8 minute read
Armenzorg en nabuurschap
Aan de Blokzijlse Weg, van Blokzijl naar Steenwijk, ligt de buurschap Muggenbeet. De meeste mensen rijden er achteloos aan voorbij. Een bordje langs de weg, dat uitnodigt om een stop te maken in cafébistro Geertien, maakt de weggebruiker er opmerkzaam op dat tussen het riet en de bosschages huizen verscholen moeten liggen. Als je goed kijkt zie je ze ook. Het buurtje telt twaalf huizen. De openstelling van de provinciale weg van Blokzijl naar Steenwijk in 1951 heeft Muggenbeet uit zijn isolement verlost. Daarvóór ging alle vervoer per voet, later ook per fiets, maar vooral per boot.
De Armvoogdij Muggenbeet
Vier eeuwen geleden lag Muggenbeet allerminst geïsoleerd en waren de omstandigheden hier volstrekt anders. Door de opkomst van de vervening in het Land van Vollenhove en de aanleg van vaarwegen voor de afvoer van turf via de sluis van Blokzijl was de buurschap aan een knooppunt van vaarwegen komen te liggen. Men kon zo volop profiteren van de opbloeiende turfhandel. De buurschap telde op het hoogtepunt zo’n tweehonderd inwoners, die voor het merendeel hun inkomen verdienden met werkzaamheden in de turfgraverijen. Vaak werd dit gecombineerd met het houden van wat melkvee, visvangst en het snijden van riet in de winter.
Gericht op Blokzijl
Aanvankelijk viel het gebied onder de kerk van Scheerwolde, maar deze middeleeuwse parochie was door vernatting en ontgraving geleidelijk aan ontvolkt geraakt. Het gelijknamige schoutambt en kerspel werden daarom aan het einde van de zestiende eeuw opgeheven en gevoegd bij de kerk en het gebied van Steenwijkerwold. Intussen was er rondom de Grote Zijl (Blokzijl), waar de uit het achterland aangevoerde turf in zeeschepen werd overgeladen, een nederzetting gegroeid die een eigen kerkgemeente ging vormen. Met de nieuwe kerk van Blokzijl was er voor de Muggenbeters een aantrekkelijk alternatief gekomen voor de bezwaarlijke kerkgang naar Steenwijkerwold – het scheelde anderhalf uur lopen! De praktische oriëntatie op Blokzijl, maar tegelijkertijd de niet verbroken formele binding met Steenwijkerwold, maakte de armenzorg tot een probleem: wie was verantwoordelijk voor de ‘onderstand’ in Muggenbeet: de diaconie van de kerk van Blokzijl of die van Steenwijkerwold? In 1681 beslisten de Staten van Overijssel dat de buurschap de armen zelf diende te verzorgen. Hiervoor mochten de Muggenbeters inkomsten gebruiken uit collectes onder de eigen bevolking en de inning van het zogenoemde oortjesgeld (belasting op verkoop van onroerend goed en dergelijke) in hun buurschap. Doordat Muggenbeet de financiële verantwoordelijkheid voor het ondersteunen van de eigen armen had gekregen, moest er het een en ander aan organisatie worden opgezet om de toegewezen geldmiddelen te vergaren en deze vervolgens in een boekhouding te verantwoorden. Op deze manier kwam de Armvoogdij Muggenbeet tot stand. De aanwijzing door de Staten voldeed goed, totdat de buurschap door een brand en uitbraak van veepest kort na het midden van de achttiende eeuw in een penibele financiële situatie terechtkwam. De inkomsten waren niet meer toereikend om de eigen noden te kunnen lenigen. De Muggenbeters zagen zich gedwongen voor extra hulp aan te kloppen bij het Blokzijlse diaconie-weeshuis. In 1676 waren daar de buidels van diaconie en weeshuis met elkaar verenigd en onder gedeelde leiding van kerk en plaatselijk bestuur gebracht. Na het verstrekken van enkele jaren noodhulp werd het diaconie-weeshuis in 1761 door de Staten verantwoordelijk gemaakt voor de armenzorg in de Muggenbeetse ‘buitengemeente’. Blijkbaar had men zoveel vertrouwen in deze constructie dat de Armvoogdij in 1771 met haar hele hebben en houden overging naar de Blokzijlse organisatie. Daarbij werd de volgende afspraak gemaakt: in ruil voor het aanzuiveren van de tekorten die zich in Muggenbeet zouden voordoen, kreeg het diaconieweeshuis de batige saldi van de jaarrekeningen van de Armvoogdij overgedragen. De Armvoogdij bleef zelf de bedeling doen, maar de armvoogd-boekhouder moest zijn jaarrekening ter goedkeuring voorleggen aan het diaconie-weeshuis. Een voorstel voor een nieuw te benoemen armvoogd werd pas aangenomen als Blokzijl ermee kon instemmen.
Op weg naar zelfstandigheid
De verbintenis tussen de twee organisaties was uit nood geboren en werd nooit hartelijk. Toen vanaf de jaren zestig in de negentiende eeuw de financiën van Muggenbeet dusdanig solide waren dat er vrijwel altijd voldoende geld binnenkwam om de bedeling te kunnen doen, groeide het zelfvertrouwen en ook de behoefte zich onafhankelijker van Blokzijl op te stellen. Daarin speelde mee dat de Muggenbeters zich door het diaconie-weeshuisbestuur met neerbuigendheid en als tweederangs lidmaten behandeld voelden, ondanks hun veelvuldige kasstortingen. Zo werd de opname van Muggenbeetse kinderen in het weeshuis – al vanaf 1681 een heikel punt in de onderlinge verhoudingen – nooit een vanzelfsprekendheid. Toen het bestuur in 1871 opnieuw moeilijk deed over de plaatsing van een weeskind vroeg de Armvoogdij zich openlijk af of het tijd werd om zich los te maken
Om de paperassen en spullen in op te bergen maakte R. van Sluis in 1935 een kist voor de Armvoogdij, kosten fl. 5,10. Op het deksel is in lettervormen van die tijd de naam van de organisatie geschilderd. De kist is nog steeds in gebruik.
van Blokzijl. Vooralsnog lukte het om de armvoogden van dit idee af te brengen. Maar de weigering in 1904 mee te werken aan de bekostiging van doktershulp voor de zieke vrouw van Marten Hollander was de druppel die de emmer deed overlopen. Geschrokken van de felle reactie die de houding van het Blokzijlse bestuur in de Muggenbeetse gemeenschap teweeg had gebracht, ondernam de kerkenraad onder leiding van de predikant een bemiddelingspoging om de gemoederen tot bedaren te brengen. Dit leek te slagen, maar mislukte alsnog toen armvoogd-boekhouder K. ter Heide weigerde nog langer rekening en verantwoording aan Blokzijl af te leggen. Deze opstandigheid ontaardde in een geschil over schulden en tegoeden. Een breuk volgde in 1906 en de Armvoogdij Muggenbeet ging verder als een zelfstandige instelling voor weldadigheid.
De bakens verzet
De vraag hierna was of de eigen middelen in de toekomst toereikend zouden zijn om de armenzorg helemaal voor eigen rekening te nemen, oftewel kon Muggenbeet zonder steun van Blokzijl? Veel geld en goed had de Armvoogdij niet, maar ze ging hier met gezond boerenverstand mee om: praktisch, sober en voorzichtig. Nadat de kasverbinding met Blokzijl was verbroken kon ze naar eigen inzicht gaan sparen en investeren. De Armvoogdij kon de oorzaken van armoede niet wegnemen; daarvoor ontbrak het haar aan macht en middelen. Gelukkig keek de overheid niet meer zo werkeloos toe als vroeger. Deze ondernam actie in tijden van recessie, crisis, rampen en oorlog om een armoedeval van de bevolking te vermijden en te bestrijden. Maar de effecten van economische malaise, ziekte en weerscalamiteiten druppelden of plensden uiteindelijk toch neer in de lokale en menselijke kring van buurschap en huisgezin. Hier was de Armvoogdij aan zet. Met onderstand kon zij voorkomen dat mensen kopje onder gingen. Sinds de overheid zich verantwoordelijker was gaan gedragen voor mensen die tussen de wal en het schip van de samenleving waren gevallen, hoefde de Armvoogdij minder vaak haar reddingsboei uit te werpen. Achtereenvolgens werden in 1957 de Algemene Ouderdoms Wet en twee jaar later de Algemene Weduwen en Wezen Wet aangenomen. De Bijstandswet volgde in 1965. Het Rijk had hiermee de zorgplicht voor alle mensen zonder inkomen overgenomen. De Armvoogdij verzette de bakens en maakte de omslag van armenzorg naar welzijnsbevordering. Ze bleef hierin zo dicht mogelijk bij haar oorspronkelijke taak en op een zinvolle manier maatschappelijk betrokken. De eerste stap buiten de vertrouwde bedeling werd gezet in 1907. Terwijl de Armvoogdij nog één persoon op de bedelingslijst had staan, werd ze vaste donateur (later tevens lid) van het Groene Kruis in Blokzijl. Geleid door twee armvoogden en gesteund door de leden, wist de Armvoogdij deze nieuwe rol met succes te vervullen. Een nogal hooghartige en tegelijkertijd typerende voorspelling van de Blokzijlse kerkenraad dat Muggenbeet ‘op zekeren dag wel weer bij Bl[okzijl] om ondersteuning zou aankloppen’, was niet uitgekomen.
Collectebus van de Armvoogdij. In de jaarrekening van 1886 worden 22 1/2 cent aan kosten voor het laten maken van ‘twee armbussen’ verantwoord. Mogelijk betrof dit een reparatie aan deze bus.
Continuïteit gered
Een eeuw later was de continuïteit van de Armvoogdij toch in serieus gevaar. De zittende armvoogden moesten door gebrek aan leden keer op keer worden herbenoemd. Ontkerkelijking en ontvolking van Muggenbeet gingen de organisatie parten spelen. De buurschap liep leeg en het lidmaatschap van de Armvoogdij was voorbehouden aan mannelijke lidmaten van de Nederlandse Hervormde kerk. Dit maakten dat sinds 1978 twee leden, die tevens armvoogden waren, de organisatie draaiende moesten houden. De problematiek van opvolging en draagvlak noopte tot een grondige bezinning op de organisatie. Met zusterorganisatie Armvoogdij van Scheerwolde werden gesprekken geopend om de mogelijkheid van een fusie te verkennen. Maar het lukte niet om tot overeenstemming te komen. Hierop werd in 2009 de Armvoogdij omgezet in een vereniging. Om het draagvlak van de organisatie te vergroten is het lidmaatschap opengesteld voor leden van de Protestantse Kerk in Nederland , vrouwen en oudinwoners van Muggenbeet. Het ledenbestand sprong door deze statutaire aanpassing omhoog van twee naar acht leden. De Armvoogdij doet haar nuttig werk voor de gemeenschap intussen meer dan driehonderd jaar. Veel ruchtbaarheid geeft zij daar zelf niet aan. Dat past nog helemaal in de oude traditie en rol, toen bedeling in stilte werd uitgevoerd. Jammer is het misschien wel dat door leegloop van de buurschap – er wonen minder dan dertig mensen – de jaarlijkse donaties uit haar bescheiden fonds niet meer terecht kunnen komen in Muggenbeet zelf, domweg omdat daar op dit moment geen eigen doelen en organisaties meer zijn.
Boek over Armvoogdij Muggenbeet
Op 6 oktober 2012 komt bij de IJsselacademie een boek uit van Jos Mooijweer over de geschiedenis van de Armvoogdij Muggenbeet. De presentatie vindt plaats in het gemeentehuis van Steenwijkerland en maakt deel uit van het programma van de Landelijke Archievendag, dat dit jaar als thema heeft Arm en Rijk. Tegelijkertijd zal het waardevolle archief van de Armvoogdij aan het Gemeentearchief van Steenwijkerland in bewaring worden gegeven. Hierna is het boekje bij de IJsselacademie verkrijgbaar. De prijs wordt nog bekendgemaakt.
‘Mugghebeet’ aan het ‘Muggebeeter Dyp’, in het vaarwegennet rondom Blokzijl. Kaart, getekend door Gijsbert Sasse in 1639. Een kaart uit het Stadsarchief Zwolle.