movisies
Thema : Europ ees jaar va n het vrijwil ligerswerk
Relatieblad over maatschappelijke ontwikkeling * juni 2011 * nr 11
In dit nummer:
Europese tour langs vrijwilligerswerk
Algemeen
Nooit meer om vrijwilligers heen
2
Kwetsbare groepen
7 vragen over vrijwilligerswerk en activering
5
Leefbaarheid
Opgelet: de babyboomers gaan met pensioen
6
Mens en organisatie
Pak de passie!
8
Beroepsontwikkeling
Maak dilemma's en keuzes bespreekbaar
9
Huiselijk en seksueel geweld
Vrijwilligers zijn belangrijk voor slachtoffers
10
Vrijwillige inzet en mantelzorg
Waardering kan zo simpel zijn 12 Diversiteit
Homo-organisatie in de etalage
15
Agenda, trainingen en publicaties
16
Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten van VWS 'schiet' het Europees jaar van het vrijwilligerswerk open.
Donderdag 20 oktober 2011 start de Week van de Europese Tour. In deze week organiseren meer dan twintig organisaties acht tot twaalf conferenties voor het Europees jaar van het vrijwilligerswerk. Uitgenodigd zijn alle stakeholders van het vrijwilligerswerk, waaronder europarlementariers, EU-commissarissen, en (buitenlandse) bedrijven, overheden, vrijwilligersorganisaties en ondersteuningsorganisaties.
N
ederland laat Nederland en Europa zien wat we in huis hebben aan interessante projecten en activiteiten. Best practices, debatten, conferenties, wetenschappelijke ontwikkelingen, presentaties, tentoonstellingen en workshops. Toert u mee?
NOV Congres Op 20 oktober 2011 bijt Vereniging NOV de spits af met een groot congres om de positie van het vrijwilligerswerk te versterken. Thema: besturen en vrijwilligerscoördinatoren. Het congres is voor iedereen die zich inzet voor vrijwilligers: vrijwilligerscentrales en steunpunten, vrijwilligersorganisaties, coördinatoren vrijwil-
ligerswerk, vrijwillige besturen en overheden. Kijk verder op www.nov.nl.
Toekomstagenda Vrijwillige inzet Op 27 oktober 2011 wordt de toekomstagenda voor het vrijwilligerswerk opgesteld. Daarmee willen we zorgen dat het huidige gunstige vrijwilligersklimaat in de toekomst behouden blijft. Dat dit niet vanzelfsprekend is, blijkt uit berekeningen van het SCP dat het vrijwilligerswerk in 2025 sterk onder druk komt te staan. Dit heeft te maken met de vergrijzing waardoor er meer vraag komt naar vrijwilligers, terwijl het aanbod juist kleiner wordt. Tijdens deze dag praten we met elkaar over vragen als: wat zijn
nieuwe vindplaatsen voor het vrijwilligerswerk, hoe kunnen we mensen meer betrekken bij het vrijwilligerswerk, wie gaat wat doen om het vrijwilligerswerk komende tien jaar te versterken? Alle concrete afspraken worden vastgelegd in de toekomstagenda.
Onderzoeksdag Vrijwillige inzet Nieuwsgierig naar de resultaten van onderzoek naar vrijwillige inzet? Kom langs op de jaarlijkse internationale onderzoeksdag op 27 oktober 2011. Dit jaar is de dag gericht op drie thema's: levenslang leren, geleid vrijwilligerswerk en verhoudingen tussen de civil society, markt en overheid.
Conferentie maatschappelijke stage Buitenschools leren is het thema van de conferentie over maatschappelijke stage op 26 oktober 2011. Gasten uit vijf Europese landen zijn uitgenodigd om ervaringen en goede voorbeelden uit te wisselen. De conferentie is voor gemeenten, scholen, makelaars en alle andere betrokkenen. In het ochtendgedeelte staan de verhalen van leerlingen centraal, ’s middags laat Nederland zien hoe wij buitenschools leren hebben geïmplementeerd.
Europ ees jaar va n het vrijwil ligerswerk
Week van de Europese Tour Tijdens de Week van de Europese Tour is Nederland het podium waar prachtige vrijwilligersprojecten en activiteiten te zien zijn. Daarmee willen we zoveel mogelijk interesse wekken van Nederlandse en Europese politici voor vrijwillige inzet en maatschappelijk betrokken ondernemen. De week is van 20 tot 28 oktober 2011 en wordt georganiseerd door het Nationaal Coördinatieorgaan van het EJV 2011. Het volledige programma is te zien op: www.vrijwilligerswerk.nl.
Meer informatie: Mark Molenaar (m.molenaar@movisie.nl of 030 789 22 03).
Het ondersteunen van lokale partners bij de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) loopt als een rode draad door onze activiteiten. MOVISIE helpt gemeenten en lokale organisaties.
Algemeen Nieuw Trendrapport Vrijwillige Inzet
Nooit meer om vrijwilligers heen De aandacht voor vrijwillige inzet zet door. Dat is te lezen in het zesde Trendrapport Vrijwillige Inzet dat dit voorjaar is verschenen. In het rapport zet MOVISIE zes trends op een rij, inclusief voorbeelden uit de praktijk. Ook wordt teruggeblikt op de trends uit eerdere rapporten: zijn de verwachtingen Trendrapport 2011
uitgekomen? Het trendrapport is een aanrader voor iedereen
Vrijwillige inzet 2.0
die zich inzet voor vrijwilligerswerk.
E
xperts schetsen in het nieuwe trendrapport zes trends voor de toekomst van het vrijwilligerswerk. Wat betekenen die trends voor gemeenten, beroepskrachten en vrijwilligers? Om maar meteen met de deur in huis te vallen: de grote uitdaging voor gemeenten is om beleidsontwikkeling consequent samen met vrijwilligers te ontwikkelen. Dat betekent dat de
gemeente er komende jaren goed aan doet om te investeren in relatieopbouw met burgers, vrijwilligersorganisaties, professionele organisaties en het bedrijfsleven. De uitdaging voor beroepskrachten is om uit te gaan van de kracht van vrijwilligers en dus niet zelf kant-en-klare oplossingen te bieden. En de grote uitdaging voor vrijwilligers? Hou zelf de touwtjes in handen!
trendrapport-omslag.ind d 2
05-04-11 13:41
Het Trendrapport Vrijwillige Inzet is een aanrader voor iedereen die zich inzet voor vrijwilligerswerk.
Vraag van vrijwilligers geen werk dat je zelf nooit zou willen doen in je vrije tijd.
Mark Molenaar projectleider Europees jaar van het vrijwilligerswerk
Lucas Meijs:
Laat zien wat normaal is
Net als normale, betaalde arbeid speelt vrijwilligerswerk in alle sectoren van de maatschappij een rol. En net als bij normaal werk is niet het werken an sich het doel of de bindende factor. Vrijwilligersorganisaties en bedrijven hebben hun focus op een product. Voor bedrijven ligt dat vaker (maar zeker niet alleen) in de commerciële sfeer, zoals zuivel aan de man brengen, of tv’s. Voor vrijwilligersorganisaties ligt dat vaker in de ideologische of verstrooiende sfeer, zoals mensen helpen of theater mogelijk maken, natuur beschermen of juist toegankelijk maken. Toegegeven, er is een flinke overlap, waarin het dan weer moeilijk is te bepalen wat betaald en wat onbetaald zou moeten of mogen gebeuren. Een situatie die sommigen graag uitbuiten en waar in de zorg soms de grens is bereikt. Eén ding is zeker, normale arbeid moet. Wie niet werkt, is afhankelijk van de overheid om te wonen, te eten en te drinken. Gelukkig zijn er veel mensen die meer uit hun werk halen dan alleen onderdak en voeding. Waar dan helaas heel veel mensen tegenover staan die nog liever vandaag dan gisteren hun betaalde baan zouden opzeggen. Het plezierige aan vrijwilligerswerk is dat de meerderheid daarvoor kiest vanuit een intrinsieke motivatie. Op een aantal slachtoffers van doorgeschoten instrumentele beleidsdrift of de slechte uitvoering daarvan na. Bijvoorbeeld bij slecht georganiseerde verplichte re-integratie en maatschappelijke stage. Zeventig procent van de vrijwilligers heeft altijd (!) plezier in zijn of haar werk. En dat klinkt eigenlijk wel weer normaal, want wie wil er nu niet met een goed gevoel werken? Het Europees jaar van het vrijwilligerswerk biedt vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties de kans om te laten zien dat vrijwilligerswerk normaal is en deel uitmaakt van een evenwichtig leven. En dat er voor iedereen vrijwilligerswerk is waaraan hij of zij intrinsiek gemotiveerd kan werken. Werk waarbij de beloning ligt in voldoening, plezier, iets kunnen doen waarbij je echt betrokken bent. Iets wat je eigenlijk iedereen gunt die normaal werkt, maar waarvoor we dus voorlopig afhankelijk zijn van het vrijwilligerswerk. Mark Molenaar, projectleider Europees jaar van het vrijwilligerswerk 2011, m.molenaar@movisie.nl. 2
“Ik zie een enorme gasbel vol positieve energie.”
COLUMN
Wat betekent het Europees jaar van het vrijwilligerswerk?
“Het gaat uitstekend met het vrijwilligerswerk, ondanks grote veranderingen in de samenleving. Organisaties weten zich aan te passen waardoor het vrijwilligerswerk in Nederland heel stabiel is. Dat zie ik als grootste trend. Ik zie ook dat de samenleving een enorme gasbel is vol positieve energie. Als er een probleem is, wordt er niet meer geklaagd: wie gaat hier iets aan doen? Nee, we stellen de vraag: wat ga ik eraan doen? Dat is de positieve kant van de individualisering. Je ziet een enorme opkomst van allerlei nieuwe boringen: het omzetten van de vrijwillige energie in vrijwilligerswerk. Mensen nemen hun eigen verantwoordelijkheid en zetten die om in georganiseerde actie. Wat dat betekent voor gemeenten? Dat je niet moet denken dat je als gemeente de regie in handen hebt, blijf van die touwtjes af! Het vrijwilligerswerk is van de gemeenschap, niet van de gemeente. Als bestuurder heb je er niets over te zeggen. Als financier ligt dat natuurlijk anders, dan kun je vragen wat je wilt. Mijn advies aan beroepskrachten is om waanzinnig creatief te zijn in het aanboren van al die energie. Kijk daarbij ook naar je eigen aandeel. Je kunt niet verwachten dat het vrijwilligerswerk verandert en jouw agenda hetzelfde blijft. Ik kan het ook anders zeggen: vraag van vrijwilligers geen werk dat jij zelf nooit in je vrije tijd zou willen doen. Maak van het vrijwilligerswerk geen goedkoop afvoerputje voor taken die je als beroepskracht niet zelf wilt doen. Ik was op een voorlichtingavond waarbij de jongerenwerker aangaf dat zijn werk om elf uur ’s avonds stopt
Lucas Meijs
omdat hij volgens de cao niet langer mag werken. Maar juist om die tijd beginnen de problemen en is zijn inzet keihard nodig. Waarom blijf je niet als vrijwilliger, vroegen de potentiële vrijwilligers. Die vraag zouden we aan iedere beroepskracht moeten stellen die werkt met vrijwilligers.”
Lucas Meijs is bijzonder hoogleraar vrijwilligerswerk/strategische filantropie aan de Rotterdam School of Management van de Erasmus Universiteit.
MOVISIE-partner aan het woord
Marius Ernsting:
“Ik zie een verdringingsprobleem.” “Trend 1 klopt: de focus op vrijwillige inzet groeit. Ik zie hierbij een verdringingsprobleem. Het valt mij op dat de afgelopen jaren steeds vaker betaalde functies worden geschrapt. Bijvoorbeeld in de coördinatie van dagbesteding in verzorgingshuizen en ziekenhuizen. Op die plekken worden vervolgens vrijwilligers ingezet. Dit trendrapport brengt voor mij weinig nieuws. Je kan zeggen: gelukkig maar, je zit er middenin en het zou gek zijn als je erdoor verrast zou worden. Ik denk dat dit trendrapport handig is voor gemeenten die vrijwilligersbeleid willen maken, maar nog weinig weten van het vrijwilligerswerk. Het rapport geeft een overzicht van de ontwikkelingen in het vrijwilligerswerk en aanbevelingen voor gemeenten, beroepskrachten en vrijwilligers. Eén van de aanbevelingen is om als vrijwilligersorganisatie meer gebruik te maken van social media. Ik lees dat vaker, maar mijn vraag is steeds: hoe doe ik dat? Ik ken LinkedIn, maar dat is vooral iets voor mensen die met hun carrière bezig zijn. En Facebook is volgens mij niets meer dan een gezellig dorpsplein. Dus hoe pak ik dat aan?”
Marius Ernsting is voorzitter van Vereniging Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk (NOV)
Marius Ernsting
Trends in het kort Trend 1 De focus op vrijwillige inzet groeit, niet alleen bij overheden, maar ook bij bedrijven en burgers. Deze aandacht voor vrijwillige inzet zal komende jaren verder toenemen.
Trend 2 Er is een toename te zien in diversiteit van organisaties, vrijwilligers en klussen. Er komen steeds meer verschillende typen organisaties, steeds meer vormen van vrijwillige inzet en nieuwe manieren van communiceren. Er zijn ook steeds meer redenen en motivaties om vrijwilligerswerk te doen.
Trend 3 De grenzen van het begrip vrijwillige inzet worden steeds verder opgerekt. Er zijn en komen heel veel vormen van vrijwillige inzet.
Trend 4 Het vrijwilligerswerk professionaliseert. Er worden steeds meer eisen gesteld
aan zowel de organisaties als aan de vrijwilligers.
“Gemeente, blijf van die touwtjes af!”
“In Amerika is alles mogelijk.” Floor Koudijs is projectleider maatschappelijke stage bij het ministerie van OCW. Ze doet dit
Trend 5 Vrijwilligersorganisaties gaan steeds meer samenwerken. Ze zoeken naar slimme allianties, soms op eigen initiatief, soms afgedwongen door de financier.
Trend 6 Het gebruik van social media neemt razendsnel toe, ook in het vrijwilligerswerk. Zijn eerdere trends uitgekomen? De trends in eerdere trendrapporten lijken inderdaad uit te komen. Steeds meer geleide vormen van vrijwilligerswerk doen hun intrede (trend: vrijwilligerswerk als instrument en middel). Steeds vaker vragen vrijwilligers zich af wat ze terugkrijgen voor het vrijwilligerswerk (trend: individualisering). Internet is onmisbaar geworden in het vrijwilligerswerk (trend:
werk vanuit Intermin, een stichting die de informatisering). Vanuit de overheid is er ook steeds meer aandacht voor de bijdrage aan en de waarde van het vrijwilligerswerk voor de samenleving (trend: veranderende verhoudingen zetten door). De komst van de Wmo onderstreept dit. Gemeenten zijn nu zelfs wettelijk verplicht om de ondersteuning van vrijwilligers vorm te geven. De invoering van de maatschappelijke stage zorgt ervoor dat ook vanuit scholen meer aandacht is voor vrijwilligerswerk. Het Trendrapport Vrijwillige Inzet is te bestellen via www.movisie.nl.
Meer informatie: Else Boss (e.boss@movisie.nl of 030 789 22 41).
Samenwerking tussen vrijwilligers & beroepskrachten? Stap in het frontliniepanel U werkt in de sociale sector en u heeft een visie die u wilt delen? Sluit u aan bij het frontliniepanel van MOVISIE. Ruim 800 beroepskrachten en vrijwilligers zijn u al voorgegaan. Als lid van het internetpanel ontvangt u een keer per jaar een enquête met vragen over een actueel maatschappelijk onderwerp. Na elk onderzoek nodigen wij u uit voor een informele netwerkbijeenkomst waar u de resultaten met vakgenoten bespreekt. Bovendien maakt u elke keer dat u meedoet kans op 500 euro, te besteden aan een zelfgekozen maatschappelijk doel.
Europ ees jaar va n het vrijwil ligerswerk
Loopt de samenwerking lekker? Als u nu instapt, kunt u meteen deelnemen aan de enquête over de samenwerking tussen vrijwilligers en uitvoerende beroepskrachten. Versterkt u elkaar of zit u in elkaars vaarwater? MOVISIE gaat de uitkomsten gebruiken om de samenwerking te versterken. Aanmelden voor het frontliniepanel kan via www.movisie.nl/frontliniepanel.
Meer informatie: Bard Briels (b.briels@movisie.nl of 030 789 21 33).
kwaliteit van overheidsmanagement wil verbeteren. Wat doet u met MOVISIE? “Ik overleg minstens een keer in de zes weken met MOVISIE, vaak bellen we tussendoor voor kort overleg. MOVISIE heeft de opdracht gekregen van OCW en VWS om gemeenten en vrijwilligersorganisaties te ondersteunen bij het organiseren van vrijwilligerswerk en maatschappelijke stage. Gemeenten hebben een makelaarsfunctie: zij moeten ondersteuning geven aan scholen en aan stagebiedende organisaties. MOVISIE helpt de gemeenten en vrijwilligersorganisaties daarbij. Ze bieden bijvoorbeeld trainingen, voorlichting, en een-op-een gesprekken aan, afhankelijk van waar een gemeente of vrijwilligersorganisatie behoefte aan heeft.” Waarom werkt u met MOVISIE? “De mensen zijn goed en vriendelijk. Inhoudelijk zijn ze sterk. Ik kan merken dat ze al jaren bezig zijn met maatschappelijke stage.” Is de maatschappelijke stage al ingevoerd? “Bijna! Onlangs is de Tweede Kamer akkoord gegaan met het wetsvoorstel. Zodra het wetsvoorstel door de Eerste Kamer is goedgekeurd, gaan scholen het doen. Vanaf schooljaar 2011/2012 zullen dan alle leerlingen die dan instromen in het voortgezet onderwijs, minstens dertig uur maatschappelijke stage lopen. Maar het mooie is dat 99 procent van de scholen dit schooljaar al geld heeft aangevraagd om met maatschappelijke stage aan de slag te gaan. Dus ook al is het nu nog niet verplicht, toch leeft maatschappelijke stage al enorm bij scholen, leerlingen, gemeenten en vrijwilligersorganisaties.” Waar loopt u warm voor? “Ik heb een jaar in San Francisco gewerkt bij een organisatie voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het bijzondere van Amerika is dat ik daar het gevoel heb dat alles mogelijk is. Het is een land van kansen. Nederlanders zijn calvinistischer, we staren ons blind op alles wat niet goed is, terwijl er heel veel juist ontzettend goed gaat. Amerika is een flexibel land, er is veel mobiliteit qua werken en wonen. Of ik terugga? Nou, dat zou zomaar kunnen.”
3
Het ondersteunen van lokale partners bij de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) loopt als een rode draad door onze activiteiten. MOVISIE helpt gemeenten en lokale organisaties.
Algemeen Uitkomsten driejarig Europees onderzoek
Geef zwerfjongeren een veilige plek Armoede en thuisloosheid zijn verwant. Maar minstens zo belangrijk is de familieachtergrond. Zwerfjongeren hebben vaak problemen in hun gezin. En die problemen zijn bepalend voor hun beslissing om uit huis te gaan. Dat is één van de uitkomsten van het Europees onderzoek Combating Youth Homelessness. Drie jaar lang is onderzoek gedaan naar zwerfjongeren in Engeland, Tsjechië, Portugal en Nederland. Twee Europese projectleiders uit Tsjechië en Portugal kijken terug.
D
e twee projectleiders zijn blij dat er nu meer aandacht is voor de problematiek van zwerfjongeren. “De resultaten zijn belangrijk, veelomvattend en politiek relevant”, vindt Selma Muhic Dizdarevic uit Tsjechië. “Wat mij opvalt, zijn de grote verschillen tussen de landen. Het Nederlandse systeem bijvoorbeeld doet er alles aan om te zorgen dat jonge mensen niet op straat komen. In
Tsjechië gebeurt dat veel minder. Ik ben niet erg positief over het effect van het project in Tsjechië. Het enige positieve dat ik zie, is dat maatschappelijke organisaties zich nu inzetten voor zwerfjongeren.”
Crisis Bijzonder aan het project ‘Combating Youth Homelessness’ is dat de vier landen nauw hebben samengewerkt
met ex-zwerfjongeren. Collega projectleider Filipa Menezes uit Portugal: “Ik ben blij dat het gelukt is. Het is opvallend dat deze jongeren, die zelf in slechte omstandigheden hebben geleefd, zo positief betrokken zijn om andere zwerfjongeren te helpen.” In Portugal is de problematiek van zwerfjongeren dankzij het project hoger op de agenda gekomen. “Maar door de economische crisis zullen
innovaties niet worden doorgezet. We zijn bijvoorbeeld op scholen preventief gaan werken om dakloosheid te voorkomen. Dat is een vernieuwende methode en er liggen al uitnodigingen van andere scholen. Maar nu het project stopt, zullen we daar niet mee door kunnen gaan.”
Slotconferentie Op 28 april 2011 zijn de resultaten van het project in een slotconferentie gepresenteerd. Hier is ook uitgelegd hoe het 8-fasenmodel is toegepast. Het 8-fasenmodel, een begeleidingsmethode in de maatschappelijke opvang, is toegespitst op zwerfjongeren. “Achteraf had ik meer tijd gewild om dit model door te ontwikkelen”, zegt Filipa. “Wat nu nodig is, is dat we de armoede en uitsluiting van generatie op generatie doorbreken en de veerkracht van jongeren stimuleren.” Kijk voor het onderzoeksrapport en een verslag van de slotconferentie op www.movisie.nl.
MOVISIE ontvangt ISO certificaat Het spreekt voor zich dat MOVISIE als landelijk kennisinstituut en adviesbureau strenge eisen stelt aan de kwaliteit van haar eigen dienstverlening. Maar hoe maken wij dit voor de buitenwereld aantoonbaar? Het afgelopen jaar hebben wij een kwaliteitssysteem opgezet zodat duidelijk is welke kwaliteit klanten en samenwerkingspartners van ons mogen verwachten. Voorjaar 2011 zijn wij daarvoor beloond met het ISO 9001 certificaat. ISO 9001 is internationaal de meest gekende kwaliteitsmanagementnorm die wordt toegepast door meer dan een half miljoen organisaties in 160 landen.
�����������������������
Meer informatie: Thea Meinema (t.meinema@movisie.nl of 030 789 21 48).
����������������������������������������������������������������������������������������������������������
Welzijn Nieuwe Stijl
Europ ees jaar va n het vrijwil ligerswerk
Je zal maar voor vijftig gemeenten werken Help ons om sterker en professioneler te worden. Met die vraag klopte de Stichting Vluchtelingenwerk Noord-Nederland aan bij het stimuleringsprogramma Welzijn Nieuwe
Dit wordt het traject
Stijl. MOVISIE begeleidt de stichting nu met een
MOVISIE gaat de stichting helpen met een adviestraject vanuit Welzijn Nieuwe Stijl. De eerste stap is gezet: het productenaanbod van Vluchtelingenwerk moet aansluiten bij de acht bakens van Welzijn Nieuwe Stijl. Vervolgens krijgen de coördinatoren trainingen op het gebied van acquisitie en profilering bij gemeenten om meer aan te sluiten bij het gemeentelijk beleid. Daarnaast gaan de coördinatoren de vrijwilligers coachen zodat die op hun beurt weer vluchtelingen kunnen begeleiden naar zelfredzaamheid.
adviestraject. Dit zijn ze Stichting Vluchtelingenwerk NoordNederland is een welzijnsorganisatie voor vluchtelingen en migranten. De stichting heeft 65 betaalde krachten en zeshonderd vrijwilligers. Op jaarbasis helpen ze drieduizend vluchtelingen.
Dit is het probleem Manager Christine Hillemans: “Wij werken in drie provincies voor vijftig gemeenten. Veel gemeenten stappen over van een exploitatiesubsidie naar productfinanciering. Dit betekent dat de rol van de coördinatoren verandert. Zij hebben nu nog een signaleringsrol, maar ze krijgen er een acquisitietaak bij. Zij gaan relaties onderhouden, ontwikkelingen volgen, samenwerking signaleren en offertes schrijven.”
Dit willen ze Vluchtelingenwerk Noord-Nederland wil een sterkere relatie met de gemeenten en een meer professionele en effectieve werkverdeling tussen 4
Maar daarnaast hebben ze ook vaardigheden nodig om die kennis te vertalen in het eigen aanbod.”
manager en coördinator en tussen coördinator en vrijwilliger. Manager Christine Hillemans: “De coördinatoren moeten kennis hebben van de Wmo.
De acht bakens van Welzijn Nieuwe Stijl 1. Gericht op de vraag achter de vraag. 2. Gebaseerd op de eigen kracht van de burger. 3. Direct eropaf. 4. Formeel en informeel in optimale verhouding. 5. Doordachte balans van collectief en individueel. 6. Integraal werken. 7. Niet vrijblijvend, maar resultaatgericht. 8. Gebaseerd op ruimte voor de professional.
Dit is bijzonder Jel van Engelen begeleidt vanuit MOVISIE het adviestraject. “In dit traject gaat het om het gebruik van de kracht van mensen zelf. Het is een schoolvoorbeeld van wat de Wmo wil bereiken. De vluchtelingen worden zelfredzaam gemaakt zodat ze zich zonder hulp kunnen redden. Om dit te bereiken, krijgen ze hulp van actieve burgers die zich vrijwillig inzetten.”
Meer informatie: Jel Engelen (j.engelen@movisie.nl of 030 789 20 24).
Eigen Kracht Conferentie: Welzijn Nieuwe Stijl zet in op de kracht van mensen.
Sommige burgers kunnen zich niet op eigen kracht in de samenleving redden. MOVISIE besteedt veel aandacht aan de hulpverlening en activering van deze kwetsbare groepen.
Kwetsbare groepen
Zeven vragen over vrijwilligerswerk & activering Europ ees jaar va n het vrijwil ligerswerk
1. Helpt vrijwilligerswerk bij activering? Jazeker! Activering gaat over meedoen aan de maatschappij. Activering gaat om werken, maar ook om het hebben van sociale contacten, het deelnemen en bijdragen aan de maatschappij, het opdoen van vaardigheden. Veel mensen kunnen dit op eigen kracht, anderen hebben daar ondersteuning bij nodig. Vrijwilligerswerk speelt hierbij van oudsher een belangrijke rol als plek waar mensen kunnen deelnemen aan de maatschappij.
2. Wat doet het vrijwilligerswerk dan? Het vrijwilligerswerk vervult verschillende rollen: als leerplek, als werkplek, als plek om de taal machtig te worden, als uitdagende werksetting of als veilige haven. Als mensen zo op structurele basis worden toegeleid, spreken we van sociale activering.
3. Wat heb je aan sociale activering? Sociale activering is een instrument om de maatschappelijke participatie te vergroten van mensen met een grote afstand tot de maatschappij en de arbeidsmarkt. Sociale activering wordt ingezet om mensen die in een sociaal isolement leven of dreigen te raken, meer bij de maatschappij te betrekken. Het bevindt zich hiermee op het snijvlak van werk en inkomen en welzijnswerk. Het doel van sociale activering is mede afhankelijk van de invalshoek die wordt gekozen. Soms is het
uiteindelijke doel het vinden van werk, soms gaat het om weer actief deelnemen aan de maatschappij door vrijwillige inzet.
4. Waar moet je als vrijwilligersorganisatie op letten? Voor een vrijwilligersorganisatie is een vrijwilliger die deelneemt in het kader van sociale activering vaak ongemakkelijk. Een sociale activeringsvrijwilliger is een gewone vrijwilliger, maar toch is er meestal extra aandacht vereist. Een vrijwilligersorganisatie moet dus heldere afspraken maken met de deelnemer over de rol van de organisatie.
5. Wat heb je als gemeente aan vrijwilligerswerk bij activering?
In steeds meer activeringscentra leveren mensen met een beperking een bijdrage aan wijk, buurt of dorp.
Gemeenten denken meer na over de vraag hoe ze uitkeringsgerechtigden iets terug kunnen laten doen. Deelname aan vrijwilligerswerk is een optie. De laatste jaren zijn in diverse plaatsen activeringscentra opgericht waar mensen hun kwaliteiten weer leren inzetten en tegelijkertijd diensten leveren aan de wijk, buurt of dorp.
6. Wat zijn de kansen voor vrijwilligers? In de GGZ en de maatschappelijke opvang maar ook op veel andere plaatsen zien we dat mensen groeien: van deelnemer of cliënt naar ervaringsdeskundige en vervolgens naar vrijwilliger. In dit proces geeft iemand zijn eigen ervaringen een plek en zet zich tegelijk in voor anderen. Een vrijwilliger bij lotgenotencontact is hiervan een goed voorbeeld, maar ook een vrijwilliger in de
In de GGZ groeien cliënten van ervaringsdeskundige naar vrijwilliger.
maatschappelijke opvang of een vrijwilliger bij cliëntenorganisaties en Wmo-raden.
7. Mooie oplossingen? Activering en zorg moeten goed op elkaar afgestemd zijn als we willen dat kwetsbare mensen kunnen deelnemen. Een deel van hun problemen wordt hanteerbaar als zij merken dat ze tot meer in staat zijn. Dit kunnen we realiseren met bijvoorbeeld de activerende zorgcoaching van Hogeschool INHolland. Deze activerende
�������������������������������������������������������������������������������������������������
Nieuwe gereedschapskist voor hulpverleners
zorgcoaching biedt zowel zorg op maat als een activeringstraject en de individuele klanten krijgen een coach. Met deze methode kunnen professionals de tussengroep beter bereiken en motiveren. En bovendien werken verschillende organisaties en disciplines zo beter samen.
Meer informatie: Marjet van Houten (m.vanhouten@movisie.nl of 030 789 20 74) en op www.activerendezorg.nl.
������������������������������
5xB methode voor Wmo-raden
Bent u klaar voor empowerend en zelfregieversterkend werken? En wilt u dit zo goed mogelijk in uw werk doorvoeren? MOVISIE maakt voor uitvoerende hulpverleners een gereedschapskistje. Daarin zitten instrumenten en hulpmiddelen die de hulpverlener
Ellen Grootoonk Catelijne Akkerm ans Jola Brocaar Petra van Leeuwe
in de dagelijkse praktijk kan inzetten.
In de ‘gereedschapskist’ zitten instrumenten die zijn ontwikkeld binnen innovatieve projecten. De instrumenten zijn bedoeld als hulpmiddel voor de ondersteuning van zelfregie. Het gaat om instrumenten die nu nog vaak beperkt blijven tot een kleine groep innovatoren in de werksoort waarvoor het ontwikkeld is. Met deze set krijgen dus veel meer sociale professionals de kans om er gebruik van te maken.
Concreet De gereedschapsset is geschikt voor het werk van alle beroepsgroepen die met kwetsbare burgers werken. Denk voor de inhoud aan zaken als: aansluiten op de leefwereld en zingeving van de kwetsbare burger, bijdragen aan het eigen verhaal via integrale vraagverheldering, aandacht vragen voor de inzet van kwaliteiten en talenten in participatie in arbeid en dagbesteding,
samen met de cliënt doelen stellen en vooral ook integraal en levensbreed werken aan de verwezenlijking van die doelen.
n-den Dekker
Zin werk t
Zingeving in de hulp aan daken thuislozen
Zin werkt-omslag.indd
1
16-11-10 09:42
Maak het op maat De inhoud van de gereedschapskist ligt niet vast. Het gereedschap kan variëren: praktische checklisten, met de cliënt te gebruiken werkvormen, handelingsaanwijzingen voor het gesprek. De bedoeling is dat iedere professional hieruit zijn eigen set praktische hulpmiddelen en instrumenten op maat samenstelt en vervolgens gebruikt binnen de handelingsruimte die hij heeft. MOVISIE zoekt nog naar de vorm waarin de set beschikbaar zal worden gesteld: een database, publicaties, een website met instructiefilmpjes, al dan niet gekoppeld aan bijeenkomsten en interactieve fora.
Oproep: wat is uw selectie? In 2011 organiseert MOVISIE bijeenkomsten waar uitvoerende professionals zelf mee kunnen denken over de selectie en presentatie van de instrumenten.
Interesse om deel te nemen? Kijk op www.movisie.nl of neem contact op met Anne-Marie van Bergen (a.vanbergen@ movisie.nl of 030 789 20 67).
De rol van Wmo-raden verschuift en daardoor ontstaat vraag naar nieuwe leden met nieuwe competenties. Maar wie trek je aan, hoe werf je andere mensen met andere competenties? En hoe behoud, beloon en begeleid je de leden van je Wmo-raad? Vrijwilligersmanagement geeft het antwoord, maar wordt nog nauwelijks toegepast door Wmo-raden. Een voorbeeld van vrijwilligersmanagement is de 5xB methode. De B’s staan voor: binnenhalen, begeleiden, belonen, behouden en beëindigen. Deze methode heeft zich inmiddels in veel sectoren voor vrijwilligerswerk bewezen. In 2011 organiseert MOVISIE werkbijeenkomsten voor gemeenten en Wmo-raden over de verschuiving in rollen van Wmo-raden en over het toepassen van vrijwilligersmanagement in het veld van Wmo-raden. Najaar 2011 verschijnt hierover een brochure.
Meer informatie: Karin Sok (k.sok@movisie.nl of 030 789 20 76) of Vanessa Zondag (v.zondag@movisie.nl of 030 789 22 59) en op www.movisie.nl/ clientenparticipatie.
5
MOVISIE mobiliseert alle partijen om samen te werken aan het oplossen van lokale sociale problemen. Burgers, organisaties en gemeenten kunnen zelf het leefklimaat van hun eigen buurt, wijk, dorp of stad verbeteren.
Leefbaarheid
Opgelet: babyboomers gaan nu met pensioen De vergrijzing is begonnen! De een na de andere bekende babyboomer wordt 65. George Baker, Philip Freriks, Noraly Beyer en Cisca Dresselhuys. Wilt u als gemeente voorkomen dat de kennis, kunde en levenservaring van
Europ ees jaar va n het vrijwil ligerswerk
deze vitale senioren verdwijnen? Maak gebruik van de onderzoeksmethode Verzilver uw gemeente. Hiermee brengt u de zilveren kracht in uw gemeente snel en goed in kaart.
V
ier redenen om de kennis en ervaring van de babyboomers in uw gemeente niet te laten schieten. Allereerst: dit is een groeiende groep jonge en vitale senioren. Ten twee is het een veelal goed opgeleide groep die met elkaar beschikt over een groot potentieel aan kennis, kunde en levenservaring dat zij – reden drie – zelf graag willen inzetten en waarvan de
gebruik van de onderzoeksmethode van MOVISIE: Verzilver uw gemeente. Dit is een interactieve onderzoeksmethode waarbij senioren zelf de sleutel vormen. Zij worden getraind en vervolgens ingezet om de interviews af te nemen onder een grote groep nieuwe senioren en de uitkomsten vervolgens te duiden in een Open Space Workshop. In die bijeenkomst worden meteen ook
41 procent van de senioren in Tytsjerksteradiel wil vrijwilliger worden. samenleving dus gebruik kan maken. De vierde reden is preventief: als u deze groep nu stimuleert om maatschappelijk actief te blijven, voorkomt u eenzaamheid en sociaal isolement als ze tien jaar ouder zijn.
Wat willen ze? Stel, u wilt de babyboomers als vrijwilliger gaan inzetten in uw gemeente. Maar wat willen ze zelf? Voor een antwoord op die vraag maakt u
concrete afspraken voor het verzilveren gemaakt. De gemeente heeft de regie in handen, MOVISIE kan het traject voor u begeleiden.
Natuur & cultuur MOVISIE heeft inmiddels ervaring opgedaan met deze aanpak in Amersfoort, Schiedam, Opsterland en Tytsjerksteradiel. De betrokkenen zijn enthousiast over de aanpak en vooral ook over de opbrengsten. In Tytsjerksteradiel
Senioren blijken met name geïnteresseerd in activiteiten en initiatieven rondom natuur.
blijkt bijvoorbeeld dat van de senioren die zich momenteel niet op vrijwillige basis inzetten, maar liefst 41 procent dat wel zou willen. Verder blijken senioren vooral actief te willen worden in activiteiten en initiatieven rondom natuur, cultuur en het zorgen en ondersteunen van ouderen die kwetsbaar zijn.
Aanrader De onderzoeksmethode Verzilver uw gemeente is een aanrader voor gemeenten die vrijwilligerswerk
belangrijk vinden en voor vrijwilligersorganisaties die willen weten waar ze senioren voor kunnen inschakelen. Gemeenten krijgen bovendien inzicht in met welke partijen zij samen moeten werken om het potentieel te verzilveren.
Meer informatie: Jan Willem van de Maat (j.vandemaat@movisie.nl of 030 789 22 32) of Jel Engelen (j.engelen@movisie.nl of 030 789 20 24).
�����������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������
Werknemersvrijwilligerswerk groeit ondanks recessie Iedere dag, overal ter wereld, zetten tienduizenden werknemers hun talenten vrijwillig in om een bijdrage te leveren aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken en om mensen te helpen die hulp hard nodig hebben. De wereldwijde recessie heeft werknemersvrijwilligerswerk alleen maar doen groeien, zo blijkt
Toename in Nederland
nu uit nationaal en internationaal onderzoek.
In Nederland verwacht ruim tweederde van de ondernemers gelijkblijvende activiteiten op het gebied van Maatschappelijk Betrokken Ondernemen (MBO). Ruim twintig procent verwacht komende twee jaar zelfs een toename. Dit zijn uitkomsten van de Nationale MBO Monitor en het onderzoek dat MOVISIE samen met MVO Nederland recent liet verrichten naar de omvang en impact van maatschappelijk betrokken ondernemen in het MKB. In Nederland steunt meer dan de helft van de kleine en middelgrote bedrijven één of meer maatschappelijke organisaties. Het gaat daarbij meestal om kleine bijdragen (tot 5.000 euro) aan lokale initiatieven. Bij elkaar opgeteld staat het MKB garant voor een jaarlijkse bijdrage van 1,75 miljard euro aan de Nederlandse samenleving.
“M
ultinationals berichten over nieuwe energie rond werknemersvrijwilligerswerk, waarbij bedrijven creatieve oplossingen bieden aan lokale initiatieven en maatschappelijke organisaties om zich staande te houden ten tijde van economische neergang.” Dat schrijft IAVE (International Association of Volunteer Effort) in haar onderzoeksrapport Global Corporate Volunteering Research Project over onderzoek naar werknemersvrijwilligerswerk.
Trends Het bureau signaleert twee trends: Skills-Based Volunteering en International Volunteering. De inzet van persoonlijke en professionele kennis en kunde bij werknemersvrijwilligers bestaat al lang maar neemt nu een vlucht, omdat het 6
ten. Deze programma’s zijn duur door hoge reisen verblijfkosten en daarom vooralsnog slechts weggelegd voor een kleine groep werknemers. Beide vormen hebben volgens IAVE een hoge return of investment en veel impact.
uitkomst kan bieden bij de steeds ingewikkelder wordende (organisatie)vraagstukken en nijpende capaciteitstekorten binnen maatschappelijke organisaties. Het kan dan gaan om zowel tuinmannen en chauffeurs als om IT'ers, marketeers en boekhouders. De tweede trend: internationaal vrijwilligerswerk staat nog in de
Internationaal vrijwilligerswerk staat nog in de kinderschoenen.
Inzet en geld kinderschoenen, maar groeit sterk. Internationale vrijwilligersprogramma’s voor werknemers worden vaak gekoppeld aan leiderschapstrajec-
De Nationale MBO Monitor toont ook aan dat bedrijven vooral bijdragen in de vorm van donaties of de inzet van mensen. Het gaat
dus zowel om de inzet als om het geld. Als werknemers vaker worden ingezet, of faciliteiten met een hogere frequentie worden aangeboden, betekent dat omgerekend een hogere financiële bijdrage vanuit het bedrijfsleven. De belangrijkste reden om maatschappelijk betrokken te ondernemen, is dat het leuk en inspirerend is (55 procent). Op de tweede plaats komt 'omdat het hoort'. Een magere dertien procent doet aan MBO 'omdat het loont'. Wat zien bedrijven als waarde van hun MBO-activiteiten? Bijna de helft noemt de bijdrage aan de kwaliteit van de samenleving. Het gaat hen dus vooral om maatschappelijke impact. Ruim een derde van de bedrijven noemt de profilering van het bedrijf op de commerciële markt (PR, communicatie). Andere door bedrijven genoemde waarden zijn: het kweken van goodwill, aantrekkelijkheid als werkgever, inspiratie, netwerken, en het overdragen van kennis.
Meer informatie: Stefanie Lap (s.lap@movisie.nl of 030 789 22 58) en op www.movisie.nl/betrokkenondernemen en www.gcvresearch.org.
Zes denkfouten over de competenties van vrijwilligers Europ ees jaar va n het vrijwil ligerswerk
Werkt u met vrijwilligers? Zet EVC voor vrijwilligers op de kaart! is de titel van een nieuwe brochure voor gemeenten, opleidingen, scholen, reintegratiebureaus en vrijwilligersorganisaties. De brochure legt uit wat EVC voor vrijwilligers inhoudt. Els Hofman van MOVISIE vertelt welke denkfouten u hiermee kunt voorkomen. 1. Dit pakt mijn collega wel op Het is een valkuil om te denken dat een ander binnen de organisatie EVC voor vrijwilligers oppakt en aanjaagt. Uit recent onderzoek van MOVISIE blijkt dat de opmars van EVC belemmerd wordt
Wat is EVC? EVC staat voor Erkenning Verworven Competenties. Het is een manier om in beeld te brengen welke talenten, kennis en vaardigheden iemand heeft. Een EVC-procedure kan worden ingezet om competenties inzichtelijk te maken. Voor de vrijwilligerssector is een eigen informele EVC-procedure beschikbaar. Bij deze EVC-procedure doorloopt de vrijwilliger een aantal vastgestelde stappen. Het resultaat is een certificaat en een persoonlijk ontwikkelplan. Het certificaat geeft geen vrijstelling voor opleidingen. Wel biedt het inzicht in wat iemand weet en kan. De brochure Zet EVC voor vrijwilligers op de kaart! is te vinden op www.movisie.nl/EVC. Op deze website staat nog veel meer informatie over EVC en kunt u de EVC-handleidingen downloaden.
omdat onduidelijk is wie verantwoordelijk is voor EVC voor vrijwilligers. Blijkbaar is niemand binnen (vrijwilligers) organisaties rechtstreeks aanspreekbaar op het aanbieden van EVC.
2. Competenties moet je formeel laten erkennen Er is verschil tussen de formele en informele EVC-procedure. Bij een formele EVC-procedure worden mensen begeleid en de competenties beoordeeld door een bevoegde instelling, zoals onderwijsinstellingen of gespecialiseerde bureaus. De informele procedure van MOVISIE kan iedereen gebruiken. Voor de vrijwilligerssector heeft MOVISIE een eigen informele EVC-procedure gemaakt. De competenties van vrijwilligers hoeven dus niet formeel te worden erkend. Ook dan levert het wat op voor vrijwilliger en organisatie.
4. Competenties krijg je op je werk Dat klopt, maar niet alleen. In het vrijwilligerswerk doe je natuurlijk ook competenties op. EVC brengt de algemene competenties in beeld. MOVISIE heeft twaalf competenties vastgelegd die je in het vrijwilligerswerk kunt ontwikkelen: systematisch werken, betrouwbaarheid tonen, omgaan met tijd en tempo, problemen oplossen, communiceren, veilig en gezond te werk gaan, toepassen van taal en rekenen, samenwerken, bijdragen aan goede werkrelaties, incasseren, presentatie en al doende leren.
5. Dat regelen vrijwilligers zelf wel Inderdaad, een vrijwilliger regelt veel zelf, maar een begeleider is net zo goed belangrijk. Samen doorloop je namelijk de EVC-procedure. De begeleider helpt bij het verwoorden van competenties en geeft advies en tips bij het verzamelen van bewijzen die aantonen dat je over een competentie beschikt.
6. EVC is alleen interessant voor de vrijwilligerssector Nee, ook het onderwijs, gemeenten en de re-integratiesector kunnen voordelen
halen uit EVC voor vrijwilligers. Voor gemeenten kan het een manier zijn om vrijwilligerswerk te waarderen. Ook kan het helpen als activeringsinstrument of opstap naar werk. Voor de onderwijssector biedt EVC kansen voor het bereiken van nieuwe doelgroepen en andere samenwerkingspartners. Voor de re-
Meer informatie: Els Hofman (e.hofman@movisie.nl of 030 789 20 25).
�����������������������������������������������������������������������������
3. EVC kost meer dan het oplevert Nee, de informele EVC-procedure voor vrijwilligers is gratis. Het kost de vrijwilliger en de organisatie wel tijd. Terwijl het beide partijen veel oplevert: voor vrijwilligers helpt een EVC om inzicht te krijgen in wat men kan. Daarna is de stap naar betaald werk of een opleiding gemakkelijker om te zetten. Voor organisaties is EVC een middel om vrijwilligers binnen te halen, te motiveren en te behouden. Via EVC kun je als organisatie aangeven wat vrijwilligers bij jou kunnen leren. Het is een extra beloning voor vrijwilligers.
Participatiedebat 2011: kerntakendiscussie sociaal kapitaal Bezuinigingen nopen gemeenten tot een
Vrijwilligers uit Polen?
kerntakendiscussie: welke voorzieningen zijn zo
In het Betuwse Lienden bleek het zelfs al moeilijk om vrijwilligers voor hulp tijdens Koninginnedag te vinden. De oplossing: Poolse migranten werden ‘ingevlogen’. Is dat de toekomst? Het is tijd voor een kerntakendiscussie over het sociaal kapitaal van onze samenleving. Hoe kunnen we zorgen dat vrijwilligers zich dáár willen inzetten waar het gaat om essentiële voorzieningen?
wezenlijk, dat we die komende jaren willen blijven financieren? Steeds meer voorzieningen worden afhankelijk van vrijwilligers. Het Participatiedebat 2011 zoomt in op de vraag of je kunt sturen op de inzet van dit sociale kapitaal in de civil society.
��������������������������������������������������
En zo ja, hoe dan?
Heksenketel bezoekt Koffiepot Een kijkje nemen in de keuken van een ander en het wiel niet opnieuw uitvinden. Dat is wat veel moeder- en vadercentra graag zouden doen. Leren van elkaar. En niet alleen uitwisseling op papier of digitaal, maar echt bij elkaar op bezoek. Vaak is dat niet mogelijk, omdat er geen geld voor is. MOVISIE biedt in 2011 zes moeder- en vadercentra die zijn aangesloten bij het Landelijke Netwerk Moeder- en Vadercentra de kans om bij elkaar op bezoek te gaan en te kijken hoe een ander centrum werkt en de zaken aanpakt. Zo gaat moedercentrum de
integratiesector geeft EVC mogelijkheden voor het motiveren van mensen om een opleiding of betaald werk te doen.
Heksenketel uit Heerlen op bezoek bij moedercentrum de Koffiepot om te zien hoe ze daar een verwensalon hebben opgezet. De initiatiefgroep vadercentrum Nijmegen is op bezoek geweest bij Daadkracht in Amsterdam. De vrijwilligers hebben activiteiten bezocht en de betrokken medewerkers van de welzijninstellingen hebben ervaringen uitgewisseld.
Kijk voor meer verhalen op www.moedercentra.nl of www.vadercentra.nl.
In het jaarlijks terugkerende Participatiedebat staat de toekomst van maatschappelijke ondersteuning centraal. Welke sociale verbanden kennen we over twintig jaar en welke rol hebben de overheid en sociaal werk? Tijdens het Participatiedebat krijgen onconventionele perspectieven de ruimte.
Burgerinitiatieven versus chronische tekorten De verwachtingen over vrijwillige inzet zijn hooggespannen bij overheden. Als burgers maar voldoende ruimte en ‘facilitering’ krijgen, dan doen zij het gewoon zelf. Inspirerende
voorbeelden genoeg, bijvoorbeeld van dorpen die zelf hun zorgvoorzieningen organiseren. Tegelijkertijd houden berichten over chronische tekorten aan vrijwilligers aan. Bij de vrijwillige brandweer, Slachtofferhulp, zorginstellingen, AZC’s, maar ook sportclubs en de dierenambulances. Een wethouder uit Diemen: ‘Mensen vinden het organiseren van buurtfeesten geen probleem, maar hoe vind je mensen die de kern willen vormen van een langdurig project? Op die vraag zoeken we een antwoord.’
Het Participatiedebat 2011 bouwt voort op dat van 2010. Toen stond de toekomst van informele zorg centraal. Eén van de conclusies was dat het onmogelijk is om één alles dekkend systeem te bedenken voor iedereen die hulp nodig heeft. Maar het ‘uitgeven van sociaal kapitaal is een manier die meer kans van slagen heeft dan simpelweg subsidies verstrekken.’ Deze gedachte gaan we in het Participatiedebat 2011 uitwerken. De uitkomsten agenderen we samen met maatschappelijke organisaties bij de overheden. Over datum en plaats van het debat is meer informatie beschikbaar op www.movisie.nl/participatie. 7
MOVISIE adviseert en ondersteunt maatschappelijke organisaties en overheden bij vragen op het gebied van organisatieversterking en organisatieverandering. Uitgangspunt is het vinden van evenwicht tussen organisatiedoelen, resultaten en de motivatie van mensen.
Mens en organisatie
Pak de passie! Een verschuiving van vrijwilligersmanagement naar betrokkenheidsmanagement? Dat lijkt vloeken in de kerk tijdens het Europees jaar van het vrijwilligerswerk. Willem-Jan de Gast, één van de initiatiefnemers van Pak de passie: magazine over betrokkenheid 2.0, legt uit waarom het denken vanuit betrokkenheid juist meer vrijwilligers oplevert.
“E
en eenzijdige focus op vrijwilligerswerk leidt ertoe dat organisaties andere vormen van betrokkenheid minder gemakkelijk erkennen en waarderen”, vertelt De Gast.
Magazine over betrokkenheid 2.0 In Pak de passie: magazine over betrokkenheid 2.0 leest u alles wat u moet weten over het organiseren van betrokkenheid. Het magazine is te bestellen op www.movisie.nl/ betrokkenheid.
“Ook worden kansen gemist om betrokkenheid om te zetten in actie.“ Hij onderscheidt vijf niveaus van betrokkenheid: betrokkenheid bij de missie, de organisatie, de activiteiten, de mensen en de opbrengsten. De Gast: “Mensen die iets hebben met de missie en met de mensen zijn vaak het meest betrokken: zij zetten zich voor langere tijd en op meerdere manieren in. Mensen die het leuk vinden om een bepaalde activiteit uit te voeren, hebben een lichtere vorm van betrokkenheid. En klanten zijn vaak alleen betrokken omdat zij diensten of producten afnemen. De boodschap is: al die vormen van betrokkenheid doen ertoe. Een organisatie die weet wie op welke manier betrokken is, heeft daar profijt van.”
3x Wat is precies de link tussen betrokkenheid en vrijwillige inzet? De Gast: “De betrokkenheid van mensen wordt zichtbaar door het inzetten van tijd, waarde en het netwerk. Het inzetten van tijd is wat we vrijwillige inzet noemen: mensen doen en denken mee. Bij het inzetten van waarde kun je denken aan het geven van geld, goederen, diensten en voordeel. Ten slotte kunnen mensen hun netwerk inzetten. Bijvoorbeeld door reclame te maken of contacten te leggen. Al deze manieren om betrokkenheid te uiten, leveren de organisatie iets op.”
Loslaten En nu wordt het interessant, vindt De Gast. “Want hoe kun je mensen die hun betrokkenheid uiten door het inzetten van waarde en netwerk, ook verleiden
Europ ees jaar va n het vrijwil ligerswerk
Doen wat je zegt “Betrokkenheid begint bij het delen van een passie en het stellen van een vraag,” vertelt een enthousiaste Inge van Steekelenburg. Zij stond aan de wieg van Pak de passie. “Onze werkwijze bij het schrijven van Pak de passie sluit daarop aan: in één dag hebben we met vijftien interne en externe schrijvers de basis gelegd. Tegelijk hebben we via social media reacties uitgelokt en verzameld. Die verschillende vormen van input zijn terug te vinden in Pak de passie. In het magazine staan verhalen, columns, boekrecensies en inspirerende ideeën. Zo werkt dat dus als mensen zich betrokken voelen.”
om tijd te geven? En hoe kun je van lichte vormen van betrokkenheid naar stevigere vormen van betrokkenheid komen? Het magazine Pak de passie staat vol met antwoorden op deze vragen. Centraal begrip daarbij is loslaten: zodra
“Misschien moeten we de term vrijwilliger afschaffen en al het enthousiasme dat mensen hebben omzetten in eigenaarschap.” Erik Boele-de Zeeuw in Pak de passie.
je mensen de ruimte geeft om vanuit hun eigen passie vorm te geven aan hun betrokkenheid, ontstaat er vrijwel altijd iets moois. Misschien niet precies wat je verwacht had, maar wel iets dat werkt. Je ziet dat heel goed bij initiatieven zoals Seven Days of Inspiration, Prokkelen en Nederland Cares. De uitdaging voor veel gevestigde vrijwilligersorganisaties is dan ook om het anders te organiseren. Als je de passie pakt van degenen die betrokken zijn bij jou, hoef je nooit meer vrijwilligers te werven.”
Meer informatie: Willem-Jan de Gast (wj.degast@movisie.nl of 030 789 21 01) of Inge van Steekelenburg (i.vansteekelenburg@movisie.nl of 030 789 22 16).
�����������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������
Doe het zoals in Geldermalsen Op 24 mei 2011 was er een beursvloer in de regio Rivierenland. Als voorbereiding hierop is een DoeDag georganiseerd voor vrijwilligersorganisaties. Dat is een gratis dag die gemeenten aanbieden aan hun verenigingen, clubs en organisaties. Nee, een tekort aan vrijwilligers kennen ze niet in Geldermalsen. Sterker nog, het aantal vrijwilligers groeit per jaar en daar zijn ze heel blij mee. Het geheim achter de schermen? “Een goede klik tussen de gemeenteambtenaar en de coördinator van het vrijwilligerssteunpunt”, vertelt Roel Bontan van de gemeente Geldermalsen. “Wij zijn een tandem, we steken elkaar aan. De één verzint iets en de ander gaat ermee verder.”
Wat is Kracht Lokaal? Bloeiende vrijwilligersorganisaties die een actieve rol vervullen in de lokale samenleving. Dit is het doel van Kracht Lokaal. Met dit project richt MOVISIE zich specifiek op de ondersteuning van vrijwilligersorganisaties. Hoe kan die ondersteuning eruit zien? En welke aanpak werkt?
8
Beursvloer Op 24 mei 2011 organiseerden de twee, samen met de gemeenten Tiel en Buren, een beursvloer in de regio Rivierenland. Als voorbereiding op de beursvloer hebben de drie gemeenten Geldermalsen, Buren en Tiel afgelopen herfst een Kracht Lokaal DoeDag uitgezet voor vrijwilligersorganisaties. MOVISIE adviseerde over de opzet en inhoud van de dag. “We hebben op deze dag flink uitgepakt. Er waren verschillende workshops over hoe je als vrijwilligersorganisatie de match met bedrijven maakt. Om te beginnen moet je zorgen dat je je vraag helder hebt. Daarna bedenk je wat je in de aanbieding hebt. Vervolgens ga je overleggen. Een sportvereniging kan bijvoorbeeld aan een verffabriek vragen om de verf te leveren voor het clubhuis in ruil voor gebruik van het sportveld. Zo simpel is het, en altijd met gesloten beurs.”
Netwerken Het beste moment van de Kracht Lokaal DoeDag? Roel Bontan: “Er was niet één moment. Het mooie
vond ik dat alle partijen er waren: de drie gemeenten met wethouders, de drie vrijwilligerssteunpunten en heel veel vrijwilligersorganisaties. Iedereen heeft als een gek genetwerkt.” Het organiseren van de dag was volgens Bontan niet heel ingewikkeld of tijdrovend. Wel kostte het tijd om de juiste invulling voor die dag te organiseren. “Dat is uiteindelijk bijzonder goed gelukt. Als gemeenten hebben we het ambtelijk voorbereid en vervolgens in samenspraak met de steunpunten uitgezet voor de praktische organisatie.
Er is geld beschikbaar gesteld vanuit de Regionale Sociale Agenda, want het kost natuurlijk wel wat, zo’n dag.”
Gratis eten De grote opkomst komt volgens Bontan ook doordat de gemeente Geldermalsen al jaren in vrijwilligerswerk investeert. Dat kan hij iedere gemeente aanraden. “Onze vrijwilligers weten dat wij als gemeente vrijwilligerswerk belangrijk vinden. We leggen ze in de watten, we organiseren regelmatig een verwendag zoals deze DoeDag, met
gratis eten en drinken.” Voor hem zelf is vrijwilligerswerk één van de leukste items uit zijn takenpakket. “Ik zie dat steeds meer mensen zich helemaal belangeloos inzetten voor een ander. Ze zijn intrinsiek gemotiveerd en dat vind ik geweldig om te zien en voor te werken.”
Meer informatie: Daan de Bruijn (d.debruijn@movisie.nl of 030 789 20 98) of www.krachtlokaal.nl.
Het werk van de sociale professional verandert permanent, omdat maatschappij en beleid voortdurend in beweging zijn. MOVISIE vertaalt deze veranderingen naar de werkvloer in zorg en welzijn.
Beroepsontwikkeling
Dit geeft pas een compleet beeld Tijdens drie bijeenkomsten in het land heeft MOVISIE de Handreiking Professioneel Ondersteunen gepresenteerd. Deelnemers konden de verschillende werkvormen uit de handreiking ter plekke proberen. De reacties zijn enthousiast: “Dit geeft zo’n compleet beeld.”
D
e Handreiking Professioneel Ondersteunen bevat een complete set van standaarden en kenmerken om de kwaliteit van de uitvoering van de Wmo te verbeteren. Kenmerkend is dat de handreiking samen met vertegenwoordigers van cliënten, professionals, managers, beleidsmakers en beroepsopleiders is ontwikkeld. Hierdoor komt de informatie recht uit de praktijk. De handreiking heeft ook mede input gegeven aan de bakens van Welzijn Nieuwe Stijl.
Toegepast in de praktijk Tijdens de drie bijeenkomsten in het land is de handreiking toegelicht.
Ook presenteerde MOVISIE de diverse gebruiksmogelijkheden. Na de presentatie konden de deelnemers er zelf mee aan de slag. Zo konden zij een Kwaliteitswijzer proberen waarmee organisaties de kwaliteit van hun werk inzichtelijk kunnen maken, en vast kunnen stellen waar verbeterpunten liggen. Een andere gebruiksmogelijkheid: de Reflectietool, die uitvoerende professionals individueel kunnen invullen.
Positief ontvangen
“Waar kunnen de werkvormen worden besteld?” MOVISIE is nog bezig met het verder ontwikkelen van het materiaal. Daarnaast willen deelnemers de handreiking ook gaan gebruiken in hun gesprekken met opdrachtgevers. MOVISIE start hiervoor een aantal pilots.
Kijk voor het bestellen of downloaden van de handreiking op www.movisie.nl/ professionaliteitverankerd.
Deelnemers blijken enthousiast over de handreiking en de werkvormen. Een veelgehoorde vraag was dan ook:
Gratis pilottraining over vitaliteit Voor professionals in zorg en welzijn was er al een succesvolle training vitaliteit. MOVISIE gaat nu aan de slag met twee trainingen voor P&O’ers en leidinggevenden om de vitaliteit in hun werk te vergroten. Hiervoor zoeken we deelnemers die kosteloos willen meedoen aan een pilottraining. Er is plaats voor maximaal zestien personen per training. Per organisatie mogen twee leidinggevenden en twee P&O'ers deelnemen.
Training 1: Vitaliserend leidinggeven Voor leidinggevenden in zorg en welzijn is er de training Vitaliserend leidinggeven. Deze training van anderhalve dag heeft als doel medewerkers te coachen om met passie, plezier en betrokkenheid hun werk te doen. Coachen op dit niveau vraagt om authentiek leidinggeven. Deze training gaat dan ook tegelijkertijd over wat uw eigen energie laat stromen, over
inspireren en hoe u zelf omgaat met energievreters. Data: 12 september en 10 oktober 2011 in Driebergen.
Training 2: Vitaliserend adviseren Voor P&O’ers is er de training Vitaliserend adviseren. In twee dagdelen gaat u aan de slag met het ontwikkelen van een visie op het vernieuwen, verbeteren en ontwikkelen van HR-instrumenten vanuit de focus van vitaliteit. Data: 22 september en 3 november 2011 bij MOVISIE in Utrecht. Feedback van de cursisten gebruiken we om de training te verbeteren. Interesse? Stuur een e-mail met uw gegevens naar training-advies@movisie.nl.
Meer informatie: Martha Talma (m.talma@movisie.nl of 030 789 21 28).
��������������������������������������������������
�����������������������������������������������������������������������������
Nieuwe materialen voor ouderenwerk en kinderopvang
Help, wat moet ik nu doen? MOVISIE heeft twee nieuwe spellen uitgebracht: één voor ouderenwerkers en één voor pedagogisch medewerkers
Competentieprofiel medewerkers steunpunt vrijwilligerswerk
Europ ees jaar va n het vrijwil ligerswerk
Handig stappenplan voor managers en leidinggevenden van steunpunten vrijwilligerswerk die aan de slag willen met competentieprofielen voor hun medewerkers. Hiermee kunt u zelf competentieprofielen voor uw medewerkers samenstellen. Zo krijgt u de invulling van het takenpakket helder in beeld: welke taken kunnen ze uitvoeren, tegen welke situaties of kernopgaven kunnen ze aanlopen en welke competenties zijn nodig? De profielen zijn afgestemd op de basisfuncties. Het stappenplan is te downloaden op www.movisie.nl/publicaties.
op kinderdagverblijven. Beide spellen maken dilemma’s en keuzes in het
��������������������������������������������������
werk bespreekbaar.
Dilemmaspel welzijnswerk ouderen Wel of geen grenzen stellen, zelf doen of liever overnemen? Dit spel bevat 32 kaartjes met concrete voorbeelden van dilemma’s waar ouderenwerkers en ouderenadviseurs mee te maken hebben. Lastige situaties waarvan je denkt: help, wat moet ik nu doen? Op de kaartjes staan steeds twee tegenpolen beschreven. Niet om te kunnen kiezen, maar om na te denken over de voor- en nadelen van beide polen. Marja Joosse, ouderenadviseur Scoop Welzijn in Almelo: “Dit is een spel dat je tijdens het teamoverleg kunt spelen. Gewoon, af en toe eens een uurtje. Door de voorbeelden op de kaartjes komt naar boven waar je je anders niet bewust van bent. Je hebt als collega’s ook op een andere manier contact met elkaar. In dit werk ben je vaak solistisch bezig, je hebt allemaal je eigen toko. Vaak weet je niet van elkaar hoe je iets
situaties uit de praktijk die het vertrekpunt vormen voor de discussie. doet. Dit spel maakt je daar bewust van. Niet alleen bij jezelf, maar ook bij je collega’s. Het spel maakt je bewust van keuzes die je maakt in je werk en waarom je welke keuzes maakt. Het is een leuke interactieve manier om hiermee als collega's samen bezig te zijn. Het is een andere manier dan er gewoon over te praten.”
Discussiespel kinderdagverblijf Op een kinderdagverblijf hebben pedagogisch medewerkers te maken met kinderen, ouders en collega’s. Alle partijen willen een opvangsituatie die
“Dit is leuker dan erover praten.” Marja Joosse, ouderenadviseur Scoop Welzijn in Almelo.
goed en gezond is voor de kinderen. Maar wat doe je als er verschil van mening is? Het discussiespel is voor teams van kinderdagverblijven die met elkaar in gesprek willen gaan over de inhoud van het werk. Dit helpt om de kwaliteit te verbeteren. Het spel bevat 32 kaartjes met concrete lastige
Jouw professionaliteit < > Wensen cliënt Een oudere vrouw wil graag vaker bij je langskomen voor een gesprek. Ze wil geen verwijzing naar een vrijwilliger of andere hulpverlener. Haar oorspronkelijke vraag is echter opgelost. Wat doe je?
Casus
Rosaline Hoos, kinderleidster in De kleine Koning in Den Bosch: “Door dit spel verdiep je je weer eens goed in de doelen van dit werk. Waarom doe je iets? Ik heb daar zeker iets aan, het scherpt mijn visie. Wat doe ik als ouders bijvoorbeeld willen dat hun kind buiten een jas aan moet terwijl ik het daar te warm voor vind? In ons team zitten we op één lijn. Als ouders iets anders willen, moet je altijd met respect naar ze luisteren. Je probeert ze zoveel mogelijk tegemoet te komen. Maar je hebt ook te maken met je eigen visie en het beleid van jouw kinderdagverblijf. Dat is soms schipperen en dan helpt het om daar met behulp van zo’n spel over te praten.”
Als ouders hun kind te jong vinden voor een bepaald klimtoestel, moet je daar rekening mee houden, ook al zie je zelf geen bezwaar.
Meer informatie: Sonja Liefhebber (s.liefhebber@movisie.nl of 030 789 21 26) en op www.movisie.nl/ discussiespel en www.movisie.nl/ dilemmaspel.
4. Wat kan je doen om zowel de wens van de ouders als je eigen inschatting serieus te nemen?
Vragen 1. Wat vind jij? 2. Wat zijn redenen om met het beeld van de ouders mee te gaan? 3. Wat zijn redenen om je eigen inschatting te volgen en het kind toch op het klimtoestel te laten spelen?
9
Huiselijk geweld is het meest voorkomende geweldsdelict in Nederland. MOVISIE ondersteunt overheid en uitvoerders bij signalering, preventie en het effectief aanpakken van huiselijk en seksueel geweld.
Huiselijk en seksueel geweld
Vliegend team tegen eergerelateerd geweld Op 29 maart 2011 was de kick-off van het Europese Daphneproject over eergerelateerd geweld, gedwongen huwelijken en achterlating. Een kleine vijftig genodigden van Nederlandse organisaties maakten kennis met de internationale partners uit vijf Europese landen. In 2012 staan alle succesvolle aanpakken uit de vijf landen op papier en gaat een vliegend team ze verspreiden. Het project heet dan ook: Flying Team against Violence.
I
n het pand van de Turkse Arbeidersvereniging in Amsterdam heet Nederland de organisaties uit de vier andere landen welkom: Zweden, Duitsland, Cyprus en Turkije. Stuk voor stuk
medewerker van een opvanghuis voor bedreigde meisjes in Berlijn. “De meisjes googelen op woorden als ‘girls’ en ‘help’ en komen al snel op onze site.” Ook in Nederland heeft Stichting
en professionals binnen lokale en landelijke zelforganisaties en NGO’s”, knikt Hilde Bakker van MOVISIE. “In dit project gaan we goede praktijken uit de vijf landen beschrijven. Daarvoor worden tien tot vijftien organisaties per land geïnterviewd. Elk land selecteert één succesvolle aanpak die uitgebreid zal worden beschreven in een toolkit. Hoe is de aanpak? Waarin schuilt het succes? Wat zijn de valkuilen? Hoe speelt het overheidsbeleid en het politieke klimaat hierin een rol? Een vliegend team (met uit elk land een deelnemer) zal de toolkit met alle succesvolle aanpakken vervolgens vanaf 2012 op bijeenkomsten presenteren. Rond de zomer 2012 is in ieder deelnemend land een nationale bijeenkomst voor zelforganisaties en andere betrokken partijen, waaronder beleidmakers en politici.”
Oproep In april en mei 2011 werden de organisaties geïnterviewd over succesvolle activiteiten en projecten om eergerelateerd geweld, huwelijksdwang en achterlating aan te pakken. Heeft u zo’n aanpak en bent u niet benaderd voor een interview, neem dan contact op met Hilde Bakker (h.bakker@ movisie.nl) of Petra Snelders (p.snelders@movisie. nl).
Chatten helpt meisjes die het huis niet uit kunnen.
vertellen de vertegenwoordigers hoe lastig het is om eergerelateerd geweld, huwelijksdwang en achterlating in hun land aan te pakken. Maar niet onmogelijk. Zo is er in Duitsland E-counseling: meisjes die hun huis niet uit kunnen, worden via internet geholpen. “En dat werkt”, vertelt een
Kezban een website voor meisjes en jonge vrouwen die vragen hebben over eergeweld en met elkaar willen chatten.
Toolkit “Er is al veel ontwikkeld door vrijwilligers
���������������������������������������������������������������
Vrijwilligers belangrijk voor slachtoffers
Europ ees jaar va n het vrijwil ligerswerk
Op het eerste gezicht lijken huiselijk en seksueel geweld misschien te zware onderwerpen voor vrijwilligers. Toch spelen de vrijwilligers van cliënten- en slachtofferorganisaties een cruciale rol in het verwerkingsproces van slachtoffers. Ook geven zij beleidsmakers feedback op de effecten van hun aanpak. Marijke Naezer van de Vereniging tegen Seksuele Kindermishandeling (VSK) legt uit wat VSK doet. Pijler 1: lotgenotencontact “Het werk van de Vereniging tegen seksuele kindermishandelling heeft drie pijlers. De eerste is lotgenotencontact: mensen vinden herkenning en erkenning in elkaars verhalen. In contact met anderen horen ze dat hun gevoelens over wat er gebeurd is helemaal niet gek zijn. En dat ze niet de enigen zijn die tegen bepaalde problemen aanlopen. Ook kunnen onderling informatie en tips worden uitgewisseld.”
Pijler 2: voorlichting “De tweede pijler is voorlichting. We verspreiden publicaties en folders, staan met infostands op congressen en geven workshops aan professionals uit de hulpverlening over wat werken vanuit cliëntperspectief betekent. Veel beroepskrachten durven bijvoorbeeld niet goed door te vragen als ze te maken hebben met een slachtoffer van seksueel misbruik. Wij kunnen ze dan goed helpen met welke vragen ze juist wel kunnen stellen om iemand verder te helpen. Onlangs gaven we nog een workshop aan 45 politiemedewerkers. We bespraken onder andere waar een kind iets aan heeft als de politie een huis binnenvalt waar 10
een melding over is gedaan. Dat soort informatie kunnen wij bieden.”
Pijler 3: belangenbehartiging “De derde pijler van de VSK richt zich op belangenbehartiging via onderzoek, bijdragen in de media en beïnvloeding van de politiek. Zo is de VSK uitgenodigd bij de commissie-Deetman die onderzoek doet naar misbruik in de kerk. Ook lobbyt de verening voor betere hulpverlening. Er is nog steeds geen adequate hulp op redelijke afstand beschikbaar. Terwijl dat voor misbruikslachtoffers echt cruciaal is.” Marijke is de enige betaalde kracht binnen de organisatie, zij runt het bureau van de VSK in Utrecht. “Het bestuur en de vrijwilligers van de VSK doen dit allemaal naast hun betaalde werk. Ik heb daar veel respect voor, want er gaat niet alleen veel tijd inzitten, het is ook inhoudelijk best stevige materie.”
Meer informatie: Marijke Naezer (vsk@movisie.nl of 030 789 22 50) en op www.vsknederland.nl.
Online hulpverlening kan in veel gevallen uitkomst bieden.
���������������������������������������������������������������
Ouderschap na seksueel misbruik “Ik deed mijn kinderen nooit in bad. Bewust niet. Ik schoof het af naar mijn vrouw: doe jij het maar, want ik heb geen tijd, of ik moet nog zus of zo. In bad doen, dat wilde ik niet, daarin was ik geremd.” Voor vaders en moeders die zelf vroeger seksueel misbruikt zijn, is het ouderschap een nog grotere uitdaging dan voor andere ouders. Marijke Naezer deed hier in opdracht van de Vereniging tegen Seksuele Kindermishandeling onderzoek naar. In mei 2011 is de publicatie verschenen Ouders aan het woord over vader- en moederschap na seksueel misbruik in het verleden. Hierin wordt beschreven welke invloed het vroegere misbruik heeft op de emotionele, lichamelijke en seksuele opvoeding. Een van de meest prominente thema’s die ouders inbrachten is de angst voor herhaling van het geweld: angst voor geweld door anderen, maar ook angst om zelf grenzen te overschrijden. Ouders blijken soms drastische maatregelen te nemen om dit te voorkomen, met verstrekkende gevolgen.
In moeilijke tijden storten vaders zich op hun werk.
Zowel vaders als moeders komen aan het woord. Hoewel hun ervaringen op elkaar lijken, bestaan er ook verschillen. Zo lijken mannen in moeilijke tijden eerder hun verantwoordelijkheden voor het gezin te ontvluchten door zich te storten op bijvoorbeeld werk, sport of religie. Dit sluit aan bij traditionele rollenpatronen waarin vrouwen meer vanzelfsprekend de verzorging van de kinderen voor hun rekening nemen. Ter afsluiting besteedt de publicatie aandacht aan de vraag: wat helpt ouders? Uit de verhalen is op te maken dat vooral zelfreflectie een positieve bijdrage kan leveren. Zelfreflectie maakt het mogelijk om het heft in eigen hand te nemen en stappen te zetten om eventuele negatieve gevolgen van het misbruik te beperken. De VSK hoopt met dit onderzoek herkenning, inspiratie en handvatten te bieden aan ouders die nadenken over de invulling van het eigen ouderschap.
Ouders aan het woord over vader- en moederschap na seksueel misbruik in het verleden is te bestellen bij de VSK: vsk@movisie.nl, 030 789 22 50. Zie ook www.vsknederland.nl.
Trends in seks en seksueel geweld Op 15 juni 2011 verschijnt het rapport Experts over ontwikkelingen en trends in seks en seksueel geweld. MOVISIEmedewerkers spraken met zestien toonaangevende professionals over seks, seksueel geweld en de grens daartussen. Ook brachten zij recente onderzoeken en publicaties op dit terrein in kaart. Het resultaat: een bron van nieuwe inzichten, discussiepunten en aanbevelingen.
E
r is veel aandacht voor incidenten van seksueel geweld in de media. Denk aan het misbruik binnen de katholieke kerk, de grote Amsterdamse kindermisbruikzaak en recent het twaalfjarige meisje dat onverwachts een baby baarde na misbruik door haar vader. Die grote commotie in de media houdt echter geen gelijke pas met de beleidsmatige aandacht voor seksueel geweld. Een overkoepelende aanpak en visie op dit terrein ontbreekt. Voor MOVISIE is dit aanleiding voor een trendrapport.
Soms gaat het mis Lou Repetur van MOVISIE: “Seks is iets heel moois en fijns, maar helaas gaat er op seksgebied ook veel mis. MOVISIE houdt zich bezig met de vraag hoe je dat laatste zo goed mogelijk kunt voorko-
Zestien experts Centraal in het rapport staan interviews met zestien experts. Onder hen zijn Esmaa Alariachi (bekend van De Meiden van Halal), hoogleraar Clemens Hosman, VJI-onderzoeker Katinka Lünnemann, De Waag-directeur Jules Mulder, politiefunctionaris Yet van Mastrigt en ‘jeugd- en social media’-expert Ludo Keizer. In de interviews geven zij hun visie op de belangrijkste trends rond seks en seksueel geweld. Zij buigen zich over vragen als: Waar ligt de grens tussen onschuldig experimenteergedrag en seksueel grensoverschrijdend gedrag? Welke invloed hebben internet en andere nieuwe media op opvattingen over seks, seksuele contacten en relatievorming? Wat is er nodig als het gaat om preventie en hulpverlening? En welke ontwikkelingen vallen er te bespeuren
Waar ligt de grens tussen experimenteren en seksueel grensoverschrijdend gedrag?
men en aanpakken. Met dit trendrapport willen we in kaart brengen welke kwesties rond seksueel geweld urgent zijn en welke ontwikkelingen we in de toekomst kunnen verwachten. Zodat iedereen die in Nederland betrokken is bij preventie daar zo goed mogelijk op in kan spelen.”
op het gebied van de opsporing en juridische beoordeling van strafbare seksuele handelingen? Naast deze interviews bevat het trendrapport ook een breed overzicht van recente relevante literatuur, beleidsdocumenten en toonaangevend onderzoek.
Seksueel geweld komt veel voor en heeft vaak ernstige gevolgen voor de slachtoffers, de plegers en de samenleving.
En het doel? Nonja Meintser van MOVISIE: “We willen bereiken dat er in bredere kring nagedacht en gediscussieerd wordt over seks en seksueel geweld. En daarbij maakt het ons niet uit of die discussie nu gevoerd wordt vanuit moreel onbehagen over de huidige geseksualiseerde samenleving, vanuit onvrede over de strafrechtelijke aanpak van misdrijven als verkrachting of vanuit het gevoel dat slachtoffers van seksueel geweld niet de aandacht en hulp krijgen die ze verdienen. Als er maar meer en diepgaander gedacht, uitgewisseld en gediscussieerd wordt over dit onderwerp dan nu gebeurt.” Het rapport wordt gepresenteerd op 15 juni 2011. Topambtenaren, wetenschappers en
�������������������������������������������������������������������������������������������������
directeuren van hulpverleningsinstellingen en kennisinstituten gaan op deze dag met elkaar in discussie over de huidige aanpak van seksueel geweld en hoe die er in de nabije toekomst uit zou moeten gaan zien. Het trendrapport is vanaf 15 juni 2011 verkrijgbaar in boekvorm en als download via www.movisie.nl, www.huiselijkgeweld.nl en www.seksueelgeweld.info.
Meer informatie: Nonja Meintser (n.meintser@movisie.nl of 030 789 20 89) of Lou Repetur (l.repetur@movisie.nl of 030 789 21 17).
������������������������������
Theatervoorstelling Benzies & Batchies
Seksueel grensoverschrijdend gedrag op school Seks en jongeren: voor veel onderwijsprofessionals is dat een flinke uitdaging. Hoe voorkom je seksueel ongewenst gedrag in jouw klas? Hoe zorg je dat meisjes en jongens weerbaar worden tegen groepsdruk en tegen seksualiserende media?
Stichting Kikid speelt op scholen Benzies & Batchies, een theaterstuk met stoere peereducators over seksueel grensoverschrijdend gedrag. Aansluitend wordt een serie weerbaarheidslessen gegeven onder de titel Ik hou van mij. Het programma is een groot succes: scholen maken er gretig gebruik van en de reacties zijn lovend. Reden genoeg voor MOVISIE en TNO om uit te zoeken of deze methodiek echt effectief is. Hanneke Felten, projectleider van MOVISIE: “De eerste keer dat ik het theaterstuk op een festival zag, was ik direct onder de indruk. Het stuk komt niet over als voorlichting, het is eerder een
gewaagde videoclip met een duidelijke boodschap. Als onderzoeker ben je dan benieuwd: wat doet dit met jongeren? Hoe beïnvloedt dit hun houding ten aanzien van seksualiteit?“
Vmbo-scholen MOVISIE heeft samen met TNO en met steun van ZonMw een evaluatieonderzoek opgezet om inzicht te krijgen in het effect en het proces van Benzies en Batchies en de weerbaarheidstraining. Acht vmbo-scholen doen tot nu toe mee aan het onderzoek dat zich specifiek richt op jongeren tussen de 12 en 16 jaar. Sharon Coutler, mentor
op het Bredero College in Amsterdam: “De kinderen genoten van de lessen. Ik heb met grote bewondering gekeken hoe de lessen verzorgd werden door Kikid: er is veel respect naar de leerlingen, lekker relaxed en met een lage drempel. Een stil meisje bleek ineens erg uitgesproken en durfde als eerste antwoord te geven. En een stoere jongen met een grote mond was ineens serieus bezig en geen stoorzender meer.”
Als je zelf misbruikt bent en je kind heeft vragen?
In 2012 wordt het onderzoek uitgebreid naar twintig scholen. Wilt u met uw school meedoen aan het onderzoek? Neem dan contact op met Mahutin Awunou van Stichting Kikid: mahutin@ kikid.nl. Scholen die meedoen aan het onderzoek krijgen een fikse korting op het programma.
MOVISIE organiseert op 11 oktober 2011 een speciale training rond het Vlaggensysteem. Het Vlaggensysteem is een succesvol interventiesysteem om seksueel gedrag van jongeren te duiden en bij te sturen. Deze training is specifiek voor ouders en hulpverleners die zelf ervaring hebben gehad met seksueel grensoverschrijdend gedrag. Anoushka Boet van MOVISIE: “Als je zelf misbruikt bent, heb je de neiging om verkrampt te reageren op alles wat met kinderen en seks te maken heeft. In deze training kijken we wat je kunt doen als kinderen zelf met vragen komen.”
Meer informatie: Hanneke Felten (h.felten@movisie.nl of 030 789 21 10).
Meer informatie: Anoushka Boet (a.boet@movisie.nl of 030 798 20 83).
U kunt nog meedoen
11
In Nederland zijn ruim 5 miljoen (zorg)vrijwilligers en 1,5 miljoen mantelzorgers. Zij en hun organisaties hebben goede randvoorwaarden en ondersteuning nodig om hun werk te kunnen blijven doen. MOVISIE zet zich in voor kwaliteitsverbetering van de infrastructuur rond vrijwilligerswerk en mantelzorg.
Vrijwillige inzet en mantelzorg
Zit er nog rek bij informele zorgers? Nederlandse gezinnen worden kleiner, de mantelzorger krijgt het zwaarder. De informele zorger moet redding bieden, maar hoeveel rek zit er in die hoek? Anita Peters van MOVISIE maakt in de trendstudie Krimp achter de voordeur; de toekomst van mantelzorg voor ouderen een scherpe analyse van de toekomstige inzet van de informele zorger.
N
ajaar 2010 is er op televisie een spraakmakende documentairereeks te zien over de eerste regio’s die in ons land te maken krijgen met demografische krimp. Anita Peters: “Achter de voordeur van de Nederlandse gezinnen is al langer sprake van krimp. Al decennialang krijgen Nederlandse vrouwen minder kinderen dan de vervangingswaarde van 2,1 kind per vrouw. Op termijn zal dit leiden tot krimp van de totale bevolking. Sommige regio’s en sectoren hebben er nu al mee te maken. Het onderwijs bijvoorbeeld, waar de helft van de basisscholen lege klaslokalen heeft. Of de zorgsector, waar krimp met name in de Randstad nu al gevoeld wordt.”
Overbelasting stijgt Tijdens de Nationale Mantelzorglezing 2010 houdt Anton Westerlaken dan ook een krachtig pleidooi voor meer aandacht voor de informele
zorg van mantelzorgers en vrijwilligers. Alleen zo valt volgens hem te voorkomen dat de professionele zorg op termijn door zijn hoeven zakt. Maar hoeveel rek zit er bij de informele helpers? Het leeuwendeel van de informele zorg wordt geboden door mantelzorgers, dus mensen die
lende cijfers in het licht van de demografische trends van vergrijzing en ontgroening.
Trendstudie In de trendstudie wordt antwoord gegeven op vragen als: hoe denken we volledige arbeidsmarktparticipatie te combineren met mantelzorg, zeker voor mensen die in de sandwich zitten tussen de zorg voor de kinderen en voor de ouders? Kunnen gemeenten en woningcorporaties onze woonomgeving levensloopgeschikt maken? En hoe wenselijk is een grotere instroom van zorgwerkers uit lagelonenlanden die in hun thuisland noodgedwongen anderen met de zorgen laten zitten? Anita Peters: “Aan deze lijst kunnen we nog vele vragen toevoegen: hoeveel zekerheid en zorgvuldigheid verdienen mantelzorgers? Hoeveel bescherming krijgen ze in tijden van
De helft van de basisscholen heeft lege klaslokalen.
zorg verlenen vanuit een persoonlijke band. Op jaarbasis zijn 2,6 miljoen mensen er langer dan drie maanden of meer dan acht uur per week voor in touw. Het aantal zwaarbelaste of overbelaste mantelzorgers is in zeven jaar tijd met vijftig procent gestegen, stelt het Sociaal en Cultureel Planbureau in 2010. En dat zijn geen geruststel-
bezuinigingen en hoe zorgen we dat de kwaliteit van de (mantel)zorg een acceptabele standaard houdt?” Naast de vragen biedt de trendstudie ook oplossingsrichtingen. Peters: “Veel zal afhankelijk zijn van de mate waarin overheden, landelijk en lokaal, en zorgondernemingen hun verantwoordelijkheid nemen.”
�������������������������������������������������������������������������������������������������
De trendstudie Krimp achter de voordeur; de toekomst van mantelzorg voor ouderen kunt u downloaden vanaf www.movisie.nl.
Meer informatie: Anita Peters (a.peters@movisie.nl of 030 789 20 64).
������������������������������
De juiste vrijwilliger op de juiste plek De coördinator vrijwilligerswerk staat voor de uitdaging om op zoek te gaan naar de juiste vrijwilliger en deze in te zetten op de juiste plek. Dit kan lastig zijn. Hulpvragen van cliënten veranderen en ook het aanbod van vrijwilligers is aan verandering onderhevig. De publicatie Vraag en Vrijwilliger. Creëren, Accepteren en Organiseren van vrijwillige zorg ondersteunt coördinatoren vrijwilligerswerk bij het maken van andere combinaties tussen het aanbod van vrijwilligers en de vragen van cliënten. Deze zogenoemde CAO-methodiek die centraal staat in de publicatie, is door tien coördinatoren vrijwilligerswerk getoetst en succesvol gebleken.
Meer informatie: Mariëlle Meeuwsen (m.meeuwsen@movisie.nl of 030 789 59).
������������������������������
Zo simpel kan waardering zijn De gemeente Borne waardeert vrijwilligers op een wel heel bijzondere manier. De gemeente deed deze winter mee aan de carnavalsoptocht, samen met Bureau Vrijwilligerswerk Borne en Steunpunt Informele Zorg Borne. De publieksprijs werd moeiteloos binnengehaald.
Frank Pierik, beleidsmedewerker in de gemeente Borne, laat zien hoe simpel een waarderingsactie voor vrijwilligers kan zijn. “Gewoon aansluiten bij een bestaand evenement met duizenden bezoekers. Een betere etalage voor het vrijwilligerswerk is bijna niet denkbaar.” Pierik legt uit dat promotie en waardering de aandachtspunten zijn voor de gemeente Borne tijdens het Europees jaar van het vrijwilligerswerk. “Meedoen aan de optocht was een goede manier om aandacht te vragen voor het goede werk dat door vrijwilligers wordt gedaan.”
Glimlach Vrijwilligers zorgen voor een glimlach, was het motto van de actie in Borne. Een chique dame (medewerker mantelzorg) liep rond met een gouden hart met aan één zijde de tekst Vrijwilligers bedankt! en aan de andere zijde een spiegel. Twee clowns (beleidsmedewerkers) vroegen aan mensen uit het publiek of zij actief waren als vrijwilliger. Als dat het geval was, 12
kregen de mensen het gouden hart met de tekst Vrijwilligers bedankt! te zien. Daarna draaide het hart om en keek de vrijwilliger in de spiegel waarna al snel een glimlach volgde. En tussen dat alles door deelden de maatschappelijke stagiaires ballonnen uit aan de bezoekers. “De reacties waren hartverwarmend: een glimlach, een spontaan applaus of een instemmend knikje. Borne waardeert haar vrijwilligers en Bornenaren hebben dat beslist gewaardeerd. De publieksprijs van de optocht ging naar deze actie van de gemeente Borne. Met 89 deelnemers aan de optocht is dit toch een groot compliment”, aldus Frank Pierik.
Promotie en waardering zijn in 2011 aandachtspunten voor de gemeente Borne.
Borne op zijn best In Borne worden het hele jaar door verschillende evenementen georganiseerd. 17 april 2011 was een centrale dag. De VNG was er met de Promotour in het kader van het Europees jaar van het vrijwilligerswerk. Verder werd in de ochtenduren een gratis brunch aangeboden
aan vrijwilligers uit Borne, gevolgd door een ballonnenwedstrijd in de middag. Tot slot was er het evenement Borne op zijn best. Circa 10.000 bezoekers genoten van activiteiten op het gebied van muziek, zang, tentoonstellingen, straattheater en activiteiten voor de jeugd.
Europ ees jaar va n het vrijwil ligerswerk
Waarom doen vrijwilligersorganisaties niet meer moeite? Mensen met een beperking zijn nog weinig in beeld bij vrijwilligersorganisaties. Lambert Martens is op eigen initiatief vrijwillige mentor geworden bij Mentorschap Midden Nederland. Zijn advies aan vrijwilligersorganisaties: “Zoek mensen met een beperking persoonlijk op om vrijwilliger te worden.”
O
p zesjarige leeftijd kreeg Lambert Martens een verkeersongeluk waardoor hij een spraakhandicap heeft en enigszins spastisch is. Tijdens een voorlichtingsbijeenkomst van Mentorschap Midden Nederland meldde hij zich aan als vrijwilliger. “Het was meteen raak, ik voelde me er thuis. Ik werd meteen in de groep opgenomen. Dat is weleens anders geweest, dat ik bijvoorbeeld met een smoes werd afgewimpeld.”
Mentor Lambert, in het dagelijks leven zzp’er, is mentor voor drie cliënten. Hij spreekt één keer in de twee weken met ze af. Hij is hun wettelijk vertegenwoordiger, vertrouwenspersoon, adviseur en belangenbehartiger. Maar als mentor is hij ook een maatje. Daarnaast kijkt Lambert waar de zorg voor zijn cliënt anders of beter kan. “Ik merk dat er niet altijd goed wordt geluisterd naar cliënten. Uit eigen ervaring weet ik dat je als persoon met een beperking hard moet knokken om serieus genomen te worden. Je moet sterk in je schoenen staan.”
Meerwaarde “Mensen met een beperking hebben vaak al op jonge leeftijd veel levenservaring. Daar zouden organisaties juist gebruik van kunnen
maken”, vindt Lambert. “Door mijn eigen ervaring met hulpverleners kan ik de dingen vaak beter inschatten. Ik begrijp niet waarom organisaties niet meer moeite doen om vrijwilligers met een beperking binnen te halen. Ze worden gezien als iemand met een beperking, niet als een potentiële vrijwilliger. Ik ben nog nooit gevraagd voor vrijwilligerswerk, ik moet me altijd zelf aanmelden. Vraag ze gewoon als je op zoek bent naar vrijwilligers. Er zijn genoeg plekken waar je mensen met een beperking kunt vinden.”
Lambert is er voor zijn cliënten “Lambert kan zich goed inleven in cliënten. Hij weet uit eigen ervaring waar ze tegenaan lopen. En hoewel hij een beperking met zijn stem heeft, is hij zeer communicatief. Hij is er echt
Mensen met een beperking zijn nog maar weinig in beeld bij vrijwilligersorganisaties.
Lambert is dat hij vaak mogelijkheden ziet voor PR en voor het vinden van nieuwe vrijwilligers.” Anne Slingerland
Ik ben nog nooit gevraagd voor vrijwilligerswerk. voor zijn cliënten en neemt de tijd voor ze. Waarschijnlijk is voor hem de grootste beperking hoe sommige mensen op hem reageren bij een eerste ontmoeting. Een extra pluspunt van
is coördinator bij Mentorschap Midden Nederland (www.mentorschapmiddennederland.nl). Ook in de rest van Nederland zijn stichtingen mentorschap (www.mentorschap.nl.)
Oproep Kent u of bent u een vrijwilligersorganisatie die de talenten en kwaliteiten van vrijwilligers met een beperking goed weet in te zetten? Neem contact op met MOVISIE. Wij zijn erg benieuwd naar uw ervaringen. In het najaar verschijnt er een brochure van MOVISIE met goede voorbeelden, tips en trucs van vrijwilligersorganisaties. Wie weet wordt uw organisatie en uw aanpak als inspirerend voorbeeld opgenomen in deze brochure.
Dit is het derde en laatste artikel in een serie over vrijwilligerswerk door mensen met een beperking. Het eerste artikel ging in op de rol van vrijwilligersorganisaties, in het tweede artikel lag de focus op beleidsmedewerkers bij gemeenten.
Meer informatie: Vanessa Zondag (v.zondag@movisie.nl of 030 789 22 59).
�����������������������������������������������������������������������������
��������������������������������������������������
Gemeenten & steunpunten onder de loep
Gratis e-learningcursus voor vrijwilligersorganisaties
In navolging van een 0-meting in 2006 en een 1-meting in 2008, heeft MOVISIE opnieuw onderzoek gedaan naar de stand van zaken van het gemeentelijk vrijwilligerswerkbeleid en het vrijwilligersbeleid bij lokale steunpunten.
Enkele opvallende resultaten uit deze 2-meting: • Gemeentelijk vrijwilligerswerkbeleid sluit steeds beter aan op het Wmo-beleid. • Gemeenten betrekken vrijwilligers vooral bij het vormgeven van vrijwilligerswerkbeleid door hen te informeren en te raadplegen.
• Maatschappelijke stage staat in 2011 het hoogst op de agenda van gemeentelijk vrijwilligersbeleid. Ook waardering van vrijwilligerswerk en deskundigheidsbevordering scoren hoog. • Het verzorgen van een collectieve verzekering voor vrijwilligers noemen gemeenten het vaakst als instrument ter ondersteuning van het vrijwilligerswerk. Ook het bieden van subsidie en het in stand houden van een vrijwilligerssteunpunt zijn veel genoemde instrumenten. • Het grootste deel van de steunpunten is in 2010 ondergebracht bij brede welzijnsstichtingen. Slechts dertien procent van de steunpunten
is nog een zelfstandige organisatie, in 2008 was dat 24 procent. • Het takenpakket van steunpunten is verbreed. Opvallend is het stijgend aantal steunpunten dat ondersteuning van mantelzorg op zich neemt. Ging het in 2006 nog om negen procent van de steunpunten, in 2010 is dat al dertig procent. Meer informatie over 2-metingen is te vinden op www.movisie.nl/2-meting.
Meer informatie: Michaëla Merkus (m.merkus@movisie.nl of 030 789 21 49).
Voor vrijwilligersorganisaties is het vaak een hele kunst om genoeg vrijwilligers te vinden die goed in de organisatie passen. En hoe houd je die vrijwilligers actief en gemotiveerd? Het e-learningprogramma Vrijwilligers vinden en binden leert vrijwilligersorganisaties op een eenvoudige en aantrekkelijke manier hoe ze de werving en begeleiding van vrijwilligers succesvol kunnen aanpakken. Deelnemers bekijken online een video en beantwoorden interactieve vragen waarmee ze direct feedback krijgen op de gemaakte keuzes. De antwoorden worden verwerkt in een persoonlijk actieplan. Hiermee hebben de deelnemers ook direct een plan
van aanpak om het geleerde in de praktijk toe te passen. Het e-learningprogramma is ideaal voor vrijwilligersorganisaties die de basisbeginselen van vrijwilligersmanagement willen leren, vanachter hun eigen computer. Naast het toepassen van de wervingscirkel leren mensen welke beweegredenen vrijwilligers kunnen hebben en hoe zij daar in de werving en begeleiding op in kunnen spelen.
Meer informatie: Vanessa Zondag (v.zondag@movisie.nl of 030 789 22 59) en op www. vrijwilligerswerkacademie.nl. 13
In Nederland zijn ruim 5 miljoen (zorg)vrijwilligers en 1,5 miljoen mantelzorgers. Zij en hun organisaties hebben goede randvoorwaarden en ondersteuning nodig om hun werk te kunnen blijven doen. MOVISIE zet zich in voor kwaliteitsverbetering van de infrastructuur rond vrijwilligerswerk en mantelzorg.
Vrijwillige inzet en mantelzorg
Slimme zet van gemeente Spijkenisse Veertien vrouwen met een uitkering worden in Spijkenisse getraind om als vrijwilliger respijtzorg te verlenen. Daarmee ontlasten ze mantelzorgers die overbelast dreigen te raken omdat de zorg even uit handen wordt genomen. Spijkenisse is de eerste gemeente in Nederland die uitkeringsgerechtigden inzet voor mantelzorgers. MOVISIE traint de vrouwen.
I
edereen die iets kan, moet iets doen. Dat is het motto van het college in de gemeente Spijkenisse en dat bracht beleidsmedewerker Marianne Trustfull op het idee om mantelzorg- en vrijwilligersbeleid te combineren. In Spijkenisse wonen 1608 mensen met een Wwb-uitkering waarvan een deel geen vrijwilligerswerk doet maar dat wel zou kunnen. Spijkenisse telt bovendien tussen de twee- en drieduizend mantelzorgers die teveel doen en het risico lopen op overbelasting. Met het project Vrijwillige respijtzorgers slaat de gemeente Spijkenisse twee vliegen in één klap: de mensen met een uitkering komen in de benen en de mantelzorgers kunnen even rust nemen. Respijtzorg is vervangende zorg waardoor een mantelzorger even vrijaf heeft.
Klantmanagers Een goed plan dat past binnen het mantelzorg- en vrijwilligersbeleid van de gemeente Spijkenisse, vond ook de wethouder. Trustfull ging aan de slag en kreeg de vier mantelzorgorganisaties eerst nieuwsgierig en vervolgens enthousiast. Leon Schouten, coördinator van het project, is langs
alle klantmanagers gegaan om te vertellen wat voor kandidaten ze zochten. Achttien mensen zijn voorgedragen, na een speed & meet-bijeenkomst zijn er veertien geselecteerd. Schouten: “Er is vooral gekeken of mensen empatisch vermogen hebben.”
Unieke training Om de maand krijgen de veertien deelnemers nu een training, twee jaar lang. In de training leren de vrouwen wat respijtzorg inhoudt, ze krijgen inzicht in ziektebeelden en ze oefenen in een goede basishouding als vrijwilliger. Ze starten met respijtzorg in een zorginstelling, later gaan ze mantelzorgers thuis ontlasten. Maart 2011 was de eerste trainingsbijeenkomst. Docente Jolanda Elferink van MOVISIE en Leon Schouten van de gemeente kijken er tevreden op terug. Elferink: “De sfeer was ontzettend goed! In het begin waren de vrouwen wat terughoudend. Ik merkte ook dat ze zich onzeker voelden, alsof alle andere deelnemers meer zouden kunnen.” Leon Schouten vult aan: “Het mooie was dat ze elkaar ondersteunden en versterkten. Soms werd iemand
Uitkeringsgerechtigden nemen de zorg tijdelijk en volledig over, zo heeft de mantelzorger even tijd voor zichzelf.
emotioneel, sowieso al uniek voor een eerste keer, maar daar reageerden de anderen heel goed op.” Jolanda Elferink: “Eén vrouw zei na afloop: ‘voor het eerst voel ik me geen nummer’.”
Nood is hoog De veertien vrouwen verlenen eerst respijtzorg in een zorginstelling in de vorm van dagopvang. De gemeente geeft vier zorginstellingen een premie om hen te begeleiden. Later in het traject gaan de vrouwen desgewenst individuele respijtzorg doen. De mantelzorgorganisaties halen de vraag van mantelzorgers naar boven en zorgen voor een goede match. Schouten: “Dat zal best lastig
worden, mantelzorgers vinden het moeilijk om de zorg aan een ander over te laten. Maar we weten dat de nood hoog is.” De uitkeringsgerechtigden ontvangen per kwartaal een activeringspremie van 100 euro. Verder zal de gemeente de doorstroming naar een opleiding of baan in de zorg zo goed mogelijk stimuleren en ondersteunen.
Meer informatie: Vanuit Spijkenisse: Leon Schouten, l.schouten@spijkenisse.nl Vanuit MOVISIE: Jolanda Elferink, j.elferink@movisie.nl
�����������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������
Bewijs het maar
Evidence based werken in de vrijwillige sector? In de sector zorg en welzijn wint evidence based werken terrein. Wat werkt wel en wat niet? Hoe kan het beter, effectiever? Van professionele organisaties mag worden verwacht dat ze hierover verantwoording afleggen aan cliënten en financiers. Geldt dat ook voor vrijwilligersorganisaties? In het kader van het project Inzicht in sociale interventies vroeg MOVISIE zich af of evidence based werken ook zinvol is voor vrijwilligersorganisaties in het sociale domein. Hoogleraar vrijwilligerswerk Lucas Meijs is terughoudend: “Vrijwilligerswerk is geen instrument in handen van de overheid. Als
Senioren maken school. “‘Helpen bij niveaulezen is hartstikke leuk, maar helpt het ook echt?’ vroeg een van hen. Een ander vulde aan: ‘We hebben in het begin wel enige instructie gekregen, maar de meesten rommelen maar wat aan. Wij zouden wel eens wat duidelijker aangetoond willen zien wat
kansen aan zowel gesubsidieerde als ongesubsidieerde vrijwilligersorganisaties, mits aan belangrijke voorwaarden worden voldaan. Zoals: een organisatiecultuur die reflectie op het eigen werk stimuleert, die ‘stille kennis’ van vrijwilligers benut en die het uitwisselen van ervaringen aanmoedigt. Het denken en praten over resultaten moet plaatsvinden in een machtsvrije dialoog waarin ervaringskennis even belangrijk is als wetenschappelijke kennis. Dan komt ‘het levende bewijs’
op tafel. De hamvraag is uiteindelijk: wordt het werk er beter en leuker van in de ogen van de vrijwilliger?
Meer informatie: Peter Rensen (p.rensen@movisie.nl of 030 789 22 64). Bekijk het rapport op www.movisie.nl/ publicaties.
���������������������������������������������������������������
Goed voor Elkaar is goed op weg Wordt het werk er beter en leuker van voor vrijwilligers?
je niet oppast, kom je terecht in een afrekencultuur waarin het gedaan is met iedere vorm van maatwerk en de vrijwilliger niet meer meetelt.”
Aanrommelen Ook Kees Penninx aarzelt als projectleider Peter Rensen van MOVISIE hem vraagt om over dit onderwerp een verkennend essay te schrijven. Totdat hij zich de uitspraken herinnert van een groep Almelose vrijwilligers die hij interviewde over hun project 14
ons werk nu precies oplevert. Leidt het tot betere resultaten voor de kinderen? En wat is de beste aanpak? Daar wordt nauwelijks over gepraat en dat vinden wij vreemd.’”
Beter en leuker Het essay van Kees Penninx stelt vragen, bespreekt voorbeelden en benoemt dilemma’s bij evidence based werken in het vrijwilligerswerk. Conclusie: het gesprek over effectiviteit biedt
Het vierjarig programma Goed voor Elkaar is halverwege. Dit programma ondersteunt gemeenten bij het opstellen van beleid over vrijwilligerswerk en mantelzorgondersteuning, gebaseerd op de basisfuncties. Er is al veel bereikt, zo blijkt. 378 gemeenten zijn inmiddels aangehaakt en de Goed voor Elkaar-adviseurs van de Centra voor Maatschappelijke Ontwikkeling hebben al bijna duizend adviesgesprekken gevoerd over gemeentelijk beleid en de basisfuncties. Deze gesprekken richten zich in 45 procent van de gevallen specifiek op vrijwilligerswerk. Een derde gaat alleen over mantelzorg en bijna een kwart
over een combinatie van beide. Naast adviesgesprekken vindt er veel kennisoverdracht plaats via Prestatieveld @4-kaarten, waarin steeds op één onderwerp ingezoomd wordt. Deze kaarten zijn te downloaden via www.prestatieveld4.nl. Ook via social media kunt u op de hoogte blijven van alle ontwikkelingen. Er is een actieve Goed voor Elkaar LinkedIn-groep. Via Twitter (@prestatieveld4) ontvangt u snel het laatste nieuws.
Meer informatie: Matthijs Terpstra (m.terpstra@movisie.nl of 030 789 20 61).
De samenleving kent een grote verscheidenheid aan mensen. MOVISIE wil bijdragen aan het verbinden van mensen en aan de participatie en het welzijn van burgers in al hun diversiteit.
Diversiteit
Zet je homo-organisatie in de etalage Homo in de etalage is een werkboek voor homo-organisaties die op zoek zijn naar meer leden, klanten, vrijwilligers en financiers. In drie stappen verbeteren zij hun marketingstrategie. Het aanbod wordt onder de loep genomen, de positie van de organisatie wordt onderzocht en nieuwe producten en diensten worden ontwikkeld. En dat allemaal in drie dagen!
Stap 1: wat is ons aanbod? In het werkboek worden drie bijeenkomsten beschreven, drie stappen op het ondernemerspad. Tijdens de eerste bijeenkomst schuiven de vrijwilligers om de tafel. Met elkaar brengen ze het aanbod van de organisatie in kaart en houden ze de producten tegen het licht in een SWOT-analyse. Zo ontstaat een goed beeld van de
COC-directeur Koen van Dijk “Een handig en praktisch boekje voor elke homo-organisatie”, vindt Koen van Dijk, directeur van COC Nederland. “Homo-organisaties bestaan al heel lang en ontwikkelen dus ook al lang allerlei producten. Maar slaan die producten nog wel goed aan? Sluiten ze bijvoorbeeld aan bij jonge homo’s en lesbo’s waar een homo-organisatie vaak heel belangrijk voor is? En halen de vrijwilligers er voldoende energie uit? Dat is maar de vraag. Met behulp van dit werkboek kom je daar achter."
sterke en zwakke kanten van de producten. Peter Dankmeijer van MOVISIE: “Je ziet soms weerzin tegen het benoemen van het aanbod als product of dienst. Dat zijn commerciële marketingtermen. Maar juist door die termen te gebruiken, leer je naar je aanbod kijken door de ogen van je klanten.”
Stap 2: wat vinden buitenstaanders van ons? De tweede bijeenkomst is voor veel homo-organisaties misschien wel de spannendste. Samenwerkingspartners, subsidiegevers, concurrenten en andere lokale instanties worden uitgenodigd om hun kijk op de organisatie te geven. De organisatie (het bestuur) presenteert zich en de genodigden geven feedback. Peter Dankmeijer: “Genodigden zijn vaak verrast dat een organisatie zoveel te bieden heeft. Vaak willen ze meteen zelf deelnemen aan activiteiten of ze willen hun vrienden of collega’s erbij betrekken. En dat is voor de homo-organisatie weer verrassend.”
Stap 3: welk nieuw product gaan we ontwikkelen? In de derde bijeenkomst gaat een klein groepje actieve vrijwilligers met elkaar nieuwe producten ontwikkelen. De vijf P’s zijn het uitgangspunt: product, plaats, personeel, promotie en prijs.
Homo in de etalage: in drie stappen naar een verbeterde marketingstrategie.
Eerst worden zoveel mogelijk ideeën voor nieuwe producten geïnventariseerd. Vervolgens gaan de vrijwilligers er in subgroepjes één uitwerken en aan elkaar presenteren. Aan het eind van de bijeenkomst ligt er een concreet actieplan voor ten minste één nieuw product. Peter Dankmeijer: "De deelnemers komen op hele frisse en nieuwe ideeën. Eén groepje kwam met het plan om een soort ludieke flashmob in verzorgingshuizen te organiseren. Allemaal met maskers op, zodat
de bewoners gaan vragen waarom. Dan kan je uitleggen dat dit uit vrees is gediscrimineerd te worden als homo en terugvragen of het masker af mag."
Meer informatie: Peter Dankmeijer (p.dankmeijer@movisie.nl of 030 789 21 09).
�����������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������
Diversiteit in de vereniging: waarom zou je? Waarom wilt u aan de slag met diversiteit? Dat is de gewetensvraag van Wil Verschoor van MOVISIE als een vereniging aanklopt om hulp. Van puur altruïsme wil ze niet horen. “Begin er niet aan als je vindt dat de vereniging een afspiegeling hoort te zijn van de samenleving. Of als je een bijdrage wilt leveren aan het allochtonenvraagstuk. Dan gaat er bij de eerste de beste bezuinigingsronde een streep door je acties.” Eigenbelang is volgens Wil Verschoor het beste motief. “Je moet een probleem hebben waar diversiteit de oplossing voor is. Een witte voetbalvereniging in een zwarte wijk die het ledental snel achteruit ziet gaan? Inderdaad, een heel goed idee om als vereniging te verkleuren en de deuren wijd open te zetten voor allochtone voetballers.”
Zijn we al divers? Veel verenigingen hebben te maken met groeiende diversiteit in de achterban. Voordat de vereniging hiermee aan de slag gaat, moet antwoord gevonden worden op de vraag: hoe divers zijn we eigenlijk? Correct uitgedrukt: hoeveel mannen, vrouwen, allochtonen, autochtonen, jongeren, ouderen, mensen met een beperking, homo’s, hetero’s, mensen met een religieuze achtergrond hebben we in onze vereniging? Daaraan gekoppeld is de vraag hoe relevant diversiteit is voor de vereniging. Wil Verschoor:
“In grote steden is de bevolking zeer divers. Voor bijvoorbeeld huurdersverenigingen is het daarom cruciaal om zich in te spannen en herkenbaar te zijn voor de complete bevolking.”
Deuren open Zijn de eerste twee vragen beantwoord, dan volgt de hamvraag: hoe toegankelijk en aantrekkelijk zijn we als vereniging? “Voelen anderen zich welkom? Waarom zijn ze in het verleden weggegaan? Je zult merken dat je niet alleen iets moet doen om aantrekkelijker te worden, maar ook iets moet opgeven. Het vertrouwde verenigingsritme bijvoorbeeld. Hoezo ‘dat hebben
Eigenbelang is het beste motief om aan de slag te gaan met diversiteit.
we altijd zo gedaan’?” Verder heeft Wil Verschoor nog een advies aan verenigingen die het thema diversiteit met succes binnen de vereniging aan willen snijden. “Het lijkt erop dat verenigingen die allianties aangaan met netwerken van migranten
de beste kaarten in handen hebben. Op dit moment wordt hiermee geëxperimenteerd en MOVISIE zal deze aanpak dit jaar nog op papier zetten. ”Zijn er verenigingen die nu al willen weten hoe ze kunnen omgaan met culturele diversiteit, dan helpt ze graag. “Maar ik zeg er meteen bij: denk eerst na waarom je dit wilt!”
Dit artikel is gebaseerd op een eerdere publicatie over dit onderwerp in VM | Verenigingsmanagement, 2011, nr. 1, 40-43. Meer informatie: Wil Verschoor (w.verschoor@movisie.nl of 030 789 21 08).
���������������������������������������������������������������
Diversiteitsprijs 2011: Ouderen, maatschappelijk actief! Ouderen is het thema van de vijfde MOVISIE Diversiteitsprijs. Hoe actief zijn ouderen in de samenleving? Is de derde levensfase een probleem of zijn ouderen de vrijwilligers van de toekomst? Succesvolle projecten kunt u weer aanmelden!
gaan cognitief achteruit, dementie, depressie, sociaal isolement. Maar ouder worden gaat niet alleen over zorgbehoeften en ondersteuning, het gaat ook over meedoen in de samenleving. Over een nieuw perspectief.”
Projectleider Annie Oude Avenhuis: “Er bestaat een grote diversiteit onder ouderen. Dat heeft te maken met verschillen in leefstijl, achtergrond, perspectief en behoeften, maar ook met verschillende omstandigheden en de positie in de samenleving. Vrouwen en mannen, ouderen uit allerlei etnische groepen, roze ouderen, ouderen met een psychische, verstandelijke of lichamelijke beperking. Vergrijzing wordt een probleem voor de samenleving genoemd: ouderen worden ziek,
Kent u een project waarbij diversiteit van ouderen een rol speelt? Inschrijven kan tot 1 september 2011 via www.movisie.nl/diversiteitsprijs. De prijsuitreiking vindt plaats in november.
Meer informatie: Annie Oude Avenhuis (a.oudeavenhuis@movisie.nl of 030 789 21 15).
15
Wat m e nu eig rkt u van de enlijk Wmo?
MOVISIE kort
Publicaties
Werk m ee aan de Wmo-m onitor 2011! Kijk op www.m ovisie.n l/ wmom onitor.
Kijk voor meer informatie op www.movisie.nl/publicaties. Prijzen zijn exclusief een bijdrage van € 2,50 in de verzendkosten.
Krachtgerichte sociale zorg Kees Penninx – Ard Sprinkhuizen Sociale zorg neemt langzaamaan en onvermijdelijk belangrijke Krachtg eri delen van de institutionele zorg over. Zorg die dicht bij de (leef) sociale zo chte rg Sociaal werk in de wereld van de hulpvrager kan worden georganiseerd, vaak particip atiesame nle Een verke ving nning met inzet van de eigen omgeving. Hierbij lijken alle vingers in eenzelfde richting te wijzen: meer nadruk op eigen kracht van burgers, minder technocratische en bureaucratische regelgeving, met een centrale rol voor cliënten en hun netwerken. Met de vergrijzing van de samenleving valt ook een flinke toename van de zorgvraag te verwachten. Hoe gaan we dat oplossen met elkaar? Kees Penninx en Ad Sprinkhuizen schreven op verzoek van MOVISIE een essay over de recente geschiedenis én de toekomst van de sociale zorg. Kees Penn inx Ard Sprin khuizen
Gratis downloaden of bestellen voor € 9,95
Onderzoeksrapport Polarisatie en radicalisering Welke bestaande sociale interventies tegen polarisatie en radicalisering bereiken het beoogde effect. Gratis downloaden of bestellen voor € 17.50
Onderzoeksrapport Inzicht in eigen kracht De werking van empowerment in Maatschappelijke Activeringscentra Gratis downloaden of bestellen voor €17.50
Zet EVC voor vrijwilligers op de kaart In deze brochure vinden gemeenten, onderwijsinstellingen, re-integratiebureaus en vrijwilligersorganisaties kansen en mogelijkheden om EVC dichter bij vrijwilligers te brengen. Gratis downloaden.
verwacht
Tijd voor vitaliteit Meer energie, passie en plezier in je werk. Stappenplan voor professionals in zorg & welzijn. Gratis te downloaden of bestellen voor € 12,-
Experts over trends en ontwikkelingen in seksueel geweld. MOVISIE sprak met 16 experts en zette de ontwikkelingen en dilemma's op een rij. Auteurs: Nonja Meintser e.a. Gratis downloaden of bestellen voor € 29,95 (vanaf 15 juni).
Het verhaal van Opsterland Burgerparticipatie in de praktijk. Gratis downloaden of bestellen voor € 8,-
Ondersteuning burgerinitiatieven door steunpunten vrijwilligerswerk Tien inspirerende voorbeelden. Gratis downloaden.
colofon Onderzoeksrapport Gezinsbegeleiding achter de voordeur Wanneer is de achter de voordeur methode vooral geschikt om achterstandsgezinnen naar het normale samenlevingsniveau te krijgen. Gratis downloaden of bestellen voor € 17.50
Leven met beperkingen… Hoe anders mag je zijn? 25 succesvolle diversiteitsprojecten
Leven met beperkingen… Hoe anders mag je zijn? Ter inspiratie: de vijfentwintig projecten van de MOVISIE Diversiteitsprijs 2010. Gratis downloaden of bestellen voor € 12,50
W+W+Z=Maak het samen-publicaties: Met welk instrument kunt u uw WWZ-vraagstuk oplossen? Gratis downloaden.
© MOVISIE, Utrecht 2011 Jaargang 5, juni 2011, nummer 11 Eindredactie: Communicatie MOVISIE, i.s.m. Tekstburo Gort Teksten: MOVISIE, Tekstburo Gort Vormgeving en productie: Suggestie & illusie, Utrecht.
Volg hét sociale debat Op de nieuwe debatsite www.sociale-
����������������������������������������������������������������
vraagstukken.nl publiceren en debatteren onderzoekers en praktijkdeskundigen over sociale kwesties. De site wordt gemaakt
Agenda & Trainingen
Zet va st in je agend a!
Kijk voor alle trainingen en de volledige agenda op www.movisie.nl/trainingen en www.movisie.nl/agenda.
door een onafhankelijke redactie, met steun van 'dragers van het sociale debat', onder wie Paul Schnabel, Evelien Tonkens, James Kennedy, Halleh Ghorasji en Aletta Winsemius. Een initiatief van TSS, RMO, SCP, Universiteit van Tilburg en MOVISIE.
Fotografie: Herman Wouters/Hollandse Hoogte; Gemeente Borne; Marc Bolsius; Bert Spiertz/Hollandse Hoogte; Max van Gorkum; Redmar Kruithof; Robert Jan Stokman Overname van (delen van) artikelen is met bronvermelding toegestaan. ISSN: 1876-0422 MOVISIE Postbus 19129, 3501 DC Utrecht Catharijnesingel 47, 3511 GC Utrecht
9 juni 2011
september 2011 – juni 2012
4 oktober 2011 – 1 dag
Your Right 2Choose, conferentie voor jongeren over vrije partnerkeuze
Opleiding docent weerbaarheid
Samen misbruik de baas
In deze erkende opleiding leert u een weerbaarheidstraining voor groepen te ontwikkelen en te geven. Voor mensen die (willen) werken in hulpverlening, buurthuiswerk, vrouwenopvang, jeugd- en jongerenwerk, onderwijs en thuiszorg.
U leert een lotgenotengroep begeleiden die bestaat uit vrouwen met een verstandelijke beperking die te maken hebben gehad met seksueel misbruik.
Locatie: Het Sieraad, Amsterdam Tijd: 14.30 – 19.00 uur Aanmelden via www.yourright2choose.nl, de toegang is gratis. ������������������������������ 3 oktober 2011 – 1 dag
Versterken zelfregie en eigen kracht Hoe kunt u de eigen kracht van mensen gebruiken in de hulpverlening en ondersteuning aan hen? Met o.a. aandacht voor Eigen-Krachtconferenties en motiverende gespreksvoering. 16
������������������������������
������������������������������
Oranjefonds Zomerscholen
september 2011 – maart 2012
In één week op de hoogte van de laatste ontwikkelingen in het welzijnswerk en naar huis gaan met een uitgewerkt projectplan dat u kunt indienen bij het Oranje Fonds? Met de Oranje Fonds Zomerscholen is het mogelijk. Deze zomerscholen worden georganiseerd door MOVISIE en Verdiwel. Meer informatie: www.oranjefonds.nl/zomerscholen.
Train-de-trainer Weerbaarheid binnen de GGZ Wat komt er kijken bij het ontwikkelen en geven van een weerbaarheidstraining binnen uw eigen instelling? U leert rekening te houden met de specifieke kenmerken van uw doelgroep.
T 030 789 20 00 * F 030 789 21 11 www.movisie.nl * info@movisie.nl Inhoudelijke vragen: kennislijn@movisie.nl of 030 789 21 12. Gratis abonnement op MOVISIES aanvragen of beëindigen? Ga naar Mijn MOVISIE op www.movisie.nl MOVISIE is hét landelijke kennisinstituut en advies bureau voor maatschappelijke ontwikkeling. We bieden toepasbare kennis, adviezen en oplossingen bij de aanpak van sociale vraagstukken op het terrein van welzijn, participatie, zorg en sociale veiligheid. In ons werk staan vijf actuele thema’s centraal: huiselijk & seksueel geweld, kwetsbare groepen, leefbaarheid, mantelzorg en vrijwillige inzet.