OVER DE KRACHT VAN CULTUUREN GEMEENSCHAPSCENTRA GISTEREN, VANDAAG EN MORGEN
inhoud 4 8
3 Voorwoord Dirk Cornelis Brief Miek De Kepper
gisteren 14 16 26 32
Brief Minister Schauvliege Historiek Mijlpalen voorbije 40 jaar Brief Noël Slangen
vandaag 38 40 42 52 54 60 62 70 72
Brief Bart Eeckhout Illustratie Vandaag in cijfers Kunstenaars en artiesten Brief Kommil Foo Lokale huisgenoten en soulmates Illustratie Amateurkunsten Dierbaar publiek Brief De Schakel Mensenwerk
morgen 84 90 96 102 108 116 124 136 154
Cultuurcentra op zoek naar witruimte Weerspiegelen onze cultuurhuizen straks de diverse samenleving? Wordt regionaal het nieuwe normaal? Zullen cultuur- en gemeenschapscentra meer collectief onderhandelen? Werken we steeds meer ‘glokaal’? I-cultuurcentrum Vrijhavens voor jong artistiek talent Naar een duurzaam, flexibel en veilig infrastructuurbeleid Brief Wouter Hillaert
V
eertig jaar geleden, bij de heuglijke geboorte van de eerste cultuurcentra, was
ik vijftien. Ik droomde van de toekomst en wou op eigen benen staan. Vijftien jaar geleden werd ik veertig. Ik keek naar de jongen van toen, naar voorbije re-
laties en gemaakte keuzes. Ik keek naar de man van veertig, en vroeg me af of hij zijn dromen had waargemaakt, of hij geworden was wie hij altijd had willen zijn. Maar ik keek vooral naar de toekomst. Ik smeedde snode plannen, wou ongekende paden inslaan en me storten in nieuwe avonturen. Twee jaar geleden startten we de voorbereiding van ons colloquium 2013, en zaten met een aantal collega’s heel vlug op het zelfde spoor. Weg met de sterkte-zwakte analyses, weg met het kleven van gele post-its met handgeschreven verbeteracties op
flipcharts, lang leve onszelf! Veertig jaar cultuur- en gemeenschapscentra zou een feest worden. Zoals het een goed feestvarken betaamt, keken we terug naar ons geboortejaar, naar de pioniersjaren van de centra en hoe die langzaam vervelden tot een stevig netwerk van krachtige cultuurhuizen die niet meer weg te denken zijn uit het Vlaamse culturele weefsel. We stelden ook enkele pertinente vragen van vandaag: hoe komt het toch dat we zo weinig de krachten bundelen? Dat we zo weinig uitdragen welke impact we (kunnen) hebben op de samenleving en het sterke kunst- en cultuurlandschap dat Vlaanderen rijk is? Dat de media weinig of geen belangstelling tonen voor onze werking? Welk DNA hebben we met elkaar gemeen, wat maakt dat we met z’n allen broers en zusters zijn van dezelfde familie? Vanuit dit zelfbewustzijn van wat goed is en waar we minder goed in zijn, keken we naar de uitdagingen die voor ons liggen: regionale samenwerking, digitalisering, de economische crisis, … en kiezen we resoluut om gezamenlijk deze nieuwe avonturen aan te gaan. We keken niet enkel met eigen ogen naar wie of wat we waren, zijn en zullen zijn. We vroegen het ook aan wie ons liefheeft: onze oud-collega’s, acteurs en zangers, bezoekers, politici, journalisten, leden van culturele en educatieve verenigingen,… kortom aan iedereen die van dichtbij betrokken is bij wat er in onze cultuurhuizen gebeurt. Naast de welgemeende verjaardagswensen gaven zij ons ook goede raad en opvallende verlanglijstjes van wat we de komende decennia nog allemaal zouden kunnen realiseren.
4
Je voelt het komen, de cultuur- en gemeenschapscentra hebben nood aan een nieuwe missie, een verfrissende visie, actuele strategische doelstellingen en ten slotte concrete acties die we in een handige meerjarenbeleidsnota gieten en elk jaar met gelukzalige glimlach afvinken als ‘verwezenlijkt’. Hier geldt eveneens het adagium ‘weg ermee!’. Want kijk, dat vroegen ze me zes jaar geleden ook in De Spil: wat is jouw visie, waar moet De Spil over tien jaar staan, hoe ga je dat realiseren? De Spil mag blijven staan in Roeselare, en ik had al evenmin een duidelijke visie klaarliggen. We hebben de voorbije jaren vooral hard gewerkt aan een eigen gezicht, een eigen bakkes, een eigen identiteit die sterk bepaald wordt door de mensen die er werken én door de stad waarin we leven en werken. Een culturele vrijplaats ingebed in het lokale en regionale weefsel van een centrumstad. Niet enkel wat we doen bepaalt onze gemeenschappelijke identiteit, nog meer zijn we één familie, leden van diezelfde werksoort door wie we zijn, door de waarden die we verdedigen en de openheid die we nastreven. Dit boek is een logisch gevolg van ons feestelijk colloquium en vraagt duidelijk om een vervolg. De toekomst begint vandaag. ‘Over de kracht van cultuur- en gemeenschapscentra’ was en is de feestelijke titel van colloquium en publicatie. Ik koester die éne wens: dat elk centrum zich bewust wordt van de potentiële kracht om in een regio, stad, gemeente of dorp een culturele vrijstaat te zijn, waar kunsten- en potsenmakers, kwakzalvers en koorddansers een veilig onderkomen vinden, waar de nar kan spreken wanneer alle anderen zwijgen, en het volk een onderkomen vindt. Als vrijplaats, als hofnarren zullen we elkaar her- en erkennen, kleine of grote huizen, als leden van dezelfde familie met eigenzinnige karakters, en nog meer uitgroeien tot een krachtige, een sterke federatie van cultuur- en gemeenschapscentra met een open blik op de toekomst. Dirk Cornelis Voorzitter VVC Directeur De Spil Roeselare
5
6
7
“Het concept van cultureel centrum was nieuw, het gebouw was nieuw en de invulling ervan was een open kans.� Piet Jaspaert, eerste directeur CC Hasselt in 1972
10
11
GISTEREN
MIJLPALEN VOORBIJE 40 JAAR
1960 Na de democratisering van politiek en 1968 KUL-onderzoeker Frans Van Mechelen onderwijs wil men ook werk maken van de
wordt (CVP-) minister van cultuur.
democratisering van cultuur.
1972 Opening Kultuurcentrum De Schakel
1963
Een Leuvense studie concludeert: “de
Waregem (30 juni), CC De Warande Turnhout
culturele infrastructuur in Vlaanderen is verou-
(28 oktober), Cultureel Centrum Hasselt (4 no-
derd, beperkt en sterk verzuild.�
vember).
1965 Via een KB subsidieert de kersverse 1973 Het eerste decreet voor de culturele Vlaamse overheid 60% van de bouwkosten van
centra is een feit. Steden en gemeenten kunnen
een cultureel centrum. Een extra stimulans voor
beroep doen op een subsidie om het loon te
lokale besturen om de eerste stenen te leggen.
betalen van cultuurfunctionarissen.
DECREET
1973 Onder cultureel centrum wordt verstaan een pluralistische instelling, werkzaam
in een gebouw, waarvan de activiteiten tot doel hebben:
1. de terbeschikkingstelling van ruimten voor het socio-cultureel werk in al zijn vormen en voor alle bevolkingsgroepen; 2.het bestendig trefpunt te zijn van de verschillende uitingen en vormen van het culturele werk in zijn meest ruime betekenis; 3. het socio-cultureel werk in al zijn vormen te bevorderen en de aanpassing aan de veranderende behoeften te verzekeren; 4.de ontmoeting van en samenwerking tussen alle bevolkingsgroepen van het betrokken gebied te bevorderen.
26
1973 Opening Cultureel Centrum Strombeek-Bever (5 mei), Cultureel Centrum Neeroeteren (1 oktober), Ontmoetingscentrum Westrand Dilbeek (7 oktober), Cultureel Centrum Sint-Truiden (31 oktober), Cultureel Centrum Zolder (1 december).
1975 De eerste directeurs van cc’s verenigen
zich in de vzw Vereniging van Nederlandse Cul-
turele Centra in België, die vanaf 1983 als Federatie van Vlaamse erkende culturele centra – FeVeCC door het leven ging. De vereniging zorgde voor uitwisseling van expertise tussen de centra, dialoog met de Vlaamse overheid en belangenbehartiging.
1980 E.v. ontwikkeling in de kunsten – de
‘Vlaamse golf’ in theater; hedendaagse dans; professioneel jeugdtheater – en het ontstaan van kunstencentra, jeugd- en muziekclubs, …
1986 Onder impuls van FeVeCC reiken
jeugdprogrammatoren een ‘prijs’ voor het beste kinder- en jeugdtheater uit, de signaalprijs.
1990 79 culturele centra, waarvan 10 in de A-categorie, 10 in B-categorie, 43 in de C-cate-
gorie en 16 in de D-categorie. De indeling is gebaseerd op de aanwezige infrastructuur en op de omvang van het verzorgingsgebied.
1991 Het decreet van 1991 voorziet naast
extra loonsubsidies voor stafmedewerkers, een werkingstoelage.
27
DECREET
1991 Onder cultureel centrum wordt verstaan een pluralistische instelling, werkzaam
in één openbaar gebouw of in een als één geleid en samengeordend geheel van functionele openbare gebouwen, en die de volgende doelstellingen tegelijkertijd nastreeft: 1. het ter beschikking stellen van ruimte voor activiteiten van de verschillende culturele werksoorten, organisaties, bevolkingsgroepen, ideologische en filosofische strekkingen; 2.het op eigen initiatief organiseren van culturele activiteiten waarin het kunstgebeuren een prioritaire rol vervult; 3. het bieden van ruimte voor informele ontmoeting en contact; 4.het begeleiden, het ondersteunen en het verlenen van diensten aan de organisatoren van activiteiten in het cultureel centrum en zo nodig het leveren van een bijdrage tot ondersteuning en coördinatie in de culturele sector en tot ruimere samenwerkingsverbanden.
1998
Met een erkenningstop riep de
Vlaamse overheid de stijging van het aantal centra een halt toe. Op dat moment zijn er 109 culturele centra in Vlaanderen. Een nieuw decreet dringt zich op.
2001 Samen met de bibliotheken krijgen de
culturele centra in 2001 een plek in een nieuw decreet voor het lokaal cultuurbeleid. Het decreet
maakt sindsdien een onderscheid tussen cultuurcentra en gemeenschapscentra. Het voorziet ook in de oprichting van een steunpunt voor het lokaal cultuurbeleid, inclusief cc’s, gc’s en bibliotheken (nu LOCUS). De rol van FeVeCC wordt geherdefinieerd tot belangenbehartiging van cc’s en gc’s (nu VVC).
28
2012 Herziening van het decreet lokaal
cultuurbeleid in het kader van het planlastendecreet en de interne staatshervorming.
2013 Anno 2013 tellen we (indeling sinds 2001 gebaseerd op het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen) 68 cultuurcentra, waarvan 13 in de A-categorie, 20 in de B-categorie en 32 in de Ccategorie en 3 grootstedelijke cultuurcentra (Gent, Antwerpen en Brussel) en een 165-tal gemeenschapscentra.
DECREET
2001/2012 Gemeenschapscentrum Culturele infrastructuur die de gemeente
beheert met het oog op cultuurparticipatie, gemeenschapsvorming en cultuurspreiding ten behoeve van de lokale bevolking en met bijzondere aandacht voor de culturele diversiteit. cultuurcentrum culturele infrastructuur die de gemeente beheert met het oog op cultuurparticipatie, gemeenschapsvorming en cultuurspreiding ten behoeve van de lokale bevolking en met bijzondere aandacht voor de culturele diversiteit, met daarnaast een breed en eigen
cultuurspreidingsaanbod, gericht op de bevolking van een streekgericht werkingsgebied.
In een animatiefilmpje ontdekt u in 5 min. de belangrijkste mijlpalen uit de 40-jarige geschiedenis van de cc’s en gc’s. Bekijk het filmpje mijlpalen 40 jaar http://youtu.be/g-kyxR2DPAY
29
“Beste culturele centra, tijdens onze stages bij u, zijn wij telkens liefhebbers tegengekomen. Bezoekers met veel sympathie voor het huis, vrienden, fans. U brengt verbeelding in hun leven, creativiteit en artistieke input. Koester hen, want zij houden van u.� Ann De Weerdt en studenten Karel De Grote Hogeschool
34
35
VANDAAG
36
37
40
I
n de prent hebben we een zeer eenvoudige schets gemaakt van wat er in een cultuurcentrum te
beleven en ontdekken valt. Kort door de bocht. Hier en daar ‘hokjes’ uit ons vakjargon opgeteld (‘receptief’ en ‘eigen’). Gemiddeldes ook. Gemiddelde doet denken aan middelmaat of middel-
matig. Dat is het allerminst. De uitdaging was om in één oogopslag zichtbaar te maken wat een cultuurcentrum doet, initieert en faciliteert. Kunst, cultuur, ontmoeting, educatie. Met een prent en een handvol cijfers kan je dat uitleggen aan je oma, kind en buur. Maar het is vééél. Wat er in een cultuurcentrum bougeert. Wie er over de vloer komt. Hoe en met wie er samengewerkt wordt. Wie precies de bewoners, beheerders en eigenaars zijn van het huis. Een naïeve voorstelling van de realiteit. Dat doet oneer aan de diversiteit tussen cultuurcentra, aan de schaalgrootte of de context waarin ze functioneren. Toch geeft de prent aan dat het gaat om een huis met vele kamers, met vele gezichten, met een tuin en omgeving, met ramen en deuren – dan gesloten, dan weer wagenwijd open. Wie nuance mist, nodigen we uit om verder te lezen. In volgende paragrafen en via citaten belichten we een aantal facetten. Misschien verrassend: we vertrekken daarbij van ‘mensen’. Want meer dan om een gebouw of activiteiten, draait een cultuur- of gemeenschapscentrum om mensen en hun passies voor kunst en cultuur, hun drang naar reflectie en ontspanning, hun zoektocht naar ontmoetingen met anderen en zichzelf. Mensen die onze huizen bij momenten overspoelen, in vraag stellen, versieren, afbreken, openbreken, weer sluiten, overhoop halen en uitdagen.
Gebaseerd op gegevens van het jaar 2011 uit Cultuurcentra in Cijfers, ASCW.
41
“Ik ben er van overtuigd dat het hoog tijd wordt om een brug te slaan tussen deze twee sectoren, deze twee werelden. Zowel kunstenhuizen als cultuur- en gemeenschapscentra bieden een boeiend en hoogstaand artistiek aanbod aan, dagen hun bezoekers uit en gaan voor verbreding en verdieping. Zowel cultuur- en gemeenschapscentra als kunstenhuizen zijn niet meer uitsluitend bezig met het artistieke maar eisen een plek op in hun omgeving en in de ruimere samenleving. Zij focussen evenzeer op belangrijke maatschappelijke thema's zoals armoede, de toekomst van onze planeet, duurzaamheid,…“ Hugo Vanden Driessche
42
Kunstenaars en artiesten
K
unstenaars en artiesten zijn het kloppend hart van een creatie, een productie, een kunstwerk,
een voorstelling, maar ook al eens van een proces, een sociaal-artistiek project, een workshop, een debat, gemeenschapsvorming. Cultuur- en gemeenschapscentra smeden graag goede
banden met artiesten en kunstenaars. Processen en projecten zijn moeilijker meetbaar en zijn in onderstaande paragrafen wellicht wat onderbelicht. Doorgaans kan een cultuur- of gemeenschapscentrum zo’n speciale projecten ook maar beperkt aan op jaarbasis. Het is intensief, vraagt meer energie maar is meestal extra inspirerend voor de werking van een centrum.
Podiumkunsten In 2011 presenteerden 62 cultuurcentra 11.400 podiumvoorstellingen van professionele artiesten voor 2,4 miljoen bezoekers. Glorieux en van Tienoven (Cijferboek Lokaal Cultuurbeleid, 2012) stellen daarbij vast dat steeds meer cultuurcentra inzetten op een brede waaier van podiumgenres. De top drie van de professionele podiumkunsten zijn theater (35% van het podiumaanbod), film en audiovisuele of nieuwe media (20%) en populaire muziek inclusief musical (11%). De pers verwijst regelmatig naar het comedy-aanbod van cultuurcentra, maar uit de cijfers blijkt dat dit genre momenteel 10% van het totale podiumaanbod invult. Er is ook plaats voor niches, die vaak samenhangen met een specifiek profiel van een centrum: klassieke muziek en opera (6%), wereldmuziek, jazz en folk (6%), muziektheater (5%) en literatuur (2%). Bovenstaande percentages gelden grosso modo voor alle categorieĂŤn (A, B en C). Een opmerkelijk verschil is er voor dans: A-centra (8%) programmeren meer dans dan B- en C-centra (3%). Deze opdeling in genres is minder evident om cross-overs of hybride podiumkunsten een plek te geven. Ook circus maakt de laatste jaren een opmars en is niet zichtbaar in de cijfers. We merken tenslotte op dat deze cijfers het aanbod voor alle leeftijden (+ 1 tot +101) omvatten en enkel over cultuurcentra gaan, terwijl ook heel wat gemeenschapscentra een podiumaanbod hebben.
43
“Relevant blijven, nog relevanter worden, het kan volgens mij alleen als de culturele instellingen zich permanent diep verankeren in de complexe en veelvormige maatschappij van vandaag om zich in dienst te stellen van een democratisch, intercultureel en solidair samenlevingsproject.� Liesbeth Vandersteene (ASTRAC)
80
81
MORGEN
82
83
D
at de samenleving verandert, dat weten we. Dat hierbij rol en positie van cultuurhuizen regelmatig in vraag worden gesteld, dat weten we ook. Dat het een zoektocht zal worden om relevant te blijven en partner te zijn in het debat
dat richting geeft aan mens en maatschappij, ook dat weten we. En dat we dus nog veel niet weten. Dat neemt niet weg dat we durven dromen. Meer zelfs, we houden het niet alleen op dromen maar soms doen we het gewoon. Nu eens aarzelend, dan weer aan full speed. Zoekend, tastend en vaak niet weten waar het eindigen zal. Maar telkens de poging waard. In het luikje Morgen belichten we een aantal thema’s waarmee we inspiratie willen bieden om de toekomst met veel goesting tegemoet te gaan. De keuze van de thema’s werd voornamelijk bepaald door de labo’s op het colloquium van 16 mei: witruimte, diversiteit, regiowerking, collectief onderhandelen, glokalisering, digitalisering, culturele infrastructuur en cultuur en jongeren. Een resem uitdagingen die voorligt en die aantoont dat er meerdere antwoorden zijn op de vragen van vandaag en morgen. En dat je als cultuur- of gemeenschapscentrum keuzes zal moeten maken, vertrekkende vanuit het lokale maar met een blik die verder reikt dan de eigen werking en gemeenschap. Uiteraard liggen er nog veel meer uitdagingen in de nabije en verre toekomst, maar ook voor deze publicatie moesten keuzes gemaakt worden. “Gedwongen door bezuinigingen of niet, klein of groot, non-conformistisch of ‘gesetteld’, net als de Franstalige cultuurcentra staan jullie voor het verwelkomen van het andere, van alternatieve vormen en nieuwe perspectieven, voor deconstructie en wederopbouw, voor dynamisering en vernieuwing” zo verwoordde Liesbeth Vandersteene, coördinator van ASTRAC, het in haar brief aan de centra. Alle verslagen van de labo's op 16 mei vind je hier: http://colloquium2013.wordpress.com/programma/labos/
een eiland vatbaar voor nieuwe stromingen waar winden uit alle richtingen elkaar al wentelend kunnen vinden in een vrij spel met in hun ademtocht de geur van verre landen flarden muziek -tiens, nog nooit gehoorddie in slingers tussen je oren blijven hangen een eiland, altijd op drift met kusten, omgeven dus door plekken waar werelden elkaar kusten die van een Vlaamse huisvrouw bijvoorbeeld met die van een gerenommeerde flamenco-danseres hoe de schort van die Vlaamse terug thuis, plots iets hupser rond haar heupen draait een eiland, nee, een hoeder van onze dromen een voeder van ideeĂŤn een moeder met een hart zo groot dat het niet past in een borst met een wijd uitslaande rok een schuilplaats voor wie maar wil van een breiend kind tot kleiende bejaarden
van een klassieke componist tot streetdance- Jamaicanen voor iedereen dus die durft verdwalen in de plooien van verhalen langs de naden van de kunst voor wie durft botsen tegen een bekende artiest een onbekende buur en soms tegen zichzelf een plek waar je kunt lopen over de diepste kloven heen waar bruggen gestut zijn op geloof, zoals in dromen niet tastbaar en toch waar waar een paard uit de lucht kan komen, aan een katrol een kern, als een grote zuurstofbol die opzwelt, temidden van een stad waar je naar binnen kunt stappen om even adem te halen dan weer je gang te gaan en als iemand je op straat de weg vraagt 'naar een plek met veel uitzicht' kan je zeggen: ga naar dat huis daarbinnen is het warm en je krijgt een panoramische kijk op wat hier leeft, op de welvende buik van de wereld Maud Vanhauwaert