mm326 by Meet Music- Pro Sound & Light

meet music magazine afgifte kantoor voor belgië / TURNHOUT p509335

29e jaargang – Juni-Juli 2016 29ième année – Juin-Juillet 2016

GR ATIS IT GR ATU

maandblad voor de Benelux muzikant – menuel pour le musician Benelux

Nr.326

IBANEZ TALMAN TM1702M & TM1730

Warwick LWA 500

Roli

Seaboard Rise 25

Raw

www.voerman.nl

INHOUD - SOMMAIRE Roli booth Musikmesse Frankfurt

EVENTS Musikmesse Frankfurt report...................4

DRUMS & PERCUSSION LP Raw �� 16

GUITAR Ibanez Talman TM1702M & TM1730 �� 10

KEYBOARD INSTRUMENTS Roli Seaboard Rise 25 �� 20

BASS LWA 500 �� 14 MAANDBLAD VOOR DE BENELUX MUZIKANT - MENSUE L POUR LE MUSICIEN BENELUX ABN Amro Bank IBAN: NL70ABNA0432038949 BIC: ABNANL2A Directie/Gestion Erk Willemsen, Ronald Willemsen, Marcel Willemsen Meet Music Magazine is een uitgave van/ est une édition de: Keijser 18 Mediaproducties bv Postbus 11497 • 1001 GL Amsterdam Bezoekadres: Rozenstraat 206 • 1016 PA Amsterdam, +31 20 675 5308 info@meetmusic.com, www.meetmusic.com

Druk/Impression Mediacenter Rotterdam De auteursrechten van deze uitgave en van alle artikelen, die erin verschijnen, worden door de uitgever voorbehouden / La reproduction, même partielle, de ce numéro est strictement interdite sans l’autorisation écrite de l’éditeur.

Uitgever/Editeur Erk Willemsen Redacteuren/Redacteurs Dennis Boxem Luc Henrion Stijn Deldaele Tim Van Roy Vertalingen/Traductions Jean-Pierre Irgel Michel Van den Bosch

Sales: Keijser 18 Mediaproducties, Ronald Willemsen, Ollie Schmitz, Erk Willemsen ads@k18.nl, +31 20 675 5308 Vormgeving/Conception Nils Jonkers (LandGraphics), Marcel Willemsen (Keijser 18 Mediaproducties) Boekhouding /Comptabilité Vanja van Dam factuur@k18.nl

Sales/marketing: Ronald Willemsen

ADVERTEERDERSLIJST | LISTE DES ANNONCEURS MEET MUSIC MAGAZINE Voerman.......................................2 Musik Meyer..................................7 Sound Service..............................13 Highlite........................................15

MEET MUSIC MAGAZINE 2016/326

DrumDrieDaagse..........................17 Meet Music.................................24 Keijser 18 Mediaproducties............24

www.meetmusic.com

Events CHAPEAU

Musikmesse Report

In Meet Music Magazine 324, maart 2016, hebben we de meest opzienbarende nieuwe producten van de NAMM show gepresenteerd in een Top 100. Na deze beurs in L.A. waren er 2½ maand verstreken voordat de Musikmesse in Frankfurt plaatsvond. In vorige jaren was al duidelijk dat de tijd tussen deze twee belangrijke beurzen te kort was om écht veel nieuw product te kunnen lanceren in Duitsland, maar dit jaar was er een extra barrière te nemen. Veel fabrikanten en importeurs hadden voor dit jaar geen stand geboekt op de Musikmesse. De hoeveelheid nieuws past dit keer op een klein aantal pagina’s. Desalniettemin natuurlijk wél de moeite om hier te noemen! Het was een waar mayhem, de hal op de Musikmesse die dit jaar onder het thema Rock Meets Pop in één beurszaal gitaar en drums verzamelde. Deden de bezoekers en demonstrateurs het de eerste dag nog een beetje rustig aan, vanaf de tweede dag gingen alle trossen los. De gitaardemonstrateurs probeerden de bengende drummers te overwoekeren, de bassisten overspoelden het spel van Heidi Joubert op de elektronische cajon bij Roland. Maar ach, een muziekbeurs hè. Moet je kunnen hebben! Gibson, met Fender en Ibanez de grote afwezigen op de gitaarafdeling, had zich ingekocht bij retailer Music Store om toch nog een beetje present te zijn. Maar het was ESP die spekkoper was. De stand van importeur Sound Service was megagroot en trok alle aandacht, samen met hun drummerken Sakae en Masterwork. Dat was een kleine pleister op de wonde voor de afwezigheid van

www.meetmusic.com

Dans notre édition N° 324 de Meet Music Magazine, nous avions présenté les nouveaux produits les plus en vue du NAMM Show, sous forme d’un Top 100. Après cette foire qui se tenait à L.A., il n’y a que deux mois et demi de passés au moment où se déroulait la Foire de la Musique, à Francfort. Les précédentes années, il était déjà évident que le laps de temps qui séparait ces deux foires importantes était trop court pour présenter d’autres produits neufs en Allemagne, mais cette année, un nouvel handicap s’est révélé : beaucoup de constructeurs et d’importateurs avaient purement et simplement renoncé à louer un stand à la Foire de Francfort ! Dans ces conditions, il ne faut pas s’étonner que la quantité de nouvelles “tienne” en quelques pages ... Mais naturellement, ces nouvelles, pour brèves qu’elles soient, valent néanmoins la peine d’êtres lues avec attention ! C’était un véritable chaos, ce hall de la Musikmesse qui cette année, sous le thème ‘Rock Meets Pop’, regroupait dans un seul hall de la foire, les guitares et les batteries ! Si, le premier jour, les visiteurs et les démonstrateurs avaient conservé un semblant de réserve, dès le deuxième, ils étaient tous “à fond les gaz” : les démonstrateurs de guitares essayaient d’étouffer le bruit des batteurs les plus tonitruants, les bassistes essayaient de submerger de leurs ondes graves le cajon électronique Roland de Heidi Joubert, etc. Mais bon : c’est une foire ... musicale, non ? Alors, il faut pouvoir “encaisser” !

MEET MUSIC MAGAZINE 2016/326

Gibson, Fender et Ibanez étaient les trois absents de marque du côté des guitares. Mais ils avaient chacun une petite place au sein du stand tenu par le revendeur Music Store, histoire d’assurer quand même un minimum de présence ... Du coup, c’est ESP qui était la vedette des lieux. Le stand de l’importateur Sound Service était énorme et attirait tous les regards, avec ses marques de batterie, Sakae et Masterwork. Mais c’était un bien modeste pansement sur une blessure de taille, à savoir, l’absence de marques de batterie comme Sabian, Zildjian, Paiste, Pearl, Tama, DW, Sonor, LP et d’autres encore, qui toutes, avaient choisi de se contenter d’un petit salon dans la sections ‘business lounge’, un étage plus haut. C’est là que nous avons eu l’occasion de vraiment nouer des relations, mais leur matériel était absent en grande partie. Par contre, la situation était tout autre du côté de la section Prolight+Sound de la foire : cette année, leurs halls étaient ceux où se trouvait la Musikmesse auparavant. Motif : ces segments de la foire - l’audio ‘pro’ et l’éclairage - avaient besoin de plus en plus de place. C’est là que le “vrai” centre de gravité de la foire se trouvait, avec un show époustouflant du “magnat” allemand PRG dans la salle des fêtes, ainsi que grâce à des entreprises néerlandaises telles que Highlite, qui avait mis les petits plats dans les grands. Pour en savoir plus, retournez ce magazine, et “plongez” dans sa partie Pro Sound & Light pour y lire notre compte-rendu détaillé. drummerken als Sabian, Zildjian, Paiste, Pearl, Tama, DW, Sonor, LP en meer, die allen hadden gekozen zich te beperken tot een kantoortje in de business lounge één verdieping hoger. Daar konden wij onze relaties wel te spreken krijgen, maar hun gear ontbrak grotendeels. Heel anders was dat op het Prolight+Sound gedeelte van de beurs, die dit jaar de hallen toegewezen kregen waar voorheen de Musikmesse gevestigd was, juist omdat dit pro-audio en licht onderdeel van de beurs uit haar jasje gegroeid was. De beurs vibreerde daar enorm, met een megagrote show van de Duitse magnaat PRG in de Festhalle en ook Nederlandse bedrijven als Highlite pakten enorm uit op de beursvloer. Zie daarvoor het uitgebreide verslag in het Pro Sound & Light deel van dit magazine.

GUITAR & BASS Gitarist/ontwerper Thomas Blug presenteerde de BluGuitar BluBox Virtual Speaker Collection. Dit kastje bevat de klanken van zestien luidsprekerkabinetten,

GUITARE ET BASSE Le guitariste / concepteur Thomas Blug a présenté la BluGuitar BluBox Virtual Speaker Collection. Ce boîtier contient les sons émulés de 16 enceintes de haut-parleurs, dont 5 Marshall ‘vintage’, Vox, Mesa-Boogie et Fender. Grâce à une latence de moins d’une milliseconde, cet appareil tente de se rapprocher le plus possible du “vrai” son analogique. La BluBox peut également se brancher en direct sur une sono pour faire du ‘direct recording’. Elle est attendue dans les magasins pour le dernier trimestre de l’année en cours. Chez Boss, outre une sélection de médiators, de câbles et de bandoulières, nous avons approché le VE-8, un processeur de qualité studio, pour la guitare acoustique et la voix, et destiné aux chanteurs et compositeurs. Cette pédale permet, outre le fait d’ajouter des effets à la guitare et à la voix, d’ajouter aussi des harmonies vocales, et de créer des boucles, tant pour la guitare que pour le chant. Nous avons également repéré un certain nombre de nouveaux accordeurs, comme le Waza Craft TU-3, le TU-3S compact, qui reste toujours sous tension, et le TU-01 à pince. >>

Roland Boss truck: eye-catcher in hall 11.0

MEET MUSIC MAGAZINE 2016/326

www.meetmusic.com

Events CHAPEAU

Hal 11.1: business exclusive

>> waaronder vijf vintage-Marshalls, Vox, Mesa-Boogie en Fender. Met een latency van minder dan één milliseconde streeft het apparaat zo dicht mogelijk bij de ware analoge ervaring te komen. De BluBox is zowel op een PA aan te sluiten als te gebruiken voor ‘direct recording’. De BluBox wordt in het vierde kwartaal van dit jaar verwacht. Bij Boss zagen we naast een selectie plectra, kabels en gitaarbanden de VE-8, een gitaar- en stemprocessor van studiokwaliteit voor de singer-songwriter. Met dit pedaal kan je naast effecten voor gitaar en stem ook harmonieën toevoegen aan je zang en gitaar- en zangpartijen loopen. Verder zagen we er een aantal nieuwe stemapparaten, zoals de Waza Craft TU-3, de compacte TU-3S die altijd aanstaat en de clip-on TU-01. In de Cube serie voegde Roland het CUBE Street EX PA Pack toe, een 100-watt stereo PA met acht ingangen. Digitech toonde twee nieuwe pedalen. De Whammy Ricochet is een polyphonic pitch-shifter zonder expressiepedaal. Naast het selecteren van verschillende toe te voegen intervallen heeft het pedaal ook een stand voor akkoorden en het Whammy-achtige glitch. De Dirty Robot is een mini synth met twee standen, waarvan je de klank met zeven regelaars naar smaak kan vormgeven. Voor wie de 75th Anniversary John Lennon gitaar die Martin op de NAMM presenteerde te frivool vindt, brachten ze een tweede versie naar de Musikmesse. Met een standaard slagplaat en rosette valt deze sitka/ palissander dreadnought een stuk minder op. Daarnaast werden drie betaalbare Macassar modellen gepresenteerd. Het Grand Performance model heeft een sapele top en een zij- en achterblad van HPL (high pressure laminate) met Macasser uiterlijk. Er is ook een dreadnought met sapele top en een dreadnought met cutaway en sitka top. Yamaha verraste met het TransAcoustic systeem dat vanaf dit jaar in L-serie gitaren is te vinden. Het systeem kan reverb en chorus toevoegen zonder dat je de gitaar hoeft in te pluggen. Hiervoor verantwoordelijk is een inwendig apparaatje dat reageert op de snaartrillingen. Vervolgens voegt

www.meetmusic.com

Dans la série Cube, Roland a ajouté le CUBE Street EX PA Pack, une sono de 100 watts à 8 entrées. Quant à Digitech, deux nouvelles pédales ont été présentées. La Whammy Ricochet est un pitch-shifter polyphonique sans pédale d’expression. En plus d’ajouter une sélection de différents intervalles, la pédale possède aussi une position pour les accords et une autre pour le “glissement Whammy” caractéristique. Par ailleurs, le Dirty Robot est un mini synthé à deux voix et dont le son s’ajuste via 7 réglages, selon vos desideratas. Pour ceux qui ont trouvé trop frivole la présentation au NAMM Show de la guitare ‘75th Anniversary John Lennon’, Martin avait amené une deuxième version à la Musikmesse. Sa plaque de protection et sa rosace étaient ‘standard’, et donc, cette dreadnought aux essences de d’épicéa de Sitka et de palissandre se faisait nettement moins remarquer ... Trois modèles Macassar - financièrement accessibles - furent aussi présentés. Le modèle ‘Grand Performance’ possède une table d’harmonie en sapelli, le fond et les éclisses étant en HPL (high pressure laminate), avec une face externe d’aspect Macassar. Nous avons également vu une dreadnought avec une table en sapelli et une autre dreadnought avec un pan coupé et une table en épicéa de Sitka. Yamaha a surpris son monde : à partir de cette année, leur système TransAcoustic se retrouve dans toutes les guitares de la série L. Ce système ajoute de la réverbe et du chorus sans que l’on ait besoin de brancher la guitare : la responsabilité de ce phénomène incombe à un petit appareil interne qui réagit aux vibrations des cordes. Ensuite, il renvoie lui-même des vibrations vers la table d’harmonie qui permettent de faire entendre les effets en question. www.yamaha.com

INSTRUMENTS À CLAVIER Le créateur de boucles (‘looper’) Roland/Boss RC-202 est basé sur le modèle Raptor Custom-505, déjà existant,

MEET MUSIC MAGAZINE 2016/326

Mini Monsters ESP stand

Yamaha stand

het zelf trillingen toe aan het bovenblad voor de genoemde effecten. www.yamaha.com

KEYBOARD INSTRUMENTS De Roland/Boss RC-202 loopstation is gebaseerd op de bestaande RC-505 en is bedoeld om met de hand bediend te worden. Hij heeft twee stereosporen, elk met eigen bedieningselementen, 64 geheugenplaatsen voor loops, een xlrmic-input met fantoomvoeding, een instrumentingang en een aux-input. Er zijn vier effecten voor de input en vier voor de opgenomen frases, waaronder delay, ringmodulator, beatslicer en -filter. Zeventien ritmes zijn ingebouwd en via de usb-aansluiting kun je audio met je computer-daw uitwisselen.

The Peavey Classic® 20 MH, 6505® MH , and ValveKing® MH Mini Heads authentically produce the legendary tones of their iconic big brothers in a small, portable package. These amps boast modern features like the USB record output, a plug and play port that allows the amps to be used as an audio interface into your favorite recording software.

Bij Studiologic zagen we een nieuwe uitvoering van de Sledge 2.0 synthesizer in zwart en met een opvallend zwart/grijs toetsenbord. Ook intern is het keyboard aangepakt; er zit een weighted hammer mechanisme in dat beter bespeelbaar is. Daarnaast zijn nieuwe samples, modulatiemogelijkheden en sounds toegevoegd. Aodyo Instruments presenteerde de Theresyn, een kruising tussen een synth en een Theremin. Het werkt als een theremin, maar heeft een extra touchpad

Stop by your authorized Peavey dealer or visit us online to learn more today!

w w w . p e a v e y . c o m Distribution for Belgium, Luxembourg and the Netherlands: MUSIK MEYER BENELUX · Division of MUSIK MEYER GmbH Industriestraße 20 · 35041 Marburg (Germany) | www.musik-meyer-benelux.com

MEET MUSIC MAGAZINE 2016/326

Events CHAPEAU

>> voor meer expressiemogelijkheden. De Theresyn heeft een zeer complete, ingebouwde analoge synthesizer maar kan ook externe synths aansturen. Deze synth is gemaakt door Yves Usson, ontwerper van de Arturia MicroBrute en MiniBrute. De opvallende behuizing is gemaakt van heel oud hout, compleet met gaatjes van houtwormen. Het instrument ziet eruit als een echt stukje antiek. De Korg XVP-20 borduurt voort op de succesvolle XVP-10. Deze voetcontroller kun je gebruiken voor stereo audiosignalen of als expressiepedaal voor synths, stagepiano’s, combo-orgels en controllerkeyboards. Op een aantal punten zijn verbeteringen doorgevoerd. Zo is de interne overbrenging veel fijner, wat voor een vloeiender bediening zorgt. De behuizing werd compacter en door het gebruik van aluminium tegelijkertijd steviger. Boven- en onderzijde zijn nu voorzien van rubber oppervlakken, waardoor zowel het regelpedaal zelf als de basis meer slipvast is.

DRUMS & PERCUSSION Roland introduceerde twee nieuwe pedalen: de KT-9 kicktrigger, een wat minder zwaar uitgevoerde variant op het KT-10 pedaal en de FD-9, een hihatpedaal gebaseerd op hetzelfde principe. Nord introduceerde de Norddrum 3P, die eigenlijk een combinatie is van de Norddrum 2 en de bijbehorende control pad. Nu heb je dus de sounds van de module gecombineerd met de zes slagvlakken, en dat is eigenlijk wel zo handig. Ten opzichte van de Norddrum 2 heeft het ding nieuwe presets, een nieuwe Reverb en Delay en een veel gebruikersvriendelijker interface De Mogees zijn een soort triggers die je op ieder willekeurig item kunt plakken om er een instrument van te maken. Het doet een beetje denken aan wat Korg deed met de Wavedrum mini. De Mogees werken met slimme software op je telefoon of tablet, en er is ook een plugin voor bijvoorbeeld Cubase, Logic of Ableton. Masterwork bracht de ongeschoren Verve bekkenserie na een paar jaar afwezigheid weer terug.

et il est destiné à être manipulé à la main. Il possède deux pistes stéréo, chacune avec ses propres commandes, 64 emplacements de mémoire pour les boucles, une entrée XLR pour un micro avec alimentation fantôme, une entrée instrument et une entrée auxiliaire. On dispose de 4 effets pour l’entrée et de 4 autres pour les phrases enregistrées, dont le retard, le modulateur en anneaux, le ‘beatslicer’ et le ‘beatfilter’. Dix-sept rythmes sont à bord de l’appareil, et via une connexion USB, on est à même d’échanger des informations audio avec le software DAW d’un ordinateur. Chez Studiologic, nous avons découvert une nouvelle version du synthé Sledge 2.0, en noir et avec un clavier qui se distingue par ses couleurs : noir et gris. Mais il y a aussi des choses intéressantes à l’intérieur : ainsi, le clavier est basé sur un mécanisme lesté, à marteaux, afin d’améliorer les sensations du musicien. De plus, il y a du nouveau au niveau des échantillons, des possibilités de modulation et des sons eux-mêmes. Passons à Aodyo Instruments, qui présentait son Theresyn, une sorte de croisement entre un synthé et un Theremin. L’instrument fonctionne comme un Theremin, mais il a un ‘touchpad’ supplémentaire afin d’être plus expressif. Le Theresyn renferme un synthé analogique très complet, mais il peut aussi piloter des synthés externes. Cet appareil a été conçu par Yves Usson, le concepteur des Arturia MicroBrute et MiniBrute. Le boîtier, impossible à ne pas remarquer, est complètement construit en très vieux bois, et même avec de petits trous dus aux ... vers ! Du coup, l’instrument paraît vraiment être une antiquité ! Le Korg XVP-20 est basé sur le XVP-10, qui continue donc à se décliner suite à son succès retentissant. Ce contrôleur à pied s’utilise pour des signaux audio stéréo, ou comme pédale d’expression pour des synthés, des pianos et des orgues de scène, ainsi que pour des contrôleurs de claviers. Des améliorations ont été effectuées sur un certain nombre de points : par exemple, la transmission interne est beaucoup plus performante, ce qui permet un usage beaucoup plus fluide de l’appareil. Le boîtier est devenu plus petit, et en même temps plus lourd à cause du recours à l’aluminium. Les faces supérieure et inférieure comportent maintenant des surfaces en caout-

Award winners MIPA & PIPA

www.meetmusic.com

MEET MUSIC MAGAZINE 2016/326

chouc, ce qui permet à la pédale de réglage et à la base de l’appareil d’être beaucoup moins glissantes.

BATTERIE & PERCUSSIONS Roland a présenté 2 nouvelles pédales : la pédale de grosse caisse KT-9, une variante de la KT-10, mais un peu moins lourde, et la FD-9, une pédale de charley basée sur le même principe. Nord a lancé son Norddrum 3P, qui est en fait une combinaison entre le Norddrum 2 et le module de contrôle qui lui est dédié. A présent, on dispose donc des sons de ce module qui “desservent” les 6 surfaces de frappe, et c’est vraiment très pratique ! Par rapport au Norddrum 2, il y a de nouvelles présélections, de nouveaux effets de réverbe et de retard, et l’interface est beaucoup plus facile d’emploi. Les Mogees sont une sorte de petits déclencheurs que l’on peut coller sur n’importe quel objet au hasard et en faire un instrument de musique ! Cela fait un peu penser à ce que Korg avait fait avec son Wavedrum Mini. Ces Mogees fonctionnent avec un software intelligent chargé dans votre téléphone ou votre tablette, et il y a aussi des plug-ins, par exemple, pour Cubase, Logic ou Ableton. Quant à Masterwork, il a remis dans son catalogue, après quelques années d’absence, la série Verve, des cymbales non polies.

MIPA AWARDS 2016 Een lange traditie tijdens de Musikmesse vormen de MIPA awards (Musikmesse International Press Award). Honderd tijdschriften wereldwijd kiezen welke producten in diverse categorieën de titel ‘Beste product van het jaar’ verdienen. Hieronder een lijst van de voor Meet Music Magazine relevante categorieën. De winnaars van de PIPA Awards (Prolight + Sound International Press Award) vind je in het Pro Sound & Light deel van dit dit magazine. De complete lijst kun je vinden op de MIPA-website.

MIPA AWARDS 2016 Les MIPA awards (Musikmesse International Press Award) ont derrière eux une longue tradition dans le cadre de la Musikmesse. Une centaine de magazines de par le monde choisissent quels sont les produits, dans diverses catégories, qui méritent le titre de “Meilleur Produit de l’Année”. Vous trouverez donc ci-dessous une liste en rapport avec les sujets traités par Meet Music Magazine. Quant aux vainqueurs des PIPA Awards (Prolight + Sound International Press Award) , retournez ce magazine dans l’autre sens, et retrouvez-les dans la partie Pro Sound & Light de cette édition. Si vous désirez consulter la liste complète, vous la trouverez sur le site des MIPA, www.mipa-award.de .

MIPA AWARDS 2016 •B est innovative product (Musical Instruments): Roli Seaboard •E lectric Guitar: Yamaha Revstar Series •A coustic Guitar: Taylor 562ce 12-Fret 12-String • Guitar Amp: Marshall Astoria Series | Roland Blues Cube Hot Yamaha THR100H Dual • Guitar Effects: Strymon Deco • Guitar Accessories: D´Addario NYXL Strings • AcousticGuitarAmp: Fender Acoustic Pro • Bass Amplification: Ampeg Portaflex PF-20T • Electric Bass: Ibanez SRFF805 • Acoustic Bass: Riversong Graduated Long Scale Bass • Acoustic Drums: Yamaha New Recording Custom Drums • Cymbals: Zildjian A Avedis Collection • Drum Accessories: Remo Silent Stroke Practice Pad • Electronic Drums: Roland EL Cajon • Percussion Instrument: LP RAW Instruments • Synthesizer (Hardware/Software/Workstations): Arturia MatrixBrute • Arranger Workstation: Yamaha Montage • Software Instruments/Libraries: Waldorf Nave • Stage Keyboards (Organ, Pianos etc.): Nord Piano 3 www.mipa-award.de

MEET MUSIC MAGAZINE 2016/326

www.meetmusic.com

GUITAR

Ibanez Talman TM1702M & electric guitars

Gertjan Smit

TM 1702M

De Ibanez Talman is terug – en hoe! We keken naar twee uitvoeringen met verschillende elementconfiguraties. In 1994 introduceerde Ibanez de Talman serie. Met een bodyvorm die wel wat weg heeft van een Fender Jaguar of Jazzmaster, was dit model vooral populair bij indierockers en punkers, waarvan Noodles van The Offspring de bekendste gebruiker was. Echter na een paar jaar, in 1998, stopte Ibanez alweer met de productie. Eind vorig jaar werd de serie opnieuw tot leven gewekt. Wij kregen twee modellen uit de in Japan gemaakte Prestige serie: de TM1702M (€ 1388,-) met een Tele-elementconfiguratie en de TM1730M (€ 1388,-) met een Strat-combinatie. CONSTRUCTIE De basis voor beide modellen is hetzelfde: een elzenhouten body en een esdoorn hals met dito toets die is voorzien van 22 medium frets. Bij de TM1702M is dankzij de transparante sunburst finish duidelijk te zien dat de body uit drie delen bestaat. De body van de TM1730M zit verstopt onder een witte laklaag, maar ik ga er van uit dat deze ook uit meerdere delen bestaan. De matte finish van de hals in combinatie met de volle C-vorm (die wat vlakker wordt, meer een D, naarmate je hoger op de hals komt) maakt de

www.meetmusic.com

L’Ibanez Talman est de retour - et comment ! Nous jetons aujourd’hui un coup d’œil sur deux versions qui diffèrent par la configuration de leurs micros. En 1994, Ibanez avait lancé sa série Talman, dont la forme du corps faisait un peu penser à des modèles Fender, tels que la Jaguar et la Jazzmaster. Ce modèle était devenu populaire grâce à des ‘indierockers’ et des ‘punkers’, dont l’utilisateur le plus connu n’est autre que ‘Noodles’, du groupe Offspring. Pourtant, après quelques années, en 1998, Ibanez en stoppait déjà la production ... Mais à la fin de l’année passée, la série était ressuscitée. Nous avons reçu en test deux modèles de la série Prestige, qui est produite au Japon : la TM1702M (1.388 euros), dont la configuration des micros est celle d’une Telecaster ; et la TM1730 (1.388 euros), dont la configuration équivaut à celle d’une Stratocaster. CONSTRUCTION La base des deux modèles est la même : un corps en aulne et un manche en érable avec une touche de même essence qui porte 22 frettes de taille moyenne. Sur la TM1702M, grâce à sa finition en sunburst transparent, on voit clairement que le corps de l’instrument se compose de trois parties. Tandis que le corps de la TM1730 est dissimilé par une couche de couleur blanche ... mais sur base de

MEET MUSIC MAGAZINE 2016/326

TM1730 l’autre modèle, je pense que son corps doit lui aussi se composer de plusieurs parties. La finition matte du manche, combinée à sa forme en C - forme qui évolue vers un D au fur et à mesure qu’on “monte” vers les aiguës - ont pour résultat que le confort de jeu est excellent. Et grâce au talon arrondi et à la profonde échancrure du corps, même les aiguës les plus hautes sont facilement accessibles. Les micros sont en provenance de l’écurie Seymour Duncan : La TM1702M est équipée d’un set d’Alnico II Pro et la TM1730, de trois micros de type Five-Two. Les deux guitares ont des réglages généraux pour le volume et la tonalité, plus un sélecteur de micros, respectivement à trois et à cinq positions. Ajoutons que la TM1702M possède un chevalet moderne de type Telecaster, alors que la TM1730 est équipée d’un système de tremolo ‘vintage’. Enfin, les mécaniques autobloquantes viennent de la firme Gotoh, et elles maintiennent parfaitement l’accordage de nos deux Talmans. Les deux guitares sont livrées dans un coffre “en dur” de grand luxe. espeelbaarheid erg comfortabel. En dankzij de afgeronde hiel en diepe cutaway b zijn de hoge posities gemakkelijk bereikbaar. De elementen zijn van Seymour Duncan. De TM1702M heeft een setje Alnico II Pro’s en de TM1730M drie Five-Two elementen. Beide gitaren hebben masterregelaars voor volume en toon en respectievelijk een drie- en vijfstandenschakelaar. De TM1702M heeft verder een moderne Telecastertype brug terwijl de TM1730M is voorzien van een vintage tremolosysteem.

SON Non amplifiées, les deux guitares ont un son ouvert, avec beaucoup de résonance et un bel équilibre. Et il y a bel et bien une différence, bien qu’assez subtile, entre les deux modèles : le modèle Tele a un son plus “massif ”, ce qui est vraisemblablement dû au fait que sur le modèle Strat, on doit enlever plus de bois pour y loger le tremolo. Une fois qu’on les branche, on retrouve la même vivacité. Le micro chevalet de la TM1702M présente un ‘twang’ aussi caractéristique qu’agréable : tous les

TM1730

MEET MUSIC MAGAZINE 2016/326

www.meetmusic.com

>> De Gotoh lockingtuners, tot slot, houden de Talmans prima op stemming. Beide gitaren worden geleverd in een luxe hardcase. GELUID Onversterkt klinken beide gitaren open en resonant met een mooie balans. Er is wel een subtiel verschil tussen de twee. Het ‘Tele’-model klinkt iets massiever, wat waarschijnlijk toe te schrijven is aan het feit dat er bij het ‘Strat’-model meer hout is weg gefreesd voor het tremolosysteem. Eenmaal ingeplugd horen we dezelfde levendigheid terug. Het brugelement van de TM1702M heeft een lekkere twang en alle countrylicks, double-stop bends en banjo-rolls springen eruit. Maar met een behoorlijke dosis overdrive of distortion kan hij ook behoorlijk rocken. Het halselement blijft wat achter: het heeft een beetje een dof en dozig karakter, zeker in vergelijking met de felheid van het brugelement. Maar dit is een bekende Tele-kwaal. Het is geen slecht geluid, maar als je gewend bent om veel tussen je elementen te schakelen om te wisselen van geluid, moet je hier wel rekening mee houden. Mede dankzij het setje Five-Two elementen klinkt de TM1730M lekker gebalanceerd. Door de combinatie per element van alnico II magneten voor de hoge snaren en alnico V’s voor de lage wordt het geluid minder schel in het hoog en houd je een strak en vol laag. De gitaar klinkt precies zoals je verwacht. Het halselement is krachtig en vol en zorgt met een lichte crunch voor een heerlijke bluesy sound. De tussenstandjes hebben die typische nasale kwaak en ook het brugelement levert veel bruik bare geluiden op. De Five-Two blijkt hier een perfecte keuze. Het brugelement van een Strat-type gitaar kan soms iel en schel aandoen, maar daar heeft de TM1730M dus geen last van. En ook hier overtuigende rockgeluiden als je de gain wat verder opendraait. Kortom: een moderne en veelzijdige Strat-achtige gitaar. Van de tremolo hoef je geen wonderen te verwachten. Standaard staat deze strak tegen de body afgesteld, maar ik kon het toch niet laten hem zwevend af te stellen zodat je tonen ook iets omhoog kunt buigen. Zo kun je er toch, binnen de grenzen van het systeem, bruikbare geluiden uithalen. Denk hierbij aan het subtiele gebruik van David Gilmour of Hank Marvin, maar ook Jeff Beck-achtige trucjes zijn goed te doen. Het enige minpuntje vond ik dat de tremolo vrij licht aanvoelt en er geen extra veren zijn meegeleverd om de spanning te verhogen voor een stabielere feel. CONCLUSIE Als je op zoek bent naar een moderne Strat- of Tele-type gitaar dan zijn de TM1702M en TM1730M goede alternatieven om naar te kijken. Ze kunnen zich in kwaliteit, geluid en bespeelbaarheid direct meten met bijvoorbeeld de Fender USA Standard serie. De afwerking is zoals we mogen verwachten van de Prestige serie, het vakmanschap straalt eraf. Verder zijn het net als hun voorbeelden breed inzetbare gitaren. Door de afwijkende vorm vallen ze echter meer op en zien er wat frisser uit. Ideaal als je in dat opzicht net even iets anders wilt.

www.meetmusic.com

licks country, les bends à deux notes et les rolls de style banjo “sortent tous seuls” ! Ceci dit, avec un taux de distorsion raisonnable, on peut aussi faire du rock tout à fait présentable. Le micro manche est un peu moins convaincant : il a un caractère un peu sourd, comme s’il était dans une petite boîte, en tout cas si on le compare à la “pêche” du micro chevalet. Mais c’est un défaut bien connu des Teles : ce n’est pas un “mauvais son” en soi, mais si vous avez l’habitude de changer de micro pour avoir un son différent, il faut prendre cette caractéristique en considération. Passons à la TM1730 : grâce à ses micros de type Five-Two, elle possède un son agréablement équilibré : en associant pour chaque micro de l’Alnico II pour les cordes aiguës et de l’Alnico V pour les basses, le son est moins criard dans les aiguës, et on conserve ainsi des sons graves bien fermes et pleins. Cette TM1730 vous “donne” exactement le son qu’on attend d’elle. Le micro manche est puissant, et en lui appliquant un léger crunch, on aboutit à un son blues magnifique. Les positions intermédiaires du sélecteur font entendre leur son “nasal” typique, et le micro chevalet propose lui aussi quantités de sons intéressants. Les Five-Two semblent donc être le choix parfait pour cet instrument. A noter que le micro chevalet d’une guitare de type Strat peut parfois sembler grêle et perçant, mais cette TM1730 ne souffre pas d’un tel défaut. Et ici aussi, quand on “pousse” le gain un peu plus, des sons de rocks très convaincants sont au rendez-vous. Bref : voici une guitare de type Strat, à la fois moderne et polyvalente. Ne vous attendez pas à des miracles de la part du tremolo : en usine, il est réglé contre le corps, et je ne suis pas arrivé à le régler pour qu’il soit en position “flottante”, pour pouvoir aussi “tirer” vers le haut. Néanmoins, en acceptant les limites d’un tel système, on peut en tirer des sons tout à fait utiles. On pense ici à une utilisation plutôt subtile, comme le font par exemple David Gilmour et Hank Marvin, mais même des petits “trucs” à la Jeff Beck sont eux aussi accessibles. Le seul point négatif que j’aie à signaler, c’est que ce tremolo semble très “léger”, et il n’y a pas de ressorts supplémentaires à la livraison pour augmenter la tension et assurer une meilleure stabilité. CONCLUSION Si vous êtes à la recherche d’une guitare moderne, de type Strat ou Tele, la TM1702M et la TM1730 sont de bonnes alternatives à prendre en considération. Elles peuvent sans problème se mesurer, par exemple, à la série Fender USA Standard, et ce, tant au niveau de la qualité que du son et du confort de jeu. La finition est celle que nous étions en droit d’attendre de la série Prestige, ces instruments “irradient” vraiment le savoir-faire de leurs artisans ! Et en plus, tous comme leurs modèles, ces guitares peuvent être utilisées dans d’innombrables situations. Grâce à leur forme un peu particulière, on les remarque plus aisément et leur look produit un “coup de fraîcheur” ! C’est évidemment l’idéal si vous désirez justement quelque chose d’un peu ... différent.

MEET MUSIC MAGAZINE 2016/326

BASS

Warwick LWA 500 bass amp

Met de LWA 500 heeft Warwick een goed ogende versterker in huis die haast niets weegt, die voldoende vermogen heeft voor bijna elke situatie en die ook nog eens aantrekkelijk geprijsd is. Hebben de Duitsers hier een winnaar? Bij Warwick krijgt lichtgewicht een nieuwe standaard. De eerste keer dat we de ruim een kilo wegende LWA 500 (€ 647,-) op een beurs oppakten, dachten we even met een lege behuizing te maken te hebben, maar er zat echt elektronica in! Er is een tasje verkrijgbaar, maar deze amp past in het voorvak van iedere gigbag. Laten we alle functies eens doornemen. Voor zien we na een enkele instrumentingang, van links naar rechts een gainknop en een mute, beide met controlelampje, gevolgd door een 4-bands equalizer. De draaiknop voor de compressor wordt geflankeerd door de aan/uitschakelaar en de volumeknop. Helemaal rechts zien we nog aansluitingen voor een mp3-speler en een koptelefoon en het geheel is sfeervol blauw verlicht. FIJN EN BRUIKBAAR Ook achterop is het druk. Na een aan/uitschakelaar zien we een gecombineerde tuner/lijnuitgang met keuzeschakelaar en een effectloopaansluiting met een draaiknop om de hoeveelheid effect in je signaal te bepalen. Er wordt een speciale Y-kabel meegeleverd om effecten aan te sluiten. Vervolgens heeft de LWA 500 een DIuitgang en een gecombineerde speakon/jack-speakeraansluiting. De DI-uit heeft twee kleine schakelaars voor pre/post EQ en groundlift. Allemaal zeer fijne en bruikbare functies voor de live spelende muzikant. GETEST We proberen de dwerg op een 2x12 kast van 4 ohm, zodat de versterker de volle 500 watt levert. Met een 8-ohm kabinet zal het ongeveer de helft zijn. Duidelijk is dat we meer dan genoeg vermogen hebben om het in een behoorlijk stevige band vol te houden. Een 250watt versterker kan net aan de lichte kant zijn voor een rockband, maar ook over een 8-ohm 4x10 kast verplaatst het kastje meer dan genoeg lucht voor de meeste situaties. De sound is clean, maar niet typisch Duits-clean. Waar sommige highend merken nogal klinisch klinken, heeft de LWA 500 een mooi rond en

www.meetmusic.com

Chris Dekker

Voici le LWA 500, de Warwick : un ampli plaisant à regarder, au poids négligeable, mais néanmoins détenteur d’une puissance suffisante pour faire face presqu’à n’importe quelle situation. Et tout cela, à un prix attractif ! La firme allemande a-t-elle conçu un ‘winner’ ? Chez Warwick, les poids-plumes ont leur nouveau standard : le LWA 500 (647 euros). Anecdote : la première fois que nous l’avons pris en main lors d’une foire, nous avions cru avoir affaire à un boîtier de démonstration. Vide, quoi ! Mais non : il y avait bien de l’électronique à l’intérieur ... Une housse est disponible, mais à quoi bon ? Cet ampli trouvera aisément place dans n’importe quel recoin de votre sac de matériel. Bon, passons maintenant en revue toutes les fonctions proposées ... En face avant, après une entrée instrument unique, nous avons, de gauche à droite, un potentiomètre de gain et un inverseur ‘Mute’, tous deux avec une LED de contrôle, suivis d’une égalisation à quatre bandes. Vient ensuite le potentiomètre de compression et son interrupteur, et enfin, le bouton de volume. Tout à fait à droite, il y a aussi deux connexions : une entrée pour un lecteur de MP3, et une sortie casque. Tout le panneau des commandes est nimbé d’une lumière ambiante bleue. INTÉRESSANT ET UTILE Et en face arrière, même topo : il y a du monde ! Après l’interrupteur de mise sous tension, il y a une sortie combinée accordeur / ligne avec son inverseur pour choisir, et une connexion pour boucle d’effets associée à un potentiomètre pour doser le taux d’effet dans le signal. Un câble spécial en Y est livré pour y brancher des effets. Ensuite, le LWA 500 est muni d’une sortie de direct (DI), et d’une sortie haut-parleur au format combiné

MEET MUSIC MAGAZINE 2016/326

organisch geluid waarbij je bas toch volledig tot zijn recht komt. Dit betekent meteen dat de versterker een mooie basis is voor het gebruik van effecten. CONCLUSIE De LWA 500 is licht, compact en het heeft alle benodigde functies voor de optredende bassist. Heb je meer kanalen nodig, dan is de grotere LWA 1000 wellicht jouw keus en als je een echte rock ‘n’ roll-amp zoekt met een ingebouwd randje, dan moet je verder kijken naar merken als Orange, Ampeg of Ashdown. Zoek je een goed klinkende, compacte amp met een eerlijk geluid en meer dan genoeg vermogen, dan mag deze zeker op je uitprobeerlijstje.

Speakon / jack. La sortie DI est complétée par deux petits inverseurs : un pour une égalisation ‘Pre’ ou ‘Post’, et l’autre, pour la mise à la terre. Toutes ces fonctions sont à la fois intéressantes et utiles pour le musicien qui joue sur scène. LE TEST ... Nous avons testé cet ampli ... nain avec une enceinte de type 2 x 12” de 4 ohms, de manière à ce que l’ampli puisse libérer ses 500 watts sans retenue. En effet, avec une enceinte sous 8 ohms, la puissance ne serait qu’environ de moitié. Il est clair que l’on dispose de plus qu’assez de puissance pour “tenir le coup” à l’aise au sein d’un groupe qui joue déjà très fort. Un ampli de 250 watts est un peu “limite” pour un groupe de rock, mais avec une enceinte de 4 x 10” sous 8 ohms, l’ampli déplace quand même suffisamment d’air pour être à la hauteur dans la plupart des situations. Le son est très “propre”, mais ce n’est pas le son typiquement “propre à l’allemande” : là où des marques de grand renom ont un son presque “clinique”, ce LWA 500 “balance” un son bien rond et organique qui permet de rendre justice à votre basse. Cela signifie aussi que cet ampli est une bonne base pour utiliser des effets. CONCLUSION La LWA 500 est léger, compact et il dispose de toutes les fonctions nécessaires au bassiste qui monte régulièrement sur scène. Si vous avez besoin de plusieurs canaux, le LWA 1000 sera peut être un meilleur choix pour vous, et si vous recherchez un “vrai” ampli pour le Rock’n’Roll avec un petit côté “salasse”, il vous faudra plutôt chercher du côté de marques comme Orange, Ampeg ou Ashdown. Par contre, si ce que vous cherchez, c’est un ampli qui “sonne” bien, qui est compact, qui a un son “fidèle” et plus de puissance qu’il n’en faut, cet ampli devrait figurer en bonne place dans votre liste ...

DRUMS & PERCUSSION

LP Raw percussion

Janco van der Kaaden

Trommelen, maar niet op trómmels, is hip. Op de social media struikel je erover: straatdrummers die snelle dancebeats op emmers spelen, jongetjes die op ijzeren tandwielen drummen en vergeet de Cup Song niet. Heb je toevallig geen verzameling emmers klaarstaan en ben je geen fanatieke knutselaar, dan kun je bij Latin Percussion terecht: een nieuwe lijn ‘trashy’ instrumenten onder de naam LP Raw. Als eerste zijn er drie drums die op het eerste gezicht aan een aluminium surdo doen denken; de Street Cans. Er zijn echter flinke verschillen: er is geen ondervel en de ketel is gemaakt van staal. Dat zie je in het forse gewicht van rond de 10 kilo dan ook meteen terug. LP maakt ze in 14”, 16” en 18”. De uitvoering is zoals we van LP gewend zijn: alles is keurig afgewerkt – ook van binnen – en de hardware is bijzonder stevig te noemen. Het uiterlijk is lekker ruig, met brede felsnaden en een geborstelde finish. Op de Street Cans zit een dubbellaags Remo vel. Alles lijkt dan ook op forse klappen berekend te zijn. Dan krijg je iets te horen wat je het beste als ‘een schokkende donderklap’ kunt omschrijven. Een ongelofelijke bak laag en behoorlijk veel sustain. Lekker om Braziliaanse surdo-patroontjes op te spelen, als je ze alle drie hebt staan. Dan kan je ‘melodietjes’ maken. Maar een losse Street Can kan als floortom ook prima meekomen. Wil je cascara’s spelen op de zijkant, dan moet je behoorlijk doormeppen: deze degelijke ketels klinken een stuk droger dan echte timbales. AANKLIKKEN Om de sound van je Street Cans een beetje uit te breiden komt LP met drie slimme beugeltjes die je aan de spanrand kunt klikken. LP heeft ze Sound Enhancers gedoopt en ze zijn er in drie varianten: Snare, Shaker en Jingle. Ze doen precies wat je ervan verwacht, namelijk bij elke klap mee rammelen. Je kunt uiteraard ook shakers of tamboerijnen gewoon op je trommels leggen, maar dit is een nettere versie; scheelt geklooi met gaffa-tape en je dempt het vel niet. Voor de prijs van ruim 20 euro hoef je het niet te laten. Ga je de Sound Enhancers combineren in je set-up, dan blijkt de Jingle-versie eigenlijk met alle drums in de wijde omgeving mee te doen, dus dat is iets om mee te rekenen. Een schroefje om de Enhancers vaster of losser te laten rammelen is er helaas niet. Ze passen op alle reguliere spanranden, zoals van snaredrums, toms of timbales. Op zich had ik het snarenmatje ook graag eens op een djembe of bongo gemonteerd, maar die hebben een lage spanrand en daar past de Sound Enhancer niet op. Konden ze op een standaard percussie-pin gemonteerd worden, dan waren de mogelijkheden meteen een stuk ruimer. Misschien een idee voor de tweede generatie. VEELZIJDIG Een ding met extreem ruime mogelijkheden is de Trash Snare. Het ziet er simpel genoeg uit: een vuilnisbakkendeksel met een vel erop en een handvol korreltjes erin gestrooid.

Jangle Bell

Potz

Jouer du tambour, oui, mais pas sur des tambours, voilà qui est à la mode ! Cela «défile» sur les réseaux sociaux : des musiciens de rue qui jouent des baguettes ... sur des seaux à un rythme endiablé, des jeunes qui tapent ... sur des roues d’engrenages, sans oublier le ‘Cup Song’ (NdT : chant avec rythme à l’aide d’un gobelet en plastique). Si par hasard, vous n’avez pas une collection de seaux prête à l’emploi et que vous n’avez rien d’un bricoleur, Latin Percussion est là pour vous aider : voici une nouvelle ligne ‘trash’ d’instruments, sous le nom de ‘LP Raw’. Tout d’abord, il y a 3 tambours qui, à première vue, font penser à un surdo en aluminium : les Street Cans. Mais … il y a aussi de fameuses différences : il n’y a pas de peau de résonance et le fût est en acier. Cela se remarque immédiatement au poids important, qui avoisine les 10 kilos. LP les fait en 14”, 16” et 18”. Leur exécution est celle à laquelle LP nous a habitués : tout est soigneusement fini - même à l’intérieur aussi - et les matériaux peuvent être qualifiés de solides. L’aspect extérieur est “agréablement grossier”, avec de larges jointures et une finition brossée. Sur les Street Cans, la firme a posé des peaux Remo à double couche. Tout semble donc aussi calculé pour résister à des frappes particulièrement “lourdes”. Vous entendez alors ce que l’on pourrait au mieux qualifier d’un “coup de tonnerre qui vous fait sursauter” : une incroyable dose de basses et un sustain assez long. C’est l’idéal pour jouer des figures de surdo brésilien quand on a la chance d’avoir ces 3 tambours devant soi. On peut ainsi créer de petites mélodies ... Mais un Street Can séparé peut aussi très bien convenir en tant que floortom. Si vous voulez jouer des cascaras sur le côté du fût, il faut alors taper assez fort : ces solides fûts ont un son nettement plus sec que des vraies timbales. ACCESSOIRES À CLIPSER Pour faire varier quelque peu le son de ces Street Cans, LP a imaginé 3 petits accessoires que l’on peut clipser au bord du cercle d’un fût. LP les a appelés les Sound Enhancers, et ils sont donc au nombre de 3 : Snare (un timbre (ressort) semblable à celui d’une caisse claire), Shaker (ici, pas besoin d’un dessin !) et Jingle (cymbalettes semblables à celles d’un tambourin). Et ils font exactement ce que l’on attend d’eux, à savoir, émettre un bruit de ferraille à chaque frappe. Bien entendu, vous pouvez tout aussi bien poser des shakers ou des tambourins sur vos fûts, mais ces accessoires sont plus agréables : cela vous évite un bricolage d’amateur avec de la bande adhésive et cela n’assourdit pas le son de la peau. Pour ce prix - environ 20 euros - il n’y a pas à hésiter ! Si vous envisagez donc d’introduire ces Sound Enhancers dans votre set up, l’accessoire Jingle semble en fait s’adapter à n’importe quel environnement, c’est un point dont il faut tenir compte. Malheureusement, il n’y a pas de vis de serrage pour permettre à ces Enhancers de vibrer plus ou moins fort. Ils se fixent sur tous les types habituels de cercles, comme ceux des caisses claires, des toms ou des timbales. En soi, cela m’aurait plus de pouvoir mettre un timbre de caisse claire sur un djembé ou sur des bongos, mais leur cercle est très plat, et il est impossible d’y fixer un Sound Enhancer. S’ils pouvaient être montés sur une tige de percussion standard, les possibilités deviendraient immédiatement beaucoup plus nombreuses. Voilà peut être bien une idée pour la deuxième génération ... POLYVALENCE La Trash Snare est un instrument doté de possibilités extrêmement larges. Son apparence est pourtant très simple : il s’agit d’un couvercle de poubelle

www.meetmusic.com

MEET MUSIC MAGAZINE 2016/326

Sound Enhancer Snare / Shaker

Pak hem op en laat de korreltjes lekker rollen: prima ocean drum. Heb je zin in een workout, dan kun je het hele ding ook als shaker gebruiken. Maar schroef hem ook gerust even op een snare-stand. Dat kan met de vuilnisbak-kant omhoog: nu heb je een aantal gruizige metaalgeluiden tot je beschikking, van het handvat tot de rand. Keer je hem om, dan heb je plotsklaps met een gruizige snaredrum te maken. Bij lage stemming komt er – dankzij de korreltjes – een keigoeie jaren tachtig pOEfff uit het ding. Stem je hem hoog, dan komt er een lekkere timbalesound uit. De korreltjes doen natuurlijk mee. Ga je met je handen slaan, dan gaan die korreltjes ineens veel harder klinken. Met één hand en één stok heb je ineens een trashy repinique voor je neus. Heerlijk. Denk om je vingers. Wil je alles nog wat snariger hebben, dan klik je het meegeleverde snarenmatje op de rand, en je bent klaar voor een stevige junglegroove. Hoe veelzijdig wil je het hebben? PANNEN De Raw-familie heeft ook een paar volledig metalen leden. Zo heeft de klassieke Ridge Rider cowbell een kleine make-over gehad. Er zit een aantal tamboerijnschellen in de opening gemonteerd, die meetrillen met iedere klap. Helaas kunnen ze er ook helemaal uit: dat wordt zoeken naar schellen na het spelen. Eerlijk gezegd weet ik wel andere manieren om een bell en tamboerijn tegelijk te spelen. Met hetzelfde gemak leg je een beatring op je cowbell of zet je er één bij op je mounting pin. Voor wie echt niet zonder kan: het ding is Jangle Bell gedoopt en voor een kleine 80 euro is ie van jou. Echt nieuw aan het firmament zijn de Potz. De naam zegt het al: drie stalen pannetjes van degelijke kwaliteit en het bekende trek-oog voor montage op een pin. Ook al zijn ze klein, het ziet er stoer uit, zo’n bonk staal met een dikke lasnaad rondom. De klank is behoorlijk lang en zuiver. Met stokken komt er vooral een vinnige kenggg uit. Ga je subtieler te werk met mallets, dan komen de Potz beter tot hun recht. Met één hand en één mallet kun je ook nog dempen of een

sur lequel on a posé une peau et dans lequel on a placés une série de petites billes. Prenez-le en main et amusez-vous à faire bouger les billes : magnifique bruit d’océan garanti ! Vous voulez vous faire un peu de muscles ? Alors vous pouvez utiliser la Snare comme un shaker à part entière. Mais pensez surtout à le fixer sur un pied de caisse claire ! Vous pouvez le faire avec le couvercle vers le haut : vous disposez alors de bruits métalliques qui grésillent à qui mieux-mieux, et d epuis la poignée jusqu’au bord, s’il vous plaît ! Retournez-la, et en un clin d’œil, vous disposez de la plus “grésillante” des caisses claires ! En accordage grave, grâce aux billes, on arrive à tirer un son traînant, superbe et tout droit sorti des années 80. En accordage haut, on se retrouve avec un joli son de timbales. Et les billes interviennent évidemment aussi. Si on se met à jouer avec les mains, les billes se mettent immédiatement à faire beaucoup plus de bruit. Avec une main nue et une baguette, on se retrouve tout de suite avec un repinique (tambour b résilien) sous le nez ! Et si on veut un son qui se rapproche encore plus d’une caisse claire, on clipse le timbre de caisse claire >>

Street Cans / Trash Snare / Potz Jangle Bell / Sound Enhancers

MEET MUSIC MAGAZINE 2016/326

www.meetmusic.com

Potz

>> soort wah-effect doen. In deze testset klonk het kleinste potje net wat korter dan zijn grote broers. Dat kan toeval zijn, of echt aan het formaat liggen. De 8” Pot heeft een klein extra randje waar een Sound Enhancer op past, voor extra mogelijkheden. KORTOM De LP Raw-lijn is duidelijk bedoeld voor de drummer die iets anders-dan-anders aan de set wil toevoegen. Over de hele linie zijn het allemaal degelijk gemaakte instrumenten die er hip uitzien. Echt nieuw zijn de Potz en de handige Sound Enhancers. De absolute topper uit de familie is de Trash Snare met zeer veel sounds voor een schappelijke prijs.

Sound Enhancer Jingle

Street Cans • Floortoms en acier à une seule peau. •F inition naturelle avec des touches de noir. •R evêtement des fûts par un coating “poudreux”. •D isponibles en : 14” x 16” ; 16” x 16” ; 18” x 16”. • Voici les prix : € 282,- / € 307,€ 333,- . Sound Enhancers •A joutes qui se fixent sur le bord du cercle grâce à un petit aimant. •O n a le choix entre : Jingle : € 21,50. Shaker : € 23,30. Timbre de caisse claire : € 23,30. Trash Snare •C ouvercle de poubelle en acier pourvu

• • • •

d’une peau de frappe avec de petites billes à l’intérieur. Dimensions : 14” x 4”. Corps : acier galvanisé. Prix : € 120,- . LP Snare Sound Enhancer inclus.

Potz •C asseroles en acier avec adaptateur de montage. • Finition naturelle. •D isponibles en : 4” x 4” ; 6” x 4” ; 8” x 4”. • Prix : € 48,60 / € 55,20 / € 68,30. Jangle Bell •C loche de vache en acier avec cymbalettes de tambourin et un bord de frappe en matière synthétique. • Ouverture : 8” • Prix : € 78,90

livré avec l’instrument : là, on est prêt pour un puissant ‘jungle groove’. Impossible de trouver plus polyvalent !

Street Cans • enkelvellige stalen percussiefloortoms • naturel finish met zwart gepoedercoat ketelbeslag • verkrijgbaar in: 14” x 16”; 16” x 16”; 18” x 16” • prijzen: € 282,- / € 307,- / € 333,Sound Enhancers • add-ons die met een magneetje op de spanrand van je trommel klikken • keuze uit: Jingle: € 21,50 Shaker: € 23,30 Snare: € 23,30 Trash Snare • stalen vuilnisbakdeksel voorzien van slag-

• • • •

vel en gevuld met kogeltjes afmeting: 14”x4” body: gegalvaniseerd staal prijs: € 120,inclusief LP Snare Sound Enhancer

Potz • stalen pannetjes met montageoog • naturel finish • «verkrijgbaar in: 4”x4”; 6”x4”; 8”x4” • prijzen: € 48,60 / € 55,20 / € 68,30 Jangle Bell • stalen koebel met tamboerijnschellen en kunststof slagrand • opening: 8” • prijs: 78,90

www.meetmusic.com

DES CASSEROLES ! La série Raw compte aussi parmi ses membres des instruments “tout-en-métal”. Par exemple, la Ridge Rider - cloche de vache classique - a subi une petite transformation : juste à l’entrée de sa bouche, on a monté un certain nombre de cymbalettes de tambourin qui, naturellement, se mettent en mouvement à chaque frappe. Mais hélas, on ne les entend pas : on cherche leur bruit de sonnette après la frappe ... Franchement, je connais des tas d’autres moyens pour faire entendre en même temps une cloche et un tambourin. C’est aussi facile de poser un ‘beat ring’ sur une cloche ou d’en mettre un sur une tige de percussion. Mais bon, pour celui qui ne peut vraiment pas s’en passer : cet instrument s’appelle le Jangle Bell et coûte environ 80 euros. Par contre, voilà une “vraie” nouveauté au firmament de la percussion : les Potz ! Tout est déjà dit dans le nom lui-même : il s’agit de 3 petites casseroles de bonne qualité, avec la pièce ad hoc pour être montée sur un tige de percussion. Bien qu’elles soient petites, elles sont solides : un bon gros morceau d’acier avec une épaisse soudure qui en fait le tour ! Le son est assez long et pur. Avec des baguettes, le son est assez mordant. Si on passe à un jeu plus subtil avec des mailloches, les Potz tirent beaucoup mieux leur épingle du jeu. Avec une main nue et une mailloche, on peut aussi créer un effet d’assourdissement et générer ainsi une sorte d’effet de wah-wah. Lors de ce test, la plus petite des casseroles avait un son un peu plus court que les 2 plus grands modèles. Cela peut être un hasard ou au format. Le Pot de 8” a un petit côté “salasse”, et pourrait être accompagné par un Sound Enhancer pour augmenter ses possibilités. EN RÉSUMÉ La série LP Raw est clairement destinée aux batteurs qui veulent ajouter quelque chose de vraiment - vraiment ! - différent à leur set. Sur l’ensemble de la série, on peut dire qu’il s’agit d’instruments bien faits et qui ont le vent en poupe. Les vraies nouveautés sont les Potz et les Sound Enhancers, bien pratiques. Mais le “king” incontesté de la “bande”, c’est la Trash Snare, détentrice de nombreux sons pour un prix raisonnable.

MEET MUSIC MAGAZINE 2016/326

Cesar Zuiderwijk’s Music Station en Slagwerkkrant presenteren

Drie dagen lang clinics en privégroepen van o.a. Jason Bittner – Oscar Kraal – Eddy Addai – Bart Vergoossen Cesar Zuiderwijk – Vernon Chatlein – Koen Herfst DrumDrieDaagse Percussie Ensemble ft Martin van Duynhoven Flotsam & Jetsam - en anderen! En de docenten van Music Station en Slagwerkkrant: Olaf Fase, Mark Eeftens, Dennis Boxem, Peter-Jan Eusman, Gerben de Bruijn, Erk Willemsen, Sarah Lavinia Feenstra en Fred Cohen Plus: vrijdagavond sessie met The Smart en zaterdagavond concert Jason Bittner’s Flotsam & Jetsam!

Reserveer nu! Er kunnen maar 72 drummers meedoen. 12-13-14 augustus, Musicon Den Haag, Soestdijksekade 345

DRIE DAGEN DEMO’S EN LESSEN – DRIE DAGEN DRUMMEN Als je je inschrijft voor de DrumDrieDaagse krijg je drie dagen lang lessen, lezingen, lesmateriaal, sessies, lunches en heel veel lol: all-in voor € 245,-. Schrijf je nu in op

www.drumdriedaagse.nl De Drumdriedaagse is een initiatief van

Cesar Zuiderwijk

Musicstation De DrumDrieDaagse wordt mede mogelijk gemaakt door

KEYBOARD INSTRUMENTS

Roli Seaboard Rise 25 keyboardcontroller

Roli baarde dermate veel opzien met haar Seaboard keyboardcontroller dat ze op de Musikmesse werd gekozen tot meest innovatieve instrument van het afgelopen jaar. Wij hebben de Seaboard Rise 25 (€ 888,-) getest. Het Roli Seaboard is een controller die is afgeleid van een normaal keyboard, zoals van een piano of orgel, maar volledig herzien zodat alle nadelen van het standaard toetsenbord omzeild worden. Die nadelen zijn legio. Een piano of orgel is in principe een veel simpeler instrument dan een synthesizer. Probleem vooral is dat als de toets eenmaal aangeslagen is, er een aantal dingen zijn vastgelegd die zich nog maar moeilijk laten veranderen. Dat is bij een viool of hobo bijvoorbeeld niet zo. Na de eerste aanslag staat bij een toetseninstrument vast om welke toon het gaat, hoe hard die klinkt en hoe die klinkt. Bij een orgel kun je nog wel wat sjoemelen door met het volumepedaal te spelen en aan de registers (drawbars) te trekken. Maar het blijft behelpen in vergelijking met veel andere instrumenten. Zelfs een gitaar is al flexibeler dan een toetseninstrument. Na de aanslag kun je de toon op verschillende manieren beïnvloeden, zoals

www.meetmusic.com

Allard Krijger

Le contrôleur à clavier de Roli a fait sensation à la Musikmesse de Francfort, et à un point tel qu’il a été primé en tant qu’instrument le plus innovant pour l’année qui vient de s’écouler. Nous l’avons donc testé, ce fameux Seaboard Rise 25 (888 euros) ... Le Roli Seaboard est un contrôleur qui est dérivé d’un clavier “normal”, comme celui d’un piano ou d’un orgue. Mais il a été complètement “repensé” de manière à éliminer tous des inconvénients de ce clavier “standard”. Et il faut dire que ces inconvénients sont ... légion ! En principe, un piano ou un orgue est un instrument beaucoup plus simple qu’un synthé. Le problème majeur, c’est que, une fois que l’on a frappé une touche, une série de paramètres sont “figés” ; en d’autres termes, il est difficile de les modifier par la suite. Ce qui n’est pas le cas, par exemple, d’un violon ou d’un hautbois. Sur un clavier, après la frappe, la hauteur du son, son volume et son timbre n’évoluent plus. Ceci dit, sur un orgue, on peut malgré tout un peu “trafiquer” le son en mobilisant le volume de la pédale et/ou en modifiant les registres, en tirant ou en repoussant les tirettes harmoniques

MEET MUSIC MAGAZINE 2016/326

v ibrato, bending en sliding. Probeer dat maar eens met een piano; dat gaat je niet lukken. Hoewel … ik ken één pianist, Cees Hiep, die het wel voor elkaar krijgt om ná de aanslag nog interessante dingen te doen met het geluid, vooral door innovatief en minutieus pedaalgebruik. Maar deze componist is toch wel een uitzondering, en met elektronische piano’s gaat dat weer niet lukken. Ook niet met synthesizers; zelfs niet met de speciale sustainpedalen die meer waarden genereren dan 0 en 127. KEYWAVES Dus wat is dan dat nieuwe keyboard? Het ziet er in de verte uit als een gewoon klavier. Het heeft echter geen bewegende toetsen maar in plaats daarvan één rubberachtig (siliconen) oppervlak waarin de toetsen als een soort heuveltjes (keywaves) te zien en te voelen zijn. Als je een toets aanslaat, beweegt er niks, maar je kunt wel doordrukken en wiebelen met je vinger, of omhoog, naar beneden, links en rechts glijden. Al deze bewegingen generen mididata. Om dat voor elkaar te krijgen, zendt de Roli op tien midikanalen tegelijk uit, zodat elke noot zijn eigen stroom aan aanvullende mididata kan genereren. Dat moest wel zo georganiseerd worden omdat midi gebaseerd is op het model van een standaard klavier en alle data via hetzelfde midikanaal verstuurt. Als je van meerdere noten afzonderlijk de toonhoogte los van de eerste aanslag en tegelijk ook informatie over volume en filter wilt doorsturen, dan zul je dat via meerdere midikanalen moeten doen. Gezien het feit dat de afwijkende toonhoogte van de gespeelde midinoot met een pitchbendwaarde wordt doorgegeven, kan dat niet anders, omdat pitchbend een controller is die niet per noot maar per midikanaal werkt. Waarom dan niet met polyfone aftertouch gewerkt? Omdat niet elke synth dat heeft, terwijl pitchbend vrijwel altijd aanwezig is. Bovendien blijft aftertouch nu vrij om andere dingen te doen; de makers wilden juist het heen en weer bewegen van de vinger als toonhoogte-info gebruiken en niet het hard en zacht doorduwen na de eerste aanslag. En zo kom je dan al snel op pitchbend. En dus op per noot een ander midikanaal gebruiken. Overigens gebruiken ook midigitaren een apart midikanaal per snaar om vergelijkbare redenen. DRAADLOOS Om met de Roli Rise goed aan de gang te kunnen, moet je eerst de bijgeleverde softwaresynth installeren. Hoewel de Roli met elk midicompatibel instrument zal werken, zijn in de bijgeleverde synth alle instellingen al ingesteld op gebruik met de Roli Rise. En ook de vijf speelparameters (hoe je de Rise kunt bespelen) Strike, Glide, Slide, Press en Lift zijn toegewezen en zichtbaar in deze synth. Deze softwaresynth, die Equator heet, is een vrij standaard synth met drie wavetable oscillators en twee sample play oscillators. Verder zijn er filters, lfo’s, envelope generators en effecten. Dat is vergelijkbaar met veel andere softwaresynths, net als de klank. Het is niet beter, zeker ook niet slechter en ook geen avontuurlijke synth. Dat avontuurlijke zul je moeten halen uit de interactie met de Roli Rise. En wat Equator dus voor heeft op alle andere synths, is precies deze integratie met de Roli Rise. Het is namelijk nogal een toestand om alle data die de Rise verstuurt, zinvol te routen in een willekeurig andere synth. Equator zit trouwens ook in de Seaboard Grand, een standalone synth met hetzelfde innovatieve keyboard (maar veel meer ‘keywaves’) als de Seaboard Rise 25. Qua hardware is er goed nagedacht over de Roli Rise. In tegenstelling tot de Grand heeft de Rise een touchpad dat je kunt toewijzen aan verschillende

MEET MUSIC MAGAZINE 2016/326

(drawbars). Mais cela reste très limité par rapport à d’autres instruments. Même une guitare est plus flexible qu’un instrument à clavier “classique” : après l’attaque, on peut ensuite influer sur le son de différentes manières, entre autres, via du vibrato, ou encore, en tirant (les ‘bends’) ou en glissant (le ‘slide’) sur les cordes. Essayez ce genre d’effets sur un piano ... Cela ne fonctionnera évidemment pas ! Quoique ... Je connais un pianiste, Cees Hiep, qui arrive bel et bien, après l’attaque, à faire une série de choses intéressantes par rapport au son, et ce, avant tout en utilisant des pédales de façon innovante et minutieuse. Mais ce compositeur reste une exception, et avec, par exemple, un piano électronique, cela ne fonctionnera pas non plus. Et cela n’ira pas mieux avec des synthés, même pas avec les pédales spéciales de sustain capables de générer des valeurs autres que celles comprises entre 0 et 127 ... KEYWAVES La question est donc : en quoi ce clavier est-il si innovant ? De loin, il a l’air d’un clavier normal, mais toutefois, il n’a pas de touches que l’on doit mettre en mouvement : à leur place, il y a “seulement” une surface presque plane, un peu semblable à de la tôle ondulée. L’aspect est caoutchouteux (c’est du silicone), et les touches ressemblent à de petites “collines” (‘keywaves’), que l’on voit et que l’on sent au toucher. Quand on frappe une touche, rien ne “bouge” vraiment, mais on peut néanmoins y appuyer avec insistance et/ou imprimer divers mouvements des doigts, comme glisser vers le haut de la “pseudo-touche”, vers le bas, à gauche ou à droite. Tous ces mouvements génèrent des données MIDI, et, pour ordonner toutes ces données, le Roli les envoie en même temps sur 10 canaux MIDI différents, de manière à ce que chaque note puisse générer son propre flux de données MIDI complémentaires. Ce processus a été organisé de la sorte parce que le standard MIDI est basé sur le modèle d’un clavier “normal” qui envoie toutes ses données via le même canal MIDI. Si on veut, indépendamment de la hauteur de la note au moment de l’attaque, envoyer aussi en même temps des informations sur le volume et la tonalité du filtre, il faut donc le faire via plusieurs canaux MIDI. Etant donné que la hauteur du son se modifie par rapport à la note MIDI jouée au départ et que cette information est transmise via une valeur de pitch bend, on ne peut pas y arriver autrement, car la fonction de pitch bend ne se contrôle pas par note, mais par canal MIDI. Mais alors, pourquoi ne pas avoir utilisé la fonction d’aftertouch polyphonique ? Tout simplement parce que tous les synthés ne possèdent pas cette fonction, alors que celle de pitch bend est pratiquement toujours présente. Et grâce à cela, l’aftertouch reste donc “libre” pour créer d’autres effets : les concepteurs du Roli voulaient utiliser uniquement le mouvement d’aller-retour du doigt en tant qu’information sur la hauteur de la note, et non pas se servir des différences de pression du doigt après la première attaque. En raisonnant ainsi, on en arrive donc assez rapidement au pitch bend ... et donc, à utiliser un canal MIDI par note. D’ailleurs, les guitares MIDI utilisent aussi un canal MIDI séparé pour chaque corde pour des raisons similaires. SANS FIL Pour pouvoir commencer à se servir efficacement du Roli Rise 25, il faut tout d’abord installer le software livré avec l’appareil : car bien que le Roli fonctionne avec n’importe quel instrument compatible MIDI, les fonctions synthé de ce software sont déjà préréglées en vue d’utiliser un Roli Rise 25. De même, les 5 paramètres (Strike, Glide, Slide, Press et Lift) permettant de “tirer toutes les

www.meetmusic.com

>> p arameters en drie touchfaders. Deze zijn óf om in te stellen hoe gevoelig bepaalde delen van de Rise zijn (Glide, Slide, Press), óf je gebruikt ze om midicontroldata te versturen. Voor het kiezen van presets is er een knop om omhoog of omlaag te gaan in de presetlijst. Behalve via usb kan Rise ook midi over bluetooth versturen. Dat lijkt me een goed idee, want dan kun je met de ingebouwde accu helemaal draadloos gaan! BEVRIJDEND Alles aangesloten, alles werkt. Je hebt wel een 64-bit operating system nodig. De eerste paar noten die je speelt, zullen misschien onwennig voelen omdat er geen toets is die omlaag gaat. Maar dat gevoel verdwijnt al heel snel als je allengs je speeltechniek aanpast aan wat de Rise van je vraagt en wat hij kan. Je handpositie verandert en je gaat meer spelen als op een viool, gitaar of zelfs blaasinstrument (qua denken dan), omdat je ineens zo ontzettend veel meer controle over het geluid hebt. Er zijn een aantal demo’s op Youtube te vinden die dat heel goed illustreren. Lastig is in het begin om ‘zuiver’ te spelen; dat gaat hier niet vanzelf zoals bij een standaard klavier. Tegelijk is dat zo’n bevrijding dat je er niet om maalt dat je ineens met wat meer concentratie moet spelen. Het wordt langzaam een automatisme als je aan de feel (en afstanden) van de Rise gewend raakt. Een met een standaard keyboard bespeelde synth kan ook expressief klinken, maar dan wel met gebruik van allerlei kunstgrepen zoals modulatiewielen, de knoppen, pitchbend, pedalen. Maar het gaat allemaal gemakkelijker en vooral intuïtiever met de Roli Rise. Elke beweging die je maakt bij het bespelen van de Rise heeft effect op het geluid. Volume, vibrato, glides, zwellers, filter... Dus klank, toonhoogte, volume en verder om het even welke klankeigenschap zit onder één vinger en alles geldt voor elke noot die je speelt afzonderlijk. Dus de druk van je duim op de C maakt dat die anders klinkt dan de D# die je veel harder indrukt met je middelvinger, terwijl de F langzaam op en neer in toonhoogte gaat in reactie op de zacht wiebelende links/rechts-beweging van de wijsvinger van je rechterhand. KEUKENMES Tijdens het spelen voelt het keyboard soms wat kwetsbaar. Niet omdat het slecht gemaakt is – helemaal niet; het is duidelijk allemaal van mooi en kwalitatief superieur materiaal – maar in gedachte zag ik steeds een keukenmes voor me dat in het toetsenbord terechtkwam, een gemene wond achterlatend. Het siliconen rubber toetsenbord voelt dan ook bijna aan als een menselijke huid. Nu kan je huid waarschijnlijk wel wat hebben; die cellen vernieuwen zich steeds. Maar dat is bij dit instrument natuurlijk niet het geval. Dus ik vraag me wel af welke invloed de tand des tijds heeft op dit materiaal. Waarbij we weten dat de tand des tijds nogal scherp kan zijn... BESLUIT Je zult je speelvaardigheden moeten trainen om dit keyboard ten volle te benutten, maar daar krijg je dan wel iets heel moois voor terug. Bekijk vooral de demo’s van de Roli Rise op Youtube. Natuurlijk zijn dit soort demo’s altijd

f icelles” du Rise 25 sont déjà assignées et visibles sur ce synthé virtuel. Ce dernier, dont le software s’appelle ‘Equator’, est un synthé vraiment standard, avec 3 oscillateurs ‘wavetable’ et 2 oscillateurs ‘sample play’. De plus, il y a des filtres, des LFO, des générateurs d’enveloppe et des effets. Tout cela est très comparable à d’autres synthés virtuels, tout comme les sons produits. Le Roli n’est pas meilleur, et surtout pas moins bon non plus, et ce n’est pas un synthé d’avant-garde. Par contre, le côté ‘avant-garde’ existe - et comment ! - mais grâce à l’interaction du software avec le Roli Rise 25. Et donc, si Equator peut faire certaines choses pour tous les synthés, c’est précisément son intégration par rapport au Roli Rise 25 qui est intéressante : en effet, compte tenu de toutes les données que le Rise envoie, cela reste un défi de les assigner en bon ordre vers un autre synthé, quel qu’il soit. Ceci dit, Equator se retrouve aussi dans le Seaboard Grand du même constructeur, un synthé autonome doté du même clavier innovant (mais avec un clavier de ‘keywaves’ plus étendu) que celui du Seaboard Rise 25. Au niveau du matériel “en dur”, on a pensé à tout pour ce Roli Rise 25. Contrairement au Roli Grand, le Rise 25 possède un touch pad (que l’on peut assigner à différents paramètres) et 3 ‘touchfaders’. Ces derniers ont deux possibilités : soit régler la sensibilité des certaines fonctions du Rise 25 (Glide, Slide, Press) ; soit les utiliser pour envoyer des données de contrôle MIDI. Pour choisir les présélections, il y a un bouton pour monter ou descendre dans la liste des présélections. En plus de la voie USB, ces données MIDI peuvent “voyager” également via Bluetooth. Ce qui me semble une excellente idée, car de la sorte, grâce aux batteries intégrées, le clavier peut fonctionner à 100 % sans le moindre câble de raccord ! SENTIMENT LIBÉRATOIRE Une fois que tout est branché, tout fonctionne parfaitement. Il faut absolument disposer d’un système d’exploitation à 64 bits. Sans doute les premières notes que vous jouerez vous dépayseront-elles quelque peu, car, répétons-le, sur ce clavier, les touches ne s’enfoncent pas. Mais ce sentiment d’inconfort disparaît assez vite au fur et à mesure que l’on adapte sa technique à ce que le Rise 25 attend de vous ... et surtout, quand on réalise tout ce qu’il est capable de faire ! La position de vos mains va se modifier, et vous jouerez sur ce clavier en y introduisant des techniques propres au violon, à la guitare - ou même aux instruments à vent. Il faudra donc réfléchir à tout cela, car tout d’un coup, vous prendrez conscience d’avoir infiniment plus de contrôle sur le son. Il y a un certain nombre de démos sur Youtube qui illustrent très bien tout cela. Au début, c’est assez pénible d’arriver à jouer “proprement” : cela ne va évidemment pas de soi lorsqu’on vient d’un clavier “normal”. Mais en même temps, on ressent un tel sentiment de “libération” que cela n’est pas vraiment un problème de devoir jouer avec un peu plus de concentration. Toutes ces adaptations deviennent lentement des automatismes quand on commence à s’habituer au toucher - et aux distances - des touches du Rise 25. Bien sûr, un synthé à clavier traditionnel peut lui aussi faire preuve d’une grande expressivité, mais ce sera au prix de multiples artifices, comme des molettes (de modulation et/ou de pitch bend), des potentiomètres, des pédales, etc. Par conséquent, toutes ces possibilités sont d’un accès bien plus facile - et surtout, bien plus intuitif - via le clavier du Roli Rise 25 : chaque mouvement que l’on fait en jouant sur le Rise produit un effet sur le son. Volume, vibrato, glissements, ondulations, filtres ... Bref, le son, sa hauteur, son volume ou n’importe quelle autre caractéristique se modifie grâce aux mouvements de chaque doigt : tout cela vaut individuellement, pour chaque note jouée. Un exemple ? La pression de votre pouce sur le DO aura pour effet qu’il aura un son différent du RE# que vous pressez beaucoup plus fort avec votre majeur, alors que le FA fera entendre une lente variation de hauteur, et ce, en réaction au mouvement tout en douceur, de gauche à droite, de l’index de votre main droite. ATTENTION AU ... COUTEAU DE CUISINE Pendant que l’on joue, le clavier semble parfois vulnarable ... Mais pas parce qu’il est mal conçu - certainement pas ! Très clairement, les matériaux qui le composent sont de qualité supérieure. Mais dans mes pensées, une image reste toujours présente, celle d’un ... couteau de cuisine qui pourrait tomber sur ce clavier, en laissant ainsi une vilaine blessure ... La surface caoutchouteuse en silicone ressemble beaucoup à de la peau humaine. Et si notre peau est effectivement exposée à des accidents, ses cellules se renouvellent. Mais naturellement, ce n’est pas le cas pour cet instrument ! Par conséquent, je me pose la question de savoir quelle sera l’influence du temps sur cette matière. Et nous savons tous que parfois, le temps peut avoir la “dent dure” ... CONCLUSION Quelles que soient vos capacités musicales, il vous faudra vous entraîner pour pouvoir tirer de ce clavier tout ce dont il est capable, mais en retour, vous serez payé au centuple ! Ne manquez pas de regarder les démos du Roli Rise 25 sur Youtube : bien entendu, ce type de démos est toujours joué par des virtuoses

www.meetmusic.com

MEET MUSIC MAGAZINE 2016/326

ingespeeld door onwaarschijnlijke virtuozen (zoals hier Jordan Rudess van Dream Theater), maar in dit geval laat het toch erg goed de unieke mogelijk heden van de Rise (en de Seaboard Grand) zien. Ik zou zeggen: eindelijk een keyboard dat de synthesizer waardig is.

+ –

•u niek product, onvergelijkbaar met andere keyboards • zinvolle integratie softsynth (Equator) en hardware (Rise keyboard) • midi via bluetooth • even wennen met bespelen

MEET MUSIC MAGAZINE 2016/326

invraisemblables (comme ici, par Jordan Rudess, de Dream Theater), mais en tout cas, cela permet de parfaitement comprendre les possibilités tout à fait uniques de ce Rise 25 (ainsi que celles du Seaboard Grand). J’ai envie de dire : voici enfin un clavier qui est digne des possibilités d’un synthé !

+ –

•p roduit unique, impossible à comparer à d’autres claviers. • intégration intelligente entre un software musical (Equator) et un clavier “en dur” (le clavier du Rise 25). • Transfert des données MIDI via Bluetooth. • Il faut un peu d’habitude pour maîtriser ce clavier.

www.meetmusic.com

Nieuwe edities! Koop ze onl ine

�via onze websites - zonder verzendkosten�

Of in de kiosk.

www.interface.nl | www.slagwerkkrant.nl | www.gitarist.nl www.debassist.nl | www.musicmaker.nl