te kunnen komen. Zo zijn we gestart met een klas van 25 eerstejaars en twee leerkrachten. We hebben letterlijk de tussenmuur uitgebroken
van twee leslokalen om dit te kunnen waarmaken. We merken dat het concept echt een meerwaarde is voor deze doelgroep. Spijtig dat er vandaag vanuit de overheid hiervoor nog maar weinig steun is. Ik hoor je bijna een oproep doen Saskia. Misschien kun je jouw betoog doen met deze wondervraag: als je minister van onderwijs zou zijn voor een week, wat zou jij veranderen? Ik denk dat mijn antwoord tot de clichéantwoorden van elke directeur of leerkracht hoort: meer middelen! Het is soms frustrerend dat de energie en de wilskracht van goede initiatieven zoals co-teaching en anderen moeten ingeperkt worden door de financiële restricties. Als directrice doet dat zeker pijn soms. Ik sprak daarnet over een gedifferentieerd en gevarieerd aanbod. Dat kost spijtig genoeg enorm veel geld. Neem nu het voorbeeld van onze co-teaching bij de 1B-instromers. Willen we dit ambitieuze initiatief verder uitbreiden naar 30 leerlingen, wat echt zou beantwoorden aan de realiteit, dan is dit weliswaar haalbaar praktisch gezien maar financieel echter niet. Meer middelen is effectief de boodschap. Er schuilt een heuse kracht in hoe scholen en scholenGemeenschappen vindingrijk omgaan met hun centen en de aangereikte middelen. Heel veel mooie ideeën en werkvormen zijn ontstaan rond het herdenken van onze ‘provisie’ en middelen. Toch is een oproep tot meer middelen een blijvend geluid in het onderwijs. Is leerkracht zijn hier op Campus Redingenhof een aantrekkelijk beroep denk je? Ik durf zeggen van wel. We willen echt de samenwerking benadrukken en samen de missie en visie verder ontwikkelen. Een vakleerkracht zal hopelijk niet enkel het gevoel hebben betrokken te zijn, maar ook effectief initiatieven en beleid zien omgezet worden in de realiteit. Aanwervingen van leerkrachten, stopzetting van lesopdrachten, etc., elk school moet dit doen. Vorig jaar kenden we een turnover van 30-45 leerkrachten, gaande van vervangingen, tijdelijke opdrachten, aanwervingen, leerkrachten die stoppen met lesgeven binnen onze organisatie tot leerkrachten die (terug) naar de privésector gaan. ▶
31
In de rol van personeelsdirecteur zie ik een heel nieuwe stroom potentiële werkkrachten die een stuk mondiger zijn geworden dan vroeger. Ik herinner mij zelf destijds als beginnende leerkracht erg blij te zijn als ik al ergens een paar uur les kon geven. Dit was dan vaak nog eens gespreid over verschillende scholen. Vandaag is het anders. Leerkrachten zijn een stuk assertiever geworden, streven direct naar een full time opdracht en willen (financiële) zekerheid. Ze hebben vaak ook een uitgesproken idee over de uitwerking van hun lesdoelen. Wat voor een profiel leerkracht neem jij aan? Ik kijk vooral uit naar mensen met een volwaardige vakkennis. Bekwame mensen met een sociaalvoelend karakter. Iemand die ook in de wereld staat en connectie kan maken met zijn omgeving. Dat vraagt deze schoolpopulatie ook van een leerkracht. Er zijn zoveel verschillende sociale klassen en culturen die hier samenkomen en elkaar ontmoeten. Elk met hun eigen dynamieken, krachten en hekelpunten. Hier is geen doorsneeprofiel van ‘de leerling’. Niet zoals je die vindt in bijvoorbeeld een blank ASO-college. Zeker niet als je je voorhoudt dat we in sommige klassen (vooral in de harde sector) met 48% GOK -leerlingen zitten. We willen geen leerkrachten die louter hun lessen komen geven. Wij zoeken de harmonie tussen een adequate vakleerkracht en een coach van jonge geesten en scholieren in volle ontwikkeling. Iemand die dicht wil staan bij de leerlingen. Hoe krijgen jullie feedback over jullie huidige werking en projecten? Wij werken sinds enkele tijd ‘data based’ (cf. Data Based school improvement). Door het meten van bepaalde factoren stellen we het beleid bij en weten we hoe de tendensen van ons schoolsysteem evolueren. Neem bijvoorbeeld een onderwerp dat onlangs in de media was: in de klas zitten met GOKof kansarme leerlingen blijkt geen effect te hebben op de studieresultaten. Dit is iets wat wij ook uit onze cijfers halen. Ons interventiebeleid heeft ook al significant zijn meerwaarde bewezen, denk ik. Als ik kijk hoe we nu met tuchtmaatregelen en verwijderingen omgaan ten opzichte van vroeger, dan vertellen deze gegevens ons ook iets. Een tweetal jaar geleden zaten we met 88 verwijderingen op school. Dit had vooral te maken met aanhoudend schoolontwrichtend gedrag, criminele & druggerelateerde feiten en
onhoudbare dynamieken. Onze school had geen goede reputatie in de wijde omgeving, dat is iets wat ik niet zal ontkennen. We hebben echt sommige dynamieken binnen de school moeten ‘opschonen’. De implementatie van de LSCI-opleiding (Life Space Crisis Intervention) voor leerkrachten en directieleden laat beter toe om aan crisismanagement te doen en in de diepte te werken rond schoolontwrichtend gedrag. Het is een opleiding voor verbale technieken en coaching skills waar we op directieniveau bijscholingsbudgetten proberen te voorzien om onze werkkrachten zoveel mogelijk naar deze opleiding te sturen. De belangrijkste reden hiervoor is, dat we vorig schooljaar hebben gezien dat het aantal schorsingen en verwijderingen sterk afgenomen is. Conflicten met leerlingen worden beter opgeschaald volgens een aantal criteria en vragen. Hoe frequent gaan we dit probleemgedrag zien: frequent of niet frequent? Is dit voorval ernstig of niet zo ernstig? Zo schalen we bijvoorbeeld het geven van strafstudie op en niet alleen het wel of niet straffen. Strafstudies, zoals je ze kent van vroeger, worden nu veel meer functioneel toegepast binnen de specifieke vloot. Zo ga je in de zachte sector maatregelen zien waarbij de leerlingen echt gaan reflecteren over hun gedrag aan de hand van reflectieverslagen. In de sport & topsport kunnen maatregelen getroffen worden zoals het opruimen of het op orde houden van de sportvelden en het sportmateriaal. We gaan straffen, orde en tucht niet meer isoleren maar proberen te koppelen aan een constructief en betrokken schoolklimaat. Op deze manier zie je het aantal ‘recidivisten’ langzaam slinken. Een goed voorbeeld hiervan is dat van een groepje leerlingen dat op een tweedaagse zware vernielingen had aangebracht aan een serre en tuinhuis. Ze hadden voor duizenden euro’s schade aangebracht. Normaliter zou je voor dergelijke vandalenstreken onmiddellijk van school sturen. Vaak leidt dit tot een scholenpingpong van dergelijke ‘gedragsmoeilijkere leerlingen’. De meningen binnen het lerarenteam waren dan ook erg verdeeld over wel of niet nog met deze vier jongeren verder te willen gaan. We hebben uiteindelijk gekozen om hen niet te schorsen, maar wel gepaste sancties te geven. Concreet hield dit in, dat deze vier leerlingen voor de rest van het schooljaar één maal per week samenkwamen tijdens de middagpauze om te reflecteren over agressie, groepsdruk, vandalisme, impulsiviteit etc. aan de hand van schrijf- en doe-op-
32
drachten. Zij hebben later voor hun jaargenoten een presentatie gegeven rond deze onderwerpen en hebben zelfs de kans gekregen om een activiteit te organiseren om wat inkomsten te vergaren om de schuldeiser tegemoet te komen. Blijkbaar is dit een goed leer- en groeimoment geweest, want er is nadien geen recidive meer geweest. Iets helemaal anders ook nog, we streven naar een transparante communicatie met een nieuwsbrief voor ouders en leerlingen. Wie bewaakt de kwaliteit van al deze processen? De directie neemt het grootste deel hiervan op zich. Zij zet zich in voor de gegevensverzameling en het kwalificeren en expliciteren van het beleid en doelen. Ze bewaken het welbevinden en de betrokkenheid van de hele schoolstructuur. Is de moderne leerling (in het technologisch tijdperk van sociale media, etc.) nog 'betrokken' en te vinden voor het schoolse gebeuren? Hoe speelt de school hierop in? Er is inderdaad nu al even een revolutie aan de gang op dat vlak. Het is nu eenmaal iets dat niet te stoppen is. Wij hanteren zelf een gedoogbeleid van de smartphone, gebaseerd op het respectvol en gepast gebruik ervan. Als de leerlingen een studie-uur hebben dan laten we het gebruik van een smartphone toe als dit binnen de perken blijft. Wij kijken toch ook eens tussen het werk door op onze telefoon, niet? Mooi beleid! Biedt u ook een wifi-verbinding aan? Nee, wij hebben officieel geen wifi-verbinding voor onze studenten maar het zou me niets verbazen dat iedereen de code van het netwerk hier kent. Het zijn nochtans zaken waar we streng op zijn. Leerlingen die bijvoorbeeld hun GSM-oplader standaard mee hebben om tijdens een lesuur of studie-uur hun GSM op te laden. Je kan je wel voorstellen wat dat doet met de energiefactuur als 1.400 studenten dit beginnen te doen. Het is vaak een grens die we moeten bewaken. Je moet weten wat kan en niet kan op een schooldomein. Investeren in ontspanning is ook iets wat we proberen af te toetsen. Zo hebben we ooit een ruimte ingericht met zetels en relaxstoelen in plaats van de klassieke klasstoelen. Wegens overdaad hebben we dit echter stopgezet. Het is echter goed om initiatieven uit te uitproberen om te zien wat werkt en wat niet.
Welke tendensen brengt zo’n digitale grootmacht en virtuele verbondenheid met zich mee op de school? Naast de ontspannende effecten van de smartphone zijn er tendensen die ons wel verontrusten, zoals bijvoorbeeld sexting (expliciete berichtjes en beelden delen via GSM). Het is opvallend hoeveel conflicten we hebben van leerlingen die in het bezit zijn van naaktfoto’s van anderen of die naaktfoto’s van zichzelf maken. Zeker in de eerste graad is dit een plaag. Op die leeftijd gaat dat nog gepaard met de ontdekking van seksualiteit en seksuele ontwikkeling. De foto’s circuleren dan in de ether op school. Dat heeft er al toe geleid dat ouders juridische procedures gestart zijn en hun kinderen van onze school hebben weggehaald. We proberen hierin te sensibiliseren met campagnes rond sociale media, sexting, etc. om iedereen de gevolgen ervan te doen inzien. Dan heb je ook nog het fenomeen cyberpesten en cyberbullying. Pestgedrag via sociale media is heel anders dan pestgedrag vroeger. Het is vandaag subtieler geworden. In een chatgroep van de klas iemand uitsluiten of filmpjes maken van hem/ haar en dan verspreiden, etc.. De impact is zeker even schrijnend, want 'omvangrijker'. Vroeger ontmoetten pester en slachtoffer elkaar 'enkel' overdag, sexting en cyberpesten gaan simpelweg door na de schooluren en in het weekend. Campus Redingenhof is een deel van het GO! en van de stad Leuven. Het is nu al een feit dat het schoollandschap binnenkort hervormd zal worden. Hoe staan jullie hier tegenover? Als eerste moet ik zeggen, dat we wel graag de verbinding met de stad en de verschillende instanties willen behouden. Zo was er recentelijk het nieuwsbericht van de steeds terugkerende amokmakers aan de stationsbuurt van Leuven na school. Wij weten dat onze leerlingen daar zitten en betrokken zijn. De samenwerking met de stad Leuven laat ook toe dat wij onze boodschap kunnen verspreiden in onze school over het pendelen en het traject van school naar huis. Onze school is een stadschool wat betekent dat het contact met de stad onvermijdelijk is. Verder zitten we vaak samen met de directie van onze collega’s van het Leuvense Gemeenschapsonderwijs. We proberen te streven naar samenwerking om ook onze hervormingsopdracht een goede invulling te geven. ▶
33
Leuven associeert men vaak met een internationale studentenstad en daar pikken wij graag een graantje van mee. Ook wij doen aan internationalisering. Een week geleden hadden wij nog een delegatie Litouwse leerkrachten in onze school om gedachtegoed en goede praktijk uit te wisselen. Dit allemaal vatten wij vaak samen als dat Campus Redingenhof en het Gemeenschapsonderwijs echt wilt staan voor samen leren én samen leven. Hoe kijkt Campus Redingenhof tegen de hervormingen op zich aan? Ik vind het concept en de principes erg goed. Leerlingen gaan in een eerste graad bijvoorbeeld niet vastgepind worden in één richting maar gaan kunnen proeven van een breed aanbod. Hoe beïnvloedt de hervorming Campus Redingenhof als sportschool? De associatie die iedereen maakt van Campus Redingenhof als zijnde sportschool zal wel blijven bestaan. We beschikken nu eenmaal over de faciliteiten en de accommodatie. Topsport zal na de hervormingen enkel nog maar door enkele scholen georganiseerd mogen worden. Dit zal via kandidatuurstelling gaan. Dit maakt het wel lastig voor de planning, omdat je niet weet of je je huidige topsportaanbod nog kunt verzekeren na de hervorming. We hebben de voorbije jaren bijvoorbeeld topsport basketbal teruggebracht naar Antwerpen waar het oorspronkelijk vandaan kwam. De ruimte voor nieuwe topsporten is wel in de maak. Zo zou er volgend schooljaar topsport wielrennen en hockey bijkomen. Het is erg belangrijk dit tijdig te kunnen communiceren naar de clubs en verenigingen. Je moet namelijk ergens een zekerheid hebben op voorhand dat je voldoende leerlingen gaat hebben. Ook voor de aanwerving van specifieke leerkrachten is voldoende voorbereidingstijd nodig.
Als afsluiter Saskia: welke tip heeft u voor beginnende leerkrachten? Deze vraag kreeg ik ooit voor het TV-programma Volt voorgeschoteld. Ik hoop dat jullie dat fragment kunnen terugvinden. Wat ik altijd probeer mee te geven aan starters van het vak is dat authenticiteit héél belangrijk is. Simpelweg jezelf zijn en je niet voordoen als iemand die je niet bent. Dit geldt zowel in het klaslokaal als in de leraarskamer. Je moet van dit vak houden anders hou je niet vol. Als je blij wordt van mensen te ontmoeten en ze ergens te brengen, dan is deze job voor jou. Liefde voor het vak moet er zijn! Wij gaan op zoek naar dat fragment. Mogen wij jou al van harte bedanken voor dit aangename en boeiende interview.
Figuur 13: Schermafdruk van het fragment waarin Saskia tips geeft aan beginnende leerkrachten tijdens een opname van het programma VOLT
34
Interview met leerling “EEN KUNSTWERK HEEFT ALTIJD EEN VOOR- EN ACHTERKANT”. MET DEZE MYSTERIEUZE WOORDEN LIEP MIJN LEERKRACHT ESTHETICA VAAK DOOR DE KLAS. MOEILIJK TE VATTEN ALS SCHOLIER WAT ZE HIER PRECIES MEE BEDOELDE. MIJ ZEGT HET, ZOVEEL JAREN LATER, DAT IETS NOOIT STATISCH KAN ZIJN ALS MEERDERE OGEN NAAR IETS KIJKEN. DUS OOK EEN SCHOOLPORTRET NIET. WE SPREKEN EEN TWEEDE KEER AF OP CAMPUS REDINGENHOF, MAAR DEZE KEER GAAN WE BOTTOM-UP EN HEBBEN WE EEN AFSPRAAK MET ROB, EEN LEERLING DIE WE WAT VRAGEN MOCHTEN STELLEN OVER ZIJN SCHOOL. BIO VAN DE LEERLING Naam: Rob Leeftijd: 16 j Aantal jaar op Campus Redingenhof: 2 j Jaar: 5de middelbaar Richting: LOSP (lichamelijke opvoeding sport) Favoriete vak: balsporten Moeilijkste vak: anatomie & fysiologie Wat wil je later worden?: vertegenwoordiger van een sportmerk
Rob, wat is het eerste wat jij over jouw school zou vertellen aan een journalist? Ik zou zeggen dat het een fijne school is. Soms wel streng, maar veel toffere leerkrachten dan vroeger. Ik ben hier niet sinds het begin van het middelbaar naar het school geweest. Ik zat vroeger in het Sint- *** college en daar waren de leerkrachten erg afstandelijk. Ik heb altijd gedacht dat TSO-leerkrachten minder goede leerkrachten waren of dommer waren. Nu besef ik, dat dit eigenlijk totaal niet waar is. Ik had niet zo een goed zicht op wat TSO was. Ik vind dat de vakken in het TSO veel duidelijker gelinkt zijn met de realiteit. Ook de leerkrachten zijn menselijker. Ik ken ze ook beter dan de leerkrachten op mijn vorige school. Veel medeleerlingen delen deze mening. Niet veel leerlingen zitten al vanaf de middenschool op Campus Redingenhof en vrijwel iedereen vindt de leerkrachten anders en doorgaans leuker. Interessante bevinding! Hoe merk je dit dan aan jouw school? We hadden in het begin van het schooljaar een soort introductie-sportdag. Wat opviel is, dat de leerkrachten ook echt meededen en betrokken waren die dag. Ze zaten tijdens de middag bijvoorbeeld gewoon tussen ons om te eten. Ik heb het gevoel dat ik hen meer ken, ook wat zij doen buiten het werk enzovoort. Je krijgt les van verschillende leerkrachten. Je hebt verschillende sportleerkrachten en leerkrachten die algemene en exacte vakken geven. Vormen zij een goed team? Ja, toch wel. Vroeger was het moeilijk om vanuit de les naar een sportvak te gaan of omgekeerd. We waren zelden op tijd in de lessen, omdat we ons vaak moeten omkleden. Je miste dan vaak het begin van de les of van een toets. Nu is dat wel beter. De leer-
35
krachten maken betere afspraken met ons en onder mekaar. Zo krijgen we voldoende tijd om overal op tijd te komen. De leerkrachten van de sportvakken zitten vaak in het lerarenlokaal van de sporthal. Ze zijn erg aanspreekbaar als je een probleem hebt of iets wil vragen. Ik denk dat ze een goed contact hebben met de andere leerkrachten. Vind je het een strenge school? Eerlijk gezegd, niet echt. De leerkrachten zijn vrij flexibel. Als je eens iets vergeet, is dat niet meteen een drama. Soms kan wel eens veel gevraagd worden om je gsm weg te steken of zo, maar afnemen doen ze eigenlijk nooit. Ik vind wel dat je kunt praten met de leerkrachten. Ze hebben respect voor ons en wij voor hen. Soms mogen we ze eens een steek geven en dan krijgen we er daarna één terug. Ik vind het leuk en belangrijk, dat dit kan. In onze school heb je veel ‘verschillende’ mensen die hier schoollopen. Ook veel mensen uit het buitenland. Met elkaar praten en overeenkomen, daar wordt veel aandacht aan besteed. Men is wel streng op regels als op tijd komen en op tijd binnen zijn onder de middag. Als je te laat bent of je leerlingenkaart niet bij hebt, dan mag je niet naar buiten onder de middag. Ken je het schoolreglement een beetje? Elk jaar krijgen we dat mee, ja. Ik moet dat lezen (wat ik echter niet echt helemaal doe) en mijn ouders ook. De ouders moeten dat handtekenen. Als ik eerlijk ben, weet ik niet echt of daar speciale regels instaan, die anders zijn op andere scholen… Is Campus Redingenhof een ‘sportschool’? Het krijgt wel die naam, ja. Ik doe zelf een sportrichting, dus ik kom wel veel in contact met de andere sportrichtingen. Er zitten ook sommige topsporters
in mijn klas voor bepaalde Gemeenschappelijke vakken. Je hebt hier wel wat talent rondlopen…! Met de andere richtingen komen we echter niet zoveel in contact. Wel krijgen we elk jaar te zien wat de andere richtingen zoal doen. Zo heb je bij haartooi elk jaar leerlingen die meedoen aan een kapperswedstrijd. Dan mogen wij gaan kijken naar de inzendingen. Dat is wel fijn. Ik denk dat er soms gedacht wordt, dat wij enkel maar Lichamelijke Opvoeding doen en dat die van haartooi heel de dag enkel haren knippen. Wat mist je school nog? Een cafetaria zou heel welkom zijn. Of tenminste iets waar je broodjes zou kunnen kopen. Wij mogen onder de middag wel naar buiten en er is een broodjeszaak hier vlakbij, maar het is daar onder de middag natuurlijk altijd super druk. Onze school ligt niet in het centrum van Leuven, dus dan moet je de fiets nemen en je erg haasten als je in de stad iets wilt gaan eten. Je hebt immers maar een uur... Een laatste vraagje: wat zou je zelf willen veranderen aan jouw school? Geen schoolregels weliswaar. Ik zou de school een beetje verbouwen. Zoals ik al zei, het is echt wel een fijne school, maar sommige gangen en klaslokalen zijn wat verouderd. Mijn vorige school had een tuin en dat was chill om in te zitten als het goed weer was. Hier heb je soms les in een donkere oude klas. Een likje verf kan misschien al helpen. Ik zou ook iets veranderen aan die mysterieuze geur op de B-gang! Ik geef het alvast door! Bedankt voor je input, Rob!
36
Besluit en bevindingen
CAMPUS KA REDINGENHOF WIL ZIJN LEERLINGEN VER BRENGEN EN DIT WILLEN ZE BEREIKEN DOOR TE INNOVEREN OP TAL VAN VLAKKEN. ALLEREERST HEBBEN ZE HUN ONDERWIJSBELEID HERVORMD. DOOR DEZE HERSTRUCTURERING HEBBEN ZE LEERKRACHTEN KUNNEN EMPOWEREN BINNEN HUN VAKGEBIED EN DOELGROEP. ZE HANTEREN HET PRINCIPE VAN “VLOTENWERKING”. HIERDOOR KRIJGEN DE LEERKRACHTEN MEER AUTONOMIE EN MOETEN ZE ACTIEF SAMENWERKEN. OP DIE MANIER IS CO-TEACHING OOK VEEL MAKKELIJKER IN TE VOEREN.
We stellen ons de vraag hoe de school de leerplandoelstellingen zal bereiken. Doordat de teams zelfsturend zijn, is hier nauwelijks/moeilijk controle op. Dit is dus een aandachtspunt waarover de school moet nadenken. Daarnaast heeft de school heel veel geïnvesteerd in onder meer de zachte sector. Hierdoor kunnen ze een breder aanbod bieden aan hun leerlingen. Dit zorgt er voor dat de leerlingen meer kansen krijgen om hun volledige schoolcarrière uit te lopen in KA Redingenhof. Diversiteit en cultuursensitief onderwijs wordt hoog in het vaandel gedragen. Er is een enorm divers publiek op de Campus. Dit is zowel het geval bij de leerkrachten als bij de leerlingen. Elk individu is echter even waardevol. Men hanteert een zeer open visie en stimuleert de dialoog tussen leerkrachten en leerlingen om tot een goed schoolbeleid te komen. Ondanks hun vernieuwingen zien we toch dat de meest kwetsbare leerlingen soms van school worden gestuurd. Nochtans heeft een leerkracht ook een opvoedende taak. Leerkrachten moeten ervoor zorgen dat leerlingen betrokken blijven. Dit door o.a. een positief klimaat te creëren in de klas en op school. We hopen dan ook sterk dat de school zich verder inzet op doelgerichte versterking van ▶ leerkrachtenteams, participatie, welbevinden en
37
betrokkenheid. Uit het interview blijkt dat de school al een stap in de juiste richting heeft gezet door vier jongens niet meteen van school te sturen, maar hen een alternatieve taak te geven waaruit ze konden leren. Het is anderzijds spijtig dat het zover is moeten komen. Extra begeleiding van leerkrachten is dus noodzakelijk. De school zet dan ook heel erg in op externe partners. Zo werken ze nauw samen met het centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB), het Lokaal overlegplatform (LOP), de stad Leuven, Flankerend Onderwijsbeleid (Flob), Samen Onderwijs Maken (SOM) en Risicosituaties op school positief doen kantelen (Ris-K). De koppen werden bij elkaar gestoken om de meest adequate begeleidingsvormen en methodes te vinden om leerlingen, leerkrachten, leerlingenbegeleiders, directies en CLB’s te versterken en hun betrokkenheid te verhogen. Hierdoor krijgen de leerkrachten de kans om een heel netwerk aan te spreken over hun ideeÍn en bekommernissen. KA Redingenhof wil duidelijk samen met haar leerlingen op pad gaan en hun brengen waar ze willen geraken. Dat willen ze doen met engagement en met respect voor elkaar. Hiertoe was er verandering nodig. De herstructurering is er gekomen, maar zal nog tijd en energie vragen. Zoals in elke school zijn er pijnpunten, maar men werkt hier actief aan in een open beleid. 05. Figuur 18: Foto van Prom en Queen op het jaarlijks galabal
01
02
03
04
05
01 Figuur 14: Een turnevenement in de sporthal van KA Redinghof 02 Figuur 15: Enkele leerlingen spelen in het nationaal basketbalteam van hun leeftijd 03 Figuur 16: Oud-leerling Sebastien Dockier met het nationaal hockeyteam op de Olympische Spelen. Sinds dit schooljaar is er ook de optie Hockey bij de sportafdelingen 04 Figuur 17: Enkele leerlingen voetballen in het nationaal voetbalelftal van hun leeftijd
Cedric Alexander Bachelor in de ergotherapie Postgraduaat in non-verbale Therapie
Bert Delvaux Industrieel ingenieur Elektriciteit
Raf Boelen Master in Psychologie
Kenny De Winter
Jo Severyns
Bachelor in
Bio-ingenieur in Scheikunde
Bedrijfsmanagement
Master after Master in
Postgraduaat Fiscaliteit
Hydrologie
Ilse Vanderwaeren Bachelor Sociale
Jef Stevens Bachelor in Economie
Readaptatiewetenschappen
Martijn Winters Bachelor in Grafische en Digitale Media
Groepsleden DEZE SCHOOLFOTO WORDT U VOORGEDRAGEN DOOR LEERLINGEN VAN DE SPECIFIEKE LERARENOPLEIDING VAN HET CVO DE ORANJERIE.