207mm
L2F202_cover1234-rabbat_nl_01 - pub_flash_rabbat 16/09/14 15:59 Page1
MMM BUSINESS MEDIA & Co - Zeswekelijks informatietijdschrift - Nederlandstalige uitgave - Prijs: 10 EUR - Kantoor : Awans - P205029
202 september - oktober - november 2014 www.link2fleet.com
RONDETAFEL Leasing & Consultancy « Niemand kent de oplossing van morgen »
Infiniti Q50 Terug... en voor goed
L2F202_p03-03_edisom_nl_02 - pub_flash_edito-sommaire 16/09/14 16:00 Page3
Inhoud
Edito
Insight 04 << 3 vragen aan Alfred Cruyl, voorzitter van de BFFMM
Dirk STEYVERS
06 << Autonoom rijdende wagen op de openbare weg vanaf 2015
Event 08 << 5 jaar Fleet Profile 10 << Tour de Belgique New Energy: alternatieven aan de start
Mobility Management 12 16 18
<< AstraZeneca: Blijvend in vraag stellen << Groene mobiliteit bij Elia wordt beloond << Stad Gent pionier in innovatief vlootbeheer
Met getrokken messen Het huidige businessmodel van de leasingmaatschappijen staat onder druk, zoveel bleek tijdens ons forum van eind juni, tijdens de verjaardagsconferentie rond 25 jaar Arval France, maar vooral ook tijdens ons rondetafelgesprek waarop we een aantal leasingbedrijven en consultants uitnodigden. Hun gezamenlijk streven naar mobiliteit en naar het aanbieden van oplossingen op maat leiden ertoe dat deze partijen niet met getrokken messen tegenover elkaar staan, maar elkaar een plaats op de markt gunnen. Het is ooit anders geweest.
<< Dossier >> Leasing & Consultancy Voor ons dossier rond Leasing & Consultancy hebben we heel wat actoren uit de fleetsector rond de tafel gezet voor hun visie op het vlootbeheer en de mobiliteit van morgen en de impact die dit kan hebben op leasingvlak. Bij wijze van overzicht schetsen we bovenden een portret van verschillende consultancybedrijven die actief zijn in onze sector.
23 << 34
Driver Management 36 << Link2Fleet Forum: de medewerker staat centraal
38 << Tankkaarten: keuze in overvloed 44 << RSZ wijzigt standpunt inzake solidariteitsbijdrage voor lichtevrachtwagens
Dat de neuzen in (min of meer) dezelfde richting staan, is overigens geen overbodige luxe. Niet alleen is de Belgische markt bijzonder matuur om het grote aantal spelers een plaats te blijven gunnen. Nu de regeringsvormingen in ons land hoe langer hoe meer concrete invulling krijgen, is eendracht misschien wel macht.
Heel diep laten de respectievelijke mobiliteitsministers nog niet in hun kaarten kijken en ook de federale gesprekken zijn nog niet afgerond, maar het is wel al duidelijk dat de hele fleeten leasingsector niet van plan is zich nog maar eens met een nieuwe VAA-regeling te laten rollenâ&#x20AC;Ś Afsluiten doen we zoals we begonnen zijn: met heuglijk nieuws. Dit keer van bij Infiniti dat terugkeert naar de Belgische (fleet)markt met een duidelijke visie, aangepaste producten en een strategie die volop inzet op de professionele eindgebruiker. Veel leesplezier!!
Car Management 48 << Infiniti Q50 2.2. Diesel: Terugâ&#x20AC;Ś en voor goed
52
<< Gemiddelde nationaal wagenpark volgens de car-policy's: 145g CO2
<3>
L2F202_p04-07_insight_nl_02 - pub_flash_insight 16/09/14 16:01 Page4
Insight 3 vragen aanâ&#x20AC;Ś
Freddy Cruyl, Voorzitter van de BFFMM
De Belgian Federation for Fleet & Mobility Management, die een jaar geleden werd opgericht, was de eerste die de verantwoordelijken van de sector samenbracht om hun belangen te verdedigen. Ter gelegenheid van de eerste verjaardag maakt de voorzitter een balans op. Mijnheer Cruyl, herinnert u zich nog welke redenen aanleiding hebben gegeven tot de oprichting van de federatie? In 2012 werden we geconfronteerd met heel wat fiscale nieuwigheden rond bedrijfswagens en aanpassingen aan de Renta-norm. Bij evenementen voor fleetmanagers zagen we dat deze wijzigingen heel wat onrust brachten in de sector. We moesten wel reageren. Daarom hebben we begin 2013 een aantal sectorverantwoordelijken samengebracht om te bespreken wat we konden doen tegen deze wijzigingen. Zo is de federatie ontstaan, als een soort van kanaal om te communiceren met onze gesprekspartners. Welke projecten werden reeds afgewerkt en welke lopen nog? Er werden al workshops en meetings met de actoren van de sector georganiseerd. We proberen de verantwoordelijken van Renta ook onder druk te zetten om de norm te herzien en trachten met de stad Brussel het nieuwe parkeerplan te bespreken. We willen ook de politici interpelleren over het voordeel van alle aard (VAA), dat een bijkomende belasting vormt voor de gebruikers. Voor de eerste twee punten wachten we op een antwoord, voor het laatste wachten we de regeringsvorming af. We moeten de politieke wereld interpelleren om duidelijk te maken dat we niet meer denken in termen van bedrijfswagens maar in termen van mobiliteit. Welke benadering hanteert uw federatie precies met betrekking tot mobiliteit? We zijn ervan overtuigd dat geen enkele fiscale regel de mobiliteitsproblemen kan regelen. Het komt erop aan om onze mobiliteitsgewoonten te herzien en nieuwe oplossingen uit te denken. Er moeten grote parkings komen bij de haltes van het openbaar vervoer en de dienstregeling van dat openbaar vervoer moet meer worden afgestemd op de werkuren. Dat zijn dingen die we duidelijk willen maken aan de politieke wereld.
<4>
L2F202_p04-07_insight_nl_02 - pub_flash_insight 16/09/14 16:01 Page5
L2F202_p04-07_insight_nl_02 - pub_flash_insight 16/09/14 16:01 Page6
Insight fleet people Biker2Biker: een coach om u in Brussel aan het fietsen te krijgen Om werknemers aan te sporen met de fiets naar het werk te rijden, heeft Brussel Mobiliteit zopas het concept Biker2Biker in het leven geroepen. Concreet schrijft iedere nieuwe gebruiker die het experiment wil wagen zich in op de site, waarna hij in contact gebracht wordt met een doorgewinterde fietser. Deze begeleidt hem verschillende dagen op zijn weg naar het werk om hem de kleine trucjes die je moet kennen aan te leren en hem een aantal tips mee te geven - kwestie van hem vertrouwen te geven. Deelname is gratis.
Je elektrische wagen opladen door inductie Na draadloos internet komt hier misschien de ‘wireless’ elektrische auto. Het bedrijf Qualcomm heeft op een beurs in Parijs het ‘Halo’-systeem voorgesteld, een systeem dat een elektrische wagen herlaadt via magnetische inductie, met een primaire spoel die zich in de infrastructuur bevindt en een secundaire spoel in de wagen. De energietransfer gebeurt tussen de basisinfrastructuur op de grond en het voertuig dat daarboven parkeert. De firma werkt ook aan de ontwikkeling van systemen die de wagen onderweg herladen, terwijl deze rijdt.
<6>
In juni werd THIERRY VAN KAN (65 jaar) voor een tweede mandaat van drie jaar herverkozen als Voorzitter van Febiac, een functie die hij reeds bekleedt sinds 22 juni 2011.
STEVE NYS werd benoemd tot Country Manager voor het merk Fiat Professional. Hij is welbekend binnen de Fiat Group Automobiles Belgium en heeft met name de functies uitgeoefend van verantwoordelijke marketing voor Fiat en Sales Manager voor de groep.
Autonoom rijdende wagens op de openbare weg vanaf 2015 Wees gerust, de wagen die helemaal uit zichzelf rijdt en parkeert terwijl u rustig in uw zetel zit te werken ... is niet voor morgen. Maar wanneer hij eraan komt, wordt stilaan duidelijker. Naast Google werken verschillende constructeurs aan een prototype. En om hen de gelegenheid te geven hem te testen in reële verkeerssituaties hebben Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk aangekondigd dat ze vanaf 2015 tests op de openbare weg zullen toestaan. Er zullen uiteraard wel maatregelen getroffen worden opdat die wagens van de toekomst in alle veiligheid samen met de wagens van vandaag de baan op kunnen.
L2F202_p04-07_insight_nl_02 - pub_flash_insight 16/09/14 16:01 Page7
L2F202_p08-11_event_nl_02 - pub_flash_event 16/09/14 16:03 Page8
Insight
Fleet Profile beschikt over een eigen team binnen het moederbedrijf Computer Profile. De kantoren zijn gelegen in Zaventem.
Eerste lustrum
Fleet Profile blaast 5 kaarsjes uit Fleet Profile zag het levenslicht in volle economische crisis, maar heeft niettemin naam gemaakt in de autosector. Steunend op de Top 30.000 van fleets in de Benelux is de databank die door de Brusselse onderneming werd gecreëerd een referentie geworden voor alle spelers in deze sector. Ter gelegenheid van zijn vijfde verjaardag kijkt Link2Fleet nog eens terug op dit succesverhaal.
<8>
Fleet Profile zag zoals gezegd het levenslicht in 2009. Voor wie Fleet Profile nog niet kent: het bedrijf telt een honderdtal werknemers en levert een databank aan leveranciers van de autosector die de prospectie van bedrijfsvloten wensen te optimaliseren. Het gaat daarbij niet alleen om de gegevens van het bedrijf en de beslissingnemers, maar om een hele reeks gegevens zoals de grootte van de vloot en zelfs, bijvoorbeeld, de CO2 -limiet die is vastgesteld voor de
L2F202_p08-11_event_nl_02 - pub_flash_event 16/09/14 16:03 Page9
Tekst en foto’s: Damien Malvetti
kaderleden en andere werknemers. “Onze job bestaat erin aankoopintenties op te sporen en dus opportuniteiten te vinden om iets te verkopen,” aldus Pierre Mercier, Managing Director. Maar welk belang heeft het concreet voor dealers om over een dergelijk instrument te beschikken? “We maken het hen gemakkelijker en helpen hen om potentiële klanten in hun buurt te vinden. Stel bijvoorbeeld dat ik een Mazda moet verkopen met een CO2 -uitstoot van 104 g/km. Als ik de gouden gids neem om potentiële klanten te vinden hou ik misschien één enkele afspraak over aan een hele dag telefoneren, maar als ik een gedetailleerde databank heb die me exact het profiel kan geven van elk geregistreerd bedrijf kan ik de bedrijven die uitsluitend Duitse voertuigen kopen al van de lijst schrappen, net als de bedrijven die bijvoorbeeld een CO2 -limiet van 100 g/km vastgesteld hebben. Zo heb ik aan het einde van de dag veel meer afspraken. Daardoor win ik dus tijd en vermijd ik dat ik mensen stoor die toch niet geïnteresseerd zijn in wat ik hen zou voorstellen.” De crisis heeft de fleetsector sterker gemaakt Ook al werd dit kleine bedrijf dus opgericht in 2009 en heeft het maar vijf jaar op de teller, het kan rekenen op de kennis en ervaring van grote broer Computer Profile, een bedrijf dat nu al 23 jaar lang dit soort diensten verleent aan de informatica- en telecomsector. En ondanks de context van crisis die er heerste op het moment dat Fleet Profile werd opgericht, werd die context door de stichters veeleer gezien als een opportuniteit, bevestigt ook Yannick Mathieu, Sales & Marketing Manager. “Als gevolg van de crisis stortte de markt van de verkoop aan particulieren helemaal in, terwijl die van de fleet stabiel bleef. En ook al werd de fiscaliteit herzien, over een bedrijfswagen beschikken blijft interessant en blijft in heel wat ondernemingen deel uitmaken van het salarispakket. Om de crisis het hoofd te bieden, zijn veel leveranciers overgegaan naar de fleetmarkt, waardoor de behoefte ont-
t Professionalisme, Ethiek, Proactiviteit, Levenskwaliteit, Klantgerichtheid, Transparantie en Enthousiasme: dat zijn de waarden van het bedrijf, zoals ook duidelijk aangegeven op de muren.
stond aan een tool zoals de onze. De tijd van de grote reclamebudgetten was voorbij. De leveranciers moesten op zoek naar andere oplossingen om hun doelgroepen efficiënt te bereiken.” Een van de oplossingen was telefonische prospectie op basis van een database. Het succes in België was zo groot dat Fleet Profile in 2012 besliste zijn activiteiten uit te breiden naar Nederland, waar de onderneming al enkele jaren actief was met haar filiaal Computer Profile. 30.000 geregistreerde leden Fleet Profile is uiteraard niet het enige bedrijf dat dit soort diensten aanbiedt, maar het kan wel uitpakken met een aantal troeven om zich te onderscheiden van de concurrentie. In de eerste plaats een regelmatige update van de informatie in zijn database. “Elk adres wordt eenmaal per jaar geüpdatet. Dat is een job die tijd vraagt, omdat je elk bedrijf moet opbellen om zeker te zijn dat de gegevens nog juist zijn. Vervolgens maakt onze kwaliteit het verschil. Als je een database bijhoudt, moet je er maniakaal mee bezig zijn en daarnaast uiteraard ook de techniek en de controle hebben. Het complete pakket moet homogeen, handig in gebruik en mooi zijn.” De derde troef van Fleet Profile is de omvang van de database. “Wij dekken de top 30.000 van de ondernemingen in de Benelux: 14.000 in België, 1.000 in Luxemburg en 16.000 in Nederland,” somt Customer Service Officer Bart Scheers op. “En onze database evolueert voortdurend, in functie van de behoeften van onze klanten.” En die klanten vormen de elite van de sector. “Wij werken samen met 19 van de 20 grootste Belgische invoerders, maar ook met de belangrijkste leasingfirma's en meer dan 450 dealers.” Om ervoor te zorgen dat de gebruikers de tool zo efficiënt mogelijk gebruiken, biedt Fleet Profile hen coaching aan. “Het is de bedoeling dat ze de gegevens zo goed mogelijk benutten en dat dit resultaten oplevert. Als dat niet gebeurt, lopen we het risico dat we hen als klant verliezen.” Sommige bedrijven opteren er dan weer voor om hun telemarketing aan Fleet Profile toe te vertrouwen. “Dat is bijvoorbeeld het geval voor Lukoil waarvoor wij prospectiewerk doen om hun tankkaart te verkopen. Voor dat pakket hebben wij een speciaal callcenter, apart van het center dat werkt aan onze database.” En ten slotte laat Fleet Profile je sinds enige tijd ook meegenieten van zijn expertise in de sector, meer bepaald door de publicatie van marktanalyses op onze pagina's.
<9>
L2F202_p08-11_event_nl_02 - pub_flash_event 16/09/14 16:03 Page10
Event >> Tour de Belgique New Energy
Dirk Steyvers
Regelmatigheidsrally
Alternatieven aan de start Van 14 tot en met 16 november vindt de eerste editie plaats van de Tour de Belgique New Energy. Ook onze redactie zal dan van de partij zijn, samen met de Fleet-Owner of the Year 2014.
De Tour de Belgique doet bij iedereen die een beetje thuis in ’s land autosport een belletje rinkelen. Het is een vermaarde regelmatigheidsrally voor oldtimers die dit jaar al aan zijn 31ste editie toe is. De revival die het evenement sinds 2012 kent, wordt dit jaar, met de steun van Febiac, extra in de verf gezet met een regelmatigheidsrit voor voertuigen op alternatieve aandrijving. Kilometers vreten Net als bij de Tour voor oldtimers, is ook de Tour de Belgique New Energy echter een stevige test voor mens en machine. Er staan immers 740 kilometer verdeeld over 2 dagen op het programma en dat allemaal met de bedoeling zo weinig mogelijk energie te verbruiken. De ‘wedstrijd’ wordt volledig over geasfalteerde wegen gereden en staat open voor alle voertuigen met een alternatieve aandrijftechnologie, van allerhande types hybride tot CNG. Enkel puur elektrische voertuigen kunnen niet deelnemen. U het volledige reglement uit de doeken doen, zou ons te ver leiden, maar u moet wel weten dat DG Sport zich als organisator van deze Tour baseert op de strenge regels van de FIA Alternative Energies Cup. Concreet betekent dit dat alle troeven van hybride en milieuvriendelijke voertuigen hier in de verf worden gezet: laag verbruik, duurzaamheid, betrouwbaarheid en prestatievermogen. Zelf aan het stuur Als mediapartner voor het evenement schrijven wij twee teams in. In de eerste plaats de Fleet-Owner of the Year 2014, Harald Krähe van AstraZeneca,
< 10 >
die zijn Award bekroond ziet met een deelname aan het stuur van een potentiële winnaar, de Toyota Prius Plug-In. De redactie zelf neemt uiteraard ook deel aan de rally. Het belooft alvast een druk weekend te worden en ook de regelmatigheidsproeven (via gps-tracking) die in het vooruitzicht worden gesteld, zijn niet van de poes. Niet alleen zijn er lange verbindingsritten doorheen de Condroz, Henegouwen en de hoogste Ardennenregio’s waar een gemiddelde van 50 km/u als doelstelling wordt vooropgesteld, er worden ook proeven voorzien op het circuit van Chimay en Spa-Francorchamps. Volg onze redactie tijdens hun Tour de Belgique New Energy via https://twitter.com/link2fleet
L2F202_p08-11_event_nl_02 - pub_flash_event 16/09/14 16:03 Page11
L2F202_p12-21_mobilitymanag_nl_02 - pub_flash_mobility 22/09/14 15:59 Page12
Mobility Management >> Case Study
AstraZeneca
Blijvend in vraag stellen Eind juni werd Harald Krähe tot zijn eigen verrassing verkozen tot Fleet-Owner of the Year 2014 en sleepte hij de tweede plaats in de wacht in de categorie Fleet Driver Safety. Hij kon de jury overtuigen met een sterk dossier dat in moeilijke tijden het vlootbeheer binnen de Belgische vestiging van AstraZeneca helemaal terug op de rails kreeg. Zelf vernam Harald het nieuws in een Londonse taxi, maar dat maakt de verdienste er niet minder om. Een verdienste die duidelijk een heel team toekomt, want bij AstraZeneca is het vlootbeheer geen onemanshow. Nog veiliger Wij zitten rond de tafel met Gerda Verkens en Harald Krähe. Gerda is binnen AstraZeneca Belux de SHE Coordinator, wat staat voor Safety, Health en Environment. Harald Krähe is Procurement Manager voor AstraZeneca Belux. Als preventieadviseur is Gerda de gesprekspartner bij uitstek om het veiligheidsprofiel van AstraZeneca door te lichten. En meteen blijkt dat de Belux bijzonder goed scoort op dit vlak. “Wij hebben een wereldwijde KPI inzake verkeersveiligheid van 6 crashes per million miles”, vertelt Gerda Verkens, “maar in België zitten we vandaag al op 3. Daarnaast hebben we vorig jaar geen uur arbeidstijd verloren door letsels als gevolg van een aanrijding. Dit vermijden van slachtoffers is dan ook de allereerste bekommernis en kadert binnen de algemene veiligheidspolitiek van AstraZeneca.” Projecten en uitrusting Uiteraard zijn de voortdurende communicatie en sensibilisering niet vreemd aan deze goede resultaten, maar ook de jaarlijkse projecten verdienen navolging. “In 2013 hebben we workshops opgezet in samenwerking met het BIVV, dit jaar organiseren we een opleiding safe driving”, aldus nog Gerda. De doelstelling is dan ook duidelijk: nog 10 procent beter doen dan de huidige ongevalstatistiek. “Bovendien willen we de ongevallen die zich voordoen nog efficiënter gaan analyseren en vertalen naar specifieke acties en projecten.” Voortdurend in vraag stellen Dat werken in projecten en zichzelf voortdurend in vraag stellen, blijkt haast een rode draad doorheen het vlootbeheer bij AstraZeneca. Volgens Harald Krähe is dat typisch voor de cultuur binnen het bedrijf waar open communicatie hoog in het vaandel wordt gevoerd. Van op de lauweren rusten, is dan ook geen sprake. Het wagenpark wordt voortdurend gemonitord,
< 12 >
Fleet-Owner of the Year: proficiat van alle kanten Harald Krähe: “De prijs van Fleet-Owner of the Year is in mijn ogen een Award voor AstraZeneca, wat niet wegneemt dat ik zelf ook erg blij en best wel trots ben. Weet u, toen GE Capital het me voorstelde om deel te nemen, vond ik het een fantastisch idee om dit te doen voor al onze bestuurders en voor AstraZeneca. Het zou bovendien een goede manier zijn om de farmaceutische sector eens op een andere manier aan bod te laten komen. In mijn afwezigheid heeft Leen de overwinning en tweede prijs intern gecommuniceerd naar de directie, die het meteen binnen hun teams verder communiceerden. Met als gevolg dat ik bergen e-mails en felicitaties kreeg, vanwege de directie en van de afdeling procurement op internationaal niveau. Ook binnen SHE is dit een enorme erkenning. Het bewijst de impact van wat ze doen.”
L2F202_p12-21_mobilitymanag_nl_02 - pub_flash_mobility 22/09/14 15:59 Page13
Foto’s : Arnaud Siquet - Tekst : Dirk Steyvers
De grootste drijfveer voor Harald Krähe is zijn collega’s zoveel mogelijk te kunnen geven binnen de mogelijkheden die er zijn.
De goede score op het vlak van verkeersveiligheid is voor Gerda Verkens hoegenaamd geen reden om op de lauweren te rusten.
in samenspraak met leasingpartner GE Capital. Bovendien evalueert Krähe persoonlijk of via werkgroepen nieuwe initiatieven, uitrustingselementen en strategische keuzes. “Het was voor mij bijvoorbeeld een enorme frustratie dat ik de leasebike niet heb kunnen realiseren”, geeft hij toe. “Dat project had ik graag geïntroduceerd, maar de cijfers beslisten er anders over. Toch laat ik het idee niet varen. Ik blijf dit opvolgen en hoop op wat stimuli vanuit de regelgeving.”
De drie spilfiguren van het vlootbeheer bij AstraZeneca Belux: Procurement Manager Harald Krähe, HR Director Leen Hoens en SHE Coordinator Gerda Verkens.
Reëel aanbod Idem dito voor hybride voertuigen die momenteel niet in het aanbod zitten. “Onze preferred suppliers voor het wagenpark, BMW, Mercedes en Ford, beschikken momenteel nog niet over een aanbod van alternatieve aandrijfsystemen dat aansluit op onze verplaatsingsbehoeften. Ik blijf echter voortdurend vinger aan de pols houden, want een groen wagenpark is een continu proces.” Bovendien maakt hij er een punt van de wereldwijde CO2-doelstellingen te halen, maar ook financieel is een groene vloot vaak een juiste beslissing. Anderzijds blijft onze gesprekspartner altijd met beide voeten op de grond staan als het op fleetmanagement aankomt. In zijn overtuiging kan je de werknemers immers pas tevreden stellen en stimuleren, wanneer je ze een realistisch aanbod doet. “Zo kwamen wij bij een vergelijking tussen de BMW 318d met de 320d Efficient Dynamics met een lagere uitstoot tot de conclusie dat de meest milieuvriendelijke van de twee de duurste was qua VAA. Dan is de keuze wat ons betreft snel gemaakt.” Die analytische ingesteldheid en openheid voor nieuwe initiatieven trekt Harald Krähe even sterk door in fundamentele kwesties van het vlootbeheer (hoe de financiële druk helpen verlichten?) als in deelaspecten zoals routeoptimalisatie. Geen wonder dat hij interesse vertoont in de winnaar van de Fleet Innovation Award voor Fleet-suppliers…
< 13 >
L2F202_p12-21_mobilitymanag_nl_02 - pub_flash_mobility 22/09/14 15:59 Page14
L2F202_p12-21_mobilitymanag_nl_02 - pub_flash_mobility 22/09/14 15:59 Page15
L2F202_p12-21_mobilitymanag_nl_02 - pub_flash_mobility 22/09/14 15:59 Page16
Mobility Management >> Case Study
Marie van den Hove, Elia Group
Groene mobiliteit wordt beloond Elia is in de eerste plaats bekend als beheerder van het hoogspanningsnetwerk, maar het bedrijf schittert ook in een andere sector: de mobiliteit, en vooral het groene aspect ervan! Marie van den Hove, Compensation & Benefits Manager, die samenwerkt met de Mobility Manager, werd in juni trouwens beloond met de Green Fleet & Mobility Award bij de uitreiking van de Link2Fleet Awards. Marie van den Hove heeft samen met haar team nog vele ideeën die praktisch uitgewerkt kunnen worden om de mobiliteit van het kaderpersoneel in haar bedrijf te verbeteren.
Het mobiliteitsvraagstuk behoort nochtans niet zo lang tot de prioriteiten van Elia. “Het is allemaal begonnen in 2011, naar aanleiding van een tevredenheidsenquête bij het personeel,” aldus Marie van den Hove. “Uit de resultaten bleek dat mobiliteit een steeds groter probleem werd en een negatieve invloed had op de tevredenheid, al was het maar omwille van de impact die mobiliteit heeft op het evenwicht tussen privé- en beroepsleven. Het klopt dat we de problematiek nog niet vanuit die hoek hadden bekeken. Wij stelden onze kaderleden een bedrijfswagen, of een wagen in combinatie met een abonnement voor, maar verder dachten we niet echt na over mobiliteit.” 3 krachtlijnen, tientallen mogelijkheden Op die basis van die enquête heeft Elia een groots opgezet plan gelanceerd, rond 3 krachtlijnen: zich minder, anders en beter verplaatsen. Als eerste krachtlijn biedt het bedrijf zijn medewerkers de mogelijkheid om aan homeworking te doen of te werken vanuit satellietkantoren. Ook het gebruik van videoconferenties en de virtuele telefoon drukten het aantal kilometer dat door het personeel wordt afgelegd. Voor de krachtlijn ‘zich anders verplaatsen’ stimuleert Elia alternatieve vormen van transport. “Onze twee Brusselse sites, Schaarbeek en de Keizerlaan, liggen in de buurt van stations van de NMBS en van tram- en bushaltes. En wij sti-
< 16 >
muleren onze medewerkers om deze transportmiddelen te gebruiken,” voegt zij eraan toe. “Wij hebben aan ons mobiliteitsvoorstel dus ook ‘Railease’ toegevoegd. En bus en tram worden voor onze kaderleden en bedienden 100% terugbetaald. Bovendien hebben wij een pendelbusdienst die onze medewerkers naar het station van Schaarbeek brengt en die pendelbus is een echt succes gebleken.” Elia heeft ook 5 poolwagens aangekocht – 2 elektrische wagens, 2 plugin hybrides en 1 thermische wagen met een ecoscore van 64 voor lange ritten -, zodat personeelsleden die komen werken met het openbaar vervoer of met zachte vervoermiddelen voor hun verplaatsingen in de loop van de dag een wagen kunnen gebruiken. Voor kortere ritten stellen we elektrische fietsen, plooifietsen en bluebikes ter beschikking. Die mogelijkheid heeft steeds meer succes, met
L2F202_p12-21_mobilitymanag_nl_02 - pub_flash_mobility 22/09/14 16:00 Page17
Tekst en foto’s : Damien Malvetti
FlexDrive, waarmee ze hun wagen voor een bepaalde tijd kunnen inwisselen volgens hun behoeften. En ons personeel krijgt ook een opleiding in ecodriving.” Om zijn teams aan te zetten hun gewoonten te veranderen, organiseert Elia regelmatig evenementen in samenwerking met zijn partners. Zo hebben wij het personeel bijvoorbeeld voorgesteld om de elektrische BMW i3 te testen. Wij leggen in onze communicatie ook vaak de nadruk op het concept ‘fun’ om de mogelijkheden op het vlak van mobiliteit te leren kennen. Om onze pendeldienst bekend te maken, hebben wij bijvoorbeeld filmpjes gedraaid met gewone gebruikers in de hoofdrol. Elia beschikt ook over een intern sociaal netwerk, waar fietsers hun ervaringen kunnen komen vertellen.”
name ook omdat het bedrijf geïnvesteerd heeft in de noodzakelijke infrastructuur zoals douches, kleedkamers, enz.. Hybride wagens voor de starters Het spreekt vanzelf dat bedrijfswagens bij Elia nog steeds een belangrijke rol spelen. Het bedrijf telt 1.200 werknemers, 420 bedrijfswagens plus 350 dienstvoertuigen voor de technici op het terrein. De Car-Policy is echter aangepast aan de mobiliteit en de uitdagingen op milieuvlak. En dat is de derde krachtlijn: ‘zich béter verplaatsen’. “Ieder beginnend kaderlid dat wij aanwerven, krijgt een Toyota Yaris Hybride, waarvan we er al 32 hebben en die groene motoren krijgen ook navolging bij onze andere werknemers, vermits onze vloot 5 hybride en 1 elektrische wagen telt. De begunstigden van een bedrijfswagen kunnen ook kiezen voor Bikelease, een systeem met een fiets als toemaatje, of voor
Elia organiseert regelmatig themadagen om zijn personeel te informeren over de nieuwigheden op het vlak van mobiliteit.
Nog meer denkpistes Het mag gezegd worden: Elia heeft een compleet mobiliteitsplan. En toch zien Marie en haar team nog pistes om het te verbeteren. Bijvoorbeeld: de werknemers beter bewust maken van de kostprijs van hun mobiliteit. “Wij beschikken over een onlinesysteem waarmee iedereen kan zien welke kosten zijn voertuig voor de onderneming meebrengt: schadegevallen, brandstof, boetes, enz. Het idee zou zijn om regelmatig een rapport te sturen naar de werknemer met zijn informatie en hem tegelijkertijd te informeren over de andere transportmiddelen. Want het gebeurt dat mensen een NMBS-abonnement vragen en er geen gebruik van maken. Dankzij dit systeem zouden ze duidelijk zien wat dat het bedrijf kost.” Ze denkt ook aan een systeem dat goede chauffeurs zou belonen. “Met incentives of mobiliteitsaccessoires voor zij die goed scoren in de verbruiksstatistieken. Het feit dat zij op een goede manier gebruikmaken van de wagen is voordelig voor de firma en dus kunnen we voor alle partijen een win-winsituatie creëren ... Een andere mogelijkheid bestaat erin de medewerkers die geen wagen hebben de gelegenheid te geven de poolwagens te gebruiken voor hun privéverplaatsingen, tegen een bepaalde vergoeding.” Dat zijn ideeën die het mogelijk zouden moeten maken om de ecologische mobiliteitsvoetafdruk van Elia nog te verkleinen - een voetafdruk die tussen 2012 en 2013 reeds van 137 naar 125 g CO2/km gedaald is.
< 17 >
L2F202_p12-21_mobilitymanag_nl_02 - pub_flash_mobility 22/09/14 16:00 Page18
Mobility Management >> Case Study
Fleet Innovation Award for fleet-owners
Stad Gent pionier in innovatief vlootbeheer Innovatie wordt meestal geassocieerd met kleine flexibele bedrijven die zich wars van logge structuren als een think tank durven opstellen. Maar er zijn uitzonderlingen. De Stad Gent heeft door zijn veelzijdige activiteiten een complexe structuur en is er niettemin met glans in geslaagd om een allesomvattend en innoverend vlootbeheersysteem te ontwikkelen en operationeel te maken. Een primeur van formaat, zoveel is zeker en een verdienste die werd bekroond met de Fleet Innovation Award for fleet-owners. Jan Van de Putte vertelt er meer over. Wat de Stad Gent op het gebied van vlootbeheer heeft ontwikkeld en nu met succes dagdagelijks in de praktijk omzet, gaat niet onopgemerkt voorbij. Andere overheidsdiensten en steden kijken met een meer dan een toevallige belangstelling naar wat in Gent als een primeur tot stand kwam. Hoofdverantwoordelijke voor het project is Jan Van de Putte, directeur van de Dienst Service & Logistiek. Met recht en rede is hij trots op wat toe nu toe werd gerealiseerd. Tegelijk is hij de eerste om zijn persoonlijke inbreng te relativeren. ‘Dit is niet het werk van één persoon, maar van een volledig team dat met overgave en inzet heeft samengewerkt. Voor het ganse team is het een mooie beloning om dit bekroond te zien met de Fleet Innovation Award. Voor de Stad Gent is het ook een bewijs dat wij op een efficiënte manier willen omgaan met het belastinggeld van de burger. Uiteindelijk is het de bedoeling om kostenefficiënt en duurzaam te werk te gaan. Het alomvattende pakket dat we daarvoor hebben ontwikkeld, is een tool die ons die mogelijkheden geeft. Meer nog, het pakket is zo opgebouwd dat er modules
< 18 >
kunnen aan toegevoegd worden, waardoor de doeltreffendheid van onze diensten in de toekomst nog verder kunnen verbeteren.’ Alles in één Dat zijn mooie woorden maar aan Van de Putte vragen we toch om even wat concreter te worden en de context te schetsen waar binnen het nieuwe vlootbeheerpakket tot stand is gekomen. De complexe context wordt meteen duidelijk. ‘Tot voor kort werkten we met 12 aparte toepassingen voor onder meer werkplaatsorders, tankkaarten, schadegevallen, aankoop en verkoop van voertuigen, onderhoud en zo kan ik nog wel even doorgaan…. Die zijn nu geïntegreerd in een enkel systeem dat vanaf 150 punten kan worden geraadpleegd. Het vinden van een alomvattend pakket was niet zo vanzelfsprekend. Uiteindelijk kwamen we bij Ultimo terecht, maar daarmee was het werk niet af. Het pakket moest nog op maat voor onze behoeften verder worden ontwikkeld. Onze vloot is allesbehalve homogeen. Het gaat om meer dan 950 voertuigen van verschillende merken en types. In die vloot vind je personenwagens maar net zo goed vrachtwagens, als bestelwagens, grasmaaiers, zoutstrooiers en tractoren. Verscheidenheid alom dus. Voertuigen en machines met een heel specifieke toepassing en een aangepast onderhoudsbeleid. Elk voertuig moest binnen het systeem een identiteit krijgen met als het ware op maat gemaakte mogelijkheden tot rapportering. Dat vergde heel wat denkwerk en heel wat input. Uiteindelijk zijn de voordelen enorm. Met één pakket kunnen we alle aspecten van een efficiënt beheer waarmaken. De rapportering maar ook het inzicht in
Jan Van de Putte ontving de Fleet Innovation Award for fleet-owners uit handen van de Fleet-owner of the Year 2013, Laurence Surkijn.
L2F202_p12-21_mobilitymanag_nl_02 - pub_flash_mobility 22/09/14 16:00 Page19
Foto’s : Stad Gent, Damien Malvetti et Eventattitude (T. Belvaux) - Tekst : Tony De Mesel
1.
2.
de bezetting van het voertuig maakt het mogelijk om ons rijdend materieel doeltreffender in te zetten. Zo kunnen we onder andere zien welke voertuigen onderbezet zijn en kunnen we onze vloot aanpassen en zelfs hier en daar afslanken. Een andere mogelijkheid is om bepaalde voertuigen meer te delen onder verschillende diensten of op een andere locatie te plaatsen om bijvoorbeeld de interne verplaatsingen te beperken. Op die manier kunnen we de kosten enorm beperken.’ Verborgen voordelen Volgens Van de Putte zijn er nog tal van andere voordelen die dagdagelijks aan bod komen. Zo kunnen makkelijk zogenaamde anomalieën worden opgespoord zoals moeilijk te verklaren tankbeurten. Omdat de Stad Gent nu een beter inzicht heeft in de inzet van zijn rijdend materieel, kan het ook beter de verkoop en aankoop van voertuigen plannen. Ook kan de keuze van een voertuig meer op maat gebeuren. Het is dan ook geen toeval dat het aantal elektrische, hybride en cng-voertuigen is toegenomen. Zo beschikt de Stad Gent over
een slow-fil-installatie voor cng-voertuigen die ’s nachts worden getankt. Daarmee wil de Stad Gent de uistoot van CO2 en fijn stof verminderen, wat uiteraard de luchtkwaliteit van de inwoners ten goede komt. Het Ultimo-pakket dat de Stad Gent naar eigen behoeften heeft ontwikkeld, is in volle eigendom waardoor het zonder grote externe bijsturing verder kan worden ontwikkeld. Eén van die nieuwe ontwikkelingen is de integraties van ITS (Intelligent Transport Systeem) waarbij de bestelling van een order, de routeplanning en de goederenontvangst digitaal verlopen via onder meer een tablet die zich in het voertuig bevindt. Het systeem wordt ook gelinkt aan magazijnen voorraadbeheer. Verdere uitbreiding Tot slot benadrukt Van de Putte dat de mogelijkheden nog verder reiken. Nu wordt onderzocht om het beheer uit te breiden tot niet-gemotoriseerde voertuigen, zoals fietsen. Zoveel is zeker, over het Ultimo-pakket dat de Stad Gent heeft ontwikkeld, is het laatste woord nog lang niet gezegd. Het systeem biedt ook de mogelijkheid om andere overheden en organisaties van de ruimere Groep Gent –die ook het OCMW omvat- te ondersteunen. De reservatiemogelijkheid binnen het systeem biedt ook de mogelijkheid om voertuigen te delen binnen de verschillende afdelingen van wat de Groep Gent wordt genoemd. Dit moet de kosten drukken en de duurzaamheid bevorderen wat volgens de Van de Putte de uiteindelijke doelstelling is.
1. Het erg diverse voertuigenpark van de Stad Gent wordt voortaan met één toepassing beheerd. 2. Hoofdverantwoordelijke Jan Van de Putte benadrukt dat de uitwerking en realisatie van het Ultimo-pakket het werk is van een volledig team.
< 19 >
L2F202_p12-21_mobilitymanag_nl_02 - pub_flash_mobility 22/09/14 16:00 Page20
Mobility Management >> Opleiding Mobiliteitswetenschappen
Universiteit Hasselt
Academisch (begin van) antwoord op ve Elk jaar starten zo’n 25 nieuwe studenten in het eerste jaar bachelor: niet erg veel als je kijkt naar onze immense mobiliteitsproblemen en -uitdagingen
Fileleed tijdens de zomervakantie, ongevalstatistieken die weinig rooskleurig zijn en een overheid het openbaar vervoer duurder dreigt te maken… De Universiteit Hasselt heeft hier een (begin van) antwoord op, met de opleiding Mobiliteitswetenschappen.
We ontmoeten Patricia Hellriegel, stafmedewerker van de Universiteit Hasselt. Zij is verantwoordelijk voor de promotie van deze relatief nieuwe richting, waar sinds 2004 al iets meer dan 110 studenten met een masterdiploma afstudeerden. Elk jaar starten zo’n 25 nieuwe studenten in het eerste jaar bachelor: niet erg veel als je kijkt naar onze immense mobiliteitsproblemen en -uitdagingen. “Dat is juist”, beaamt Patricia, “maar we zien steeds meer interesse bij de jongeren. Onze afgestudeerden vinden ook zonder problemen werk. Ze starten voornamelijk bij lokale en hogere overheden, consultancybedrijven en mobiliteitsorganisaties, maar ook grotere bedrijven die een mobiliteitsplan willen uitwerken, kijken naar onze alumni. Ook voor bedrijven Mobiliteitsmanagement is niet enkel alleen relevant voor de overheid of een mobiliteitsclub. Ook bedrijven hebben belang bij een efficiënt beheer van hun mobiliteit. Sommige moeten zelfs verplicht een mobiliteitsplan opstellen voor het woon-werkverkeer. Daarnaast worden auto’s meer en meer gebannen uit steden en er duiken stilaan valabele alternatieven op die mensen aanzetten om de auto vaker aan de kant te zetten. Daar pikt Patricia meteen op in: “We zouden het fijn vinden als onze studenten stage kunnen lopen in grote bedrijven voor het uitwerken van een mobiliteitsplan. Wij staan zeker open voor aanbiedingen of vragen van jullie lezers!” Nederland en Engels In de vijarige opleiding Mobiliteitswetenschappen kunnen studenten kiezen voor een bachelor- en/of masterniveau. De master staat ook open voor mensen met een ander diploma, als master-na-master of die misschien al een aantal jaren aan het werk zijn. De master kan gevolgd wor-
< 20 >
L2F202_p12-21_mobilitymanag_nl_02 - pub_flash_mobility 22/09/14 16:00 Page21
Bart Jacobs
De opleiding Mobiliteitswetenschappen is opgebouwd rond 9 thematische leerlijnen
verkeersleed den in het Nederlands en in het Engels. Patricia betreurt dat er niet meer Franstalige studenten op aomen, maar wijt dat ook aan de gebrekkige contacten tussen de universiteiten onder en boven de taalgrens, waarmee ze ook een stukje mea culpa slaat. Ze benadrukt dat de UHasselt de enige universiteit of hogeschool is in ons land die deze opleiding aanbiedt: “Andere instellingen bieden deelopleidingen aan of zien studenten uit andere richtingen die hun loopbaan oriënteren naar mobiliteit.” Zo heeft de UGent met het IDM een Instituut voor Duurzame Mobiliteit, dat de expertise van meerdere onderzoekers groepeert. “Onze opleiding Mobiliteitswetenschappen is een allesomvattende opleiding, waarmee we ons onderscheiden. Het ziet er naar uit dat we die exclusieve positie nog wel een tijdje zullen behouden, toch zeker in Vlaanderen”, vult Patricia aan. Deskundigheid Binnen de opleiding kunnen de studenten kiezen tussen twee afstudeerrichtingen ‘verkeersveiligheid’ en ‘mobiliteitsmanagement’. De richting Verkeersveiligheid is meer praktijkgericht en focust vooral op de rol van de overheid. Daarbij wordt gekeken naar technologie, de handhaving van de regels, en de opvoeding en sensibilisering. De richting Mobiliteitsmanagement heeft een hoger theoretisch en kwantitatief gehalte, en gaat dieper in op mobiliteitskeuzes en het organiseren van mobiliteit. De UHasselt heeft al jaren een reputatie in mobiliteitsonderzoek opgebouwd via het eigen Instituut voor Mobiliteit (IMOB). Daar gaan studenten en alumni aan de slag om hun expertise toe te passen en verder te verfijnen in diverse opdrachten en deeldomeinen. De bekende professoren Tom Brijs en Willy Miermans hebben daar de fundamenten voor gelegd en zijn inmiddels bijna
1. Algemene Verkeerskunde en Mobiliteit: organisatie van het verkeers- en vervoerssysteem, verkeersprocessen, duurzaamheid, openbaar vervoer. 2. Ruimte: verband tussen ruimtelijk beleid en mobiliteitsbeleid. 3. Infrastructuur: de verschillende vervoersmodi en hun eisen aan de infrastructuur. 4. Management: opbouwen van beheersvaardigheden en ontwikkelen van visie. 5. Mobiliteitsmodellen: leren werken met kwantitatieve modellen om evoluties te meten en voorspellen. 6. Gedrag: bestuderen en sturen van menselijk gedrag in het verkeer. 7. Verkeerskundig onderzoek: kwantitatief en kwalitatief onderzoek naar concrete situaties in het verkeer. 8. Toepassingen: praktijkcases en projecten, al dan niet in groepsverband. 9. Ondersteunende disciplines: wiskunde, economie, recht, wetenschappen… allemaal hebben zij hun rol en invloed op de mobiliteit.
BV’s geworden in alles wat in Vlaanderen met mobiliteit te maken heeft. Koning of Paria Auto We sluiten het gesprek af met de stekelige vraag of hier toch geen experten met geitenwollensokken en tunnelvisie tegen de auto opgeleid worden? “Goeie vraag!”, antwoordt Patricia Hellriegel. “Het is de taak van een universiteit om studenten te vormen die met een objectieve blik en een brede, open geest naar hun onderzoeksdomein kijken. Uiteraard heeft elke student zijn eigen visie, maar met onze opleiding zal die geen doorslaggevende invloed hebben in hun werk.” Plots leek het ons of de file op de terugweg al een stukje korter was geworden!
Verkeerskunde, infrastructuur, ruimtelijke ordening… alle aspecten van mobiliteit komen aan bod tijdens de opleiding Mobiliteitswetenschappen.
Een mobiliteitsexpert in uw bedrijf? De UHasselt zoekt bedrijven die haar studenten stage willen laten lopen op concrete mobiliteitsprojecten, of die afgestudeerden een vaste job als mobiliteitsmanager kunnen aanbieden. Ook als u wilt samenwerken rond onderzoek, kunt u hen steeds contacteren. Meer info over de opleiding: www.uhasselt.be/mobiliteitswetenschappen Contact: Patricia Hellriegel – patricia.hellriegel@uhasselt.be - 011 26 91 03
Lees meer op http://www.link2fleet.com
< 21 >
L2F202_p22-35_DOSSIERmobility_nl_02 - pub_flash_mobility 16/09/14 16:23 Page22
L2F202_p22-35_DOSSIERmobility_nl_02 - pub_flash_mobility 16/09/14 16:23 Page23
Dossier >> Leasing & Consultancy
Dirk Steyvers - Foto’s: A. Siquet
Rondetafel
“Niemand kent de oplossing van morgen” Alle vakspecialisten zijn het erover eens dat de autoleasingmarkt op een keerpunt staat, of toch minstens aan de vooravond van een hertekend businessmodel. Reden genoeg om een selectie kopstukken rond de tafel te zetten voor een verhelderend debat. Het nieuwe businessmodel heet uiteraard ‘mobiliteit’ in de breedst mogelijke zin van het woord. Want mobiliteit krijgt in functie van regio, knowhow en bedrijfscultuur een heel andere invulling. “En om die verschillen in knowhow en bedrijfscultuur op te vangen, moeten wij ons in de eerste plaats opwerpen als een partner in ‘mobiliteitsoplossingsgericht’ denken”, verduidelijkt Erik Swerts. Johan Portier springt die redenering bij: “Voor alle klanten, klein of groot, geldt dat de zogeheten hygiënefactoren dezelfde zijn. De cijfers verschillen en grote vloten zullen ons makkelijker challengen, maar we zien wel dat trajecten op maat steeds meer voorkomen. Ik heb dan ook de indruk dat we van een transactionele business aan het evolueren zijn naar consultative selling.” Out of business Of daar ook ruimte voor is gezien de druk op de cijfers die bij een leasingmaatschappij soms erg groot kan zijn, wil Paul
Verkinderen weten. Erik Swerts is duidelijk: “Als we blijven acteren zoals vandaag dan zijn we binnen tien jaar…”, “…out of business” vult Portier aan. En toch zijn de gesprekspartners rond de tafel het er over eens dat de auto centraal zal blijven staan binnen hun activiteiten. Anderzijds is men er zich van bewust dat jonge werknemers vandaag heel andere noden hebben. Zowel Jean-Marc De Geus, Erwin Ollivier als Johan Baele en Daniël Peemans onderschrijven die stelling. “De tijd dat schoolverlaters met een bedrijfsauto werden verleid en in de showroom hun arbeidscontract konden tekenden, is voorbij”, analyseert Johan Baele. Daniël
< 23 >
L2F202_p22-35_DOSSIERmobility_nl_02 - pub_flash_mobility 16/09/14 16:23 Page24
Dossier >> Leasing & Consultancy
Johan Baele, Owner Fleetexpert
Jean-Marc de Geus, Label Manager Belgium Directlease
Olivier Fossion, Sales Director & Deputy General Manager ALD Automotive
Erwin Ollivier, General Manager De Lage Landen Leasing
< 24 >
Peemans trekt de problematiek verder open door vooral de “situationele verschillen tussen kmo’s” als voorbeeld aan te halen. Hij noemt het mobiliteitsverhaal de uitdaging van de toekomst, maar met situationele oplossingen. Erwin Ollivier nuanceert echter meteen: “Op termijn wil deze nieuwe generatie ook een auto hoor. Geen auto heet het… tot ze trouwen of kinderen krijgen.” Hij voegt er in één adem aan toe dat de traditionele leasingmaatschappij ook morgen dus nog een plaats zal hebben. “Het gaat om strategische keuzes. Ieder van ons zal zijn rol moet evalueren en, eventueel bijsturen. Daarom ben ik er heel hard van overtuigd dat ik zal blijven groeien. Mijn vloot zal groeien, maar niet noodzakelijk mijn kilometers.” Leo Lucas durft verder te kijken: “De druk op het resultaat is erg groot en dus is het een kwestie van zowel vast te houden aan het bestaande model om tegelijkertijd nieuwe concepten uit te werken. Misschien ontstaan er op basis hiervan wel nieuwe spelers.” Jean-Marc De Geus weet dat die in Nederland al bestaan, maar hier door een moeilijke fiscaliteit geen voet aan de grond krijgen. Nieuwe producten Ook de andere partijen zijn zich bewust van deze nieuwe ‘uitdagers’. Erik Swerts: “We zitten met een potentiële overlapping met hetgeen andere bedrijven of nieuwe spelers op de markt zullen doen. Bovendien is mobiliteit geen moneymaker omdat het in zijn beginfase verkeert. Anderzijds is het binnen de maatschappij vaak zo dat een bestaand concept tot een evolutie wordt aangezet door een nieuw concept. Hoe ver die evolutie zal gaan, is nu nog niet te zeggen.” Of die andere behoeften, zoals Bart de Hoog ze in de praktijk ervaart ook zullen leiden tot andere producten of financieringsmethoden is nog maar de vraag. Zeker Erwin Ollivier durft van mening te verschillen: “Onze praktijk laat vooral blijken dat mobiliteitsoplossingen alleen maar kunnen werken als ze op het niveau van de bestuurder worden aangeboden. Het bedrijf mag kiezen en naar voor schuiven wat het wil, het zijn de chauffeurs die de switch moeten maken.” Daniël Peemans deelt de visie dat de bestuurder de uiteindelijke eindklant is “wiens mobiliteit gefinancierd wordt door het bedrijf.” Erwin Ollivier vult nog aan: “De grote uitdaging is of de maatschappij de switch zal maken van de bedrijfswagen als persoonlijk bezit naar de auto als deel van de mobiliteitsoplossing.” De conclusie is dan ook duidelijk en wordt perfect door Olivier Fossion verwoord: “Als leasingmaatschappij kunnen we in ieder geval niet zomaar blijven verder doen. We zijn er in de eerste plaats niet om auto’s op de baan te zetten, maar om waarde te creëren voor onze aandeelhouders. Los van het feit of we dat nu doen door meer auto’s op de markt te brengen of op via een andere insteek.” Tweetrapsraket Het feit dat de bestuurder de eindklant is, blijkt overigens uit het feit dat het implementeren van nieuwe oplossingen allesbehalve een sinecure is. “Onze Holiday Car werd geen succes”, weet Johan Portier. “Veel bedrijven steunden het achterliggende idee, maar te weinig bestuurders
L2F202_p22-35_DOSSIERmobility_nl_02 - pub_flash_mobility 16/09/14 16:23 Page25
L2F202_p22-35_DOSSIERmobility_nl_02 - pub_flash_mobility 16/09/14 16:23 Page26
Dossier >> Leasing & Consultancy waren bereid in te tekenen op een kleinere auto.” Volgens Leo Lucas (en hij niet alleen) ligt de verklaring hiervoor in de fiscaliteit zoals die tot nu toe gehanteerd werd. “De auto als verloningsinstrument overstijgt de mobiliteitswensen van de bestuurder. Daar zitten we nog altijd in gevangen, met behulp van de fiscaliteit.”
Eric Swerts, Director Operations Alphabet Belgium
Leo Lucas, Managing Director inMotiv
Nic Steyaert, Sales Manager Westlease
Daniël Peemans, Sales Manager KBC Autolease
Vaarwater Of de zoektocht naar mobiliteit betekent dat consultants en leasingbedrijven steeds meer in elkaars vaarwater komen, wordt niet meteen ontkracht, zij het wel genuanceerd omdat men ervaart dat heel het economische weefsel enorm aan het veranderen is. Waarop meteen een pleidooi volgt voor meer samenwerking en netwerking, een beetje zoals Renta dat vandaag probeert na te streven. Jean-Marc De Geus: “We bepalen samen een trend waarbinnen ieder zijn competitief voordeel zal uitspelen.” Johan Portier onderschrijft: “Ik denk dat we veel meer moeten zijn dan een leverancier van auto’s en dan moet je er als sector staan. Neem nu het voorbeeld van de NMBS, maar er zijn ook popupbedrijven links en rechts die ons potverdorie wel gaan uitdagen met realtime-informatiesystemen met duidelijke toegevoegde waarde in hun advies.” Waarbij we terug bij de strategische keuzes van hierboven aansluiten. Erwin Ollivier ziet het anders: “Ik blijf van mening verschillen. Het risico is dat je je kapot investeert. De kracht van onze sector is net het proberen van linken te leggen. Niemand weet wat de oplossing van morgen is. Misschien is dit een trend en komen we binnen 20 jaar tot de conclusie dat het een grappige episode was terwijl we nog altijd traditionele leasingmaatschappijen zijn. Maar misschien ook niet en dat risico kunnen we niet lopen. Wij ondervangen dat door te netwerken en door te connecteren met providers, van crazy innovators tot andere leasingbedrijven, pop-ups of consultants.” Grote uitdaging Bart de Hoog merkt terecht op dat “het lanceren van nieuwe initiatieven als groep een goed idee is, maar wel haaks staat op de praktijk waar het ieder voor zich is, hard tegen onzacht.” De vraag naar differentiatie is dan ook niet van de lucht en wordt door iedereen erkend. Erik Swerts ziet het constructief: “Het werk dat Renta levert, is puur ‘faciliterend’. Zes jaar geleden zou men dergelijke, onschuldige vorm van samenwerking als pure heiligschennis hebben beschouwd terwijl het vandaag de evidentie zelf lijkt.” Johan Portier kijkt ook naar andere sectoren waar de standaard vaak bepaald wordt vanuit de sector en ieder zijn eigen oplossing als unique selling proposition naar voren schuift.” Nic Steyaert verbaast zich dan weer over deze discussie want “als kleine leasingmaatschappij staan wij dagelijks voor die opdracht. Wij beschikken niet over jullie schaalvoordelen en moeten onze klanten dagelijks overtuigen van onze kwaliteit en onze consultancy.” Of die zoektocht naar differentiatie betekent dat de leasing, net als de luchtvaart, dan maar alles moet delen, zorgt voor verdeeldheid. Leo Lucas ziet er wel iets in vanwege “de generieke bouwstenen in de onderbouw. Die vervolg op pagina 31 >>
< 26 >
L2F202_p22-35_DOSSIERmobility_nl_02 - pub_flash_mobility 16/09/14 16:23 Page27
L2F202_p22-35_DOSSIERmobility_nl_02 - pub_flash_mobility 16/09/14 16:23 Page28
L2F202_p22-35_DOSSIERmobility_nl_02 - pub_flash_mobility 16/09/14 16:23 Page29
L2F202_p22-35_DOSSIERmobility_nl_02 - pub_flash_mobility 16/09/14 16:23 Page30
L2F202_p22-35_DOSSIERmobility_nl_02 - pub_flash_mobility 16/09/14 16:24 Page31
Dossier >> Leasing & Consultancy zouden je kunnen toelaten om één gemeenschappelijk fleetmanagementplatform te ontwikkelen.” Olivier Fossion loopt minder warm. Hij vindt dat de luchtvaartsector enkel nog kan differentiëren op kostenefficiëntie en logistiek. Ook Jean-Marc De Geus wil vermijden dat het product leasing wordt gebanaliseerd. Daniël Peemans voegt daaraan toe dat ook de individuele bestuurder steeds meer een stem heeft. Erik Swerts treedt bij maar wijst ook naar de leasemaatschappijen zelf: “We hebben er als sector alles aan gedaan om van ons product een commodity te maken met slechts één onderscheidende factor: de prijs, waarbij we te vaak vergeten om onze eigenheid in de verf te zetten.” Het gevoel soms een veredelde aankoper te moeten spelen, heeft ook Erwin Ollivier. Hij zou de leasingmaatschappijen en leasingsector graag een rol zien spelen als motor voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Aanvullende partijen Toch zitten leasingmaatschappijen en consultants niet met getrokken messen rond onze tafel. Integendeel. Olivier Fossion: “Het is duidelijk dat niet alle consultants hun taak op dezelfde manier invullen, maar een pure consultant zien wij graag komen. Graag zelfs, hoe professioneler de markt, hoe meer we naar echte mobiliteitsoplossingen kunnen gaan. Ook Daniël Peemans is erkentelijk voor hun werk omdat ze zeker binnen een bepaalde context het vlootbeheer bij een bedrijf onder de loep houden en wijzen op de rechten en de plichten. Erik Swerts vindt dat de markt zelf bepaalt in welke maten consultants en leasingbedrijven elkaar aanvullen of niet. Bart de Hoog van zijn kant verduidelijkt dat ook de consultancymarkt meer en meer aan maturiteit wint. “Fleetmanagementorganisaties, want zo noemen wij ons, moeten kunnen voorzien in operationele, strategische en tactische mensen.” De scepsis over de manier waarop consultants diensten vergelijkbaar maken, neemt hij daarmee niet integraal weg bij alle deelnemers aan het debat, omdat het afbreuk zou doen aan de differentiatie die leasingbedrijven net nastreven. Bart de Hoog zelf ziet het anders: “Wij proberen het product zoveel mogelijk vergelijkbaar te maken. Daarmee bedoel ik dat we de diensten van het product vergelijkbaar willen maken door coëfficiënten toe te passen op de prijszetting en in functie van de sterkte van de diensten die de leasingmaatschappij aanbiedt. Bovendien is ene carpolicy HR-driven, terwijl de andere finance driven is en in dat laatste geval wegen de financiële componenten in de dienstverlening zwaarder door. Bovendien… waar de automatisering bij een leasingmaatschappij stopt, gaan wij een stap verder in het centraliseren en uniformiseren.” Goed gevoel Niet verwonderlijk dat Erik Swerts besluit met een menselijke noot: “Ik denk dat de klant van morgen uiteindelijk zal kiezen voor de leverancier waar hij zich het beste bij voelt, zeg maar met wie hij zich het best kan identificeren, in de breedste zin van het woord. De rest is immers erg vergelijkbaar. Het is met andere woorden een people’s business.” Dat vindt ook Daniël Peemans die weet dat klanten
zich niet enkel moeten kunnen vinden in je product, maar in de manier waarop je met hen omgaat. De prijs is daarbij een factor die meespeelt, maar die niet doorslaggevend is. Jean-Marc De Geus oordeelt dat zo’n gevoel er enkel kan komen door een geheel van factoren, ondersteund door de prijs. Uiteraard bepaalt het product in welke mate deze feel-goodfactor kan worden doorgerekend. “Maar die prioriteiten moet een klant voor zichzelf bepalen”, besluit Olivier Fossion.
Bart de Hoog, General Manager Benelux Dragintra.
Johan Portier, Commercial Director LeasePlan Belgium.
Paul Verkinderen, Sales Director Europe & MEA Chevin Fleet Solutions.
< 31 >
L2F202_p22-35_DOSSIERmobility_nl_02 - pub_flash_mobility 16/09/14 16:24 Page32
Dossier >> Leasing & Consultancy
Consultants
Overzicht De Belgische markt telt een hoop consultancybedrijven. Allemaal hebben zij tot doel ondernemingen te helpen het beheer van hun wagenvloot te optimaliseren en ze dus geld te doen verdienen, maar ze doen dat allemaal op een andere manier. Bespaar u de moeite om ze met elkaar te vergelijken, wij hebben dat voor u gedaan. DrivOlution: om de fleetrisico's te verminderen De bedoeling van DrivOlution is een integraal concept aan te bieden dat het mogelijk maakt de risico's op schadegevallen in een vloot voertuigen zoveel mogelijk te beperken en hetzelfde geldt voor de kosten die eruit voortvloeien. Om dat te realiseren, stelt het bedrijf een waaier aan diensten en opleidingen voor die op maat uitgewerkt kunnen worden. Bijvoorbeeld: een diagnose van het preventiebeleid van een onderneming, een analyse van de risico's en de statistieken van de vloot, het uitwerken van een preventieplan of van een fleetbeleid. Ook het aspect opleiding is belangrijk, met onder andere cursussen defensief en zuinig rijden, en individuele coaching van chauffeurs om hen te sensibiliseren op het gebied van ongevalrisico's. Met datzelfde doel voor ogen biedt DrivOlution ook communicatietools aan zoals ‘veiligheidsdagen’ in bedrijven, rally's, workshops rond sensibilisering, minifilms of interne affichecampagnes die bestemd zijn voor de werknemers. EuroFleet Consult: bijna 20 jaar ervaring EuroFleet Consult is sinds 1995 in België en internationaal actief in de sectoren fleet en autofinanciering. EuroFleet Consult biedt een waaier van
< 32 >
activiteiten aan die opgebouwd zijn rond drie complementaire niveaus: advies, praktische tools en opleidingen. Concreet gaat het om tools en ondersteunend advies bij het nemen van strategische beslissingen, marktstudies, tevredenheidsenquêtes, advies in verband met het managen van de activiteit, verkoopbevorderende tools of opleiding van het verkoopteam, en dat alles specifiek uitgewerkt in functie van de behoeften van uw onderneming. Het bedrijf is momenteel actief in 23 landen en kan prat gaan op een aantal uitgelezen klanten, zoals Renault, Nissan en Jeep bij de autoconstructeurs, Athlon Car Lease bij de leasingbedrijven, maar ook de verschillende leasingafdelingen van de groep D’Ieteren en van Renault. Eurofleeting Services Belgium: aangepast aan uw onderneming Eurofleeting Services is actief op internationaal niveau en heeft een ruim aanbod aan diensten die aanpasbaar zijn aan uw bedrijf, waaronder advies, reporting, maar ook praktische tools die bedoeld zijn om de fleetmanager, maar ook de bestuurders te helpen.
L2F202_p22-35_DOSSIERmobility_nl_02 - pub_flash_mobility 16/09/14 16:24 Page33
Damien Malvetti
houdend met de fiscale aspecten. In het klantenbestand vinden we een aantal grote namen uit de autowereld, zoals BMW, Jaguar, Toyota, Opel, Ford, Lexus, en ook uit de wereld van de leasing, met bedrijven als Belfius Autolease en ALD Automotive. Fleet Logistics Belgium: kant-en-klare oplossingen Fleet Logistics is aanwezig in 20 Europese landen en adviseert en begeleidt zijn klanten in alle domeinen die te maken hebben met fleetbeheer, van de financiering en de bijhorende diensten tot wagenbeleid en verbetering van de processen. Op het vlak van wagens zorgt Fleet Logistics voor de follow-up vanaf de bestelling tot aan de inlevering van het voertuig. Het bedrijf biedt kant-en-klare oplossingen aan gaande van het leveranciersbeheer tot advies, benchmarking, de geautomatiseerde controle van facturen, een tool voor reporting en verwerking van de kosten, een dienst ter ondersteuning van de bestuurder, het beheer van de tankkaarten en nog een hele reeks andere diensten. En dat alles met slechts één doel: het fleetmanagement optimaliseren en vooral de TCO verminderen.
Consultants stellen audits of analyses van de situatie van uw onderneming voor, waarna ze advies verstrekken dat u in de praktijk kunt toepassen om het beheer van uw vloot te verbeteren.
Eurofleet Services beschikt over onlinesoftware die bedoeld is als hulpmiddel voor de fleetmanager in het dagelijkse beheer van zijn vloot en die door fleetmanagers werd ontwikkeld. Deze software bevat met name een voertuigconfigurator die voertuigen samenstelt in functie van uw budget en autocategorieën, een online reportingtool van de TCO en de situatie van de vloot. Experts4fleet: tools voor uw fiscaliteit Experts4Fleet maakt sinds 2011 deel uit van Gloriant, het bedrijf dat de XPO Fleet Management-software uitgeeft. Tot de activiteiten behoren uiteraard het verstrekken van advies aan de professionals in de sector, maar ook de organisatie van workshops, seminaries en conferenties, met als belangrijkste thema de fiscaliteit van bedrijfswagens. De onderneming biedt ook opleidingen en coaching aan van de verkoopverantwoordelijken. Ze kan TCO-studies of -audits van uw wagenpark leveren, gepersonaliseerd advies voor uw car policy, advies op het vlak van fiscaliteit en uiteraard haar programma XPO Fleet Management, waarmee de reële kost van een bedrijfswagen of van de vloot kan worden berekend, rekening
Fleet&DriverCare: het aantal ongevallen verminderen Fleet&DriverCare heeft voor zichzelf een missie uitgetekend: het aantal ongevallen en de ernst ervan verminderen en bestuurders opleiden om veiliger en milieuvriendelijker te rijden. Dat gebeurt in de praktijk door gebruik te maken van Mobileye, een oplossing die werkt op basis van een camera die helpt om aanrijdingen te voorkomen met een voetganger of een andere weggebruiker, maar die ook signaleert wanneer bijvoorbeeld een witte lijn overschreden wordt. Wat het ecologische aspect betreft, kan Fleet&DriverCare een programma uitwerken dat de bestuurder aanspoort om aan een groenere wagen te denken wanneer hij een nieuwe kiest. Concreet betekent dit dat de software hem voordat hij zijn keuze valideert een selectie van voertuigen voorstelt waarvan de ecologische impact minder zwaar is. Die selectie gebeurt in functie van de
< 33 >
L2F202_p22-35_DOSSIERmobility_nl_02 - pub_flash_mobility 16/09/14 16:24 Page34
Dossier >> Leasing & Consultancy
Bij DrivOlution werd prioriteit gegeven aan het vermijden van risico's op schadegevallen van fleetvoertuigen.
gegevens die de onderneming opgeeft (CO2,-limiet, TCO, enz.). Technofleet: software die aangepast is aan ieders behoeften Technofleet heeft de tool FleetTester ontwikkeld, een programma waarmee u, eenmaal uw gegevens ingebracht zijn, de sterke en zwakke punten van uw fleetbeheerproces, en dus het serviceniveau in uw situatie kunt bepalen. Op basis van de resultaten kan de consultant van Technofleet u dan advies geven over de beste manier om bepaalde processen binnen uw onderneming te verbeteren. Technofleet heeft ook een programma op punt gesteld dat bestemd is voor alle spelers die binnen uw bedrijf met mobiliteit te maken hebben (fleetmanager, bestuurder, leverancier, enz.) zodat iedereen de specifieke informatie kan krijgen die hem kan interesseren. Bijvoorbeeld verbruiksstatistieken van de vloot in real time voor de fleetmanager of een systeem voor het invoeren van schade voor de bestuurder. Traject: focus op duurzame mobiliteit Traject heeft van mobiliteit in ruime zin van het woord, zijn stokpaardje gemaakt. Hun consultants analyseren samen met u uw situatie en uw behoeften qua mobiliteit om deze efficiënter te maken. Op basis van de antwoorden werken ze een mobiliteitsplan uit en kunnen dan in functie van uw vragen en behoeften de follow-up ontwikkelen en verzekeren van transportsystemen op maat, een nieuw parkeerbeheer bedenken, zich bezighouden met de marketing en de communicatie van uw mobiliteitsafdelingen naar uw werknemers toe, enz. Met andere woorden: ze zorgen voor het dagelijkse beheer van uw mobiliteit, vanaf de analyse van uw situatie
< 34 >
tot de volledige realisatie van uw mobiliteitsplan, waarvan ze daarna ook nog de follow-up voor hun rekening nemen. Traject legt ook heel erg de nadruk op het duurzame aspect van mobiliteit. De voorstellen en adviezen van de consultants hebben namelijk ook steeds een ecologisch kantje. Uiteraard is dit overzicht maar een staalkaart van de talrijke consultancybedrijven die België rijk is. Naast de bedrijven die reeds werden voorgesteld in ons overzicht (cf. vorige pagina's) vindt u de volledige lijst in de rubriek Fleet Essentials op onze website, door de QR-code hieronder te scannen.
Lees meer op http://www.link2fleet.com
L2F202_p22-35_DOSSIERmobility_nl_02 - pub_flash_mobility 16/09/14 16:24 Page35
L2F202_p36-47_drivermanag_nl_02 - pub_flash_driver 16/09/14 16:05 Page36
Driver Management >> Link2Fleet Forum
Cost versus Driver Management
De medewerker staat centraal
Net als vorig jaar werd onze feestelijke Awards-uitreiking voorafgegaan door een forum waar de sprekers ook dit jaar weer konden rekenen op flink wat belangstelling. Maar welke lessen trekken we vandaag uit een forum dat resoluut naar morgen en zelfs overmorgen keek?
In de eerste plaats dat de druk op de kosten en de zoektocht naar (financiële) efficiëntie allesbehalve een modetrend is. Het is een gegeven waar we blijvend mee geconfronteerd zullen worden en heus niet alleen binnen onze activiteitensector. Los van deze algemeenheid leerde de verschillende sprekers ons dat het huidige fleetgebeuren steeds meer een menselijke inslag zal krijgen. Daar waar een vlootbeheerder zich vroeger kon beperken tot het beheren van een wagenpark, moet hij vandaag in de eerste plaats zijn bestuurders aansturen, los van het vervoermiddel dat ze gebruiken voor hun professionele verplaatsingen en woon-werkverkeer. Die shift naar driver management benadrukt onvermijdelijk het belang van geëngageerde medewerkers die meer doen dan hun afgelijnd takenpakket aaspelen en hun verplichte uren ‘kloppen’. Zij stappen mee met het bedrijf waarvoor ze werken, denken mee, zijn gepassioneerd en betrokken, en dragen zo proactief bij tot de meerwaarde van hun werkgever. In ruil verwachten ze een correct ingeschatte waardering op maat. Kortom, vlootbeheer wordt onder financiële druk, meer dan ooit een zogeheten people’s business.
< 36 >
Inspelen op nieuwigheden Die verschuiving maakt het echter wel mogelijk om veel vlotter in te spelen op maatschappelijke trends, maar ook op nieuwe producten binnen fleet en leasing. De meeste ondernemingen kunnen immers vrij goed inschatten hoe hun personeelsbestand zal evolueren op korte, middellange en zelfs lange termijn, maar over de mobiliteitsoplossingen en verplaatsingsmogelijkheden waarover ze morgen kunnen beschikken heerst veel minder transparantie. Bovendien verwacht de nieuwe generatie werknemers maatwerk. Hun werkgever van morgen kan er zich dus maar beter een gedacht van maken dat hij tegemoet zal moeten komen aan hun persoonlijke behoeften. Geen wonder dat van op het podium meer dan eens het verzoek weerklonk tot een regelgeving en fiscaliteit die deze vraag naar flexibiliteit ondersteunen. Big Brother Dat bleek ook tijdens het kopstukkendebat waar zowel leasingbedrijven, autoconstructeurs als toeleveranciers rond de tafel zaten. Uiteraard weten
L2F202_p36-47_drivermanag_nl_02 - pub_flash_driver 16/09/14 16:05 Page37
Dirk Steyvers- Foto’s : EVENTATTITUDE / T. BELVAUX
Trendwatcher Serge Dielens legde het panel een aantal uitdagende toekomsttendensen voor.
1.
1. Ook deze editie van het forum kon op de nodige bijval rekenen. 2. De panelleden voor het debat waren Roberto Fonseca, General Manager Arval België, Olivier Fossion, Sales Director & Deputy General Manager ALD Automotive, Marc Longin, Director Fuel Cards & E-Business TOTAL, Nicolas Mulders, General Manager ARC, Olivier Sermeus, Managing Director Hyundai Belux en Pierre Deneus, Managing Director General Motors Belgium.
2.
ook zij niet hoe de fleet- en leasingwereld er anno 2030 zal uitzien, maar de tendensen die trendwatcher Serge Dielens voorlegde, spraken boekdelen. Zo sloot hij op het driver management aan met een rondvraag over de steeds grotere dominantie van data die individuele bestuurders soms het gevoel kan geven dat er permanent iemand over de schouder meekijkt. De leasingmaatschappijen toonden alvast niet de ambitie om morgen Big Brother te gaan spelen, maar ze zetten sinds een tijd wel in op een meer uitgesproken communicatie met de individuele bestuurders. Samen met de autoconstructeurs zijn ze zich echter heel bewust van het potentieel dat datagegevens herbergt. Enerzijds voor hun eigen bedrijfsactiviteit. Anderzijds beseffen ze terdege dat dataspecialisten als Google en Facebook zich misschien wel (veel) sneller dan verwacht zouden kunnen opwerpen als nieuwe concurrenten. Nieuwe technologie Dat die nieuwe technologie ook van invloed zal zijn op onze mobiliteit van morgen, staat buiten kijf volgens iedereen die met het onderwerp vertrouwd is. Logischerwijze raakt die technologie dus ook de leefwereld en de sociale context van ieder individu, zoals dat door de panelleden werd bekrachtigd. Het klinkt dan ook geruststellend te horen dat zij zich stuk voor stuk klaar achten voor de uitdagingen die hun morgen te wachten staan. Ook wij als organisatoren kijken naar morgen en dus meteen naar de volgende editie van dit forum. We geven u daarom nu al afspraak voor een meer interactief forum dat we ook in 2015 nog even feestelijk zullen afsluiten.
Best-practices zijn nog altijd een geijkte manier om de eigen werkmethoden te benchmarken en bij te schaven. Met dank Kathelijne Verboomen, Business Unit Manager Reward-Tax SD Worx; Hilde Janssens, Director HR Grontmij Belgium en Jenny Martinez, Facility Manager Alter Domus.
Vindt de presentaties van het Forum via onze website. http://www.link2fleet.com
< 37 >
L2F202_p36-47_drivermanag_nl_02 - pub_flash_driver 16/09/14 16:05 Page38
Driver Management >> Analyse
Tankkaarten
Keuze in overvloed Steeds meer bedrijven kiezen voor een tankkaart om de brandstoosten te drukken en het beheer ervan te vereenvoudigen. In België bestaat het aanbod uit meer dan 20 tankkaarten. Wat zijn de voordelen van al die kaarten? Wij hebben de belangrijkste met elkaar vergeleken. Je vindt onze vergelijkende tabel ook online als je de QR-code hieronder scant.
Esso Card: meer dan 13.000 stations Esso biedt een kaart aan die België dekt (710 stations) en een kaart voor Europa (13.000 tankplaatsen). Je kunt er je aankopen in de Esso-shops en de tolwegen mee betalen. Het bedrijf dat voor de Esso Card kiest met de extra service ‘à la carte’, kan de kaart ook blokkeren of de toegang voor de kaarthouder beperken. Om fraude te voorkomen, kan de fleetmanager via een onlinetool in real time de uitgaven van zijn medewerkers volgen en een kaart blokkeren of annuleren in geval van verlies, diefstal of fraude. Dankzij een smartphone-applicatie kan de gebruiker het dichtstbijzijnde station lokaliseren. Q8 Liberty Card: voor België of de Benelux Ook hier worden twee versies aangeboden. De eerste geeft toegang tot meer dan 380 Q8-stations in België en de tweede dekt 650 Q8- en Tango-stations in de Benelux. De kaart kan ook gebruikt worden in de Shop&Go- en Panoswinkels en in de carwash, indien de fleetmanager de kaarthouder er toegang toe geeft. Iedere kaart is verbonden met een onlinetool waarmee het gebruik permanent gevolgd kan worden, geblokkeerd kan worden als er problemen zijn en die het bovendien mogelijk maakt rapporten te genereren over het brandstofverbruik. Ten slotte beschikt Q8 over een smartphone-app om het dichtstbijzijnde station te lokaliseren of een reisroute te plannen. Lukoil: gepersonaliseerde parameters De Belgische Lukoil-kaart dekt 185 stations, terwijl de internationale versie daar 2 stations in Luxemburg en 200 in Nederland aan toevoegt.
< 38 >
De Russische petroleumproducent biedt een onlinesysteem om in real time het gebruik van elke kaart te controleren, met de mogelijkheid om voor elke gebruiker verbruikslimieten in te stellen voor een bepaalde periode (een dag / een week / een maand). In geval van misbruik of abnormaal gebruik wordt de verantwoordelijke in het bedrijf onmiddellijk verwittigd. Lukoil heeft geen smartphone-app en stelt daarom voor om een programma te downloaden en te installeren op een gps om toegang te krijgen tot alle stations van het netwerk. Shell Eurocard: controle door een fraudebestrijdingsteam Bij Shell worden drie kaartformules aangeboden: een nationale, een multinationale en een internationale versie. Shell beschikt in België over 450 stations en 22.000 wereldwijd,
L2F202_p36-47_drivermanag_nl_02 - pub_flash_driver 16/09/14 16:05 Page39
Damien Malvetti
Dankzij een tankkaart kan je je wagen voltanken zonder tijdverlies of gedoe met je ticket. De werknemer wint tijd, de fleetmanager ook, én het beheer van de brandstoosten wordt flink vereenvoudigd.
plus 10.000 partnersites. De kaart biedt de mogelijkheid de carwash en de tolwegen te betalen. Ze is verbonden met een onlinesysteem waarmee de fleetmanager de brandstofuitgaven van zijn medewerkers constant kan opvolgen. De veiligheid van de kaart is onlangs nog verhoogd met de integratie van een technologie die de betalingen analyseert en filtert volgens dezelfde methodes die gebruikt worden voor kredietkaarten. Verdachte transacties worden doorgegeven aan een fraude-bestrijdingsteam dat de klant verwittigt zodra een bepaald risico bevestigd wordt. Vanaf een vloot met 20 kaarten biedt Shell een korting op de pompprijs van 0,07 euro in het station van je keuze en van 0,03 euro in alle andere Shell-sites van het land.
Ook Shell heeft een smartphone-applicatie ontwikkeld waarmee de stations in de buurt gelokaliseerd kunnen worden en waarmee je kunt instellen wanneer het tijd is voor een onderhoudsbeurt van je wagen of voor de betaling van je verzekering. Total Card: maximum 3 transacties op 24 u Bij Total bestaan er drie formules. De eerste is beperkt tot de 500 stations op Belgisch grondgebied, de tweede tot de 1.000 in de Benelux en de derde dekt 11.000 stations in Europa. Er is nog de mogelijkheid om het gebruik uit te breiden voor aankopen in de shops en het betalen van zowel de carwash als het onderhoud van je wagen. Ook hier geeft het systeem de mogelijkheid een
< 39 >
L2F202_p36-47_drivermanag_nl_02 - pub_flash_driver 16/09/14 16:05 Page40
Driver Management >> Analyse Texaco heeft het systeem van brandstofaankopen zonder kaart uitgevonden, wat een beetje te vergelijken is met het Télépéagesysteem in Frankrijk.
Octa+ biedt geen onlinebeheer. Om het verbruik per kaart te controleren, moet je de maandelijkse factuur afwachten.
aankooplimiet in te stellen voor een bepaalde periode. Als met dezelfde kaart meer dan drie transacties binnen 24 uur worden vastgesteld definieert het systeem dit automatisch als een geval van fraude en wordt de verantwoordelijke in het bedrijf dankzij het onlinesysteem verwittigd. Dit systeem biedt eveneens de mogelijkheid de toestand van je vloot op te volgen of een kaart te blokkeren. Ten slotte biedt de smartphone-applicatie naast de lokalisatie van stations ook verkeersinfo, in real time. Opmerkelijk is ook dat Touring via de formule ‘Touring Business Solution’ (TBS) een tankkaart aanbiedt in samenwerking met Total. Ze heeft dezelfde voordelen als de Total-kaart, met zelfs een bijkomende korting op de pompprijs. Die extra korting is voorbehouden voor TBS-klanten. DATS24: de enige die CNG aanbiedt DATS24 is eigenaar van meer dan 100 stations in België en heeft zijn eigen kaartsysteem ontwikkeld. Ook hier kan een kilometerbeperking en een brandstofsoort worden ingesteld. DATS24 beschikt niet over een controlesysteem van de uitgaven via internet. De klant ontvangt maandelijks via e-mail per kaart een factuur en op dat moment kunnen de uitgaven worden gecontroleerd. DATS24 is daarentegen de enige speler op de petroleummarkt die aardgas aanbiedt aan de pomp. CAPS: toegang tot meer dan 500 stations CAPS, de kaart die ontwikkeld is door het bedrijf G&V, biedt toegang tot zijn 500 stations in België en Luxemburg, en tot de merken Maes, VanRaak, Desimpel, Heites en Texaco. Qua veiligheid kan de kaart zo ingesteld worden dat er slechts één soort brandstof mee getankt kan worden. Daarnaast bevat de kaart een onlinebeheer- en controlesysteem. Dit alles om fraude en misbruik te vermijden. OCTA+: 850 stations in België De OCTA+-kaart is beschikbaar in een Belgische en een Benelux-versie. Ze biedt ofwel toegang tot 850 stations in ons land, waaronder de merken Power, Avia, Texaco en het DCB-netwerk, ofwel tot 350 bijkomende stations in Nederland en Luxemburg. Ook in dit geval kan de fleetmanager ervoor opteren de kaart te blokkeren op één soort brandstof, om misbruik te voorkomen, of zelfs om de gebruiker een uitgavenlimiet op te leggen.
< 40 >
Damien Malvetti
Network Fuel Card: de grootste multimerkendekking De Network Fuel Card biedt de grootste dekking op vlak van multimerken kaarten: 1.400 stations in België (Shell, Esso, Total en Q8) en 22.000 in Europa (Shell en Esso). Zoals bij andere kaarten biedt ze de mogelijkheid - als de fleetmanager die diensten geactiveerd heeft - bepaalde aankopen in de shops te betalen, net als de carwash en de tolwegen. Op het vlak van veiligheid kan een uitgavenlimiet vastgelegd worden en in plaats van een onlinecontrolesysteem houdt een gespecialiseerd intern team bij NFC zich bezig met de permanente controle van de transacties. Dit team verwittigt de fleetmanager indien er ongewoon gebruik van de kaart wordt vastgesteld. Om het ontbreken van een smartphone-applicatie om toegankelijke stations te lokaliseren op te vangen, biedt NFC deze dienst aan op zijn website. Fleetpass: één prijs, overal De Fleetpass-kaart dekt 2.600 stations in de Benelux, waarvan 1.500 in ons land. Het zijn privépompen maar ook merkenpompen als Shell, Q8 en Texaco. Je kunt ze lokaliseren via de smartphone-applicatie. De klant beschikt van zijn kant over een onlinetool om de uitgaven van de verschillende kaarten te controleren. Fleetpass heeft het voordeel een voordelige weekprijs aan te bieden die identiek is voor elke volle tank. De bestuurder moet niet meer op zoek naar het goedkoopste station, hij tankt zijn wagen gewoon vol aan de partnerpomp die hij verkiest. Aan het einde van de week kent Fleetpass aan alle volle tankbeurten de voordeligste prijs toe. Daarnaast bestaat ook de Fleetpass+, een combinatie van de Fleetpasskaart en de Esso Card, een formule waarmee het netwerk van toegankelijke stations tot 2.900 wordt uitgebreid, over de hele Benelux. Makro biedt een kaart aan die naast haar zes eigen stations toegang geeft
L2F202_p36-47_drivermanag_nl_02 - pub_flash_driver 16/09/14 16:05 Page41
L2F202_p36-47_drivermanag_nl_02 - pub_flash_driver 16/09/14 16:05 Page42
L2F202_p36-47_drivermanag_nl_02 - pub_flash_driver 16/09/14 16:05 Page43
Driver Management >> Analyse tot de merkenpompen van het Fleetpass-netwerk. Ze is verbonden met het onlinebeheerprogramma Velocity. VAB: deelnemen aan getrouwheidsprogramma's VAB werkt samen met twee leveranciers en biedt ofwel de VAB Q8 Card aan die België dekt (365 stations), ofwel de VAB Esso Card (265 in België en 6.000 partnerfilialen in Europa). Beide kaarten kunnen gebruikt worden in de gelijknamige shops en de carwash en bieden een korting van 10%. Met de Europese versie kan je ook de tolwegen betalen. Een bijkomend voordeel is dat elke kaart verbonden is aan een getrouwheidsprogramma (Plus-punten van Delhaize voor Q8 en Extra-punten voor de Esso Card) waarmee je telkens als je voltankt punten bijeen spaart die je kunt inruilen tegen kortingsbonnen of geschenken. Texaco: voltanken zonder tankkaart! Texaco Benelux heeft zich met BP France verenigd om de Go The Easy Way-kaart te creëren. Dat levert een netwerk op van 800 Texaco-stations in België, 300 BP-stations in Nederland en Luxemburg en 400 BP-stations in Frankrijk. Ook in dit geval kan de kaart toegang geven tot bijkomende diensten zoals de shops, de carwash, enz. En de veiligheid blijft niet achter. Go The Easy Way heeft een onlinesysteem ontwikkeld waarmee de klant op elke kaart financiële en geografische limieten kan definiëren. Het systeem zorgt zelf voor de controle van de transacties en verwittigt de klant wanneer er fraude vermoed wordt of bij diefstal. Ten slotte heeft Texaco het systeem One2Go gelanceerd, waarmee je
Damien Malvetti
brandstof kunt kopen zonder kaart. Concreet is het zo dat in de brandstoftank, aan de vulopening, een labeltje aangebracht is. Het vulpistool van de pomp is uitgerust met een draadloze lezer die het labeltje leest. Je kunt na de tankbeurt onmiddellijk doorrijden. Het systeem heeft de getankte hoeveelheid brandstof geregistreerd en dit wordt toegevoegd aan je te betalen saldo. Gedaan met zorgen om verlies of diefstal van je kaart of pincode. In België is een twintigtal Texaco-stations in België met het systeem uitgerust, maar het netwerk zou zich uitbreiden. Avia en Power: bijkomende korting Dankzij de samenwerking tussen Avia en Octa+ geeft de Power-kaart toegang tot een netwerk van 400 stations in België. Hier geen smartphone-applicatie of onlinebeheerpogramma, maar de Power-kaart biedt één voordeel ten opzichte van zijn concurrenten: een korting op de officiële prijs in de Power-stations, in functie van de totale verkoop. Met andere woorden: hoe vaker je voltankt bij Power, hoe groter de korting. De Avia-kaart dekt precies hetzelfde netwerk en biedt exact dezelfde diensten als haar zusterkaart. Ze biedt ook een extra korting aan de pomp zelf. DCB: ook voor de zelfstandige stations En ten slotte dekt DCB (Diesel Cards Belgium) een uitgebreid netwerk van bekende merken (Esso, Octa+, Shell ...), maar ook van onaankelijke petroleumbedrijven. Dat betekent dat in totaal meer dan 500 stations in België toegankelijk zijn. De kaart is eveneens verbonden met een onlinesysteem waarmee de transacties opgevolgd worden, de kaarten beheerd worden en ze geblokkeerd kunnen worden in geval van problemen. En een online-applicatie biedt een algemeen overzicht van alle beschikbare stations in België en Nederland.
In België zijn er meer dan 20 verschillende tankkaarten op de markt.
Lees meer op http://www.link2fleet.com
< 43 >
L2F202_p36-47_drivermanag_nl_02 - pub_flash_driver 16/09/14 16:05 Page44
Driver Management >> Fiscaliteit
Solidariteitsbijdrage
RSZ wijzigt standpunt inzake solidariteitsbijdrage voor lichtevrachtwagens De RSZ heeft bekendgemaakt dat op “utilitaire voertuigen” in principe voortaan geen solidariteitsbijdrage meer verschuldigd is in zoverre deze voertuigen niet voor privédoeleinden worden gebruikt. Het gaat hierbij om een standpunt dat de RSZ recent in zijn administratieve instructies heeft opgenomen. We vatten de actuele regels van de solidariteitsbijdrage hieronder opnieuw samen. Fiscaal principe Sinds 2005 is er op het voordeel van alle aard voor het privégebruik van een bedrijfsvoertuig een solidariteitsbijdrage verschuldigd, ook wel CO2-bijdrage genoemd. Deze bijdrage is uitsluitend ten laste van de werkgever en wordt per kwartaal betaald via de RSZ-aangifte. Formule De solidariteits- of CO2-bijdrage wordt maandelijks berekend en is aankelijk van het type brandstof en de CO2uitstoot van het voertuig. De berekening voor 2014 ziet er als volgt uit: Benzinevoertuigen: [(Y x 9) – 768]:12 = euro x 1,2048 Dieselvoertuigen: [(Y x 9) – 600]:12 = euro x 1,2048 LPG-voertuigen: [(Y x 9) – 990]:12 = euro x 1,2048 Elektrische voertuigen : 20,83 euro x 1,2048 Minimum: 25,10 euro Y = CO2-uitstoot in gram per kilometer zoals vermeld op het gelijkvormigheidsattest van de wagen. Indien er geen gegevens voorhanden zijn, moet men de berekening uitvoeren op basis van een CO2-uitstoot van 182 gr/km voor benzinevoertuigen en 165 gr/km voor dieselvoertuigen. Deze CO2-bijdrage dient de werkgever te betalen voor elke firmawagen ongeacht of de wagen een volledige maand of slechts een gedeelte van de maand wordt gebruikt.
< 44 >
Verschil tussen klassiek bedrijfsvoertuig en ‘lichte vracht’ Sinds kort maakt de RSZ in het kader van de solidariteitsbijdrage een onderscheid tussen een klassiek bedrijfsvoertuig en een lichtevracht ook wel utilitair voertuig genoemd. Met lichtevracht wordt hierbij de ‘fiscale’ term van ‘echte lichtevracht’ bedoeld, in tegenstelling tot de gewone bedrijfsvoertuigen (personenauto, minibus, terreinvoertuig,…) die behoren tot de klasse M1 en N1. Een fiscaal echte lichtevracht is een voertuig dat door de fiscus als dusdanig wordt gekwalificeerd en bijgevolg wordt het VAA berekend op de werkelijke waarde van dit voertuig. Het gaat concreet om voertuigen met een MTM van maximum 3.500 kg die aan een reeks technische voorwaarden voldoen. Pick-ups vallen hier normaal gezien onder, maar zo ook een voertuig type bestelwagen met laadruimte achterin zonder ruiten, waarin wettelijk geen passagiers mogen vervoerd worden.
L2F202_p36-47_drivermanag_nl_02 - pub_flash_driver 16/09/14 16:05 Page45
Nieuwe benadering van het woonwerkverkeer Als principe geldt: van zodra een werknemer zijn bedrijfswagen gebruikt om verplaatsingen uit te voeren tussen zijn woonplaats en zijn vaste werkplaats is de solidariteitsbijdrage verschuldigd. Er is reeds sprake van een vaste plaats van tewerkstelling indien de werknemer effectief prestaties op die plaats levert en zich met zijn het voertuig minstens (al dan niet opeenvolgend) 40 dagen per jaar naar diezelfde plaats begeeft. Uitzondering voor lichtevrachtwagens De RSZ voert in zijn instructie voor het tweede kwartaal 2014 een nieuwe uitzondering in: Indien de woon-werkverplaatsing met een lichtevracht plaatsvindt dan is er in het kader van de solidariteitsbijdrage geen sprake meer van belastbaar woon-werkverkeer. Het maakt daarbij niet uit of de werknemer het voertuig gebruikt om te gaan werken
op zijn bedrijf op een werf of bij een klant. Zelfs indien de werknemer het ganse jaar ‘s morgens naar eenzelfde plaats rijdt en ’s avonds van die plaats terug naar huis komt, zonder dat hij tijdens de dag zijn lichtevracht (beroepsmatig) moet gebruiken, is geen solidariteitsbijdrage verschuldigd. Besluit: indien de werknemer een lichtevracht gebruikt voor zijn woon-werkverplaatsing is dit voertuig vrijgesteld van solidariteitsbijdrage. Er mag echter geen privégebruik toegelaten zijn (zie verder). Uitzondering voor gewone voertuigen met variabele plaats van tewerkstelling en zonder privégebruik Indien de werknemer niet over een vaste plaats van tewerkstelling beschikt en er met dat voertuig geen ander privégebruik plaatsvindt, is dit gewone voertuig vrijgesteld van solidariteitsbijdrage. Maar wat is de definitie van een vaste plaats van tewerkstelling?
De RSZ heeft bekend gemaakt dat op “utilitaire voertuigen” in principe voortaan geen solidariteitsbijdrage meer verschuldigd is in zoverre deze voertuigen niet voor privédoeleinden worden gebruikt.
Een vaste plaats van tewerkstelling beantwoordt aan deze 2 voorwaarden: • de werknemer levert effectief prestaties van enige omvang op die plaats (zijn eigen bedrijf, een werf, een klant, …). Voorbeeld: Een technicus die ’s morgens naar zijn bedrijf rijdt, daar tijdens de voormiddag toestellen herstelt en deze tijdens de namiddag bij klanten gaat installeren, heeft een woon-werkverplaatsing, zelfs als hij aan het einde van
< 45 >
L2F202_p36-47_drivermanag_nl_02 - pub_flash_driver 16/09/14 16:05 Page46
Driver Management >> Fiscaliteit Bedrijfsvoertuig
Klassieke firmawagen
Utilitair/Lichte vracht volgens de fiscale regels
Woonwerkverkeer: vaste plaats van tewerkstelling
Woon-werkverkeer: variabele plaats van tewerkstelling
Privégebruik
Solidariteitsbijdrage verschuldigd
JA
Nee
JA
JA
JA
Nee
Nee
JA
Nee
JA
JA
JA
Nee
JA
Nee
Nee
Woon-werkverkeer
Privégebruik
Solidariteitsbijdrage verschuldigd
Alle types woon-werkverkeer toegelaten
JA
JA
Alle types woon-werkverkeer toegelaten
Nee
Nee
zijn dagtaak niet terugkeert naar het bedrijf maar rechtstreeks van bij de laatste klant naar huis rijdt. Echter, iemand die naar het bedrijf rijdt alleen maar om goederen op te laden, en dan gedurende de ganse dag deze goederen levert en nadien met dit voertuig naar huis rijdt, heeft geen woon-werkverplaatsing, want hij levert geen prestaties van enige omvang op het bedrijf. • het voertuig rijdt tijdens het jaar minimaal 40 dagen naar eenzelfde plaats, ongeacht of deze dagen op elkaar volgen of niet. Van zodra de 40 dagen bereikt zijn op één plaats is de solidariteitsbijdrage verschuldigd voor het ganse jaar (eventueel beperkt tot de periode dat het voertuig werd ter beschikking gesteld). Besluit : indien de werknemer niet over een vaste plaats van tewerkstelling beschikt en dus wel over een variabele plaats van tewerkstelling en er met dat voertuig geen ander privégebruik plaatsvindt, is dit gewoon voertuig vrijgesteld van solidariteitsbijdrage. Privégebruik De solidariteitsbijdrage is steeds verschuldigd indien een gewoon voertuig of een utilitair voertuig privé mag worden gebruikt. Enkel het occasioneel gebruik (zoals een verhuizing in het weekend) is vrijgesteld. Blijft de gewone bedrijfswagen ook buiten de werkuren ter beschikking van de werknemer maar is privégebruik verboden, dan is dit niet voldoende voor de RSZ om vrijgesteld te zijn van de bijdrage. Er moeten minstens sancties en een controlemechanisme voorhanden zijn. Roep hiervoor de hulp in van een sociaal secretariaat. Bij een lichtevracht wordt privégebruik niet vermoed. De RSZ gaat er met andere woorden van uit dat een lichtevracht door uw werknemers niet privé wordt gebruikt. Het tegendeel kan steeds worden vastgesteld door de inspectiediensten waardoor men als werkgever toch nog de solidariteitsbijdrage verschuldigd is (zie bovenstaand overzicht). Inwerkingtreding en praktische gevolgen De RSZ publiceert deze nieuwe regels in haar administratieve instructies van het tweede kwartaal 2014 (Administra-
< 46 >
tieve instructies RSZ - 2014/02 : www. socialsecurity.be). Zij gelden voor alle nog niet definitief afgehandelde dossiers. Indien een werkgever in het verleden lichtevrachtwagens ter beschikking heeft gesteld waarvoor volgens de nieuwe beoordelingsregels geen solidariteitsbijdrage verschuldigd is, kan de werkgever aan de RSZ een schriftelijke vraag stellen om het dossier te herbekijken. In dit schrijven vermeldt de werkgever hoeveel bijdragen er te veel werden betaald en waarom, en over welke kwartalen het gaat. De RSZ zal de vraag en de argumentatie van de werkgever onderzoeken en vervolgens haar standpunt meedelen. De verjaringstermijn voor dergelijke vorderingen (met name rond onterecht betaalde bijdragen) bedraagt drie jaar. De termijn start op de laatste dag van het betrokken kwartaal.
Expert aan het woord Michel Willems Fiscalist automotive tax Internationaal fleet & mobility consultant Mobilitas
L2F202_p36-47_drivermanag_nl_02 - pub_flash_driver 16/09/14 16:06 Page47
L2F202_p48-53_carmanag_nl_02 - pub_flash_carmanagement 16/09/14 16:08 Page48
Car Management >> Test O d
Infiniti Q50 2.2 diesel
Terugâ&#x20AC;Ś en voor goed Het luxemerk van de Renault-Nissanalliantie is terug op de Belgische markt. Dit keer met een onderbouwde commerciĂŤle basis, aangepaste producten en een duidelijke visie.
< 48 >
De voorzijde van de Q50 straalt een gezonde portie zelfvertrouwen uit.
L2F202_p48-53_carmanag_nl_02 - pub_flash_carmanagement 16/09/14 16:08 Page49
Tekst & foto's : Dirk Steyvers
Over de vormgeving van de achterzijde zijn de meningen duidelijk verdeeld.
Blog van de expert
Dirk Van Cauwenbergh, Procurement Manager KBC Autolease
<<
Infiniti wil zich zonder meer opwerpen als het premium alternatief bij uitstek voor klassieke premiummerken.
“Binnen die visie wordt voortaan onvoorwaardelijk op grote vloten gemikt”, verduidelijkt Stéphane Chemama, Corporate Sales Manager West Europe voor Infiniti, bij de herintroductie van het merk in ons land. “Daarom ook zijn we al een tijdje in volle onderhandeling met de leasingmaatschappijen waarmee we in partnerschap restwaardes en dus aantrekkelijke huurprijzen in de markt willen zetten. Maar ook de user-chooser met een zeker leasingbudget is een duidelijke doelgroep.” Het is een strategie die alvast in Luxemburg gewerkt heeft, want daar staat het merk naar eigen zeggen sterk in de leasingwereld. Toch moet ook de puur praktische kant snor zitten. Daarom ging Infiniti voor ons land in zee met de Groupe Bailly die een hele rist dealerships voor verschillende merken in Frankrijk, Luxemburg en België nu al combineert met het invoerderschap voor Infiniti in Luxemburg. Ondertussen vertaalde die samenwerking zich in een eerste Infiniti-dealership langs de Leuvensesteenweg in Zaventem. Tactische keuze In tegenstelling tot andere Japanse luxemerken houdt Infiniti er immers aan om zijn luxeproducten niet via het reeds bestaande verkoopnetwerk van de groep te koop aan te bieden. “Een strategische keuze”, zo zegt Stéphane Chemama, “omdat we onze unieke service aan Infiniti-klanten in een uniek kader wil aanbieden.” Dat het om een uitgekiend ligging gaat, mag duidelijk zijn. Bij Infiniti weten ze perfect waar de grote vloten huizen. Voor de rest ligt de commerciële verwachting voor zowat 80% in Vlaanderen. Aangepaste producten Het spreekt voor zich dat deze vlootbenadering enkel kans op slagen maakt indien ze gepaard gaat met een gamma dat ook op fleetleest is geschoeid. Op dat vlak tapt Infiniti nu alvast uit een heel ander vaatje dan de dikke, fiscaal onvriendelijke zescilinder diesels waar het voordien voet mee aan de grond probeerde te krijgen op het Europese vasteland. Voortaan kan je onder de kap van de Q50 berline immers opteren voor een 170 pk 2.2 diesel van Mercedes-makelij
“Het is voor ons als leasingmaatschappij en voor Infiniti van groot belang dat de herverkoopwaarde op de juiste manier wordt ingeschat. Bij gebrek aan voorgeschiedenis werken daarom al sinds een paar jaar nauw samen met de constructeur zelf. Die contacten zullen zich op korte termijn nog verder concretiseren en we kijken er uiteraard naar uit om de auto in praktijk eens te kunnen beoordelen.”
die gekoppeld kan worden aan een manuele zesbak of een uitstekende zeventrapsautomaat van hetzelfde huis. Overigens komt diezelfde aandrijfcombo uit de Q50 naar het einde van het jaar ook in de limousine van het merk, de Q70. Tegen 2015 belooft Infiniti dan nog de Q30, een compacte auto voor het C-segment die het rechtstreeks wil opnemen tegen de Audi A3 en BMW 1-Reeks. Tegen 2020 zou het motorenaanbod van het merk verdubbeld moeten zijn ten opzichte van vandaag. Audi en BMW worden overigens niet zomaar als rivalen voor de Q30 geciteerd. “Infiniti wil zich zonder meer opwerpen als het premium alternatief bij uitstek voor de klassieke premiummerken”, positioneert Chemama het merk. Een uitspraak die van ambitie getuigt, maar die gestoeld blijkt op buitenlandse ervaringen. Onderweg Het verschil tussen de oude V6 diesel en de vierpitter van Mercedes is meteen tastbaar: de Q50 laat een CO2-uitstoot optekenen van slechts
< 49 >
L2F202_p48-53_carmanag_nl_02 - pub_flash_carmanagement 16/09/14 16:08 Page50
Car Management >> Test Blog van de expert
Ghislain Vanfraechem, Director Facilities Ernst & Young Met een vloot van ruim 1.100 voertuigen die voornamelijk is opgebouwd uit premiummerken is Ghislain Vanfraechem de uitgelezen ervaringsdeskundige voor een testrit. “Het eerste wat me opviel tijdens het rijden is dat deze Infiniti een stuk pittiger voor de dag komt dan een Mercedes E met dezelfde aandrijfcombinatie. Aan rijdynamiek dus geen gebrek, terwijl ook het comfort over lange afstanden niet veel te wensen overlaat. Van de ‘drukke’ middenconsole met dubbel aanraakscherm en ontelbare bedieningstoetsen ben ik minder een fan, net als van het stuur dat bulkt van de toetsen. Het stoort de ergonomie enigszins. Om van Infiniti een succes te maken in de fleetwereld is de prijs echter van cruciaal belang zijn en dan blijkt deze Sport-versie niet de juiste keuze.”
114 g/km. Koppel dit gegeven aan een rijke uitrusting en een basiscatalogusprijs van 30.206,61 euro exclusief btw, en de fleetcijfers geven de auto meteen kans op onze verdieselde markt. Ook tijdens het rijden is het verschil duidelijk, want op geen enkel ogenblik verraadt de Q50 zijn formaat (4,79 meter lengte) of gewicht (1.750 kg). Echt lichtvoetig komt hij echter nooit voor de dag en ook het streng wakende ESP zet overdreven enthousiasme meteen om in een flinke tik tegen de remmen. Zelfs in onze Sport-testuitvoering. Overigens vinden wij diezelfde, vrij prijzige topeditie niet de meest aangewezen (fleet)variant. Zijn achttienduimsvelgen
< 50 >
Infiniti Q50 Sport 2.2d Voor
Alternatief voor premium
Tegen
Sommige materialen, ergonomische details
Vermogen&koppel
170 pk & 400 Nm
Verbruik norm/test
4,5 l/100 km
CO2-uitstoot
118 g/km
Basisprijs zonder btw
30.206,61 euro (Executive)
Belangrijkste rivalen
Duitse premiummerken
Rijdersprofiel
Veelrijders, vanaf 25.000 km/jaar
fnuiken niet alleen het rijcomfort, ze kosten (in combinatie met de lagere ophanging en de aangepaste voorspoiler) ook nog eens vier gram CO2. Het scheelt misschien niet in fiscale aftrekbaarheid, want die ligt voor alle 2.2 dieselversies op 80%, maar doet u ons toch maar een Executive of Premium Executive. Alle toeters en bellen Die laatste twee bieden immers bijna identieke uitrustingsmogelijkheden en dat wil wat zeggen bij Infiniti. Geen rijhulpsysteem dat ze niet in huis hebben en geen comfortitem dat ze over het hoofd zien: zoveel hebben ze alvast gemeen met hun premiumrivalen. Het verschil zit ‘em uiteraard in de standaarduitrusting die in het geval van de Japanner een stuk rijkelijker is. Bovendien vermoeden wij dat de (Premium) Executive net dat tikkeltje dichter in de buurt moet geraken van zijn normverbruik. Onze testwagen (Sport) kregen wij immers nauwelijks onder de 6 l/100 km over een gemengd traject. Tijdens lange verbindingsritten geraakten we tot het peil van het officiële stadsverbruik (5,6 l/100 km), maar wie zich door de enthousiaste motor en het sportieve ophangingprogramma laat meeslepen doet daar vlot twee liter bij. Ook de ergonomie, de onregelmatige vorm van de koffer (Infiniti voorziet geen breakuitvoering van zijn Q50) en bepaalde materiaalkeuzes zijn niet vrij van kritiek. In onze ogen geen allesbepalende nuances, maar in dit segment van de markt maken de details wel vaak het verschil. Totaalpakket Qua look heeft de Q50 in onze ogen een duidelijke identiteit en straalt hij een flinke portie zelfvertrouwen uit zonder agressief over te komen. Over de vormgeving van de achterzijde van de auto waren de meningen duidelijk meer verdeeld. Hoe dan ook blijft de Q50 een opgemerkte verschijning die zich over ruim 1.600 testkilometers ontpopte tot een relatief homogeen totaalpakket. Of dat zal volstaan om de doorsnee fleetrijders uit hun Duits huis van vertrouwen te lokken is een ander paar mouwen, al kan ik me voorstellen dat een Infiniti zich meer van de massa onderscheidt dan een zoveelste BMW in het rijtje.
L2F202_p48-53_carmanag_nl_02 - pub_flash_carmanagement 16/09/14 16:08 Page51
L2F202_p48-53_carmanag_nl_02 - pub_flash_carmanagement 16/09/14 16:08 Page52
Car Management >> Analyse
Wat zeggen de car-policy's…
145 g CO2, gemiddelde nationaal wagenpark Nu de fiscaliteit op dit gebied veel strenger is geworden, doen CO2-emissies volop hun intrede in de car-policy's. Wat zijn de meest gehanteerde limieten, zijn er verschillen per sector, regio of grootte van het wagenpark? De eerste antwoorden. Belgische fleetmanagers kiezen meestal voor een redelijk hoge CO2-limiet. Elektrische voertuigen blijven voorlopig een gok, in afwachting van een meer radicale mentaliteitsverandering.
< 52 >
Eerst een woordje uitleg over de methodiek. Zoals gebruikelijk heeft Fleet Profile ook dit keer alle fleetmanagers met een vloot van minimaal vijf voertuigen telefonisch bevraagd. In dit stadium werd een eerste steekproef van 324 bedrijven samengesteld die als basis fungeert voor deze analyse die als representatief mag worden beschouwd, ook al wordt ze later nog uitgebreid tot 15.000 bedrijven. Beperkte limitering Een eerste weinig verrassende vaststelling is dat CO2emissies wel degelijk aan bod komen in de car policies. Toegestaan nationaal gemiddelde: 145 g/km. Met aanzienlijke verschillen aangezien de meest lakse bedrijven een
uitstoot tolereren tot 190 of zelfs 200 g, terwijl de strengste willen zakken tot 90 g of minder. De grootste groep bevindt zich in de categorie tussen 120 en 150 g, en in de meeste gevallen rond 140 of 145 g. Weinig ambitieus in vergelijking met de prestaties van de meest recente motoren. Ook verrassend is het feit dat de limieten die worden opgelegd aan het management en aan het personeel niet ver uiteenlopen: een gemiddeld verschil van amper 8 gram! Het management lijkt dus bereid om aanzienlijke inspanningen te leveren en het goede voorbeeld te geven. Vooral grote wagenparken We stellen verder vast dat van de 324 bedrijven die hun CO2-uitstoot
L2F202_p48-53_carmanag_nl_02 - pub_flash_carmanagement 16/09/14 16:08 Page53
Regionale en sectorale verschillen Gezien de verschillen in de fiscale regelgeving van de gewesten zijn ook op dit gebied uiteenlopende benaderingen te verwachten. Zo blijkt Wallonië logischerwijs het strengst te zijn. De bedrijven die een limiet toepassen, hanteren immers een gemiddelde grenswaarde van 120 g. In Vlaanderen ligt de limiet eerder rond 149 g. En in Brussel is het gemiddelde maar liefst 156 g! Deze verschillen tussen de regio’s komen bovenop de verschillen per sector. Zo zijn met name overheidsdiensten bijzonder streng op dit vlak. En aangezien deze diensten verhoudingsgewijs talrijker zijn in Wallonië, doen ze het regionale gemiddelde zakken. De diensten-, distributie-, ICT- en farmasector zijn ook eerder geneigd om limieten op te leggen. Tot zover deze eerste analyse die nog bevestigd en verder verfijnd moet worden. Voorlopige conclusie: fleetmanagers beginnen weliswaar rekening te houden met de CO2-uitstoot in hun car policy, maar leggen de lat hierbij doorgaans niet al te ‘hoog’.
Expert aan het woord Yannick Mathieu Sales & Marketing Manager Fleet Profile
1 2 1 68
4 6 3 3 1 3 2
44
6 3 4 3 1 2 2 3
6 1 1 2 5 4 3 3
2 3 1 1 1
2 2
200-499
9
100-199
9 7 4 3 2 5 4 2 2 1 1
1 1 1 41
3 1
Totaal
1 1 38
1 1 2 1 1 53
7 3 10 3 8 4 5 3 5 4 2 2 1 3 1
500 +
1 2 1
50-99
7 10 6 5 3 1 1 3 2 3 1 1 1
25-49
8 9 4 6 1 2 1
10-24
5-9
willen beperken, vooral de grootste wagenparken de strengste eisen stellen. Verhoudingsgewijs houden maar heel weinig kmo’s rekening met dit gegeven in hun car policy, terwijl dit meestal wel zo is vanaf 50 voertuigen en vrijwel altijd het geval is vanaf 100 voertuigen. Wanneer kleine ondernemingen wel rekening houden met deze factor, zijn ze evenwel strenger dan de norm: 134 g gemiddeld. Bij wijze van anekdote stellen we in dit stadium ook een verschil vast naargelang de financieringsmethode. Bedrijven die hun voertuigen zelf kopen zijn blijkbaar strenger dan leasingklanten: 142 tegenover 150 g.
Services Government Wholesale Durables and Non-Durables IT industry Chemical & Pharmaceutical ind. Construction & Contractors Road, Air, Sea transportation Food & Beverage Industry Wood, Paper, Furniture ind. Healthcare, Hospital, ... Mechanical industry Retail Utilities Insurance Banking & Finance Graphical & Publishing Industry Metal industry Education Electronical & Electrical Ind. Totaal
<5
Wagenparken met limieten
3 1
55 34 33 31 24 21 18 17 11 9 9 8 8 7 6 6 6 5 5 324
3 1 1
1 1 2
1
2 2 2
33
32
1
1 15
Uit een steekproef bij 324 bedrijven blijkt dat wagenparken van meer dan 50 of zelfs meer dan 100 voertuigen, eerder geneigd zijn om limieten voor CO2-emissies op te leggen.
Wagenparken < 120 gr CO2 Services Government Wholesale Durables and Non-Durables Construction & Contractors IT industry Road, Air, Sea transportation Chemical & Pharmaceutical ind. Food & Beverage Industry Healthcare, Hospital, ... Mechanical industry Education Metal industry Retail Transport industry Utilities Wood, Paper, Furniture industry Insurance Telecommunication Totaal
6 9 4 2 4 1 1 2 1 1
1 33
6 10 6 1 3 1 2 2 2 1 1 2 1 3 1 2
47
6 3 6 2 1 3 4 3 3 2 2 1 1 1 1 2 1 43
5 6 1 4 4 1 1 1
4 2 1 3 1 2 2
3 1 3 2 2 2 1
4
4 1 1 1 2
1 1
1 1 1 1 1
1
20
1 18
1 1
1
1 1
1
26
2 1 16
3
35 30 22 16 14 12 11 11 7 7 5 5 5 5 5 5 3 3 209
Overheidsdiensten en dienstverlenende bedrijven hanteren meestal strenge limieten. De grote wagenparken zijn nog steeds oververtegenwoordigd.
Wagenparken > 120 gr CO2 Services IT industry Chemical & Pharmaceutical ind. Wholesale Durables and Non-Durables Construction & Contractors Food & Beverage Industry Road, Air, Sea transportation Wood, Paper, Furniture industry Banking & Finance Government Graphical & Publishing Industry Insurance Electronical & Electrical Industry Mechanical industry Retail Utilities Totaal
2 2
1 2 1
1 2 4 4 2
1 1
3 3 1
4 3 1 3 3 1
5 4 1 2 2 1
1
2 1
1 1 2 1
1 1 1
1 5
6
26
3 1 1 1 3
2 1 1
3 2 5 1 1 2 2
2 2 1
2 1 2
1
1
1 2
2 20
22
2 17
21
Vrijwel alle grote wagenparken (>200) hebben een limiet voor CO2-emissies vastgelegd, al is die in de meeste gevallen niet al te streng.
1 5
21 18 14 11 8 8 7 6 5 4 4 4 3 3 3 3 126
< 53 >
L2F205_p54-54_nexnummer_nl_04 - pub_flash_nexnummer 16/09/14 16:09 Page54
In uw volgende link2fleet Mobility Management EDITORIAL TEAM Editor-in-Chief: Dirk Steyvers (dsteyvers@mmm.be) Contributors: Ferre Beyens, Charles Demoulin, Tony De Mesel, Damien Malvetti, Michaël Vandamme
Mobility Management in de praktijk. Via een casestudy werpen we een concrete blik op het mobiliteitsbeheer bij ICT-bedrijf Cegeka.
BUSINESS DEVELOPMENT & EXPERT NETWORK Manager: Annick Nemetz Strategy advisor: Yannick Mathieu Contributing experts: Michel Willems (Mobilitas) SALES & MARKETING TEAM Sales Director: Marleen Neukermans (mneukermans@mmm.be) Account Manager: Tom Janssens (tjanssens@mmm.be) Sales Assistant: Patricia Lavergne (plavergne@mmm.be) Marketing Coordinator: Sophie Demeny (sdemeny@mmm.be)
Driver Management Het hoofdstuk driver management vormt het hart van deze editie. Ons dossier is opgesplitst in een deel voor de vlootbeheerder die we tools aanreiken, maar die we ook wegwijs maken in de fiscale kosten en in de manieren waarop hij kan sensibiliseren. Uiteraard komt hier ook onze winnaar van de Fleet Driver Safety Award, Wilfried Andries, aan het woord. In het deel voor de bestuurder bekijken we de komst een nieuwe bedrijfswagen vanuit zijn perspectief op het vlak van verzekering, fiscaliteit, gebruikersprofiel , enzovoort.
PRODUCTION Production Manager: Sonia Counet Team: Stéphane Boland, Nathalie Wiertz EDITOR CEO: Jean-Marie Becker Managing Director: Hervé Lilien
Car Management MMM BUSINESS MEDIA & co sa/nv Complexe Arrobas Parc Artisanal 11-13 4671 BLEGNY-Barchon (Belgium) Phone: 00 32 (0)4 387 87 87 Fax: 00 32 (0)4 387 90 87 info@mmm.be www.mmm-businessmedia.com.
Met het salon van Parijs voor de deur, kondigen de constructeurs belangrijke nieuwigheden aan. Wij rijden u de belangrijkste nieuwigheden voor zoals de nieuwe Ford Focus, de jongste generatie van de Peugeot 508 en de Nissan Pulsar.
© Reproduction rights (texts, advertisements, pictures) reserved for all countries. Received documents will not be returned. By submitting them, the author implicitly authorizes their publication.
SUBSCRIPTIONS
Blijf verbonden met
www.link2fleet.com/shop Contact: Sophie Demeny Price: 71 EUR - 1 year 122 EUR - 2 years Parc Artisanal 11-13 4671 BLEGNY-Barchon (Belgium) Phone: 00 32 (0)4 387 87 87 (sdemeny@mmm.be)
< 54 >
Registreer u nu voor de nieuwsbrief www.link2fleet.com