7 minute read
Grondoorlog in Tubbergen
Dinsdagochtend 29 juni 1971. Zaal Kemperink in Tubbergen is gevuld met honderden boeren en andere landeigenaren. Ook aanwezig: twintig functionarissen van de Cultuurtechnische Dienst, Staatsbosbeheer en andere betrokken organisaties. Zij moeten toezien op een ordelijk verloop van de stemming over de ruilverkavelingsplannen, die vandaag op het programma staat. Een stemming die zal ontaarden in chaos en geweld.
DOOR MARCO KRIJNSEN
Gedeputeerde Herman Schoemaker (KVP) opent de bijeenkomst. “Dames en heren, we zijn vanmorgen bij elkaar gekomen om te stemmen.” Geschreeuw en getier vanuit de zaal overstemmen zijn openingswoorden. Enkele furieuze boeren dringen op naar voren. Ze beginnen te duwen, te slaan en te schoppen. De microfoon wordt omvergegooid. Er klinkt boegeroep. Schoemaker loopt een paar klappen op en trekt zich schielijk terug om een lynchpartij te voorkomen.
De chaos is enorm. Er zit maar één ding op: de voorgenomen stemming moet worden afgelast. “Ik vind het rot voor jullie”, laat de gedeputeerde daarna weten aan zijn verbouwereerde medewerkers. De woede van de boeren komt niet uit de lucht vallen. Een dag eerder waren er al protesten geweest en vóór de stemming waren actievoerders met tractoren en melkwagens de straat opgegaan. Hun onvrede richt zich op de ruilverkaveling van ruim 10.000 hectare grond in de gemeenten Tubbergen Vriezenveen, Almelo en Weerselo. De grondruil is nodig om efficiënter te kunnen werken. Veel boeren bezitten een groot aantal kleine verspreid liggende percelen, die over de smalle zandweggetjes lastig te bereiken zijn en door de alsmaar groter wordende landbouwmachine moeilijk te bewerken zijn.
Efficiency
Ruilverkaveling is al sinds 1939 een issue in Tubbergen en omgeving. De gemeenteraad besluit in 1955 een aanvraag voor een grootschalige landruiloperatie in gang te zetten. Dat besluit wordt door de meeste grondeigenaren gesteund, ook zestien jaar later. Door Tubbergenaar Gerard Stamsnieder bijvoorbeeld. Hij is eigenaar van elf percelen met een totale oppervlakte van 15 hectare. In een tv-interview in 1971 zegt hij dat hij een halve tot misschien wel een hele dag efficiencywinst maakt als hij straks één groot aaneengesloten landbouwperceel heeft.
Het ruilverkavelingsplan gaat om meer dan het ruilen van grond. Het voorziet in de aanleg van 310 kilometer aan nieuwe wegen voor de nieuwe kavels, het verwijderen van 118 kilometer aan houtwallen en het graven van 280 kilometer aan sloten. Kosten: 41 miljoen gulden, waarvan het Rijk bijna 70% betaalt. De bijdrage van de grondeigenaren is beperkt (jaarlijks 35 gulden per hectare). Inhoudelijk is er dus weinig mis met de ruilverkaveling. Wat pijn doet, is het afstaan van grond die soms al eeuwen familiebezit is en waar bloed zweet en tranen van voorouders in zitten. Een grote steen des aanstoots is ook de manier waarop het plan wordt opgelegd. De procedure dus. Elke grondbezitter heeft evenveel stemrecht: de tuinier met een tuintje van 100 m2 buiten het dorp heeft net zo veel invloed als de boer met 10 hectare landbouwgrond. Bovendien is de stemming zelf allesbehalve democratisch. Wie niet komt opdagen, wordt beschouwd als een voorstander. Dat laatste is de lont in het kruitvat op 21 december, als opnieuw gestemd mag worden.
‘Auschwitz, Auschwitz!’
De autoriteiten nemen na de ervaring in zaal Kemperink geen halve maatregelen. Voor het stemlokaal in de landbouwschool in Tubbergen is een tent geplaatst. Daarvóór staan hekken opgesteld en er is veel politie op de been. De barricade werkt als een rode lap op een stier. Boze boeren drommen zich samen voor de hekken.
“Auschwitz, Auschwitz!”, klinkt het uit hun kelen. De actievoerders, bij wie zich ook niet-boeren hebben aangesloten, doen er alles aan om de stemming te verhinderen. Ze rijden met strontkarren uit, schuiven met tractoren hekken aan de kant en steken de tent voor het stemlokaal in brand. De politie antwoordt met wapenstok en traangas. De boze boeren gooien daarna de ruiten van het gemeentehuis in. Ook burgemeester Lodewijk Schepers (KVP) moet het ontgelden. Hij wordt met de dood bedreigd en zijn woning wordt in brand gestoken. Alleen zijn vrouw is op dat moment thuis. “Ik hoor opeens een groot lawaai van rinkelend glas. Ik vlieg naar de voorkant, waar het een vlammenzee is”, schrijft ze in haar dagboek. “Ik vlieg de deur uit en sta daar ineens tegenover een enorme menigte, die maar kijkt. Mijn hoofd zat vol lelijke woorden. Maar ik bleef mezelf en schreeuwde: ‘Bah, wat gemeen, kunnen jullie wel...’ Ze schreeuwden terug: ‘Hij gaat er toch wel aan, we krijgen hem wel.”
Boeren demonstreren in Tubbergen tegen stemming ruilverkaveling (Credits: Rob Mieremet/Anefo, NationaalArchief)
Geen zwembad maar nieuwe ruiten
De stemming loopt door de veldslag uit op een fiasco. Van de 2.398 stemgerechtigden komen slechts 27 opdagen: 15 vóór en 12 tegen. Volgens de officiële regels zouden de thuisblijvers als vóórstemmers beschouwd kunnen worden. Maar de autoriteiten beseffen dat het dan pas echt oorlog wordt en zetten de ruilverkavelingsplannen in de ijskast. Een dag na de opstand kijkt burgemeester in de krant verbitterd terug. “Ruim vier jaar heb ik me kapot gewerkt om wat van Tubbergen te maken. Alles is nu in één klap afgebroken. Schade van een ton. De jeugd kan in plaats van naar een nieuw zwembad naar nieuwe ruiten in het gemeentehuis kijken.” Hij wijt de rellen aan verkeerde communicatie. “Ik moet zeggen dat het heeft geschort aan voldoende en duidelijke voorlichting. De Twentse boer is bovendien verknocht aan zijn land, maar hij moet zich kapot werken. Feitelijk ligt de problematiek op het maatschappelijke en sociale terrein. De verkaveling moet niet alleen technisch worden bekeken.”
Kapot en geknakt
Schepers is gefrustreerd en voelt zich door het provinciebestuur in de steek gelaten. Uit vrees voor ongeregeldheden had hij de kostbaarheden al eerder uit zijn woning laten halen. Zijn verzoek aan Commissaris van de Koningin Van Nispen en gedeputeerde Schoemaker om de stemming op 21 december af te gelasten, was niet gehonoreerd. Intussen gaat de intimidatie aan het adres van de burgemeester door. Doodsbedreigingen aan de telefoon, poep voor de voordeur en ruiten die worden ingegooid: ze drijven Schepers de ziektewet in. Hij wordt in 1973 nog wel benoemd tot burgemeester van de Limburgse gemeenten Bunde en Geulle, maar moet daar een jaar later al kapot en geknakt afscheid nemen. Op oudejaarsdag 1976 overlijdt hij aan een hartstilstand, volgens de familie een rechtstreeks gevolg van ‘Tubbergen’.
Ruilverkaveling wordt landinrichting
Acht jaar later lopen opnieuw de gemoederen opnieuw hoog op. De gemeente wil de ruilverkaveling toch graag doorzetten, vooral omdat ze daarmee veel zandwegen kan asfalteren. Hulpdiensten kunnen door de slechte staat van de wegen veel boerderijen niet bereiken. De tegenstanders reageren net zo furieus op het voornemen als in 1971. Ze dreigen met een ‘oorlog’, omdat ze door de opgelegde herverkaveling grond moeten inleveren voor wegen, sloten, recreatie en natuur. Hun verzet heeft succes. De ruilkavelingsplannen zijn definitief van de baan en maken plaats voor een zogeheten raamplan ter verbetering van de wegen en de waterhuishouding. In 1991 wordt de voltooiing van deze landinrichting gemarkeerd met de onthulling van een gedenkteken iets buiten Tubbergen. Een historisch wapenfeit, dat natuurlijk gevierd moet worden. Het feestje na afloop vindt niet plaats in zaal Kemperink, de plek waar twintig jaar eerder de Boerenopstand begon. Dat zou alleen maar verse wonden openrijten…
Ruilverkaveling ligt nog steeds gevoelig
De ruilverkavelingsrellen van 1971 hebben diepe sporen nagelaten in de Tubbergse gemeenschap. Het onderwerp is voor sommigen ook nu nog steeds taboe, blijkt uit de ervaringen van schrijver Marie-José ten Cate en de producenten van het theaterstuk ‘De Boerenopstand – tot Tubbig en niet verder’.
De aandacht voor het onderwerp is dit jaar groot. In oktober verschijnt het boek Kavelkind van Marie-José ten Cate, die opgroeide in Weerselo en als puber zijdelings iets meekreeg van de ruilverkavelingsperikelen. Hoewel het boek in romanvorm is geschreven, deed de auteur historisch onderzoek naar de verwikkelingen van een halve eeuw geleden. Daarbij stuitte ze op veel stilzwijgen bij nabestaanden. “Er is schaamte over wat er gebeurd is. Het was een periode van veel stress, die families heeft getraumatiseerd. Daarover wil men liever niet meer praten. Dat vond ik best wel verbazingwekkend”, aldus de schrijfster.
De makers van ‘De Boerenopstand’, de voorstelling die van 12 november tot en met 21 december wordt gespeeld in Tubbergen, hebben een vergelijkbare ervaring. “Families stonden destijds lijnrecht tegenover elkaar, er werd zelfs niet meer met elkaar gesproken. Ook nu zijn er mensen voor wie de kwestie te gevoelig ligt, waardoor enkele vrijwilligers zich moesten terugtrekken”, zegt producent Ellen Wisse van het Wilminktheater in Enschede.