Sectorfoto arbeidsmarkt 2008 2013

Page 1

DE AUDIOVISUELE

SECTOR

CIJFERS

2013 ARBEIDSMARKT


mediarte.be, Sociaal Fonds voor de Audiovisuele sector & Fonds voor de filmproductie Landsroemlaan 20 1083 Brussel 02/428.17.11 info@mediarte.be www.mediarte.be Contactpersoon: Jan Vermoesen, Directeur jan.vermoesen@mediarte.be


I. Inleiding .................................................................................................................................... 3 II. Methodologie ........................................................................................................................... 4 1. Afbakening van de audiovisuele sector ................................................................................... 4 2. Gebruikte data ......................................................................................................................... 5 III. Samenvatting ............................................................................................................................ 7 IV. De audiovisuele sector in zijn globaliteit .................................................................................... 8 1. Werkgevers en werknemers per type van activiteit ................................................................ 9 2. De werkgevers en werknemers per paritair comité .............................................................. 14 3. Omvang van de ondernemingen ........................................................................................... 19 4. Geografische en taalverdeling ............................................................................................... 20 V. Representativiteit van de artiesten in de audiovisuele sector .................................................. 25 1. Representativiteit van de audiovisuele artistieke prestaties in vergelijking met het geheel van de artistieke prestaties ........................................................................................................... 26 VI. Het paritair comité 227 ........................................................................................................... 27 1. De werkgevers van het PC 227 .............................................................................................. 27 2. Evolutie van de werkgevers ................................................................................................... 29 3. Evolutie van de werknemers (VTE’s) ...................................................................................... 30 4. Aard van de ondernemingen (cluster) ................................................................................... 31 5. Omvang van de bedrijven ...................................................................................................... 32 6. Geografische spreiding .......................................................................................................... 34 VII. De werknemers van PC 227 ..................................................................................................... 36 1. Mannen / vrouwen ................................................................................................................ 36 2. Leeftijdspiramide ................................................................................................................... 37 VIII.

De werknemers van PSC 303.01 ........................................................................................ 39 1. De werkgevers van het PSC 303.01 ........................................................................................ 39 2. Evolutie van de werkgevers ................................................................................................... 41 3. Evolutie van de werknemers (VTE’s) ...................................................................................... 42 4. Aard van de ondernemingen (cluster) ................................................................................... 43 5. Omvang van de ondernemingen ........................................................................................... 44 6. Geografische verdeling .......................................................................................................... 46

IX. De werknemers van PSC 303.01 .............................................................................................. 48 1. Mannen / vrouwen ................................................................................................................ 48 2. Leeftijdspiramide ................................................................................................................... 49 Bijlage 1 – Conversietabel NACE-­‐codes / Cluster .................................................................................. 51 Bijlage 2 – Lijst van paritaire comités .................................................................................................... 53 Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

2


I. Inleiding mediarte.be is sinds 2008 actief als het Sociaal Fonds voor het PC 227, het paritair comité dat alle werkgevers in de audiovisuele sector overkoepelt en beheert sinds 2012 het sociaal fonds van PSC 303.01, het paritair comité voor de productie van langspeelfilms. Aangezien mediarte.be zich op die manier in de kern van de audiovisuele sector bevindt, is het essentieel dat we in staat zijn om de verschillende tendensen te herkennen en evoluties waar te nemen. Niet alleen wat betreft de arbeidsomstandigheden en de wet-­‐ en regelgeving die hiermee gepaard gaat, maar evenzeer de evoluties in het werkgevers-­‐ en werknemersbestand over de jaren heen. In 2013 realiseerde mediarte.be een eerste sectorfoto over de tewerkstelling en de opleidingsinspaningen in de audiovisuele sector voor de periode 2008-­‐2011. Ons bewust zijnde van de meerwaarde van dergelijk instrument, werd beslist om deze data te actualiseren voor de periode 2008-­‐2013. Deze sectorfoto verschaft een neutraal beeld van de evoluties van het werkgevers-­‐ en werknemersbestand dat enerzijds door mediarte.be kan gebruikt worden om zijn acties op af te stemmen, maar anderzijds door alle actoren uit de sector kan gebruikt worden om zich een beeld te vormen van deze sector en de evolutie van deze sector op te volgen. De evoluties van de opleidingsinspanningen op basis van de gegevens uit de Sociale Balansen zoals neergelegd door de werkgevers bij de Nationale Bank van België werden verwerkt in de “Sectorfoto Opleidingsinspanningen 2008-­‐2013”. Voor de duidelijkheid is deze “Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008-­‐2013” opgebouwd uit verschillende delen. Het eerste deel is toegewijd aan de sector in zijn geheel (alle werkgevers die ressorteren onder PC 227 en PSC 303.01 en alle werkgevers met een audiovisuele NACE-­‐code). Het tweede deel handelt specifiek over het PC 227 en PSC 303.01. In functie van de analyse van de tendensen en van hetgeen ons relevant lijkt voor de sector, zijn we iets dieper ingegaan op een aantal aspecten: de evolutie van de werkgevers en werknemers, leeftijd, geslacht, de geografische verdeling enz. We hebben zowel huidige aspecten geanalyseerd als evoluties. Om meer diepgang en duiding te creëren inzake de tabellen, hebben wij grafische elementen toegevoegd aan de analyse. De grafieken laten daarnaast een betere visualisering van de cijfers toe. Om de analyse en strikte interpretaties die daaruit voort vloeien te kaderen hebben we de analyse redelijk eenvoudig neergeschreven zodat er voor de lezer ook ruimte is voor eigen interpretatie. Methodologie Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

3


II. Methodologie 1. Afbakening van de audiovisuele sector Hoe kunnen we de huidige audiovisuele sector definiëren? Deze sector evolueert dagelijks waardoor deze afbakenen niet evident is. Een algemene en rudimentaire definitie van deze sector zou kunnen zijn: « radio en televisie ». Maar deze omschrijving houdt geen rekening met de complexiteit van de sector; de creatie en ontwikkeling, de productie en distributie van audiovisuele producten gebeurt de dag van vandaag op een geheel andere manier. Zo zijn er verschillende distributiekanalen met diverse distributiemethoden voor handen en veranderende doelstellingen in functie van de verschillende doelgroepen gangbaar. De economische realiteit van de gaming-­‐industrie is bijvoorbeeld heel verschillend van de productie van televisiereeksen. Om deze sectorfoto te kunnen realiseren heeft mediarte.be bijgevolg een kader gecreëerd waarin de verschillende audiovisuele activiteiten opgenomen worden. Dit kader wordt als volgt gedefinieerd: “De audiovisuele sector behelst de ondernemingen die actief zijn in de verschillende stadia van de productie en distributie van inhoud geassocieerd met beeld en geluid voor de radio, televisie, bioscoop en het internet.” We moeten dus verschillende branches in beschouwing nemen omdat niet alle werkgevers die we doorgaans klasseren onder de audiovisuele sector ressorteren onder het paritair comité 227. Er bestaat tevens een paritair comité voor de filmindustrie (303) dat 2 subcomités – filmproductie en distributie door bioscopen – bevat. Daarenboven wordt heel wat werk in de audiovisuele sector uitgeoefend door tijdelijke werkkrachten, deze werknemers ressorteren onder het PC 322. De lokale radio – en televisiezenders op hun beurt behoren tot het PC 329 (socio-­‐culturele sector). In de Belgische context mogen we uiteraard de publieke distributeurs niet vergeten. Deze ressorteren niet onder een vast paritair comité, maar worden aangeduid door de code 999. Het is van belang in acht te nemen dat de zelfstandigen in deze sectorfoto niet worden opgenomen. De ondernemingen zonder personeel (die geen werkgevers zijn) en de zelfstandigen die fungeren als individuele ondernemer (zonder rechtspersoonlijkheid) worden niet beschouwd als werkgevers en ressorteren bijgevolg niet onder een paritair comité. Uiteindelijk hebben we ons gebaseerd op de klassering van de ondernemingen per NACE-­‐code, « Statistische naamgeving van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap », dewelke een gestandaardiseerde verdeling van de economische activiteit aanbiedt. Deze klassering volgens NACE-­‐codes werd in 2003 en in 2008 herzien, enerzijds om het systeem beter af te stemmen op de Amerikaanse ISIC-­‐codes en anderzijds om de structurele economische veranderingen bij te houden. De volgende paragraaf gaat dieper in op de aard van de data die gebruikt wordt om deze studie te verwezenlijken. Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

4


2. Gebruikte data Deze sectorfoto is gebaseerd op data rechtstreeks bekomen via de RSZ over de werkgevers van de sector. Inzake deze data bekijken we enerzijds de werkgevers naargelang het paritair comité waaronder zij ressorteren en anderzijds de werkgevers geklasseerd volgens NACE-­‐code. Door beide databanken met elkaar te koppelen komen we tot een totaal van 22 particaire comités en 73 verschillende NACE-­‐codes. Het geheel van de NACE-­‐codes evenals hun beschrijving is bijgevoegd als bijlage (zie « Conversion NACE-­‐codes / Cluster »). Zie hier een overzicht van de voornaamste paritaire comités die interessant zijn voor de audiovisuele sector: ● 218 : Aanvullend Nationaal paritair comité voor de bedienden ● 227 : Paritair comité voor de audiovisuele sector ● 303 : Paritair comité voor het filmbedrijf ➢ 303.01 : Paritair subcomité voor de filmproductie ● 329 : Paritair comité voor de socio-­‐culturele sector ➢ 329.01 : Paritair subcomité voor de socio-­‐culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap ➢ 329.02 : Paritair subcomité voor de socio-­‐culturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest De code 999 : Gebruikt om de werkgevers aan te duiden die niet onder een paritair comité ressorteren (bv. Publieke sector). Zie hier een overzicht van de voornaamste codes die betrekking hebben op de audiovisuele sector: ● 59.111 “Productie van bioscoopfilms”: de productie en realisatie van speelfilms met een normale lengte of van korte films, in beginsel bestemd voor projectie in bioscopen ● 59.112 “Productie van televisiefilms”: de productie en realisatie van films van diverse aard (series, televisiefilms, documentaires, enz.) in beginsel bestemd voor vertoning op de televisie ● 59.113 “Productie van films, m.u.v. bioscoop-­‐ en televisiefilms”: de productie en realisatie van publicitaire films en promotiefilms, films over technische onderwerpen of over bedrijven, films met een educatieve inhoud of voor vormingsdoeleinden, videoclips; evenals de productie en realisatie in speciale laboratoria van teken-­‐ en animatiefilms. ● 59.114 “Productie van televisieprogramma’s”: de productie van televisieprogramma’s, die niet door het bedrijf zelf uitgezonden worden; en de activiteiten van de onafhankelijke productiehuizen. ● 59.120 “Activiteiten in verband met films en video-­‐ en televisieprogramma’s na de productie”: activiteiten in verband met films en video-­‐ en televisieprogramma’s na de productie zoals het monteren, de film/tape transfers, het nasynchroniseren, het ondertitelen, het inkleuren, het dubben, het begin-­‐ en aftitelen, het verborgen ondertitelen, het toevoegen van digitale grafische effecten, animatie en speciale effecten, het ontwikkelen en bewerken van films, alsook de activiteiten van laboratoria voor speelfilms en de gespecialiseerde laboratoria voor animatiefilms (postproductie). ● 59.130 “Distributie van films en video-­‐ en televisieprogramma’s”: de distributie van films, van DVD, vertoning in bioscopen tot televisiezenders en andere distributeurs ● 60.100 “Uitzenden van radioprogramma’s”: het uitzenden van geluidssignalen door radiostations of dergelijke inrichtingen met betrekking tot de transmissie van audioprogramma’s voor het publiek, de aangesloten radiostations of de abonnees; de activiteiten van radionetwerken, d.w.z. het samenvoegen en de transmissie van audioprogramma’s, via de ether, de kabel of de satelliet, naar aangesloten radiostations of Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

5


abonnees; het uitzenden van radioprogramma’s via internet (internetradio); gegevensverspreiding in radio-­‐uitzendingen. 60.200 “Programmeren en uitzenden van televisieprogramma’s”: deze subklasse omvat de creatie van een compleet televisiezenderprogramma, dat bestaat uit aangekochte programma’s (films, documentaires, enz.), zelf geproduceerde programma’s (lokale informatie en live reportage), of uit een combinatie van beiden

Een eenvoudige selectie op basis van de NACE-­‐codes bevat altijd een foutmarge. Daarom hebben wij een manuele verificatie van de bedrijven uitgevoerd en indien nodig hun type van activiteit in de classificatie aangepast. Een laatste belangrijke bemerking waarmee rekening gehouden moet worden bij het lezen van dit dossier heeft te maken met de omvang van het aantal werknemers. In de data bekomen van de RSZ spreken ze van voltijdse equivalenten (VTE’s). Een voltijdse equivalent geeft een indicatie van de werkomvang van een werknemer gedurende een kwartaal. Om deze te bekomen gebruiken we de jaarlijkse theoretische werkduur van een voltijdse equivalent. Eén VTE’s komt dus overeen met het aantal werkuren voor één kalenderjaar, die gerealiseerd kunnen worden door één of meerdere werknemers. Nu de methodologie toegelicht is, nodigen wij u uit om de resultaten van ons onderzoek te gaan ontdekken. Wij hopen van harte dat deze sectorfoto de nodige verheldering verschaft inzake de werking van de Belgische audiovisuele sector.

Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

6


III. Samenvatting ● ● ●

● ●

● ●

● ● ●

● ● ●

● ● ●

De Belgische audiovisuele sector verzamelt (in het vierde semester van het jaar 2013) 773 werkgevers en 10.443 voltijdse equivalenten (VTE’s). Ondanks de forse groei van het aantal werknemers is het aantal voltijdse equivalenten licht gedaald. De meerderheid van de werkgevers ressorteert onder het PC 227 met 326 werkgevers van een totaal van 773, wat 42% bedraagt. Dit terwijl het grootse deel van de VTE’s (44%) werkzaam is in de publieke sector (deze valt niet onder een vast paritair comité en wordt aangeduid met de code 999). 42% van de werkgevers is actief binnen het cluster productie, maar vormt slechts 18% van de VTE’s. De ondernemingen die actief zijn als zender verzamelen samen 65% van de VTE’s, maar representeren slechts 14% van de ondernemingen. We stellen een vermindering (-­‐10%) vast tussen 2008 en 2013 van het aantal VTE’s binnen het domein van de zenders, een verlies dat gecompenseerd wordt door het domein productie dat een toename van 3,75% van het aantal VTE’s kent en van het domein Web/Game dat hun aantal VTE’s zag toenemen met 380%. 4 werkgevers verzamelen 52% van de VTE’s: VRT, RTBF, Medialaan en RTL Belgium. In het PC 227 bezitten 74% van de werkgevers minder dan 5 VTE, maar ze verzamelen slechts 3,36% van alle VTE’s werkzaam in de sector. Daartegenover bevatten 1,37 % van de werkgevers meer dan 100 VTE’s, maar verzamelen ze 61,81% van het geheel van VTE’s. 6.724 van de 10.443 VTE’s (64%) zijn tewerkgesteld in Brussel. 54% van de VTE’s zijn Nederlandstalig. Indien dit meer dan de helft van de werknemers representeert, blijft dit minder dan voor het geheel van België, waar 58,5% van de VTE’s Nederlandstalig is. Proportioneel gezien zijn er meer Franstalige voltijdse equivalenten. Het aantal Franstalige (374) en Nederlandstalige (392) ondernemingen is relatief gelijk. 17,80% van de VTE’s hebben een artistiek contract binnen een bedrijf dat ressorteert onder het PSC 303.01, laatstgenoemde geldt slechts voor 2,11% van de VTE’s binnen het PC 227. We stellen vast dat er tussen 2008 en 2009 binnen het PC 227 een toename van 52,20% van het aantal werkgevers is en voor deze periode tevens een toename van 19% van het aantal VTE’s. Het PC 227 is mannelijker dan het geheel van de sectoren vermits 60% van de werknemers mannen zijn tegenover 53% voor het geheel van de Belgische werknemers. Er zijn meer werknemers voltijds tewerkgesteld binnen het PC 227 (86,03%) in vergelijking met het geheel van de sectoren (63,07%). De gemiddelde leeftijd voor het PC 227 is 36,50 jaar en 36,64 jaar voor het PSC 303.01. Deze gemiddelden liggen vier jaar onder dat van het geheel van de sectoren, waar de gemiddelde leeftijd 40,01 bedraagt. In de leeftijdspiramide zien we dat er binnen beide paritaire comités een daling is van het aantal werknemers na de leeftijd van 40. Binnen het PSC 303.01 is de vermindering van het aantal werkgevers tussen 2009 (32) en 2010 (92) vooral aanwezig langs Nederlandstalige zijde. Op het vlak van VTE’s is het PSC 303.01 voornamelijk Franstalig (81%) terwijl het PC 227 hoofdzakelijk Nederlandstalig (60%) is. Binnen het PC 227 stelt Vlaanderen het meeste jongeren van minder dan 25 jaar tewerk, met 64% in Brussel.

Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

7


IV. De audiovisuele sector in zijn globaliteit Om de sector in zijn globaliteit te kunnen analyseren, hebben wij beroep gedaan op data van de RSZ gebaseerd op de NACE-­‐codes van de audiovisuele sector en de paritaire Comités 227 en 303.01. Elk gegeven uit deze databank representeert een werkgever per kwartaal. (Er zijn 24 kwartalen geanalyseerd, van 20081 tot 201341. Een werkgever waarvan de activiteit aanvangt voor 2008 en die noch veranderd is van PC noch een faillissement heeft gekend, komt bijgevolg 24 keer voor). Wij hebben twee databanken samengesteld: enerzijds een databank gebaseerd op de NACE-­‐codes gewijd aan de audiovisuele sector (met name 59111, 59112, 59113, 59114, 59120, 60100, 60200), anderzijds een databank dat alle werkgevers omvat die ressorteren onder PC 227 en PSC 303.01. Na eliminatie van de dubbele input ontstond er een lijst met een totaal van 16.499 gegevens voor de 6 geanalyseerde jaren. In 2008 bevatte de audiovisuele sector zoals gedefinieerd volgens bovenvermelde criteria 652 werkgevers voor 10.799 voltijdse equivalenten. Na slechts één jaar is het aantal werkgevers beduidend gestegen om uiteindelijk 773 te bereiken in 2013, wat een stijging van bijna 20% (18,56%) betekent. Dit terwijl het aantal VTE’s een kleine daling kent tijdens deze periode (-­‐3,29%). 2 Evolutie van aantal werkgevers en voltijdse equivalenten Jaar Aantal werkgevers Evolutie in % Aantal voltijdse Evolutie in % (WG) per jaar equivalenten (VTE’s) per jaar 2008 652 10.799 2009 655 0,46% 10.638 -­‐1,48% 2010 669 2,14% 10.714 -­‐0,71% 2011 686 2,54% 10.522 -­‐1,79% 2012 730 6,41% 10.605 -­‐0,78% 2013 773 5,89% 10.443 -­‐1,53% Bron : RSZ – 20084, 20094, 20104, 20124, 20134 – tabel n°1 Het verschil tussen de evolutie van het aantal VTE’s en de werkgevers is dus opmerkelijk. We kunnen vaststellen dat er een grote stijging van het aantal werkgevers is geweest in het jaar 2012.

Bron: RSZ – van 20081 tot 20134 – grafiek n°1

In het kader van de Sectorfoto hebben we de cijfers geanalyseerd met als doel de belangrijkste tendensen weer te geven. 1

De kwartalen worden aangeduid met een getal gebaseerd op het jaar waarnaar ze refereren. Het eerste kwartaal van 2008 wordt bijgevolg aangeduid met het nummer ‘20081’. Het tweede kwartaal van 2008 is ‘20082’ ; het derde ‘20083’ enz. Als de aanduiding op jaarbasis gebeurt, gaat het dus steeds over het vierde kwartaal van het geanalyseerde jaar. 2 De term « effectief » heeft betrekking op het aantal werknemers in totaal en de term « voltijdse equivalent » drukt de som van de arbeidstijd uit. Dus 2 personen aan 0.5 VTE = 1 VTE, maar 2 effectieve werknemers.

Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

8


1. Werkgevers en werknemers per type van activiteit Elke werkgever heeft – naargelang zijn hoofdactiviteit – één of meerdere NACE-­‐codes die aan hem zijn toebedeeld. In totaal zijn er ruim 73 verschillende NACE-­‐codes die voorkomen in de audiovisuele sector. De werkgevers uit de sectoren die wij vertegenwoordigen zijn vooral actief in de NACE-­‐codes opgenomen in onderstaande lijst: NACE-­‐ Omschrijving Representatie Representatie 3 4 CODE WG VTE’s 59111 Productie van bioscoopfilms 7,73% 2,16% 59112 Productie van televisiefilms 4,94% 1,82% 59113 Productie van films, m.u.v. bioscoop-­‐ en 25,26% 7,11% televisiefilms 59114 Productie van televisieprogramma’s 11,58% 11,20% 59120 Activiteiten in verband met films en video-­‐ en 14,79% 4,31% televisieprogramma’s na de productie 59130 Distributie van films en video-­‐ en 3,83% 1,75% televisieprogramma’s 60100 Uitzenden van radioprogramma’s 7,77% 3,03% 60200 Programmeren en uitzenden van 8,86% 65,03% televisieprogramma’s 62010 Ontwerpen en programmeren van 3,49% 0,71% computerprogramma’s Andere (samengesteld) 11,75% 2,89% Bron: RSZ – van 20081 tot 20134 – tabel n°2

We hebben deze 73 verschillende NACE-­‐codes ingedeeld in 5 hoofdclusters om de analyse van de evolutie van de activiteit te vereenvoudigen: ● Productie: Deze cluster omvat alle bedrijven die audiovisuele content creëren – hetzij voor de televisie, de bioscoop of voor het web. ● Facilitair: Deze groepeert alle facilitaire diensten ; ondernemingen die technische middelen aanwenden voor de realisatie of distributie van content. ● Zender: Deze verzamelt alle televisiezenders, radiozenders en andere distributeurs van audiovisuele content. ● Web & Game5: Deze verzamelt alle ondernemingen die actief zijn op het gebied van web-­‐ applicaties en games.6 ● ‘Andere’: Deze groepeert alle ondernemingen van het PC 227 en PSC 303.01 waarvan de NACE-­‐code niet valt onder de ‘audiovisuele’ codes. Vb. Bedrijven gespecialiseerd in distributie, reclamebureaus,… Op basis van deze clusters kunnen we de verdeling van de werkgevers per activiteit analyseren. Als bijlage gaat de verdeling van de 73 NACE-­‐codes (zie « Conversietabel NACE-­‐codes / Clusters »).

4

WG is de afkorting die we gebruiken voor de werkgevers. VTE is de afkorting gebruikt voor de voltijdse equivalenten. Deze cluster is slechts recentelijk overgeheveld naar de audiovisuele sector, maar het lijkt ons opportuun om zijn komst mee op te nemen in de analyse. 6 Voor het ogenblik vallen slechts twee ondernemingen onder de NACE-­‐code 58.210: Uitgeverijen van computerspellen. We hebben de bedrijven die actief zijn in het domein van de games, grafisch design en het ontwerpen van computerprogramma’s in het cluster ‘Games’ opgenomen. Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013 9 5


Verdeling van werkgevers en voltijdse equivalenten per cluster

Cluster Zender Productie Facilitair Web / Game Andere Totaal Bron: RSZ – 20134 – tabel n°3

WG 109 326 170 101 67 773

VTE’s 6.769 1.884 1.139 345 306 10.443

We kunnen concluderen dat 42% van de werkgevers ressorteert onder het cluster productie tegenover 22% dat valt onder de facilitaire diensten, 14% is actief in het cluster Zender en 13% van de werknemers zijn actief in het domein van het Web en Games. Inzake de VTE’s, kunnen we stellen dat bijna 65% gepresenteerd wordt door het cluster Zender. Daarop volgen de productiehuizen met iets minder dan 20% VTE’s. Werkgevers VTE’s 9%$ 14%$ 13%$ 22%$ 42%$ Bron: RSZ – 20134 – Werkgevers – grafiek n°2

3%$

3%$

11%$

Zender&

Zender& Produc+e&

Produc+e& Facilitair&

18%$

65%$

Facilitair&

Web&/&Game&

Web&/&Game&

Andere&

Andere&

Bron: RSZ – 20134 – VTE’s – grafiek n°3 Als we de evolutie van het aantal ondernemingen in 2008 bekijken, kunnen we concluderen dat de ondernemingen actief in de productie (+14), in het domein van het Web en de Games (+85), en de categorie ‘Andere’ (+22) de belangrijkste groei hebben doorgemaakt. Er is sprake van een cumulatieve groei (+99) die de vermindering van het aantal werkgevers in de andere clusters inhaalt aangezien de totale vermeerdering in 2013 bestaat uit 121 werkgevers tegenover 2008 (dit betekent een vermeerdering van 18,56%). Evolutie van werkgevers per cluster – cijfers Cluster 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Zender 118 116 117 115 112 109 Productie 312 297 301 311 322 326 Facilitair 161 166 170 162 169 170 Web / Game 16 26 26 38 62 101 Andere 45 50 55 60 65 67 Totaal 652 655 669 686 730 773 Bron: RSZ – 20084, 20094, 20104, 20124, 20134 – tabel n°4 Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013 10


Evolutie van werkgevers per cluster – percentages

Cluster

2008

2009

2010

2011

2012

2013

Zender

18,10%

17,71%

17,49%

16,76%

15,34%

14,10%

Productie

47,85%

45,34%

44,99%

45,34%

44,11%

42,17%

Facilitair Web / Game

24,69%

25,34%

25,41%

23,62%

23,15%

21,99%

2,45%

3,97%

3,89%

5,54%

8,49%

13,07%

Andere 6,90% 7,63% 8,22% 8,75% Bron: RSZ – 20084, 20094, 20104, 20124, 20134 – tabel n°5

8,90%

8,67%

De relatieve stabiliteit van de zenders heeft te maken met het feit dat de traditionele distributiemethoden (ether, kabel, enz.) van radio en televisie weinig geëvolueerd zijn omdat deze van overheidswege gestructureerd worden. Dit terwijl de operatoren van de nieuwe distributiemethoden (digitaal, internet, enz.) ofwel buitenlandse distributeurs zijn (die niet verschijnen in de lijst van de RSZ), ofwel organisaties zijn waarvan de hoofdactiviteit eerder onder de clusters ‘Productie’, ‘Facilitair’ of ‘Web/Game’ valt. 350" 300" 250"

Produc/e"

200"

Facilitair" Zender"

150"

Web"/"Game"

100"

Andere"

50" 0" 2008"

2009"

2010"

2011"

2012"

2013"

Bron: RSZ – van 20081 tot 20134 – grafiek n°4

Inzake de VTE’s merken we eenzelfde evolutie op. Evolutie van voltijdse equivalenten per cluster – cijfers Cluster 2008 2009 2010 2011 Zender 7.563 7.404 7.282 7.175 Productie 1.781 1.776 1.972 1.847 Facilitair 1.167 1.134 1.102 1.060 Web / Game 72 80 80 125 Andere 216 244 277 315 Totaal 10.799 10.638 10.714 10.522 Bron: RSZ – 20084, 20094, 20104, 20124, 20134 – tabel n°6

Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

2012

2013

7.029

6.769

1.936

1.884

1.135

1.139

180

345

324

306

10.605

10.443

11


Evolutie van voltijdse equivalenten per cluster – percentages

Cluster

2008

2009

2010

2011

2012

2013

Zender

70,04%

69,60%

67,97%

68,19%

66,28%

64,82%

Productie

16,49%

16,70%

18,41%

17,55%

18,26%

18,04%

Facilitair

10,80%

10,66%

10,29%

10,08%

10,71%

10,90%

Web / Game

0,67%

0,75%

0,75%

1,19%

1,69%

3,31%

Andere

2,00%

2,29%

2,59%

2,99%

3,06%

2,93%

Totaal 100% 100% 100% 100% Bron: RSZ – 20084, 20094, 20104, 20124, 20134 – tabel n°7

100%

100%

Het cluster « Zender » verzamelt het merendeel van de werknemers, maar kent tussen 2008 en 2013 de grootste afname van het aantal VTE’s (-­‐794 of -­‐10,5%). Een ander cluster dat een lichte daling van 28 VTE’s (-­‐2,40%) kent, is het cluster “Facilitair”. Deze verliezen worden echter gecompenseerd met de toename van het aantal werknemers in de andere clusters (Productie, +102, of +5,75%; Web/Game, +275, of +380%). 8.000" 7.000" 6.000" Zender"

5.000"

Produc6e"

4.000"

Facilitair"

3.000"

Web"/"Game"

2.000"

Andere"

1.000" 0" 2008"

2009"

2010"

2011"

2012"

2013"

Bron: RSZ – van 20081 tot 20134 – grafiek n°5

Als we de meest recente cijfers inzake het cluster Web/Game bekijken, zien we duidelijk een vooruitgang. Deze ondernemingen bieden diensten aan in verband met de ontwikkeling van computerprogramma’s, elektronische games en grafische design en zijn nog steeds ondervertegenwoordigd. Er zijn 11 verschillende NACE-­‐codes voor dit cluster. Zie hieronder de lijst met een omschrijving van deze codes: NACE Omschrijving CODE 62.010 Ontwerpen en programmeren van Web computerprogramma's 62.090 Overige diensten op het gebied van Web informatietechnologie en computer 63.120 Web-­‐portalen Web 74.103 Activiteiten van grafische designers Game 58.290 Overige uitgeverijen van software Game 63.110 Gegevensverwerking, web-­‐hosting en aanverwante Web activiteiten 74.209 Overige fotografische activiteiten Game 62.020 Computerconsultancy-­‐activiteiten Web 62.030 Beheer van computerfaciliteiten Web 74.109 Overige activiteiten van gespecialiseerde designers Game 58.210 Uitgeverijen van computerspellen Game Bron : RSZ – 20084, 20094, 20104, 20124, 20134 – tabel n°8

Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

12


Representativiteit van werkgevers en voltijdse equivalenten van het cluster Web/Game (De geanalyseerde cijfers geven een identieke verdeling zowel voor de werkgevers als voor de werknemers)

Bron: RSZ -­‐ 20134 WN & VTE – grafiek n°6

Evolutie van voltijdse equivalenten van het cluster Web/Game

Bron: RSZ – 20084, 20094, 20104, 20124, 20134 VTE – grafiek n°7

Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

13


2. De werkgevers en werknemers per paritair comité Er zijn in de audiovisuele sector twee paritaire comités van kracht, enerzijds met betrekking tot het audiovisuele (227) en anderzijds met betrekking tot de langspeelfilm (303). Daarnaast is er een subcomité 303.01 dat betrekking heeft op de productie van langspeelfilms. Het beheer van de sociale fondsen gelinkt aan het PC 227 en het PSC 303.01 is toevertrouwd aan mediarte.be. Dit is meteen ook de reden waarom deze sectorfoto opgebouwd is rond deze twee paritaire comités. In dit hoofdstuk worden beide paritaire comités als een geheel beschouwd. Een belangrijke nuancering waar de aandacht op gevestigd dient te worden: de publieke zenders RTBF en VRT ressorteren niet onder een vast paritaire comité, maar worden aangeduid door de code 999. Wij nemen beide operatoren mee in onze analyse daar hun aanwezigheid van belang is. Op basis van een selectie van de NACE-­‐codes kunnen we vaststellen dat er 227 verschillende comités of subcomités zijn: 100, 114, 116, 149.01, 200, 207, 209, 218, 226, 227, 302, 303, 303.01, 303.02, 303.04, 304, 337, 339, 329.01, 329.02, 329.03 en 999. Alle werkgevers zijn verdeeld over deze verschillende paritaire comités. Vier comités hebben voornamelijk betrekking op de audiovisuele sector: 227 paritaire comité voor de audiovisuele sector 303.01 paritair subcomité voor de filmproductie 329 paritair subcomité voor de socio-­‐culturele sector (NVDR: Voor deze sectorfoto worden onder dit PC de PSC 329.01, 329.02 en 329.03 verzameld) 999 Publieke sector De andere paritaire comités en subcomités worden verzameld onder de noemer ‘Andere’. Evolutie van de werkgevers per paritair comité – cijfers PC Omschrijving 2008 2009 2010 2011 2012 2013 227 Audiovisueel 272 321 340 368 414 462 303.01 Filmproductie 132 92 93 90 86 93 329 Socio-­‐cultureel 63 65 64 66 63 60 999 Publieke sector 16 13 14 13 13 14 Andere Andere 169 164 158 149 154 144 Totaal 652 655 669 686 730 773 Bron: RSZ – 20084, 20094, 20104, 20124, 20134 – tabel n°09 Evolutie van de werkgevers per paritair comité – percentages PC 2008 2009 2010 2011 2012 2013 227 Audiovisueel 41,72% 49,01% 50,82% 53,64% 56,71% 59,77% 303.01 Filmproductie 20,25% 14,05% 13,90% 13,12% 11,78% 12,03% 329 Socio-­‐ cultureel 9,66% 9,92% 9,57% 9,62% 8,63% 7,76% 999 Publieke sector 2,45% 1,98% 2,09% 1,90% 1,78% 1,81% Andere Andere 25,92% 25,04% 23,62% 21,72% 21,10% 18,63% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% Bron: RSZ – 20084, 20094, 20104, 20124, 20134 – tabel n°10 Evolutie van de voltijdse equivalenten per paritair comité – cijfers 7

De complete lijst van bevoegdheidsgebieden per paritair comité kan je via deze link raadplegen: http://www.werk.belgie.be/defaultTabCAO.aspx?id=506 Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

14


PC

2008

2009

2010

2011

2012

2013

227

Audiovisueel

3.458

3.738

3.929

4.041

4.140

4.129

303.01

Filmproductie

720

356

395

387

430

452

329

Socio-­‐cultureel

572

579

580

605

593

579

999

Publieke sector

5.173

5.060

4.882

4.726

4.671

4.601

Andere

Andere

876

905

928

764

770

682

Totaal 10.799 10.638 Bron: RSZ – 20084, 20094, 20104, 20124, 20134 – tabel n°11

10.715

10.523

10.604

10.443

Evolutie van de voltijdse equivalenten per paritair comité – percentages

PC

2008

2009

2010

2011

2012

2013

227

Audiovisueel

32,03%

35,14%

36,67%

38,41%

39,04%

39,54%

303.01

Filmproductie

6,67%

3,34%

3,69%

3,67%

4,06%

4,33%

329

Socio-­‐cultureel

5,29%

5,44%

5,41%

5,75%

5,59%

5,54%

999

Publieke sector

47,90%

47,57%

45,56%

44,91%

44,04%

44,06%

Andere

Andere

8,11%

8,51%

8,66%

7,26%

7,26%

6,53%

Totaal 100% 100% Bron: RSZ – 20084, 20094, 20104, 20124, 20134 – tabel n°12

100%

100%

100%

100%

Als we het geheel van de activiteiten bekijken, kunnen we vaststellen dat het PC 227 het grootst aantal voltijdse equivalenten bevat. Deze VTE zijn vooral werkzaam binnen de publieke operatoren.

Bron: RSZ – 20084, 20094, 20104, 20124, 20134 – VTE -­‐ n°-­‐ grafiek n°8

Bron: RSZ – 20084, 20094, 20104, 20124, 20134 – VTE -­‐ grafiek n°9

De groei op het niveau van de werkgevers is hoofdzakelijk aangezet door het PC 227, terwijl het PSC 303.01 een zware daling heeft gekend in 2009. Dit wordt grotendeels verklaard door de herclassering van werkgevers uit PSC 303.01 naar PC 227. We bekeken vervolgens de verdeling per cluster voor het jaar 2013. De relatie tussen het aantal VTE’s en het aantal werkgevers is van cluster tot cluster heel variabel. Het grootste aantal VTE’s bevindt zich in het cluster ‘Zender’, met een meerderheid binnen de publieke zenders (43,9%). Het aantal werkgevers die ressorteren onder het PC 227 (25%) is daarentegen groter in het cluster ‘Productie’.

Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

15


Verdeling van de werkgevers per cluster per paritair comité -­‐ cijfers

Zender

Productie

Facilitair

Web/ Game

Andere

227

40

190

102

100

30

303.01

0

72

11

1

9

329

45

11

3

0

1

999

8

5

0

0

1

Andere

16

48

54

0

26

326

170

101

67

Totaal 109 Bron: RSZ – 20134 – tabel n°13

Verdeling van de werkgevers per cluster per paritair comité -­‐ percentages

Zender

Productie

Facilitair

Web/ Game

Andere

227

36,70%

58,28%

60,00%

99,01%

44,78%

303.01

0,00%

22,09%

6,47%

0,99%

13,43%

329

41,28%

3,37%

1,76%

0,00%

1,49%

999

7,34%

1,53%

0,00%

0,00%

1,49%

Andere

14,68%

14,72%

31,76%

0,00%

38,81%

100%

100%

100%

100%

Totaal 100% Bron: RSZ – 20134 – tabel n°14

Representativiteit van de werkgevers per cluster per paritair comité voor het geheel van beschouwde VTE -­‐ percentages

Zender

Productie

Facilitair

Web/ Game

Andere

227

5,17%

24,58%

13,20%

12,94%

3,88%

303.01

0%

9,31%

1,42%

0,13%

1,16%

329

5,82%

1,42%

0,39%

0%

0,13%

999

1,03%

0,65%

0%

0%

0,13%

6,21%

6,99%

0%

3,36%

Andere 2,07% Bron: RSZ – 20134 – tabel n°15

Verdeling van voltijdse equivalenten per cluster per paritair comité – cijfers

Zender

Productie

Facilitair

Web/ Game

Andere

1.596

1.216

866

342

108

401

27

3

21

329

533

37

8

1

999

4.590

11

50

218

238

176

1.139

345

306

227 303.01

Andere

Totaal 6.769 1.883 Bron: RSZ – 20134 – tabel n°16

0

Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

16


Verdeling van de voltijdse equivalenten per cluster per paritair comité – percentages

Zender

Productie

Facilitair

Web/ Game

Andere

227

23,58%

64,59%

76,02%

99,13%

35,29%

303.01

0,00%

21,28%

2,41%

0,87%

6,86%

0,33%

329

7,87%

1,97%

0,67%

999

67,81%

0,58%

0,00%

Andere

0,74%

11,58%

20,89%

Totaal 100% 100% Bron: RSZ – 20134 – tabel n°17

100%

0,00% 57,52% 100%

Representativiteit van de voltijdse equivalenten per cluster per paritair comité – percentages

Zender

Productie

Facilitair

Web/ Game

Andere

227

15,28%

11,64%

8,29%

3,27%

1,03%

303.01

0,00%

3,84%

0,26%

0,03%

0,20%

329

5,10%

0,35%

0,08%

0,00%

0,01%

999

43,95%

0,11%

0,00%

0,00%

0,00%

Andere 0,48% 2,09% Bron: RSZ – 20134 – tabel n°18

2,28%

0,00%

1,69%

Ten aanzien van het variabel karakter van de vertegenwoordiging van het aantal VTE’s, is het nuttig om in het achterhoofd te houden dat de belangrijkste Belgische werkgevers de VRT en de RTBF zijn, dewelke aangeduid worden door de code 999. We kunnen tevens vaststellen dat er over een tijdspanne van 6 jaar een verlies van het aantal werkkrachten is. Dit verlies wordt echter gecompenseerd door de groei van het aantal VTE’s in het PC 227. 500" 450" 400" 350"

Zender"

300"

Web"/"Game"

250"

Produc;e"

200"

Facilitair"

150"

Andere"

100" 50" 0" 227"

303.01"

329"

999"

Andere"

Bron: RSZ – 20134 – Werkgever -­‐ grafiek n°10

Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

17


5.000" 4.500" 4.000" 3.500"

Zender"

3.000"

Web"/"Game"

2.500"

Produc;e"

2.000"

Facilitair"

1.500"

Andere"

1.000" 500" 0" 227"

303.01"

329"

999"

Andere"

Bron: RSZ – 20134 – VTE – grafiek n°11

Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

18


3. Omvang van de ondernemingen 4 ondernemingen vertegenwoordigen op zich ruim 52,12% van het aantal VTE’s. Als we de lijst van werkgevers met meer dan 50 VTE’s bekijken, zien we dat deze lijst slechts 21 werkgevers van de 773 bevat. Lijst van werkgevers met meer dan 50 voltijdse equivalenten (VTE) Werkgevers Taalregime % VTE VRT NL 23,14% RTBF FR 20,29% MEDIALAAN NL 4,99% RTL BELGIUM FR 3,70% VIDEOHOUSE NL 2,77% BE TV FR 2,24% STUDIO 100 NL 1,47% WOESTIJNVIS NL 1,17% SBS BELGIUM NL 1,10% MOSTRA FR 1,04% TVBASTARDS NL 0,99% OUTSIDE BROADCAST NL 0,72% BEZOOM FR 0,63% DEMENSEN NL 0,55% TELE BRUXELLES FR 0,54% BELGISCHES RUNDFUNK UND FERNSEHZENTRUM DER DEUTSCHSPRACHIGEN GEMEINSCHAFT

DU

0,53%

INADI

FR

0,52%

EYEWORKS

NL

0,51%

PRODUCTION SERVICES BELGIUM

FR

0,38%

ARTEBIS

FR

0,15%

NL

0,15%

ALFACAM Bron: RSZ – 20134 – tabel n°19

Wat bovenstaande 21 werkgevers betreft, kunnen we globaal gezien een taalpariteit vaststellen tussen het Nederlands en het Frans. Het overige deel – van werkgevers met minder dan 50 VTE – bevat een totaal van 752 bedrijven die 32,42% van het aantal VTE tewerkstellen.

Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

19


4. Geografische en taalverdeling Hoewel de audiovisuele werkgevers verspreid liggen over alle Belgische provincies, merken we op dat bepaalde provincies zoals Brussel, Vlaams-­‐Brabant en Antwerpen een groter aantal werkgevers huisvesten, vergeleken met de andere provincies. Het is van belang te benadrukken dat de telling beïnvloed werd door de situering van de hoofdzetels van de bedrijven. Het is zo dat een onderneming een tewerkstellingsplaats kan hebben in één stad en zijn hoofdzetel in een andere en dat de werknemers opgenomen worden binnen deze laatste. Verdeling van de werkgevers per cluster per regio – cijfers % Zender Facilitair Productie Web/Game Andere Totaal 0,65% Luxemburg 2 1 1 1 5 2,46% Namen 6 3 5 4 1 19 3,23% Limburg 7 2 11 5 25 3,36% Henegouwen 5 7 8 3 3 26 4,79% Waals-­‐Brabant 5 9 10 5 8 37 4,92% West-­‐Vlaanderen 3 9 15 9 2 38 8,15% Luik 12 11 24 9 7 63 9,18% Oost-­‐Vlaanderen 11 10 39 8 3 71 10,35% Vlaams-­‐Brabant 8 20 38 6 8 80 14,88% Antwerpen 11 29 43 25 7 115 38,03% Brussel 39 69 133 26 27 294 100% Totaal 109 170 326 101 67 773 Bron: RSZ 20134 – tabel n°20 Brussel huisvest 38% van de werkgevers actief in de audiovisuele sector, gevolgd door Antwerpen met 15% en Vlaams-­‐Brabant 10%. Brussel" Antwerpen" Vlaams9Btabant" Oost9Vlaanderen" Luik"

Zender" Facilitair"

West9Vlaanderen"

ProducFe" Web/Game"

Waals9Brabant"

Andere"

Henegouwen" Limburg" Namen" Luxemburg" 0"

50"

100"

150"

200"

250"

300"

350"

Bron: RSZ 20134 – grafiek n°12

Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

20


Verdeling van de voltijdse equivalenten per cluster per regio – cijfers

Zender

Facilitair

Productie

Web/Game

Andere

Totaal

Luxemburg

34

2

1

6

43

Limburg

39

8

10

11

69

Namen

74

1

7

6

Waals-­‐Brabant

29

11

23

13

West-­‐Vlaanderen

56

70

42

43

Henegouwen

151

38

33

4

Oost-­‐Vlaanderen

56

63

142

15

Luik

123

24

80

75

Antwerpen

115

96

375

82

Vlaams-­‐Brabant

677

447

479

7

5.416

377

691

89

1.139

1.884

345

0 37 13 4 8 15 23 51 150 306

Brussel

Totaal 6.769 Bron: RSZ – 20134 – tabel n°21

%

0,41% 0,66% 0,85%

89

1,08%

113

2,14%

224

2,21%

230

2,72%

284

3,03%

317

6,61%

691

15,91%

1.661

64,38%

6.724

100%

10.443

Wat de VTE’s betreft blijft Brussel het hoogst vertegenwoordigd met 64,3% van de loontrekkers. Op de tweede plaats komt Vlaams-­‐Brabant met 15,91% van de VTE’s. De andere provincies blijven onder 7%. Brussel" Vlaams;Brabant" Antwerpen" Luik" Zender"

Oost;Vlaanderen"

Facilitair"

Henegouwen"

ProducKe"

West;Vlaanderen"

Web/Game" Andere"

Waals;Brabant" Namen" Limburg" Luxemburg" 0"

1.000"

2.000"

3.000"

4.000"

5.000"

6.000"

7.000"

8.000"

Bron: RSZ 20134 – grafiek n°13

Bij het bekijken van bovenstaande grafiek dient een kanttekening toegevoegd te worden. Het is opvallend dat de werknemers van het cluster “Zender” in de meerderheid zijn in Brussel. Dit kan verklaard worden door het feit dat de RTBF en de VRT zetels hebben in Wallonië en in Vlaanderen, maar hun werknemers uitsluitend ingeschreven zijn bij hun hoofdzetel die zich voor beide publieke omroepen situeert in Brussel. Inzake de taalverdeling stellen we vast dat meer dan de helft (54%) van de VTE Nederlandstalig zijn.

Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

21


Verdeling van de werkgevers per taal en per regio – cijfers

DU

FR

NL

Totaal

Brussel

2

225

67

294

Vlaanderen

0

5

324

329

Wallonië

5

144

1

150

374

392

773

Totaal 7 Bron: RSZ 20134 – tabel n°22

Bron: RSZ 20134 – grafiek n°14

Verdeling van de voltijdse equivalenten per taal en per regio – cijfers

Brussel

DU

FR

NL

Totaal

2

3.977

2.745

6.724

Vlaanderen

0

17

2.912

2.928

Wallonië

63

727

1

791

5.658

10.443

Totaal 65 4.721 Bron: RSZ 20134 – tabel n°23

Bron: RSZ 20134 – tabel n°15

Als we het geheel van de professionele sectoren in België vergelijken met de audiovisuele sector, zien we echter dat bij deze laatste het percentage van de Franstalige VTE’s groter is.

Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

22


Binnenste cirkel.: AV-­‐sector – Buitenste cirkel: Samenstelling Belgische professionele sectoren Bron: RSZ 20134 – Grafiek n°16

Het aantal Franstalige en Nederlandstalige werkgevers is ongeveer gelijk. Vergeleken hiermee zijn de Duitstalige werkgevers veel minder voorkomend, op een totaal van 773 werkgevers zijn er in 2013 slechts 7 Duitstalig (minder dan 1%). Evolutie van de werkgevers per taal – cijfers 2008 2009 2010 2011 2012 2013 DU 6 7 7 9 8 7 FR 321 320 340 343 358 374 NL 325 328 322 334 364 392 Totaal 652 655 669 686 730 773 Bron: RSZ – 20084, 20094, 20104, 20124,20134 – WG – tabel n°24 Evolutie van de werkgevers per taal – percentages 2008 2009 2010 2011 2012 2013 DU 0,92% 1,07% 1,05% 1,31% 1,10% 0,91% FR 49,23% 48,85% 50,82% 50,00% 49,04% 48,38% NL 49,85% 50,08% 48,13% 48,69% 49,86% 50,71% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% Bron: RSZ – 20084, 20094, 20104, 20124,20134 – WG – tabel n°25 Als we de evolutie van het aantal Nederlandstalige en het aantal Franstalige werkgevers vergelijken, kunnen we concluderen dat de twee curves gelijk lopen en dat de curves mekaar om de twee jaar afwisselen.

Bron: RSZ 20081 => 20134 Aantal werkgevers – grafiek n°17

Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

23


Inzake de VTE’s merken we op dat de Nederlandstalige ondernemingen het grootste aantal VTE’s hebben per onderneming. Evolutie van de voltijdse equivalenten per jaar per taal – cijfers 2008 2009 2010 2011 2012 2013 DU 75 76 73 76 71 65 FR 4.936 4.847 4.947 4.837 4.881 4.721 NL 5.788 5.716 5.694 5.609 5.652 5.658 Totaal 10.799 10.638 10.714 10.522 10.605 10.443 Bron: RSZ – 20084, 20094, 20104, 20124,20134 – VTE – tabel n°26 Evolutie van de voltijdse equivalenten per jaar per taal – percentages 2008 2009 2010 2011 2012 2013 DU 0,70% 0,71% 0,68% 0,72% 0,67% 0,62% FR 45,71% 45,56% 46,18% 45,97% 46,03% 45,20% NL 53,60% 53,73% 53,14% 53,31% 53,30% 54,18% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% Bron: RSZ – 20084, 20094, 20104, 20124,20134 – VTE – tabel n°27 Daartegenover zien we dat de vermindering van het aantal VTE’s in 2013 zich vooral langs Franstalige zijde manifesteert (-­‐160, of -­‐3,2%).

Bron: RSZ 20081 => 20134 – VTE – grafiek n°18

Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

24


V. Representativiteit van de artiesten in de audiovisuele sector Artistieke prestaties dienen aangegeven te worden via de DmfA (multifunctionele aangifte8). In deze aangifte worden de artiesten aangegeven onder blok 90012 in de categorie van de werkgevers “geen speciale categorie” met de code 046 (vanaf het jaar waarin ze 19 jaar zijn geworden). Onder “het leveren van prestaties of produceren van werken van artistieke aard” wordt de creatie en/of uitvoering of interpretatie van artistieke werken in de audiovisuele sector en plastische kunsten zoals muziek, literatuur, toneel, theater en choreografie gerekend. Wij hebben bijgevolg de aanwezigheid van het aantal VTE’s9 geanalyseerd die onder deze categorie (met code 046) binnen de audiovisuele sector vallen. Als we voor het jaar 2013 de sector bekijken aan de hand van de NACE-­‐codes met een audiovisueel karakter zien we dat er 123 VTE’s zijn met de code 046, wat overeenkomt met 1,2% van de 9964,78 VTE’s die artistieke prestaties uitvoeren. FR NL Totaal Productie 49 39 88 Facilitair 3 0 3 Zender 0 32 32 Totaal 52 71 123 Bron: RSZ 20134 – tabel n°28 Als we de verdeling bekijken inzake activiteit, stellen we vast dat de artistieke prestaties vooral vallen onder het cluster ‘Productie’. 26%$ Produc'e) Facilitair) 2%$ Zender) 72%$ Bron: RSZ 20134 – grafiek n°19

Als we de artistieke prestaties bekijken met betrekking tot de paritaire comités 227 en 303.01, stellen we vast dat het aantal groter is dan het geheel van de VTE die vallen onder deze PC. Dit kan verklaard worden door het feit dat de paritaire comités meer NACE-­‐codes behelsen dan diegene aan de audiovisuele sector toebedeeld zijn.

8

De DmfA bevat de loon-­‐ en arbeidstijdgegevens van alle werknemers die bij een werkgever tewerkgesteld zijn gedurende een bepaald kwartaal. 9 We herhalen hier even dat de term « effectief » betrekking heeft op het aantal werknemers in totaal en de term « voltijdse equivalent » de som van de arbeidstijd uitdrukt. Dus 2 personen aan 0.5 VTE = 1 VTE, maar 2 effectieve werknemers. Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013 25


Representativiteit van de artiesten en voltijdse equivalenten per paritair comité

FR Artiesten % totaal VTE’s VTE’s

227

35,54

NL Artiesten VTE’s

Totaal Artiesten % totaal VTE’s VTE’s

% totaal VTE’s

2,40%

51,59

1,95%

87,13

2,11%

303.01 69,12 19,28% Bron: RSZ 20134 – 046 – tabel n°29

11,32

12,11%

80,44

17,80%

De vertegenwoordiging van de artiesten is significanter binnen het PSC 303.01 (langspeelfilm), en nog meer langs Franstalige zijde waar 19,28% van de VTE’s geëngageerd werden voor artistieke prestaties. Het lijkt er eveneens op dat de evolutie van het aantal VTE’s die vallen onder de code 046 (artistieke prestatie) fluctueert van kwartaal tot kwartaal.

Bron: RSZ 20081 => 20134 – 046 – grafiek n°20

Binnen het PSC 303.01 merken we op dat er telkens een piek is in het midden van een jaar. De grootse piek bereikt 160,6 en deed zich voor tussen 20082 en 20083. Het PC 227 kent in vergelijking hiermee minder fluctuatie. 1. Representativiteit van de audiovisuele artistieke prestaties in vergelijking met het geheel van de artistieke prestaties Ten aanzien van het geheel van de geobserveerde jaren, zien we dat de artistieke prestaties enorm fluctueren. Het is bijgevolg moeilijk om een gemiddelde te berekenen. Tegenover het geheel van de kwartalen tussen 2008 en 2013, vertegenwoordigen de audiovisuele prestaties 5,19% van het geheel van de artistieke prestaties uitgeoefend door een werknemer.

Bron: RSZ 20081 => 20134 – grafiek n°21

Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

26


VI. Het paritair comité 227 Dit hoofdstuk behandelt specifiek de evolutie, elementen en tendensen eigen aan het paritair comité 227.10 De analyse betreft een tijdspanne van 6 jaar, van 2008 tot en met 2013. 1. De werkgevers van het PC 227 Globaal gezien kunnen we stellen dat er voor de geobserveerde periode een stijging van 69,9% is van het aantal werkgevers en een stijging van 19% van het aantal VTE.11 Evolutie van de werkgevers van het PC 227 – cijfers 2008 2009 2010 2011 2012 2013 FR 115 128 144 156 168 181 DU 1 1 1 2 2 2 NL 156 192 195 210 244 279 Totaal 272 321 340 368 414 462 +18,01% +5,92% +8,24% +12,50% +11,59% Jaarlijkse evolutie Bron: RSZ 20084, 20094, 20104, 20114, 20124, 20134 – tabel n°30

Evolutie van de werkgevers van het PC 227 – percentages

2008

2009

2010

2011

2012

2013

FR

42,28%

39,88%

42,35%

42,39%

40,58%

39,18%

DU

0,37%

0,31%

0,29%

0,54%

0,48%

0,43%

NL

57,35%

59,81%

57,35%

57,07%

58,94%

60,39%

Totaal 100% 100% 100% 100% 100% Bron: RSZ 20084, 20094, 20104, 20114, 20124, 20134 – tabel n°31

100%

Evolutie van de voltijdse equivalenten van het PC 227 – cijfers

2008

2009

2010

2011

2012

2013

FR

1.239

1.369

1.462

1.479

1.531

1.481

DU

1

1

1

2

2

2

NL

2.219

2.369

2.466

2.561

2.608

2.646

Totaal

3.458

3.738

3.929

4.041

4.140

4.129

Jaarlijkse evolutie

+8,09% +5,10% +2,86% +2,44% Bron: RSZ 20084, 20094, 20104, 20114, 20124, 20134 – tabel n°32

-­‐0,27%

10

Het is van belang in acht te nemen dat de zelfstandigen in deze sectorfoto niet worden opgenomen. De organisaties zonder personeel (die geen werkgevers zijn) en de zelfstandigen die fungeren als individuele ondernemer (zonder rechtspersoonlijkheid) worden niet beschouwd als werkgevers en vallen bijgeval niet onder een paritair comité. 11 We herhalen hier opnieuw dat de term « effectief » betrekking heeft op het aantal werknemers in totaal en de term « voltijdse equivalent » de som van de arbeidstijd uitdrukt. Dus 2 personen aan 0.5 VTE = 1 VTE, maar 2 effectieve werknemers. Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013 27


Evolutie van de voltijdse equivalenten van het PC 227 – percentages

FR

2008

2009

2010

2011

2012

2013

35,81%

36,61%

37,22%

36,59%

36,98%

35,88%

DU

0,03%

0,03%

0,03%

0,05%

0,05%

0,05%

NL

64,16%

63,36%

62,76%

63,37%

62,98%

64,08%

Totaal 100% 100% 100% 100% 100% Bron: RSZ 20084, 20094, 20104, 20114, 20124, 20134 – tabel n°33

100%

Inzake het aantal werkgevers zien we de grootste stijging langs Nederlandstalige zijde.

Bron: RSZ 20081 => 20134 – Werkgevers – grafiek n°22

Voor wat betreft het aantal VTE’s zien we een soortgelijke evolutie als bij de werkgevers.

Bron: RSZ 20081 => 20134 – VTE – grafiek n°23

Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

28


2. Evolutie van de werkgevers Gezien het ritme van het ontstaan en stopzettingen van ondernemingen, kent het PC 227 een enorme dynamiek. We hebben alle werkgevers binnen het PC 227 gerangschikt volgens jaar van aanvang en stopzetting van de activiteit. Als we de werkgevers bekijken per jaar van aanvang van activiteit, kunnen we vaststellen dat – ondanks het verlies van het aantal werkgevers na slechts een jaar – het aantal werkgevers stijgt door het ontstaan van nieuwe ondernemingen.

Bron: RSZ -­‐ PC 227 -­‐ 20081 => 20134 – Werkgevers geklasseerd volgens jaar van aanvang activiteit – grafiek n°24

Als we dezelfde oefening maken voor de jaren waarin de activiteit beëindigd wordt als werkgever bij de RSZ, stellen we vast dat de het wegvallen van bedrijven op eenzelfde reguliere wijze gecompenseerd wordt.

Bron: RSZ -­‐ PC 227 -­‐ 20081 => 20124 -­‐ Werkgevers geklasseerd volgens jaar van beëindiging activiteit – grafiek n°25

Er zijn in feite slechts 144 werkgevers die tijdens dezelfde periode op constante wijze aanwezig waren binnen het PC 227. Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

29


3. Evolutie van de werknemers (VTE’s) We zijn op dezelfde wijze te werk gegaan voor de analyse van de VTE’s. Blijkbaar is het aantal VTE’s bij de nieuwe werkgevers lager, wat op zich een rudimentaire vaststelling is, daar een onderneming dat net opgericht is uiteraard over een beperkt aantal werknemers beschikt.

Bron: RSZ -­‐ PC 227 -­‐ 20081 => 20134 – VTE’s (Werkgevers geklasseerd volgens jaar van beëindiging activiteit) – grafiek n°26

Inzake het verdwijnen van het aantal werkgevers binnen het PC 227, komen we tot een soortgelijke vaststelling. Dit toont een zekere stabiliteit aan van de audiovisuele sector op het niveau van werkzaamheid, vermits het vooral de ondernemingen zijn met weinig VTE’s die hun activiteit binnen de audiovisuele sector beëindigd hebben.

Bron: RSZ -­‐ PC 227 -­‐ 20081 => 20134 – VTE (Werkgevers geklasseerd volgens jaar van beëindiging activiteit) – grafiek n°27

Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

30


4. Aard van de ondernemingen (cluster) Als we de NACE-­‐codes bekijken die het meest vertegenwoordigd zijn binnen het PC 227, komen we tot een geheel van 62 verschillende codes. Deze codes zijn op hun beurt verdeeld over 5 activiteitclusters, waarvan er een conversielijst als bijlage is opgenomen in deze uiteenzetting. Verdeling van de werkgevers en voltijdse equivalenten van het PC 227 per cluster Clusters WG VTE’s Zender 40 1.596 Productie 189 1.219 Facilitair 103 866 Web / Game 99 338 Andere 31 109 Totaal 462 4.129 Bron: RSZ 20134 – PC 227 – tabel n°34 Het cluster ‘Productie’ telt het grootste aantal werkgevers binnen het PC 227. Het cluster ‘Zender’ wint echter van het cluster ‘Productie’ met bijna 40% van het aantal VTE’s. 2,64%& 8,66%& 6,71%& 20,97%& Andere& Andere& 22,29%& 21,43%& 38,66%& Facilitair& Facilitair& Produc;e& Produc;e& Web&/&Game& Web&/&Game& Zender& Zender& 29,53%& 8,20%& 40,91%& Bron: RSZ -­‐ PC 227 -­‐ 20134 – Werkgevers – grafiek n°28 Bron: RSZ -­‐ PC 227 -­‐ 20134 – VTE’s – grafiek n°29

Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

31


5. Omvang van de bedrijven Er zijn binnen het PC 227 4 ondernemingen die 35% van de VTE’s bezitten. Als we de lijst bekijken van de ondernemingen die tijdens het laatste kwartaal van 2013 (20134) over meer dan 50 VTE’s beschikken, zien we dat er slechts 14 werkgevers van 462 werkgevers in deze lijst verschijnen. Lijst van werkgevers met meer dan 50 voltijdse equivalenten – PC 227 Werkgevers Taalregime Totaal MEDIALAAN NL 12,68% RTL BELGIUM FR 9,30% VIDEOHOUSE NL 7,30% BE TV FR 5,46% WOESTIJNVIS NL 2,71% MOSTRA FR 2,84% SBS BELGIUM NL 2,73% TVBASTARDS NL 2,63% BEZOOM FR 1,62% OUTSIDE BROADCAST NL 1,77% STUDIO 100 NL 1,30% INADI FR 1,33% DEMENSEN NL 1,45% EYEWORKS NL 1,30% Bron: RSZ 20134, PC 227 – tabel n°35 We stellen tevens vast dat de meerderheid van bovenstaande ondernemingen Nederlandstalig is. Gezien het feit dat de sector bestaat uit verschillende kleine en een aantal grote ondernemingen, heeft een analyse van het gemiddelde aantal voltijdse equivalenten per bedrijf niet veel nut. Het lijkt ons echter wel verstandig om de mediaan van het aantal VTE’s te bekijken. Deze mediaan bedraagt voor het PC 227 1,67 VTE’s. Door de aard van de activiteiten van deze ondernemingen te bekijken in functie van hun omvang, zijn we tot de vaststelling gekomen dat er binnen het cluster Web/Game geen enkele werkgever is met meer dan 100 VTE’s. De ondernemingen die vallen onder het cluster Zender hebben het meeste aantal personen in dienst. Verdeling van de voltijdse equivalenten per cluster % >100 20-­‐99 5-­‐19 1-­‐4 Totaal 8,66% Zender 4 5 14 17 40 Productie

2

14

28

146

190

Facilitair

2

4

16

81

103

Web / Game Andere

0 0

4 2

13 3

82 25

99 30

74

351

462

Totaal 8 29 Bron: RSZ 20134, PC 227 – tabel n°36

41,13% 22,29%

21,43% 6,49% 100%

Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

32


In werkelijkheid hebben ruim 76% van de ondernemingen actief binnen PC 227 1 tot 4 personen in loondienst. Ruim 31% van deze ondernemingen zijn productiehuizen met 1 tot 4 VTE’s in dienst. 400"

350"

300"

250"

Andere" Web"/"Game"

200"

Facilitair" Produc>e"

150"

Zender"

100"

50"

0" >100"

20)99"

5)19"

1)4"

Bron: RSZ 20134, PC 227 – grafiek n° 30

Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

33


6. Geografische spreiding De concentratie van het aantal werkgevers binnen PC 227 is het grootst in Brussel, waar de meerderheid (59%) Franstalig is. Daarnaast zien we tevens in Vlaanderen een grote concentratie van het aantal werkgevers met 32% in Antwerpen en 20% in Vlaams-­‐Brabant. Bron: RSZ 20134 – PC 227 – Werkgevers – grafiek n°31 Met betrekking tot de VTE’s zien we dat de concentratie groter is in Vlaams-­‐Brabant met een logisch gevolg dat er hier een grote concentratie is van het aantal Nederlandstalige werknemers. We stellen tevens vast dat meer dan 4 op 5 werknemers in Brussel bij een Franstalige werkgevers tewerkgesteld is. Bron: RSZ 201234 – PC 227 (VTE) – grafiek n°32

Inzake de verdeling op regionaal niveau, zien we in Vlaanderen de grootste concentratie van het aantal werkgevers en van het aantal VTE’s.

Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

34


Verdeling van de werkgevers per regio en taal -­‐ cijfers

Brussel

Vlaanderen

Wallonië

Totaal

FR

106

2

73

181

DU

1

1

2

NL

42

236

1

279

Totaal 149 238 75 Bron: RSZ 20134 – PC 227 – Werknemers – tabel n°37

462

16% van de Franstalige werkgevers die vallen onder het PC 227 zijn gevestigd in Wallonië en 52% van de Nederlandstalige werkgevers situeren zich in Vlaanderen. Bron: RSZ 20134 -­‐ PC 227 – Werknemers – grafiek n°33

Bron: RSZ 20134-­‐PC 227 – VTE’s – grafiek n°34

Wat het aantal VTE’s betreft, zien we dat de meerderheid van de sector Nederlandstalig is en in Vlaanderen werkt. De Franstalige werknemers bevinden zich vooral in Brussel. Verdeling van de voltijdse equivalenten per regio en taal -­‐ cijfers Brussel Vlaanderen Wallonië Totaal FR 1.273 2 206 1.481 DU 1 1 2 NL 223 2.422 1 2.646 4.129 Totaal 1.497 2.424 208 Bron: RSZ 20134 – PC 227 – VTE’s – tabel n°38 Bron: RSZ 20134 – PC 227 – VTE’s – grafiek n°35

Bron: RSZ 20134 – PC – VTE’s – grafiek n° 36

Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

35


VII. De werknemers van PC 227 In dit hoofdstuk gaan we dieper in op het profiel van de werknemer in PC 227. Om dit te kunnen doen, nemen we niet enkel de voltijdse equivalenten in rekening, maar evenzeer de effectieve werknemers.12 1. Mannen / vrouwen Globaal gezien kunnen we – gezien het feit dat ruim 60% mannen zijn – vaststellen dat het PC 227 een mannelijke sector is en tevens mannelijker dan bij alle sectorren samen waar er een vertegenwoordiging is van 52% mannen. Bron: RSZ 20134. Binnenste cirkel : CP227 / Buitenste cirkel : Alle sectoren – grafiek n°37 Inzake de evolutie tussen 2008 en 2013, merken we op dat de verhouding tussen mannen en vrouwen gelijklopend is.

Bron: RSZ 20134 – PC 227 – grafiek n°38

Als we de werkregimes bekijken, zien we dat er binnen het PC 227 meer werknemers (86,03%) voltijds tewerkgesteld zijn dan binnen het geheel van de sectoren (63,07%).

12

We herhalen hier opnieuw even dat de term « effectief » betrekking heeft op het aantal werknemers in totaal en de term « voltijdse equivalent » de som van de arbeidstijd uitdrukt. Dus 2 personen aan 0.5 VTE = 1 VTE, maar 2 effectieve werknemers. Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

36


Bron: RSZ 20324 – PC 227 en andere sectoren – grafiek n°39

22,32% van de vrouwen die werkzaam zijn in de audiovisuele sector zijn deeltijds tewerkgesteld, tegenover 54% binnen het geheel van de sectoren. 2. Leeftijdspiramide PC 227 is globaal gezien een jongere sector dan het geheel van de sectoren. Als we de gemiddelde leeftijd van de werknemers in 2013 vergelijken, zien we dat er een leeftijdsverschil van bijna 4 jaar is tussen het PC 227 en de andere sectoren. Sectoren Gemiddelde leeftijd Alle sectoren 40,04 jaar PC 227 36,50 jaar Bron: RSZ 20134 – Alle sectoren / PC 227 – tabel n°39 De analyse is gelijklopend met bovenstaande vaststelling omdat we van deze leeftijdspiramide kunnen afleiden dat het aantal werknemers vanaf de leeftijd van 40 jaar afneemt.

Bron: RSZ 20134 – Alle sectoren / PC 227 – Grafiek n°40

Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

37


Op regionaal niveau stellen we vast dat ruim 64% van de jongeren van minder dan 25 jaar werkzaam zijn in Vlaanderen, tegenover 28% in Brussel. De meerderheid van de ouderen tussen 50 en 64 jaar werken daarentegen hoofdzakelijk in Brussel (56%). Brussel Vlaanderen Wallonië Totaal <25 88 199 25 312 25-­‐39 888 1610 150 2648 40-­‐49 371 528 42 941 50-­‐64 236 176 12 424 65 en ouder 5 7 1 13 Totaal 1588 2520 230 4338 Bron: RSZ 20134 – tabel n°40 61% van de werknemers zijn tussen 25 en 39 jaar en 22% tussen 40 en 49 jaar. Bron: RSZ 20134 – grafiek n°41

Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

38


VIII. De werknemers van PSC 303.01 In dit hoofdstuk gaan we dieper in op de evolutie, elementen en tendensen die leven binnen het paritair subcomité voor de filmproductie.13 De analyse behelst een tijdspanne van 6 jaar, gaande van 2008 tot en met 2013. 1. De werkgevers van het PSC 303.01 Globaal gezien stellen we een vermindering vast van het aantal werkgevers tussen 2008 en 2013. Dit wordt gedeeltelijk uitgelegd door het feit dat sommige ondernemingen van het PSC 303.01 overgeheveld zijn naar het PC 227. We hebben bovendien een aantal nieuwkomers zien verschijnen binnen het PC 227 tussen 2010 en 2013. Blijkbaar bevat het PC 227 156 werkgevers waarvan 129 (82%) nieuwe werkgevers zijn en 16 (10,2%) afkomstig van het PSC 303.01. Evolutie van de werkgevers per taal – cijfers 2008 2009 2010 2011 2012 2013 FR 78 72 77 67 66 75 NL 54 20 16 23 20 18 Totaal 132 92 93 90 86 93 Jaarlijkse evolutie

-­‐30,3% +1,1% -­‐3,2% -­‐4,4% +8,1% Bron: RSZ 20084, 20094, 20104, 20114, 20124, 20134 – tabel n°41

Evolutie van de werkgevers per taal – percentages

2008

2009

2010

2011

2012

2013

FR

59,09%

78,26%

82,80%

74,44%

76,74%

80,65%

NL

40,91%

21,74%

17,20%

25,56%

23,26%

19,35%

Totaal 100% 100% 100% 100% 100% Bron: RSZ 20084, 20094, 20104, 20114, 20124, 20134 – tabel n°42

100%

Evolutie van de voltijdse equivalenten per taal – cijfers

2008

2009

2010

2011

2012

2013

FR

451

318

354

314

361

358

NL

269

38

41

72

69

93

Totaal

720

356

395

387

430

452

Jaarlijkse evolutie

-­‐50,57% +11,11% -­‐2,23% +11,37% Bron: RSZ 20084, 20094, 20104, 20114, 20124, 20134 – tabel n°43

+4,99%

13

Het is van belang in acht te nemen dat de zelfstandigen in deze sectorfoto niet worden opgenomen. De ondernemingen zonder personeel (die geen werkgevers zijn) en de zelfstandigen die fungeren als individuele ondernemer (zonder rechtspersoonlijkheid) worden niet beschouwd als werkgevers en vallen bijgeval niet onder een paritair comité. Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013 39


Evolutie van de voltijdse equivalenten per taal – percentages

2008

2009

2010

2011

2012

2013

FR

62,65%

89,29%

89,55%

81,33%

83,95%

79,32%

NL

37,35%

10,71%

10,45%

18,67%

16,05%

20,68%

Totaal 100% 100% 100% 100% 100% Bron: RSZ 20084, 20094, 20104, 20114, 20124, 20134 – tabel n°44

100%

Merk op dat de vermindering in 2009 behoorlijk voelbaar was langs Nederlandstalige zijde door de overheveling van een aantal werkgevers van het PSC 303.01 naar het PC 227.

Bron: RSZ 20081 => 20134 – Werkgevers – grafiek n°42

Op het gebied van de VTE’s is er – ondanks de vaststelling dat vanaf 2009 het aantal VTE’s per werkgever groter is langs Franstalige zijde – een gelijksoortige beweging. We zien een grote vermindering van het aantal VTE’s in de jaren 2008 en 2009 (bijna de helft). Na deze periode zien we echter dat het aantal VTE’s terug is beginnen toenemen.

Bron: RSZ 20081 => 20134 – VTE’s – grafiek n°43

Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

40


2. Evolutie van de werkgevers Naargelang het ritme van het ontstaan en stopzettingen van de ondernemingen, kunnen we vaststellen dat deze sector een grote dynamiek heeft gekend. We hebben alle werkgevers van het PSC 303.01 per jaar van creatie en stopzetting gebundeld.

Bron: RSZ -­‐ PSC 303.01 -­‐ 20081 => 20134 -­‐ Werkgevers geklasseerd volgens jaar van aanvang activiteit – grafiek n°44

Het aantal werkgevers is hier beduidend lager waardoor de dynamiek minder opvallend is. We merken echter op dat er in 2009 een grote afname is van het aantal werkgevers waarvan de activiteit aanving voor 2007. De mate waarin de werkgevers hun activiteit beëindigen en het PSC 303.01 verlaten, gebeurt geleidelijk aan en vertoont geen schommelingen.

Bron: RSZ -­‐ PsC 303.01 -­‐ 20081 => 20134 -­‐ Werkgevers geklasseerd volgens jaar van beëindiging activiteit – grafiek n°45

Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

41


3. Evolutie van de werknemers (VTE’s) Binnen het PSC 303.01 is de beweging van het aantal werknemers markant gezien het feit dat het aantal lager is en bijgevolg vatbaarder voor verandering.

Bron: RSZ -­‐ PSC 303.01 -­‐ 20081 > 20134 -­‐ ETP (Werkgevers geklasseerd volgens jaar van aanvang activiteit) – grafiek n°46

We merken tevens op dat de werkgevers die het PSC 303.01 verlaten hebben tussen 2009 en 2010 heden niet noodzakelijk gestopt zijn met hun activiteit (vermits deze ondernemingen in wezen nog steeds actief steeds zijn na 2013). Deze beweging van de werkgevers van PSC 303.01 naar PC 227 veroorzaakt een logische beweging van de werknemers.

Bron: RSZ -­‐ PSC 303.01 -­‐ 20081 > 20134 -­‐ ETP (Werkgevers geklasseerd volgens jaar van beëindiging activiteit) – grafiek n°47

Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

42


4. Aard van de ondernemingen (cluster) Als we de belangrijkste NACE-­‐codes bekijken binnen het PSC 303.01, onderscheiden we 26 verschillende codes. Deze codes zijn opgedeeld in 5 activiteitclusters waarvan de conversietabel als bijlage toegevoegd werd. Verdeling van de werkgevers en voltijdse equivalenten per cluster Clusters WG VTE’s Productie 72 401 Facilitair 11 27 Web / Game 1 3 Andere 9 21 Totaal 93 452 Bron: RSZ 20134 -­‐ PSC 303.01 – tabel n°45 In deze analyse is enerzijds de afwezigheid van het cluster ‘Zender’ en anderzijds de aanwezigheid van het aantal VTE’s en werkgevers binnen het cluster ‘Productie’ opvallend. De representatie van het cluster Web/Game is tevens gering omdat er slechts één bedrijf is dat onder het PSC 303.01 valt en waar er 3 personen werkzaam zijn. Bron: RSZ – PSC 303.01 -­‐ 20134 – Werkgevers grafiek n°48 Bron: RSZ – PSC 303.01 -­‐ 20134 – VTE – grafiek n°49

Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

43


5. Omvang van de ondernemingen Binnen het PSC 303.01 is er slecht één enkele werkgever waarvan het aantal VTE meer dan 50 bedraagt. Bijgevolg hebben we hier alle werkgevers in beschouwing genomen waarvan het aantal VTE groter is dan 10, wat het geval is voor 11 van de 93 werkgevers van het PSC 303.01 (tegenover 9 in 2012). Lijst van werkgevers met meer dan 10 voltijdse equivalenten – PSC 303.01 Werkgevers Taalregime % VTE PRODUCTION SERVICES BELGIUM BVBA FR 12,95% UFILM PRODUCTION 1 BVBA FR 10,44% MEDIA CONSULTANTS CY BVBA FR 8,06% LUNANIME BVBA NL 5,32% MENUET BVBA NL 5,17% FRAKAS PRODUCTIONS BVBA FR 3,88% PHANTOM FILMS NVA FR 3,17% CORSAN NV NL 2,67% STEEL FISH PICTURES BVBA FR 2,56% CERVIS BVBA FR 2,55% BE FILMS BVBA Bron: RSZ 20134, PSC 303.01 – tabel n°46

FR

2,24%

Merk op dat het aantal werkgevers met meer dan 10 VTE hoofdzakelijk Franstalig is. Als we de aard van de activiteit van een onderneming bekijken in functie van hun omvang, kunnen we vaststellen dat de productiehuizen het grootst zijn in omvang. 20-­‐99

5-­‐19

1-­‐4

Totaal

%

Productie

5

14

53

72

77,42%

Facilitair

0

3

8

11

11,83%

Web / Game

0

0

1

1

1,08%

Andere

0

2

7

9

9,68% 100%

Clusters

Totaal 5 19 69 Bron: RSZ 20134, PSC 303.01 – tabel n°47

93

Ruim 57% van de ondernemingen zijn productiehuizen waarbij 1 tot 4 voltijdse equivalenten werkzaam zijn.

Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

44


Bron: RSZ 20134, PSC 303.01 – grafiek n°50

Het is van belang nogmaals te benadrukken dat de audiovisuele sector hoofdzakelijk bestaat uit kleine ondernemingen en een gering aantal grote(re) ondernemingen, wat maakt dat een gemiddelde berekenen van het aantal voltijdse equivalenten per onderneming weinig nut heeft. Hoe dan ook lijkt het ons wel zinvol om een mediaan van het geheel van de ondernemingen te berekenen. Deze bedraagt inzake het PSC 303.01 1,49 voltijdse equivalenten per onderneming.

Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

45


6. Geografische verdeling De concentratie van het aantal werkgevers binnen PSC 303.01 is het grootst in Brussel. Daarenboven is het PSC 303.01 niet aanwezig in de provincies Namen, Limburg en Luxemburg. In vergelijking met 2012 zien we dat er een forse vermindering is van het aantal Nederlandstalige ondernemingen in Brussel.

Bron: RSZ 20134 – PSC 303.01 – Werkgevers – grafiek n°51

De concentratie van het aantal VTE’s is in de meerderheid in Brussel.

Bron: RSZ 20134 – PSC 303.01 – VTE – grafiek n°52

Inzake de regionale verdeling, zien we dat de regio Brussel de meerderheid van het aantal werkgevers en VTE’s bevat. Brussel Vlaanderen Wallonië Totaal FR 53 1 21 75 NL 1 17 0 18 Totaal 54 18 21 93 Bron: RSZ 20134 -­‐ PSC 303.01 – Werkgevers -­‐ tabel n°48

Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

46


80% van de ondernemingen zijn Franstalig en meer dan 58% van de bedrijven situeren zich in Brussel. Bron: RSZ 20134 -­‐ PSC 303.01 – WG -­‐ grafiek n°53 Bron: RSZ 20134 -­‐ PSC 303.01 – WG -­‐ grafiek n°54 We hebben tevens de VTE’s bekeken en concluderen dat 79% van de VTE’s binnen het PSC 303.01 Franstalig zijn en 60% ervan in Brussel werkzaam is. Brussel Vlaanderen Wallonië Totaal FR 270 3 85 358 NL 0 93 0 93 Totaal 271 96 85 452 Bron: RSZ 20134 -­‐ PSC 303.01 – VTE – tabel n°49 Bron: RSZ 20134 -­‐ PSC 303.01 – VTE – grafiek n°55 Bron: RSZ 20134 -­‐ PSC 303.01 – VTE – grafiek n°56

Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

47


IX. De werknemers van PSC 303.01 In dit onderdeel gaan we dieper in op het profiel van de werknemer van PSC 303.01. Om dit te kunnen doen baseren we ons niet enkel op de voltijdse equivalenten, maar nemen we ook de effectieve werknemers mee in rekening.14 1. Mannen / vrouwen Inzake de werknemers zien we dat het PSC 303.01 vrouwelijker is dan het gemiddelde van de sectoren gezien 59% vrouwen zijn. Het feit dat de vrouwen in de meerderheid zijn is een recente ontwikkeling, gezien die zich pas voordeed in 2012. Bron: RSZ 20134. Binnenste cirkel: PSC 303.01 / Buitenste cirkel: alle sectoren

Wat de evolutie betreft stellen we een zekere stabiliteit van de man-­‐vrouw verdeling vast.

Bron: RSZ 20134 – PSC 303.01 – grafiek ,°58

Als we het huidige werkregime bekijken, merken we op dat er meer actieve werknemers voltijds tewerkgesteld zijn binnen het PSC 303.01 (83,54%) in vergelijking met het geheel van de sectoren (63,65%).

14

We herhalen hier opnieuw even dat de term « effectief » betrekking heeft op het aantal werknemers in totaal en de term « voltijdse equivalent » de som van de arbeidstijd uitdrukt. Dus 2 personen aan 0.5 VTE = 1 VTE, maar 2 effectieve werknemers. Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

48


Bron: RSZ 20134 – PSC 303.01 en alle sectoren – grafiek n°59

2. Leeftijdspiramide De sector van de filmproductie is jonger dan de andere sectoren. Als we de gemiddelde leeftijd in 2012 vergelijken, zien we dat er een verschil is van bijna 4 jaar tussen het PC 227 en het geheel van de sectoren. Sectoren Gemiddelde leeftijd Alle sectoren 40,04 jaar PSC 303.01 36,64 jaar Bron: RSZ 20134 – Alle sectoren / PSC 303.01 – tabel n°50 Deze analyse loopt gelijk met bovenstaande inzake leeftijd. Als we de leeftijdspiramide bekijken, zien we een duidelijke afname van het aantal werknemers vanaf de leeftijd van 40.

Bron: RSZ 20134 – Alle sectoren / PSC 303.01 – grafiek n°60

Als we de leeftijd in functie van de geografische verdeling bekijken, stellen we vast dat de regio Brussel het grootste aantal werknemers die ouder zijn dan 50 jaar (6%). Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

49


Brussel

Vlaanderen

Wallonië

Totaal

<25

9

9

0

18

25-­‐39

72

46

32

150

40-­‐49

17

8

10

35

50-­‐64

19

10

5

34

65 en ouder

0

0

0

73

47

237

Totaal 117 Bron: RSZ 20134 -­‐ tabel n°51

63% van de werknemers zijn tussen 25 en 39 en 15 % van de werknemers zijn tussen 40 en 49. Bron: RSZ 20134 -­‐ grafiek n°61

Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

50


Bijlage 1 – Conversietabel NACE-­‐codes / Cluster

NACE-­‐code 18130 18200 26110 26800 46431 46432 47113 47410 47540 47716 47910 53200 56102 56301 58190 58210 58290 59111 59112 59113 59114 59120 59130 59140 59201 59202 59203 59209 60100 60200 61200 62010 62020 62090 63110 63120 63910 63990 64200 69202 70210 70220 72190 73110 73120 74103 74109 74209 74300 74901 77292

Omschrijving Prepress-­‐ en premediadiensten Reproductie van opgenomen media Vervaardiging van elektronische onderdelen Vervaardiging van magnetische en optische media Groothandel in elektrische huishoudelijke apparaten en audio-­‐ en videoapparatuur Groothandel in opgenomen beeld-­‐ en geluidsdragers Detailhandel in niet-­‐gespecialiseerde winkels waarbij voedings-­‐ en genotmiddelen overheersen (verkoopoppervlakte tussen 100 m² en minder dan 400 m²) Detailhandel in computers, randapparatuur en software in gespecialiseerde winkels Detailhandel in elektrische huishoudapparaten in gespecialiseerde winkels Detailhandel in dames-­‐, heren-­‐, baby-­‐ en kinderboven-­‐ en onderkleding en kledingaccessoires in gespecialiseerde winkels (algemeen assortiment) Detailhandel via postorderbedrijven of via internet Overige posterijen en koeriers Eetgelegenheden met beperkte bediening Cafés en bars Overige uitgeverijen Uitgeverijen van computerspellen Overige uitgeverijen van software Productie van bioscoopfilms Productie van televisiefilms Productie van films, m.u.v. bioscoop-­‐ en televisiefilms Productie van televisieprogramma's Activiteiten in verband met films en video-­‐ en televisieprogramma's na de productie Distributie van films en video-­‐ en televisieprogramma's Vertoning van films Maken van geluidsopnamen Geluidsopnamestudio's Uitgeverijen van muziekopnamen Overige diensten in verband met het maken van geluidsopnamen Uitzenden van radioprogramma's Programmeren en uitzenden van televisieprogramma's Draadloze telecommunicatie Ontwerpen en programmeren van computerprogramma's Computerconsultancy-­‐activiteiten Overige diensten op het gebied van informatietechnologie en computer Gegevensverwerking, webhosting en aanverwante activiteiten Webportalen Persagentschappen Overige dienstverlenende activiteiten op het gebied van informatie, n.e. g. Holdings Boekhouders en boekhouders-­‐fiscalisten Adviesbureaus op het gebied van public relations en communicatie Overige adviesbureaus op het gebied van bedrijfsbeheer; adviesbureaus op het gebied van bedrijfsvoering Overig speur-­‐ en ontwikkelingswerk op natuurwetenschappelijk gebied Reclamebureaus Mediarepresentatie Activiteiten van grafische designers Overige activiteiten van gespecialiseerde designers Overige fotografische activiteiten Vertalers en tolken Activiteiten van managers van artiesten, sportlui en overige bekende personaliteiten Verhuur en lease van televisietoestellen en andere audio-­‐ en videoapparatuur

Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

Cluster Facilitair Facilitair Facilitair Facilitair Facilitair Facilitair Facilitair Facilitair Facilitair Facilitair Facilitair Andere Andere Andere Andere Web / Game Web / Game Productie Productie Productie Productie Facilitair Andere Andere Facilitair Facilitair Productie Facilitair Zender Zender Zender Web / Game Web / Game Web / Game Web / Game Web / Game Productie Andere Andere Andere Andere Andere Andere Andere Andere Web / Game Web / Game Web / Game Andere Andere Facilitair

51


77399 79901 82300 82990 86101 86104 90011 90012 90021 90023 90029 90031 90032 90041 91011 94910

Verhuur en lease van andere machines en werktuigen en andere materiële goederen Toeristische informatiediensten Organisatie van congressen en beurzen Overige zakelijke dienstverlening Algemene ziekenhuizen, m.u.v. geriatrische en gespecialiseerde ziekenhuizen Psychiatrische ziekenhuizen Beoefening van uitvoerende kunsten door zelfstandig werkende artiesten Beoefening van uitvoerende kunsten door artistieke ensembles Promotie en organisatie van uitvoerende kunstevenementen Gespecialiseerde beeld-­‐, verlichtings-­‐ en geluidstechnieken Overige ondersteunende activiteiten voor de uitvoerende kunsten Scheppende kunsten, m.u.v. ondersteunende diensten Ondersteunende activiteiten voor scheppende kunsten Exploitatie van schouwburgen, concertzalen en dergelijke Bibliotheken, mediatheken en ludotheken Religieuze organisaties

Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

Facilitair Andere Andere Andere Andere Andere Productie Productie Productie Facilitair Productie Productie Productie Facilitair Andere Andere

52


Bijlage 2 – Lijst van paritaire comités Paritair Comité 100 116 149.01 200 207 209 218 226 227 302 303 303.01 303.02 303.04 304 329 329.01 329.02 329.03 337 339 999

Omschrijving Aanvullend paritair comité voor de werklieden Paritair comité voor de scheikundige nijverheid Paritair subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie Aanvullend paritair comité voor de bedienden Paritair comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid Paritair comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid Aanvullend Nationaal paritair comité voor de bedienden Paritair comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de logistiek Paritair comité voor de audiovisuele sector Paritair comité voor het hotelbedrijf Paritair comité voor het filmbedrijf Paritair subcomité voor de filmproductie Paritair subcomité voor de verdeling van films Paritair subcomité voor de technische filmbedrijvigheid Paritair comité voor het vermakelijkheidsbedrijf Paritair comité voor de socio-­‐culturele sector Paritair subcomité voor de socio-­‐culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap Paritair subcomité voor de socio-­‐culturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest Paritair subcomité voor de federale en bicommunautaire socio-­‐culturele organisaties Paritair comité voor de non-­‐profitsector Paritair comité voor de erkende maatschappijen voor sociale huisvesting Geen paritair comité (heeft betrekking op de publieke sector)

Sectorfoto Arbeidsmarkt 2008 – 2013

53


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.