psl325

meet music magazine afgifte kantoor voor belgië / TURNHOUT p509335

SOUND PRO

29e jaargang – Mei 2016 29ième année – Mai 2016

GR ATIS IT

&.L.I.G.H.T

GR ATU

maandblad over materiaal voor klank en licht mensuel sur le matériel de son et lumière

Nr.325

RUPERT NEVE PORTICO 500 SERIES studio modules

HILITES

EVE AUDIO SC203

• RECORDING & PRODUCING • PA & STUDIO • LIVE SOUND • DJ GEAR • LIGHT GEAR

MOTU Stage-B16

EAW Redline

INHOUD - SOMMAIRE Rupert Neve Portico 500 Series studio modules

HILITES ����������������������������������������������� 4 Light Gear Live Sound Studio & Recording DJ Gear

RECORDING & PRODUCING Rupert Neve Portico 500 Series ������������ 14 Eve Audio SC203 ��������������������������������� 18 PA & STUDIO Motu Stage-B16 ���������������������������������� 20

LIVE SOUND EAW Redline ��������������������������������������� 10 MAANDBLAD OVER MATERIAAL VOOR KLANK EN LICHT MENSUEL SUR LE MATÉRIEL DE SON ET LUMIÈRE ABN Amro Bank IBAN: NL70ABNA0432038949 BIC: ABNANL2A Directie/Gestion Erk Willemsen, Ronald Willemsen, Marcel Willemsen Pro Sound & Light is een uitgave van/est une édition de: Keijser 18 Mediaproducties bv Postbus 11497 • 1001 GL Amsterdam Bezoekadres: Rozenstraat 206 • 1016 PA Amsterdam • +31 20 675 5308 info@meetmusic.com , www.meetmusic.com

Druk/Impression Mediacenter Rotterdam De auteursrechten van deze uitgave en van alle artikelen, die erin verschijnen, worden door de uitgever voorbehouden / La reproduction, même partielle, de ce numéro est strictement interdite sans l’autorisation écrite de l’éditeur.

Hoofdredacteur/Editeur Erk Willemsen Redacteuren/Redacteurs Andy “DJ ND” Vercauteren Hans Lauwens Ludo Lauwens Kevin “A.L.F.” Jaspar Luc Henrion Roger Roland Vertalingen/Traductions Jean-Pierre Irgel Michel Van den Bosch

Sales/marketing: Ronald Willemsen Sales: Keijser 18 Mediaproducties, Ronald Willemsen, Ollie Schmitz, Erk Willemsen ads@k18.nl, +31 20 675 5308 Vormgeving/Conception Nils Jonkers (LandGraphics), Marcel Willemsen (Keijser 18 Mediaproducties) Boekhouding /Comptabilité Vanja van Dam factuur@k18.nl

ADVERTEERDERSLIJST | LISTE DES ANNONCEURS PRO SOUND & LIGHT Highlite ���������������������������������������� 2 Adam Hall ��������������������������������������9 AMC �������������������������������������������21 Heremans �����������������������������������21

PRO SOUND & LIGHT 2016/325

i-Lounge ��������������������������������������21 Interface �������������������������������������21 Pro Sound & Light 23

www.meetmusic.com

3

Hilites

Chauvet Ovation FD-165 WW

LIGHT GEAR

MATÉRIEL D’ÉCLAIRAGE

CHAUVET OVATION FD-165 WW Chauvet bracht de laatste tijd een hele resem nieuwe producten uit, te veel om hier allemaal op te noemen. Ik belicht graag even de Ovation FD-165 WW (ik belicht, heb je hem? Sorry…) , een product dat ik persoonlijk erg interessant vind. Het betreft een theaterspot met fresnel lens, met als lichtbron 16 LED’s van 10W. Op zich lijkt dat niet zo speciaal, maar de voordelen van deze spot zitten in de dimmogelijkheden. Er zijn reeds heel wat LED-spots op de markt, maar collega’s zullen me zeker gelijk geven als ik zeg dat het dimgedrag van dergelijke spots vaak te wensen overlaat. De kleurtemperatuur komt in de buurt van halogeen, de opbrengst is perfect, er is een gemotoriseerde of manuele zoom, de verdeling van de lichtbundel is perfect, maar de dimfunctionaliteit is echt niet goed.

Vaak nogal schokkerig. Dimmen is enkel via DMX mogelijk, alle ‘oude’ dimpacks die je staan hebt, kan je niet meer gebruiken. Wel, de nieuwe Ovation combineert eigenlijk alle voordelen van conventioneel én LED… Je kan hem dimmen via DMX, maar je kan hem ook aansluiten op een gewone dimmer.

Naar het schijnt zou het dimgedrag quasi gelijk zijn aan dat van een ‘gewone’ halogeenspot. De zoom kan zowel motorisch als manueel worden geregeld.

De fixture herkent trouwens automatisch hoe hij wordt aangesloten. Er hoeft niks ingesteld te worden wanneer je wisselt tussen DMX en power control of omgekeerd. Ik ben alvast benieuwd om de spot eens live aan het werk te zien. www.chauvetlighting.com

CHAUVET OVATION FD-165 WW Ces derniers temps, Chauvet a sorti toute une panoplie de nouveaux produits, trop, d’ailleurs, pour les présenter tous dans ces lignes. Permettez-moi de juste vous éclairer (Vous ... éclairer ! Vous pigez la feinte ? Bon, ça va, j’arrête !) sur l’Ovation FD-165 Warwick, car je trouve ce produit particulièrement intéressant. Il s’agit d’un spot de théâtre avec une lentille Fresnel et dont la source lumineuse provient de 16 LED de 10 watts. En soi, cela n’a pas l’air très spécial, mais les avantages de ce spot se trouvent dans les possibilités de son gradateur (dimmer). Il existe déjà une flopée de spots à LED sur le marché, mais les collègues me donneront certainement raison si je dis que la précision du dimming de ces spots laisse souvent à désirer. La température des couleurs avoisine celle des lampes halogènes, le rendement est parfait, on dispose d’un zoom motorisé ou manuel, la répartition du faisceau lumineux est impeccable, mais les fonctionnalités du dimming ne sont pas vraiment satisfaisantes. Souvent, elles sont même dérangeantes ! Le dimming n’est possible que via DMX, les vieux gradateurs qui seraient encore en votre possession ne sont plus compatibles. Et donc, ce nouvel Ovation combine en fait tous les avantages des spots conventionnels et de ceux à LED : on peut le dimmer via DMX, mais aussi le brancher à un ­gradateur conventionnel. A ce qu’il semble, le comportement du dimming serait pratiquement semblable à celui d’un spot halogène “normal”. Le zoom peut être réglé aussi bien par le moteur qu’en manuel. D’ailleurs, l’appareil reconnaît ­automatiquement la manière dont il est raccordé. Il n’y a aucun réglage spécifique à faire quand on passe du DMX au ‘power control’ ou l’inverse. Je suis déjà ­impatient de voir fonctionner ce spot en situation ‘live’ ... www.chauvetlighting.com

JB LIGHTING VARYSCAN P7 JB Lighting heeft een nieuwe fixture toegevoegd aan de Varyscan serie. De P7 is een moving head spot, gebouwd rond een 270W sterke LED-module die een output oplevert die vergeleken kan worden met een 700W ontladingslamp.

Dat is een vrij goede intensiteit in verhouding tot het opgenomen vermogen, mede mogelijk gemaakt door de uitstekende optiek en hightech koeling. De fixture maakt gebruik van CMY kleurenmixing en is voorzien van de modernste uitrusting. Het zoombereik ligt tussen 8° en 48°, wat vrij impressionant is voor een dergelijk apparaat. www.jb-lighting.de MARTIN RUSH MH7 HYBRID Martin heeft niet echt een super uitgebreid gamma. Het merk heeft binnen de sector nog steeds een soort leiderspositie en wordt graag als referentie gebruikt. Zoals men in België een balpen een Bic noemt, en men in Nederland spreekt over een Kliko wanneer men een afvalbak bedoelt, hoor je in onze wereld wel eens praten over een Mac wanneer men het over een moving head heeft, of een Atomic als er

4

www.meetmusic.com

JB LIGHTING VARYSCAN P7 JB Lighting a ajouté un nouvel appareil à sa série Varyscan : la P7 est une moving head construite sur base d’un module LED d’une puissance de 270 watts. Sa puissance est comparable à une lampe à décharge de 700 watts. C’est vraiment une intensité ­intéressante en regard de la puissance consommée, rendue possible grâce à une ­optique exceptionnelle et un refroidissement hi-tech. La moving head utilise le ­mélange des couleurs CMY et bénéficie des derniers équipements en date. L’étendue du zoom va de 8° à 48°, ce qui est très impressionnant pour un appareil de ce genre. www.jb-lighting.de MARTIN RUSH MH7 HYBRID Martin ne dispose pas vraiment d’une gamme très étendue. Pourtant, cette marque peut s’enorgueillir d’avoir, encore à l’heure actuelle, une sorte de position de leader dans son secteur, et la marque est encore souvent citée comme référence. En Belgique,

PRO SOUND & LIGHT 2016/325

een stroboscoop in het spel zit. Als Martin iets nieuws op de markt brengt, is daar doorgaans heel goed over nagedacht en zou je er voorzichtig van mogen uit gaan dat het goed zit. Et voila, de Rush MH7 is geboren! Het is een hybride all-in-one beam-spot-wash moving head, op basis van de Philips 11R 250W 7800k lamp.

Het apparaat is relatief compact, is gebouwd volgens de strenge Martin kwaliteitsnormen en is gemaakt om zich diverse omgevingen heer en meester te maken.

Van statische belichtingen in musea, culturele centra, kerken etc. tot wervelende en dynamische shows op grote podia. De Rush MH7 beschikt over 3 zoom modes.

(2,2° tot 15° in beam-mode, 2,5° tot 24° in spot-mode en 15° tot 45° in wash-mode). Verder uiteraard gobo’s, kleuren en prisma’s in overvloed, zoals het hoort… www.martin.com ELATION NIEUWS Veel nieuwe producten bij Elation! Het merk staat er om gekend om van tijd tot tijd eens een innoverend product op de markt te gooien. De lijst nieuwigheden die binnenkort officieel worden voorgesteld is haast oneindig. Even een tipje van de sluier? Er komt een nieuwe ZCL-reeks, een aantal fixtures met een collimator lens systeem mét zoom, die voor verbazingwekkende effecten kunnen zorgen.

Verder ook de DTW-serie, waarin we LED-spots vinden met variabel wit. Het zal dus mogelijk worden om de kleurtemperatuur zelf te bepalen tussen koud en warm wit. Iets waar veel vraag naar is. Ook op het programma de Fuze-serie, een reeks homogene kleurprojectoren met een IP65 rating. Dan ook nog de ­Platinum Seven, een LED wash die naast RGB en wit en amber ook nog ‘mint’ en ‘uv’ weergeeft. Om dit te realiseren worden in totaal 19 multi-chip LED’s van 25 W gebruikt. De Platinum Seven is ook uitgerust met een 5° tot 50° zoom, 3 x pixel ring control en color pixel ring macro’s. De moeite waard! www.elationlighting.eu JB SYSTEMS COB LED MINILIGHT WW Het lijkt op het eerste gezicht misschien een banaal product, doch ik ben er van overtuigd dat dit kleine hebbedingetje het leven voor vele collega’s een klein stukje aangenamer kan maken… Het is zo iets waar weinig mensen bij stilstaan, maar ook de man of vrouw achter het mengpaneel heeft nood aan een strategisch goed verlichte werkruimte. En dat is helemaal niet zo evident als het lijkt!

Te weinig licht maakt het soms lastig om te werken, terwijl een te veel aan licht niet bepaald een ideale situatie vormt voor je publiek. Al van in de prehistorie,

JD Lighting Varyscan P7

JB Systems COB LED Minilight WW

de la même manière qu’un stylo à bille se dit un “Bic”, et qu’aux Pays-Bas, on dit “Kliko” au lieu de poubelle, dans notre petit monde, on entend souvent parler de “Mac” quand il s’agit d’une moving head ou d’”Atomic” quand on veut parler d’un stroboscope. Quand Martin lance quelque chose sur le marché, c’est qu’il y a d’abord réfléchi en profondeur, et qu’il n’est que prudence de considérer qu’il s’agit d’un bon produit ! Et voilà, le Rush MH7 est né ! Il s’agit d’une moving head hybride, tout-en-un (beam-spot-wash), construite sur base d’une lampe ­Philips 11R de 250 watts et de 7800 k. Cet appareil est relativement compact, est construit suivant les normes très exigeantes propres à Martin, et il est construit de manière à être “seigneur et maître” dans divers environnements. Cela peut aller d’un éclairage statique dans un musée, un centre culturel, une église, etc. à de ­trépidants shows se déroulant sur de grands podiums. Le Rush MH7 dispose de trois modes pour son zoom : de 2,2° à 15° en mode beam, de 2,5° à 24° en mode spot, et de 15° à 45° en mode wash. Bien entendu, il y a aussi des gobos, des ­couleurs et des prismes en abondance, comme il se doit ... www.martin.com DES NOUVEAUTÉS CHEZ ELATION Voici beaucoup de nouveaux produits chez Elation ! Cette firme est connue pour sa capacité, de temps à autre, de lancer un produit innovant sur le marché. La liste des nouveautés qui va être officialisée sous peu est presqu’infinie ! Bon, je soulève quand même un coin du voile ? Il y aura la nouvelle série ZCL, un certain nombre d’appareils avec un système de lentille ‘collimator’ avec zoom et qui sont à même de provoquer des effets tout à fait étonnants. Il y aura aussi la série DTV, où nous trouverons des spots à LED avec blanc variable : il sera donc possible de déterminer soi-même la température des couleurs entre blanc froid et blanc chaud. Une ­caractéristique qui pose bien des interrogations ... Egalement au programme, la ­série Fuzz, une série de projecteurs de couleurs homogènes avec les caractéristiques IP65. Citons en outre le Platinum Seven, un appareil de type wash qui en plus des couleurs RGB, blanc et ambre, produira aussi les couleurs “menthe” et “UV”. Pour pouvoir arriver à un tel résultat, la firme a utilisé au total 19 LED ‘multi-chip’ de 25 watts. Ce Platinum Seven bénéficie aussi d’un zoom allant de 5° à 50° et d’autres caractéristiques intéressantes (3 x pixel ring control et color pixel ring macros). www.elationlighting.eu JB SYSTEMS COB LED MINILIGHT WW Voilà qui peut ressembler à première vue à un produit banal, mais cependant, je suis persuadé que ce petit gadget va rendre la vie de pas mal de collègues un peu plus agréable ... Il s’agit d’un sujet qui laisse peu de gens indifférents, mais la personne qui se trouve derrière la table de mixage a droit, elle aussi, à une station de travail correctement éclairée. Et ce n’est pas aussi évident à réaliser que cela en a l’air ! Trop peu de lumière rend parfois le travail difficile, tandis que trop de ­lumière n’est pas précisément l’idéal par rapport au public. Depuis la préhistoire, quand les tables de mixage étaient toujours analogiques, on disposait de “cols de cygne” : de simples petites lampes sur un bras flexible dont on braquait les rayons directement sur la table de mixage ou la console d’éclairage. Une solution pratique, mais pas toujours optimale : dans beaucoup de cas, c’était seulement une partie très restreinte de la surface de travail qui était bien éclairée. Depuis l’arrivée des LED pour cet usage, ce problème est devenu encore bien plus marqué. Mais ­depuis peu, JB Systems propose une petite lampe à col de cygne équipée d’une LED de type COB : cette variété de LED produit un faisceau beaucoup plus large et plus puissant, et ce, sans déranger l’entourage. Vous n’y croyez pas ? Eh bien, ­essayez-le vous-même, car cela ne coûte pas une fortune ! www.beglec.com

PRO SOUND & LIGHT 2016/325

www.meetmusic.com

5

>>

Hilites

Denon DN-410X

LIVE SOUND

>> toen mengtafels nog analoog waren, zijn er ‘goosenecks’ verkrijgbaar. Simpele lampjes op een flexibele arm, die je rechtstreeks in je mengpaneel of lichtstuurtafel prikt. Handige oplossing, maar vaak niet optimaal. In vele gevallen werd er slechts een zeer beperkte sectie van het paneel belicht. Sinds de opkomst van LED’jes voor deze doeleinden is dat probleem nog veel meer uitgesproken. JB Systems biedt sinds kort een gooseneck lampje aan met een COB LED. Dat geeft een veel bredere en krachtigere beam, zonder de omgeving te storen. ­Geloof je het niet? Probeer het vooral zelf, het kost namelijk geen fortuin! www.beglec.com

LIVE SOUND DENON DN-410X Ken je dat, van die apparaten die iedere professional altijd wel ergens in een of ander rack heeft zitten? Destijds waren dat bijvoorbeeld minidisc-spelers voor pauzemuziek of een algemeen effectapparaatje of iets dergelijks. Tegenwoordig heeft de iPad veel van die apparaten vervangen. Denon brengt nu echter een soort dj-getinte rackmixer uit. De DN-410X is zo’n hebbeding dat je nooit te veel hebt en dat her en der van pas zou kunnen komen. Ideaal ook voor vast installatiewerk in de horeca bijvoorbeeld. Daar heeft men nood aan eenvoudig te bedienen mixers die kwaliteit en duurzaamheid leveren, terwijl het merendeel van de mogelijkheden die je de dag van vandaag op een dj-mixer terugvindt voor dat soort toepassingen totaal overbodig is. In dat opzicht is de DN-410X de perfecte partner! Het is een analoge 10-kanaals mixer (4 mono- en 3 stereo-ingangen) met bluetooth-connectiviteit, twee AUX-uitspeelwegen en fantoomvoeding op de microfooningangen, in een compacte behuizing. Het toestel komt op de markt onder Denon Professional. www.denonpro.com MARTIN AUDIO CCD-WR Martin Audio stelde de WR-varianten (weatherised) van de populaire awardwinning CDD-series installatiespeakers voor op de ISE-beurs eerder dit jaar.

CDD speakers maken gebruik van een coaxiaal design met diferentiële afstraalhoek (Coaxial Differential Dispersion), wat als voordeel biedt dat er een meer consistente dekking van de toehoorders ontstaat, en er bijgevolg in een setup minder speakers nodig zijn in vergelijking tot een traditionele afstraling van X° x

Martin Audio CDD-series

DENON DN-410X Vous souvenez-vous encore de ces appareils que chaque professionnel se devait d’avoir dans l’un ou l’autre de ses racks ? A l’époque, il s’agissait, par exemple, de lecteurs de Mini-Discs pour diffuser de la musique pendant les pauses, ou d’un appareil d’effets musicaux, ou des choses de ce genre. De nos jours, l’iPad a remplacé un grand nombre de ces appareils. Mais voilà que Denon sort une table de mixage en rack avec certaines caractéristiques proches des mixeurs pour DJ. Mais le DN-410X est un gadget qui n’en fait jamais “trop”, et dont vous pourriez avoir besoin de temps à autre. C’est aussi l’idéal pour les installations fixes dans l’Horeca, par exemple. Dans ces milieux, on a besoin de tables de mixage faciles à utiliser, de bonne qualité et durables, alors que la plupart des possibilités que l’on retrouve aujourd’hui sur un mixeur pour DJ sont totalement superflues pour un tel usage. Dans cette optique, le DN-410X constitue le ­partenaire parfait ! Il s’agit d’une table de mixage analogique à 10 canaux (4 entrées mono et 3 stéréo), avec connectivité Bluetooth, deux auxiliaires et une alimentation fantôme sur les entrées micro, le tout dans un boîtier compact.

Cet appareil apparaîtra sous la marque Denon Professional. www.denonpro.com MARTIN AUDIO CCD-WR Dans le courant de cette année, Martin Audio avait présenté les variantes WR (weatherised) de sa très populaire série CDD, des haut-parleurs qui avaient gagné un prix lors de la foire ISE. Les enceintes CDD renferment un haut-parleur coaxial avec un angle de dispersion différentiel (Coaxial Differential Dispersion), ce qui présente comme avantage d’avoir une couverture plus cohérente parmi les auditeurs. La conséquence, c’est que l’on a besoin de moins de haut-parleurs par rapport à une dispersion traditionnelle de X° x Y°. Le son est mieux réparti de l’avant vers l’arrière et permet une large dispersion h ­ orizontale. Dans des ­installations de grande envergure, par exemple dans des parcs ou des événements Horeca de grande ampleur, ou encore dans des centres commerciaux, etc., cela devrait avoir une forte influence sur le prix, car il faut environ 25 % de haut-parleurs en moins en c­ omparaison des systèmes traditionnels pour de telles situations. Et à présent, ces CDD peuvent donc être u ­ tilisés à l’extérieur. Les haut-parleurs full range ou s­ atellites disposent d’une protection IP54, alors que les subs ont un label IP24. En complément, il y a aussi une s­ érie complète de systèmes de suspension qui résistent aux intempéries. La livraison commencera à peu près dès que ce produit paraîtra. Après la foire ISE d’Amsterdam, Martin Audio a eu l’occasion de se rendre compte, au vu des chiffres de vente de ces nouveaux CDD, qu’ils étaient particulièrement appréciés. Un design élégant et discret, des prestations aussi inattendues qu’impeccables, moins de haut-parleurs à acheter ... Que voudrait-on de plus ? Et avec ces variantes faites pour résister aux intempéries, Martin Audio espère bien élargir s­ érieusement son périmètre de vente. www.martin-audio.com RCF NX L44-A ET M18 RCF présente son NX L44-A, un nouveau système a­ ctif à deux voies de grande puissance et de type ‘line source array’. Il y aurait beaucoup à dire, mais en fait, c’est vraiment une enceinte “chargée à mac”, si vous voulez mon avis. Et de fait, il s’agit d’une petite colonne très puissante, une sorte de successeur en version ‘extended range’ du NX L24-A, que nous avions eu l’occasion de tester ­précédemment pour Pro Sound & Light. Cette enceinte ne compte pas moins de 3 woofers de 10” au néodymium, associés à un moteur à compression d’1,4” dont la bobine mobile est de 3”. Un ampli digital à deux canaux de 1.400 watts (400 watts pour les aiguës, 1.000 watts pour les graves) et un DSP bien “pensé”

6

www.meetmusic.com

PRO SOUND & LIGHT 2016/325

Y°. De klank wordt beter verdeeld van voor naar achter en geniet een brede horizontale spreiding. In grotere setups, bijvoorbeeld in themaparken of uit de kluiten gewassen horeca-zaken, winkelcentra etc. zou dat de prijs merkbaar drukken, omdat er ongeveer 25 procent minder speakers gebruikt dienen te worden in vergelijking tot conventionele systemen voor dergelijke toepassingen. De CDD’s kunnen nu dus ook buiten gebruikt worden. De full-range/top-speakers hebben een ip54 protectie, de subs zijn van een ip24 label voorzien. Er komt eveneens een vol­ledige reeks weerbestendige ophangsystemen beschikbaar. De uitlevering zal ­ongeveer starten wanneer dit artikel verschijnt. Na de ISE-beurs in Amsterdam zag Martin Audio aan de verkoopcijfers van de nieuwe CDD’s dat ze bijzonder gesmaakt werden. Een fijn en onopvallend design, knappe en verrassende prestaties, minder speakers nodig… Je zou voor minder! Met de weerbestendige varianten hoopt Martin Audio de afzetmarkt serieus te verruimen. www.martin-audio.com RCF NX L44-A EN M18 RCF brengt de NX L44-A, een nieuw actief high-power tweeweg line source array systeem, op de markt. Een hele boterham om uit te spreken, maar ook effectief een ‘zwaar beladen’ kast, als je het mij vraagt. Het is eigenlijk een heel fors zuiltje, een soort ‘extended range’ opvolger van de NX L24-A, die we eerder al voor Pro Sound & Light mochten testen. De kast is voorzien van maar liefst 3 neodymium 10 inch woofers in combinatie met een stevige 1,4 inch compressiedriver met 3 inch voice coil. Een digitale 2-kanaals versterker van 1400 W (400 W voor het hoog, 1000 W voor het laag) en een goed uitgekiende DSP zorgen voor de aansturing. Het zal allicht niet verbazen dat de kast een zeer hoge SPL haalt. Ik lees een gewicht van 34,5 kg, wat dan eigenlijk nog behoorlijk meevalt voor zo’n ‘beest’.

Iets helemaal anders: wat dacht u van een digitale mixer van RCF? De M18 is er zo eentje, specifiek ontwikkeld voor muzikanten om hun mix te maken van op het podium. De M18 wordt volledig bediend van op de iPad. Hij beschikt ­onder meer over 18 inputs, 6 AUX-en, een stereo mix out en heel veel effecten en simulaties van gitaarversterkers en dergelijke. Er is ook ingebouwde wifi voorhanden. De app zou heel intuïtief werken. Het ziet er alvast veelbelovend uit! www.rcf.it ALCONS LR18 Alcons kennen we vooral van hun vooruitstrevende ribbon technologie. Er mag gerust gesteld dat Alcons zo’n beetje de pionier is van de tegenwoordige high power ribbon drivers. De technologie staat onder meer garant voor een zeer lineair frequentieverloop. Een ribbon-tweeter heeft een hele hoge gain-before-feedback, klinkt erg aangenaam en haalt hoge SPL’s. Geen wonder dus dat de technologie voor live sound applicaties wordt gebruikt. Alcons paste hun award-winning technologie reeds eerder toe in enkele line array modules. Nu wordt binnen de L-serie een nieuwe kast gelanceerd. De LR18 is een drieweg compact-mid-size line source systeem dat een hoge geluidskwaliteit combineert met een hoge SPL en een goede draagkracht. De 7 inch pro ribbon driver zorgt in combinatie met de akoestisch en elektronisch symmetrische componentenconfiguratie voor een goede bundelcontrole, zowel vertikaal als horizontaal. Voor de middentonen werd een 6,5 inch neodymium driver voorzien, coaxiaal gemonteerd achter de pro-ribbon driver. De laagsectie wordt verzorgd door twee woofers van 8 inch met een grote excursie. Er is trouwens ook een LB18 beschikbaar, waarin we enkel diezelfde twee woofers terugvinden, bedoeld als uitbreiding van de lage tonen in een setup. De midden/hoog-sectie werd hierin weggelaten. www.alconsaudio.com MEYER SOUND Meyer brengt de MJF-208 uit. Een uiterst compacte stage monitor (wedge), ontwikkeld met een zeer goede verhouding tussen prestaties en afmetingen. Een zo laag mogelijke footprint, wat erg interessant is op ‘drukke’ podia, zonder daarbij in te boeten aan kwaliteit, vermogen en prestaties. De MJF-208 is voorzien van twee high power 8 inch woofertjes, vergezeld van een 3 inch compressiedriver voor het hoog, geplaatst in het midden, boven de naast elkaar liggende woofers.

Het betreft een actieve kast, met een convectie-gekoelde 3-kanaals klasse D versterker aan boord. Optioneel is er ook een MDM-832 distributiemodule verkrijgbaar, die tot 8 lijnen audiosignaal, RMS en spanning kan routen naar een multimonitor setup. Op die manier wordt een podium voorzien van meerdere monitors veel sneller aangesloten. En tijd die vrijkomt is nu eenmaal altijd winst… Meyer Sound bracht ook zo’n nieuwe distributiemodule uit voor de LEO line array systemen. De MDM-5000 is vergelijkbaar met de 832, maar dan voor het ‘echte’ werk, bij wijze van spreken. Want ook bij het aansluiten van line arrays is iedere tijdswinst mooi meegenomen! www.meyersound.com PIONEER XPRS SERIES Pioneer en pro audio? Inderdaad! Het merk wordt nogal gauw in het ‘DJ-kastje’ gestoken, maar als ik mijn ogen even over de informatie rond de nieuwe XPRS speakerserie laat rollen, dan kan ik niet anders dan toegeven dat ik aangenaam verrast ben! Dit zijn echt wel op en top PA-speakers! We konden eerder al kennis maken met de ongelooflijk zware (letterlijk en figuurlijk) speakers uit de Wave serie, en de uitgebreide XY serie, beide geklasseerd onder de noemer ‘install’.

PRO SOUND & LIGHT 2016/325

Meyer Sound MJF-208

assurent son bon fonctionnement. Ce ne sera certainement pas une surprise d’apprendre que cette enceinte possède un SPL très élevé. J’ai lu quelque part que son poids était de 34,5 kilos, ce qui est encore raisonnable pour une “bête” de ce genre !

A présent, tout autre chose : que penser d’une table de mixage digitale construite par RCF ? Voici en tout cas la M18, spécialement conçue pour les musiciens, afin qu’ils puissent régler leur mixage depuis le podium même.

Cette M18 est complètement pilotée par un iPad. Elle dispose entre autres de 18 ­entrées, de 6 auxiliaires, d’un mix stéréo et de beaucoup d’effets, de simulations d’amplis pour guitares, etc. Et le wifi intégré fait partie du menu ! L’appli est censé fonctionner de manière très intuitive. En tout cas, tout cela paraît très ­prometteur ! www.rcf.it ALCONS LR18 Nous connaissons Alcons avant tout à cause de sa technologie à ruban ­d’avant-garde. On peut affirmer sans avoir peur de se tromper qu’Alcons est en quelque sorte le pionnier des haut-parleurs à ruban et à haute puissance actuels.

Cette technologie garantit, entre autres, une réponse en fréquences très linéaire.

Un tweeter à ruban est caractérisé par un ‘gain-before-feedback’ très élevé, un son très agréable, et un SPL élevé. Il n’est donc pas surprenant que cette ­technologie soit utilisée pour des applications ‘live’. Auparavant, Alcons a déjà adapté sa technologie, qui a d’ailleurs remporté des prix, dans quelques modules de line arrays. A présent, dans la série L, une nouvelle enceinte a été lancée : la LR18, un système ‘compact-mid-size line source’ à trois voies, qui allie une excellente qualité sonore à un SPL élevé et à une bonne portée sonore. Le ­haut-parleur professionnel à ruban de 7”, aidé par la configuration symétrique des composants acoustiques et électroniques, propose un bon contrôle de la ­dispersion sonore, tant verticalement qu’horizontalement. Pour les médiums, un haut-parleur au néodymium de 6,5” a été choisi, monté en position coaxiale, derrière le tweeter à ruban. La section des basses est assurée par deux woofers de 8” munis de bobines à grande excursion. Il existe d’ailleurs un modèle LB18 où on ne retrouve que ces deux woofers : cette enceinte est destinée à renforcer les basses de l’installation, les éléments dédiés aux médiums et aux aiguës n’étant donc pas présents dans cette enceinte de complément. www.alconsaudio.com MEYER SOUND Meyer sort son MJF-208. Il s’agit d’un moniteur (à paroi oblique) de scène ­compact, conçu pour présenter un excellent rapport entre ses prestations et ses dimensions. L’objectif est de prendre le moins de place possible, ce qui est très intéressant sur des scènes très “chargées”, sans pour autant faire des concessions sur la qualité, la puissance et les prestations. Pour arriver à cela, le MJF-208 est pourvu de deux petits woofers de grande puissance de 8” et accompagnés d’un moteur à compression de 3” pour les aiguës, placé au milieu, devant les deux woofers placés côte à côte. Il s’agit d’une enceinte active, avec à son bord un ­ampli à trois canaux de Classe D et refroidi par convection. En option, il y a également le MDM-832, un module de distribution qui permet de gérer huit ­signaux audio, la puissance et la tension pour arriver à une configuration en multi-monitor. De cette manière, un podium où sont installés plusieurs moniteurs est beaucoup plus vite raccordé. Et du temps gagné, c’est toujours du bénéfice ...

D’ailleurs, Meyer Sound a aussi conçu un nouveau module de distribution semblable pour LEO, ses systèmes de line array. Le MDM-5000 est disponible, tout comme le 832, mais pour ainsi dire, pour le “gros boulot”. Car lorsqu’on doit brancher une line array complète, tout gain de temps est également le bienvenu ! www.meyersound.com SÉRIE PIONEER XPRS Pioneer dans le secteur audio pro ? En effet ! La marque est considérée comme active surtout dans le secteur DJ, mais quand mes yeux parcourent les informations

www.meetmusic.com

7

>>

Hilites Sennheiser AVX

>> P ­ ioneer biedt met de nieuwe XPRS serie nu ook een mobiel alternatief. De lijn bestaat uit 2 actieve tweeweg fullrange kasten en een sub. De XPRS12 is voorzien van een 12” woofer voor het laag en een 1,75” driver voor het hoog. De ­ingebouwde Powersoft klasse D amp levert 800W/400W RMS (bi-amp). De XPRS15 is geheel gelijkaardig opgebouwd, maar bevat uiteraard een 15” woofer voor het laag. De kasten maken gebruik van AFAST technologie, wat garant staat voor een sterke reductie van staande golven. De sub binnen de serie, de XPRS215S kreeg 2 15” woofers en een dubbele hoornconstructie ingebouwd.

De ampmodule levert 2 x 600W RMS. www.pioneerproaudio.com D&B AUDIOTECHNIK d&b, een van de meest gereputeerde Duitse fabrikanten van PA-speakersystemen, is sinds februari in de handen van Ardian. Ardian is een onafhankelijke internationale privé-investeringsmaatschappij. Zij kochten d&b over van Odewald & Companie, die sinds 2011 bezitters waren van de Duitse fabrikant. Onder de vorige eigenaars wist d&b al flink te groeien, en de huidige eigenaarswissel zou de positie van d&b nog verder moeten versterken, vooral in Azië en Amerika.

Het merk ontwikkelde door de jaren reeds verschillende interessante producten die in Europa telkens als een soort standaard werden gezien. Er wordt op riders maar al te vaak naar d&b gerefereerd. Wanneer de firma haar positie wil versterken, zijn we daar dan ook niet rouwig om, integendeel… www.dbaudio.com SENNHEISER AVX Sennheiser, de facto de leider als we praten over ENG setjes voor de videomarkt, verlaat de jarenlang gevolgde klassieke weg (analoge FM verbinding) en biedt met het AVX-835 systeem een digitale zendverbinding die werkt in de 1,9 GHz-band.

Het systeem is ontworpen voor outdoor zowel als indoor gebruik. Zeer fraai is het ontvangertje dat rond een XLR-plug is opgebouwd en rechtstreeks in een XLR-input op de camera kan geplugd worden. Het zou zelfs niet misstaan om dit ontvangertje in een microfooninput van de mengtafel te prikken of in een XLR-input op een actieve box voor een kleine PA-opzet. Zowel de zendmicrofoon als de ontvanger bevatten oplaadbare Lithium-Ion batterijtjes die via een USB interface (adapter bijgevoegd) kunnen worden opgeladen. Het systeem werkt met frequentie-shifting binnen de gebruikte (licentievrije) band, bij een samplerate van 48 kHz en een woordlengte van 24 bit. De latentietijd zou rond de 19 ms liggen. www.sennheiser.com

relatives à cette nouvelle série XPRS, je ne peux qu’admettre être agréablement surpris : il s’agit bien de haut-parleurs de sonorisation de haut vol ! Auparavant, nous avions déjà eu l’occasion de faire connaissance avec les haut-parleurs ­incroyablement lourds, au sens propre comme au sens figuré - de la série Wave, ainsi que de la série XY, plus étendue. Toutes deux étaient à ranger dans la catégorie des installations fixes. Mais via sa série XPRS, Pioneer propose maintenant ­aussi une alternative mobile. La série se compose de deux enceintes full range actives à deux voies et d’un sub. La XPRS12 est équipée d’un woofer de 12” pour les graves et d’un tweeter d’1,75” pour les aiguës. L’ampli intégré, un Powersoft de Classe D, délivre 800 / 400 watts RMS (bi-amplification). La XPRS15 est tout à fait construite de la même façon, mais bien entendu, elle renferme un woofer de 15” pour les graves. Ces enceintes ont recours à la technologie AFAST, qui est le garant d’une forte réduction des ondes stationnaires. Le sub qui fait partie de la série, le XPRS215S, hérite de deux woofers de 15” et d’une double construction en bass reflex. Le module amplificateur délivre 2 x 600 watts RMS. www.pioneerproaudio.com D&B AUDIOTECHNIK Depuis février, d&b, l’un des constructeurs allemands les plus réputés en matière de systèmes de sonorisation, est passé entre les mains d’Ardian. Ardian est une compagnie d’investissements à fonds privés, indépendante et internationale. Ils ont donc racheté d&b à Odewald & Companie, qui, depuis 2011, était propriétaire de ce constructeur allemand. Sous la tutelle des propriétaires précédents, d&b avait déjà réussi à développer une croissance importante, et le dernier changement de propriétaire en date devrait renforcer la position actuelle de d&b, avant tout en Asie et en Amérique. Au cours des années, la marque a déjà conçu divers produits intéressants, à telle enseigne qu’en Europe, ils étaient déjà considérés comme des sortes de standards. En fait, on parle trop peu de la marque d&b ...

Si la firme pouvait renforcer sa position, ce ne serait pas pour nous déplaire, bien au contraire ... www.dbaudio.com SENNHEISER AVX Sennheiser est le leader incontesté en matière d’ensembles ENG pour le marché vidéo (NdT : ENG = ‘electronic news gathering’, en français, ‘collecte d’informations par voie électronique’). Mais voilà que la marque quitte les sentiers battus : si, pendant des années, elle a utilisé une connexion FM analogique, elle propose aujourd’hui le système AVX-835, basé sur une connexion digitale qui fonctionne sur la bande d’1,9 GHz. Le système est conçu pour des utilisations tant à l’extérieur qu’à l’intérieur. Le (tout) petit récepteur est vraiment très chouette : il est construit “autour” d’un connecteur XLR et il se branche directement dans l’entrée XLR de la caméra elle-même. Ce petit récepteur peut même se brancher sur une entrée micro d’une table de mixage, ou sur une entrée XLR d’une enceinte active pour des situations où une petite sono est suffisante. Le ­micro émetteur, tout comme le récepteur, renferment des batteries de type Lithium-Ion qui peuvent être rechargées via une interface USB, dont l’adaptateur est fourni. Le système fonctionne sur base du ‘frequency shifting’, à l’intérieur de la bande utilisée, celle-ci pouvant être utilisée sans licence. La vitesse ­d’échantillonnage est de 48 kHz, et ce, sous 24 bits. Le temps de latence se situe aux environs de 19 ms. www.sennheiser.com

Pioneer XPRS Series

8

www.meetmusic.com

PRO SOUND & LIGHT 2016/325

LIVE SOUND

EAW Redline enclosures & subwoofer

Hans en Ludo Lauwens

Eastern Acoustic Works, afgekort EAW. Een klinkende naam binnen de sector, altijd geweest en nu nog steeds. In België de voorbije jaren iets minder aanwezig ‘in het straatbeeld’, doch zeker niet verdwenen. En dat laatste is maar goed ook!

EAW is immers een premium merk en staat garant voor kwaliteit en duurzaamheid. We associëren het merk misschien vooral met mega zware hoorngeladen en absoluut onhandelbare systemen voor de meest extreme situaties? Wel ja, EAW was/is inderdaad actief in dat segment. Maar, en ik heb daarin ook veel bijgeleerd de laatste dagen, EAW heeft eigenlijk een bijzonder breed gamma!

Een groot aandeel is high power PA en DJ, maar minstens evenwaardig is ook het ‘fixed install’ gedeelte, wat hier ‘commercial sound’ wordt genoemd. In de volksmond: 100V-toestanden (omdat niet iedereen even vertrouwd is met de werking er van). Wij testen vandaag de RL Series (RL van Redline), en bevinden ons daarmee ergens tussen ‘touring’ en ‘install’.

ALGEMEEN CONCEPT Conceptueel gezien is het niet zo moeilijk om de RL Series te ‘begrijpen’. ­Redline is een volledig actieve serie, met dus de eindtrappen in de speakers ­ingebouwd, vrij klassiek van opbouw. We vinden binnen de lijn 2 top/full-­ rangekasten terug, ondersteund door een flinke sub. De RL12 en RL15, de tops, beschikken over dezelfde 2-kanaals klasse D versterkermodule van 1250W (1000W voor de woofer, 250W voor het hoog) en dezelfde compressiedriver (1” exit/1,75” VC) voor het hoog. Het zijn beide tweeweg systemen met respectievelijk een 15” en een 12” woofer voor het laag. De sub werd voorzien van een stevige 18”-er met 4” voice coil, aangedreven door 1000W aan klasse D vermogen. Wij kregen van ieder model twee stuks aangeleverd voor de test.

DOELGROEP/TOEPASSING Zoals het bij ons testmateriaal wel vaker het geval is, kunnen we de Redlines ­gerust als ‘allround’ bestempelen. FOH, monitoring of zelfs in de huiskamer (grote jongens houden van groot speelgoed…). Onze EAW’s staan overal hun mannetje. In eerste instantie zijn het in mijn ogen echte live kasten. Klankmatig

10

www.meetmusic.com

Eastern Acoustic Works, ce qui donne en abrégé : EAW. C’est un nom bien connu dans le secteur : cela a toujours été, et c’est toujours le cas aujourd’hui.

En Belgique, ces dernières années, la marque était un peu moins présente dans “l’inconscient collectif musical”, mais elle est loin d’avoir disparu ... et c’est ­évidemment une très bonne chose ! En tout cas, EAW est une marque de premier plan et résonne dans nos oreilles comme un symbole de qualité et de durabilité.

Peut être associons-nous cette marque avant tout à d’énormes trompes d’aiguës et à des systèmes sonores totalement intransportables, utilisés uniquement dans des situations exceptionnelles ... Eh bien oui, EAW était - et est toujours - actif dans ce segment du marché. Mais - et je viens d’apprendre des tas de choses à ce sujet ces derniers jours ! - EAW possède en fait une gamme de produits ­extrêmement large ! OK, une grande partie se compose de sonos de grande ­puissance, pour orchestres comme pour DJ, mais leur département d’installations fixes est tout aussi intéressant, ce que nous appellerons ici le “son commercial”.

Ce qu’on appelle d’habitude : les appareils fonctionnant sous 100 volts ... tout simplement parce que tout le monde n’est pas familiarisé à son fonctionnement.

Aujourd’hui, nous testons la série Redline (RL pour ‘Redline’), et de ce fait nous nous situons à la croisée des chemins entre les installations mobiles et les installations fixes.

GÉNÉRALITÉS CONCEPT D’un point de vue conceptuel, il n’est pas très difficile de comprendre l’approche de la série RL : Redline est une série totalement active, donc, avec un étage de puissance à l’intérieur de chaque enceinte, très classique du point de vue de sa construction. Cette série se compose de deux enceintes à utiliser soit comme ­satellites, soit comme full range, complétées par un sub particulièrement costaud. Les RL12 et RL15, les satellites, disposent du même module à deux ­canaux, de Classe D, de 1.250 watts (1.000 watts pour le woofer et 250 watts pour les aiguës), et du même moteur à compression (1” exit / 1,75” VC) pour les aiguës. Tous deux sont donc des systèmes à deux voies, avec, respectivement, un woofer de 15” ou de 12” pour les graves. Quant au sub, il est équipé d’un puissant

PRO SOUND & LIGHT 2016/325

woofer de 18”, avec sa bobine mobile de 4”, et de son module de Classe D de 1.000 watts de puissance. Pour ce test, nous disposions de deux pièces de chaque modèle.

CRÉNEAU VISÉ / CHAMP D’APPLICATION Comme c’est souvent le cas pour le matériel que nous testons, nous pouvons ­estampiller les Redlines comme des “bons à tout faire” : ils conviennent pour une façade de sonorisation, pour du monitoring, et pourquoi pas, pour la ... maison les grands enfants veulent des jouets de grande taille, non ? Bref, nos EAW sont à l’aise partout ! A nos yeux, je dirais qu’ils sont avant tout de vraies enceintes pour des prestations scéniques. Du point de vue sonore, ils peuvent convenir à des genres musicaux très divers, et donc, ils peuvent être utiles à des tas de “métiers” : DJ, firmes de location, et pourquoi pas, musiciens. Si on examine d’un peu plus près leur construction et leur équipement, on comprend pourquoi EAW range les Redlines dans la catégorie des installations fixes : la firme “vise” les salles polyvalentes ou les centres culturels, là où on n’a pas besoin et/ou on n’a pas le budget nécessaire pour un système complet (en line array, par exemple), mais où l’objectif est d’avoir une combinaison sub-top convenable pour l’amplification principale de la salle.

Vu sous cet angle, il ne fait aucun doute que les RL risquent de se trouver en très bonne place dans la liste des choix envisagés.

CONSTRUCTION

kunnen ze weg met zeer diverse muziekgenres, waardoor zowel DJ’s alsook verhuurfirma’s en muzikanten (waarom niet) de kasten nuttig kunnen inzetten. Als we de bouw en uitrusting in acht nemen, begrijpen we waarom EAW de Redlines ook onder ‘install sound’ onderbrengt. In polyvalente zalen of culturele centra waar men geen nood en geen budget heeft voor een full-size line array systeem bijvoorbeeld, maar waar men wel doelt op een degelijke sub-top combinatie als hoofdsysteem van de zaal, zijn de RL’s zonder twijfel kanshebbers die bovenaan het verlanglijstje mogen staan.

BOUW AFWERKING, BEDIENING, AANSLUITINGEN, ERGONOMIE Wel, dit gaat nu eens echt een heel beperkt stukje tekst worden… Of toch alleszins op het vlak van de bediening, want een eenvoudiger te bedienen actieve speakerkast zal heel moeilijk te vinden zijn. In dit geval is dat een groot voordeel. Je trekt op deze manier de doelgroep open. Ik weet het, aandachtige lezers weten dat ik soms het tegenovergestelde vertel. Soms vind ik het jammer dat we als gebruiker geen regelmogelijkheden krijgen en beschouw ik dat als een minpunt. Dat laatste geldt echter enkel wanneer ik naar een speaker luister en steeds het gevoel heb dat ik toch nog iets moet veranderen. Het is frustrerend als je dan helemaal niks kan bijregelen. Maar hier is het anders. Ik luister naar de speakers en kan er blijven naar luisteren, het zit gewoon goed, het klinkt zoals het hoort, dus waarom zou EAW daar in godsnaam een overvloed aan potmeters en knopjes willen op voorzien?!

Op het bedieningspaneel van de topkasten staat een draairegelaar voor het volume en een drukknop waarmee we kunnen switchen tussen de voorgeprogrammeerde processorinstellingen. Je kan hier kiezen tussen ‘main’, ‘main + sub’ en ‘monitor’. Signaal breng je binnen op XLR en kan worden doorgegeven via de ‘loop out’ (tevens XLR). Een powerschakelaar werd achterwege gelaten. De speaker aanschakelen doe je door de voedingskabel ‘in te draaien’ (Powercon systeem). Ook een ‘AC loop’ via Powercon werd voorzien. Het bedieningspaneel van de subs ziet er gelijkaardig uit, maar hier schakelt de keuzeknop tussen ‘normal’, ‘cardioid front’ en ‘cardioid back’. Dit moet echt wel een van de makke-

PRO SOUND & LIGHT 2016/325

FINITION, UTILISATION, CONNEXIONS ET ERGONOMIE Bon, ce sujet risque de se résumer à fort peu de choses ... Ou en tout cas, en ce qui concerne l’utilisation, parce que trouver des enceintes actives dont l’utilisation est encore plus simple, cela va être difficile ! Et dans ce cas, c’est un gros avantage : de cette manière, le groupe cible s’élargit. Bon, je sais que les lecteurs attentifs se souviendront que je dis parfois le contraire ! Eh oui, parfois, en tant qu’utilisateur, je trouve dommage qu’ils n’y a pas de possibilités de réglage, et je considère alors ce point comme négatif. Mais cette position ne se présente que quand j’écoute un haut-parleur et que j’ai le sentiment que je dois modifier quelque chose : dans ce cas, c’est frustrant quand on ne peut rien y changer ! Mais dans le cas qui nous occupe, c’est différent : j’écoute ces haut-parleurs ... et je peux continuer à les écouter tels quels : le son est bon, cela “sonne” bien, donc, pourquoi diable EAW passerait-il son temps à prévoir une armada de potentiomètres et de boutons ???

Sur le panneau des commandes des satellites, il y a un potentiomètre pour le volume et un bouton poussoir via lequel on peut choisir entre les réglages ­préprogrammés du processeur sonore. Les choix sont les suivants : ‘Main’, ‘Main + Sub’ et ‘Monitor’. Le signal d’entrée arrive via une prise XLR, et il peut “ressortir” via le ‘Loop Out’, également au format XLR. Un interrupteur de mise sous tension n’a pas été jugé utile : la mise en route des haut-parleurs se fait donc en “faisant tourner” le câble d’alimentation (système Powercon), et le courant peut, lui aussi, “ressortir” via un second connecteur Powercon denommé ‘AC Loop’. Le panneau des commandes des subs paraît semblable, mais ici, le bouton propose d’autres choix : ‘Normal’, ‘Cardioid Front’ et ‘Cardioid Back’. Ce sub doit certainement être un des subs les plus faciles à configurer par rapport à des réglages cardioïdes !

On place les subs inversés l’un par rapport à l’autre, on sélectionne en une seule pression sur la touche par sub la présélection correcte, et ... c’est fait ! La notice d’emploi jointe explique en détail comment on doit procéder.

Aujourd’hui, c’est d’ailleurs particulièrement en vogue de faire des expériences avec des réglages cardioïdes. Et donc, EAW propose une bonne approche ! La conception même des enceintes montre elle aussi que la firme a réfléchi en ­profondeur à ces fonctionnalités. Le plus souvent, quand on retourne une enceinte, toutes les LED présentes sont dirigées vers le public, et d’un point de vue esthétique, ce n’est pas l’idéal ... Mais ici, les Redlines possèdent deux côtés fortement obliques à l’arrière, et ainsi, le panneau des commandes se voit beaucoup moins.

En enfonçant une certaine combinaison de touches, on peut même diminuer ­l’intensité de ces LED. Le seul “revers de médaille” de cet avantage, c’est qu’il faut littéralement se coucher à terre pour brancher le sub qui se trouve au sol !

Mais bon, dans la vie, il faut pouvoir faire des compromis ...

C’est dans la même optique - rendre les enceintes les plus “discrètes” possible qu’EAW a posé un logo de couleur noir mat sur les faces avant : cela donne à l’ensemble un aspect des plus professionnels. Ceci dit, la construction est tout à fait classique. Sur les côtés, et en contraste saisissant par rapport au caractère discret des enceintes, la firme a posé deux “baguettes” décoratives rouges (ben oui : “RED line”, quoi !), qui amènent un brin de fantaisie. Au moment où j’ai déballé ces haut-parleurs, j’ai été agréablement surpris par cette touche colorée, mais j’ai tout de suite pensé : “Aïe, cela risque de ne pas plaire à un grand nombre d’utilisateurs !” Mais fort heureusement, EAW a pensé à tout le monde : ces deux baguettes rouges sont magnétisées, et donc, on peut les enlever très facilement si on le désire, tout en pouvant les replacer par après par simple contact.

De par leur forme trapézoïdale, les enceintes paraissent un peu plus volumineuses que l’on ne se l’imagine, mais le poids, pour une “vraie” EAW, est étonnamment faible ! Les satellites, même les 15”, peuvent être soulevés sans problème par une personne seule. A cet effet, de chaque côté, une poignée ergonomique est à votre disposition. Nous avons même remarqué que les satellites se déplaçaient plus ­facilement via une seule personne au lieu de deux, car dans ce dernier cas, la >>

www.meetmusic.com

11

>> lijkste subs zijn om een cardioide setup mee te configureren! Je plaatst gewoon de subs omgekeerd op elkaar, selecteert met één druk op de knop per sub de juiste preset en klaar is kees. De bijgeleverde handleiding beschrijft gedetailleerd hoe het precies moet.

Het is de dag van vandaag trouwens bijzonder populair om met cardioide-opstellingen te experimenteren. EAW pakt dat goed aan! Ook het kastontwerp toont dat er is nagedacht over deze functionaliteiten. Het is immers zo dat wanneer je een kast omdraait, alle aanwezige LED’s rechtstreeks op je publiek worden gericht. Esthetisch gezien is dat niet optimaal… De Redlines kregen echter een sterk afgeschuinde achterzijde, waardoor het bedieningspaneel veel minder opvalt. Middels het indrukken van een bepaalde toetsencombinatie kan je zelfs de LED’s dimmen. Het enige nadeel bij deze voordelen, is dat je letterlijk op je buik moet gaan liggen om de onderste sub aan te sluiten. Maar goed, in het leven moet je compromissen maken…

In diezelfde context van het zo onopvallend mogelijk maken van de speaker, heeft EAW een mat zwart logo voorzien op de voorzijde. Dit geeft de reeks een heel strak en professioneel uiterlijk. Verder is de opbouw vrij klassiek. Aan de zijkanten werden, in schril contrast met het onopvallende karakter van de kast, twee rode sierstrips voorzien (Redline…), die toch dat tikkeltje speels karakter tonen. Toen ik de speakers uitpakte was ik aangenaam verrast door deze ‘touch’, maar ik dacht wel meteen ‘oei, dat gaat een grote gebruikersgroep niet kunnen appreciëren’. Gelukkig heeft EAW aan iedereen gedacht, en kan je de rode (magneet)strips simpelweg verwijderen indien je dat wenst (en uiteraard gewoon terug ‘plakken’).

Door de trapeziumvorm vallen de kasten net iets groter uit dan je zou vermoeden, maar het gewicht is voor een echte EAW opvallend laag! De tops, zelfs de 15”-ers, zijn perfect alleen hanteerbaar. Daartoe staat aan iedere zijde een ergonomische handgreep ter beschikking. Het viel ons op dat je de topkast eigenlijk nog makkelijker alleen hanteert dan met twee personen, omdat in dat laatste geval de handgreep een beetje ‘tegenwerkt’. Ook de sub is gezien zijn grootte erg licht. Als je armen lang genoeg zijn, kan je hem ook alleen aan, maar hier zijn een stel helpende handen toch welkom! De sub beschikt over twee handgrepen per zijde. Hij kreeg een statiefadapter ingebouwd voor een tussenpaaltje (zowel schroefflens als insteekflens verkrijgbaar) en de tops zijn uiteraard ook voorzien van een statiefflens. Kortom zijn dit mooie, klassiek vormgegeven kasten met een zekere frisheid! Het enige wat ik mis zijn pootjes en uitsparingen. Het valt op dat de tops eigenlijk geen poten hebben. Er werd wel een geleidingsstrip aangebracht voor wanneer je de box als monitor gebruikt, maar op de onderzijde werden geen poten gemonteerd, en in de bovenzijde werden geen gefreesde uitsparingen voorzien. Dat vind ik persoonlijk een beetje jammer, want ik ben nog steeds een voorstander van het op elkaar plaatsen van de tops (als je er twee per kant zou hebben) voor een interessantere draagkracht en om lobbing te vermijden, maar dat is hier niet mogelijk, omdat de bovenste kast door de trillingen begint te verschuiven. Ook een stel wielen op de subs zou het leven vergemakkelijken… Misschien zijn dat wel de puntjes die aantonen dat het systeem eigenlijk ook thuis is in de fixed install-wereld. Riggingpunten werden voor alle duidelijkheid wél voorzien!

Misschien ook nog even vermelden dat de speakers erg ‘user-friendly’ zijn opgebouwd. Zo kan je desgewenst de hoorn (90° X 60°) draaien (60° X 90°) en kan je middels enkele schroefjes de versterkermodule verplaatsen naar de andere zijde van de box. Dit is vrij uniek en het kan handig zijn voor een spiegelopstelling bij monitorapplicaties.

KLANK KWALITEIT, WEERGAVE EN OUTPUT Eigenlijk heb ik het hierboven reeds een beetje verklapt. De Redlines klinken zoals het hoort. Dat is misschien wel erg kort door de bocht, maar volgens mij vat het onze bevindingen mooi samen. Er zijn niet zo heel veel speakers die me zo-

12

www.meetmusic.com

­ oignée est moins bien adaptée à la prise en main. Le sub, lui aussi, au vu sa taille, p est vraiment léger : si vos bras sont assez longs, vous pouvez aussi le soulever seul, bien qu’une paire de bras qui vous viennent en aide soit la bienvenue ! D’ailleurs, le sub possède même deux poignées par côté. Sa face supérieure présente un adaptateur pour recevoir un tube de rehausse (pièces à visser ou à ficher disponibles), et bien entendu, les satellites ont de leur côté un adaptateur pour statif. Bref, voilà des enceintes qui sont jolies, classiques, mais néanmoins avec un petit côté “rafraichissant” !

La seule chose dont je regrette l’absence, ce sont de petits pieds en dessous des ­enceintes et des défonces correspondantes sur le dessus. On remarque très vite que les satellites n’ont pas de pieds : il y a bien une ligne conductrice utile quand l’enceinte est utilisée comme moniteur, mais sur la face inférieure, il n’y a pas de pieds, et sur la face supérieure, il n’y a pas de défonces correspondantes. Personnellement, je trouve cela un peu dommage, car je reste toujours un fervent partisan de la ­solution consistant à empiler les satellites les uns sur les autres (au cas où on en a deux de chaque côté), afin d’avoir une portée sonore plus intéressante et d’éviter de suspendre les enceintes. Mais dans le cas présent, ce n’est pas possible, car à cause des vibrations, les enceintes ont tendance à bouger. Dans la même optique, un ensemble de roulettes pour les subs faciliterait la vie ... Mais peut être sont-ce là les caractéristiques qui montrent qu’en fait, le système est aussi conçu pour le monde des installations fixes. Car les œilletons de suspension, eux, sont clairement au rendez-vous ! Peut être est il aussi utile de préciser que ces enceintes sont vraiment construites avec la facilité de l’utilisateur en tête. Par exemple, on peut faire faire un quart de tour à la trompe : la dispersion passe ainsi de 90° x 60° à 60° x 90°.

De même, le module d’amplification peut être déplacé sur l’autre face oblique de l’enceinte grâce à quelques vis. C’est vraiment unique en son genre, et cela peut être utile si l’on désire avoir une disposition symétrique pour ses moniteurs.

SON QUALITÉ, RESTITUTION SONORE ET PUISSANCE En fait, j’en ai déjà un peu parlé plus haut : les Redlines ont un bon son. C’est peut être un peu court comme déclaration, mais selon moi, cela résume bien nos investigations : il n’y a pas tellement de haut-parleurs qui peuvent se targuer d’être convaincants tant à bas volume qu’à volume élevé. Mais cela ne pose aucun problème pour les RL ! Bref, chapeau bas pour le processing intégré ! A volume réduit, des basses d’une chaleur exceptionnelle sont bien perceptibles : on a effectivement l’impression que le sub est en train d’envoyer des “pêches”, alors que c’est tout juste si on lui envoie un signal audible ! A ce niveau, les satellites ont quand même besoin d’un peu plus de signal que le sub afin que les aiguës soient aussi bien compréhensibles. Quand on augmente le volume, on remarque qu’il y a de la puissance en abondance, sans pour autant que le tout ne devienne criard et/ ou agressif. Bien entendu, nous avons aussi écouté les satellites séparément, sans les subs donc, et essayé diverses combinaisons. Nous n’avons pas toujours l’occasion de le faire avec le matériel que nous testons, mais nous avons même pu prendre ces EAW ‘on the road’ pour une projection, étant donné que la situation s’y prêtait bien. Nous travaillons nous mêmes avec du matériel de très haut niveau, et le fait d’utiliser sur site un matériel en test est en soi déjà un signe que nous lui faisons confiance à 100 %. Et sur base de cette expérience, nous pouvons confirmer notre conclusion : le son de ce système est bon. Nous avons utilisé les RL15 en full range principalement pour des voix parlées et des instruments acoustiques : la compréhension était parfaite, détaillée, claire et néanmoins pleine de chaleur. Les enceintes ont un peu de peine à se faire bien entendre au fond de la salle, ce qui, bien entendu, est logique pour une source unique. Certains passages (parlés) ont été vraiment fort, mais pourtant, nous n’avons jamais vu un quelconque signe de limitation se mettre en fonctionnement. Les combinaisons de subs et de satellites, tantôt les 12”, tantôt les 15”, nous les avons essayées à la maison et dans notre magasin. Les subwoofers ont un son magnifique : la “descente” vers les basses est vraiment très “profonde”, et même là, le volume reste bien constant et équilibré.

Finalement il n’y a “que” seulement un 18” de chaque côté, et pourtant, un tel ensemble est à même de vous faire sentir physiquement ses “coups” à l’estomac !

Avec le réglage cardioïde adapté, nous avons obtenu une puissance impressionnante devant les haut-parleurs, alors que l’inutile gaspillage d’énergie plus loin derrière était efficacement maîtrisé. Les satellites de 12”, en utilisation full range, donnent, et c’est logique, nettement moins de basses que le modèle à 15”. Idéal pour les conversations, ou pour une utilisation à un volume un peu plus modeste, avec une bonne égalisation à l’appui, ou bien entendu pour une combinaison avec les subs.

Vous voulez un résumé de nos expériences ? Dès notre premier test fait à la maison, nous avions déjà une totale confiance, et pendant les tests pratiques, cette confiance a été plus que confirmée.

PRIX Les prix ? Les voici ! Pour un RL12, dans des circonstances normales, vous paierez environ 3.150 euros. Pour un RL128, on passe à 3.440 euros, et pour le sub, à 4.304 euros. Voici ma première réflexion : je le dis franchement, en première analyse, j’ai trouvé ces montants assez élevés. Et ce, surtout parce que ce système est plutôt présenté comme une série d’entrée de gamme ... Mais quand je suis allé sur le site de l’importateur et que j’ai vu les prix temporaires de lancement des RL, j’ai été

PRO SOUND & LIGHT 2016/325

wel op lage volumes alsook op hoge volumes kunnen bekoren. De RL’s konden dat zonder problemen! Een pluim voor de ingebouwde processing! Op lage volumes is een heel warm fundament waarneembaar. Je hebt zowaar het gevoel dat de sub echt aan het ‘kicken’ is, terwijl er amper signaal wordt ingestuurd. De tops hebben op dat punt net iets meer uitsturing nodig dan de sub om ook in het hoog verstaanbaar present te zijn. Wanneer we dan het volume opdrijven, merken we dat er vermogen in overvloed is, zonder dat het geheel schreeuwerig of agressief gaat klinken. We hebben uiteraard de tops ook apart beluisterd, zonder de sub, en enkele combinaties uitgeprobeerd. We doen het niet steeds met ons testmateriaal, maar we hebben de EAW’s zelfs ‘on the road’ voor een projectje meegenomen omdat de situatie zich daar mooi toe leende. We werken zelf met topmateriaal, en het on site gebruiken van testmateriaal is eigenlijk al een teken dat we dit 100% zien zitten. Daarbij is onze conclusie bevestigd: het klinkt zoals het hoort! De RL15 hebben we full-range ingezet voor hoofdzakelijk spraak en versterking van akoestische instrumenten. De verstaanbaarheid was perfect, gedetailleerd, helder en toch warm. De kasten hebben wel wat uitsturing nodig om tot achteraan in de zaal te reiken, wat uiteraard logisch is voor een point source.

Bepaalde passages waren vrij luid (spraak). Een limit-indicatie hebben we geen enkele keer in werking zien treden. De sub-top combi, met de 12”-ers en de 15”ers afgewisseld als top, hebben we thuis en in ons magazijn beluisterd. De subs klinken heerlijk. Ze gaan verrassend diep en behouden daarbij een heel mooi volume. Uiteindelijk staat er ‘maar’ één 18”-er per kant, en toch is zo’n setje capabel om voor een voelbaar buikgevoel te zorgen. Met de juiste cardioide opstelling bekwamen we vooraan heel veel druk, terwijl de nutteloze energieverspilling achteraan mooi werd gecanceld. De 12” toppen in full-range mode geven, enigszins logisch, echt opvallend minder laag dan de 15” varianten. Ideaal voor spraak, of op een iets meer bescheiden volume met een goeie eq in de hand, of uiteraard in combinatie met de sub. Onze bevindingen kort samengevat? We hadden er bij de eerste thuistest meteen het volste vertrouwen in, en tijdens de praktijktest werd dit vertrouwen meer dan bevestigd.

BUDGET

quelque peu rassuré ! Même si - et c’est logique ! - les prix de lancement ne resteront pas d’application très longtemps ... Mais bon, en y regardant de près et en tenant compte de tous les facteurs en présence, les prix demandés pour ces haut-parleurs sont tout à fait corrects. Quelqu’un qui ne disposera que d’un budget limité pour un tel achat aura donc vraisemblablement tendance à se détourner d’EAW, mais pourtant, nous voudrions quand même lui conseiller d’aller écouter ces haut-parleurs.

Il s’agit d’un investissement plus conséquent pour du matériel, certes, mais il est plus que vraisemblable que vous en aurez pour pas mal d’années à pouvoir compter sur un matériel sans problème, avec un bon son, et ce, en toutes circonstances.

Alors qu’avec un peu de recul, un tel achat semble, au final, un achat meilleur marché dans la mesure où on évite d’être constamment à la recherche d’un système qui puisse vous donner de meilleurs résultats que ceux de celui que vous avez acheté à un prix qui semblait, au départ, un avantage ...

CONCLUSION “In der Beschränkung zeigt sich erst der Meister”. Ce proverbe allemand signifie : “Le maître ne se révèle vraiment que lorsque les circonstances lui imposent des ­limites”. En traduction plus libre, on pourrait simplement dire qu’on n’a pas besoin d’une flopée de gadgets pour garantir un certain niveau de qualité. D’ailleurs, c’est justement la simplicité des Redlines qui donne à ces haut-parleurs une image des plus professionnelles. Pratiquement n’importe qui - bon, OK, il peut y avoir des exceptions ! - est à même de se servir des RL sans avoir peur de commettre d’éventuelles erreurs : un fois que le signal se propage d’une manière convenable et qu’il atteint les haut-parleurs, tout le reste se met en place comme par enchantement.

Les prix seront sans doute un peu durs à “avaler” pour certains, mais selon moi, ils sont parfaitement adaptés à la qualité en présence et à la garantie d’une longévité exceptionnelle. Sans doute quelques petits points peuvent-ils être améliorés, mais faites moi le plaisir d’admettre qu’il n’existe pas un seul produit qui puisse s’en tirer sans rencontrer la moindre critique ! Redline est une réussite ... point-barre ! Et il est bon de savoir que ces enceintes se situent en fait plus au début de la liste des prix d’EAW qu’à la fin ! Résumons : excellentes prestations, et excellent matériel !

De prijs? Voor een RL12 betaal je in normale omstandigheden een goede € 3150,-. Een RL15 kost € 3440,-, terwijl de sub van eigenaar wisselt voor € 4304,. Mijn eerste gedachte? Ik geef het eerlijk toe, ik vond de bedragen aanvankelijk nogal aan de hoge kant. Zeker omdat het systeem zich eigenlijk eerder een instapserie noemt… Toen ik op de website van de importeur de tijdelijke introductieprijzen van de RL’s zag, was ik al wat meer gerustgesteld. Hoewel introductieprijzen logischerwijze niet al te lang van toepassing zijn… Bij nader inzicht en rekening houdend met alle factoren, denk ik dat de vraagprijs van de speakers wel heel correct is! Wie met een beperkt budget voor een aankoop staat, zal dus waarschijnlijk de neiging hebben om aan EAW voorbij te gaan, maar toch zouden we ook aan die mensen aanraden om eens te gaan luisteren. Een wat duurdere investering in materiaal waarmee je hoogstwaarschijnlijk ettelijke jaren probleemloos in alle omstandigheden een goede klank kan neerzetten, blijkt achteraf beschouwd vaak een goedkopere oplossing te zijn dan het voortdurend zoeken naar een PA-systeem waarmee je een beter resultaat kan halen dan met wat je low-budget had gekocht.

BESLUIT In der Beschränkung zeigt sich erst der Meister. Kort en vooral vrij vertaald wil dat zeggen dat je geen toeters en bellen nodig hebt om kwaliteit te garanderen.

Het is net de eenvoud van de Redlines die de kasten een zeer professioneel imago geeft. Werkelijk iedereen (er zijn uiteraard uitzonderingen, ja…) kan de RL’s bedienen en hoeft zich geen zorgen te maken over mogelijke fouten. Eens je signaal op een degelijke manier wordt uitgestuurd en de speakers bereikt, valt al de rest vanzelf in de juiste plooi. Het bijhorende prijskaartje zal voor velen even slikken worden, maar staat volgens mij perfect in verhouding tot de kwaliteit en garandeert ook een erg duurzaam karakter. Misschien zijn er paar kleine puntjes voor verbetering vatbaar, maar sta me toe om even te stellen dat er geen enkel product bestaat waarop er geen enkele kritiek kan worden gegeven. Redline is geslaagd! En dan nog te weten dat de kasten zich eigenlijk meer vooraan in de EAW-prijslijst bevinden dan wel achteraan. Puike prestatie! Prachtig materiaal.

+ –

• • • •

Klank Gedrag op laag en op hoog volume Processing Professioneel karakter zonder overbodige toeters en bellen

•N iet van de goedkoopste (wel verantwoord) • Geen pootjes/uitsparingen

PRO SOUND & LIGHT 2016/325

+ –

• • • •

Le Le Le Le

son. comportement, tant à bas volume qu’à volume élevé. processing. caractère professionnel sans trop de fioritures.

• Pas vraiment bon marché (disons : raisonnable).

• Pas de pieds en dessous et de défonces au dessus.

www.meetmusic.com

13

STUDIO & RECORDING

Rupert Neve Portico 500 Series studio modules

Marnix Bosman

Een goede preamp is goud waard, maar elke preamp klinkt anders. De ene klinkt analytisch en clean, de andere heeft een warme, ronde klank en weer een andere heeft een rauw karakter.

Rupert Neve is een Brits icoon op het gebied van de analoge-mengtafeltechniek.

Vooral zijn discreet opgebouwde mengtafels zijn uitgegroeid tot klassiekers en worden geroemd vanwege de muzikale kwaliteiten van met name de preamps en eq’s.

Zijn 1073 en 1081 preamp/eq-modules zijn legendarisch. De klassieke Neve preamps worden gewaardeerd om hun volle, krachtige sound en de vrij warme klank.

Latere Neve ontwerpen klinken vaak wat analytischer. Met de Silk Texture-knop kun je tegenwoordig zelf het karakter van je preamp bepalen. Met deze knop regel je de hoeveelheid vervorming (tweede harmonischen, voor de techneuten onder ons) die hij produceert. Met deze functie kun je de weergave van je preamp variëren tussen een moderne of een klassieke Neve-sound.

Maar de loopbaan van Neve telt veel meer iconische ontwerpen. Al in de vroege jaren veertig was Neve bezig met audio, maar hij ging pas eind jaren ­zestig onder zijn eigen naam mengtafels bouwen. Midden jaren zeventig verliet hij zijn eigen onderneming alweer en ging verder als onafhankelijk ontwerper. Neve consoles van na 1975 zijn dan ook niet van zijn hand. Medio jaren tachtig werkte hij onder meer aan de eveneens iconische Focusrite Forte consoles. Na zijn periode bij Focusrite was hij ­betrokken als consultant bij Amek, Taylor Guitars en sE Electronics. In 2005 startte hij, inmiddels als Amerikaans staatsburger, zijn huidige onderneming: Rupert Neve

14

www.meetmusic.com

Un bon préampli est une valeur inestimable, mais chaque préampli possède sa propre sonorité : l’un peut avoir un son analytique et clair, un deuxième peut émettre un son chaud et rond, et un troisième peut donner une impression de “rugosité” ...

Rupert Neve est une icône britannique dans le domaine des techniques de mixage analogique. Ce sont avant tout des tables de mixage, construites en toute discrétion, qui sont devenues des classiques du genre : elles sont réputées en raison de leurs qualités musicales, notamment à cause de leurs préamplis et de leurs égalisations. D’ailleurs, les modules 1073 et 1081 de pré-amplification et ­d’égalisation sont devenus carrément ... légendaires ! Les préamplis classiques Neve sont appréciés pour leur son plein et puissant, sans oublier leur chaleur ­exceptionnelle. Les projets ultérieurs de Rupert Neve sont souvent caractérisés par un son un peu plus analytique. Mais grâce au bouton dénommé ‘Silk Texture’, on peut actuellement définir malgré tout le caractère du préampli : grâce à ce bouton, on règle le taux de distorsion (en fait, les deuxièmes harmoniques, pour ceux qui sont techniciens parmi nos lecteurs) que produit le préampli. Bref, grâce à cette fonction, on peut faire varier le type de restitution de son préampli désiré, qui va d’un son moderne au son classique de Neve.

Mais la carrière de Rupert Neve est jalonnée par beaucoup plus de projets ­iconiques. Déjà au début des années 40, Neve était actif dans le domaine de l’audio, mais il n’a commencé à construire des tables de mixage sous son propre

PRO SOUND & LIGHT 2016/325

nom que dans les années 60. Vers le milieu des années 70, il a quitté sa propre entreprise et s’est établi en tant que concepteur indépendant. Donc, en fait, les consoles Neve qui datent d’après 1975 ne sont plus de lui. Au milieu des ­années 80, il a aussi travaillé, entre autres, aux consoles Focusrite Forte, elles aussi devenues des icônes ! Après sa période chez Focusrite, il a travaillé comme consultant chez Amek, Taylor Guitars et sE Electronics. Devenu entretemps ­citoyen américain, il a fondé, en 2005, son entreprise actuelle : Rupert Neve Designs. En peu de temps, sous ce nouveau nom, Rupert Neve a de nouveau ­développé toute une série d’icônes audio potentielles, comme la série Portico et la table de mixage 5008. La série originale des Portico est livrée maintenant suivant le concept appelé ‘Lunchbox 500’.

SÉRIE PORTICO 500 La série Portico 500 se compose pour l’instant de cinq modèles : les préamplis 511 et 517, le compresseur 543, le simulateur de bande 542 et l’égalisation à ­induction 551. Pour ces modules, Rupert Neve a immédiatement conçu un rack avec une alimentation intégrée. C’est surtout cette alimentation qui a bénéficié de toutes les attentions : en effet, les utilisateurs Lunchbox expérimentés savent que dans la pratique, certains modules Lunchbox exigent plus de courant que ­celui défini par la norme. Et cela peut engendrer des problèmes qui débouchent sur des prestations audio de moindre qualité. L’alimentation présente dans le rack R6 est donc clairement surdimensionnée, et elle est à même de fournir 150 % du courant exigé si l’on se fie aux normes ! Grâce à des LED, on peut même visualiser exactement le niveau du courant utilisé.

LE PRÉAMPLI 511 Le préampli 511 est construit dans la plus pure tradition des préamplis classiques de Neve, mais cependant, suivant les convictions actuelles et le niveau technique d’aujourd’hui. Pour l’entrée, Neve utilise son approche TLA (Transformer Like Amplifier), tout comme il l’a adaptée aux tables de mixage Amek. Pas de vrais transfos, donc, mais ... the next best thing. Par contre, à sa sortie, le module 511 a bien un “bon gros” transfo audio. Le gain de 66 dB est réglable par pas, ainsi que via un réglage de niveau dont la plage est de 6 dB. Conjugué à un filtre passe-haut réglable, à un bon indicateur de niveau à LED et au potentiomètre qui règle la ‘Silk Texture’ (voir l’encadré), on a ainsi à sa disposition tout ce que doit avoir un bon préampli.

Si vous n’avez encore jamais entendu un préampli Neve, cet appareil constitue un premier contact idéal : on est bien en présence d’un “vrai” Neve, avec ses ­caractéristiques sonores propres. On entend un son plein, solide comme un mur de béton, et via le réglage Silk, on peut très simplement faire varier le son, qui peut aller d’une clarté très détaillée au son ‘vintage’ de Neve, qui rime avec ampleur et chaleur. Ce 511 n’est pas vraiment le même appareil que le 1073 classique qu’il vous faut absolument essayer une fois aussi -, mais il a son caractère bien à lui, appelé à devenir lui aussi un classique. C’est un préampli qui vaut vraiment son prix.

Designs. Onder deze naam heeft Neve inmiddels alweer een hele rij potentiële audioiconen ontwikkeld, zoals de Portico reeks en de 5088 discrete mengtafel. De originele Portico-serie levert hij nu ook volgens het Lunchbox 500-concept.

PORTICO 500-SERIES De Portico 500-series bestaat op dit moment uit vijf modellen: de 511 en 517 preamps, de 543 compressor, de 542 Tape Emulator en de 551 inductor eq. Neve heeft er meteen een eigen rack voor ontwikkeld met ingebouwde voeding. Vooral die voeding heeft extra veel aandacht gekregen. Ervaren Lunchbox-gebruikers weten dat sommige Lunchbox-modules in de praktijk meer stroom vragen dan binnen de norm eigenlijk is toegestaan. Dat kan problemen geven en leiden tot lagere audioprestaties. De voeding in het R6 rack is zwaar overgedimensioneerd en kan 150% van de volgens de norm vereiste stroom leveren. Met leds kun je exact zien hoeveel stroom er wordt gevraagd.

511 PREAMP De 511 preamp is gebouwd in de traditie van klassieke Neve preamps, maar dan volgens de huidige inzichten en stand van de techniek. Bij de ingang gebruikt Neve zijn TLA (Transformer Like Amplifier)-benadering zoals hij die ook in Amek tafels heeft toegepast. Geen echte trafo dus, maar wel the next best thing. Aan de uitgang heeft de 511 wel een dikke audiotrafo. De 66dB gain is in stappen instelbaar en met

PRO SOUND & LIGHT 2016/325

LE PRÉAMPLI / DI 517 Ce n’est pas sans raison que le module 517 combine un préampli avec une entrée pour micro et une entrée DI (= pour instrument à haute impédance). Il a un compresseur à un seul bouton à son bord, mais ce n’est pas cela l’important : la grande force du 517, c’est que l’on peut utiliser l’entrée micro et l’entrée DI en même temps. Ainsi, on peut brancher sur l’entrée DI une guitare, et ­simultanément, via l’entrée micro, faire entrer le signal du micro posé devant le haut-parleur. Par la suite, on règle l’équilibre entre le signal direct et celui du micro via le potentiomètre ‘Blend’. Quant au bouton ‘Vari-Phase’, il sert à mettre le tout parfaitement en phase ... ou juste le contraire, hors phase.

Ce module possède lui aussi une fonction ‘Silk Texture’, mais ici, son niveau n’est pas réglable. On peut utiliser le module 517 en tant que simple préampli, mais ce n’est pas son atout-maître : c’est cette double entrée qui le rend si ­intéressant. Le son est plein, avec beaucoup de corps, mais il n’a pas la ­délicatesse du 511 ... ce qui ne le rend pas pour autant moins intéressant.

LE COMPRESSEUR 543 Pour son compresseur 543, Neve a opté, de manière très réfléchie, pour une ­approche VCA. Le VCA a été choisi pour sa haute précision, sa faible distorsion et son bruit de fond très bas. C’est le type de compresseur dont en principe, on ne doit pas entendre le fonctionnement. On a un contrôle optimal sur l’attaque,

www.meetmusic.com

15

>>

le release et le ratio, et on peut enclencher un filtre passe-haut dans le circuit ‘sidechain’. De plus, on peut choisir entre un fonctionnement en ‘feed forward’ ou en ‘feed back’ pour la détection du VCA, avec en plus le choix entre la ­détection des valeurs RMS ou de celles des pics.

Quand parle de Neve, on pense automatiquement à des appareils avec leur son propre, mais en fait, le module 543 n’a pas du tout de son particulier ... et c’est plutôt cela qui fait sa force ! L’une de mes connaissances faisait remarquer qu’à son sens, le 543 était l’un des compresseurs les plus “transparents” qu’il ait jamais entendu. Et le fait est que la restitution audio reste tout à fait naturelle et pure, même quand certains réglages sont poussés à l’extrême. C’est avant tout lors d’un enregistrement de vocaux de jazz que j’ai eu l’occasion de constater ce comportement.

>> een trimregelaar over een ±6dB range regelbaar. Samen met een regelbaar high ­pass-filter, een goede led-meter en de regelbare Silk Texture-regelaar (zie kader), heb je alles wat een goede preamp moet hebben.

Heb je nog nooit een Neve preamp gehoord, dan is dit de ideale kennismaking.

Dit is een echte Neve met het bijbehorende karakter. Een vol geluid dat staat als een huis, en met de Silk-knop kun je de klank eenvoudig variëren van een heel gedetailleerd clean geluid tot de volle, warme vintage Neve-sound. De 511 is geen klassieke 1073 – die moet je zeker ook eens proberen – maar heeft wel het karakter in zich om zelf ook een klassieker te worden. Een preamp die zijn geld waard is.

517 PREAMP/DI De 517 preamp is niet zomaar een gecombineerde mic-preamp/di. Hij heeft een 1-knops compressor aan boord, maar dat is niet waar het hier om draait. De grote kracht van de 517 is dat je de mic- en di-ingang tegelijkertijd kunt gebruiken. Zo kun je op de di-input je gitaar inprikken en tegelijkertijd via de mic-ingang het signaal van de microfoon voor de speakerkast binnenhalen. De verhouding tussen het ­directe en het mic-signaal regel je vervolgens met de Blend-knop. Met de Vari-­ Phase-knop zet je het geheel netjes in fase (of juist helemaal uit fase).

Ook deze module heeft weer een Silk Texture-functie, maar hier is het niveau niet regelbaar. Je kunt de 517 als gewone mic-preamp gebruiken, maar dat is niet zijn kracht.

Juist die duo input-functie maakt hem zo interessant. De klank is vol met body, maar heeft niet de verfijning van de 511. Dat maakt hem echter niet minder interessant.

543 COMPRESSOR Neve heeft voor de 543 compressor heel bewust gekozen voor een vca-benadering.

De vca is geselecteerd op zijn hoge nauwkeurigheid, lage vervorming en lage ruis-

16

www.meetmusic.com

EGALISATION À INDUCTION 551 Le module 551 est une égalisation à 3 bandes, et assez curieusement, sa façade n’est pas claire comme celle des autres modules, mais sombre ... Neve décrit le 551 comme The Best of, et cette affirmation veut en fait dire que le module est basé sur et inspiré par la conception classique de Neve. Pour moi, cela évoque automatiquement le 1073 et le 1081, mais officiellement, ces numéros ne sont ­cités nulle part. Ce ne serait d’ailleurs pas très intelligent, puisque ces appareils sont la propriété intellectuelle d’AMS Neve, et non plus celle de Rupert Neve lui-même ! Mais naturellement, il n’a pas oublié la manière dont il a conçu ses anciens appareils ... Toutefois, dans l’égalisation 551, il combine de vieilles idées avec de nouveaux composants.

Ce qui est caractéristique du 551, ce sont ses bobines (les ‘inductors’), qui sont associées à des amplificateurs de Classe A et à des inverseurs à pas, tout comme dans ses appareils classiques. Les bobines sont ce que Rupert Neve estime être encore la meilleure méthode pour créer une égalisation. Les concepts régissant les égalisations “normales” adoptent souvent une approche “chirurgicale” du son dans la manière d’aborder les fréquences. Mais avec cette égalisation-ci, on aborde plutôt le caractère sonore et sa musicalité. Avec ce module 551, on donne à un signal un peu plus de punch, de corps, ou on rend le son plus brillant. Les adaptations que l’on opère sont toujours au bénéfice de la musicalité du son.

Voilà une qualité que ne possèdent que les bonnes égalisations, et cette 551 est bien dans la ligne des grands classiques comme Neve, Pultec, Trident, Manley et les autres classiques comparables. A mon sens, c’est le genre d’égalisation dont on doit avoir au minimum deux exemplaires dans son matériel ...

EMULATEUR DE BANDE 542 Quant Neve a lancé son ‘Portico 5042 Tape Emulator’ original, je ne m’attendais pas vraiment à ce qu’il rencontre le succès avec une telle solution, de type hardware. Mais après avoir fait mes expériences avec cet émulateur de bande, je comprends mieux le pourquoi : quand je compare ce 542 avec les ­autres solutions intégrées que j’ai entendues jusqu’ici, celle-ci est quand même drôlement bonne ! L’utilisation du module 542 est très simple : envoyez-lui un signal, “chipotez” un peu aux boutons, et écoutez le résultat. Impossible de commettre une faute, car chaque réglage amène son “petit quelque chose” !

L’appareil donne au son le même genre de “corps” que peut lui donner un bon enregistreur à bandes. A des fins de comparaison, j’ai ressorti mon vieux Tascam 1/2”. Ce module fonctionne vraiment très bien, et il est nettement plus facile à utiliser. Sur le 542, il y a de nouveau une fonction ‘Silk Texture’ ... et ici, elle est réglable. De plus, on peut aussi choisir entre deux variantes qui amplifient

PRO SOUND & LIGHT 2016/325

vloer. Dit is het type compressor waarvan je de werking in principe niet moet kunnen horen. Je hebt optimale controle over de attack, release en ratio, en je kunt een high pass-filter inschakelen in het sidechain-circuit. Verder kun je kiezen tussen een feed forward- en een feedbackwerking van de vca-detectie, met bovendien de keuze tussen rms- of peak-detectie.

Bij Neve denk je automatisch aan apparatuur met een eigen sound, maar eigenlijk heeft de 543 helemaal geen eigen sound. Dat is echter zijn kracht. Een kennis noemde de 543 een van de meest transparante compressors die hij ooit heeft gebruikt. Feit is dat de audioweergave ook bij extreme settings heel natuurlijk en zuiver blijft. Vooral tijdens het opnemen van wat jazz-zang was ik erg te spreken over het gedrag.

la saturation du transfo de sortie dans les basses, ou juste dans les médiums et les aiguës.

CONCLUSION Le système Lunchbox 500 est une solution géniale pour acquérir du matériel audio périphérique relativement bon marché. Tous les modules de la série Neve Portico 500 valent la peine d’être très sérieusement pris en considération, ils disposent d’ailleurs d’un pouvoir d’attraction très élevé. Ils ne sont pas bon marché, mais compte tenu du fait qu’il s’agit de “vrai” matériel Neve, ils sont tout à fait accessibles d’un point de vue financier.

551 INDUCTOR EQ De 551 3-bands eq heeft vreemd genoeg geen wit maar een donker front. Neve omschrijft hem als The Best of, en bedoelt daarmee dat hij is gebaseerd op en geïnspireerd door klassieke Neve-ontwerpen. Dan zeg ik zelf automatisch 1073 en 1081, maar deze nummers worden nergens officieel genoemd. Dat zou overigens ook niet slim zijn, want die ontwerpen zijn intellectueel eigendom van AMS Neve en niet meer van Rupert Neve zelf. Maar hij is de gedachte achter die oude ontwerpen natuurlijk niet vergeten. In de 551 eq combineert hij oude ideeën met nieuwe componenten.

Kenmerkend voor de 551 zijn de spoelen (inductors) in combinatie met klasse A versterkers en stappenschakelaars, zoals dat ook in die klassiekers zat. Spoelen zijn wat Neve betreft nog steeds de mooiste methode voor het creëren van een eq. Reguliere eq-ontwerpen hebben vaak een hele chirurgische benadering waarmee je frequenties aanpakt. Met deze eq pak je het klankkarakter aan, het muzikale karakter.

Met de 551 geef je een signaal wat meer punch, body of maak je het geluid briljanter. De aanpassingen die je doet, passen altijd in het muzikale karakter van het geluid. Het is een kwaliteit die alleen echt heel goede eq’s hebben, en deze 551 past in het rijtje met klassieke Neve’s, Pultec’s, Trident’s, Manley’s en andere vergelijkbare klassiekers. Dit is het type eq waar je er minimaal twee van in huis moet hebben in mijn optiek.

542 TAPE EMULATOR Toen Neve de originele Portico 5042 Tape Emulator introduceerde, had ik niet echt verwacht dat hij succes zou hebben met zo’n hardwareoplossing. Al experimenterend met deze Tape Emulator, snap ik het echter wel. Als ik deze 542 vergelijk met de nodige in the box oplossingen die ik heb gehoord, dan is dit toch wel erg goed.

Het gebruik van de 542 is echt heel simpel. Stuur er een signaal naartoe, draai wat aan de knoppen en luister naar het resultaat. Je kunt gewoon niet fout gaan, want elke instelling heeft wel iets. Het geeft je geluid echt dezelfde soort body die een goede taperecorder kan geven. Ik heb mijn oude Tascam ½” er weer even bijgehaald ter vergelijking. Deze module werkt echt heel goed, maar dan een stuk gemakkelijker. Met de 542 krijg je er bovendien ook nog eens de Silk Texture-functie bij. In de 542 is hij regelbaar en kun je bovendien nog eens kiezen uit twee varianten die de verzadiging van de uitgangstrafo in het laag of juist in het midden en hoog versterkt.

CONCLUSIE Het Lunchbox 500-systeem is een geweldige oplossing om relatief goedkoop randapparatuur aan te schaffen. Alle modules uit de Neve Portico 500 Serie zijn serieus het overwegen waard en hebben een heel hoge aantrekkingskracht. Ze zijn niet goedkoop, maar voor een echte Neve eigenlijk weer heel betaalbaar.

PRO SOUND & LIGHT 2016/325

R6 rack: € 599,511: € 649,517: € 949,542: € 899,543: € 1.099,551: € 949,-

+ –

• mooi gebouwd • solide stappenschakelaars • klassieke Neve-­ audiokwaliteit • geen

+ –

• Construction élégante.

• I nverseurs particulièrement solides.

• Qualité audio Neve ­classique.

• Rien à signaler.

www.meetmusic.com

17

STUDIO & RECORDING

Eve Audio SC203 desktopmonitors Voor een goede opname heb je op zich niet veel nodig; een computer met ­daw-software, een audio-interface, één of twee microfoons en natuurlijk monitors. Goede monitors natuurlijk, want je wilt alles goed kunnen horen. Maar op een bureau is meestal geen plaats voor een set volwassen monitors. Desktopmonitors (ook wel computerluidsprekers genoemd) zijn een aardige oplossing, maar de ­audiokwaliteit is vaak zeer matig. Voor een potje online gamen kan het net, maar serieus muziek mixen gaat er niet mee. De SC203 (€ 599,- per paar) van het Duitse Eve Audio lijkt echter een professioneel alternatief.

MICRO AMT De SC203 is echt klein (116x190x134mm), maar hij voelt toch heel zwaar aan.

Eve Audio gebruikt hier de master/slave-benadering waarbij alle versterkers in de masterluidspreker zitten. De slavemonitor is volledig passief. De SC203 is qua constructie te vergelijken met een grote monitor, want hij heeft gewoon vier eindtrapjes (30W voor iedere luidsprekerunit). Het systeem wordt gevoed vanuit een losse voedingsadapter. Handige extra’s zijn de ingebouwde da-converter met optische ingang en de usb-interface.

Kenmerkend voor Eve Audio is de zogenaamde AMT tweeter (Air Motion Transformer). AMT tweeters worden ook wel ribbon tweeters genoemd, maar dat is eigenlijk niet helemaal correct. Beide tweeters gebruiken weliswaar een

18

www.meetmusic.com

Marnix Bosman

Pour réaliser un bon enregistrement, en soi, on n’a pas besoin de grand-chose : un ordinateur avec un software pour DAW, une interface audio, un ou deux ­micros ... et naturellement, des moniteurs ! Et de bons moniteurs, évidemment, car il est important de pouvoir bien entendre le tout. Mais sur un bureau, la plupart du temps, il n’y a pas de place pour un set de moniteurs de taille “normale”. Les moniteurs de bureau (aussi appelés moniteurs pour ordinateur) sont une solution tentante, mais la qualité du son laisse souvent à désirer ... Pour trois fois rien, on peut jouer sur le Net, mais si on veut un bon mixage, il faut autre chose.

Les moniteurs SC203 (599 euros la paire), du constructeur allemand Eve Audio, semblent proposer une alternative professionnelle.

MICRO AMT Le SC203 est vraiment petit (116 x 190 x 134 mm), mais il paraît néanmoins très lourd. Eve Audio a opté pour la configuration ‘master/slave’, où tous les amplis se trouvent dans l’enceinte-maîtresse : le moniteur “esclave” est donc ­totalement passif. Au niveau de sa construction, les SC203 sont à comparer à de grands moniteurs, car ils ont, comme les “grands”, quatre étages de puissance séparés, soit ici, 30 watts pour chaque haut-parleur. Le système est alimenté par un adaptateur séparé. Signalons deux ‘plus points’ : un convertisseur DA avec entrée optique, et une interface USB.

PRO SOUND & LIGHT 2016/325

Une caractéristique d’Eve Audio, c’est son tweeter dénommé Micro AMT (Air Motion Transformer). Ces tweeters AMT sont considérés comme des tweeters à ruban, mais en fait, ce n’est pas tout à fait correct : car si les deux tweeters ­utilisent effectivement une surface très fine (le ruban) comme membrane, la ­suspension d’un tweeter AMT est très différente de celle d’un tweeter à ruban traditionnel. Par ailleurs, le rendement d’un AMT est nettement supérieur.

Mais les deux techniques ont au moins UN point en commun : grâce au faible poids de cette membrane, ces tweeters proposent une restitution des aiguës aussi r­ ­apide que détaillée.

RADIATEUR PASSIF Pour pouvoir reproduire le son profond des basses fréquences, tout le monde sait qu’un woofer a besoin d’une membrane très large. Grâce à une construction de type ‘bass reflex’, la restitution des graves peut aller un peu plus loin, ce qui permet parfois de se contenter d’un woofer plus petit. Mais une autre approche possible est le recours à ce que l’on appelle un “radiateur passif ”, comme ceux qu’utilisent les SC203. En position avant, les SC203 utilisent des woofers de 3”.

Mais en plus, derrière ceux-ci, il y a un second woofer de même diamètre.

Ce radiateur passif n’est pas relié à un amplificateur, mais il est uniquement mis en mouvement par le déplacement d’air provoqué par le woofer principal. Bien entendu, le but d’un radiateur passif est le même que celui d’une construction de type ‘bass reflex’ : aller le plus bas possible dans la restitution des fréquences graves. heel dunne folie (ribbon) als membraan, maar de ophanging van een AMT ­tweeter is heel anders dan van een traditionele ribbon tweeter. Ook het rendement van een AMT is veel hoger. Beide technieken hebben echter één belangrijk ding gemeen: door het lage gewicht van het membraan hebben deze tweeters een heel snelle en gedetailleerde hoogweergave.

PASSIEVE RADIATOR Voor het reproduceren van diepe, lage tonen heeft een woofer een groot membraan nodig; dat weet iedereen. Door het gebruik van een basreflexconstructie kan het laag iets verder doorlopen, waardoor je soms kunt volstaan met een iets kleinere woofer. Een andere ontwerpbenadering is het gebruik van een zogenaamde passieve radiator, zoals in de SC203. De SC203 heeft voorop een kleine 3” woofer. Aan de achterzijde zit een tweede woofer met dezelfde diameter.

Deze ‘passieve radiator’ wordt niet aangedreven door een versterker, maar in ­beweging gebracht door de luchtverplaatsing van de hoofdwoofer. Het doel van een passieve radiator is gelijk aan die van een basreflexconstructie, het verlagen van de lage-tonenweergave.

SERIEUZE MIX De kracht van een AMT tweeter is de snelle en sprankelende weergave. Ook de micro AMT in de SC203 geeft een heel verfijnde weergave en laat werkelijk alles horen zonder rauwe randjes. De kracht van deze tweeter staat goed in balans met de weergave in het laag. Dat laag gaat uiteraard niet superdiep, maar met de juiste opstelling en luisterpositie is de weergave toch zodanig dat je een serieuze mix kunt maken met de SC203. Instellingen maak je met de multifunctionele knop op de voorzijde. De SC203 is niet voor ieder muziekgenre even praktisch maar onderschat deze kleintjes niet.

Om een optimale afluistering te realiseren staan de SC203 standaard onder een hoek van 7,5°, zodat ze direct naar je oren gericht zijn. In de doos zit bovendien een knaloranje rubberen wig (de FlexiPad) waarmee je de hoek kunt verkleinen of vergroten naar 0° of 15°.

UN MIXAGE SÉRIEUX La force d’un tweeter AMT, c’est une restitution du son rapide et étincelante.

Et ces ‘Micro AMT’ présents dans les SC203 proposent eux aussi une restitution tout en finesse : tout s’entend parfaitement, et sans le moindre côté un peu ­agressif. La puissance de ces tweeters est bien en équilibre avec la restitution des graves. Bien entendu, ces derniers ne “descendent” pas extrêmement bas, mais avec des réglages et une position adaptés, le rendu final est néanmoins tel qu’on peut envisager un mixage des plus sérieux avec ces SC203. Les réglages en question s’opèrent via le bouton multifonctionnel qui se trouve sur la face avant de l’enceinte-maîtresse. Les SC203 ne sont pas aussi performants pour certains types de musique, mais il ne faut pas les sous-estimer.

Pour accéder à une écoute optimale, les SC203 sont inclinés vers le haut ­suivant un angle de 7,5° afin qu’ils soient orientés directement vers vos oreilles.

De plus, dans la boîte, on trouvera un support en caoutchouc orange “pétant”, appelé Flexipad, qui permet de modifier cet angle à 0° ou 15°.

CONCLUSION Il semble impossible d’obtenir une restitution audio de qualité via une enceinte aussi petite ... Eve Audio y arrive pourtant relativement bien avec ses SC203.

Les aiguës sont brillantes, vives et détaillées, mais c’était à prévoir de par la ­présence du tweeter de type AMT. Quant aux graves, ils sont assez complets, et c’est évidemment le résultat de l’astucieuse construction, qui comporte un ­radiateur passif. Bien entendu, les SC203 ne feront jamais trembler les jambes de votre pantalon, mais avec de tels moniteurs sur votre bureau, vous serez ­néanmoins à même de réaliser un mixage avec un son d’un niveau professionnel.

Ceci dit, la qualité des SC203 se reflète dans leur prix, car ils ne sont pas vraiment bon marché !

CONCLUSIE Een volwaardige audioweergave uit zo’n klein kastje; dat lijkt onmogelijk. Eve Audio krijgt het met de SC203 echter voor elkaar. Het hoog is sprankelend, snel en gedetailleerd, maar dat was te verwachten met zo’n AMT tweeter. Ook het laag is echter heel compleet, en dat is het resultaat van de slimme constructie met een passieve radiator. De SC203 brengt je broekspijpen uiteraard niet aan het wapperen, maar met deze monitors op je bureau kun je toch een professioneel klinkende mix maken. De kwaliteit van de SC203 zie je wel terug in de prijs, want die is stevig.

+

• k leine afmetingen • volwassen geluid • analoge en digitale ingangen

+

–

• geen

–

PRO SOUND & LIGHT 2016/325

• Les petites dimensions.

• le son d’un haut-parleur à part entière.

• Les entrées (analogique ET digitale).

• Rien à signaler.

www.meetmusic.com

19

PA & STUDIO

Motu Stage-B16

stage box / audio interface / digital mixer

Een stage box met een ruime benaming. Motu noemt haar Stage-B16 een ‘16-input stage box and audio interface with DSP, mixing, Wi-Fi control, and studio-quality analog performance’. Het is dus is niet zomaar een stagebox: hij heeft namelijk ook preamps, interne routing, een interne mixer en is als standalone audio interface te gebruiken. Je bedient hem via de browser op je computer, tablet of telefoon.

Motu biedt al een uitgebreide keuze op het gebied van audio-interfaces.

De AVB-lijn bestaat uit apparaten die via een netwerk met elkaar kunnen communiceren. Onderdeel van de lijn zijn ad/da-converters, digitale formaten converters, preamps en hoofdtelefoonversterkers, allen aangestuurd door een flexibele mix- en routingsoftware. Onlangs is deze Stage-B16 (€ 1899,-) ­toegevoegd aan die Motu AVB serie.

RONDLEIDING De Stage-B16 zit in een twee eenheden hoge 19 inch behuizing en beschikt over een interne voeding. Aangezien het hier om een stagebox gaat, zitten alle audio-aansluitingen aan de voorkant. Het geheel oogt robuust en de aansluitingen voelen stevig aan. Het enige opvallende is het ontbreken van het welbekende Motu-display. De kleine Motu-volumeknop voor de hoofdtelefoon is daarentegen in volle glorie aanwezig. Naast de aansluitingen en de volumeknop voor een hoofdtelefoon zijn er een aantal leds met een dubbele functie: ze geven een signaalindicatie voor in- en uitgangen, maar met een druk op de 48V-knop zie je aan de leds op welke ingangen 48V-fantoomspanning staat.

Om alle uitgangen in één keer het zwijgen op te kunnen leggen, is er een handige ‘mute all’-knop. Op de achterkant vind je een usb-2-poort, MIDI I/O, de 230V-aansluiting en de aan-uitknop.

CONNECTIVITEIT De Stage-B16 is op je computer aan te sluiten via usb en via een ethernet ­Cat-5-kabel. Hij heeft zestien microfooningangen met op afstand bedienbare preamps, acht analoge lijnuitgangen en vier digitale uitgangen. Via de usbaansluiting zijn er nog tot 64 kanalen i/o beschikbaar, en via het AVB-netwerk tot maar liefst 128 kanalen i/o. Dat is een indrukwekkend aantal in- en uitgangen, waar je niet snel te weinig aan zult hebben. Een midi interface met in/out sloten ontbreek ook niet.

De Stage-B16 is uitgerust met dezelfde mixer- en routingsoftware die in de hele AVB-lijn terug te vinden is. Alle bovengenoemde aansluitingen plus de i/o’s van de digitale mixer kunnen tegelijk worden gebruikt en worden op een overzichtelijke manier in de routingmatrix gepresenteerd.

Om je enigszins eenvoudig wegwijs te laten worden tussen de vele mogelijkheden, heeft Motu een aantal presets gemaakt die ook meteen de brede inzetbaarheid van de Stage-B16 laten zien: audio interface, standalone mixer,

20

www.meetmusic.com

Klaas Pot

Voici un boîtier de scène dont la dénomination mérite plus de détails ... D’ailleurs, Motu décrit son Stage-B16 en ces termes : “un boîtier de scène à 16 entrées, une ­interface audio avec un DSP, des capacités de mixage, un contrôle via Wi-Fi, et des performances analogiques de qualité studio.” Ce n’est donc pas seulement un boîtier de scène : cet appareil possède aussi des préamplis, un routing interne, une table de mixage interne, et on peut l’utiliser en tant qu’interface audio autonome.

On le fait fonctionner via le navigateur de son ordinateur, de sa tablette, ou de son téléphone portable.

Motu propose déjà un choix très fourni dans le domaine des interfaces audio. Sa série AVB se compose d’appareils caractérisés par le fait qu’ils peuvent communiquer entre eux via un réseau. Parmi les composants de cette série, les convertisseurs ­AD-DA, des convertisseurs de formats digitaux, des préamplis et des amplis casques, tous gérés par un software très souple de mixage et de routing. C’est ­récemment que ce Stage-B 16 (1.899 euros) s’est ajouté à la série Motu AVB. VISITE GUIDÉE Le Stage-B16 se trouve dans un boîtier standard de 19 pouces, haut de deux unités, et il possède une alimentation interne. Etant donné qu’il s’agit d’un boîtier de scène, toutes les connexions audio se retrouvent sur la face avant. Le tout dégage une belle impression de robustesse, et les connexions semblent solides elles aussi. La seule chose qui saute vraiment aux yeux, c’est l’absence de l’écran Motu bien connu, alors que par contre, le petit bouton de volume Motu pour le casque est bel et bien présent, dans tout sa splendeur ! En plus de ces connexions et de ce bouton de volume pour casque, il y a un certain nombre de LED qui ont une double fonction : elles donnent une indication quant à la présence d’un signal pour les entrées et les sorties, mais en poussant sur la touche ‹SHOW 48V’, on voit grâce aux mêmes LED sur quelles entrées il y a présence d’une alimentation fantôme de 48 volts. Pour pouvoir réduire toutes les entrées au silence en un seul geste, on notera la présence d’une touche ‘MUTE ALL’, très pratique. En face arrière, on trouve un port USB-2, des entrées et sorties MIDI, une connexion 230 volts et le bouton de mise sous tension.

CONNECTIVITÉ Le Stage-B16 se raccorde à votre ordinateur via USB et via un câble Ethernet ­Cat-5. Il possède donc 16 entrées micro avec des préamplis utilisables à distance, 8 sorties ligne analogiques, et 4 sorties digitales. Via la connexion USB, 64 autres canaux (entrées et sorties) sont encore disponibles, et via le réseau AVB, rien de moins que ... 128 canaux d’entrées et sorties ! Voilà un nombre impressionnant d’entrées et sorties : on sait qu’on ne tombera pas à court de si tôt ... Et une interface MIDI avec ses prises d’entrée et de sortie ne manque pas non plus à l’appel.

Le Stage-B16 est équipé du même software de mixage et de routing qui se retrouve sur tous les appareils de la série AVB. Toutes les connexions évoquées plus haut, ainsi que les entrées et sorties de la table de mixage digitale peuvent être utilisées en >>

PRO SOUND & LIGHT 2016/325

ALLES OVER STUDIO & RECORDING!

Interface proberen? 3 edities voor â‚Ź 14,50 mail abo@interface.nl of ga naar www.interface.nl Interface. Nederlandstalig magazine voor producers.

Audio verkoop geluidsinstallaties lifting towers flight cases kabels www.acm-audiosolutions.be 0032 487 596357

intstallatie

Trade Fair Brussel 7 - 8 juni 2016

Licht Decoratie

Video

info & gratis registratie

www.i-lounge.be

>> interface + mixer, live recording + monitor mixing, stage box, stage box with monitor mixing, stage box ‘analog snake’.

AUDIOGROEPEN Je bedient de Stage-B16 via een web-app en dat werkt in praktisch elke webbrowser op alle os en mobile devices. Hiermee navigeer je tussen de verschillende functies die de Stage-B16 biedt. Zo is er een device voor de setup van je sessie, de routingsectie met de zeer uitgebreide matrix, een uitgebreide mixer, en daarnaast nog een aparte mixer om cue- of monitormixen te maken. De mixer biedt wat je van een volledig mengpaneel mag verwachten: uitgebreide eq en dynamics op elk kanaal, zeven mono/stereo auxiliaries, zes mono/stereo audiogroepen, een reverb en een solo/afluisterbus. Opmerkelijk is de keus voor volumeregelaars in plaats van drukknoppen om signalen naar de masterbus en audiogroepen te routen. Iets wat een extra dimensie aan het mixen met audiogroepen toevoegt.

Naast de gewone mixer is er nog een aparte aux-mixer toegevoegd. Hierbij krijg je alle aux-mixen onder faders; handig om snel en overzichtelijk monitormixen te kunnen maken. Ook is er de mogelijkheid voor muzikanten om hun persoonlijke monitormix aan te passen via hun eigen laptop, tablet of smartphone.

BREDE INZETBAARHEID In het gebruik is de Stage-B16 makkelijk en overzichtelijk; met name door de presets word je snel wegwijs in de setup en routing. De brede inzetbaarheid, de eenvoudige bediening via je computer of iPad en de robuuste bouw lijken de Stage-B16 tot een behoorlijk ideale oplossing te maken.

De mixer reageert niet in alle gevallen even vloeiend. Volume-aanpassingen verlopen soms een beetje schokkend. Dat kan tijdens het dynamisch mixen van een live-band lastig zijn en is iets waar je mee moet leren werken. Het helpt als je een snel netwerk hebt en een recente iPad is noodzakelijk. Voor minder dynamisch gebruik is de Stage-B16 echter uitstekend. Het is ook fijn dat je de afluistering van de muzikanten bij monitormixen uitgebreid aan kan passen.

CONCLUSIE De Stage-B16 is een goede keuze als je in live-situaties elektronica met een band wilt combineren. Met de routingmatrix kun je de band via de analoge inputs binnenhalen en makkelijk laten integreren met de elektronica die je via usb laat lopen. Vanwege de vele mogelijkheden is het een ideaal apparaat voor de producer die zowel studio- als live-producties doet.

+

• v eel i/o’s • AVB-netwerk

+

–

• vereist een recente iPad

–

22

www.meetmusic.com

•D e nombreuses entrées et sorties.

• Le réseau AVB. •L e système exige un iPad récent.

même temps, et elles sont représentées d’une manière très claire par la matrice des routings.

Pour vous être succinctement au courant des nombreuses possibilités, Motu ­propose un certain nombre de présélections qui permettent de saisir immédiatement le grand nombre d’applications dont est capable ce Stage-B16 : interface audio, table de mixage autonome, interface + mixeur, enregistrement ‘live’ + mixage des moniteurs, boîtier de scène, boîtier de scène avec mixage des moniteurs, boîtier de scène ‘analog snake’, ...

GROUPES AUDIO On se sert du Stage-B16 via un appli en provenance du web, et cela fonctionne ­pratiquement avec tous les navigateurs et sur tous les appareils mobiles ou sous OS. Grâce à cet appli, on navigue parmi les différentes fonctions que propose le Stage-B16. Par exemple, il y a une présélection pour le réglage de votre session, la section de routing avec la matrice déjà évoquée et très complète, une table de mixage également très complète, ainsi qu’un mixeur séparé pour mixer les cues et les moniteurs. Cette table de mixage propose ce que l’on est en droit d’attendre d’une table de mixage à part entière : une égalisation et une compression très “fouillées” sur chaque canal, 7 auxiliaires mono-stéréo, 6 groupes audio mono-stéréo, une réverbe et des possibilités d’écoute solo/mix. Fait à remarquer : on a choisi des boutons de volume au lieu de boutons poussoirs pour diriger les signaux vers la ­s­ortie master et les groupes audio, ce qui ajoute une dimension supplémentaire au mixage des groupes audio.

A côté de la table de mixage “normale”, il existe aussi un mixeur auxiliaire séparé : ici, tous les auxiliaires peuvent être mixés via des curseurs, une caractéristique bien pratique pour pouvoir effectuer un mixage des moniteurs avec rapidité et clarté.

Notons également la possibilité pour les musiciens d’accéder à un mixage propre à leur moniteur personnel, via leur propre ordinateur portable, leur tablette ou leur smartphone.

NOMBREUSES UTILISATIONS POSSIBLES A l’utilisation, le Stage-B16 se révèle facile d’emploi et très clair, et ce, en particulier via ses présélections : on comprend ainsi très vite les réglages et les routings. Les nombreuses utilisations possibles, l’utilisation aisée via un ordinateur ou un iPad, ainsi qu’une construction robuste, tout cela semble faire de ce Stage-B16 une ­solution pratiquement idéale. Ceci dit, la table de mixage ne réagit pas de manière fluide dans tous les cas : les adaptations de volume sont parfois de nature à choquer.

Cela peut devenir un handicap dans le mixage de la dynamique d’un groupe en pleine prestation : c’est là qu’il faudra avoir un peu d’habitude ... On est aidé lorsque le réseau en présence est rapide, et un iPad récent est tout à fait nécessaire.

Pour une utilisation moins “dynamique”, l’utilisation de ce Stage-B16 est excellente. Et c’est aussi une très bonne chose que l’écoute des musiciens lors du mixage des moniteurs puisse être adaptée de toutes les manières possibles et imaginables.

CONCLUSION La Stage-B16 est un bon choix quand, dans des contextes de prestations en direct, on désire combiner de l’électronique avec un orchestre. Grâce à la matrice des ­routings, on peut aisément capter les sons de l’orchestre via les entrées analogiques et les intégrer facilement à des sonorités électroniques en provenance des connexions USB. En raison de ses nombreuses possibilités, c’est l’outil idéal pour un producteur concerné à la fois par des sessions en studio et des prestations en direct.

PRO SOUND & LIGHT 2016/325