6 minute read
Hof Espelo in Twente. Kroonjuweel van Landschap Overijssel
Openingshandeling op 14 november 2011 door vertegenwoordigers van de partners –Gemeente Zwolle, Provincie Overijssel, Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed, BiermanHenketarchitecten, bouwbedrijf Salverda, bouwtechnisch adviesbureau Alferink-Van Schieveen en Hellebrekers Technieken - die waren betrokken bij de renovatie van het Openluchtbad in Zwolle. Een inkijk in de technische ruimte van het bad. Onderzoek door Hellebrekers Technieken toonde aan, dat ook de ‘machinekamer’ dringend toe was aan renovatie.
Een luchtfoto door Cor de Gooijer, werkzaam bij bouwbedrijf Salverda in ’t Harde, die in mei 2012 een opname maakte van het Openluchtbad aan de Ceintuurbaan. Links is de blauw-wit-gestreepte tent te zien, die over de grote bassins werd geplaatst om onder geconditioneerde omstandigheden diverse afwerklagen te kunnen aanbrengen.
Wiebenga zou zich ondertussen in zijn graf hebben omgedraaid, als hij had geweten welke inspanningen er zo’n 35 jaar na zijn dood allemaal werden verricht om zijn schepping in stand te houden. Zijn opvattingen over functionalisme hielden namelijk ook in, dat hij accepteerde dat een gebouw eenvoudigweg zou worden afgebroken, wanneer het eenmaal zijn tijd had gehad. Alsof het een mensenleven was, waaraan nu eenmaal een keer een einde moet komen. Restauratie was voor hem in feite uit den boze. Hij wilde alle ruimte geven aan wat in zijn ogen gold als de vooruitgang.
Hoe dan ook: in 2009 werd een ontwerpteam samengesteld met vertegenwoordigers van de afdelingen Bouwen en Installaties en het team Monumentenzorg van de Gemeente Zwolle, bouwkundig Adviesbureau Alferink & Van Schieveen, BiermanHenketarchitecten, Hellebrekers Installatietechniek en ‘missionaris’ Ron van den Berg namens de Stichting Openluchtbad. Alferink-Van Schieveen gaf vervolgens aan welke constructieve ingrepen nodig waren om het scenario bij de renovatie van het gehele complex te kunnen uitvoeren en welke alternatieven daarbij mogelijk waren. Elke variant had zijn voor- en nadelen: én zijn prijskaartje! Bij de diverse opties werd onder andere aangegeven hoe het opdrijven van de baden kon worden voorkomen. In de bestaande situatie moest bij lege bassins rondom de baden steeds water worden weggepompt. Hier wilde men vanaf. In 2011 waren de benodigde gelden bijeengebracht en kon tot uitvoering worden overgegaan. Na een aanbesteding op uitnodiging kwam Bouwbedrijf Salverda uit ’t Harde als beste uit de bus. Niet alleen vanwege de prijs-kwaliteit-verhouding, maar ook vanwege de affiniteit van dit bedrijf met de restauratiesector. Zo was Salverda betrokken geweest bij de restauratie van de monumentale schoolgebouwen van het Gymnasium Celeanum aan de Veerallee en de Oude Ambachtsschool aan de Mimosastraat in Zwolle. Niet in de laatste plaats telde hier ook de ervaring van dit bedrijf met betonconstructies, die voor het bad immers zo belangrijk waren. Hetzelfde argument van expertise en affiniteit gold voor Hellebrekers Installatietechniek. Dit bedrijf werd betrokken bij de technische installaties voor de waterzuivering en het vervangen van het leidingwerk rondom de baden. Bovendien bij de technische ruimte voor de optimalisatie van het circuleren van het zwembadwater en de instandhouding van de werktuigbouwkundige en elektrotechnische voorzieningen in het monumentale voorgebouw. Zo toog een team van op elkaar ingespeelde denkers en doeners aan het werk.
De uitvoering
De opzet om de symmetrie van Wiebenga’s ontwerp terug te brengen, moest zich beperken tot het zwembadterrein. Het nieuwe stadion van FC Zwolle, op een terrein dat deel had uitgemaakt van het totaal-concept van Wiebenga, werd in 2005 namelijk enkele meters buiten de as geplaatst. Omwille van de symmetrie werden bij de entree van het zwembad drie vlaggen-
Het storten van beton in de grote bassins. Het aanbrengen, onder een tijdelijk tentdak, van de coating.
Overzichtsfoto met zicht op de tribune en de in aanbouw zijnde badmeesterspost. Opname maandag 18 juni 2012.
masten en drie grotere bomen gepland. Op het zwembadterrein zelf werd met het oog op de symmetrie ook de plaats van de tribunes aangepast. Ze kregen bovendien weer hun oorspronkelijke vorm, met een grote ‘aantrede’, zodat ze ook te gebruiken zouden zijn om op te gaan liggen. De uitkijktoren van de badmeester kwam weer in de as. De drie springtorens – die ooit waren verwijderd, toen ze in de weg stonden bij tv-opnames van wedstrijden – werden gereconstrueerd.Louter voor het oog, niet om te gebruiken. Toen het geld in augustus 2011 beschikbaar kwam, moest er heel snel worden geschakeld. Ten behoeve van gebouwen en dergelijke moest er nog het nodige worden ontworpen en verder uitgewerkt. Bouwaanvragen moesten nog worden ingediend, terwijl ook al moest worden begonnen met de uitvoering om tijdig klaar te kunnen zijn. Werken in een bouwteam was hier de enige optie, waarbij ieder vanuit zijn eigen discipline deelnam aan de besprekingen en consequenties van de gemaakte keuzes aangaf. Vertrouwen binnen het team was eveneens een onontbeerlijke voorwaarde voor een goed resultaat. Zeker om tegenvallers op te vangen. En die waren er. Toch gold bij het project een ‘taakstellend budget’ van 5.5 miljoen euro en overschrijding hiervan was ondenkbaar. Bij de uitvoering bleken bepaalde delen van de wand tussen het mannen- en vrouwen bad bijvoorbeeld veel slechter te zijn dan uit het vooronderzoek was gebleken. ‘Bij het boren van proefmonsters moet je een beetje geluk hebben’, aldus Wim Prinsse ‘Soms zit het mee, soms zit het tegen en dan moet je dat ergens anders maar weer zien te compenseren.’ Een grote meevaller was dat de symmetrie kon worden teruggebracht of zelfs verbeterd. Zo kon zelfs een perceeltje met een voormalig basketbalveldje bij het terrein worden getrokken. De optimale symmetrie van het complex kon aldus, bijna tachtig jaar na dato, alsnog vrijwel geheel worden bereikt. En: medio juni 2012 was de opening een maand later duidelijk in beeld!
Compositie anno 2012
Wiebenga’s postume oordeel – hij overleed in 1974 –over het resultaat van de renovatie en restauratie anno 2012 zou waarschijnlijk tweeledig zijn geweest. Enerzijds had hij gevonden dat deze zeer ingrijpende aanpak van zijn schepping niet nodig of – beter gezegd – niet functioneel was geweest. De tijd van het bad zat er immers al lang op. Het had zijn diensten bewezen en het had in zijn opinie plaats moeten maken voor een bouwwerk van moderne materialen en met dito vormen; voor een bad dus dat voldeed aan heel andere eisen dan er bijna tachtig jaar geleden werden gesteld. Ook andere recente renovaties zou Wiebenga om die reden sterk hebben afgekeurd. Anderzijds zou de laatste renovatie en restauratie van het Openluchtbad in Zwolle hem hebben vervuld met heimelijke vreugde en wellicht zelfs trots. Het had de grote muziekliefhebber en begaafde violist Wiebenga indertijd ontbroken aan de juiste musici en aan de juiste instrumenten. In zijn orkest werden soms valse tonen gespeeld, uit onwil of uit onvermogen, of werd er te hard op de pauken geslagen. Niet zelden had hij zelf als dirigent een valse toon aangeslagen. Maar nu was zijn compositie opnieuw uitgevoerd, met alle respect voor de oorspronkelijke partituur; in zijn áfwezigheid en met anderen als dirigent of als musicus. En het was geworden, vrijwel helemaal, zoals hij het in het begin van de jaren dertig zélf had bedoeld! ■