2 minute read
Geschiedenis van de taal in Overijssel
Met de Franse slag
Het woord krek ‘precies’ is voor velen een typisch dialectwoord. Vroeger – en hier en daar nog wel – zag je dat voor boerencampings reclame werd gemaakt met de leus: Kamperen bij de boer, krek dat is het. Dat krek komt van het Franse woord correct.
DOOR HARRIE SCHOLTMEIJER
Het is lang niet het enige Franse woord in het dialect. Alteraozie ‘opschudding’, avveseren ‘opschieten’, astrant ‘brutaal’, om ons maar tot de eerste letter in het woordenboek te beperken, komen van altération, avancer en assurant (dat overigens ‘(zelf) verzekerd’ betekent). Zoals in onze tijd het Nederlands overspoeld raakt met Engelse woorden (smartphone, chill, checken), zo gebeurde dat in de negentiende eeuw met de modetaal van toen, het Frans. Wie tegenwoordig Multatuli wil lezen, heeft een Frans woordenboek nodig, en uitgerekend Multatuli ging er prat op te schrijven zoals er gesproken werd. Vanuit het Nederlands kwamen die Franse woorden in de dialecten terecht. Uit het Nederlands zijn ze voor een deel weer verdwenen (niet allemaal: de werkwoorden die eindigen op -eren (etaleren, manifesteren) komen ook uit het Frans), maar in het dialect zijn ze langer gebleven, hoewel ze ook daar nu wat ouderwets beginnen te worden. De hier genoemde woorden komen in alle dialecten van Nederland wel voor.
Dat geldt niet voor bepaalde klankverschijnselen, die ook worden toegeschreven aan het Frans: het met de huig uitspreken van de r (ook wel brouwen of breien genoemd), en het weglaten van de h. De h komt aan het woordbegin in het Frans niet voor. De brouw-r is niet algemeen in het Franse taalgebied, maar wel zo afwijkend van de ‘Nederlandse’ r (die door het trillen van de tongpunt wordt gemaakt) dat die voor typisch-Frans kon doorgaan. De brouw-r vinden we in Overijssel in de (westelijke) steden: Deventer, Zwolle, Kampen en Steenwijk. Soms is die klank ook in een naburige plaats te horen, bijvoorbeeld IJsselmuiden, maar meestal is die toch echt beperkt tot de stad: Steenwijk heeft de brouw-r, Steenwijkerwold niet. Je herkent de stadsbewoners ook onmiddellijk aan hun uitspraak van de r, die zich buiten de stad niet heeft uitgebreid, en daar zelfs als een spraakgebrek wordt gezien: brood, brij en proemen, dat kunnen de Zwollenaren niet noemen, zo worden de Zwollenaren bespot door hun buren die de brouw-r niet als een echte klank zien.
Dat het een stedelijk kenmerk is, heeft te maken met de elite, die in de steden woonde. Vooral bij hen was het spreken van Frans, of het verfransen van het Nederlands, populair. In heel Nederland vormt de brouw-r wel het verschil tussen stad en platteland, maar de Overijsselse steden zijn wel de meest noordelijke plaatsen waar we dat vinden. De drie noordelijke provincies kennen het niet, ook niet in Leeuwarden, Groningen of Assen.
Het weglaten van de h vindt ook zijn oorsprong in de (IJssel)steden, maar is veel besmettelijker. We vinden het in heel Noordwest-Overijssel, maar via waterwegen ook in Drenthe, Groningen en zelfs aan de overzijde van de Zuiderzee. Deventer heeft het verschijnsel ook gekend, maar daar is het weer verdwenen: in de koekstad word de h weer gewoon uitgesproken, behalve in Kowet dat van Go Ahead komt.