movisies
Thema : Wmo & platte land
Relatieblad over maatschappelijke ontwikkeling * januari 2011 * nr 10
In dit nummer:
Krimp op het platteland
Algemeen
2011 is het Europees Jaar van het vrijwilligerswerk
3
Kwetsbare groepen
Boerenkans helpt boeren om nieuwe kansen te pakken
5
Leefbaarheid
Gemeente: maak gebruik van de jongerenkeet!
6
Mens en organisatie
Wonen, welzijn en zorg: samenwerken in een kleine gemeente
8
Beroepsontwikkeling
Wat moet een manager in zorg en welzijn in huis hebben? 9 Huiselijk en seksueel geweld
Vrijbuiters uitgebuit: nieuw boek over jongensprostitutie
10
Vrijwillige inzet en mantelzorg
Maatschappelijke stage op het platteland? Doen!
12
Diversiteit
Homobeleid op het platteland brengt geld in het laatje 15 Agenda, trainingen en publicaties
Wat is het effect van bevolkingskrimp op het platteland op leefbaarheid en zelfredzaamheid?
Hoe gaat het platteland om met de bevolkingskrimp? En waar zit de kracht van dorpen? Op donderdag 9 december 2010 organiseerden MOVISIE en Netwerk Platteland hierover een Werkplaats Topdorpen in het Groningse Zijldijk. Wat is het
Wmo & het platteland Er is veel te doen over de krimp op het platteland. Maar wat is het effect op de leefbaarheid, burgerparticipatie en zelfredzaamheid? MOVISIE zet in deze editie de spotlights op het platteland. Wat zijn de problemen en oplossingen?
geheim van dit topdorp?
I
eder half uur slaat de kerkklok in Zijldijk. Niet dat er nog een kerk is. De klok staat op het dak van het dorpshuis dat vroeger een basisschool was. Zijldijk is een lintdorp van 222 inwoners in noordoost Groningen. De twee basisscholen zijn al lang gesloten, de winkels zijn woonhuizen geworden, de bushalte is opgeheven en precies een jaar terug vond ook de allerlaatste kerkdienst plaats.
Appelmoes De bewoners van Zijldijk zitten niet bepaald stil. Zo hebben ze in de voormalige kerk een woon/ werkproject gerealiseerd voor mensen met een ‘extra zorgvraag’. De directeur van de stichting Kune, zelf Zijldijkse, laat met trots de werkplaats zien. In het winkeltje zijn lokale producten te koop: aardappels uit Zijldijk, appelmoes uit Zijldijk. “We zoeken bewust contact en samenwerking
Bloeiend En toch is Zijldijk aantrekkelijk om te wonen. Dat blijkt tijdens een rondwandeling met enkele enthousiaste leden van de vereniging van dorpsbelangen. Alle woningen zijn bewoond, er is een bloeiend verenigingsleven en in één van de boerderijen zit een particuliere basisschool op antroposofische basis. “Het liefst willen we het dorp uitbreiden, maar dat zit er niet in”, vertelt een bewoner. “We zijn bang voor krimp. Daarom doen we zoveel aan de leefbaarheid.”
Dit is de eerste in een serie van drie leerwerkateliers waarin professionals op zoek gaan naar de kracht van dorpen. De werkateliers vinden plaats in de drie krimpgebieden: noordoost Groningen, Limburg en Zeeland. MOVISIE tekent de verzamelde kennis op in een publicatie.
met het dorp. Bewoners lopen binnen voor koffie. Maar ze laten hier ook hun fietsband plakken.”
Groen gas Die persoonlijke inzet van bewoners is de kracht van Zijldijk. Een van de deelnemers aan de werkplaats: “Er wordt hier niet gezeurd. De Groningse mentaliteit is: schouders eronder en doorgaan.” Een ander: “Ik vind de mensen in Zijldijk vernieuwend. Welke vereniging van dorpsbelangen wil nou een biovergistinginstallatie?” En daarmee doelt hij op het plan om het dorp onafhankelijk te maken van een energiebedrijf. De initiatiefnemer: “Dit levert bewoners geld op. In de toekomst zie ik zelfs een ‘groen’ tankstation voor me waar je groen gas en elektriciteit kan tanken.”
terug? Met een openbaarvervoerverbinding willen ze de bereikbaarheid plus de aantrekkingskracht van hun dorp verbeteren. Er komen veel ideeën los – van een coöperatie met elektrische fietsen tot het inschakelen van cliënten uit ‘de kerk’ als chauffeur. Eén van de bewoners: “Deze bijeenkomst is een eyeopener. Ik ben heel anders tegen onze problemen aan gaan kijken. Reken maar dat we hiermee verder gaan.”
Vereniging van dorpsbelangen: www.zijldijk.eu en Stichting Kune: www.kune.nl.
Meer lezen over de plannen
Bus terug
van MOVISIE in 2011?
Aan het eind van de dag hebben de Zijldijkers nog een prangende vraag: hoe krijgen we de bus
Ga naar www.movisie.nl/2011.
16
Het ondersteunen van lokale partners bij de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) loopt als een rode draad door onze activiteiten. MOVISIE helpt gemeenten en lokale organisaties.
Algemeen Jas uit en mouwen opstropen Wmo & platte land
Netwerk P10 pakt platteland aan “Ontkennen is er niet meer bij. We hebben op het platteland te maken met krimp. Wil je die krimp remmen, dan is het jas uit en mouwen opstropen”, aldus Henk Aalderink, burgemeester van Bronckhorst. Aalderink is de oprichter van P10, een samenwerkingsverband van de tien grootste plattelandsgemeenten in Nederland. Samen werken ze aan een toekomstbestendig platteland.
H
enk Aalderink wil evenwicht tussen stad en platteland. “Niet evenveel, maar evenwicht.” Het samenwerkingsverband P10 dat hij in 2008 persoonlijk oprichtte, doet daar iets aan. “In het vorige kabinet zag je dat er heel veel geld naar de stad ging. Er waren Vogelaarwijken, maar je zag nooit Gerda Verburg met een varkentje op schoot. Je kon drie keer per week naar een congres waar je hoorde hoe erg het gesteld is met het platteland, maar niemand had het over de kansen. Ik ben gaan googelen en heb tien plattelandsgemeenten bij elkaar
Krimp remmen
gebracht die kansen willen creëren voor mensen in plattelandsgebieden.”
Zomer in Nederland P10 heet het samenwerkingsverband, met een knipoog naar de G4. Het netwerk heeft uitgezocht wat er nodig is voor een toekomstbestendig platteland. In het boekje ‘Zomer in Nederland’ staan de oplossingen op een rij. “Die verschillen per gebied”, legt Aalderink uit. “Het is belangrijk om de problemen niet per dorp aan te pakken, maar regionaal. In onze
Marijke Steenbergen Directeur MOVISIE
COLUMN
Nieuw kabinet: ook een nieuwe koers voor sociaal werk?
De mist rond het nieuwe kabinet trekt op, prioriteiten worden gesteld en de toonzetting van de nieuwe bewindspersonen wordt steeds helderder. Welke consequenties zijn er voor ons werkterrein?
Als je de voornemens en eerste acties bekijkt, dan lijkt het vooral neer te komen op ‘meer werk’ voor de sociale sector, vooral op gemeentelijk niveau, maar ‘minder geld’. Informele zorg is bijvoorbeeld een prachtig model om zorg en sociale samenhang te verbinden, maar dan moeten gemeenten voldoende ondersteuning en inspiratie kunnen bieden. Veranderen van een zorgende naar een zelfredzame samenleving gaat niet vanzelf. Belangrijker wordt ook in de komende periode de focus op effectiviteit van sociale interventies (‘wat werkt’) en natuurlijk ‘er op af’. Eigenlijk richtingen die door het vorige kabinet reeds zijn ingeslagen. Tenslotte de constatering dat ook dit kabinet geen aandacht heeft voor de preventieve werking van sociaal werk. Maar dat is iets waar we al veel langer last van hebben en dat heeft alles te maken met de geringe onderzoeksinvesteringen rond sociaal werk.
Niet heel veel nieuws onder de zon dus. Opvallend vind ik wel het gezamenlijk optrekken van linkse en rechtse partijen rond specifieke welzijnsthema’s. Er is weinig debat en discussie. Iedereen lijkt te willen doorpakken. Zo zet dit kabinet in op veiligheid en kiest daarbij vooral voor een repressieve aanpak van huiselijk geweld. De ervaring van zowel politie en justitie, zoals hulpverlening, geeft echter aan dat een gecombineerde aanpak het beste werkt: hulpverlening aan slachtoffers en daders, in samenhang met gepaste maatregelen als een tijdelijk huisverbod en maatregelen op het gebied van scholing, werk, huisvesting en financiën. Waarom zijn deze inzichten niet meegenomen? En waarom geen stevige discussie hierover? Het sociaal werk zal zich moeten laten zien en horen, door haar resultaten zichtbaar te maken en aanwezig te zijn. Als kenniscentrum kunnen wij dat versterken door de resultaten te presenteren van trajecten als Welzijn Nieuwe Stijl, Effectieve Sociale Interventies en Professionaliteit Verankerd, maar vooral ook door het debat te stimuleren: met de landelijke politiek, de overheden en de smaakmakers in ons werkveld. MOVISIE wenst u een geïnspireerd 2011! 2
regio staan bijvoorbeeld 14.000 woningen gepland. Maar als je kijkt naar de demografische ontwikkelingen, dan hebben we er slechts 6.000 nodig. Dus moeten we een streep zetten door 8.000 geplande woningen. Doen we dat niet, dan krijgen we situaties zoals in Parkstad waar onlangs een woning van 160.000 euro op een veilig voor 19.000 wegging. Ontkennen is er niet meer bij. Het gaat nu razendsnel.”
Aalderink ziet volop kansen in zijn regio. “We willen de krimp remmen, dus zijn we gaan kijken waar we goed in zijn. Ik zie in dit gebied kansen voor innovaties. Er zijn bijvoorbeeld lege boerderijen. Daar zouden we bedrijven in kunnen vestigen die investeren in innovatie.” Over deze en andere kansen praat hij met de andere plattelandsgemeenten in het netwerk P10. Maar om die woorden om te kunnen zetten in daden, is meer nodig. Daarom heeft Aalderink nog een verzoek aan de minister. “Ga geen blauwdrukjes maken voor het platteland of de ruimtelijke ordening regelen. Geef ons de faciliteiten om het zelf aan te pakken.”
Burgemeester Aalderink van gemeente Bronckhorst
Dit is P10 P10 is een samenwerkingsverband van de tien grootste plattelandsgemeenten: Aa en Hunze, Berkelland, Borger-Odoorn, Bronckhorst, Hulst, Ooststellingwerf, Opsterland, Schouwen-Duiveland, Sluis, Westerveld. Doel is krachtenbundeling om gezamenlijk een steviger gesprekspartner te kunnen zijn bij het behartigen van de specifieke belangen van deze plattelandsgemeenten. www.p-10.nl .
���������������������������������������������������������������
LEADER onder de loep Is er in het Europese subsidieprogramma LEADER aandacht voor de sociale dimensie van leefbaarheid? Marie Emilie Spevart van Woerden van de Rijksuniversiteit Groningenzocht het uit, in opdracht van MOVISIE. De meeste projecten blijken een sociaal effect te hebben. Vooral de bottom-up aanpak van LEADER draagt fors bij aan de sociale leefbaarheid. Het leidt tot meer draagvlak, een grotere slaagkans en een betere borging. Er zijn ook belemmeringen, zoals de administratieve kosten en het lange wachten op goedkeuring. Hierdoor worden ideeën voor kleine sociale projecten, die slechts een paar duizend euro subsidie nodig hebben, vaak niet uitgewerkt. Het volledige onderzoeksrapport Landelijke levendigheid, een inzicht in de bijdrage van LEADER aan de sociale leefbaarheid is te downloaden via www.movisie.nl/publicaties.
Meer informatie: Jannie Schonewille (j.schonewille@movisie.nl of 030 789 22 70) en www.movisie.nl/vitaalplatteland.
Wmo & platte land
Wat is LEADER ? LEADER is een Europees subsidieprogramma voor plattelandsontwikkeling. In Nederland zijn 31 LEADER-gebieden. In elk gebied wordt een ontwikkelingsplan opgesteld door een plaatselijke groep van maatschappelijke vertegenwoordigers en vertegenwoordigers van lokale en provinciale overheid. Vervolgens dienen burgers, organisaties en overheden projectaanvragen in. Ze worden gehonoreerd als ze passen in de doelstellingen van het ontwikkelingsplan.
MOVISIE-partner aan het woord
2011
Europees jaar van het Vrijwilligerswerk
2011 is het Europees jaar van het vrijwilligerswerk. Het Nationaal Coördinatieorgaan (NCO) roept alle vrijwilligersorganisaties op vrijwilligerswerk zichtbaar te maken. Daarnaast kunt u aansluiten bij het nationale programma. Doet u mee?
Stuur een compliment Via www.vrijwilligerswerk.nl kunt u meedoen aan de digitale complimenten- en verzoekencampagne. U kunt hiermee eenvoudig complimenten versturen om mensen in het zonnetje te zetten of vrijwilligers zoeken als u hulp kunt gebruiken. Het NCO zorgt ervoor dat duidelijk wordt hoeveel er te complimenteren valt. De vrijwilligers die u een compliment stuurt, maken bovendien kans om TROS-vrijwilliger van de week te worden.
h I k v i nd
et
ig d l e w e g t je doet! wa
Wmo & platte land
Alberthe Papma is senior beleidsmedewerker bij het ministerie van Economische Zaken,
Meer dan handen-Awards Als vrijwilligersorganisatie heeft u een passie voor vrijwilligerswerk en grote kans dat u verbinding legt tussen mensen. Wellicht besteedt u daarin speciaal aandacht aan competenties en wilt u graag innovatie bewerkstelligen. Op deze thema’s biedt het NCO gemeenten haar lokale Meer dan handenAwards aan. Vraag uw gemeente ernaar en geef u op!
“Er zit heel veel energie in het platteland.” vrijwilligers maken het verschil
Zet vrijwilligers in het zonnetje met de digitale complimentenkaart
Week van het Applaus
De week van 11 september 2010 is de Week van het Applaus. Beloon uw vrijwilligers, organiseer een applaus en laat Nederland zien hoeveel vrijwilligers er in Nederland zijn!
Sluit u aan bij de LinkedIn-groep EYV2011. Hier kunt u ervaringen, tips en activiteiten uitwisselen.
Wat doet MOVISIE? MOVISIE besteedt extra aandacht aan vrijwilligerswerk in 2011. Zo staan de Toekomstagenda Vrijwillige Inzet en de Onderzoeksdag geheel in het teken van het Europees jaar. Via onze Europese contacten gaan we Nederlandse voorbeelden van projecten en initiatieven verspreiden. Andersom zorgen we ervoor dat vernieuwende voorbeelden en belangrijke Europese ontwikkelingen zichtbaar worden voor het Nederlandse publiek. En natuurlijk doet MOVISIE mee met de digitale complimentencampagne. We twitteren mee op #vrijwilligerswerk en we verzorgen de kennisdossiers op www.vrijwilligerswerk.nl.
Meer informatie: Else-Marije Boss (e.boss@movisie.nl of 030 789 22 41).
��������������������������������������������������
Meedoen aan het Wmo-trendonderzoek? In 2011 voert MOVISIE voor de derde keer het Wmo-trendonderzoek uit. Op welke manier bent u bij de uitvoering van de Wmo betrokken? Hoe verloopt de samenwerking met de gemeente? Deze en andere vragen worden begin 2011 via een digitale enquête voorgelegd aan welzijnsaanbieders en vrijwilligersorganisaties. Extra aandacht is er voor de acht bakens van Welzijn Nieuwe Stijl en maatschappelijke ondersteuning op het platteland. Het Wmotrendrapport 2012 verschijnt begin 2012. Wilt u meedoen, dan kunt u contact opnemen met Aletta Winsemius (a.winsemius@movisie.nl of 030 789 20 66).
Kijk op www.vrijwilligerswerk.nl voor meer informatie, een toolkit met allerlei hulpmiddelen, promotiemateriaal, een agenda om uw evenementen aan te melden, diverse campagnes en nog veel meer!
Waarom meedoen?
Het Europees jaar van het vrijwilligerswerk is een mooie gelegenheid om uitgebreid aandacht te besteden aan het vrijwilligerswerk en het belang daarvan voor Nederland. Het is een kans om: • de kracht van het Nederlandse vrijwilligerswerk te vieren en te waarderen; • de diversiteit van het vrijwilligerswerk te laten zien; • een gunstig klimaat voor het vrijwilligerswerk te behouden. MOVISIE is door het Ministerie van VWS aangewezen als het Nationaal Coördinatieorgaan van het Europees jaar van het vrijwilligerswerk.
Meer informatie: Petra van Loon of Mark Molenaar via www.vrijwilligerswerk.nl, LinkedIn-groep EYV2011 en ejv@vrijwilligerswerk.nl.
Landbouw & Innovatie. Ze werkt vanuit de directie Natuur, Landschap en Platteland. Wat doet u met MOVISIE? “MOVISIE is partner in het Netwerk Platteland, een nationaal netwerk dat zich inzet voor een sterk en aantrekkelijk platteland. Als ministerie van EL&I zijn wij één van de opdrachtgevers van dit netwerk. Het netwerk is breed, iedereen die bezig is met plattelandsontwikkeling kan aanschuiven. Een klein netwerkteam geeft de koers aan. En in dat netwerk werk ik samen met MOVISIE.” Waarom werkt u met MOVISIE? “MOVISIE brengt expertise op het gebied van leefbaarheid, sociale vitaliteit en vrijwillige inzet in. MOVISIE laat ook de goede voorbeelden zien. Als ministerie van EL&I houden wij ons vooral bezig met de economische en ruimtelijke aspecten van het platteland. Thema´s als leefbaarheid en welzijn zitten veel minder verankerd in ons werk. Terwijl dat wel degelijk belangrijke aspecten zijn als je bezig bent met plattelandsontwikkeling. Kijk maar eens naar de actuele vraagstukken rondom de krimpgebieden in Nederland.” Stel dat u minister bent? “Ik kan wel zeggen dat er meer geld bij moet, maar dat geld is er niet. Nee, ik zou de eigen kracht van mensen ondersteunen bij het versterken van het platteland. Er zit heel veel energie, expertise en innovatiekracht in lokale gemeenschappen en die kracht is allesbepalend, die is goud waard. Je moet je als rijksoverheid natuurlijk niet gaan bemoeien met elk individueel initiatief. Laat het waar het thuishoort, bij de mensen zelf. Wel kun je voorwaarden scheppen en ondersteunen met kennis, netwerken en soms met wat geld.” Waar loopt u warm voor? “Mooie voorbeelden waar we bij betrokken zijn, zoals de activiteiten van de Landelijke Vereniging voor Kleine Kernen rondom actief burgerschap, het Plattelandsparlement, maar ook een instrument als het Idealenkompas, een soort wegwijzer voor initiatiefnemers. dat door Greenwish wordt ontwikkeld. Je ziet dat initiatiefnemers met een goed plan voor duurzame samenleving de weg vinden naar financiering, kennis en ondersteuning.” Wat vindt u een interessante ontwikkeling? “De grens tussen vrijwilligerswerk en ondernemerschap schuift op. Wat eerst vrijwilligerswerk was, wordt nu vaak sociaal ondernemerschap. Hoe kun je dat ondernemerschap inzetten voor de lokale samenleving? Nu de overheid zich op een aantal terreinen terugtrekt, wordt het belang van nieuwe maatschappelijke allianties en financiële arrangementen steeds groter. Dat vind ik interessant. En dat is iets dat MOVISIE ook kan oppakken.” Meer informatie: www.netwerkplatteland.nl 3
Het ondersteunen van lokale partners bij de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) loopt als een rode draad door onze activiteiten. MOVISIE helpt gemeenten en lokale organisaties.
Algemeen
"Maar toen kreeg mijn vrouw heimwee naar het westen"
Wmo & platte land
Bevolkingskrimp is een hot item. Veel plattelandsgemeenten hebben ermee te maken. De gevolgen zijn ook niet mis: stagnatie op de woningmarkt, leegstand en het verdwijnen van voorzieningen. Wat betekent dat voor bewoners? MOVISIE zocht het uit.
C
or Broekharst droomde er altijd al van om met zijn pensioen naar Drenthe te verhuizen. Hij vond op internet een gelijkgestemde en bouwde in 2007 met zijn huidige buurman zijn droomhuis: een tweeonder-een-kapwoning vlakbij een natuurreservaat en met uitzicht op de Drentse akkers. Cor dacht spekkoper te zijn. “Maar toen kreeg mijn vrouw heimwee naar het westen en naar de kleinkinderen”, vertelt hij. Inmiddels staat de woning anderhalf jaar te koop en is er één serieuze koper geweest. De gepensioneerden met goedgevulde portemonnee blijven weg. En de lokale bevolking vindt de woning te duur.
Wat te doen? Cor is een van de respondenten die MOVISIE sprak voor een onderzoek naar de sociale gevolgen van bevolkingskrimp in de gemeente Borger-Odoorn. Hij is niet de enige die last heeft van de bevolkingskrimp. Met name aan de randen van Nederland, zoals in noordoost Groningen, Parkstad Limburg en ZeeuwsVlaanderen, slaat de krimp toe. Jonge mensen trekken naar plaatsen met meer
Esdorpen werkgelegenheid en vertier. En mensen die het zich kunnen veroorloven, verhuizen naar meer aantrekkelijke woongebieden met voorzieningen. Vergrijzing speelt zich er in rap tempo af. Tegelijkertijd heeft de economische crisis Nederland in haar greep, waardoor herstructureringsen renovatieplannen in de ijskast worden geschoven en ambities noodgedwongen
De eerste resultaten van het onderzoek laten interessante lokale verschillen zien. Zo woont voormalig onderwijzer Jan Wijnholds in één van de pittoreske esdorpen van de gemeente. Met lede ogen ziet hij aan hoe steeds meer winkels verdwijnen uit het dorp en hoe de school en voetbalvereniging met uitsterven bedreigd worden. “Er is
Er is simpelweg te weinig aanwas. Cor Broekharst kan zijn huis niet kwijt: "Er is simpelweg te weinig nieuwe aanwas."
worden teruggeschroefd. Gemeenten waar krimp zich naar verwachting zal voordoen - de zogenaamde anticipeergemeenten - beramen zich op wat te doen.
Sociale gevolgen Wat betekent krimp voor bewoners? Aan de hand van cijfermateriaal en verhalen van bewoners, beleidsmakers en professionals laat MOVISIE zien hoe processen van bevolkingsdaling, vergrijzing, ontgroening en economische stagnatie hun neerslag vinden in het dagelijks leven van bewoners van een krimpgebied. Dat
simpelweg te weinig nieuwe aanwas.” Het dorp is de laatste jaren steeds meer bevolkt geraakt door gepensioneerden die in het mooie dorp komen ‘Drenthenieren’. Voor jonge gezinnen zijn de huizenprijzen in de esdorpen niet op te brengen, met een snel dalend geboortecijfer als gevolg. Ondertussen probeert wethouder Jacob Bruintjes de krimp het hoofd te bieden. De krimp stoppen kan niet, weet de gemeente inmiddels. Oplossingen ontwikkelen om de leefbaarheid op peil te houden, is nu de grote uitdaging.
Lintdorpen In de minder aantrekkelijke lintdorpen die in de negentiende eeuw ontstaan zijn door veenafgravingen, speelt een ander probleem. Opbouwwerker Gerrit van Arragon beschrijft hoe sociaal zwakkere gezinnen uit ‘het westen’ afkomen op de zeer goedkope sociale huurwoningen in het gebied. “In sommige dorpen ontstaat een concentratie van probleemstraten met probleemgezinnen.” Dit zijn juist ook de dorpen die van oudsher al zwakker zijn en die het meest te leiden hebben
van de economische crisis. Krimp lijkt dit te versterken. Het zal heel lastig worden die neerwaartse spiraal te doorbreken. Het MOVISIE-onderzoek 'De sociale gevolgen van krimp' is vanaf eind februari te bestellen via www.movisie. nl/publicaties.
Meer informatie: Jannie Schonewille (j.schonewille@ movisie.nl of 030 789 22 70).
�����������������������������������������������������������������������������
��������������������������������������������������
Kom bij de burgers langszij
Stil uw honger naar kennis!
Iedereen in staat stellen om deel te nemen aan de samenleving. Dat is de kerngedachte van de Wmo. Maar hoe organiseer je dat als gemeente? MOVISIE stelde deze vraag aan enkele experts. Hoogleraar Noordegraaf uit Utrecht: “De Wmo heeft drie spanningsvelden in zich. Het spanningsveld tussen publieke belangen en private uitvoering, tussen collectieve kaders en individueel maatwerk, en tussen resultaten boeken en politieke ambities waarmaken. Dat betekent dat de Wmo veel ruimte laat. Er bestaan geen duidelijke richtlijnen voor het realiseren ervan.” De belangrijkste les voor gemeenten: “Gemeenten moeten eigenwijs zijn en de ‘open en onbepaalde’ kenmerken van de Wmo benutten en naar hun eigen hand zetten. Gemeenten moeten duidelijk 4
is een andere focus dan gebruikelijk: meestal zijn onderzoeken, experimenten en oplossingsrichtingen gericht op het terrein van wonen. Voor de sociale structuur (onderlinge bindingen, vestigings-, vertrekfactoren) en de sociale infrastructuur (voorzieningen, de civil society) is vaak minder aandacht.
maken wat de Wmo voor de gemeente en wijken betekent. Dat vereist keuzes en een duidelijk verhaal.” Wethouder Dannenberg uit Zwolle: “Het is een groot goed dat de Wmo veel ruimte biedt aan gemeenten, aan individuele cliënten en aan professionals en hun organisaties. Verschillende monniken, verschillende kappen. De overheid moet bij de burger langszij komen en hem waar nodig ondersteunen.” Andere experts: Sandra Kensen (Sioo) vindt dat burgers zelf deel uit moeten maken van de vernieuwing. Zij verkent de mogelijkheden van ‘appreciative
inquiry’, waarbij gekeken wordt naar positieve ervaringen van burgers. Lilian Linders (Fontys Hogeschool) ziet een fundamentele verandering in de manier van werken. Zij vindt dat de gemeente hoort aan te schuiven aan de keukentafel. Lees de volledige artikelen op www.movisie.nl/visieopdewmo, eerder verschenen in het Wmo Magazine.
Drie tips voor gemeenten • Doe wat werkt. Durf te experimenteren, bijvoorbeeld door regels soepel te hanteren. Het nut en resultaat voor de doelgroep is het enige dat telt. • Formuleer een goed doordachte visie. Maak deze concreet door een praktisch implementatieplan. • Ondersteun eerstelijnshulpverleners bij de omslag in denken: van zelf hulp bieden naar het benutten van de eigen kracht van burgers.
Bij deze MOVISIES vindt u onze nieuwe winterse ‘Stil uw honger’-kaart. Vanaf januari heeft MOVISIE weer een nieuw trainingsaanbod voor u als sociale professional, vrijwilliger, gemeenteambtenaar, medewerker van een maatschappelijke organisatie of waar dan ook actief in het sociale veld.
Wat voor trainingen?
MOVISIE biedt trainingen op het gebied van • diversiteit • interactieve beleidsvorming • kwetsbare groepen • leefbaarheid en wijkontwikkeling • maatschappelijke zorg • beroepsontwikkeling • mantelzorg • organisatieversterking • preventie van huiselijk en seksueel geweld • vrijwillige inzet • werken met competenties
Stil uw honger na
ar kennis!
Ga naar www.mo
visie.nl/trainingen
Maa k kan s op een MOV ISIE boek en t.w.v pakket .€2 5,-
Tip Doe mee met de boekenactie en maak kans op één van de tien gratis boekenpakketten.
Kijk voor trainingen in het open aanbod en maatwerktrainingen op www.movisie.nl/trainingen.
Sommige burgers kunnen zich niet op eigen kracht in de samenleving redden. MOVISIE besteedt veel aandacht aan de hulpverlening en activering van deze kwetsbare groepen.
Kwetsbare groepen
Tuinder in de knel Wmo & platte land
Het zijn zware tijden voor boeren en tuinders. Het project Boerenkans helpt boeren en tuinders die zich oriënteren op de toekomst. Een tuinder uit Woubrugge schetst de situatie in de rozenhandel.
T
uinder Nico Koot (63) heeft 29 jaar een rozenkwekerij gerund. Hij heeft goede tijden gekend, maar de laatste jaren gaat het ronduit slecht in de bloemensector. “Kijk, die kas was vroeger van mij, nu zit de buurman erin”, wijst Koot. Hij rijdt door het winterse landschap van Kaag en Braassem, een poldergebied klem tegen de A4. Links en rechts prijken woonhuizen met daarachter kassen. Koot schudt zijn hoofd. “Die huizen staan veel te dicht op elkaar, zo kun je niet uitbreiden. Moet je die kassen zien, allemaal gedateerd. Over twintig jaar staat hier helemaal niks meer.”
Lege kassen Koot komt uit een boerengezin. Hij ging naar de tuinbouwschool en startte een rozenkwekerij in Woubrugge. “Ik wilde eigen baas zijn, ruimte,
komen de rozen steeds vaker uit Afrika. Daar zijn geen regels, hier wel en die jagen de kosten op. Daar is niet tegenop te werken.”
Zelfhulpgroep Niet alle tuinders en boeren stoppen vanwege faillissement. “Tachtig procent stopt omdat er geen bedrijfsopvolging is. Maar vervolgens komen ze in een heel lastige situatie. Ze willen de boel verkopen, maar dat lukt niet. Een bedrijf met kassen is niks waard. Het afbreken van de kassen alleen al kost meer dan de grond waard is.” Koot heeft een zelfhulpgroep opgericht voor bedrijfsbeëindigers vanuit de landelijke tuinbouworganisatie LTO. Het project Boerenkans is er voor alle boeren die in de knel zitten. Hij merkt dat veel bedrijfsbeëindigers moeite hebben om erover te praten. “Ze schamen
In Nederland jagen de regels de kosten op.
vrijheid. Maar kijk eens naar deze tuinder.” Hij rijdt een erf op en wijst naar een paar enorme kassen, compleet verlaten. “Als je die lege kassen ziet, weet je dat die vrijheid niets voorstelt. Deze tuinder heeft zijn bedrijf steeds verder uitgebreid, maar heeft op het verkeerde moment de gasprijs vastgezet. Toen die gasprijs ging dalen, en de rozenprijs ook, is hij over de kop gegaan.”
zich ervoor. Het is ook lastig om ander werk te vinden. Je bent altijd eigen baas geweest. Er zou een geldpot voor bedrijfsbeëindigers moeten komen. Mensen die nu stoppen, hebben niks. Dat is zuur, dat hebben we niet verdiend.”
Dit is Boerenkans
Failliet En zo kan Nico Koot nog wel even doorgaan. “Die mevrouw daar is een kaasmakerij begonnen. Ja, dat loopt goed. Maar je kunt niet allemaal een winkel beginnen.” Midden in de polder ligt een huisjespark. Lachend: “Dat heeft een projectontwikkelaar gebouwd toen het gemeentehuis vier weken met vakantie was. Er is nog wel geprocedeerd, maar hij heeft het gewonnen.” Koot heeft er begrip voor, want boeren en tuinders zitten compleet klem. “Je bent ondernemer, je maakt in één dag twee werkdagen. Maar in mijn sector
Het project Boerenkans helpt boeren en tuinders om nieuwe kansen te pakken. Adviseurs begeleiden de agrariërs die zich oriënteren op de toekomst. Boerenkans wordt uitgevoerd door MOVISIE, CLM, ETC en De Lynx.
Meer informatie: www.boerenkans.nl
���������������������������������������������������������������
Voormalig rozenkweker Nico Koot startte een zelfhulpgroep voor tuinders die stoppen met hun bedrijf.
����������������������������������������������������������������
Participatiewiel naar België De Vlaamse organisatie Levanto gaat het Participatiewiel van MOVISIE uittesten. Zo wil België een moeilijk bereikbare groep mensen met een uitkering in beweging krijgen. Levanto is een organisatie die zich in België bezighoudt met activering. Voor de groep zeer moeilijk bemiddelbaren was Levanto op zoek naar een nieuwe werkwijze. In die zoektocht stuitten zij in Nederland op het Participatiewiel van MOVISIE en de door INHOLLAND ontwikkelde methodiek van activerende zorgcoaching. Een match was snel gemaakt. De integrale benadering en het en-en denken van het Participatiewiel sluiten nauw aan bij de praktijkervaring van Levanto. Zij constateren dat alleen focussen op zorg of arbeid niet leidt tot betere resultaten voor deze groep cliënten. Een brede manier van kijken, ondersteunen en activeren is vruchtbaarder.
activering bewerkstelligt en de verschillende beroepsdisciplines dichter bij elkaar brengt. Gestart wordt met de aanpassing van het Participatiewiel aan de Vlaamse realiteit. De wetgeving in België zit anders in elkaar dan in Nederland, dus dat behoeft een bijstelling. Vervolgens wordt een aantal piloottrajecten uitgevoerd, op z’n Vlaams gezegd. Op basis van de ervaringen in de pilots in 2011 wordt de methodiek verder ontwikkeld en uitgeschreven. Het project wordt gefinancierd met geld van het Europees Sociaal Fonds, speciaal bedoeld om transnationaal kennis te delen.
Piloot
Meer informatie: Marjet van Houten (m.vanhouten@movisie.nl of 030 789 20 74).
Levanto gaat een werkwijze ontwikkelen die integratie van zorg en arbeids- of sociale
���������������������������������������������������������������
Wouter Rust - manager hulpverlening en activering
Mijn aanrader voor 2011? Sla spijkers met koppen met cliëntenparticipatie! Dit is het moment voor cliëntenraden en Wmo-raden om duidelijk te maken wat je wilt.
www.movisie.nl/2011
Zin werkt! December 2010 is de brochure Zin werkt. Zingeving in de hulp aan dak- en thuislozen verschenen. De brochure biedt inspiratie aan hulpverleners die aandacht willen geven aan zingeving in hun werk met dak- en thuislozen. Acteur Peter Faber opent de brochure met de woorden: ‘Zingeving is mooi, door zingeving krijgen de dingen zin’. Faber was zelf enkele jaren dakloos. Hij beveelt hulpverleners aan om met dak- en thuislozen te praten over zingeving. ‘Zingeving is een fundamentele menselijke behoefte, juist ook voor dak- en thuislozen. Hun
crisis brengt levensvragen naar boven. Waarom overkomt mij dit? Wat moet ik met mijn leven?’ Zin werkt bevat concrete tips en praktijkvoorbeelden voor hulpverleners die het gesprek over zingeving willen voeren. De brochure is een gratis uitgave van MOVISIE, in samenwerking met Hogeschool Utrecht en Bureau Akkermans.
Meer informatie: Petra van Leeuwen-den Dekker (p.vanleeuwen@movisie.nl of 030 789 20 71). 5
MOVISIE mobiliseert alle partijen om samen te werken aan het oplossen van lokale sociale problemen. Burgers, organisaties en gemeenten kunnen zelf het leefklimaat van hun eigen buurt, wijk, dorp of stad verbeteren.
Leefbaarheid Jongerenkeet?
Meer dan zuipen en kratjes stapelen Menig plattelandsgemeente zit ermee in haar maag: de jongerenketen in boerenschuren en oude
Wmo & platte land
caravans. Wordt hier niet veel te veel gedronken? Onderzoeker Koen Salemink wil het eentonige beeld in de media doorbreken. “Een jongerenkeet is ook een plek om los te komen van je ouders.”
Je bent ervaringsdeskundige? “Inderdaad. In mijn middelbare schooltijd bezocht ik regelmatig een keet in de buurt van Denekamp. Later ook trouwens, als ik in het weekend thuiskwam. Je ontmoet er je vrienden. Lekker bij elkaar zitten, muziek luisteren, een beetje slap lullen.”
En veel zuipen? “Natuurlijk wordt er gedronken. Maar ik ben zelf diabeet, dus ik kan geen vijftien biertjes wegzetten. Maar los daarvan klopt het beeld niet dat er in jongerenketen alleen maar gezopen wordt. Dat is één van de redenen dat ik er onderzoek naar heb gedaan.”
Hoe moeten we een keet dan zien? “Het is een plek om los te komen van je ouders. Dat daar veel gedronken wordt, is toeval. Dat had
ook ergens anders kunnen gebeuren. Een keet is een plek waar je je vrienden ontmoet. Het is ook een plek waar jongeren activiteiten organiseren en leren hun verantwoordelijkheid te nemen. Als er ’s avonds een feest is, is het je plicht om de andere dag mee te helpen opruimen. De keet staat dus voor veel meer dan zuipen en kratjes stapelen.”
Waar zitten die keten? “Je ziet ze op het platteland, vooral in het noordoosten van Nederland. Ik heb zelf onderzoek gedaan naar twaalf keten in Noordoost Twente. De keet zit in een oude caravan of schaftkeet of in een schuur op een boerenerf, met instemming van hun ouders.”
Onderzoeker Koen Salemink: "De keet geeft een wij-gevoel."
wordt ook negatief gedacht over allochtonen, met uitzondering natuurlijk van die ene bekende allochtoon uit het dorp.”
privégebied, de gemeente moet op de een of andere manier weer een brandveilige situatie afdwingen. Verwijderen lijkt dan de makkelijkste oplossing.”
Dus wat kan een gemeente doen?
Maak gebruik van de organisatiekracht van de jongeren.
Uitnodiging Op 28 januari 2011 organiseert MOVISIE een themabijeenkomst over jongerenketen. Inschrijven kan nog via www.movisie.nl/vitaalplatteland. MOVISIE organiseert dit samen met Plattelands Jongeren Services en Netwerk Platteland.
Wat valt jou op? “Keetbezoekers zijn enorm trots op hun regio, ze verheerlijken het platteland. ‘Die stad is zo druk en dan al die allochtonen!’ De keet geeft een wij-gevoel. Buitenstaanders zijn niet snel welkom. Ze hebben een afkeer van instanties als de politie, brandweer en gemeente. En in het bijzonder een afkeer van ‘Den Haag’. In alle twaalf keten
Een doorn in het oog van gemeenten? “Het lastige is dat gemeenten geen zicht hebben op die jongerenketen. Maar ze krijgen wel klachten van buurtbewoners dat de jongeren verkeersborden slopen onderweg naar het dorp. Ze zijn ook bang dat er brand uitbreekt. Ook al ligt een keet, vaak een illegaal bouwsel, op
“Niet hard aanpakken, want dan kom je tegenover elkaar te staan en ben je verder van huis. Ik zou zeggen: maak gebruik van de organisatiekracht van die jongeren. Kijk ook naar de functie van zo’n keet: welke leegte vult het op? Een keet is het sterkste signaal dat er volgens de jongeren iets niet klopt in de gemeente.”
Meer informatie: Kitty van den Hoek (k.vandenhoek@movisie.nl of 030 789 21 43).
�����������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������
Stel ook een dorpsagenda op Nieuw in de databank Effectieve sociale interventies: Dorpsagenda met dorpswaardering, een methode om bewoners stapsgewijs te betrekken bij hun dorp. Handig voor gemeenten die de leefbaarheid in hun dorpen willen aanpakken. De nieuwe methode werkt zo: dorpsbewoners formuleren zelf een lijst met actiepunten om de leefbaarheid te verbeteren, zoals het bevorderen van de verkeersveiligheid, het stimuleren van kleinschalig toerisme en het organiseren van activiteiten
Dorpsbewoners maken het dorp Wilt u met andere bewoners de leefbaarheid in uw dorp vergroten? In de publicatie Dorpsbewoners maken het dorp vindt u vijf methodes om de leefbaarheid in kaart te brengen: de Dorpsspiegel, de PALED-methode, Dorpswaardering, Keukentafelgesprekken en Countryside Exchange. Download de publicatie via www.movisie.nl/publicaties.
6
voor de jeugd. Via de enquête Dorpswaardering kunnen ze informatie verzamelen over de vragen en problemen in het dorp. Bij de methode zit een softwareprogramma waarmee ze de enquête zelf opstellen, afnemen en analyseren. Vervolgens zoeken de dorpsbewoners samen met de gemeente en andere betrokken organisaties naar oplossingen. De gemeente is vanaf de start partner in dit proces en ook medeverantwoordelijk voor de uitvoering. Zij levert echter geen inhoudelijke bijdrage, maar faciliteert het proces en maakt het opstellen van een dorpsagenda mogelijk.
Ervaringen? In diverse dorpen is de enquête uitgevoerd en geëvalueerd. De ervaringen zijn positief. Het blijkt dat na het toepassen van de enquête de competenties en inzet van de bewoners beter zijn benut, de betrokkenheid en het draagvlak onder de dorpsbewoners is vergroot en er is
meer communicatie tussen de partijen. STAMM heeft een praktisch handboek Dorpsagenda met dorpswaardering geschreven, waardoor ook andere gemeenten met de methode aan de slag kunnen. De methode Dorpsagenda met dorpswaardering is vanaf dit voorjaar te vinden in de databank
Wmo & platte land Effectieve sociale interventies: www.movisie.nl/effectievesocialeinterventies.
Meer informatie: Renske van der Zwet (r.vanderzwet@movisie.nl of 030 789 22 54) en www.movisie.nl/ effectievesocialeinterventies.
Joost van Alkemade - manager leefbaarheid
Mijn aanrader voor 2011? Kom naar het Kunst en Cultuur voor je WijkFestival op 1 april 2011 in Rotterdam. Dat wordt een fantastisch festival waar je ziet dat kunst en cultuur een heel goede bijdrage kan leveren aan de sociale cohesie in een wijk. www.movisie.nl/2011
Het verhaal van Opsterland Veel gemeenten worstelen met de vraag: hoe betrek je bewoners bij je beleid? En sterker nog: hoe maak je ze medeverantwoordelijk? De gemeente Opsterland heeft dorpenbeleid gemaakt, in samenspraak met de bewoners uit de zestien dorpen. Het traject is door MOVISIE opgetekend in de brochure Burgerparticipatie: het verhaal van Opsterland.
J
annie Schonewille en Hilde van Xanten van MOVISIE zijn net terug van een tamelijk pittig gesprek in Opsterland. Het ging over de nieuwe brochure en, geheel in lijn met het beleid van Opsterland, waren ook bewoners uitgenodigd bij het gesprek. Maar die hadden eerst nog een hartig woordje met de gemeente te spreken over een nieuwe visie op de basisvoorzieningen. Jannie vertelt: “De gemeente had enkele toekomstscenario’s geschetst over de voorzieningen in de dorpen. Die scenario’s bleken deze bewoners iets te letterlijk te nemen.”
Dorpsspiegels De Friese gemeente Opsterland is een mooi voorbeeld van een gemeente die gestructureerd werkt aan burger-
participatie. Het begon allemaal tien jaar terug. Opsterland wilde bewoners betrekken bij het beleid en toegroeien naar gedeelde verantwoordelijkheid. De eerste stap: samen met bewoners kijken hoe ze in de dorpen de
gebruiken om bij de gemeente iets op de agenda te zetten. Maar het werkt ook omgekeerd: de gemeente kan het gebruiken om bepaalde opvallende punten bij het dorp onder de aandacht te brengen.”
Burenhulp Zeven dorpen hebben in Opsterland dorpssteunpunten opgezet. Vanuit deze punten geven vrijwilligers informatie over wonen, welzijn en zorg en organiseren ze burenhulp. Dorpen kiezen zelf hoe ze dit organiseren, met ondersteuning van de Wmo-adviseur en Timpaan Welzijn. Een aantal dorpen heeft met ondersteuning van het opbouwwerk verder een integraal dorpsontwikkelingsplan gemaakt
Scenario’s En zo heeft de gemeente ook een visie ontwikkeld op voorzieningen, in samenspraak met bewoners. Dat is gedaan met behulp van scenario’s. Die waren bedoeld als voorbeelden maar zijn door een deel van de bewoners iets te letterlijk genomen, vertellen Hilde en Jannie. Wat leren we van Opsterland? Hilde: “Dat het loont om goed te communiceren met bewoners, maar wel gedoceerd. Niet méér communiceren, maar beter communiceren.” Jannie: “De kracht van Opsterland is dat deze
Wmo & platte land
gemeente structureel bezig is met burgerparticipatie, het is niet zomaar een pilot of project. De bewoners worden daarin volstrekt serieus genomen. Verder valt op dat deze gemeente goed gebruik maakt van maatschappelijke organisaties, zoals het opbouwwerk.”
Meer informatie: Jannie Schonewille (j.schonewille@ movisie.nl of 030 789 2270)en Hilde van Xanten (h.vanxanten@ movisie.nl of 030 789 2167).
Deze gemeente doet het echt samen met bewoners. leefbaarheid ervaren. Daarvoor zijn door dorpen en gemeente samen zogenaamde dorpsspiegels gemaakt, een stand van zaken van de ‘beleefde leefbaarheid’. Iedere vier jaar wordt dit nu herhaald. De uitkomsten vormen de basis van het dorpenbeleid. Jannie: “Een dorp kan dorpsspiegels
vanuit de vraag: hoe wil je dat jouw dorp er over vijf jaar uitziet? Hilde: “De kracht van deze gemeente is dat ze niet top-down communiceert met bewoners, maar op hetzelfde niveau wil zitten. Je proeft het als je in Opsterland bent, deze gemeente doet het echt samen met de bewoners.”
�����������������������������������������������������������������������������
Kunst en cultuur brengt mensen bij elkaar In de media is veel aandacht besteed aan (de protesten tegen) de bezuinigingen op kunst en cultuur. Zo vroeg de Eerste Kamer aan de Tweede Kamer om af te zien van btw-verhoging. Want kunst en cultuur is belangrijk voor Nederland. En draagt bij aan onze samenleving. Ook MOVISIE onderschrijft dat belang.
In 2010 is de Community Art Lab eXtra Large (CAL XL) gestart, een laboratorium voor kunst en samenleving. Community arts is een verzamelnaam voor projecten van kunstenaars en sociale professionals die aansluiting zoeken bij de belevingswereld van doorsnee Nederlanders zoals Henk en Ingrid, maar ook Ahmed en Fatima. Het gaat om projecten voor mensen die op voorhand weinig hebben met het gesubsidieerde culturele aanbod, maar wel behoefte hebben om betekenis te geven aan hun dagelijkse werkelijkheid. De projecten draaien allemaal om kunst maken in, voor, door en met lokale gemeenschappen. Bekende voorbeelden zijn ‘De Verhalenkeuken’ van het 5eKwartier, ‘Zina’ van Adelheid Roosen, ‘Boerenerfgoed’ in Limburg en ‘Allerzielen Alom’ van Ida van der Lee.
Community arts Community arts wint snel aan invloed en populariteit. Toch hebben overheden en professionele instellingen vaak moeite om dit op een reguliere en duurzame manier te ondersteunen. CAL XL werkt aan een oplossing met een landelijk gecoördineerd actieplan. MOVISIE speelt een belangrijke rol bij de invulling ervan. Zo wordt een post hbo-leergang ontwikkeld voor partners in community arts-projecten, waaronder welzijnsorganisaties en woningcorporaties. Daarnaast vormt MOVISIE een netwerk met de koplopers binnen welzijn om aan de welzijnsdoelen ontmoeting, participatie en empowerment te werken. En op 12 oktober 2010 heeft MOVISIE in samenwerking met de
landelijke organisatie Kunstfactor een werkconferentie georganiseerd, waar de koplopers inspirerende voorbeelden konden laten zien van community arts. Lees meer over CAL XL op www.zimihc.nl/CALXL.
Gemeenten en bewoners moeten samen een visie ontwikkelen op basisvoorzieningen
Filmfestival
��������������������������������������������������
In 2011 organiseert MOVISIE de tweede editie van het Kunst en Cultuur voor je Wijk-festival. Dit online filmfestival brengt kunst- en cultuurprojecten in beeld die een positieve invloed hebben op de leefbaarheid in wijken en buurten. U kunt tot 1 februari 2011 meedoen door online video’s (op platforms als YouTube en Vimeo) voor te dragen voor een prijs. Op 1 april 2011 is de prijsuitreiking in Theater Zuidplein in Rotterdam. Op die dag wordt ook een videoworkshop gegeven door een aantal internationale topdocumentairemakers over hoe je een project goed in beeld brengt. Bezoek het festival op www.kunstencultuurvoorjewijk.nl. Meer informatie: Saskia van Grinsven (s.vangrinsven@ movisie.nl of 030 789 21 02) en Harry Mertens (h.mertens@ movisie.nl of 030 789 20 34).
Helft bedrijven onderneemt betrokken Uit een panelonderzoek onder 1973 Nederlandse MKB-bedrijven blijkt dat meer dan de helft van de kleine en middelgrote bedrijven in Nederland een of meer maatschappelijke organisaties steunt. Bedrijven dragen vooral bij in de vorm van donaties of inzet van mensen. De belangrijkste reden om maatschappelijk betrokken te ondernemen, is dat het leuk en inspirerend is (55 procent). Op de tweede plaats komt ‘omdat het hoort’. Dertien procent van de bedrijven doet eraan ‘omdat het loont’. De eerste resultaten van de Nationale MBO-monitor, de monitor voor maatschappelijk betrokken ondernemen, werden gepresenteerd tijdens Wereldz op 8 november
2010. Het evenement dat voor de tweede keer georganiseerd werd, trok vijfhonderd bezoekers. Mensen uit het bedrijfsleven, de overheid en het maatschappelijk veld wisselden ervaringen over hoe je maatschappelijk betrokken ondernemen in de praktijk brengt. Tegelijkertijd werd het digitale meetinstrument van de Nationale MBO-monitor gepresenteerd, waarmee bedrijven zelf in kaart kunnen brengen wat hun inspanningen op MBO-terrein hun concreet opleveren. Ga voor meer informatie naar www.nationalembomonitor.nl.
Meer informatie: Stefanie Lap (s.lap@movisie.nl of 030 789 22 58). 7
MOVISIE adviseert en ondersteunt maatschappelijke organisaties en overheden bij vragen op het gebied van organisatieversterking en organisatieverandering. Uitgangspunt is het vinden van evenwicht tussen organisatiedoelen, resultaten en de motivatie van mensen.
Mens en organisatie
Sleutelen in praktijkwerkplaatsen Op vijftien plekken in het land zijn gemeenten en WWZ-organisaties een praktijkwerkplaats gestart. Ze willen beter samenwerken op het gebied van wonen, welzijn en zorg. MOVISIE organiseert deze werkplaatsen samen met Vilans en Aedes-Actiz Wonen-zorg. Twee deelnemers aan het woord over hun ervaringen. “Dit is een groep om te klankborden.” Marc van Ooyen, gemeente Buren “Wonen, welzijn en zorg gaat in onze gemeente heel belangrijk worden. Wij hebben te maken met vergrijzing, tegelijk wordt er flink bezuinigd. Dus wat kun je als gemeente doen? Met die vraag ben ik de praktijkwerkplaats ingestapt. We hebben nu drie bijeenkomsten gehad. Mijn verwachting was dat ik tips en trics van andere gemeenten zou krijgen en die verwachting is uitgekomen. Ik vind het
vooral prettig om als volkshuisvester te praten met mensen vanuit welzijn en zorg. Wat voor keuzes maken zij? Hoe overleggen zij met hun wethouder? De praktijkwerkplaats is voor mij een klankbordgroep van mensen die met dezelfde vragen en ontwikkelingen bezig zijn.”
“Ik heb ideeën nodig.” Jannie Drenthe, gemeente Pekela Als professionals de wijk in gaan dan kennen ze de bewoners beter en kunnen ze beter zien wat voor ondersteuning nodig is.
“In onze gemeente gaat de discussie over de krimp. Hoe gaan we daarmee om? In de praktijkwerkplaats zitten niet
Hoe pak ik de regierol op? Anita Peters, adviseur bij MOVISIE: “Ja, dat is de belangrijkste vraag die wij in de praktijkwerkplaatsen horen van gemeenten. Zeker in tijden van bezuiniging. Gemeenten worden er ook door samenwerkingspartners op gewezen: pak die rol toch op! Mijn eerste advies aan gemeenten is: realiseer je dat dit werk anders is dan je gewend was. Die regierol vraagt dat je tijd steekt in relatiebeheer, dat je zorgt dat samenwerkingspartners geïnteresseerd raken en blijven, dat je je kunt verplaatsen in de bezuinigingsperikelen van betrokken partijen. Het resultaat is dus niet direct een zichtbare nota. Het vraagt ook om een visionaire blik. Het gaat erom dat je partijen in beweging krijgt. In de praktijkwerkplaatsen helpen wij gemeenten hiermee.”
alleen gemeenten, maar ook mensen van welzijn en zorg. We zijn allemaal bezig om de slag naar de wijk te maken. Niet meer vanuit het gemeentehuis werken, maar met onze professionals de wijk in, samen de infrastructuur in de wijk versterken. Als je in de wijk zit, ken je de bewoners beter en kun je ze echt ondersteunen. Hier ligt de sleutel, ook met het oog op de krimp en vergrijzing. In de wijk kunnen we immers meer gebruik maken van sociale netwerken en vrijwilligers. Ik verwacht dat mensen daardoor minder gebruik van voorzieningen hoeven te maken. Anders is het op termijn niet meer op te brengen. Ik hoop via de praktijkwerkplaats op ideeën te komen door de voorbeelden
van andere gemeenten en welzijns- en zorgorganisaties. Ik heb weinig beleidsoverleg met andere gemeenten. Via zo’n werkplaats kan ik wellicht eens een collega bellen en vragen: help me even.”
Meer informatie: Anita Peters (a.peters@movisie.nl of 030 789 20 64).
Dit is W+W+Z W+W+Z=Maak het samen! is een driejarig ondersteuningsprogramma voor gemeenten en lokale samenwerkingspartners. Het programma ondersteunt beide partijen bij de regievoering en samenwerking op het gebied van wonen, welzijn en zorg. Op dit moment zijn er verschillende praktijkwerkplaatsen waar ruim vijftig gemeenten aan meedoen. Ze worden ondersteund door adviseurs van MOVISIE. Het programma stopt eind 2011. www.wwzmaakhetsamen.nl.
�����������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������
Als vrijwilligers tevreden zijn Kwaliteit is hot in vrijwilligersland. Steeds meer vrijwilligersorganisaties realiseren zich dat het belangrijk is om te blijven werken aan kwaliteit. Daan de Bruijn, adviseur organisatieversterking bij MOVISIE, legt uit hoe dit komt.
Zonder reclame te maken, ontving Daan de Bruijn afgelopen maand zo’n tien aanvragen voor het Vrijwilligers Tevredenheid Onderzoek, een digitale onderzoeksmethode van MOVISIE (www.movisie.nl/vto). Grote organisaties als FNV Bondgenoten en het Wereld Natuur Fonds peilen elke paar jaar de tevredenheid van hun vrijwilligers. Maar ook poppodium Mezz en Bisdom Utrecht doen dit. Reden? De Bruijn schrijft het toe aan kritische vrijwilligers en kritische gemeenten. “Vrijwilligers vinden het belangrijk dat een organisatie aantrekkelijk is en goede begeleiding en voorzieningen biedt. Vooral jongere vrij8
willigers willen dat het vrijwilligerswerk hen wat oplevert voor hun persoonlijke ontwikkeling.”
Aantrekkelijk En ook gemeenten en andere subsidieverstrekkers zijn veeleisender. Zo overweegt Den Haag om de NOV-kwaliteitsonderscheiding Goed Geregeld als subsidievoorwaarde te hanteren (www.nov.nl). “Overigens gaat dit alleen gelden voor professionele organisaties die met vrijwilligers werken en die beschikken over meer dan drie beroepskrachten”, nuanceert De Bruijn. Tegelijkertijd ziet hij ook
dat vrijwilligersorganisaties zich van binnenuit hoe langer hoe professioneler opstellen. Hij noemt Scouting Nederland als voorbeeld. “Zij willen een aantrekkelijke organisatie zijn voor hun vrijwilligers, een lerende organisatie waar mensen zich kunnen ontwikkelen. Zij zijn bijvoorbeeld bezig met de kwaliteit van het spelaanbod en van voorzieningen zoals gebouwen en materialen.”
op de kwaliteit van het aanbod, het bestuur en de financiën. Komend jaar wordt de kwaliteitsaanpak verder ontwikkeld en in de praktijk getest. De Bruijn: “We hopen dat dit een breed toepasbare kwaliteitsaanpak oplevert waarmee lokale vrijwilligersafdelingen
in de toekomst met plezier aan kwaliteitsverbetering kunnen werken.”
Meer informatie: Daan de Bruijn (d.debruijn@movisie.nl of 030 789 20 98).
Bernadette Clemens - manager mens en organisatie
Kwaliteitswerkgroep Inmiddels heeft de roep om kwaliteit geresulteerd in een kwaliteitswerkgroep binnen de vereniging NOV. Grote vrijwilligersorganisaties als Scouting Nederland en natuurorganisatie IVN doen mee. Daan de Bruijn is verrast door het enthousiasme.“Ik merk aan alle kanten dat het uitgangspunt is dat werken aan kwaliteit leuk moet zijn.” De werkgroep ontwikkelt een kwaliteitsmodel dat het mogelijk moet maken om niet alleen te sturen op vrijwilligersmanagement maar ook
Mijn aanrader voor 2011? Het congres Leden de Baas op 27 januari 2011. Ik kan dit alle professionals binnen verenigingen aanbevelen. Hier ontdek je hoe je leden op een andere manier bij je vereniging betrekt. www.movisie.nl/2011
Het werk van de sociale professional verandert permanent, omdat maatschappij en beleid voortdurend in beweging zijn. MOVISIE vertaalt deze veranderingen naar de werkvloer in zorg en welzijn.
Beroepsontwikkeling
Zorg en welzijn heeft bedrijfskundige managers nodig
Vitaa
l werk en? Volg o ns op www.t witter .com/ vitaalw erken
MOVISIE herijkt op veler verzoek het competentieprofiel van de manager in zorg en welzijn uit 1998. Het profiel is voorjaar 2011 klaar. Tijdens een bijeenkomst met managers is de stelling besproken: zorg en welzijn heeft bedrijfskundige managers nodig.
“Bedrijfsmatige kennis is een must.”
“Je moet verstand van zaken hebben.”
Jacqueline van Poeteren, manager bedrijfsvoering Cumulus Welzijn
Ton van Gils, Pris
“Absoluut! Het is een must dat je als manager een bedrijfsmatige achtergrond hebt. Ik heb zelf bedrijfskunde gestudeerd en ik merk dat dit voor deze baan precies de juiste ondergrond is. Ik let op geld en dat vind ik het grote verschil met inhoudelijke managers. Wat kost het eigenlijk? Waar komt het geld vandaan? Dat zijn vragen die ik stel als een medewerker met een voorstel komt. Zeker in deze turbulente tijd, waarin we te maken hebben met bezuinigingen, is bedrijfsmatige kennis een voorwaarde om te kunnen overleven in de welzijnssector.”
Maar wat is kwaliteit? Met alle roep om vernieuwing van welzijn is de druk op professionals om kwaliteit te leveren groot. Maar wat is nu eigenlijk kwaliteit? Dat leest u in de Handreiking Professioneel Ondersteunen voor sociaalagogische dienstverlening. De handreiking is een instrument om de kwaliteit van professionele ondersteuning onder woorden te brengen. MOVISIE heeft vijf kwaliteitsstandaarden benoemd, samen met vertegenwoordigers van cliënten, professionals, managers, beleidsmakers en beroepsopleiders. Dit zijn: • Respectvol bejegenen • Eigen regie versterken • Integraal benaderen • Ontwikkelingsgericht ondersteunen • Resultaatgericht ondersteunen. De Handreiking Professioneel Ondersteunen is ontwikkeld binnen het project Professionaliteit Verankerd. Hierin werken brancheorganisaties, beroepsverenigingen, beroepsonderwijs en cliëntorganisaties samen.
Meer informatie: Paul Vlaar (p.vlaar@movisie.nl of 030 789 21 30) en www.movisie.nl/publicaties.
“Een bedrijfskundige manager is inderdaad belangrijk voor de sector, maar alleen als hij of zij zich inhoudelijk
De manager als duizendpoot: coach, innovator, ondernemer, netwerker, inhoudelijk deskundig, resultaatgericht etc.
inwerkt. Je kunt geen goede weging maken als je geen verstand van zaken hebt. Ik heb eens een bedrijfskundige manager gekend die alleen in kpi’s dacht, in kritische prestatie-indicatoren. Maar daarmee mis je de context, je moet ook begrijpen wat er gebeurt.”
En wat vindt MOVISIE? De branche zorg en welzijn staat voor een enorme opgave. De Wmo en de bezuinigingen vragen van managers dat ze met visie en energie de verandering aangaan, dat ze dit als een uitdaging zien en als een kans om vernieuwingen en kwaliteitsverbeteringen te realiseren. De uitdaging zit ‘m erin om innovaties vorm te geven met en vanuit het vertrouwen in de professionaliteit van de uitvoerende beroepskrachten. Samen zoeken naar mogelijkheden om met minder middelen toch kwaliteit te leveren en met plezier te blijven werken. En dan hebben we het nog niet eens over de kwaliteiten die nodig zijn om samen te werken met ketenpartners. Eigenlijk heb je een duizendpoot nodig: een ondernemer en innovator, een coach en facilitator richting medewerkers, een netwerker, iemand die verstand heeft van de inhoud van het werk en iemand die resultaatgericht is en op efficiëntie let. Zodat de onderneming kan voortbestaan - met behoud van kwaliteit.
“Het gaat om de inhoud.” Hans de Bruijn, Lumensgroep “Nee, niet mee eens. Een goede manager heeft kennis van de inhoud. Anders mis je de aansluiting bij je medewerkers. Stel dat er iets gaat veranderen voor mijn medewerkers. Dan kan ik ze niet overtuigen met alleen bedrijfsmatige argumenten, daar heb ik de inhoud voor nodig. Daarnaast is bedrijfsmatige kennis handig. Ik heb het heel lang gered met alleen een inhoudelijke achtergrond. Maar na een bedrijfsmatige studie zie ik dat de kwaliteit van mijn werk substantieel is verbeterd.”
“Manager zijn is een vak apart.” Marguerite Opstelten, TriviumLindenhof
een inhoudelijke achtergrond spreekt mij daarom aan. Wat niet wil zeggen dat iedereen met een inhoudelijke achtergrond ook meteen een goede manager is. Manager zijn is een vak apart en past niet bij iedereen. Een afgeronde studie bedrijfskunde vind ik echter niet noodzakelijk.”
Meer informatie: Chantal van Arensbergen (c.vanarensbergen@movisie.nl of 030 789 21 20).
�����������������������
Harry Hens - manager beroepsontwikkeling
“Een manager in zorg en welzijn moet affiniteit hebben met de doelgroep, waarbij ik denk aan de hele non-profitsector. Een manager met een managementopleiding en
�����������������������������������������������������������������������������
Wil de nieuwe professional nu opstaan? Met de komst van Welzijn Nieuwe Stijl heeft de
Aanbod
en de werkwijze die hierbij hoort. Verder biedt MOVISIE verschillende trainingen die ondersteuning bieden bij de uitvoering van Welzijn Nieuwe Stijl. In de training Zelfregie versterkend werken leert de professional om te focussen op de kracht van zijn cliënt, in plaats van op de beperkingen. In de training De vitale beroepskracht gaat het juist om het welzijn van de professional. Goed zorgen voor je cliënt begint immers met goed zorgen voor jezelf.
In mei 2011 verschijnt een publicatie in de serie Transparant aanbod, speciaal voor wijkmaatschappelijk werkers en individuele opbouwwerkers uit krachtteams. Hierin wordt een overzicht gegeven van de werkzaamheden van het individueel sociaal werk in de wijk
Wilt u een traject op maat om betere uitvoering te geven aan Welzijn Nieuwe Stijl? Neem contact op met Harry Hens (h.hens@ movisie.nl of 030 789 21 19).
welzijnsprofessional een nieuwe rol gekregen. Hij moet eropaf en de wens van de bewoner centraal stellen. Ga er maar aan staan!
De nieuwe manier van werken veroorzaakt een verschuiving in het werk van de welzijnsprofessional. De beroepskracht gaat minder zelf doen en meer tijd besteden aan het coachen van andere partijen die bij zijn cliënt betrokken zijn. Hij volgt, voor zover mogelijk, het initiatief en de keuzes van de burger. Een nieuwe aanpak dus die deels vraagt om nieuwe vaardigheden. MOVISIE helpt managers en beroeps-
krachten bij de overgang naar het wijkgericht werken.
Mijn aanrader voor 2011? De portal over professionalisering, speciaal voor instellingen en beroepsopleidingen. Er is genoeg te vinden over professionalisering op internet, maar niet op één plek. Dat gaat dus veranderen.
www.movisie.nl/2011
9
Huiselijk geweld is het meest voorkomende geweldsdelict in Nederland. MOVISIE ondersteunt overheid en uitvoerders bij signalering, preventie en het effectief aanpakken van huiselijk en seksueel geweld.
Huiselijk en seksueel geweld Jongensprostitutie
Toegeven aan de avances van oudere mannen Vrijbuiters uitgebuit is een nieuw boek over minderjarige jongensprostitutie. Zijn deze jongens vrijbuiters of worden ze uitgebuit?
W
ie de codetaal kent, kan gemakkelijk puberjongens vinden die seks willen in ruil voor geld. Klanten en jongens vinden elkaar via internet, in chatrooms of op speciale escortsites. Maar verder weten de jongens heel goed hoe ze buiten het blikveld van politie en hulpverlening kunnen blijven. In Vrijbuiters uitgebuit komen elf jongens aan het woord die paydates doen, zoals ze het zelf noemen. Daarnaast vertellen drie klanten over hun afspraken met minderjarige escorts.
het taboe op het zien van puberjongens als mogelijke slachtoffers van seksueel misbruik. Om met het laatste taboe te beginnen: slachtofferschap van jongens en mannen wordt maar moeilijk onderkend. Daarbij komt dat mannen en jongens niet snel om hulp vragen. Zonder hulpvraag zal de samenleving een probleem niet gauw herkennen. Daarnaast speelt mee dat prostitutie een taboe is. Jongensprostitutie speelt zich om die reden vaak af in de anonimiteit van internet, waardoor we
Jongens draaien de knop om als de seks niet prettig is.
De gesprekken maken zichtbaar wat meestal onzichtbaar blijft. Want hoewel de jongens steevast zeggen dat het hun eigen keuze is en dat ze geen problemen hebben, blijkt uit hun verhalen het tegendeel.
Jongenswereld De verhalen van de jongens tonen een wereld waarin zij, ondanks angst en tegenzin, toegeven aan de avances van oudere mannen, louter vanwege de belofte van geld of de wens ‘ingewijd’ te worden in homoseksualiteit. Het is een wereld waarin jongens leren om de knop om te draaien als de seks niet prettig is of de man afstotelijk. Waarin jongens na jarenlange pesterijen op school blij zijn met de bewondering en aandacht van klanten, ook al is die louter seksueel. Een wereld, waarin ze door toenemend drugsgebruik of gewenning aan een dure levensstijl niet meer uit eigen beweging kunnen stoppen met paydates, al zijn ze er eigenlijk wel klaar mee.
niet weten hoe vaak het voorkomt. Tot slot gaat het meestal om homoseksuele contacten. En dat moet voor beide partijen geheim blijven.” Wie de codetaal kent kan op internet gemakkelijk puberjongens vinden die seks willen in ruil voor geld.
Dure schoenen Jandirk Veenstra is senior communicatieadviseur bij MOVISIE en interviewde de jongens. Hij vult aan: “Internet is voor homojongens vaak de enige manier om te experimenteren met hun gevoelens. Maar in chatboxen komen ze al snel in contact met mannen die veel ouder zijn. Die bieden geld en dat is erg verleidelijk als je gevoelig bent voor dure kleding en mooie schoenen. Het zou goed zijn als er meer chatboxen komen voor jongens onder de achttien waar ze veilig leeftijdgenoten kunnen ontmoeten. Want alle jongeren moeten kunnen experimenteren met hun gevoelens, maar wel op een manier die ze niet beschadigt.”
���������������������������������������������������������������
Groot congres op 9 en 10 mei 2011
Huiselijk geweld en kindermishandeling Op 9 en 10 mei 2011 vindt het
Drie taboes
Vrijbuiters uitgebuit, minderjarige jongens in de prostitutie – 11 portretten is te koop in de boekhandel en te bestellen bij www.swpbook.com. Prijs: € 19.90.
Waarom is er zo weinig bekend over deze jongens? Lou Repetur, een van de auteurs en projectleider bij MOVISIE: “Dat komt door drie taboes in onze samenleving: het taboe op prostitutie, het taboe op homoseksualiteit en
Meer informatie: Lou Repetur (l.repetur@movisie.nl of 030 789 21 17) en Jandirk Veenstra (j.veenstra@movise.nl of 030 789 22 06).
jaarlijkse congres over huiselijk geweld en kindermishandeling plaats. Dit jaar is het thema: wat werkt echt voor de cliënt? Noteer de data in uw agenda. Het beloven interessante dagen te worden!
Mijn aanrader voor 2011? Het Trendrapport seksueel geweld. Daarin zie je de thema’s die gaan spelen, zoals de invloed van de digitale media en preventie van slachtoffers en plegers van seksueel geweld. www.movisie.nl/2011 10
Dag 2 De tweede congresdag is speciaal voor alle professionals die werken in de dagelijkse praktijk van partnergeweld, ouderenmishandeling en kindermishandeling. De nadruk ligt op methodieken en op de bruikbaarheid van eerder gepresenteerd onderzoek in de praktijk.
Workshops
����������������������������������������������������������������
Silvie Janssen - manager huiselijk en seksueel geweld
huiselijk geweld. Er zal ook aandacht zijn voor Europees onderzoek naar de aanpak van geweld tegen vrouwen, kinderen en homo’s.
Op 9 mei, de eerste dag, is het programma toegesneden op bestuurders, beleidsmakers en onderzoekers. Op 10 mei zijn de professionals uit de praktijk welkom. De avond van de eerste congresdag kunt u meedoen aan een diner pensant met het accent op toekomstig beleid.
Dag 1 De eerste dag staat in het teken van landelijk en internationaal onderzoek en regionaal en lokaal beleid. Bestuurders, beleidsmakers, managers, maar ook cliëntenbelangenorganisaties en onderzoekers komen op deze dag aan hun trekken. Het programma opent met de presentatie van een onderzoek naar de ondersteuningsbehoefte van jongeren en ouders die te maken hebben gehad met huiselijk geweld. Verder is er aandacht voor het prevalentieonderzoek naar kindermishandeling en het bevolkingsonderzoek
Ook dit jaar zijn er ’s middags veel workshops: over de databank Effectieve sociale interventies, over de implementatie van de Wet Meldcode, over verantwoord beslissen en risicotaxatie voor managers, over de regionale aanpak van kindermishandeling, over de nieuwe methodiek Hé kijk mij nou!, over het vlaggensysteem, over mannelijke slachtoffers en nog veel meer!
Inschrijven Het volledige programma is vanaf voorjaar 2011 te vinden op www.huiselijkgeweld.nl. Daar kunt u ook alvast uw belangstelling voor dit congres kenbaar maken. U ontvangt bericht zodra de inschrijving geopend is. Het congres wordt georganiseerd door MOVISIE en het Nederlands Jeugdinstituut.
Meer informatie: Annemiek Goes (a.goes@movisie.nl of 030 789 20 86).
Geen huwelijksdwang maar vrije partnerkeuze
Dit moet van de daken geschreeuwd Een vertrouwensband tussen leerling en docent kan huwelijksdwang voorkomen. Dat is de ervaring in Ethiopië en dat is ook in Nederland nodig, zo bleek uit de conferentie ‘Samen sterk tegen huwelijksdwang’, op 26 november 2010. Een delegatie uit Ethiopië legt hun aanpak uit.
D
e conferentie trekt opvallend veel mensen van de politie en van scholen, zowel middelbare scholen als ROC’s. Ze zijn speciaal gekomen voor de presentatie van de vier experts van de Ethiopische organisatie TDA, zo blijkt al snel. Gedwongen huwelijken en kindhuwelijken zijn in Ethiopië verboden, legt één van de genodigden uit. De meeste scholen werken daarom met de GEACmethodiek, door UNICEF erkend als good practice. De GEAC is een commissie van docenten, leerlingen en ouders die zeer alert is om kindhuwelijken en gedwongen huwelijken te voorkomen. Per school worden absentielijsten bijgehouden. De commissie gaat langs
Lesmateriaal voor scholen MOVISIE heeft lesmateriaal ontwikkeld voor scholen: YOUR RIGHT 2 CHOOSE. Het materiaal bestaat uit een handleiding en kaartenset. Te bestellen via www. movisie.nl/huwelijksdwang.
bij meisjes die niet op school komen en overlegt met de familie. De commissie werkt nauw samen met de scholen, de politie, vrouwenverenigingen, de overheid, de rechter en invloedrijke leiders uit de gemeenschap.
Mohammed Huwelijksdwang komt ook in Nederland voor, hoewel er geen cijfers beschikbaar zijn. Salima Belhaj, Fractievoorzitter van
gehad met mijn ouders.”, maar gelukkig is dat goed gekomen.
School en thuis Belangrijk onderdeel van de conferentie is de paneldiscussie, waar ook de zaal actief aan meedoet. Want wat kunnen we leren van deze methodiek? “Het succes van deze methodiek zit in een sterke vertrouwensband tussen leerlingen en docenten. Scholen zijn de juiste
In Nederland is er een gat tussen school en thuis.
D66 in Rotterdam: “Er praten weinig mensen in Nederland over huwelijksdwang, maar ik vind dat het van de daken geschreeuwd moet worden dat vrije partnerkeuze mag in Nederland. Mijn ouders waren redelijk progressief, maar toch verwachtten ze dat ik met een Mohammed thuis zou komen. Op de middelbare school had ik een Nederlands vriendje. Als ik mijn dagboek teruglees, zie ik wat een spanning dat gaf. Ik had hoofdpijn, was vaak moe. Ik heb uiteindelijk twee jaar geen contact
plek om gedwongen huwelijken te signaleren, ook in Nederland”, aldus Leyla Çinibulak, projectleider bij MOVISIE. Garip Özcan, sociaal-cultureel werker in Den Haag: “Die vertrouwensband zoals in Ethiopië is er niet in Nederland. Hier zie je een gat tussen school en thuis. Ouders zijn weinig betrokken bij de school.” Mürvet Do˘gan, docente op het ROC, beaamt: “De meisjes vertrouwen mij wel, maar ze willen dat ik mijn mond houd tegenover hun ouders. Anders mogen ze niet meer naar school.”
�����������������������������������������������������������������������������
Hé kijk mij nou! Huiselijk geweld heeft een enorme impact op kinderen, zeker als zij een licht verstandelijke beperking hebben. Hé kijk mij nou! is een nieuwe methodiek om deze kinderen te helpen. Hé kijk mij nou! helpt kinderen en hun moeder om de geweldsspiraal te doorbreken en hun pijn te verwerken. De methodiek gaat uit van een kindergroep en een moedergroep. Er wordt gebruik gemaakt van visualisaties, tekeningen en werkbladen.
Patroon doorbreken Marijke Lammers, senior projectleider bij MOVISIE: “Hé kijk mij nou! voorziet in een leemte. Het is afgestemd op het ontwikkelingsniveau en de belevingswereld van kinderen met een licht verstandelijke beperking en hun moeders. De kinderen worden door het geweld geschaad in hun sociale, emotionele, lichamelijke en cognitieve ontwikkeling. De moeders
worstelen met hun eigen problemen en komen er niet aan toe om hun kinderen te ondersteunen. Hé kijk mij nou! helpt dit patroon te doorbreken. De moeders leren hun verantwoordelijkheid als ouder weer op te pakken en te werken aan herstel van de vertrouwensrelatie. De kinderen leren hun ervaringen een plek te geven waardoor blijvend trauma wordt voorkomen.”
Gratis regionale bijeenkomsten MOVISIE organiseert in 2011 vier regionale kennismakingsbijeenkomsten voor professionals van MEE, zorginstellingen, het speciaal basisonderwijs en andere intermediairs en verwijzers.
7 februari 2011: regio Noord: Groningen, Friesland, Drenthe 14 februari 2011: regio Midden: Overijssel, Gelderland, Flevoland 14 maart 2011: regio West: Utrecht, Noord- en Zuid-Holland 21 maart 2011: regio Zuid: Brabant, Zeeland, Limburg. Aanmelden kan tot vier weken voor aanvang via het aanmeldformulier op www.movisie.nl/hekijkmijnou.
Tips Download de methodiek op het Hé kijk mij nou!-gebruikersplatform op de MOVISIE Academie. Op 23 mei 2011 is er een train-detrainer voor hulpverleners die met de methodiek aan de slag willen.
Meer informatie: www.movisie.nl/ hekijkmijnou of Marijke Lammers (m.lammers@movisie.nl of 030 789 20 88) en Wendela Wentzel (w.wentzel@movisie.nl of 030 789 20 94).
Als docenten investeren in de vertrouwensrelatie met meisjes uit de risicogroepen, horen ze eerder signalen over gedwongen huwelijken.
Luisteren Marianne Vorthoren van SPIOR: “In Ethiopië zien ouders de leden van de GEAC-commissie als hun eigen mensen. In Nederland zien ouders de school als iets van de overheid. Het is beter om mensen vanuit de eigen groep in te zetten om ouders te overtuigen. En we moeten de discussie niet los zien van het maatschappelijke klimaat. Migrantenouders horen alsmaar: jullie doen het niet goed.” Het debat eindigt met de vraag: wat kun je doen voor mogelijke slachtoffers? Luisteren is vaak al voldoende,
concluderen de panelleden. “Geef leerlingen het gevoel dat je er voor hen bent.” Een andere tip: verwijs door naar het Zorg Advies Team van de school, mits je zeker weet dat het team voldoende kennis heeft en echt hulp kan bieden.
Meer informatie? Kijk op www.movisie.nl/huwelijksdwang of neem contact op met Bert Groen (b.groen@movisie.nl of 030 789 20 96) en Leyla Çinibulak (l.cinibulak@movisie.nl of 030 789 22 04).
��������������������������������������������������
Effectieve methoden huiselijk geweld in databank Huiselijk geweld is de meest voorkomende vorm van geweld in onze samenleving. Een effectieve aanpak vraagt om goede samenwerking, simpelweg omdat expertise van veel organisaties op diverse beleidsterreinen nodig is. Daarom werkt MOVISIE in opdracht van het ministerie van Justitie aan de ontwikkeling van methodebeschrijvingen voor de preventie en aanpak van huiselijk geweld. De eerste stap is gezet: het selecteren en beschrijven van tien goed onderbouwde methoden. Dit is gebeurd op basis van een expertmeeting en een digitale enquête met professionals uit het veld. Begin 2011 zijn de eerste vijf methodebeschrijvingen al te vinden in de databank Effectieve sociale interventies van MOVISIE: www.movisie.nl/effectievesocialeinterventies en op www.huiselijkgeweld.nl. Tijdens de landelijke conferentie over huiselijk geweld en kindermishandeling op 9 en 10 mei 2011 zullen meer goede methoden worden gepresenteerd.
Meer informatie: Nonja Meintser (n.meintser@movisie.nl of 030 789 20 89). 11
In Nederland zijn ruim 5 miljoen (zorg)vrijwilligers en 1,5 miljoen mantelzorgers. Zij en hun organisaties hebben goede randvoorwaarden en ondersteuning nodig om hun werk te kunnen blijven doen. MOVISIE zet zich in voor kwaliteitsverbetering van de infrastructuur rond vrijwilligerswerk en mantelzorg.
Vrijwillige inzet en mantelzorg
Geen school, geen maatschappelijke stage? Wmo & platte land
Doen scholieren in uw plattelandsgemeente nog geen maatschappelijke stage? Een gemiste kans! MOVISIE helpt om jongeren deze stage te laten lopen in hun eigen woonplaats.
V
anaf 2011 zijn alle middelbare scholieren verplicht om een maatschappelijke stage te doen. Zo leren jongeren dat zij iets voor de mensen en hun omgeving kunnen betekenen. Een maatschappelijke stage biedt ook kansen voor het platteland. Er ontstaat immers binding als jongeren in hun eigen gemeente actief worden, mensen ontmoeten en daarmee een sociaal netwerk opbouwen.
Pak die kans In gemeenten zonder school voor voortgezet onderwijs zijn vaak weinig maatschappelijke stageplekken. Herkenbaar? MOVISIE heeft voor plattelandsgemeenten een traject ontwikkeld om dit te verbeteren. Samen met u inventariseert MOVISIE welke maatschappelijke stages bijdragen aan de binding van jongeren met de gemeente en welke rol jongeren kunnen hebben bij het stimuleren van de leefbaarheid. En
wellicht zijn er andere vraagstukken binnen de gemeente waarbij een maatschappelijke stage een oplossing kan bieden.
Eigen jeugd Na deze inventarisatie ontwikkelt MOVISIE maatschappelijke stageconcepten die u kunt aanbieden aan scholen en maatschappelijk makelaars in de regio. Het resultaat: meer maatschappelijke stages in de gemeente waar de leerling woont en daarmee meer inzet van eigen jeugd in de gemeente. Uiteindelijk zullen jongeren zich meer binden aan de eigen gemeente en kan hun inzet gebruikt worden voor de verbetering van de leefbaarheid.
Meer informatie: Fraukje van Dijk (f.vandijk@movisie.nl of 030 789 20 51) en Jannie Schonewille (j.schonewille@movisie.nl of 030 789 22 70).
Boodschappendienst Scholieren uit Panningen doen in het kader van maatschappelijke stage boodschappen voor mensen die dat zelf niet meer kunnen. Door iets kleins (boodschappen doen) doen zij maatschappelijk gezien iets groots. De boodschappendienst heeft diverse maatschappelijke doelstellingen: contact tussen jong en oud, contact met mensen met een beperking en ontlasting van mantelzorgers.
�����������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������
Wouter Rust - manager vrijwillige inzet
Krimp achter de voordeur De plattelandsgemeente Beek-Ubbergen bestaat uit
Maatschappelijke stage! Maatschappelijke organisaties kunnen er veel meer meedoen.
acht kerkdorpen met ruim 9300 inwoners. “Als het om mantelzorg gaat, loopt het in deze gemeente redelijk goed”, concludeert beleidsambtenaar Lion Boeijen.
Wmo & platte land
En dat wil de gemeente zo houden.
www.movisie.nl/2011
��������������������������������������������������
Hoe tevreden zijn mijn klanten? Nieuw voor steunpunten vrijwilligerswerk: het klanttevredenheidsonderzoek (KTO). Dit is een digitaal doe-het-zelfinstrument waarmee u zowel vrijwilligersorganisaties als individuele klanten eenvoudig kunt bevragen over de diensten die u biedt. Om vervolgens met de resultaten de diensten gericht te verbeteren. Handig: het onderzoek levert nuttige informatie op voor de verantwoording aan financier(s) en gebruikers van het steunpunt. De eindrapportage laat zien welke verwachtingen klanten van de ondersteuning hebben, van welke diensten gebruik is gemaakt, hoe de klanten de verschillende diensten beoordelen en welke verbetersuggesties klanten hebben. Door het klanttevredenheidsonderzoek vaker uit te voeren, kunnen steunpunten vrijwilligerswerk de klanttevredenheid structureel volgen.
Meer informatie: www.movisie.nl/kto en Vanessa Zondag (v.zondag@movisie.nl of 030 789 22 59). 12
In Beek-Ubbergen kan men nog bouwen op traditionele sociale (familie)structuren: er is een rijk verenigingsleven, men kent elkaar en helpt elkaar als vanzelfsprekend. Op korte termijn worden geen problemen verwacht, maar niet overal ziet de toekomst er zo rooskleurig uit. Veel gemeenten hebben te maken met krimp en daardoor verschraling van voorzieningen. Openbaar vervoer, winkels en gezondheidszorg raken steeds meer op afstand. Dat vergroot de druk op mantelzorgers, met name voor ouderen. Daarnaast zorgen kleinere gezinnen en veranderende familiesamenstellingen - door scheiding en hertrouw - voor kleinere netwerken van mantelzorgers binnen de familiekring. Door deze ‘krimp achter de voordeur’ zal er komende
jaren meer en meer een beroep gedaan moeten worden op vrienden, bekenden en buren.
demografische ontwikkelingen die ons komende decennia te wachten staan.
Overbelasting
Praat mee
Vrienden, bekenden en buren besteden echter vaak veel minder tijd aan mantelzorg dan directe familieleden. Voor mantelzorg dreigen partners in de toekomst vooral op elkaar aangewezen te zijn, zonder de back-up van kinderen of andere familie. Hierdoor ligt overbelasting op de loer met bijbehorende risico’s als sociaal isolement en ontsporing van de zorg. Recente cijfers van het SCP tonen aan dat het aantal zwaar- en overbelaste mantelzorgers afgelopen zeven jaar al met vijftig procent is toegenomen. Geen geruststellende cijfers in het licht van de sociale en
In de trendstudie Mantelzorg beschrijft MOVISIE de gevolgen van deze sociale en demografische ontwikkelingen voor de toekomst van de mantelzorg. Er wordt met name gekeken vanuit het perspectief van mantelzorgers van ouderen. Hoeveel rek zit er nog in de informele zorg? U kunt hierover mee debatteren via de LinkedIn-groep ‘MOVISIE: Informele zorg’.
Meer informatie: Anita Peters (a.peters@movisie.nl of 030 789 20 64).
Wmo & platte land
Vrijwilligers met een beperking
Staat de deur in uw gemeente open?
Bij het zoeken naar vrijwilligers wordt zelden gedacht aan mensen met een beperking.
Gewetensvraag voor gemeenten: stimuleert u vrijwilligersorganisaties om mensen met een
de deur open voor een nieuw type vrijwilliger?”
beperking bij het vrijwilligerswerk te betrekken?
Kenniscafé
Vanessa Zondag van MOVISIE kan het iedere
We kennen ze niet, is een veelgehoorde opmerking van vrijwilligersorganisaties. Zondag is niet onder de indruk. “Ook daar kan je als gemeente een rol in spelen door samenwerking te faciliteren. Organiseer een beurs of ander evenement waar de verschillende partijen elkaar kunnen ontmoeten en nodig daarbij ook dagbestedingscentra, woonvormen en sociale werkplaatsen uit. Regel een kenniscafé of lunchmeeting waarbij de gemeente insteekt op de vraag: hoe toekomstbestendig is uw organisatie eigenlijk? Stel meteen een subsidiepotje beschikbaar voor vernieuwende ideeën om mensen met een beperking bij het vrijwilligerswerk te betrekken. Wedden dat de zaal vol zit?”
gemeente aanbevelen. “Laat zien waar de kansen liggen voor vrijwilligersorganisaties in uw gemeente. Elke gemeente heeft goede voorbeelden, waarom zou u die niet in de etalage zetten?”
“M
ensen met een beperking hebben, net als iedereen, talenten en kwaliteiten die zeer waardevol zijn voor het vrijwilligerswerk. Als beleidsmedewerkers de vrijwilligersorganisaties hierin stimuleren, slaan ze twee vliegen in één klap. Méér mensen doen in de gemeente mee, en de lokale vrijwilligersorganisaties verbreden hun horizon en boren nieuwe bronnen van vrijwilligers aan.”
Tekort Ruim zestig procent van de vrijwilligersorganisaties ervaart een tekort aan vrijwilligers. Dat blijkt uit landelijke cijfers van Digimon, het digitaal monitorinstrument van MOVISIE waar meer dan vierduizend vrijwilligersorganisaties aan meedoen. Vanessa Zondag voorspelt dat dit tekort komende jaren alleen maar groter wordt omdat meer dan de helft van de huidige vrijwilligers ouder is dan vijftig jaar. “Alleen al met het oog op de toekomst is diversiteit van het vrijwilligersbestand dus nodig. Het lastige is dat vrijwilligersorganisaties gewend zijn om in bekende vijvers te vissen. Nog niet één procent van de vrijwilligersorganisaties denkt aan
mensen met een beperking als ze zoeken naar nieuwe vrijwilligers.”
Wat kunt u doen? Vanessa Zondag raadt beleidsmedewerkers aan om de vrijwilligersorganisaties in de gemeente bewust te maken van deze blinde vlek. “Vaak is het geen onwil maar pure onbekendheid. Vrijwilligersorganisaties gaan op zoek naar het type vrijwilligers dat ze al in huis hebben, maar dan tien jaar jonger. Vraag lokale vrijwilligersorganisaties eens hoe toegankelijk ze zijn. En dan heb ik het niet zozeer over de fysieke toegankelijkheid, ook belangrijk, maar vooral over de figuurlijke toegankelijkheid: staat
Hulp voor de zorgboer Op een zorgboerderij zijn vaak vrijwilligers actief. Hoe ga ik daarmee om, vragen steeds meer zorgboeren zich af. MOVISIE begeleidt enkele zorgboerderijen op dit punt.
Op een willekeurige dag zie je op een zorgboerderij de zorgboer, soms medewerkers, natuurlijk deelnemers en af en toe vrijwilligers. Steeds meer zorgboeren stellen zich de vraag: waar kan ik vrijwilligers voor inzetten en waar moet ik rekening mee houden?
op te nemen in de bedrijfsvoering. Anders gezegd: het is verstandig als zorgboerderijen een plan maken waarin staat hoe omgegaan wordt met vrijwilligers en wat er van hen verwacht wordt. Vrijwilligersbeleid dus.
Vrijwilligers kunnen de zorgboer ontlasten. De zorgboer zorgt samen met zorgprofessionals voor de zorgbegeleiding, vrijwilligers kunnen een belangrijke rol spelen in ondersteunende taken. Zij kunnen bijvoorbeeld deelnemers in de groentetuin begeleiden, ondersteunen bij het klaarmaken van de lunch en het vervoer van cliënten van en naar de zorgboerderij verzorgen.
MOVISIE begeleidt enkele zorgboerderijen bij het opzetten van vrijwilligersbeleid. Dat gebeurt binnen het project Zorg Beter met vrijwilligers. Uit deze trajecten blijkt dat vrijwilligers weliswaar steeds meer aandacht krijgen, maar nog meer aandacht nodig hebben. Kijk op www.zorgbetermetvrijwilligers.nl.
Omdat de vrijwilliger een zelfstandig werkend persoon is met specifieke taken, is het van belang vrijwilligers
Meer informatie: Mariëlle Meeuwsen (m.meeuwsen@movisie.nl of 030 789 21 11).
��������������������������������������������������
Trudy Schreuder Goedheijt - manager informele zorg
Mijn aanrader voor 2011? De studiedagen voor vrijwilligerscoördinatoren. Daarin gaan we aan de slag met methodieken voor het inzetten van vrijwilligers ter ondersteuning van mantelzorgers.
Dit is het tweede artikel in een serie over vrijwilligers met een beperking. Het eerste artikel ging in op de rol van vrijwilligersorganisaties.
www.movisie.nl/2011
�������������������������������������������������� Meer informatie: Vanessa Zondag (v.zondag@movisie.nl of 030 789 22 59).
Enquête onder vrijwilligersorganisaties Wilt u weten hoe het vrijwilligersveld er in uw gemeente uit ziet? Maak gebruik van Digimon, het digitale monitorinstrument van MOVISIE. Met Digimon kunt u vrijwilligersorganisaties op eenvoudige wijze over verschillende onderwerpen enquêteren. U maakt gebruik van een basisvragenset die u kunt aanvullen met specifieke vragen die in uw gemeente spelen. Digimon is een doe-het-zelfinstrument. Voor 150 euro per jaar kunt u het systeem, de basisvragenset en de telefonische helpdesk gebruiken. Kijk op www.movisie.nl/digimon.
Prestatieveld@4 kaarten Vanuit prestatieveld 4 van de Wmo hebben gemeenten de taak mantelzorgers en vrijwilligers te ondersteunen. Kunt u hier wel wat hulp bij gebruiken? MOVISIE heeft 23 prestatieveld@4 kaarten gemaakt. Deze kaarten geven op één A4-tje praktische informatie over onderwerpen als: de basisfunctie verankeren, ontspoorde mantelzorg, bezuinigen en het goed vormgeven van mantelzorg- en vrijwilligersbeleid, de rol van gemeenten richting vrijwilligerswerkorganisaties
en administratieve lastenverlichting. In 2011 wordt dit rijtje aangevuld met onderwerpen waarvan gemeenten hebben aangegeven er meer over te willen weten. De prestatieveld@4 kaarten zijn te downloaden op www.prestatieveld4.nl.
Meer informatie: www.prestatieveld4.nl en Matthijs Terpstra (m.terpstra@movisie.nl of 030 789 20 61). 13
In Nederland zijn ruim 5 miljoen (zorg)vrijwilligers en 1,5 miljoen mantelzorgers. Zij en hun organisaties hebben goede randvoorwaarden en ondersteuning nodig om hun werk te kunnen blijven doen. MOVISIE zet zich in voor kwaliteitsverbetering van de infrastructuur rond vrijwilligerswerk en mantelzorg.
Vrijwillige inzet en mantelzorg Wat doet u in 2011?
Europees Jaar van het vrijwilligerswerk 2011 is het Europees Jaar van het vrijwilligerswerk. Een mooie kans om het vrijwilligerswerk een push te geven, vindt menig vrijwilligersorganisatie. MOVISIE polste twee organisaties wat zij concreet gaan doen.
Met een karavaan door Overijssel Uw achtertuin is groter dan u denkt, is het motto van Landschap Overijssel. Jessica Winter, hoofd communicatie en vrijwilligers, doet daar graag een schepje bovenop. “Overijssel is een prachtige groene provincie met een grote verscheidenheid aan natuur en landschap.” En hoewel ze zelf geen geboren natuurmens is, heeft Jessica ‘zeker wel iets met buiten’, maar vooral met de vrijwilligers buiten. En die vrijwilligers, daar gaat het om in 2011. “We hebben vierduizend groene vrijwilligers die we in het zonnetje gaan zetten. Het zijn mensen die kappen en knippen, knotten en zagen, plaggen en steken. Ze vervullen een sleutelrol in ons natuurbeheer en in onze natuurbeleving. We kunnen gewoon niet zonder ze.” Dus wat is het plan? “In 2011 en 2012 trekken we met een karavaan door de provincie. We doen natuurgebieden aan waar we steeds twee maanden neerstrijken. De karavaan is een soort werkkeet met een tentoonstelling van waaruit
“De politiek gebruikt idiote termen als natura 2000.”
we activiteiten gaan ondernemen. Natuurevenementen, cursussen, een fotoworkshop. Ja, we gaan de natuur stevig aanzetten. Dat is juist nu belangrijk, nu de natuur in de politiek een marginale rol speelt en er idiote termen als natura 2000 en ecologische hoofdstructuur
14
Vrijwilligers vormen bij Landschap Overijssel een sleutelrol in natuurbeheer en natuurbeleving
worden gebruikt.” Landschap Overijssel trekt de karavaan samen met Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en Natuur en Milieu Overijssel. Doel? “We hopen dat mensen vaker naar buiten gaan Jessica Winter en vaker vrijwilligerswerk gaan doen in de natuur. Vooral jonge mensen willen we hiermee trekken. Want zeg zelf, de meeste vrijwilligers in het groen hebben een zilveren dot haar op het hoofd. En het kan toch niet zo zijn dat alleen ouderen inzien dat de natuur de aandacht waard is?” www.landschapoverijssel.nl.
Vrijwilliger 2.0 in Den Haag Er is geen tekort aan vrijwilligers, er is behoefte aan inspirerende organisaties. Dat is de stellige overtuiging van Rein van Baar van de Haagse vrijwilligerscentrale HOF. “Maatschappelijke instellingen doen er goed aan zich aan te passen aan vrijwilligers in plaats van andersom. Geef vrijwilligers de ruimte om te doen wat ze willen doen en pluk daar de vruchten van.” De nieuwe vrijwilligers doen vrijwilligerswerk om hun identiteit te bevestigen. Ze willen vrijheid en flexibiliteit, ze willen aangesproken worden op hun kwaliteiten.” Rein noemt het ‘de vrijwilliger 2.0’. HOF heeft elke maand een andere activiteit in petto om die nieuwe vrijwilligers zichtbaar te maken. “In januari openen we ons verbouwde pand met een debat over vrijwillige inzet. Op 3 februari is er een congres MovedBy over maatschappelijk betrokken ondernemen. Daar willen we Haagse bedrijven enthousiast maken voor vrijwilligerswerk.” En zo kan hij nog wel even doorgaan. Er komen een talentenbeurs, een wekelijkse column in de Haagse Courant en een experiencecentrum in een winkelpand in de binnenstad van Den Haag
waar zichtbaar wordt gemaakt wat er allemaal gebeurt op het gebied van vrijwilligerswerk. En of dat nog niet genoeg is, opent HOF het jaar met een community waarbij elf ambassadeurs de social media gaan Rein van Baar bestoken. “Eind van het jaar zitten we op 2012 ambassadeurs”, belooft Rein. Zelf zal hij het jaar tevreden afsluiten als de boodschap is overgekomen. “Dus als vrijwilligersorganisaties de vrijwilliger als klant ziet, niet als oplossing voor bezuinigingen.” www.movedby.org en www.hofnet.nl.
Kijk verder op www.vrijwilligerswerk.nl.
����������������������������������������������������������������
����������������������������������������������������������������
Ken uw trends
Achteroverleunen is er niet bij
In januari 2011 verschijnt al het zevende Trendrapport vrijwillige inzet. In de zes eerdere rapporten werden trends als individualisering, diversiteit, geleid vrijwilligerswerk, informatisering, globalisering en lokalisering besproken. In dit zevende trendrapport bekijken we wat er van deze trends terecht is gekomen en bespreken we de nieuwe trends. De belangrijkste trend is dat er komende jaren een groot beroep gedaan wordt op vrijwillige inzet, uit nut en noodzaak. De gevolgen van de bezuinigingen zullen gedeeltelijk opgevangen moeten worden door vrijwilligers, bijvoorbeeld
Nederland scoort wereldwijd hoog als het gaat om vrijwillige inzet. Maar zitten we ook nog zo goed in 2020? Dat is maar de vraag. De voorspellingen wijzen erop dat de vrijwillige inzet even groot blijft, mede dankzij maatschappelijke stages, re-integratie en sociale activeringsprogramma’s. Maar achteroverleunen is er niet bij. Hoe kunnen we blijven inspelen op maatschappelijke trends in de samenleving? Begin 2010 organiseerde MOVISIE enkele expertmeetings om de mening van betrokken partijen hierover te horen. Belangrijkste conclusie: iedereen kan bijdragen aan het werven en behou-
op het gebied van leefbaarheid en informele zorg. Tegelijkertijd wordt vrijwilligerswerk meer en meer ingezet als participatie-instrument voor kwetsbare burgers. Het trendrapport eindigt met de uitdagingen voor alle betrokkenen: burgers, vrijwilligersorganisaties, ondersteuningsorganisaties, bedrijfsleven en overheid. Iets om uw voordeel mee te doen!
Meer informatie: Wiebe Blauw (w.blauw@movisie.nl of 030 789 20 47).
den van vrijwilligers: overheden door het creëren van ontmoeting, organisaties door het werven onder nieuwe doelgroepen en ondersteuners door zich meer te richten op ongebonden vrijwillige inzet. Tijdens het Europees Jaar van het vrijwilligerswerk wordt in oktober 2011 een debat georganiseerd waarin de partijen over hun eigen en elkaars rollen in discussie gaan.
Meer informatie: Ronald Hetem (r.hetem@movisie.nl of 030 789 20 52).
De samenleving kent een grote verscheidenheid aan mensen. MOVISIE wil bijdragen aan het verbinden van mensen en aan de participatie en het welzijn van burgers in al hun diversiteit.
Diversiteit Winnaar MOVISIE Diversiteitsprijs 2010
Deventer noemt het ‘buurt maken’ Activiteiten die buurtbewoners met en zonder verstandelijke beperking met elkaar doen om
te zetten in de buurt. Ook hen zien we nu als vrijwilliger aan de slag gaan.”
kennis te maken: samen eten, theater maken,
Beetje eng
samen wandelen en elkaar optutten in een ‘tutclub’.
Inmiddels spreekt Lia van Nimwegen van een methodiek. “Andere welzijnsorganisaties kunnen het idee zo overnemen. Het is eenvoudig op te pakken en het kost niet veel geld. Ik werk hier twaalf uur per week aan en de meeste tijd zit in het aanjagen van alle betrokkenen en het aan elkaar knopen van al die organisaties. Verder is het een kwestie van samen doen en een kwestie van volhouden. Denk niet dat zoiets snel van de grond komt. Mensen met en zonder beperking zijn niet gewend om als vanzelfsprekend met elkaar om te gaan. Maar ook organisaties vinden het niet altijd gewoon om met elkaar samen te werken. We hebben veertig jaar
Met dit concept 'buurt maken' won Raster Welzijn de MOVISIE Diversiteitsprijs 2010.
O
p vrijdagmiddag is er in wijk 5 in Deventer Potje van Otje. Vier buurtbewoners met een verstandelijke beperking en vier kinderen uit de buurt koken samen een maaltijd in de kinderboerderij. Iedere week nodigen ze een andere buurtbewoner aan tafel uit: de huisarts, de groepsbegeleider, hun ouders, de leerkracht… “En dat werkt”, vertelt een trotse Lia van Nimwegen van Raster Welzijn. Met het project ‘Onbeperkt Actief’ sleepte ze eind 2010 de MOVISIE Diversiteitsprijs 2010 in de wacht.
Kenniscafé Potje van Otje is één van de buurtactiviteiten die onder de vlag van ‘Onbeperkt Actief’ worden georganiseerd. “We hebben dit project gekanteld opgepakt. Dat wil zeggen dat we zijn uitgegaan van de vraag van buurtbewoners. Tijdens een kenniscafé
hebben buurtbewoners met en zonder beperking met elkaar kennisgemaakt en zijn drie buurtwerkgroepen al snel met heel veel ideeën gekomen. Een meisje van negentien wilde een theatervoorstelling maken, dat is met behulp van stagiairs, vrijwilligers en ondersteuning van welzijn en zorg gelukt. Een ander wilde gaan wandelen met buurtbewoners en weer een ander wilde een burendag. Bij al die activiteiten ben ik organisaties gaan
We hebben veertig jaar gedacht dat een instelling beter is.
zoeken. Zo is het balletje gaan rollen. Belangrijk is ook dat je ervan uitgaat dat ook mensen met een beperking tijd, talenten en ambitie hebben om in
Wmo & platte land
gedacht dat het wonen in een instelling voor iedereen de juiste keuze is. Je kunt niet verwachten dat we gewoon weer meedoen als je mooie woonvormen
Jetta Klijnsma met de prijswinnaars en juryleden. Foto: Daan Stringer.
in de wijk maakt en je elkaars buren wordt. Dan moet je buurt maken.”
Winnaar De jury van de MOVISIE Diversiteitsprijs 2010 roemt de aanstekelijkheid en eenvoud van het project. “Nederland mist het buurtgevoel en dat krijgt vorm in Deventer met buurt maken”, prijst juryvoorzitter Jetta Klijnsma. “De vraag van mensen met een verstandelijke beperking is leidend en de buurtbewoners doen mee. Het project heeft een grote reikwijdte, inmiddels wordt het project ook in andere wijken in Deventer uitgevoerd.” De MOVISIE Diversiteits-
prijs bekroont jaarlijks een project dat invulling geeft aan diversiteit op lokaal, regionaal of landelijk niveau. Dit jaar was het thema: leven met beperkingen: meedoen voor mensen met een chronische ziekte of een psychische, verstandelijke of lichamelijke beperking. VSBfonds was financier van de MOVISIE Diversiteitsprijs 2010. www.movisie.nl/diversiteitsbeleid.
Meer informatie: Paul van Yperen (p.vanyperen@movisie.nl of 030 789 22 35).
���������������������������������������������������������������������������������������������������������������������
Wmo & platte land
Homobeleid is niet zo moeilijk Drie procent van de plattelandsbevolking is homo of lesbisch. Kleine gemeenten hebben vrijwel nooit expliciet beleid voor deze groep. “Onterecht”, meent Peter Dankmeijer van MOVISIE. Het hoeft helemaal niet veel te kosten om de acceptatie en zichtbaarheid van homo’s te vergroten. En het resultaat mag er zijn!
H
ebben mensen met homoseksuele gevoelens het op het platteland moeilijker dan in de stad? Peter Dankmeijer van MOVISIE aarzelt. “De problemen zijn anders. Het is in kleine dorpen moeilijker om in contact te komen met gelijkgestemden, eenvoudigweg omdat er minder homo’s zijn dan in de stad. Bovendien komen
mensen op het platteland minder vaak openlijk uit voor hun homoseksualiteit.”
Prettig wonen En juist die onzichtbaarheid van homo’s op het platteland is één van de factoren om niet expliciet gemeentelijk homo-emancipatiebeleid te formuleren. Toch wil hij het belang ervan benadruk-
Quick wins voor kleine gemeenten • Heb aandacht voor diversiteit op de gemeentelijke website. • Zorg dat er boeken in de bibliotheek zijn over homoseksualiteit. • Ga in gesprek met schooldirecteuren, ouderenadviseurs, directeuren van verzorgingsinstellingen. • Maak hen sensitief voor diversiteit. • Grijp bij incidenten onmiddellijk in en bespreek deze in het driehoeksoverleg. • Geef welzijnsorganisaties de opdracht om een groep te starten voor homo’s en lesbo’s.
ken: “Het gaat om de kwaliteit van de lokale samenleving. Een gemeente waarin homoseksualiteit geaccepteerd wordt, is voor iedereen die anders is veilig en prettig om te wonen.” Hij voegt daaraan toe dat homoseksuele inwoners vaak ook in economisch opzicht een aanwinst zijn voor een dorp. “Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat homo-emancipatiebeleid zorgt voor een grotere economische aantrekkingskracht van de regio.”
borgen) homoseksualiteit? Bespreekt de onderwijswethouder het thema in zijn overleg met schooldirecteuren? Staat er in de lokale bibliotheek een rijtje boeken over homoseksualiteit? Ook met relatief kleine inspanningen kan een kleine gemeente iets bereiken”, concludeert Dankmeijer.
Meer informatie: Peter Dankmeijer (p.dankmeijer@ movisie.nl of 030 789 21 09).
Meer lezen? Homo in de hooiberg (MOVISIE, 2007) beschrijft een project in Deurne waarin sociaal-cultureel werkers een homowerkgroep opzetten. In het voorjaar van 2011 verschijnt er bij MOVISIE een uitgave over homoemancipatiebeleid in kleine gemeenten.
Alert op pesten Al met al genoeg reden voor kleine gemeenten om homobeleid te ontwikkelen. Maar hoe doen plattelandsgemeenten met een kleine portemonnee dat? Dankmeijer: “Ga allereerst alert om met incidenten van homodiscriminatie of pesterijen. Juist in kleine gemeenten is het voor een burgemeester of voor de politie gemakkelijker om rechtstreeks naar de betrokkenen toe te stappen en het conflict snel de wereld uit te helpen.”
Sensitief voor homo’s Daarnaast adviseert hij gemeenten om preventief beleid te voeren. “Het gaat in de eerste plaats om het verbeteren van de ‘sensitiviteit’ voor homoseksualiteit. Is er in verzorgingscentra oog voor (ver-
��������������������������������������������������
Wil Verschoor - manager diversiteit
Mijn aanrader voor 2011? De uitreiking van de Lantaarnprijs. Deze prijs gaat naar de meest homovriendelijke gemeente in Nederland. Die uitkomst gaat verrassend worden! www.movisie.nl/2011 15
MOVISIE kort
Publicaties
Verschijnt binnenkort
Ellen Grootoonk Jola Brocaar Petra van Leeuwen-den Dekker
Zin werkt
Zingeving in de hulp aan dak- en thuislozen
!
Kijk voor meer informatie op www.movisie.nl/publicaties. Prijzen zijn exclusief een bijdrage van € 2,50 in de verzendkosten.
Hé kijk mij nou! Handleiding voor psychoeducatie aan kinderen met een licht verstandelijke handicap (LVG) die getuige zijn (geweest) van geweld in relaties. Voor LVG-kinderen en hun LVG-moeder. Gratis downloaden.
Competentieprofiel Opbouwwerk De komst van de Wmo en de grote aandacht voor integrale wijkontwikkeling, maken dat de rol en de positie van het opbouwwerk is veranderd. € 17,50
Burgerparticipatie: het verhaal van Opsterland Hoe stimuleer je de participatie van de burger? In deze publicatie worden bruikbare methoden en succesfactoren gepresenteerd aan andere gemeenten. Gratis downloaden
Vrijbuiters uitgebuit Minderjarige jongens in de prostitutie – 11 portretten. Waarom worden ze niet gezien in de hulpverlening? Zijn het slachtoffers of avonturiers? € 19,90
Zin werkt Handzame en informatieve brochure over zingeving in de hulpverlening aan dak- en thuislozen. Gratis downloaden of bestellen tegen verzendkosten.
Handreiking Professioneel Ondersteunen Kwaliteitskenmerken van dienstverlening in de Wmo
Versie 2.0
Handreiking Professioneel Ondersteunen Kwaliteitskenmerken van dienstverlening in de Wmo. € 7,-
Sturing van welzijn
Sturing van welzijn Hoe gemeenten de sturing op de kwaliteit van het welzijnswerk kunnen verbeteren. € 11,-
Tomislav Tudjman Wiebe de Jong Erik Snel
Gezinsbegeleiding achter de voordeur
Een evaluatie volgens de methode Theory of Change
Het experiment Vernieuwend Welzijn
Waarderen, versterken en profileren van welzijnswerk
MBO in bedrijf
Het experiment Vernieuwd Welzijn Verbeterpunten voor gemeenten, welzijnsorganisaties en de landelijke overheid op basis van vijf pilots. € 11,-
MBO in bedrijf Inspiratie voor bedrijven om aan de slag te gaan met maatschappelijk betrokken ondernemen (MBO). Gratis downloaden. Participatie is hot: de term wordt veelvuldig gebruikt door politici, beleidsmakers
Zes betrokken bedrijven maken verschil
en vertegenwoordigers van burgers. Door de komst van de Wmo is aandacht voor
participatie een noodzaak voor gemeenten geworden. Iedereen telt mee én iedereen
moet meedoen: daarover lijken vriend en vijand het eens. In arbeid, in ondersteuning van kwetsbare groepen, in vrijwilligerswerk, in het meedenken over beleid.
Hendrik Wagenaar & Corine Balder-van Seggelen
Inzicht in eigen kracht
divers gehanteerd dat het tot spraakverwarring leidt. Is het streven naar participatie
Participatie ontward Vormen van participatie uitgelicht
voor en door iedereen wel realistisch? Wat vindt de burger er eigenlijk zelf van?
Participatie ontward zet verschillende invullingen van participatie op een rij, legt verbindingen en toont hoe gemeenten integrale participatiebevordering kunnen stimuleren. Vertrekpunt is het Participatiewiel dat door MOVISIE is ontwikkeld.
Participatie ontward is geschreven door specialisten op het gebied van participatie en biedt 13 goede voorbeelden uit de praktijk.
Postbus 19129 * 3501 DC Utrecht * T 030 789 20 00 * F 030 789 21 11 * www.movisie.nl * info@movisie.nl
Inzicht in eigen kracht Hoe krijg je mensen die langdurig afhankelijk zijn van bijstand weer aan het werk? € 17,50
Maatschappelijke Activeringscentra
Wat bedoelen we nu eigenlijk als het over participatie gaat? Achter het begrip gaan verschillende werelden en idealen schuil. Het begrip participatie wordt zo vaak en
Gezinsbegeleiding achter de voordeur Wanneer werkt de ‘Achter de voordeur’ methode om de thuissituatie van achterstandsgezinnen te verbeteren? € 17,50
De werking van empowerment in
Participatie ontward
Catelijne Akkermans
NIEUW
Marjet van Houten en Aletta Winsemius (red.)
Participatie Ontward Participatie Ontward zet de verschillende invullingen van het begrip participatie op een rij, legt verbindingen en toont hoe gemeenten integrale participatiebevordering kunnen stimuleren. € 25,-
�����������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������
Trainingen Kijk voor meer informatie en het volledige trainingsaanbod op www.movisie.nl/trainingen.
Open aanbod 10 maart 2010 – 2 dagen
Erkenning Verworven Competenties bij vrijwilligerswerk In deze training leert u uw vrijwilligers te begeleiden in het toepassen van de EVC-methode en de resultaten te verspreiden binnen uw organisatie. Voor begeleiders van vrijwilligers. ������������������������������
ISSN: 1876-0422
18 maart 2011 – 1 dagdeel
Sterk aan het werk: voorkomen van secundaire traumatisering
MOVISIE
Professionals die vaak geconfronteerd worden met huiselijk geweld en kindermishandeling kunnen vanwege frustratie en machteloosheid klachten krijgen die lijken op die van de cliënt. Deze training onderkent secundaire traumatisering en pakt deze aan.
Catharijnesingel 47, 3511 GC Utrecht
������������������������������
17 of 31 maart 2011 – 1 dagdeel
24 maart 2011 – 1 dag
Workshop Zingeving in de hulpverlening
Juridische aspecten van huiselijk geweld
Wilt u als hulpverlener beter in leren spelen op zingevings-/levensvragen van cliënten? Meld u dan aan. Deze workshop is in het bijzonder geschikt voor werkers in de maatschappelijke en vrouwenopvang.
Als hulpverlener bij huiselijk geweld krijgt u ongetwijfeld juridische vragen over procedures en de rechten van de slachtoffers en/of plegers. Na deze training kunt u uw cliënten beter adviseren en doorverwijzen.
���������������������������������������������������������������
Agenda
Postbus 19129, 3501 DC Utrecht T 030 789 20 00 * F 030 789 21 11
colofon
www.movisie.nl * info@movisie.nl
© MOVISIE, Utrecht 2011
kennislijn@movisie.nl of 030 789 21 12.
Jaargang 5, januari 2011, nummer 10
Gratis abonnement op MOVISIES?
Inhoudelijke vragen:
Ga naar Mijn MOVISIE op www.movisie.nl. MOVISIES is de relatiekrant van MOVISIE en verschijnt drie keer per jaar.
Wilt u MOVISIES niet meer ontvangen, een adreswijziging doorgeven of heeft u behoefte aan extra
Eindredactie:
exemplaren? Mail naar info@movisie.nl.
Afdeling Communicatie MOVISIE, Tekstburo Gort.
Over Movisie: MOVISIE is hét landelijke kennisinstituut en advies
Teksten:
bureau voor maatschappelijke ontwikkeling. We
Diverse auteurs MOVISIE,
bieden toepasbare kennis, adviezen en oplossingen
Tekstburo Gort.
bij de aanpak van sociale vraagstukken op het terrein van welzijn, participatie, zorg en sociale veiligheid.
Kijk voor meer informatie en onze volledige agenda op www.movisie.nl.
Vormgeving en productie:
In ons werk staan vijf actuele thema’s centraal:
Suggestie & illusie, Utrecht.
huiselijk & seksueel geweld, kwetsbare groepen, leefbaarheid, mantelzorg en vrijwillige inzet.
Fotografie:
27 januari 2011 - Utrecht
Conferentie Leden de baas? Hoe verenigingen vormgeven aan democratie ������������������������������ 9-10 mei 2011 - Ede
Landelijk Congres Huiselijk Geweld en Kindermishandeling 'Wat werkt voor de cliënt?' 16
Zet va st in je agend a!
Thomas Heere, istock, Redmar Kruithof,
MOVISIE verzamelt en verspreidt bruikbare
Herman Engbers, Markus Bollingmo, Hollandse
en actuele kennis in de vorm van:
Hoogte, Daan Stringer
* adviestrajecten * methodieken * projecten * onderzoek * evaluaties
Overname van (delen van) artikelen is met
* monitoren * protocollen * beroepsprofielen
bronvermelding toegestaan.
* competentieweb * best practices * (internationale) kennisnetwerken * themawebsites * publicaties * trainingen * congressen