L2f213 complet nl lr

Page 1

MMM BUSINESS MEDIA & Co - Zeswekelijks informatietijdschrift - Nederlandstalige uitgave - Prijs: 13 EUR - Kantoor : Awans - P205029

213 april - mei 2016 www.link2fleet.com

KMO-DOSSIER

Kris Peeters: "Liever een mobiliteitsbudget dan een firmawagen!"



Inhoud

Edito

Mobility Management 04 << Interview Kris Peeters: "Liever een

mobiliteitsbudget dan een firmawagen!"

Damien MALVETTI

06 << Mobiliteitsbudget: U bent voor!

Dossier >> KMO In ons dossier kijken we via twee casestudies naar hoe kleine wagenparken durven te vernieuwen. Verder hielden we rondvraag bij verschillende actoren op de markt om te weten te komen hoe zij de kmo-markt benaderen.

07 << 30

Driver Management 25 << K aart alternatieve tankstations

33 << Ecodriving: De vrachtwagens achterna

Car Management 37 << Test Mercedes E-Klasse:

Nog intelligenter en efficiënter

38 << Test Opel Astra SportsTourer:

Van hetzelfde laken een break

38 << Test nieuwe DS3: Steeds meer stijl 40 << Lease Car of the Year 2016: De winnaars

Insight 42 << Automotive & Digital: goedkopere verzekering dankzij telematica

44 << Leaseplan is overgenomen door

een consortium van investeerders

44 << Een betaalbare Tesla voor iedereen 49 << PSA wil zich als een

mobiliteitsleverancier profileren

Kmo's, niet zo klein als je zou denken Het aantal kleine en middelgrote ondernemingen in België neemt voortdurend toe. Dat blijkt in elk geval uit een gezamenlijk verslag van de Unizo, de UCM en Graydon. Hoewel de sector het de voorbije tien jaar niet zo gemakkelijk had, wordt de koe opnieuw bij de hoorns gevat. In totaal is het aantal kmo's sinds 2005 met bijna 20 procent gestegen om de grens van een miljoen bedrijven te overstijgen. Concreet betekent dit dat gemiddeld vier op tien Belgische werknemers actief is in een kmo. Dat kwam in 2014 overeen met 1.650.000 werknemers en maakt deze bedrijvengroep tot de grootste werkgever in België. De maatregelen van de huidige regering, die de aanwerving in ondernemingen vaak stimuleren, zouden dat groeipotentieel nog moeten versterken. Omdat deze ondernemingen doorgaans slechts over een handvol wagens (soms zelfs één enkele wagen) beschikken, zou je kunnen denken dat de fleetmarkt en -leveranciers kmo's links laten liggen. Niets is minder waar.

<<

Zoals blijkt uit onze rondetafelgesprekken in het kader van deze kmo-special gaan alle leveranciers tot het uiterste om kmo's dezelfde servicekwaliteit te verzekeren als de grote ondernemingen. Vaak bieden ze zelfs meer gepersonaliseerde diensten aan om nog beter in te spelen op de specifieke behoeften.”

Nochtans zijn er gezien het debat rond mobiliteitsbudgetten nog maar weinig kmo's die alternatieve mobiliteitsoplossingen voor de bedrijfswagen overwegen, uit tijdsgebrek, door de beperkte beschikbaarheid van openbaar vervoer, door gebrek aan personeel maar ook door gebrek aan middelen. Daarom moet er bij de implementatie van dat mobiliteitsbudget ook voldoende aandacht worden besteed aan de ondersteuning van de kleinste ondernemingen bij de integratie en ontwikkeling van deze oplossingen.

49 << 3 vragen aan Lars Agten,

nieuwe Fleet Manager van Kia

<3>


Mobility Management >> Interview

Yannick Mathieu

Kris Peeters, federaal minister van Tewerkstelling

"Liever een mobiliteitsbudget dan een firmawagen!" Liever dan de firmawagen aan te vallen, zou Kris Peeters hem integreren in een mobiliteitsbudget. Het doel: de bestuurder aanzetten om voor andere transportmiddelen te kiezen wanneer dat mogelijk is. Wat is de voornaamste doelstelling van de maatregel van het mobiliteitsbudget? Het doel is het veranderen van het gedrag ten opzichte van het autogebruik en aan te zetten tot het gebruik van andere oplossingen. De werknemer beschikt over een budget dat hij kan gebruiken voor verschillende transportmiddelen en waaruit hij zelf kan kiezen wat hij in functie van zijn behoeften, mogelijkheden en wensen wil gebruiken... Het gaat om het stimuleren van mensen om van 'autosolisme' over te stappen naar multimodaliteit.

"In het mobiliteitsbudget zal een kleinere firmawagen gepaard gaan met andere oplossingen zonder voorheffing of RSZ-bijdragen."

<4>

Indien iedereen zich op hetzelfde uur naar de stad blijft begeven, kan het probleem dan eigenlijk wel opgelost worden? Het mobiliteitsbudget zal geen mirakeloplossing bieden, maar het zal deel uitmaken van een aantal maatregelen. Er is geen wettelijk kader voor de bedrijven die occasioneel gebruik maken van thuiswerken. Wij zullen hier iets aan doen, zodat werknemers meer aandacht aan hun verplaatsingen zullen besteden en dat zowel voor het woon-werkverkeer, als voor hun beroeps- en privĂŠverplaatsingen. Zal deze maatregel fiscaal neutraal zijn?

Het is de ambitie dat dit op budgettair vlak inderdaad het geval zal zijn voor de werknemer, de werkgever en de openbare instanties. Binnen de beperkingen van het bestaande loonspact zullen wij loonsvoordelen uitwisselen tegen een mobiliteitsbudget. De waarde van deze voordelen moeten omgezet worden in een mobiliteitsbudget, zelfs als deze waarde de vorm van de gekozen mobiliteitsoplossingen zal aannemen. Indien het toegekende mobiliteitsbudget nog een restwaarde vertegenwoordigt, zal ze omgezet worden in een brutoloonpremie en na alle verplichte afhoudingen uitbetaald worden. In het geval dat een bediende enkel voor de mobiliteitsoplossing firmawagen kiest, wat zal er dan fiscaal veranderen? We willen de fiscale behandeling van de firmawagen niet veranderen. Wij concentreren ons op de fiscale en parafiscale vereenvoudiging van alle andere transportmodi. Een bestuurder die al over een firmawagen beschikt en die bereid is om die in te wisselen voor een kleiner exemplaar, waaraan hij een mobiliteitsbudget voor een treinabonnement en een fietsvergoeding wil koppelen, zal voor zijn auto een VAA blijven betalen, dat echter lager zal zijn, aangezien zijn auto kleiner is, en hij zal geen bedrijfsvoorheffing of RSZ-bijdragen moeten betalen op zijn treinabonnement en zijn fietsvergoeding. Op welke termijn kan men de invoering van deze maatregel verwachten? Wij willen tegen eind 2016 samen met de sociale partners concrete stappen zetten. Het zijn de sectoren die de touwtjes in handen hebben en een invoering is niet gebonden aan het ontginnen van de andere voorgestelde pistes.Â



Mobility Management >> Enquête link2fleet

Damien Malvetti

Mobiliteitsbudget

U bent voor! Een honderdtal mensen beantwoordde onze online enquête rond het mobiliteitsbudget op www.link2fleet.com. Wat zijn uw verwachtingen met betrekking tot dit project? Welke grote trends komen naar boven uit deze resultaten? Voor welke oplossingen en voorstellen hebt u belangstelling? Een korte analyse.

Op de vraag of u voor of tegen de invoering van een mobiliteitsbudget bent, antwoordde meer dan 73 procent van de deelnemers positief, zonder grote verschillen tussen Vlaanderen en Wallonië. Wat het voorstel van Ecolo-Groen betreft om alle werknemers een mobiliteitsbudget te bieden, eerder dan dit te beperken tot mensen die nu een bedrijfswagen hebben, liepen de meningen van noord en zuid echter sterk uit elkaar. 62 procent van de Walen was voor dit idee gewonnen, tegenover slechts 43 procent van de Vlamingen. En als de overheid morgen een wettelijk kader schept voor het mobiliteitsbudget, merken we op dat 52 procent van de Waalse werknemers en slechts 42 procent van de Vlaamse werknemers hun huidige wagen zou inruilen voor een kleiner model in combinatie met andere mobiliteitsoplossingen. In dat opzicht draagt vooral een abonnement op het openbaar vervoer de voorkeur weg (meer dan 65 procent van de respondenten heeft interesse), maar ook een bedrijfsfiets kan in Vlaanderen op heel wat belangstelling rekenen (60 procent). Andere voorstellen die naar voren werden geschoven door de deelnemers, waren de mogelijkheid om een motor te kiezen, een taxi te nemen of een poolauto/-fiets te gebruiken, een auto te huren op korte termijn, een wagen op maat van de behoeften te kiezen of gewoon de kosten van de eigen auto terug te betalen. Het voorstel van Open VLD om werknemers in plaats van hun bedrijfswagen een hoger nettoloon te geven dat hij naar wens kan gebruiken om zijn verplaatsingen te betalen, werd door 60 procent van de respondenten gesteund. Misschien is dat dus de oplossing om mee verder te gaan.

Voor of tegen de invoering van een mobiliteitsbudget? 27% TEGEN

<6>

73% VOOR

Tussen Vlaanderen en Wallonië merken we grote verschillen in de bereidheid om een bedrijfsfiets te kiezen in plaats van een bedrijfswagen.

Voorlopig blijft het echter speculeren want op dit ogenblik werkt slechts 17 procent van de Vlaamse en 13 procent van de Waalse bedrijven met een mobiliteitsbudget. En hoewel de deelnemers interesse tonen voor een abonnement op het openbaar vervoer, meent 80 procent onder hen ook dat het bestaande aanbod tussen hun woon- en werkplaats niet volstaat. Veel mensen wonen ook te ver van het werk om met de fiets te rijden (71 procent in Vlaanderen, 67 procent in Wallonië). Er is dus nog werk aan de winkel!

Scan deze QR-code om de resultaten na te lezen


Dossier >> KMO

08 Case-Study Het jonge Re-Vive is een buitenbeentje in de projectontwikkeling en kiest consequent voor een duurzame aanpak. Zo ruilden ze onlangs een aantal van hun diesels in voor elektrisch aangedreven auto’s. 12 Case-Study Een stad in een dossier rond kmo? Dat lijkt een vreemde keuze, tot je weet dat de stad Sint-Truiden als eerste stad in Vlaanderen zijn volledige vloot op EV omzette. Het bewijs dat het ook voor een bescheiden vloot kan lonen om over te stappen op nuluitstoot.

16 Lage-emissiezone Gemeenten in Vlaanderen kunnen vanaf 1 maart 2016 een lageemissiezone (LEZ) invoeren. De stad Antwerpen wordt de eerste om het systeem toe te passen met een geplande invoering vanaf februari 2017. Omdat een gewaarschuwd fleet manager er twee waard is.

21 Rondetafel Hoe spelen de verschillende leveranciers in op de specifieke noden van de kmo’s in Vlaanderen (en Wallonië)? Wij gingen het voor u na bij verschillende types mobiliteitspartners.

29 Technologie Het aantal tankstations verraadt het voorlopig niet, maar de Toyota Mirai bewijst dat waterstof de brandstof van de toekomst is.

<7>


Dossier >> KMO Re-Vive als bedrijf In de projectontwikkeling heeft Re-Vive zich al meer dan eens laten opmerken. Het bedrijf bestaat nog maar zeven jaar en is op initiatief van Nicolas Bearelle en Piet Colruyt opgestart. Strikt genomen hoort Re-Vive thuis in de categorie van de projectontwikkelaars, maar dat is een te enge omschrijving voor deze nog jonge onderneming die in Gentbrugge is gevestigd. Het bedrijf kiest bewust om zogenaamde ‘brownfields’, of oude industriële sites, een nieuwe bestemming te geven. Daar zit een filosofie achter. Zo hoeven geen nieuwe groene gebieden te sneuvelen voor een nieuwe ontwikkelingszone. Bovendien worden op die manier zones die meestal in een stedelijke omgeving zijn gelegen, gered van verloedering en krijgen ze een zinvolle nieuwe bestemming. Die oude industriële sites hebben meestal een ideale ligging omdat ze nooit ver van de stedelijke kern zijn gelegen en op die manier makkelijk bereikbaar zijn met het openbaar vervoer en/ of de fiets. Op die manier wordt ook aan de mobiliteit gedacht. In de mate van het mogelijke hebben de projecten een gemengd karakter met niet enkel een woonfunctie maar ook met ruimte voor kantoren en winkels zodat een heuse leefgemeenschap kan ontstaan. Binnen die sites wordt het gebruik van de auto beperkt. Daar waar het enigszins kan, verdwijnen bijvoorbeeld parkings onder de grond zodat op straatniveau plaats vrijkomt voor voetgangers en fietsers.

Re-Vive

Consequent kiezen voor een nieuwe mobiliteit Re-Vive is een buitenbeentje in de projectontwikkeling. Het prille bedrijf dat pas zeven jaar bestaat, kiest bewust om zogenaamde ‘brownfields’, zeg maar oude industriële sites, een nieuwe bestemming te geven. Zij opteren voor een duurzame aanpak. Consequent doen zij hetzelfde met hun wagenpark. Onlangs ruilden ze een aantal van hun diesels in voor elektrisch aangedreven auto’s. De locatie van Re-Vive is geen toeval. Het bedrijf is gevestigd in ‘Den Draad’ in Gentbrugge, op amper 15 minuten fietsen van het Gentse stadscentrum. Het is immers het eerste project van Re-Vive. Deze oude industriële site is omgetoverd tot een woon- en kantoorcomplex met verkeersluwe straten. ‘Den Draad’ dient als het ware als voorbeeld voor de talrijke andere projecten die Re-Vive ondertussen met succes op zogenaamde ‘brownfields’ heeft gerealiseerd. Re-Vive is kleinschalig gestart maar telt ondertussen 21 personeelsleden. Deze snelle groei vertolkt zich ook in het wagenpark dat navenant is toegenomen. “Eerst waren wij ons niet bewust van het feit dat wij een wagenpark hadden. Het is pas na verloop van tijd, dat we beseften dat het zo was”, zo vertelt Mieke Vanhuyse die samen met haar echtgenoot Re-Vive runt. Beetje per beetje De vloot van Re-Vive bestaat niet uit louter salariswagens. “We kunnen spreken van een gemengd gebruik. De auto’s worden privé gebruikt, om van en naar het werk te rijden maar ook om naar onze klanten of projecten te gaan. Sommige voertuigen

<8>

worden al intensiever gebruikt dan de andere. Alles hangt een beetje af van de functie die iemand heeft en van de verplaatsingen voor zuiver professionele doeleinden. Sommige van onze medewerkers moeten nu eenmaal meer de baan op dan andere. Wel hebben wij ook één poolwagen, die we zoveel mogelijk inzetten voor de strikt professionele verplaatsingen”, zo verduidelijkt Mieke. Re-Vive heeft gekozen voor een financiële leasing, verzekering inbegrepen, en Athlon is daarin de partner. De car-policy is heel eenvoudig en werd in samenwerking met SD Worx opgesteld. In die car-policy staat onder meer vermeld wie er precies met de auto mag rijden. De operationele opvolging van de vloot gebeurt intern. Volgens Mieke is dat nog altijd mogelijk omdat het aantal


Tony De Mesel

<<

W ij hebben in de eerste plaats voor de omschakeling gekozen omdat de emissie gunstiger is en omdat het elektrisch rijden ook beter aansluit bij de filosofie van ons bedrijf.� Mieke Vanhuyse, Re-Vive

<9>


Dossier >> KMO

In zijn projecten opteert Re-Vive voor een duurzame aanpak die consequent vertaald wordt naar het wagenpark door te kiezen voor elektrisch aangedreven BMW’s i3 met range extender.

personeelsleden en de omvang van de voertuigvloot, ondanks de snelle groei van het bedrijf, nog altijd overzichtelijk blijft. Bovendien kent iedereen elkaar en worden de nodige regelingen snel getroffen, bijvoorbeeld als er schade is of als een onderhoud zich opdringt. Het is ook SD Worx die het fiscale aspect en de kosten voor de sociale zekerheid berekend. “Toch proberen wij zoveel mogelijk zelf te doen want om alles aan een sociaal secretariaat uit te besteden, voelen wij ons niet geroepen, vooral omwille van de kosten.” Concreet komt het er op neer dat een aantal aspecten van het autogebruik gelinkt zijn aan het inkomen en andere als kosten worden ingebracht. De verwerking van die kosten wordt vergemakkelijkt door zoveel mogelijk gebruik te maken van de Mobility Card van Athlon. Omschakeling Re-Vive profileert zich als een alternatieve projectontwikkelaar. In de eerste plaats wordt er bewust voor gekozen om oude industriële sites een nieuwe bestemming te geven. Bovendien wordt telkens gezocht naar een duurzame oplossing. Voor de gebouwen die deel uitmaken van de projecten, wordt het gebruik van fossiele brandstoffen zo veel mogelijk geweerd. Dat kan met zonnepanelen, warmtepompen en een goed doordachte isolatie van de gebouwen. Die duurzame aanpak is net één van de kerngedachten van Re-Vive. Mieke vertelt daar meer over: “Het is logisch dat wij ook qua mobiliteit die lijn willen doortrekken. Tot voor kort reden wij overwegend met Volvo’s V40 diesels die qua CO2-uitstoot goed scoren. Sinds kort hebben wij drie van die auto’s vervangen door voertuigen met een nog veel lagere uitstoot en een elektrische aandrijving. We kozen immers voor BMW’s i3, weliswaar met een range extender omdat wij willen vermij-

Re-Vive in cijfers Re-Vive, waarvan de oorsprong terug gaat tot 2009, wordt momenteel gerund door Nicolas Bearelle en Mieke Vanhuyse. Op de loonlijst staan 17 mensen. 5 daarvan zijn projectontwikkelaars die qua opleiding ingenieur of architect zijn. Daarnaast zijn er nog 2 milieuspecialisten, 5 technici en 3 salesmensen actief. Zij worden bijgestaan door 2 communicatiespecialisten en 1 jurist. Re-Vive profileert zich als de initiatiefnemer en bedenker van de projecten terwijl de uiteindelijke realisatie wordt uitbesteed, zij het onder supervisie van Re-Vive.

< 10 >

den dat onze medewerkers onderweg stranden door een batterij met te lage spanning. En ook onze poolwagen is uiteraard een i3.” Hogere leasingkost Mieke geeft toe dat de leasingkost bij deze elektrische voertuigen hoger ligt dan bij de meer klassieke diesel: ”Wij hebben in de eerste plaats voor de omschakeling gekozen omdat de emissie gunstiger is en omdat het elektrisch rijden ook beter aansluit bij de filosofie van ons bedrijf. Ware het niet voor de kostprijs van de i3, dan zouden wij wellicht ook voor wat betreft de andere voertuigen in onze vloot sneller omschakelen. Wel overwegen wij om een deel van ons wagenpark te vervangen door hybride modellen als een soort van minder dure tussenoplossing.” De beslissing om meer elektrisch te gaan rijden, reikt echter verder dan enkel de keuze van de voertuigen: “Wij hebben ook beslist om hier op deze locatie te investeren in drie laadpalen en wij staan er open voor om dat ook te doen in de woonplaats van onze medewerkers. Alleen is dat nog niet meteen aan de orde. Het zijn jonge mensen die meestal nog een woning huren en dan is die investering niet echt verantwoord. Naast de elektrische auto’s beschikken wij ook nog over drie fietsen en kunnen onze medewerkers gebruik maken van de Mobility Card die door Athlon ter beschikking wordt gesteld en het mogelijk maakt om het openbaar vervoer, parkings en andere faciliteiten te gebruiken. Die Mobility Card maakt het overigens ook een stuk makkelijker om de kosten te verwerken en te overzien.”



Dossier >> KMO

Stad Sint-Truiden

68 ton CO2 per jaar gespaard Een stad in een dossier rond kmo? Dat lijkt een vreemde keuze, tot je weet dat de stad Sint-Truiden als eerste stad in Vlaanderen zijn volledige vloot op EV omzette. Het bewijs dat het ook voor een bescheiden vloot kan lonen om over te stappen op nuluitstoot.

De elektrische vloot van de stad Sint-Truiden bestaat enkel uit Renaults: vijf Zoës, acht Kangoo’s Express en negen Maxi’s.

Sinds 22 januari verbruikt het dienstwagenpark van Sint-Truiden geen druppel brandstof meer. “Door resoluut voor elektrische voertuigen te kiezen, willen wij als stadsbestuur het goede voorbeeld geven”, zegt burgemeester Veerle Heeren, die het beleid van de fruitstad helemaal op duurzaamheid en innovatie heeft afgestemd. Dubbele besparing 68 ton CO2 en 80.000 euro: dat zijn de besparingen die de stad Sint-Truiden op jaarbasis wil realiseren door integraal voor EV’s te opteren. “Het was nu of nooit”, bevestigt burgemeester Heeren die het dossier van de dienstwagens ter harte heeft genomen. “Sinds begin 2016 bedraagt de CO2-uitstoot van onze 22 poolwagens welgeteld 0 gram”, zegt ze, “waardoor we niet alleen een pioniersrol vervullen maar tegelijkertijd aan onze inwoners tonen dat elektrische voertuigen

< 12 >

volwaardige alternatieven voor klassieke wagens zijn.” Voor langere verplaatsingen zet de CD&V-politica hybrides in, tenminste als de fiets en het openbaar vervoer geen uitkomst bieden. Laadpaleninfrastructuur Na anderhalf jaar voorbereiding en bijhorende tenders is de keuze gevallen op ZE-Electric modellen van Renault, geleverd door de Groep Pashuysen. Voor soloritten gebruiken de stadsdiensten vijf Zoës, voor personen- en vrachtvervoer respectievelijk acht Kangoo’s Express en negen Maxi’s (waarvan er vier uitgerust zijn met vijf zitplaatsen). De Zoës zijn onder gunstige omstandigheden goed voor een rijbereik van 170 km, de Kangoo’s voor 150 km. “Bovendien hebben we voor laadpalen gekozen die de batterijen na een half uur weer voor 80% opgeladen hebben”, voegt de burgemeester er enthousiast aan toe. De laadpalen zijn van het Mennekes Amtron-type en worden geleverd door Stagobel. De firma Maris neemt de plaatsing voor zijn rekening. Op termijn moeten er achttien laadstations komen die louter voor het dienstwagenpark bedoeld zijn. Drie staan er nu al aan het administratief centrum, de rest wordt geïnstalleerd aan het stadswerkhuis. Al is de kous daar zeker nog niet mee af. Burgemeester Heeren licht toe: “De volgende twee jaar


Ken Divjak

wordt de bestaande infrastructuur uitgebreid met de inplanting van laadpunten over het hele grondgebied. Daarvoor is Sint-Truiden samen met onder meer Antwerpen en Hasselt in het project Evora gestapt, een expertiseplatform dat zowel steden en gemeenten als netbeheerders en autoconstructeurs vertegenwoordigt. Via dat initiatief willen we tot een versnelde uitrol van een publieke oplaaduitrusting op het hele grondgebied komen.” In concreto gaat het om extra laadpunten in de stadskern, aan de rand van de stad nabij de verschillende sporthallen én in de drie hoofddorpen van de 14 deelgemeenten. De overige palen worden geïnstalleerd op basis van de behoeftes van de bevolking. Inwoners die zich een elektrische auto aanschaffen, kunnen beschikken over een laadpunt in de buurt en kunnen daarvoor een aanvraag indienen. Daarbij wordt eerst gekeken of de vragende partij een laadpunt op eigen terrein kan installeren, vervolgens komt er een onderzoek naar de bezettingsgraad van de oplaadpalen binnen een straal van 250 meter en daarna wordt er gezocht naar

laadcapaciteit op publieke parkeervoorzieningen. Pas in laatste instantie wordt de optie tot plaatsing van een extra laadpunt overwogen. Rode draad Een dergelijke investering is natuurlijk niets zonder omkadering, maar ook daar hebben ze in Sint-Truiden aan gedacht. ‘Duurzaamheid loopt als een rode draad door ons beleid’ luidt het op het stadskantoor, wat zich onder meer vertaalt in zonnepanelen op de daken van de verschillende werkplaatsen. Daarnaast heeft Sint-Truiden ook een participatie in het windmolenpark Greensky; een partnership tussen Electrabel (50%), de stad Sint-Truiden (23%), de Brusselse

Doordat de bestaande vloot van de stad Sint-Truiden tussen de 9 en de 25 jaar oud was, kan burgemeester Veerle Heeren (met lichtblauwe jas) prat gaan op een jaarlijkse besparing van 68 ton CO2 en 80.000 EUR met de overschakeling op EV’s.

< 13 >


Dossier >> KMO

Voor een versnelde uitrol van zijn laadinfrastructuur is Sint-Truiden in het expertiseplatform Evora gestapt.

Elektriciteitsintercommunale (17%) en Infrabel (10%). In totaal zullen er onder die paraplu 25 windturbines worden gebouwd, wat in een van de grootste turbineparken van België moet resulteren. Op die manier vloeit er weer groene stroom naar de laadpalen en - belangrijker nog - naar het spoornet van Infrabel dat er dagelijks 170 treinen deels mee op duurzame windenergie gaat laten rijden. “Met de omschakeling naar EV’s zijn we onze vloot ook bewuster gaan gebruiken”, klinkt het verder nog. “We hebben de auto’s in een interne pool gestoken, opdat ze door zoveel mogelijk medewerkers gebruikt kunnen worden. Via een planningssysteem worden goede afspraken gemaakt, om ervoor te zorgen dat iedereen steeds over een voertuig kan beschikken.” Al betekent dat nog niet dat het stadsbestuur het gebruik van de wagen voortaan gaat promoten onder zijn werknemers. Voor werkverplaatsingen worden er daarom in eerste instantie alternatieven aangereikt, zoals de trein en een aantal stadsfietsen. Pas in laatste instantie komen de EV’s aan bod. Dat de politie- en andere hulpdiensten wel nog over conventionele wagens beschikken, spreekt voor zich. Al werkt de burgervader ook daar aan een vergroening: “Naast speciale fietsen voor onze wijkagenten voorzien we binnenkort ook hybridewagens voor een deel van het korps. Voor algemene taken krijgt de politie vier Toyota’s Auris Hybrid toebedeeld, voor lokale verplaatsingen komt er een Yaris Hybrid bij. Kwestie van in noodsituaties niet zonder autonomie te stranden, maar tegelijkertijd toch groen onderweg te zijn.” Daarmee mag duidelijk wezen dat Koning Auto zeker geen persona non grata wordt in Sint-Truiden, op voorwaarde dat het ecologisch verantwoorde exemplaren betreft. Operationele lease Een drietal maanden na de indiensttreding van de EV’s is het nog te vroeg om al conclusies te trekken. Toch zijn zowel de gebruikers (die extra gebrieft zijn over het juiste gebruik van een elektrisch voertuig) als de inwoners (die enthousiast rea-

<< < 14 >

M et de omschakeling naar EV’s zijn we onze vloot ook bewuster gaan gebruiken.” Veerle Heeren, Burgemeester Sint-Truiden

geren op de omschakeling) verheugd dat Sint-Truiden een voortrekkersrol inneemt met zijn dienstwagenpark. “Waarom wachten als je nu al een verschil kan maken?”, zegt Veerle Heeren. “Onze vorige wagens waren tussen de 9 en de 25 jaar oud en bijgevolg dringend aan vervanging toe. De klassieke upgrade was mogelijk, maar geen optie binnen ons beleid. Daarom zijn we samen met J&T Autolease voor een heus EV-wagenpark gegaan, helemaal in lijn met onze visie voor de toekomst van Sint-Truiden.” En of de Truienaren die koerswissel gewaar zullen worden. Momenteel rijden de witte wagens nog ongemarkeerd rond, maar daar komt weldra verandering in. Bovendien plant het stadsbestuur jaarlijks 200.000 kilometer af te leggen met de vloot van 22 wagens, waardoor de visibiliteit gegarandeerd is. De operationele leaseformule maakt ook dat de stad zich niet meer zelf om het onderhoud en de bijhorende administratie hoeft te bekommeren, waardoor er ook op dat vlak weer tijd én geld vrijkomt. Centen die op hun beurt aangewend worden voor groene initiatieven, maar ook voor de heraanleg van de Grote Markt die - in tegenstelling tot andere steden - nog steeds bovengrondse parkeerplaatsen voorziet. Al zouden de burgemeester, schepen van mobiliteit Bert Stippelmans en de schepen van milieu Hilde Vautmans natuurlijk graag zien dat die plaatsen gaandeweg ingenomen worden door hybrides en EV’s. Naar het voorbeeld dat de coalitie van CD&V en Open VLD in de Zuid-Limburgse stad gesteld heeft.



Dossier >> KMO

Lage-emissiezone

Antwerpen start als eerste met een LEZ Gemeenten in Vlaanderen kunnen vanaf 1 maart 2016 een lage-emissiezone (LEZ) invoeren. De stad Antwerpen wordt de eerste om het systeem toe te passen met een geplande invoering vanaf februari 2017. Voor Brussel en Wallonië werd nog geen wettelijk kader goedgekeurd. Maar wat is een lage-emissiezone eigenlijk? Een lageemissiezone is een afgebakend gebied waarbinnen voor bepaalde voertuigcategorieën toegangsvoorwaarden gelden op basis van de uitstoot van het voertuig. De normen zijn strenger voor dieselvoertuigen dan voor benzinevoertuigen. Deze toegangsvoorwaarden zijn 7 dagen op 7 en 24 uur op 24 van toepassing. Minder positief is het feit dat de regels tussen bepaalde gemeenten kunnen verschillen. Er zijn wel enkele gewestelijke criteria vastgelegd, maar daarnaast kunnen gemeenten dus zelf nog bepaalde categorieën van voertuigen, die niet aan de gewestelijke criteria voldoen, tijdelijk toelaten tegen betaling. Dit systeem van uitzonderingen ondermijnt de transparantie voor autobestuurders en veronderstelt een goede voorafgaande kennis van de toegelaten voertuigen en mogelijke uitzonderingen per gemeente om zo een boete te vermijden. Wellicht zullen er in de toekomst ook app’s beschikbaar komen die op basis van gps-coördinaten en de technische kenmerken van het voertuig vooraf zullen waarschuwen dat men een bepaalde zone binnenrijdt en mogelijks in overtreding is. In Antwerpen zal de controle via automatische nummerplaatcontrole (ANPR) verlopen. Voertuigen die onvoorwaardelijk toegelaten zijn tot de lage-emissiezone:

< 16 >

- elektrische voertuigen - plug-in-hybride voertuigen - voertuigen die door waterstof worden aangedreven - bromfietsen, ... - prioritaire voertuigen - voertuigen van de Krijgsmacht Voertuigen die enkel onder bepaalde voorwaarden toegelaten zijn tot een lage-emissiezone: - voertuigen bestemd voor het vervoer van personen (categorie M). Daartoe horen personenwagens (categorie M1), autobussen en autocars (categorieën M2 en M3 afhankelijk van het aantal zitplaatsen). - voertuigen bestemd voor het vervoer van goederen (categorie N). Tot deze categorie horen bestelwagens (categorie N1) en vrachtwagens (categorieën N2 en N3 afhankelijk van het hoogst toegelaten gewicht). - landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (categorie T). De categorie van een voertuig vindt men terug op het gelijkvormigheidsattest en het inschrijvingsbewijs van het voertuig. Alle andere voertuigcategorieën worden onvoorwaardelijk toegelaten in de zone. Euronorm als toegangsvoorwaarde Of een voertuig van deze categorieën een lage-emissie-


Toegangscriteria tot 2025 Vanaf Zijn voertuigen voor het vervoer van personen (categorie M) toegelaten

01/03/2016

Benzineaardgasvoertuigen Zijn voertuigen voor het vervoer van goederen (categorie N) toegelaten

Benzineaardgasvoertuigen Zijn landbouw- en bosbouwtrekkers op wielen (categorie T) toegelaten

Euronorm 1 of hoger

Invoering in verschillende fasen 1ste fase: tot 1 januari 2020 Enkel benzine- of aardgasvoertuigen die minimaal aan de Euro 1-norm voldoen en dieselvoertuigen die minimaal aan de Euro 4-norm voldoen, mogen een lage-emissiezone binnenrijden. Als overgangsmaatregel worden ook Euro 3-dieselvoertuigen toegelaten, op voorwaarde dat ze voorzien zijn van een roetfilter. 2de fase: vanaf 1 januari 2020 tot 1 januari 2025 Enkel benzine- of aardgasvoertuigen die minimaal aan de Euro 2-norm voldoen en dieselvoertuigen die minimaal aan de Euro 5-norm voldoen, mogen een lage-emissiezone binnenrijden. 3de fase: vanaf 1 januari 2025 tot een nog te bepalen datum Enkel benzine- of aardgasvoertuigen die minimaal aan de Euro 3-norm vol-

Euronorm 6

Euronorm 2 of hoger

Euronorm 3 of hoger

Wanneer de motor van het voertuig minimaal voldoet aan… Euronorm 5 of hoger

Euronorm 6

Euronorm 2 of hoger

Euronorm 3 of hoger

Euronorm 3 als het voertuig is uitgerust met een roetfilter Euronorm 1 of hoger

Wanneer de motor van het voertuig minimaal voldoet aan… Fase IIIa of hoger

zone binnen mag is afhankelijk van de euronorm. Die staat vermeld op het inschrijvingsbewijs van het voertuig. De toegangscriteria worden strenger in 2020 en in 2025 volgens bovenstaand schema.

Euronorm 5 of hoger

Euronorm 3 als het voertuig is uitgerust met een roetfilter

Euronorm 4 of hoger Dieselvoertuigen

01/01/2025

Wanneer de motor van het voertuig minimaal voldoet aan… Euronorm 4 of hoger

Dieselvoertuigen

01/01/2020

Fase IIIb of hoger

doen en dieselvoertuigen die minimaal aan de euro 6-norm voldoen, mogen een lage-emissiezone binnenrijden. Voertuigen die gebruikt worden door of voor personen met een handicap Hiervoor moet minstens aan één van de volgende voorwaarden voldaan zijn: - de eigenaar van het voertuig of een persoon die op hetzelfde adres is gedomicilieerd heeft recht op een verhoogde tegemoetkoming in de gezondheidszorg en beschikt over een speciale parkeerkaart voor personen met een handicap; - het voertuig is aangepast voor het vervoer van personen met een handicap en heeft daarvoor een goedkeuring die is afgeleverd door de bevoegde overheidsinstantie en de eigenaar of een persoon die op hetzelfde adres gedomicilieerd is beschikt over een speciale parkeerkaart voor personen met een handicap; - het voertuig is aangepast voor het vervoer van personen met een handicap en wordt ingezet voor de diensten aangepast vervoer.

Fase IV

Tot 2025 worden de toegangscriteria systematisch strenger.

Tijdelijke toegang tegen betaling De tijdelijke toegang geldt enkel voor de LEZ op het grondgebied van de gemeente die de toelating verleent. De tijdelijke toegangsvoorwaarden vindt u op de website van de betrokken gemeente. Antwerpen voorziet een tijdelijke toegang tegen betaling. Registratie om een lage-emissiezone binnen te rijden Er bestaat geen algemene registratieverplichting. Men moet

< 17 >


Dossier >> KMO zijn voertuig enkel registreren in volgende gevallen: - het voertuig is uitgerust met een Euro 3-motor en er is een roetfilter op geïnstalleerd waarvoor geen roetfilterpremie is aangevraagd bij de Vlaamse overheid - men voldoet aan de uitzonderingsvoorwaarden voor personen met een handicap - het voertuig is in het buitenland ingeschreven en voldoet aan de algemene toegangsvoorwaarden. Hoe registreren? - uiterlijk 24 uur nadat u voor het eerst een LEZ bent binnengereden - op de website of via het loket van eender welke gemeente waar een LEZ is ingevoerd - de registratie blijft gelden zolang de nummerplaat, die bij het geregistreerde voertuig hoort, niet wijzigt - personen met een handicap moeten hun voertuig steeds bij de eerstvolgende wijziging van de toegangsvoorwaarden (in 2020 en 2025) registreren, zodat nagegaan kan worden of ze nog steeds aan de uitzonderingsvoorwaarden voldoen. Stad Antwerpen Antwerpen voorziet vanaf februari 2017 de invoering van een LEZ. De zone omvat de volledige binnenstad binnen de ring en het residentieel gedeelte van linkeroever. De Antwerpse ring zelf valt buiten de zone, de ringwegen direct ernaast behoren wel de LEZ-zone. Alle info vindt je via onderstaand link. Via een aparte tool kom je te weten of je voertuig voldoet aan de emissienormen. Indien je voertuig niet voldoet aan de minimale euro-standaard hanteert Antwerpen twee tarieven waarvan je de voorwaarden via onderstaande link kan terugvinden. Ook voor bewoners die binnen de zone wonen gelden speciale voorwaarden. Dit zijn alvast de Antwerpse tarieven voor personenwagens die niet aan de minimale Euronorm voldoen (tabel hierboven). Inwoners van een LEZ met een voertuig dat niet aan de minimumnorm voldoet - Euronorm 3-dieselwagen kunnen een roetfilter laten installeren en hiervoor een premie ontvangen - Het huidige voertuigen vervangen door een milieuvriendelijk alternatief. Een benzinewagen is vaak de goedkoopste keuze voor wie weinig kilometers aflegt. Bromfietsen Uit gezondheidsoverwegingen zouden ook oude bromfietsen inderdaad best geweerd worden. Vooral de tweetaktmotoren stoten veel fijn stof uit. De controle van een LEZ gebeurt echter aan de hand van de nummerplaat en die is tot 1 januari 2017 nog niet verplicht voor bestaande motorfietsen.

Expert aan het woord Michel Willems Fiscalist automotive tax & International fleet & mobility consultant Mobilitas

< 18 >

Voertuigen tot 8 personen + bestuurder Vanaf

Categorie M1 perononewagen tot 8 zitplaasten + bestuurder

Periode

Gewoon tarief

Verlaagd tarief

Dag

20 EUR

0 EUR

Week

30 EUR

20 EUR

Maand

45 EUR

30 EUR

3 maanden

100 EUR

60 EUR

6 maanden

180 EUR

100 EUR

Jaar

350 EUR

180 EUR

Zodra dat het geval is en de milieukenmerken van elke motorfiets gekend zijn, zullen ook oude bromfietsen uit de LEZ kunnen worden geweerd. Buitenlandse voertuigen Het verkeersbord is opgenomen in de Wegcode en is dus van toepassing op alle voertuigen die zich op de openbare weg bevinden. Buitenlandse voertuigen zullen zich vooraf moeten registreren via de website of het loket van de betrokken stad. Boetes van overtreders zonder vaste verblijf- of woonplaats in België kunnen onmiddellijk worden geïnd.

Scan deze code om na te gaan of en hoe u Antwerpen binnen kan vanaf februari 2017

Deze Antwerpse lageemissiezone wordt van kracht vanaf februari 2017.



Dossier >> KMO

Rondetafel

De kmo als doelgroep

Goed nieuws voor de kmo’s: uw mobiliteitspartners weten behoorlijk goed in te schatten hoe zij een partner kunnen zijn in uw mobiliteitsproblematiek. Of hoe de kmo op korte tijd is uitgegroeid tot een heuse doelgroep. De lokale verankering van een kmo leidt doorgaans tot een veel directer contact tussen de individuele chauffeurs en de dienstenleveranciers.

< 20 >

Volgens de laatste cijfers van Unizo en Graydon, die dateren van januari 2016 telt Vlaanderen maar liefst 591.132 kleine en middelgrote ondernemingen actief, een aantal dat de laatste tien jaar gemiddeld met 2% per jaar toenam. En daar blijft het niet bij, want uit onderzoek blijkt dat diezelfde kmo’s de jongste jaren ook financieel sterker in hun schoenen staan. Het percentage kmo’s met weinig risico op faling en een ruim groeipotentieel is nooit groter geweest (73,6%) terwijl het aantal kleine en middelgrote bedrijven met verhoogd risico op faillissement tussen 2005 en 2014 zakte van 17,3 naar 12%. Kortom, een economische groeipool waar nu ook vanuit

de fleet- en leasingwereld de nodige aandacht aan wordt besteed. Daar waar kmo’s tot voor een paar jaar zelden als een op zichzelf staande doelgroep werden beschouwd, maken ze vandaag een flink deel uit van de klantenportefeuille van heel wat mobiliteitspartners. Weinig precieze cijfers Dat bevestigt ook link2fleet-expert en fleetconsultant bij Nordicar Volvo,


Dirk Steyvers

<<

egene die zich in een kmo met het vlootbeheer D bezighoudt, heeft ook nog vaak een of meerdere andere taken en is dus niet noodzakelijk iemand met een grote kennis van zaken in de materie.” Michel Arcq, fleetconsultant bij Nordicar Volvo

zit ongeveer 60% van onze portefeuille in aantal klanten. Zij vertegenwoordigen 17% in aantal rijdende wagens. Zonder concrete cijfers te noemen sluit Gudrun Ghys, zaakvoerder van Ciacfleet, sluit zich aan: “Het wagenpark van CIACfleet telt heel wat kmo’s, iets meer dan de helft. Dat is historisch zo gegroeid, omdat we nu eenmaal in een regio zitten waar veel kmo’s actief zijn en ook omdat we zelf een kmo best de behoeften en noden van de bedrijven kennen.”

Michel Arcq,: “Zowat 70 tot 75% van onze klanten zijn fleetklanten en je kan gerust stellen dat de overgrote meerderheid daarvan kmo’s zijn. De leasemaatschappijen sluiten zich aan, ook al werken zij vaak op basis van wagenparkvolume. Saskia Raymaekers, Manager Marketing & Sales Support voor KBC Autolease: “Het is voor ons moeilijk om aan te geven hoeveel procent van onze klanten nu precies kmo is, omdat wij segmenteren op basis van wagenpark. Je kan wellicht wel stellen dat de klanten in het LE-segment, wat staat voor local enterprises over het algemeen kmo’s zijn. In het LE segment

Lokale verankering Vooral dat laatste aspect blijkt cruciaal doorheen het kmoverhaal in fleet en leasing en vertaalt zich concreet naar ontzorgen en lokale verankering. Dat bevestigt Pieter Goossens, Manager MarCom & Innovation bij Athlon Car Lease: “Het ontzorgen van de interne contactpersonen is voor veel kmo’s de eerste bekommernis. Meestal vormt het vlootbeheer voor deze mensen maar een heel klein onderdeel van hun dagtaak. Het zijn dan ook vaak nietspecialisten die soms zonder kennis van zaken het vlootbeheer in handen krijgen. Het is met andere woorden een type klant dat informatie zoekt en oplossingen die maximaal ontzorgen.” Voor een partner als Opel vertaalt zich dat vooral in een specifieke benadering van de kmo-klant. Roeland Vriens, Manager Fleet & Remarketing Used Vehicles voor Opel Belux: “Sinds een paar jaar zetten wij nadrukkelijk in op de kmo-klant die we quasi uitsluitend via ons dealernetwerk

< 21 >


Dossier >> KMO

<<

J e mag gerust stellen dat de lokale verbondenheid van een dealer met zijn klant zonder meer de sleutel vormt tot een succesvolle benadering van de heel diverse kmo-markt.” Roeland Vriens, Manager Fleet & Remarketing Used Vehicles voor Opel Belux

benaderen. Uiteraard geniet ons netwerk daarbij een sterke ondersteuning vanuit de invoerder en meer bepaald de fleetafdeling. Maar je mag gerust stellen dat de lokale verbondenheid van een dealer met zijn klant zonder meer de sleutel vormt tot een succesvolle benadering van de heel diverse kmo-markt waar je alle types vloot tegenkomt.” Wat is een kmo? Er bestaat zowaar een Europese definitie van wat een kleine of middelgrote onderneming is en die definitie houdt rekening met drie criteria: - Aantal werknemers - Omzetcijfer of balanstotaal - Zelfstandigheid: niet meer dan 25% van de onderneming mag in handen zijn van een onderneming die niet aan de kmo-definitie voldoet. Aantal werknemers

Omzet (in EUR)

Kleine onderneming

< 50

≤ 10 miljoen

of

≤ 10 miljoen

Middelgrote onderneming

< 250

≤ 50 miljoen

of

≤ 43 miljoen

Categorie

< 22 >

Balanstotaal (in EUR)

Zelf een kmo In die benadering helpt het uiteraard als je als leverancier of mobiliteitspartner zelf een kmo-structuur hebt. Dat bevestigen zowel AutoGlass Clinic, Ciacfleet als Profile Tyrecenters. Diederik Vernimmen van AutoGlass Clinic: “Ons netwerk van glasherstellers zijn stuk voor stuk kleine zelfstandigen die dus uit eigen ervaring weten wat er leeft binnen een kmo, welke problemen zich voordoen en hoe zij daar als mobiliteitspartner op kunnen inspelen.” Mobiliteitspartners zoals leasingbedrijven of autoconstructeurs met een veel grotere structuur zijn zich echter bewust de eigenheden van de kmo-markt. Michel Arcq: “Kmo’s kennen inderdaad heel andere noden. Degene die zich er met het vlootbeheer bezighoudt, heeft ook nog vaak een of meerdere andere taken en is dus niet noodzakelijk iemand met een grote kennis van zaken in de materie. Voor die mensen proberen wij een aanbod op maat uit te werken. Als dealers is het immers onze taak de klant daarin optimaal te begeleiden. Bovendien hebben wij als dealer bij een kmo veel makkelijker en vaker contact met de bestuurders zelf. Ook hier moeten we advies op maat voorzien. Maar ook in de naverkoop stellen kmo’s vaak hoge verwachtingen.” Aanbod en service identiek Dat directere contact met de bestuurder bevestigen ook de andere mobiliteitspartners die we aanspraken. Vreemd genoeg vertalen de eigenheden van de kmo-markt zich niet noodzakelijk in een aangepast productaanbod. “Het is veeleer de manier waarop je je producten aan de man brengt, die verschilt”, weet Pieter Goossens. “Je benadering in sales verschilt. Kmo’s trekken immers meer zelf op zoek naar oplossingen. Ze hebben misschien niet alle knowhow in huis qua vlootbeheer, maar ze zijn vaak een stuk dynamischer met snelle beslissingen en korte communicatielijnen.” Ook bij KBC Autolease is de aanpak op maat van de kmo. Saskia Raymaekers: “Wij hebben voor dit segment een zeer specifieke wijze van benaderen. Enerzijds is er de zeer nauwe samenwerking met de KBC-kantoren en anderzijds onze Autolease Advisers die instaan voor het maken van de offertes en het beheer van hun portefeuille.” Gelukkig zijn alle partijen het erover eens dat er qua service geen onderscheid wordt gemaakt tussen grote, middelgrote of kleine vloten. Of zoals Yannis Vermeulen het voor Profile verwoordt: “Als mobiliteitspartner van iedereen, klein of groot, zoeken wij ook met kmo’s naar de ideale band voor hun noden, en bieden we hen de service die het beste past bij hun wensen en behoeften. Als merkonafhankelijke bandenspecialist kunnen wij de perfecte link leggen tussen onze verschillende producten en wat onze klanten nodig hebben, rekening houdend met hun budget, kwaliteitsverwachtingen, servicebehoeftes en dergelijke meer. Elke klant krijgt van ons dus persoonlijk advies op maat.” Vernieuwers Gezien het vaak veel kortere beslissingsproces binnen een kmo, hoeft het dan ook niet te verbazen dat kmo’s meer dan eens ook pioniers blijken te zijn die heel kort op de bal spelen en zo tot vernieuwende wagenparken of mobiliteits-


oplossingen komen. U leest er onze twee casestudy’s vooraan in dit dossier maar op na, maar ook Pieter Goossens bevestigt dat bijvoorbeeld de Athlon Mobility Card ook bij heel wat kmo’s ingang vindt. Diezelfde flexibiliteit vind je volgens Michel Arcq ook terug in de financieringsmethodes: “Een grote onderneming kiest quasi altijd voor een leasingformule, maar een kmo zal makkelijk eerst zijn eigen financiële situatie in overweging nemen om dan pas te kiezen voor aankoop of leasing. Hetzelfde geldt voor de concrete autokeuze die bij een kmo vaak vrijer is dan in een grote vloot.” Die vrijheid in voertuigkeuze ondervindt ook Roeland Vriens: “Kmo’s werken zelden met een beperkende voertuigenlijst waarin de premiummerken vaak het voortouw nemen. Maar de user-chooser bereiken is voor een merk als Opel een verhaal van lokale verankering en persoonlijk contact, aangevuld met ondersteunende initiatieven zoals de Fleet 3 Day Test Drive.” Meer dan ooit een doelgroep We besluiten met de woorden van Gudrun Ghys die uitstekend samen-

vat wat voor kmo’s van tel is: “vaste zelfde contactpersoon, prima communicatie, flexibiliteit, snel in reactie, duidelijke uitleg, persoonlijke benadering, eerlijk.” Meteen een bewijs van hoe goed de mobiliteitspartners van vandaag hun kleine en middelgrote klanten kennen. Ons besluit is dan ook ondubbelzinnig: de kmo is binnen de wereld van fleet en leasing meer dan ooit uitgegroeid tot een concrete doelgroep, met flink wat commercieel potentieel. Een doelgroep die de vernieuwing niet schuwt en dankzij korte beslissingsprocessen een blijvende motor kan zijn voor innovatie. Diezelfde kmo’s kunnen, in functie van de flexibiliteit van de betrokken mobiliteitspartners, bovendien rekenen op flink wat maatwerk.

Alle geconsulteerde partijen zijn het er over eens dat het dienstaanbod en de servicekwaliteit voor een kmo dezelfde is als voor een grote vloot.

Ander landschap, zelfde oplossingen Of het kmo-landschap er aan de andere kant van de taalgrens anders uitziet? Ja en neen, zo bleek uit eenzelfde rondvraag voor de Franstalige editie van link2fleet. Neen, omdat de belangrijkste activiteitensectoren, met de dienstensector op kop, dezelfde zijn als in Vlaanderen en Brussel. Anderzijds gelden in Wallonië heel andere mobiliteitsproblematieken dan bijvoorbeeld in Antwerpen of Brussel zodat je logischerwijze mag verwachten dat het dienstenaanbod daarop inspeelt. Zeker de lokale spelers zoals dealergroepen sluiten er, net als bij ons, met hun dienstenaanbod heel goed aan op het verwachtingspatroon van hun lokale klanten. Nationale organisaties kiezen logischerwijze voor een meer gegeneraliseerde aanpak.

< 23 >



Driver Management >> Nieuwe aandrijfsystemen

Damien Malvetti

CNG en elektrische laadstations

Kaart alternatieve tankstations “Alternatieve mobiliteit is een hol begrip. In België zijn er bovendien nauwelijks laadstations te vinden”. Het is een veelgehoorde klacht. En toch … Ons land telt niet minder dan 600 laadstations! Het komt er gewoon op aan ze te vinden. Om u hierbij een handje te helpen, heeft link2fleet een kaart opgesteld (zie volgende bladzijden) met alle laadlocaties en CNG-tankstations in België.

België telt momenteel meer dan 600 elektrische laadstations.

Laten we beginnen met de elektrische laadstations. Hierbij valt meteen op dat Vlaanderen en Brussel beter scoren dan Wallonië, al zijn er ook in het zuiden van het land voldoende laadvoorzieningen in de grote steden en langs de belangrijkste hoofdwegen. Ons land telt in totaal ruim 600 laadstations. Deze zijn echter niet altijd voor iedereen toegankelijk. Zo moeten we een onderscheid maken tussen ‘publieke’ installaties en private laadpunten bij particulieren, bedrijven, restaurants, winkelcentra of autodealers. Ze zijn ook lang niet allemaal gratis. Sommige stations zijn enkel toegankelijk tegen betaling of als lid van een netwerk. Veel grote winkelbedrijven (Ikea, Decathlon, Delhaize, Cora, Carrefour, …) hebben op hun parkings laadpalen geïnstalleerd die voor iedereen toegankelijk en meestal gratis zijn. Ook autodealers hebben vaak een laadinstallatie op hun terrein staan. Maar het gebruik ervan is vaak voorbehouden voor bestuurders van een elektrisch voertuig van het merk. De toegankelijkheid van laadstations kan zelfs binnen een zelfde netwerk van dealer tot dealer verschillen. Ook de prijzen variëren. Download daarom onze kaart voordat u de weg op gaat en kom alles te weten over de laadpunten langs uw reisroute. Controleer ook het gebruikte type

stekker, want niet alle aansluitingen zijn hetzelfde. CNG-stations: groeiend netwerk Terwijl diverse autofabrikanten verder werken aan de ontwikkeling van voertuigen op waterstof, blijft het aantal waterstofstations voorlopig beperkt tot een enkele installatie in Zaventem. Anderzijds bieden de belangrijkste merken een breed gamma voertuigen op CNG, met een snel groeiend netwerk van vulstations. Zo beschikt brandstofleverancier DATS24 over een twintigtal CNG-stations, en ook andere maatschappijen zoals Total en Q8 breiden hun netwerk gestaag verder uit. Onze kaart vermeldt voorlopig zo’n veertig vulstations. Maar gelet op het aantal stations in aanbouw, zal dit cijfer in de komende maanden waarschijnlijk verdubbelen. Dankzij onze online kaart hebben uw medewerkers geen enkele reden meer om niet te kiezen voor elektrisch of CNG.

Ontdek onze kaart centraal in dit magazine

< 25 >


CNG-stations Stations DATS24-netwerk Stations ENoRa-netwerk Stations Green Point Supplies-netwerk Stations Q8-netwerk Stations Total-netwerk Andere CNG-stations Elektrische laadstations Publiek laadstation met vrije toegang Laadstation met beperkte toegang Laadpunt op een winkelterrein of in een handelszone Laadpunt op het terrein van een carwash of autohandel Laadpunt op het terrein van een overheidsdienst Laadpunt op een bedrijfsterrein Laadpunt op het terrein van een sportcomplex Laadpunt op een parkeerterrein Laadpunt op een hotelterrein Laadpunt op het terrein van een restaurant Laadpunt op het terrein van een leasebedrijf Laadpunt op het terrein van een tankstation Laadstation van een netwerk Laadstation bij een dealer of op het terrein van een autofabrikant Laadpunt op het terrein van parkeerbedrijf Laadpunt op het terrein van een NMBS-station Laadpunt op het terrein van een winkelketen

< 26 >

Raadpleeg onze lijst met alternatieve tankstations en houd


d alle gegevens up-to-date met deze QR-code:

< 27 >



Dossier >> KMO

Tony De Mesel

Technologie

Rijden op waterstof: rariteit maar realiteit

Het is op de kaart centraal in dit magazine of op onze website even zoeken naar waterstofstations, maar dat betekent niet dat de achterliggende technologie niet productierijp zou zijn. We kijken even naar de Mirai omdat het de eerste productiewagen is die in zijn geheel als een brandstofcelauto werd ontwikkeld. In de Toyota Mirai zijn alle componenten van de aandrijflijn laag gemonteerd met als voordeel een laag zwaartepunt van de auto.

Net zoals bij de hybride auto’s wil Toyota met de brandstofcelauto zich als een pionier opwerpen. De Mirai mag daar een bewijs van zijn. Ondertussen heeft Toyota 50 exemplaren van zijn Mirai met brandstofcel naar Europa verscheept. Dit jaar moet het aantal oplopen tot 100. Spectaculaire cijfers zijn dat niet, maar het is wel een aanzet. Met zijn huidige installaties is de Japanse autobouwer in staat om de jaarproductie in 2017 op te voeren tot 3.000 stuks. Het gros daarvan zal in Japan blijven. Belangrijkste exportmarkt wordt de VS en meer bepaald Californië. In Europa ziet Toyota Denemarken, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk maar ook België als sleutelmarkten.

Waterstof tanken

Essentieel voor de doorbraak van de brandstofcelauto is uiteraard de beschikbaarheid van geschikte tankinstallaties. Momenteel zijn er 12 dergelijke stations in Denemarken. Duitsland zal tegen eind 2016 50 waterstofinstallaties hebben en tegen 2023 moet dit aantal oplopen tot een fikse 400. In het Verenigd Koninkrijk zullen er tegen eind 2016 15 installaties zijn. Streefcijfer voor 2020 is 65 stations in het VK. In België is op 22 april in samenwerking met Air Liquide de eerste tankinstallatie officieel geopend. Tegen 2020 zouden In Vlaanderen alleen al 20 tankstations met waterstof operationeel moeten zijn. Aan de huidige Duitse tarieven zou het voltanken van de Mirai 45 EUR kosten.

< 29 >


Dossier >> KMO Het andere alternatief: CNG

De Toyota Mirai is de eerste in massa gebouwde auto die van bij het begin als brandstofcelauto werd ontwikkeld.

Water uit de uitlaat In een brandstofcelauto als de Mirai wordt waterstof onder gasvorm getankt. Het voltanken duurt niet langer dan drie tot vijf minuten. De waterstof wordt bewaard in twee met koolstof versterkte cilindervormige tanks. De getankte waterstof wordt in de brandstofcel gebruikt om via een chemische reactie met zuurstof elektriciteit op te wekken. De enige uitstoot die de auto produceert is water. Er komt dus geen CO2 vrij evenmin als HC, SO2 en NOx. Dat heeft niet enkel te maken met de werking van de brandstofcel zelf maar ook met de aandrijving want die gebeurt met een elektrische motor. Strikt genomen vervangt de brandstofcel de lithium-ionbatterij van een klassieke elektrische auto. De brandstofcel heeft het voordeel compacter te zijn en een grotere actieradius toe te laten. In het geval van de Mirai en volgens de Europese rijcyclus zou een rijbereik van 550 kilometer mogelijk zijn. Om tijdens het rijden, en dan vooral bij het vertragen en het afremmen, energie te kunnen recupereren, is nog wel een aanvullende hoogvoltagebatterij gemonteerd. In detail Cruciaal onderdeel in de Mirai is uiteraard de brandstofcel. Er bestaan verschillende types naargelang de gebruikte interne materialen. Toyota koos voor een polymeer elektrolyt. De brandstofcel is opgebouwd uit 370 kleine cellen die samen maximaal

< 30 >

Momenteel telt België 91 CNG-stations. De meeste daarvan bevinden zich wel in Vlaanderen en Brussel. De Vlaamse Overheid streeft er trouwens naar om tegen 2020 maar liefst 300 CNG-stations te hebben. Het voltanken duurt vier tot vijf minuten en gebeurt via een pistool en een start-stopknop die zich op de pomp bevindt. Interessant vooral voor bedrijven is de zogenaamde ‘slow-fill’- installatie die op het bedrijf of thuis (voor zelfstandigen en particulieren) kan geïnstalleerd worden. Deze installatie wordt op het gasnetwerk aangesloten en is voorzien van een lichte pomp die het gas onder druk brengt. Het tanken duurt dan wel twee tot drie uur.

114 kW afleveren. Elke cel bestaat uit een elektrolytisch membraam, een paar elektroden (negatief en positief) en twee separatoren. Elke cel vertegenwoordigt 1 volt en door ze in serie te schakelen kan de voltage uiteraard worden opgevoerd. Een brandstofcel zou je kunnen omschrijven als een omgekeerde batterij. Waterstof Waterstof is het meest voorkomende chemische element in de natuur maar heeft één groot nadeel: door zijn typische chemische structuur komt het nooit alleen voor en verbindt het zich altijd met een ander element zoals met zuurstof in water. Om zuivere waterstof te bekomen moet het dus altijd gescheiden worden van zijn verbinder. Dat vergt energie en meer bepaald elektriciteit. Die elektriciteit kan van het net worden gehaald tijdens bijvoorbeeld de daluren. Er kan ook elektriciteit rechtstreeks worden gewonnen door het verbranden van biogas of door een aansluiting op windmolens of zonnepanelen. Ook ontstaat er waterstof als bijproduct van de chemische industrie. Welke ook de bron is, waterstof kan op twee manieren afzonderlijk worden bewaard: als vloeistof door te koelen tot minstens -253 graden of onder druk als gas. Vloeibare waterstof werd een tijd lang in experimentele auto’s van BMW en Mercedes gebruikt als brandstof voor een verbrandingsmotor. Opslagproblemen met vloeibaar gas hebben er toe geleid dat die experimenten werden stop gezet. Waterstof wordt nu bij auto’s enkel nog in gasvorm opgeslagen om dan gebruikt te worden in een brandstofcel.



FleetHouse Your Expertise & Networking Center. By Fleet Corner & link2fleet

Uw Fleet Business Center: • Reservatie zalen • Catering • Expertise • Opleidingen • Networking

Ontdek al onze diensten! Contacteer de heer Dominique Wilkin, dwilkin@fleetcorner.be


Driver Management >> Ecodriving

Claude Yvens

Tom Tom Telematics

De vrachtwagens achterna Terwijl de eerste ecodrivingsystemen hun opwachting maken bij de constructeurs, wordt hun besparingspotentieel geëvalueerd in het kader van een Europees project. Het potentieel is er, maar dan vooral wanneer de bestuurder het advies dat hij van zijn voertuig krijgt ook fysiek gewaarwordt. Welkom in de haptische wereld... Men moet er gewoon aan worden: uw auto gaat na het zicht en het gehoor ook meer en meer uw tastzin aanspreken. In de jacht op de CO2-uitstoot zal uw rechtervoet als eerste beroerd worden.

BMW is één van de enige fabrikanten die met Eco Pro en Eco Pro Plus een ecodrivingsysteem aanbiedt. Een systeem dat geboren werd binnen het i-gamma van het merk.

Learn, Coach, Evaluate De jacht op de verspilling is een begrip dat al goed is ingeburgerd in het wegvervoer: wanneer een liter per 100 km het verschil kan maken tussen verlies of winst, is het logisch dat de systemen die in real-time ecodrivingadvies geven, floreren. Of systemen die de controle van de aandrijflijn gewoonweg helemaal overnemen (Predictive Powertrain Control bij Mercedes-Benz). In de personenwagenwereld is men zover nog niet, met uitzondering van opties die aangeboden worden door enkele premiummerken. Het gaat dan ook om het geven van ecodrivingadvies in real-time en dat in functie van de rijsituatie. Een ecodrivingsysteem combineert meerdere informatiebronnen: een 3D-kaart (om het reliëf te 'lezen' en bijvoorbeeld te adviseren om niet te accelereren vlak voor de top van een helling), meerdere sensoren en camera's (om bijvoorbeeld de afstand met het vooroprijdende voertuig te berekenen) en het voertuig zelf (snelheid, motortoerental, zijdelingse acceleratie...). Het systeem analyseert de gegevens en geeft

voortdurend advies aan de bestuurder, bijvoorbeeld door hem voor te stellen het voetje te lichten voor een zone met beperkte snelheid. Het Europese project EcoDriver heeft het mogelijk gemaakt om de te verwachten winsten van dergelijke systemen te kwantificeren en enkele onverwachte voordelen te ontdekken. Verbruik en veiligheid Taco van der Leij, VP Product Marketing bij TomTom Telematics, is door zijn ervaring in de wereld van de bedrijfsvoertuigen een zwaargewicht als het op trucks aankomt? Hij benadrukt vooral het psychologische aspect: "Het volstaat dat een vlootbeheerder aankondigt dat hij een opvolgingssysteem voor zuinig rijden zal implementeren om het gemiddeld verbruik met 5% te doen dalen. Eens het programma gelanceerd wordt, mag men mikken op een bijkomende winst van 5 tot 10%."

< 33 >


Driver Management >> Ecodriving

De ‘embedded’ systemen zijn het meest doeltreffend wanneer het gaat over het verminderen van het verbruik, vooral als ze gecombineerd worden met een haptisch gaspedaal.

De resultaten van het EcoDriver-project zijn minder optimistisch. Gemeten over alle geteste systemen varieert de verbruikswinst tussen 2,2 en 5,8%, met pieken tot 20%. Het geteste oplossingenpalet was - dat moeten we toegeven - erg uiteenlopend: van een app die op een smartphone geïnstalleerd werd (niet echt aan te raden tijdens het rijden) tot in de boordcomputer geïntegreerde of op de voorruit geprojecteerde systemen, ontwikkeld door de fabrikanten zelf (BMW, Fiat) of door onafhankelijke leveranciers. De ecodrivingsystemen hebben echter andere voordelen: ze verminderen de gemiddelde snelheid (-3,4%, vooral bij het naderen van 'evenementen' zoals kruispunten of zebrapaden), ze doen schakelen bij een lager toerental, ze zorgen ervoor dat er vaker op de motor geremd wordt en beperken de snelheidsprofielen (minder bruuske acceleraties en remmanoeuvres). Last but not least... de veiligheidsafstand met het vooroprijdende voertuig verhoogt met 6 tot 10%. De winsten van de ecodrivingsystemen inzake verkeersveiligheid zijn dus reëel. Pedaal met variabele weerstand In het kader van het project hebben enkele deelnemers ook een gaspedaal met variabele weerstand gebruikt. Zo’n pedaal vereenvoudigt het accelereren wanneer een acceleratie noodzakelijk is en biedt meer weerstand indien een acceleratie niet wenselijk is. Deze 'haptische' pedalen hebben een positief effect, vooral voor het behouden van een veiligheidsafstand. Het lijkt er ook op dat een haptische pedaal doeltreffender is in de afremfase (ontmoedigen van ‘onnodig gas') dan in de acceleratiefase. Volgens onze informatie zal een systeem zonder haptische pedaal slechts enkele tientallen euro kosten en het zal dus niet enkel voorbehouden blijven voor premiummerken (of fleetpacks). Men zou dergelijke systemen daarom vrij snel in het aanbod van de autoconstructeurs moeten terugvinden. Als ze, zoals dat het geval was met de actieve veiligheidssystemen of de bandendrukcontrole, al niet verplicht worden...

< 34 >

Taco van der Leij (TomTom Telematics) “De invloed op de veiligheid is nog groter."

Hoe heeft de markt gereageerd op uw Optidrive 360? TvdL: De markt heeft erg goed gereageerd omdat het gaat om een holistische benadering. De klant kan beginnen met een eenvoudige aanpak, met enkel raadgevingen over acceleraties of remmanoeuvres, waarna hij kan overstappen naar een meer volledige versie met tracking en analyse-instrumenten voor de vlootbeheerder. Het zijn de grootste wagenparken die het meeste interesse tonen en dat dan vooral in het Verenigd Koninkrijk, waar het milieubewustzijn en het besef van verkeersveiligheid sterker ontwikkeld zijn. En zoals we nu al weten, is de positieve impact op de verkeersveiligheid nog groter dan die op het verbruik. Hangt de toepassing van dergelijke systemen af van de reglementering? Gedeeltelijk. De klanten moeten de stap naar ecodriving willen zetten, maar men ziet dat in het Verenigd Koninkrijk, waar een wetgeving over veiligheid achter het stuur bestaat, het vlootbeheer duidelijk verder doorgedreven is dan elders in Europa. Daar zoeken de vlootbeheerders echt naar het genereren van toegevoegde waarde vanuit hun beheersystemen. Ongeacht of dat is door het genereren van rapporten over aanwezigheid op een bepaalde plek voor hun klanten of door de daling van hun verzekeringspremies. Aanvaarden de bestuurders dat dergelijke gegevens gedeeld worden? Dat vergt een goede verduidelijking vooraf. Men moet zeggen waarom men het doet en hoe men het doet. Dat is de enige manier om het systeem acceptabel te maken.



Publireportage >>

VANCIA CAR LEASE

Leasen op mensenmaat Bij Vancia Car Lease blijven ze bescheiden. “Wij zijn niet het grootste leasingbedrijf”, weet commercieel directeur Guy Hannosette. Tegelijk voegt hij daar met veel trots aan toe: “Wel zijn wij groots in leasen. Wij werken op mensenmaat en dat kan niet iedereen zeggen.” In tegenstelling tot de meeste leasingbedrijven is Vancia Car Lease niet uit de financiële sector gegroeid en dat heeft volgens Guy Hannosette zijn voordelen: “Onze roots liggen in de garagesector, met name de Automobielgroep Vandecasteele en dat maakt dat we de autosector door en door kennen zowel wat het aanbod, het onderhoud als de TCO betreft. Het is allemaal meer dan 30 jaar geleden begonnen met eerst 3 auto’s. Ondertussen beheren we een vloot van ruim 4.900 voertuigen gespreid over meer dan 750 klanten, zowel grote bedrijven als kmo’s.”

Bij Vancia Car Lease spelen ze hun kleiner formaat uit door helemaal op maat van de klant te werken.

Scherpe prijs Het geheim van Vancia Car Lease ligt in zijn oorsprong, de scherpe leaseprijs en het directe contact met zowel de klant als de merkverdeler die de auto’s levert en onderhoudt. Guy Hannosette: “ Vancia Car Lease beperkt zijn kosten. Zo hebben wij geen sales-mensen die voortdurend op de baan zijn om klanten te werven. Onze klanten komen voornamelijk door mond-aan-mondreclame en op aanraden van verschillende garagebedrijven. De klant kiest immers zijn voertuig en merkverdeler. Als de klant wil, geven wij wel advies bij de keuze van het voertuig en de aandrijving. We houden rekening met het profiel van de bestuurder, de TCO en de manier waarop het voertuig wordt gebruikt. Ondertussen hebben wij met de garagebedrijven een uitstekende relatie opgebouwd. Zo zorgen wij ervoor dat zij naast een snelle inschrijving en levering, ook onmiddellijk geld op hun rekening zien als auto’s in dienst worden genomen. Door die hechte relatie met de garagesector zijn wij ook in staat om de auto’s die uit dienst worden genomen tegen een relatief hoge prijs te verkopen. Die hoge restwaarde is cruciaal want zo kunnen wij met een scherpe leaseprijs uitpakken.

Wij worden daarbij ook geholpen door de vlakke structuur van ons bedrijf. Beslissingen worden snel genomen en onze interne kosten zijn beperkt.” Direct contact De eenvoudige structuur van Vancia Car Lease vindt Guy Hannosette een enorm voordeel: ”Onze medewerkers zijn multi-inzetbaar. Ons enthousiast en professioneel salesteam staat in voor het directe contact met de klant. Ze worden met hun naam aangesproken en worden meteen met raad en daad bijgestaan, bijvoorbeeld bij schadegevallen maar ook bij vragen over car-policy, VAA, fiscaliteit of sociale zekerheid.” Guy Hannosette haalt nog een troef aan: “Door onze ligging in Kortrijk hebben veel van onze Belgische klanten ook een filiaal in Frankrijk. Voor die ondernemingen kunnen wij zorgen voor een leasingvoertuig dat in Frankrijk is ingeschreven via Vancia Car lease France. Wij zorgen voor de administratieve rompslomp en inschrijving met Franse nummerplaat.” Zelfs Nederlandse bedrijven met een vestiging in Frankrijk vinden de weg naar Vancia Car Lease France…


Car Management >> Test

Ferre Beyens

Mercedes-Benz E 220d

Nog intelligenter en efficiënter

Blog van de expert

Uit een eerste kennismaking met de 10de generatie van wat de succesvolste zakenberline ooit heet ze zijn, onthouden we twee zaken. De nieuwe E-klasse heeft een hoge IQ en treedt - zeker als diesel - opvallend efficiënt op het voorplan. De IQ van een auto valt weliswaar moeilijk te definiëren maar zeker is wel dat in deze E-Klasse een waaier aan technische innovaties het comfort, de veiligheid en het thema ‘intelligente rijassistentie’ naar een nooit gezien niveau tilt. Vooral de optionele Drive Pilot, een duidelijke stap richting zelfrijdende auto, getuigt van veel auto-intelligentie. Ook zonder die automatische piloot kan de nieuwe E-Klasse geen gebrek aan intelligentie worden verweten: automatische noodrem (met voetgangersdetectie), actieve noodremhulp (met kruispuntassistent), actieve stuurinrichting, slaapdetectie, zijwindstabilisatie en automatische parkeerassistent voor wie via de mobiele app de wagen in een smalle garage of krappe parkeerplaats wil manoeuvreren. Onder de kap trakteert Mercedes ons op nieuw ontwikkelde-, zacht zoemende, superzuinige maar vooral milieuminnende dieseltechniek, die standaard altijd gecombineerd wordt met een gesofistikeerde 9-trapsautomaat. De nieuwe en volgens het principe van de compressieontsteking draaiende krachtbron heeft tijdens zijn ontwikkeling al milieugeschiedenis mogen schrijven. Want volgens de WLTP- en RDE testcycli, die de uitdagende klimaatdoelstellingen een stuk relevanter benaderen, krijgt deze zelfontbrander een milieurapport dat het ongenuanceerd gepredikte ‘anti-dieselevangelie’ definitief op de helling zet. Mercedes-Benz E 220d Voor

Superzuinige diesel, lage CO2, energie-efficientie A+, best in class volgens nieuwe verbruiksnormen

Tegen

Kwaliteit vraagt zijn prijs

Vermogen en koppel

120 kW/163 pk

Co2-uitstoot en Euronorm

102 g/km

Normverbruik

3,9 l/100km

Basisprijs zbtw

41.000 EUR

Rivalen

BMW 5, Audi A6, Jaguar XF

Gebruikersprofiel

Hoger management

De nieuwe E-Klasse kan een uitstekend milieurapport voorleggen.

Gauthier Helleputte, Fleet Manager Mercedes-Benz Belux “De 10de generatie van de E slaat een pagina om in het boek van de auto van de toekomst en biedt onze BtoB-klanten onuitgegeven oplossingen, zowel wat betreft het autonoom rijden als qua connectiviteit en ecologie. Om deze technologieën in de verf te zetten hebben we in België een ‘Launch Edition’ gelanceerd tegen een voordelige prijs, die gecumuleerd kan worden met onze fleetvoorwaarden en een ideale aanvulling is op de Avantgarde-koetswerkvariant die bij ons standaard is. Net als op de rest van het gamma worden de diensten van ‘Mercedes me’ ook standaard aangeboden zodat eigenaars heel wat functies (via hun smartphone) vanop afstand kunnen bedienen. Verder stapt de E-Klasse het digitale tijdperk binnen met talrijke nieuwe mogelijkheden: Parking Pilot, Drive Pilot, Digital Car Key zijn maar een paar voorbeelden. Heel binnenkort zullen wij fleet managers intelligente beheersystemen aanbieden die gebruik van telematica, voor een nog optimalere TCO. Wordt dus vervolgd.”

< 37 >


Car Management >> Test

Dirk Steyvers - Damien Malvetti

Opel Astra Sports Tourer

Van hetzelfde laken een break Een klein half jaar nadat we de jongste generatie van de Opel Astra aan de tand konden voelen, achtte Opel de tijd rijp om ons het stuur in handen te geven van de breakversie van het model. Nu ja, break? Zeg nooit zomaar ‘break’ tegen een Opel met grotere koffer. Dit is de Opel Astra Sports Tourer, de breakversie van de Car of the Year 2016. Inhoudelijk tapt de tiende generatie van deze Duitser met extra laadruimte uit precies hetzelfde vaatje als zijn evenknie met hatchback: lager gewicht, extra binnenruimte, de uitrustingmogelijkheden van een grote en connectiveitsmogelijkheden à gogo inclusief OnStar. In de praktijk is de Astra Sports Tourer slechts 4 mm langer dan de vorige Astra break, maar de koffer kan tot 1.630 liter behappen. Doordat hij tussen 110 en 190 kilogram lichter uitvalt dan zijn voorganger, kan hij bogen op uitstekende verbruik- en uitstootwaarden, zowel in benzine (vanaf 97 g/km) als diesel (89 g/km). De Astra Sports Tourer rijdt ‘degelijk’, zonder hier ooit de eerste viool te spelen. Zelfs met de nieuwe 1.6 CDTI biturbo (160 en 350 Nm) onder de kap, blijft de Astra in de eerste plaats bedoeld voor de goede huisvader. Alleen jammer van de trage versnellingsbak en het (voorlopig?) ontbreken van een goede automaat en alternatieve aandrijfmogelijkheden zoals CNG of hybride. Met een meerprijs van nauwelijks 850 EUR (btw inclusief) ten opzichte van de hatckback, lijkt succes in de fleet gegarandeerd.

Opel Astra Sports Tourer 1.6 CDTI BiTurbo Voor

Prima allrounder, verhouding prijs-gebodene, koppelrijke BiTurbo

Tegen

Trage versnellingsbak, (nog?) geen alternatieve aandrijfmogelijkheden

Vermogen en koppel

118 kW/160 pk

Co2-uitstoot en Euronorm

109 g/km

Normverbruik

4,2 l/100km

Basisprijs zbtw

22.210,74 EUR

Rivalen

Volkswagen Golf Variant, Ford Focus break, Peugeot 308 SW

Gebruikersprofiel

Technisch-commercieel

Nieuwe DS3

Steeds meer stijl De DS3 is een belangrijk fleetmodel voor DS, want in de laatste zes maanden werd 55% van de productie verkocht op de fleetmarkt. En nu is het tijd voor een verjongingskuur. Geen spectaculaire evolutie hoor, maar nieuw zijn wel de ledverlichting voor- en achteraan en vooral de DS Wings-grille, zodat de DS3 eindelijk ook kan pronken met het nieuwe merkembleem, dat al langer prijkt op de DS4 en DS5. De overige nieuwigheden zijn technologisch (met een achteruitrijcamera, een parkeerhulp, Apple CarPlay en MirrorLink) en vooral technisch met de komst van een 6-trapsautomaat op de 1.2 PureTech van 110 pk en een volledig nieuwe 1.2 PureTech-motor van 130 pk met handgeschakelde versnellingsbak. Deze laatste is krachtiger dan de 1.4 VTi van 120 pk die hij vervangt en zelfs behoorlijk reactief bij lage toerentallen. Bovendien doet zijn dynamisme geen afbreuk aan het comfortniveau van de auto. Tijdens onze test verbruikten wij gemiddeld 7,2 l/100 km met een relatief sportieve rijstijl. We merken in dit verband ook op dat zijn CO2-uitstoot van 105 g/km hem recht geeft op een fiscale aftrekbaarheid van 90%, voor een VAA van 1.250 EUR/jaar. De nieuwe stadswagen van DS beschikt dus over voldoende troeven om de professionele cliënteel te bekoren. Het enige minpunt is de materiaalkwaliteit, die er weliswaar op vooruitging, maar nog niet kan tippen aan die van de premiummodellen waarmee de DS3 wil concurreren. Bijna overal worden harde kunststoffen gebruikt, behalve voor de kap boven de instrumenten en op de bovenkant van het dashboard. Ook de cabrioversie valt deze facelift te beurt.

< 38 >

Nieuwe DS3 1.2 PureTech 130 pk BVM6 Voor

Reactieve en dynamische motor

Tegen

Weinig kwaliteitsvolle materialen

Vermogen en koppel

130 pk – 230 Nm

Co2-uitstoot en Euronorm

105 g/km

Normverbruik

4,5 l/100 km

Basisprijs zbtw

18.715 EUR

Rivalen

Mini, Fiat 500, Audi A1, Lancia Ypsilon, Alfa Romeo MiTo

Gebruikersprofiel

Technisch-commerciële medewerkers



Car Management >> Event

Damien Malvetti

Lease Car of The Year 2016

Opel Astra treedt in de voetsporen van zijn voorganger

De nieuwe Astra valt dit jaar flink in de prijzen. Nadat hij bij de opening van het salon van Genève werd uitgeroepen tot Auto van het Jaar, sleepte de nieuwe Opel nu ook de titel van Lease Car of The Year in de wacht. De officiële prijsuitreiking van deze jaarlijkse verkiezing, georganiseerd door Alphabet België, vond op 21 april plaats in het prestigieuze kader van de Proximus Lounge. Voor deze 24ste editie van de verkiezing van de Lease Car of the Year had Alphabet het stemsysteem andermaal enigszins bijgesteld, met name op basis van de kritische feedback over het systeem dat in 2015 was ingevoerd. Dit jaar telden de objectieve criteria - die voor een goed wagenparkbeheer o zo belangrijk zijn - zoals de TCO, de veiligheid en kwaliteit, de CO2-uitstoot en het VAA van de geselecteerde voertuigen, in het eindresultaat mee voor 50% van de punten. De Alphabet-klanten mochten 10% van de punten toekennen, terwijl de resultaten van de wegtests, uitgevoerd door de jury, voor 40% meetelden. Aan deze tests werd trouwens niets veranderd. De 12 juryleden (4 journalisten, 4 interne specialisten van Alphabet en 4 fleetmanagers van Alphabet-klanten) waren uitgenodigd om de 12 geselecteerde voertuigen te komen testen. En eenmaal is geen maal, maar dit jaar bevatte de jury niet één maar twee redactieleden van link2fleet. De Opel Astra 2016 treedt in de voetsporen van zijn voorganger, die deze verkiezing vijf jaar geleden ook al won.

< 40 >

Logische overwinning Tijdens een eerste vergadering van de jury, georganiseerd in februari jongstleden, werden uit de talloze nieuwigheden op onze markt van het voorbije jaar 12 modellen (3 per categorie) geselecteerd. Zo bestond de selectie voor de Economy-categorie uit de DS3, de Honda Jazz en de Opel Karl. In Business zaten de Opel Astra, de Renault Mégane en

de Mazda CX-3, terwijl Business+ werd vertegenwoordigd door de Renault Talisman, Audi A4 en BMW X1. De Executive-categorie werd tot slot ingevuld door de Jaguar XF, de Mercedes E-Klasse en de BMW 7-Reeks. Na analyse van de verschillende stemcriteria werden de DS3, de A4, de E-Klasse en de Astra uitgeroepen tot winnaars van hun categorie. Deze resultaten stemden overigens sterk overeen met die van de jury na de wegtests. Maar de algemene overwinning, over alle categorieën heen, ging dit jaar naar de compacte middenklasser van Opel, die daarmee de Ford Mondeo (winnaar in 2015) opvolgt. Zijn voorbeeldige CO2-uitstoot (102 g/km) en de TCO van 663 EUR/ maand (inclusief brandstof) hebben de Astra dus geen windeieren gelegd. Een overigens logische overwinning, als je weet dat de vorige generatie van deze Opel deze verkiezing ook al had gewonnen in 2011.



Insight >> Connectiviteit

Damien Malvetti

Automotive & Digital Telematicaverzekering als kostenbesparing

Genetwerkte en zelfrijdende auto’s, autodelen, alternatieve mobiliteit: de manier waarop we ons verplaatsen zal in de komende jaren drastische veranderingen ondergaan. Uit studies blijkt dat er tegen 2030 zo’n 100 miljoen (semi)autonome auto’s op de Europese wegen zullen rondrijden en dat 60% van het verkeer uit genetwerkte voertuigen zal bestaan. Om dit mogelijk te maken moeten echter ook de wettelijke kaders en services, zoals verzekeringen, worden aangepast. Belangrijke thema’s die op 24 maart aan bod kwamen tijdens een conferentiedag georganiseerd door CCM Benchmark in Parijs. De komst van de auto’s van de toekomst vraagt om een herziening van de regelgeving en het bijsturen van onze activiteiten. Bepaalde sectoren, waaronder de verzekeringssector, hebben al de eerste stappen gezet. “De komst van deze technologieën zal de prijs van de gemiddelde verzekering met 25% doen dalen”, aldus Matthieu Noël, Senior Strategy Consultant bij Ptolemus Consulting Group. Als belangrijkste factor hierbij noemt hij de Usage-Based Insurance (UBI) of op gebruik gebaseerde verzekering. Is dit niet hetzelfde als de kilometerverzekering die nu al door diverse verzekeraars wordt aangeboden? Niet echt! “Deze zogenaamde telematicaverzekering houdt bij het berekenen van de verzekeringspremie ook rekening met andere factoren, zoals het rijgedrag van de bestuurder.” Een ingebouwde black box - of zelfs een app op de smartphone van de bestuurder - verzamelt continu alle rijgegevens:

< 42 >

snelheid, remmen, acceleratie, e.d. Deze informatie wordt doorgestuurd naar de verzekeringsmaatschappij die het rijgedrag analyseert en op basis hiervan het premiebedrag berekent. Dus hoe hoffelijker, defensiever, ecologischer en veiliger de rijstijl, hoe lager het te betalen bedrag. “Hierdoor kan de verzekeringspremie tot wel 50% goedkoper uitvallen”, verduidelijkt Matthieu Noël. Prijsdaling en andere voordelen Deze cijfers zijn gebaseerd op reeds bestaande telematicaverzekeringen. Wereldwijd werden immers al ruim 12 miljoen rijgedragpolissen afgesloten. “Dit product is ontstaan in de VS, waar consumenten sneller bereid zijn om hun gegevens te delen met hun verzekeraar, maar krijgt nu ook navolging in Europa. Vooral in Frankrijk, waar AXA en Alliance sinds kort deze formule aanbieden.” Naast aanzienlijk lagere premies heeft

dit nieuwe type verzekering nog tal van andere voordelen. “Zoals de integratie van netwerkservices in voertuigen: controle van het batterijniveau met waarschuwingsbericht, geolokalisatie van het voertuig door de hulpdiensten of in geval van diefstal, kostenbesparende ongevallenanalyse, optimaal beheer van claims, enzovoort. Allemaal gegevens die ook bijzonder nuttig zijn voor fleetmanagers. De Belgische fleetmarkt zal ongetwijfeld als eerste willen profiteren van de vele voordelen van telematicaverzekeringen.”



Insight

Navya, de eerste zelfrijdende auto die te koop wordt aangeboden Navya, een naam om te onthouden. Van deze kleine, 100% elektrische en zelfrijdende auto die in Frankrijk gebouwd wordt, zult u de volgende jaren beslist nog horen. De Navya Arma, een model zonder pedalen en stuur, dat een topsnelheid haalt van 45 km/u en tot 15 personen kan vervoeren, is het eerste zelfrijdende voertuig dat te koop aangeboden zal worden. De Arma heeft nog geen vergunning om op de openbare weg te rijden, maar op het ogenblik wordt hij in het Zwitserse Sion wel als pendelbus uitgetest. Daarnaast zijn er ook al bedrijven, zoals de elektriciteitscentrale van EDF in Civaux (Frankrijk), die het voertuig gebruiken voor personeelsverplaatsingen op het bedrijfsterrein.

Een betaalbare Tesla voor iedereen De Tesla Model S is haast de perfecte auto. Mooi, sportief en vooral milieuvriendelijk dankzij zijn elektrische motor waarmee hij tot 560 km kan afleggen! Het enige nadeel: zijn prijs. De gebruikers van een bedrijfswagen die over een voldoende hoog budget beschikken, lopen maar dun gezaaid. Het Model 3 dat enkele weken geleden onthuld werd, zou dat probleem moeten oplossen. De auto die minder dan 40.000 EUR zou kosten, heeft een even aantrekkelijk uiterlijk als zijn grote broer en een autonomie die er mag wezen: 350 km. In de eerste drie dagen na zijn onthulling werden er bijna 30.000 bestellingen genoteerd.

Opel Ampera-e: de toekomstige concurrent van de Tesla 3 en de i3 Een aantrekkelijk ontwerp, een 100% elektrische motor en een autonomie van meer dan 300 km. Nee, we hebben het niet over de Tesla, maar wel over de Ampera-e, het eerste elektrische model van Opel dat binnenkort op de markt komt. In een interview met L’Echo stelt Karl-Thomas Neumann, CEO van Opel, dat de Ampera-e de eerste elektrische auto is die op de volumemarkt mikt. De auto zou immers tegen een ‘redelijke’ prijs aangeboden worden. Er is dus flink wat op te verwedden dat de Ampera-e de strijd zal aangaan met de nieuwe Tesla 3, of zelfs met de BMW i3 waarop hij vreemd genoeg lijkt...

Leaseplan is overgenomen door een consortium van investeerders Het leasingbedrijf is dus niet meer in handen van de joint venture, waar meer bepaald Volkswagen en Fleet Investments B.V. deel van uitmaakten. De overname door de aandeelhouder LP Group B.V. is uiteindelijk rond. De overnemer is een consortium van verschillende internationale investeerders, waaronder pensioenfondsen en uiteenlopende bedrijven. De investeerders legden de som van maar liefst van 3,7 miljard euro op tafel.

< 44 >

Zelfrijdende auto: Renault belooft hem over 4 jaar! Alle (of bijna alle) constructeurs geven toe aan de zelfrijdende auto te werken. Maar niet allemaal zeggen ze hoever ze staan. Renault doet dat wel en toont het in een Espace. De constructeur heeft zijn topmodel met ultrasone sensoren, met 180°-camera’s en met hoeken laserradars uitgerust. Dat alles opdat de auto volledig zelfstandig zou kunnen rijden. En het systeem werkt! De constructeur hoopt dat hij de technologie tegen 2020/2022 volledig ontwikkeld heeft zodat ze dan op de markt gebracht kan worden..

... En Duitsland past zijn verkeerreglement aan Onze Duitse buren hebben onlangs een wetsontwerp goedgekeurd dat de verkeersregels aanpast en het gebruik van geautomatiseerde voertuigen toestaat. Met een voorwaarde sine qua non: dat in geval van problemen een passagier op elk moment het stuur moet kunnen overnemen. De snelweg A9 in Beieren wordt het Duitse testterrein voor deze revolutie in de autowereld.



fleet essentials Sinds 1 maart is PAUL JONCHEERE, in opvolging van François Guieysse, directeur van de merken Citroën en DS Belux. Hij is de eerste Belg die deze functie uitoefent.. GUIDO SAVI is benoemd tot Febiac Advisor Luxemburg. Hij heeft tot taak de federatie te vertegenwoordigen, die onlangs beslist heeft om ook de spelers uit de sector in het Groothertogdom Luxemburg te vertegenwoordigen. Na de aanstelling van Johan Portier als Managing Director van LeasePlan werd PIETER WAEGENAER gekozen om hem als Commercieel Directeur op te volgen.

Insight

Het Belgische automerk Imperia is failliet Voor autofanaat Yves Toussaint was het een droom die bijna werkelijkheid geworden was. De Luikenaar had zich in 2008 tot doel gesteld om het mythische automerk Imperia uit Nessonvaux weer tot leven te wekken. Al heel snel werd een sportieve ontwerpstudie met een trotse lijn en een hybride motor voorgesteld. Het project heeft echter nooit de verkoopfase bereikt, hoewel de initiatiefnemer en de Waalse Regering er veel geld in gestopt hadden. Zoveel zelfs dat hij in 2015 failliet verklaard werd, ondanks het bod van de onderneming Carat-Duchatelet, die voor gefortuneerde klanten luxewagens ombouwt. De handelsrechtbank van Luik wees dat bod echter van de hand en verklaarde Imperia failliet. Er is een curator aangesteld om een nieuwe overnemer te zoeken. De laatste kans?

Volg de Belgische fleetactualiteit op de voet

Het eerste waterstofstation is open Op 22 april laatstleden heeft Toyota het eerste waterstoftankstation ingehuldigd - in Zaventem. Dat eerste station op Belgisch grondgebied werd gebouwd door Air Liquide en ligt op een terrein van de Japanse autoconstructeur. Het station is vooral bedoeld voor de Toyota Mirai, de eerste auto met een waterstofmotor voor het grote publiek. Eerlijkheidshalve moeten we vermelden dat de Hyundai iX35 Fuell Cell het eerste echte waterstofmodel was, maar dat die auto uitsluitend aan bedrijven verkocht wordt.

De waterstofmarkt in volle expansie Hoewel er nu nog maar één waterstofstation in België is, zal de markt voor die alternatieve brandstof wellicht snel evolueren. Hyundai bijvoorbeeld wil zijn iX35 Fuel Cell tegen 2020 vernieuwen. Op het ogenblik zijn er daar slechts een zeventigtal stuks van verkocht, maar Hyundai verwacht over een jaar meer dan 1.000 exemplaren verkocht te hebben. En over 4 jaar moet de productie gestegen zijn tot 10.000 à 15.000 exemplaren. Om die doelstelling te realiseren, komt er half 2017 een nieuw waterstofmodel uit met een autonomie van 800 km. Kia, een met Hyundai verwante constructeur, volgt in 2020.

< 46 >


Een fiets met... zonnepanelen Elektrische fietsen ter beschikking stellen van het personeel op de site van uw bedrijf of tijdens de middagpauze. Dat is mooi. Maar dan moeten uw medewerkers er nog wel aan denken om die fietsen op te laden. Een probleem waar misschien een oplossing voor in de pijplijn zit. Solar Application Lab, een jong Nederlands bedrijf, stelde onlangs een gloednieuw concept van een hybride elektrische fietsen voor die door kleine zonnepanelen in het voorwiel gevoed worden. Op dit ogenblik gaat het nog om een prototype, maar we zijn er zeker van dat het idee dat stadium snel zal ontgroeien.

Zelfrijdende auto’s: de VN zetten het licht op groen Opnieuw een stap naar de zelfrijdende auto. Opdat zulke auto’s ongehinderd op onze wegen zouden kunnen rijden, moest de Conventie van Wenen aangepast worden. Sinds 1968 bepaalt die conventie de regels voor het wegverkeer. Via de UNECE (Europese Commissie van de Verenigde Naties voor Europa) hebben de VN onlangs geautomatiseerde rijsystemen toegelaten, ‘op voorwaarde dat die voldoen aan de voorschriften van de Verenigde Naties voor voertuigen of dat de bestuurder die rijsystemen kan controleren of zelfs deactiveren’. We vermelden nog dat de Conventie van Wenen door 73 landen ondertekend is, hoofdzakelijk de Europese landen, Rusland en enkele landen uit Afrika, het Midden-Oosten en Zuid-Amerika. De wegtests in die landen kunnen nu dus officieel van start gaan.

< 47 >


Insight

De auto, het hebbeding van de gezinnen De auto blijft het favoriete vervoermiddel van de Belgische gezinnen. Dat blijkt alvast uit een onderzoek dat de Gezinsbond bij 650 gezinnen over hun privéverplaatsingen afgenomen heeft. 6 ouders op 10 geven toe dagelijks hun auto te gebruiken: 56% om de kinderen naar school te brengen en 66% voor buitenschoolse activiteiten. 80% zelfs vertrekt met de auto op vakantie. Dat succes van de auto schrijven de ondervraagden hoofdzakelijk toe aan het feit dat het aanbod van het openbaar vervoer niet volstaat en onbetrouwbaar is.

Erik Swerts (Alphabet) is voorzitter van ‘Duurzaam Repareren’ De vereniging zonder winstoogmerk ‘Duurzaam Repareren’ die bedrijven uit de autosector voor een milieuvriendelijke en duurzame werkwijze bekroont, heeft sinds kort een nieuwe voorzitter: Erik Swerts (Director Operations bij Alphabet Belgium) die de functie voor een periode van 3 jaar zal uitoefenen.

< 48 >


3 vragen aan

Weldra een kilometerheffing voor auto’s?

Lars Agten Fleet Manager Kia Motors Belgium

De kilometerheffing voor trucks is op 1 april van kracht geworden. Ondertussen heeft Febiac zich officieel uitgesproken voor een vergelijkbare belasting op personenauto’s. Het idee daarachter? Een systeem waarin de automobilist betaalt volgens de kilometers die hij rijdt, afhankelijk van het moment waarop hij rijdt en van de classificatie van zijn motor (Euronorm). Op die manier stapt men over van een belasting op het bezit van de auto naar een belasting op het gebruik ervan. Volgens Febiac moet die belasting de huidige BIV en de wegenbelasting vervangen, alsook een deel van de brandstofaccijnzen. Want “de staat mag de automobilist niet meer belasten dan vandaag al het geval is,” onderstreept de federatie nog. De Waalse Minister van Openbare Werken, Maxime Prévot, heeft al verzekerd dat er in het regeerakkoord 2014-2019 geen sprake is van een kilometerheffing voor voertuigen van minder dan 3,5 ton.

Kia heeft zich de voorbije jaren een vaste plaats weten te veroveren in de top20 van de populairste automerken in ons land. Met flink wat praktijkervaring op zak wil de nieuwe fleet manager van het merk, Lars Agten, Kia ook bij de professionele klanten meer op de kaart zetten. In welke mate is Kia de voorbije jaren gegroeid in het fleetsegment? Kia heeft de afgelopen jaren vooral een sterke groei gekend in de private markt. In de traditionele fleetmarkt is de groei minder sterk geweest, al mogen we trots zijn op wat we tot op heden hebben bereikt. Vandaag wordt één op de vijf wagens van Kia verkocht in fleet. Met welke vlootpolitiek wil u die groei bestendigen/ uitbreiden?

PSA wil zich als een mobiliteitsleverancier profileren Begin april heeft Jean-Baptiste de Chatillon, de financieel directeur van de Groupe PSA (PeugeotCitroën-DS), het aangekondigd: de grootste Franse constructeur stelt zich niet alleen tot doel om binnen vijf jaar zijn rendabiliteit te verbeteren en zijn activiteiten uit te breiden, maar wil zich ook meer als een leverancier van mobiliteitsdiensten gaan profileren. “Het gaat erom dat wij in ons zakenmodel geleidelijk ideeën gaan integreren die in onze zeer rijke werkomgeving ontstaan en die verband houden met mobiliteit, connected cars, enz.,” stelde hij. Meer bepaald het principe van autodelen werd als een voorbeeld aangehaald.

Wij willen onze groei in de fleet uibreiden door middel van een sterke focus op de kmo-markt. Dit doen we door het zoeken naar gepaste partnerships en bijhorende campagnes, maar vooral door een sterke ondersteuning van ons dealernetwerk en meer bepaald de fleet business centers. Vanuit deze business centers willen we de lokale markten kennis laten maken met ons gamma en dienstenpakket. Daarnaast trachten we ook de brand awareness bij de leasemaatschappijen te verhogen door middel van productpresentaties en testritten. Welke fleetmodellen heeft Kia nog in petto voor 2016? KIA lanceert dit jaar nog twee volledig nieuwe modellen. Enerzijds de KIA Niro, de eerste hybride Cross-Over, die inspeelt op de trend naar alternatieve aandrijving en de stijgende vraag in het cross-oversegment. Anderzijds de KIA Optima Sportswagon. De eerste break van KIA in het D-segment met een herkenbaar, uitgesproken design en een kofferruimte van 550 liter. Beide wagens zullen naar goede traditie rijkelijk zijn uitgerust vanaf de basis en aantrekkelijk geprijsd.

< 49 >


In uw volgende link2fleet Mobilty Management EDITORIAL TEAM Editor-in-Chief: Dirk Steyvers (dsteyvers@mmm.be) Contributors: Ferre Beyens, Ken Divjak, Tony De Mesel, Damien Malvetti, Claude Yvens BUSINESS DEVELOPMENT & EXPERT NETWORK Manager: Annick Nemetz Contributing experts: Yannick Mathieu, Michel Willems SALES & MARKETING TEAM Sales Director: Marleen Neukermans (mneukermans@mmm.be) Account Manager: Fabian Cohen (fcohen@mmm.be) Sales Coordinator: Patricia Lavergne (plavergne@mmm.be)

Aan de hand van casestudy’s bekijken we hoe de leveranciers van de sector vloot- en mobiliteitsdiensten ontwikkelen en aan de bedrijven aanbieden.

Driver Management De recente wijzigingen in de autofiscaliteit, zowel in het noorden als in het zuiden van het land, geven ons de kans om de wegenbelasting en de BIV in de verschillende gewesten met elkaar te vergelijken.

PRODUCTION Production Manager: Sonia Counet Team: Stéphane Boland, Nathalie Wiertz EDITOR CEO: Jean-Marie Becker Managing Director: Hervé Lilien

Dossier Om de diensten Fleet & Mobility te bespreken, geven we u een overzicht van alle spelers die vandaag op dat domein op de Belgische markt actief zijn.

Car Management MMM BUSINESS MEDIA & CO SA/NV Complexe Arrobas Parc Artisanal 11-13 4671 BLEGNY-Barchon (Belgium) Phone: 00 32 (0)4 387 87 87 Fax: 00 32 (0)4 387 90 87 info@mmm.be www.mmm-businessmedia.com

We hebben hem al verscheidene keren getoond, maar nu is het zover: de eerste test met de nieuwe Alfa Giulia, de toekomstige ster van de vlootmarkt. Ook de nieuwe Audi A3, de Renault Talisman GrandTour in de breakuitvoering en de Peugeot 2008 zullen geen geheimen meer voor u hebben.

© Reproduction rights (texts, advertisements, pictures) reserved for all countries. Received documents will not be returned. By submitting them, the author implicitly authorizes their publication.

SUBSCRIPTIONS

www.link2fleet.com/shop Contact: Claudia Lilien Subscription: 1 year - 79 EUR CLUB Member: 1 year - 149 EUR CLUB Member: 2 years - 249 EUR Parc Artisanal 11-13 4671 BLEGNY-Barchon (Belgium) Phone: 00 32 (0)4 387 87 87 (clilien@mmm.be)

< 50 >

6S

YEARmoarne th

5us0e0rs

OPTIMIZING YOUR RETURN - TOP 15.000 fleet in Belgium with • Fleet decision makers + C-Levels • 85.000 personal email adresses • All fleet and car policy details - Alert (email) for any significant changes or projects by client - Lead generation - TrendWatchers’ Club www.fleetprofile.com


Driver Management Car Management

Mobility Management

Schrijf u in op de nieuwsbrief Inschrijving

Alle actualiteit uit de sector en nog veel meer! Raadpleeg exclusieve informatie en beheertools gericht op drie pijlers:

DRIVER - CAR - MOBILITY

www.link2fleet.com



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.