movisies
Decen
ties: WWN V en Jeu gdzorg AWBZ ,
Relatieblad over maatschappelijke ontwikkeling * februari 2012 * nr 13
Gemeenten, kom tot cocreatie!
tralisa
In dit nummer: Algemeen
MOVISIE in 2012 Nederland in 2040 Bent u al WNS-proof
2 3 4
Kwetsbare groepen
Straks ben je geen cliënt meer Artsen geen visie diversiteit
5 5
Leefbaarheid
Gezonder in een groene wijk Wonen, welzijn en zorg toekomstgericht
6 7
Mens en organisatie
Rotterdam zoekt nieuwe verbindingen
8
Beroepsontwikkeling
Welzijnsmanager niet vergeten 9 Werken aan vitaliteit 9 Huiselijk en seksueel geweld
Aanpak Kindermishandeling schiet te kort Utrecht en Eindhoven en seksueel geweld
10 11
Vrijwillige inzet en mantelzorg
Toekomstagenda vrijwilligerswerk Geef de mantelzorger meer lucht
13 14
Diversiteit
Coaching op de werkvloer Je wilt dat burgers hun eigen verantwoordelijkheid nemen en zelf de regie voeren over hun leven. Dat betekent dat je als gemeente en ondersteunende organisaties vanuit burgers moet gaan denken.
Tussen nu en 2016 krijgen gemeenten drie decentralisaties voor hun kiezen. “De decentralisaties zijn een feit. Grijp als gemeente deze kans om de maatschappelijke steun in Nederland te vernieuwen”, is de oproep van Marjet van Houten van MOVISIE. “Dit is het moment om burgers zelf de touwtjes in handen te geven op alle terreinen: zorg, werk en welzijn. Niemand wil immers afhankelijk zijn.”
D
e kerngedachte van de drie decentralisaties - Wet werken naar vermogen, AWBZ en Jeugdzorg - is dat burgers meer mogelijkheden krijgen om hun eigen leven te sturen. Marjet van Houten staat hier helemaal achter. “Afgelopen decennia is het systeem van maatschappelijke ondersteuning heel ingewikkeld geworden in Nederland. De wegen naar hulp zijn ondoorgrondelijk, voor van alles is een indicatie nodig, het is vaak te individueel gericht, er is dubbel aanbod en er is allerlei aanbod dat niet aansluit bij de vraag. Ik ken gezinnen met 26 professionals die hun steun niet op elkaar afstemmen en tegengestelde adviezen geven. Ik verbaas me ook over het legertje dienstverleners
dat mensen helpt om bijvoorbeeld een uitkering of hulpmiddel aan te vragen. Ondanks alle hulp voelen kwetsbare mensen zich lang niet altijd goed geholpen. Dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn.”
Eerst de visie De decentralisaties stimuleren gemeenten om zorg, welzijn en sociale zaken opnieuw te organiseren. “Ik wil alle gemeenten oproepen om tot cocreatie te komen. De decentralisaties bieden een kans om de maatschappelijke steun anders te organiseren, samen met alle betrokkenen. Het vraagt creativiteit en lef om op een andere manier te kijken naar burgers, om
burgers de regie te geven. Voor gemeenten is dit het moment om serieus werk te maken van het verbinden van de drie beleidsterreinen werk, zorg en welzijn. Stel je open voor de expertise binnen welzijnsorganisaties, het SW-bedrijf, zorgorganisaties en cliëntenorganisaties. Ontwikkel met elkaar een visie.”
en om alleen die mensen te helpen die dat niet altijd zelf kunnen. “Ik denk aan de meest kwetsbare groep, mensen met een opeenstapeling van problemen: psychische problemen, schulden, chronische lichamelijke klachten. Veel gemeenten kennen deze mensen al. Ze zien ze bij zorg, bij sociale zaken en soms ook bij welzijn.”
Meest kwetsbaren
Nee zeggen
Als die visie er is, kan een plan worden gemaakt, inclusief praktische afspraken. “Bottomline afspraken over wat je voor welke burgers minimaal biedt. Dergelijke afspraken zijn vooral
Het decentralisatieproces kan alleen slagen als gemeenten, organisaties en burgers een echte omslag in het denken maken. “Je wilt dat burgers hun eigen verantwoordelijkheid nemen en zelf de
Dit is het moment om werk, zorg en welzijn te verbinden.
nodig voor kwetsbare burgers die bang zijn dat ze door alle bezuinigingen geen uitkering of hulpmiddelvoorziening meer krijgen. Tegelijk met de decentralisaties wordt er immers fors bezuinigd. Die bezuinigingen zijn onvermijdelijk, hoewel ze heel erg groot zijn en het tempo enorm hoog is.” Volgens Marjet van Houten dwingen de bezuinigingen gemeenten om de regie daadwerkelijk bij mensen terug te leggen
regie voeren over hun leven. Dat betekent dat je als gemeente en ondersteunende organisaties vanuit burgers moet gaan denken. Wat hebben zij nodig om zo zelfstandig mogelijk te kunnen functioneren? Wie kan daarbij ondersteunend zijn? Op deze manier kan het systeem voor maatschappelijke
lees verder op pagina 2 >>
15
Het ondersteunen van lokale partners bij de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) loopt als een rode draad door onze activiteiten. MOVISIE helpt gemeenten en lokale organisaties.
Algemeen
Wat gaat MOVISIE in 2012 doen? >> vervolg pagina 1 ondersteuning eenvoudiger worden en daarmee goedkoper en effectiever. Professionals zullen meer op zelfsturing en zelfregie ingespeeld moeten raken. Dit betekent dat gemeenten keuzes gaan maken op basis van samen met burgers gemaakte afspraken. En soms zal een gemeente moeten leren nee zeggen.”
2012 is een spannend jaar. Er staat veel onder druk: bezuinigingen bij gemeenten, met name op welzijn en de ggz, de decentralisaties, en de vragen of de zorg en participatie van kwetsbare groepen overeind blijft. "Thema's waar MOVISIE veel kennis over in huis heeft en veel in kan betekenen voor gemeenten en maatschappelijke instellingen", zegt Marijke Steenbergen van
Wat biedt MOVISIE? MOVISIE kan als landelijk kennisinstituut gemeenten helpen bij het uitwerken van een visie en ondersteuning geven in het proces van decentralisatie. Marjet van Houten: “We hebben op alle aspecten van de decentralisaties kennis in huis. We helpen de vraag te analyseren en het aanbod in beeld te brengen. Daarnaast ondersteunen we in het proces niet alleen het ‘wat’ maar ook het ‘hoe’. We denken altijd vanuit mensen, niet vanuit systemen, instituties en belangen. Het gaat steeds om de vraag: hoe kunnen we zorgen dat kwetsbare mensen zo goed mogelijk kunnen participeren en wat is daarvoor nodig? We hebben ook een brede blik: we zien de kracht van professionals, maar ook van vrijwilligers en mantelzorgers. En als geen ander zien we hoe die drie beleidsterreinen werk, zorg, welzijn - op elkaar ingrijpen.”
Meer informatie: Marjet van Houten (m.vanhouten@movisie.nl of 030 789 20 74).
MOVISIE. "We gaat onze landelijke kennisfunctie versterken om juist in deze tijd meer impact te kunnen maken."
M
OVISIE werkt in 2012 vanuit vier programma’s in plaats van zeven. “We willen meer focus en samenhang in onze activiteiten, zodat we meer impact kunnen realiseren en beter kunnen aansluiten bij ontwikkelingen in het werkveld”, legt Marijke Steenbergen uit. “Dat is juist nu belangrijk. De sociale sector heeft te maken met minder geld waarmee hetzelfde en soms zelfs meer moet worden gedaan. Het is belangrijk dat we slimme combinaties maken en dat de middelen effectief worden ingezet.”
Kernprogramma ‘Effectiviteit en vakmanschap’ is niet voor niets het kernprogramma van MOVISIE. Marijke Steenbergen: “Met dit programma gaan we ervoor zorgen dat professionals meer en beter gebruik gaan maken van onderbouwde kennis met een bewezen effectiviteit. We willen graag
vaker het verschil maken met onze kennisfunctie. We merken dat er in de sector meer behoefte is aan gedreven en bedreven professionals die op effectieve wijze maatschappelijke vraagstukken aanpakken. Daarom vormt dit programma het hart van MOVISIE.”
Kennisfundament MOVISIE werkt komende jaren aan een stevig kennisfundament en vakmanschap voor de sociale sector. “Dat gaan we samen doen met welzijnsinstellingen, gemeenten en vrijwilligersorganisaties. We gaan ook nadrukkelijk inzetten op visieontwikkeling, debat en agendering. Uit de in 2011 uitgevoerde evaluaties van MOVISIE blijkt dat onze klanten en stakeholders dit graag willen”, aldus Marijke Steenbergen.
Inhoudelijke programma’s Naast het kernprogramma werkt MOVISIE vanaf 2012 met drie inhoudelijke programma’s:
Wouter Rust
COLUMN
Decen
tralisa ties: AWBZ , WWN V en Jeu gdzorg
Gemeenten staan voor een enorme uitdaging: de extramurale AWBZ-begeleiding wordt vanaf 2013 gedecentraliseerd en valt dan onder de compensatieplicht van de Wmo. Een van de belangrijkste dingen die gemeenten moeten doen, is zich verdiepen in de doelgroep en proberen vast te stellen wat hun behoefte aan ondersteuning is. Dat is niet eenvoudig. Want het gaat om bijna 200.000 mensen met een matige of ernstige problematiek die onderling sterk verschillen. Het enige dat deze mensen gemeenschappelijk hebben, is hun grote kwetsbaarheid. Hoe kun je als gemeente de ondersteuningsbehoefte van deze mensen vastleggen? Dit zal per doelgroep of soms zelfs per geval moeten gebeuren. Een alleenstaande man van tachtig jaar met longproblemen, een hartkwaal en nagenoeg geen sociaal netwerk heeft een andere ondersteuningsbehoefte dan een jonge vrouw van dertig met een syndroom van Down of iemand met een niet aangeboren hersenletsel. En kinderen met een verstandelijke handicap hebben een andere vorm van ondersteuning nodig dan een volwassene met een psychiatrische stoornis.
Wat een gemeente in ieder geval niet moet doen: het eigen beleid leidend laten zijn bij het bepalen van de behoefte aan ondersteuning. Wijkgericht werken bijvoorbeeld kan heel waardevol zijn, maar is geen panacee voor alle klachten. De ondersteuningsbehoefte van een paar duizend mensen met een zintuiglijke handicap, die ook nog eens onderscheidende cliëntkenmerken hebben, is niet gebaat bij wijkgericht werken maar bij een bovenregionale of zelfs landelijke voorziening. En het is maar zeer de vraag of het gemeentelijk inkoopbeleid - ingericht op de inkoop van kantoorartikelen of de catering van de bedrijfskantine - ook adequaat is voor de inkoop van ondersteuning voor kinderen met een meervoudige complexe handicap. Daarom is mijn boodschap aan iedere gemeente: stel de ondersteuningsbehoefte van de kwetsbare burger centraal. 2
Kleiner en scherper Dit jaar bestaat MOVISIE vijf jaar. Is er veel veranderd? “Vergeleken met vijf jaar terug is er nu meer aandacht voor thema’s als zelfregie, eigen kracht, burgerparticipatie en veiligheid. Tegelijk heeft de sector te maken met minder middelen en ja, dat geldt ook voor MOVISIE. Na jaren van groei vallen er in 2012 door de bezuinigingen ook bij MOVISIE gedwongen ontslagen en worden we kleiner. Maar voor MOVISIE geldt wat voor de hele sociale sector geldt: we gaan nog scherper en inventiever worden en we blijven investeren in kwaliteit en vernieuwing!”
De meerjarenstrategie 2012-2015 en het werkprogramma 2012 zijn te vinden op www.movisie.nl.
���������������������������������������������������������������
manager Hulpverlening en activering MOVISIE
Kwetsbare burger
‘Participatie en actief burgerschap’, ‘Sociale zorg’ en ‘Huiselijk en seksueel geweld’. “We willen dat iedereen naar vermogen mee kan doen in de maatschappij. Daarom hebben we een apart programma ‘Participatie en actief burgerschap’. Bij het programma ‘Sociale zorg’ gaat het erom dat mensen met zorg- of hulpvragen zoveel mogelijk zelfredzaam zijn en zeggenschap hebben over hun eigen leven. Een belangrijk programma onderdeel is gebiedsgericht werken, waarin de focus ligt op de eigen verantwoordelijkheid van burgers in hun eigen leefgebied. Met het derde inhoudelijke programma gaan we meer inzetten op de preventie van geweld in relaties en werken aan een veilig leefklimaat in instellingen.”
Decentralisatie AWBZ en gemeentelijke Wmo-taken
MOVISIE ondersteuningsaanbod voor gemeenten, welzijn- en zorgaanbieders Vanaf 2013 worden gemeenten verantwoordelijk voor cliënten met extramurale begeleiding op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Gemeenten moeten o.a. keuzes maken of zij dit individueel of collectief gaan aanbieden, of ze met welzijn- of zorgaanbieders in zee gaan, of ze via aanbesteding of subsidiering willen werken en of zij lokaal opereren of via regionale samenwerking. Welzijns – en zorginstellingen moeten hun aanbod helder maken en nieuwe cliënten vanuit een andere manier benaderen, waarbij de zelfredzaamheid van de cliënt centraal staat. Deze decentralisatie/transitie van AWBZ-taken biedt kansen om ondersteuning bij zelfredzaamheid en participatie op lokaal niveau, dichter bij de burger te organiseren. U kunt de eigen kracht en mogelijkheden van burgers én hun sociale netwerk aan spreken en in de directe omgeving maatwerk realiseren. De gemeente kan verbinding leggen met andere Wmo-voorzieningen en gemeentelijke domeinen, zoals re-integratie, de bijstand en het woonbeleid. De instellingen gaan zorg, welzijn en participatie met elkaar verbinden. MOVISIE is ervaren en deskundig in de ondersteuning op deze nieuwe terreinen en kan adviseren van plan tot uitvoering.
Decen
tralisa ties: AWBZ , WWN V en Jeu gdzorg
MOVISIE kan ondersteuning bieden op o.a. de volgende terreinen: • Maatschappelijk agenderen voor Welzijn Nieuwe Stijl in 5 stappen • Cliëntprofielen leren opstellen – voor Gemeenten + Welzijn- en Zorginstellingen • Als u de zorgbehoefte en specifieke kenmerken van een cliënt kent, dan kunt u een welzijn/ zorgaanbod ontwikkelen dat goed aansluit én hoe die het beste wordt bereikt. • Zicht op de ondersteuningsbehoeften mantelzorgers • Handreiking maatschappelijke steunsystemen • Professionaliteit Verankerd: goede praktijkvoorbeelden samenwerking en burgerparticipatie • Het participatiewiel: de participatieladder 3.0 • Regievoering op welzijn en zorg door gemeenten • Keuzes en inrichting procedure via aanbesteding of subsidiëring In de bij MOVISIES bijgesloten folder vindt u een uitgebreidere selectie uit ons ondersteuningsaanbod. Voor ons complete aanbod kunt u terecht op www.movisie.nl/decentralisatie, daar vindt u meer dan 70 ondersteuningstrajecten voor de decentralisatie.
MOVISIE-partner aan het woord
5 jaar Wmo, 5 jaar MOVISIE
Hoe ziet Nederland er in 2040 uit? In februari 2012 brengt MOVISIE de MO uit: een eenmalig magazine over de toekomst van maatschappelijke ondersteuning. Vijf kopstukken van buiten de sector laten in dit magazine hun licht schijnen over 2040. Een aanrader voor iedereen die met kwetsbare groepen werkt! Decen
Waarom een magazine over 2040? “De directe aanleiding is dat de Wmo op 1 januari 2012 vijf jaar bestaat. Dat geldt trouwens ook voor MOVISIE. In die vijf jaar is de participatie van kwetsbare mensen een hot issue geworden. Maar hoe zit dat in 2040? Met dit magazine geven we beleidsmakers die werken aan maatschappelijke ondersteuning een kijkje in de toekomst. Hoe ziet de toekomst van maatschappelijke ondersteuning eruit en wat betekent dat voor jouw werk?”
Wat staat erin? “Het magazine bevat de toekomstverkenningen van vijf invloedrijke Nederlanders die niet in onze sector zitten. De vijf verkenningen zijn allemaal verschillend, van concreet tot heel abstract. We hebben hun verhalen tijdens een diner pensant voorgelegd aan zeven promovendi. Ook dat staat in het magazine, het levert een mooie inhoudelijke blik op de toekomst.”
internationaal te gaan samenwerken met soortgelijke organisaties. Dit staat trouwens niet in het magazine, dat was niet de bedoeling ervan.”
We gaan vaker een beroep doen op mensen die we nu afdanken.
Visie van vijf Nederlanders Iris Meerts, directeur Stichting Zelforganisatie: “In 2040 verbinden mensen zich in communities en bedenken samen oplossingen voor problemen. Gelijkgestemden organiseren zich op deze manier snel en goedkoop rondom specifieke thema’s. Ouderen en gehandicapten wonen in appartementen bij elkaar en hebben zelf hun thuiszorg geregeld. Velen hebben een eigen zorgnetwerk van vrienden, familieleden, buren en vrijwilligers opgebouwd. Anderen hebben een inwonende thuishulp.”
Wat spreekt jou aan? “De verkenning van Stefano Marzano. Dat is ook het meest verstrekkende verhaal. Hij zegt dat we in heel veel verschillende crisissen leven en dat dit nog zeker honderd jaar gaat duren. We zijn nu aan het experimenteren met nieuwe vormen en zo zal er langzaam een nieuwe orde komen. Met zijn verhaal geeft hij aan dat er op dit moment geen pasklare oplossingen zijn, bijvoorbeeld voor de eurocrisis. Ik word daar rustig van, het relativeert. We hoeven dus niet zo snel mogelijk oplossingen te vinden.”
Anne-Rose Abendanon, programmamanager diversiteit Cordaan: “In 2040 dragen ouderen hun steentje bij in buurthuizen, ze helpen de buurvrouw, organiseren uitstapjes. Dankzij vooral de Aziatische cultuur, met zijn nadruk op rituelen en processen, raakt het
Vooruitblikken
daagt ons uit
Bezet de toekomst
met sterke verhalen
Maarten Hajer, directeur Planbureau voor de Leefomgeving: “Er zal veel meer een beroep worden gedaan op mensen die we nu afdanken. We zijn heel erg slordig met ons menselijk kapitaal, omdat we het ons nog kunnen veroorloven. Maar als de overheid minder te verdelen heeft, dan moet er wel slimmer gebruik worden gemaakt van mensen. Ik heb in Engeland meegemaakt hoe mensen uit achterstandswijken op spraakles zaten om de telefoon aan te kunnen nemen. Daar gaan wij ook naartoe.” Alexander Rinnooy Kan, voorzitter SER: “Voor de mensen die echt niet anders kunnen, zijn en blijven we een beschaafd land. Zij moeten te allen tijde geholpen worden.”
“We gaan naar een nieuwe orde.”
Stefano Marzano, voormalig hoofd Philips Design: “Alles is al eens verteld. Er is niks dat we nog moeten ontdekken. Het komt nu aan op de uitvoering, op het doen. En daar hebben we leiderschap voor nodig.”
Meer informatie: Aletta Winsemius (a.winsemius@ movisie.nl of 030 789 20 66).
afwezigheid
ondersteuning Met o.a
“Ja, daarover is Stefano Marzano ook heel duidelijk. Hij zegt dat een organisatie als MOVISIE een grote rol kan spelen in het experimenteren met nieuwe vormen, omdat MOVISIE niet vastzit in de huidige systemen. Zijn dringende advies aan MOVISIE is om
Abendanon
Alexander
Rinnooy Kan
Bestellen?
Maarten Hajer
Anne-Rose Stefano Marzano
Eenmalige uitgave | februari 2012
Iris Meerts
In 2013 staan de eerste klanten bij de gemeente voor de deur. Paula van Oostrum is beleidsadviseur bij de gemeente Culemborg, afdeling stadsontwikkeling. Wat doet u met MOVISIE? “Onlangs hebben we MOVISIE uitgenodigd voor een visiebijeenkomst binnen onze gemeente over de drie transities, dus de AWBZ, de Jeugdzorg en de Wet werken naar vermogen. Het was een interne bijeenkomst, voor het managementteam en de betrokken beleidsmedewerkers. MOVISIE heeft daar een beeld geschetst van wat er op ons afkomt en waar de overlap zit. We hebben aan de hand van casuïstiek het participatiewiel ingevuld. Ja, op zo’n moment wordt die overlap heel duidelijk. Dan zie je bijvoorbeeld dat een gezin met negen kinderen met drie verschillende domeinen van de gemeente te maken kan hebben.” Waarom werkt u met MOVISIE? “Ik ben erg gecharmeerd van het participatiewiel. Dat vind ik een mooi instrument waarmee je integraal leert kijken. Er zijn allerlei participatieladders, maar die zijn recht toe recht aan. Juist zo’n wiel laat de integraliteit zien. En die presentatie van MOVISIE was heel inspirerend.” Wat vindt u van de decentralisaties? “Ik vind ze wel een uitdaging. Er zitten natuurlijk twee kanten aan: aan de ene kant zit er een bezuiniging op, aan de andere kant is het een kans om kwetsbare burgers meer integraal te benaderen. Bij de transities zijn twee afdelingen van de gemeente betrokken en drie wethouders. Naar aanleiding van de visiebijeenkomst maken we nu één visie. De schotten moeten ertussenuit. Door die ontschotting hopen we ook met de bezuinigingen uit de voeten te kunnen.”
Doorschieten in
De toekomst van maatschappelijke
Hoe ziet MOVISIE er in 2040 uit?
tralisa ties: AWBZ , WWN V en Jeu gdzorg
‘tijd nemen voor’ meer ingebed in Nederland. We ontdekken dat we het onszelf moeilijk maken als we teveel op de klok letten.”
De MO is te bestellen via movisie.nl/publicaties. U betaalt alleen een bijdrage in de verzend - en handlingskosten van € 2,50.
Hoe ziet 2012 er voor uw gemeente uit? “Het wordt een heel druk voorjaar! In de afgelopen maanden hebben we gewerkt aan de visie, vanaf dit jaar gaan we de decentralisaties concreet uitwerken. Dat wordt een klus. We hebben alleen al 86 aanbieders van AWBZ-begeleiding en in 2013 staan de eerste klanten voor de deur. Maar het gaat ons lukken hoor!”
3
Het ondersteunen van lokale partners bij de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) loopt als een rode draad door onze activiteiten. MOVISIE helpt gemeenten en lokale organisaties.
Algemeen
Decen
tralisa ties: AWBZ , WWN V en Jeu gdzorg
Aanbod voor gemeenten
Bent u al WNS-proof? MOVISIE heeft ruime ervaring met trainings- en adviestrajecten rondom Welzijn Nieuwe Stijl (WNS). In 2012 verbreden wij het aanbod. De adviseurs van MOVISIE passen zelf ook de acht bakens van Welzijn Nieuwe Stijl toe. Dat wil zeggen, dat er goed wordt geluisterd naar de vraag en gericht wordt gewerkt aan het gewenste resultaat. Cocreatie MOVISIE begeleidt gemeenten en welzijnsorganisaties bij het werken aan een krachtige samenleving waarin burgers zelfredzaam zijn. Burgers krijgen een toenemende verantwoordelijkheid voor hun eigen welzijn en buurt, terwijl tegelijkertijd op gemeentelijk niveau flinke bezuinigingen spelen. MOVISIE ziet deze ontwikkelingen als een kans
vertrekken vanuit het burgerperspectief. Cocreatie, oftewel gemeenschappelijke samenwerking van gemeenten, burgers, maatschappelijke organisaties en hun professionals, is het sleutelwoord. Op aanvraag van de afdeling Welzijn heeft MOVISIE voor de gemeente Medemblik een teamdag georganiseerd.
Uitgangspunten Welzijn Nieuwe Stijl omgezet naar gemeentelijke werkwijze.
om te herinvesteren in een sterke lokale samenleving. Hierbij staat centraal: het juiste doen in de juiste context én
Op deze dag is een visie op welzijn voor de gemeente geformuleerd en is een verdere vertaling gemaakt naar
het beleid en de rol van de gemeente. Ook zijn de uitgangspunten van Welzijn Nieuwe Stijl omgezet naar de gemeentelijke werkwijze in Medemblik. Samen met de gemeenten Roermond en Oude IJsselstreek heeft MOVISIE een nieuwe beleidsopdracht voor de welzijnsorganisaties ontwikkeld, waarin de formulering van inhoudelijke kaders en gewenste maatschappelijke effecten centraal staat. De welzijnsinstelling heeft vervolgens bepaald welke door burgers gewenste welzijnsvoorzieningen worden aangeboden.
Adviestraject In het adviestraject van MOVISIE wordt gewerkt vanuit de beleidscyclus van gemeenten. De focus ligt op het versterken van de samenwerking tussen gemeenten, burgers en maatschappelijke organisaties tijdens de verschillende fasen van beleidsontwikkeling. Zo worden gemeenten in de fase van maatschappelijk agenderen geholpen om met verschillende spelers te komen tot een breed maatschappelijk gedragen agenda. MOVISIE biedt ook advies in de fase van afspraken maken over het optimaliseren van de rol van opdrachtgever en opdrachtnemer. In de uitvoeringsfase kunnen professionals
MOVISIE is mede-uitvoerder van het stimuleringsprogramma Welzijn Nieuwe Stijl en heeft een breed ondersteuningsaanbod voor gemeenten en welzijnsinstellingen. Een kleine greep uit ons aanbod: • Verkenningstocht Organiseren Nieuwe Stijl. Hoe krijgt u grip op horizontale ketensamenwerking en netwerksturing? • Hoe stel je een maatschappelijke agenda op? Werken met de 5 V’s van ‘waarderend organiseren’ met het veld. • Workshop Relatie opdrachtgever-opdrachtnemer. Hoe werken gemeente en welzijnsorganisatie samen? En hoe betrekt u de burger Welzijn Nieuwe Stijl. • Workshop Formeel - informeel in balans. Hoe krijg je als gemeente de formele en de informele werkers met elkaar aan tafel? • Workshop Zichtbaarheid van resultaten. Gemeenten willen weten wat het maatschappelijk effect is van een interventie, welzijnsinstellingen kijken meer naar de resultaten van de interventie. Hoe verbind je dat? • Ondersteuning en advies bij Zelfregieversterkend werken. Wat is zelfregie eigenlijk en op welke manier wordt er aan gewerkt? • Teamdag Welzijn Nieuwe Stijl. Met de afdelingen Welzijn en Wmo van gemeenten werken aan uw visie en implementatie van de nieuwe ontwikkelingen. • Inspiratiebijeenkomst Welzijnswerker Nieuwe Stijl. Inzicht en ideeën om met Welzijn Nieuwe Stijl aan de slag te gaan. • Workshop Netwerken leefbaarheid in wijken en gebieden. Samen met burgers, maatschappelijke organisaties, politie, welzijn, zorg en verschillende gemeente-afdelingen. Meer informatie: www.movisie.nl/welzijnnieuwestijl en Training & Advies 030 789 22 22 of training-advies@movisie.nl
worden getraind op de gewenste competenties en het participeren van burgers. Tot slot wordt in de evaluatie- en verantwoordingsfase geadviseerd over hoe de gemeente haar beleid meer horizontaal kan verantwoorden.
Meer informatie: Sophie Straatman (s.straatman@ movisie.nl of 030 789 20 77) en Saskia van Grinsven (s.vangrinsven@movisie.nl of 030 789 21 02), www.movisie.nl/ welzijnnieuwestijl.
�����������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������
Gemeenten bereiden zich voor op 2013 In 2013 vervalt de functie begeleiding in de AWBZ voor thuiswonenden. Daarmee krijgen gemeenten de verantwoordelijkheid over een groep cliënten met een complexe en vaak levenslange vraag. Hoe bereid je je als gemeente hierop voor vanuit een ‘gekantelde’ benadering? MOVISIE heeft een brochure uitgebracht met informatie en tips. Breng de situatie in kaart De eerste stap is dat u de gemeentelijke situatie in kaart brengt, bijvoorbeeld via een digitale enquête. Hoeveel mensen in uw gemeente maken gebruik van begeleiding? En welke aanbieders zijn er? U kunt op www.ciz.nl een overzicht opvragen van het aantal afgegeven indicaties. Het zorgkantoor kan u informeren over de aanbieders die in uw regio begeleiding bieden. Deze aanbieders kunt u vervolgens vragen om aantallen en kenmerken van de inwoners die zorg ontvangen.
Ga praten met cliënten Wat voor begeleiding krijgen cliënten momenteel in uw gemeente en lost dat hun probleem op? Hebben ze 4
behoefte aan andere ondersteuning? Ga praten met cliënten, individueel of groepsgewijs via aanbieders.
Overleg met aanbieders Eén gemeente heeft vaak met tientallen aanbieders van ondersteuning te maken. Wat bieden zij en voor welke
tralisa ties: AWBZ , WWN V en Jeu gdzorg
niet alleen aan de huidige aanbieders, maar ook aan welzijnsorganisaties en organisaties die actief zijn in de vrijwillige zorg.
Maak een plan Als de feitelijke situatie helder is, is het tijd voor een analyse en vervolgens een plan. Wat wilt u behouden en wat wilt u veranderen? Organiseer cocreatiesessies met cliënten en aanbieders en ontwikkel ideeën over vernieuwende arrangementen. Maak de verordening pas echt als u een beeld heeft van het aanbod dat u wilt voortzetten en van de haalbare innovatieve arrangementen. Leg de uitwerkingen vervolgens voor aan de aanbieders en vraag hun om op basis daarvan een offerte te maken.
Een gemeente hoeft echt niet per se aan te besteden.
cliënten? Wat maakt hun aanbod uniek? Met wie werken ze samen? Allemaal vragen die aan bod komen als u in gesprek gaat met de aanbieders in uw gemeente. Denk daarbij
Decen
Zet financiën op een rij Wat kiest u: zelf ondersteuning inkopen of de mogelijkheid bieden voor een persoonsgebonden budget? Als u zelf inkoopt, bedenk dan dat u
Met cocreatie kun je zorgen voor ondersteuning op maat.
als gemeente niet per se hoeft aan te besteden. U kunt ook subsidie verstrekken aan aanbieders of u kunt een groep aanbieders vragen om gezamenlijk een plan te maken. Nog een tip: reserveer wat geld voor speciale gevallen, bijvoorbeeld een cliënt die een specialistische vorm van ondersteuning krijgt van een aanbieder elders uit het land.
Train de gespreksvoerders Rust de gespreksvoerders toe op nieuwe vaardigheden. Gespreksvoerders
moeten een aanvrager op het gekantelde spoor zetten en tegelijk bewaken dat mantelzorgers niet worden overvraagd. Ook moet de gespreksvoerder alert zijn op vraagverlegenheid: cliënten durven en willen vaak niet te vragen wat ze nodig hebben.
Meer informatie: Anne-Marie van Bergen (a.vanbergen@movisie.nl of 030 789 20 67) en Anne Lucassen (a.lucassen@movisie.nl of 030 789 20 93).
Sommige burgers kunnen zich niet op eigen kracht in de samenleving redden. MOVISIE besteedt veel aandacht aan de hulpverlening en activering van deze kwetsbare groepen.
Kwetsbare groepen
Straks ben je geen cliënt meer Decen
tralisa ties: AWBZ , WWN V en Jeu gdzorg
Als de functie begeleiding in 2013 in de Wmo komt, kan dit gevolgen hebben voor 50.000 mensen met een verstandelijke beperking, 55.000 GGZ-cliënten en 30.000 mensen met een lichamelijke beperking. En ook: wat betekent de decentralisatie voor cliëntenraden? Linda Mook van het landelijk steunpunt medezeggenschap LSR geeft antwoord op drie veel gestelde vragen van cliëntenraden.
1. Wat gaat er voor cliënten veranderen? Linda Mook: “Cliënten die nu begeleiding krijgen, zullen heel concreet merken dat het niet meer vanzelfsprekend is dat ze dezelfde begeleiding houden. De gemeenten moeten bezuinigen en voor minder geld hetzelfde doen. Bovendien wordt er bij gemeenten heel anders gedacht dan in de zorg. Cliënten
je heen voor je kunnen betekenen, of er vrijwilligers zijn. Verder kunnen cliënten minder aanspraak doen op gespecialiseerde voorzieningen. Ook is het inkoopbeleid van gemeenten heel anders dan in de zorg.”
2. Wat verandert er voor cliëntenraden? Linda Mook: “Cliëntenraden krijgen er een nieuw terrein bij waar ze
Nodig een paar raadsleden uit en zet jezelf in de kijker. worden vooral als burger benaderd. De gemeente gaat met jou aan de keukentafel overleggen wat jij wilt en welke oplossingen er mogelijk zijn. Daarbij wordt gekeken naar je eigen mogelijkheden, naar wat mensen om
zich in moeten verdiepen en waar ze cliënten over zullen moeten informeren. Cliëntenraden verliezen soms ook een stuk zeggenschap. Het is namelijk niet gezegd dat bijvoorbeeld dagbesteding, begeleid zelfstandig
wonen en kortdurend verblijf onder dezelfde voorwaarden bij dezelfde organisatie blijven. Ik verwacht dat cliëntenraden meer zullen gaan samenwerken met andere partijen. Met andere zorgaanbieders bijvoorbeeld maar ook met Wmo-adviesraden, patiëntenorganisaties en MEE. Samen kun je voorlichting geven. En je kunt samen optrekken naar de gemeente en aangeven aan welke criteria goede begeleiding moet voldoen. Samen met het kennisprogramma Cliëntenparticipatie van MOVISIE oriënteren we ons op die gevolgen van de decentralisaties voor de medezeggenschap en hoe cliëntenraden daar op kunnen inspelen.”
3. Wat kunnen cliëntenraden nu al doen? Linda Mook: “Ik raad cliëntenraden aan om keuzes maken. De Wmo is één van de vele onderwerpen die
�����������������������������������������������������������������������������
“Artsen hebben geen visie op diversiteit.” De nieuwe publicatie ‘Aan het woord’ van MOVISIE
Anna van Deth Henk Beltman Anouk Poll
Aan het woord Portretten van ervar ingsd eskundige n
Ook cliëntenraden gaan de effecten van de decentralisatie merken: zij moeten actiever de gemeente opzoeken.
opgepakt moet worden. Ieder jaar komen er weer nieuwe onderwerpen bij. Ik kan me voorstellen dat sommige raden om die reden zeggen: we kijken alleen naar het effect voor onze zorginstelling. Of we richten ons alleen op die en die gemeenten. Als je kiest voor de Wmo, zet dan jezelf in de kijker. Nodig een paar raadsleden uit en laat zien hoe de begeleiding er in de praktijk uitziet en wat je als cliëntengroep nodig hebt. Gemeenten zullen uit zichzelf dat contact niet snel zoeken. Maar er worden straks wel door gemeenten besluiten genomen die een deel van de achterban echt raakt in hun dagelijkse leven. Stel een werkgroep samen van mensen die hier mee te maken krijgen. Die kan voor de cliëntenraad het voorwerk doen.”
Meer informatie: Karin Sok (k.sok@movisie.nl of 030 789 20 76).
Nieuwsbrief & werksessies MOVISIE heeft een nieuwsbrief uitgebracht met een overzicht van de decentralisaties en de gevolgen daarvan voor cliënten en de medezeggenschap. Verder organiseert MOVISIE hierover werksessies. Op 22 september 2011 was er zo’n sessie voor de RIBW-cliëntenraden, op 13 december 2011 voor de cliëntenraden van organisaties in de gehandicaptenzorg in samenwerking met het LSR en op 20 december 2011 voor de WSW/WWB-raden. De uitkomsten van deze sessies zijn binnenkort te vinden op www.movisie.nl/ clientenparticipatie.
portretteert ervaringsdeskundigen op allerlei ��������������������������������������������������
terreinen. Zij vertellen hoe ze hun ervaringskennis hebben omgezet in ervaringsdeskundigheid.
Eén van hen is Mehmet Uygun, drijvende kracht achter Stichting Allochtonen en Kanker, wiens zoon Ali zeven jaar lang tegen kanker streed. Tijdens het ziekteproces van zijn zoon deed Uygun twee ontdekkingen. Ten eerste dat specialisten, ziekenhuizen en patiëntenorganisaties nauwelijks investeren in diversiteit. Veel instanties zijn volgens hem voor allochtonen onbereikbaar en vice versa. Informatie in bijvoorbeeld het Turks of Marokkaans is vrijwel niet beschikbaar. In zijn eigen gemeenschap blijken mensen weinig te weten over hun eigen lichaam. Daardoor herkennen ze bepaalde symptomen niet of interpreteren deze verkeerd. Vrouwen onderzoeken bijvoorbeeld niet snel hun borsten op knobbeltjes. De stichting
heeft daarom een folder gemaakt over hoe een vrouw dit kan doen. Uygun: “Als ik op een congres een wetenschapper vraag naar een goed praktijkvoorbeeld over allochtonen, krijg ik nooit een onderbouwd antwoord. Artsen en ziekenhuizen hebben geen visie op diversiteit. Ze gebruiken de smoes dat allochtonen hen niet begrijpen. En patiëntenorganisaties zeggen dat ze allochtonen niet kunnen bereiken. Maar dat komt niet alleen door de taalkwestie.” Mehmet Uygun gebruikt zijn ervaringen om andere mensen te helpen die hetzelfde meemaken. Door op te komen voor de belangen van allochtone patiënten, via het geleiden naar de juiste instantie en
Decen
het informeren van professionals, zet hij zijn ervaringskennis om in ervaringsdeskundigheid. Hij is daarmee een voorbeeld van de vele personen die in deze publicatie hun eigen, soms heel vervelende, levenservaringen weten te overstijgen en erin slagen die om te zetten in initiatieven die bijdragen aan het verbeteren van de positie van andere mensen. ‘Aan het woord. Portretten van ervaringsdeskundigen’, Anna van Deth, Anouk Poll en Henk Beltman. ISBN 978-90-8869-076-1.
Meer informatie over Stichting Allochtonen en Kanker: www.stichtingak.nl.
Tip voor zorgaanbieders
tralisa ties: AWBZ , WWN V en Jeu gdzorg
U wilt zich goed voorbereiden op de veranderingen in de functie begeleiding? MOVISIE biedt workshops en presentaties voor zorgaanbieders in de GGZ en de verstandelijk gehandicaptenzorg. De veranderingen vragen een enorme omslag in de manier van werken, de inhoud, locatie en organisatie van het aanbod. Dit geldt zeker voor aanbieders met een uitgebreid aanbod op het gebied van dagbesteding en individuele (woon)begeleiding. Hoe gaat u daarmee om? En hoe gaat u zich positioneren tegenover collega-aanbieders op het gebied van zorg en welzijn? In 2011 heeft MOVISIE hierover een lezing gehouden tijdens een werkconferentie van Altrecht Talent voor beleidsmedewerkers van de regiogemeenten uit de provincie Utrecht. Bij Philadelphia vinden binnenkort twee sessies plaats: een met de regiodirecteuren en een met de accountmanagers.
Ook iets voor uw instelling? Neem contact op met: Anne-Marie van Bergen (a.vanbergen@movisie.nl of 030 789 20 67).
5
MOVISIE mobiliseert alle partijen om samen te werken aan het oplossen van lokale sociale problemen. Burgers, organisaties en gemeenten kunnen zelf het leefklimaat van hun eigen buurt, wijk, dorp of stad verbeteren.
Leefbaarheid
Je voelt je gezonder in een groene wijk In vier Tilburgse impulswijken zijn welzijn, zorg en groen gekoppeld. De GGD Hart voor Brabant werkt hierbij samen met het opbouwwerk, wooncorporaties, de thuiszorg en de scholen. De eerste drie wijkmoestuinen zijn hiervan een voorbeeld. “Dit is goed voor de leefbaarheid en goed voor de gezondheid.”
P
rojectleider Bianca de Vos van de GGD Hart voor Brabant is ervan overtuigd. “Een groene woonomgeving levert een bijdrage aan de gezondheid. Je gaat eerder naar buiten, je beweegt meer en er zit minder fijnstof in de lucht.” Uit de Brabantse Gezondheidsmonitor blijkt
Verder lezen In het winternummer van het tijdschrift MO/Samenlevingsopbouw staat een artikel over de samenwerking tussen GGD, opbouwwerk, bewoners en groene organisaties op wijkniveau, geschreven door MOVISIE en Zet-Brabant.
dat de gezondheid in de Tilburgse achterstandswijken minder goed is dan in andere wijken. “Mensen in een groene omgeving gaan minder vaak naar de huisarts. Er zijn minder kinderen met overgewicht en de kans op depressie is dertig procent kleiner.”
De wijk in Bianca de Vos leidt het project ‘Wijkgezondheidswerk Tilburg’ waarbij gezondheidswerkers in vier Tilburgse wijken activiteiten uitvoeren die passen bij de wijk, al dan niet samen met opbouwwerkers. “Afgelopen tien jaar hebben we in Tilburg veel ervaring opgedaan met wijkgericht werken. Daardoor kennen we de wijken in Tilburg en we weten dat in achterstandswijken relatief veel mensen wonen met een slechtere gezondheid en ongezondere leefstijl. Met dit project willen we de gezond-
heid van wijkbewoners stimuleren en de gezondheidsverschillen tussen de wijken kleiner maken.”
Samen Groot verschil met tien jaar terug is dat de GGD nu kiest voor een (community) bottom up benadering. “Dit project wordt gedragen door de bewoners”, knikt Bianca. “Alle activiteiten worden vanuit de beleving en behoeften van bewoners ontwikkeld. Als gezondheidsdienst heb je toch de neiging om met gezondheid onder je arm een wijk binnen te banjeren. Door deze werkwijze hebben we veel meer contact met bewoners. Het lukt ook beter om samen te werken met de organisaties die al in de wijk actief zijn, zoals het opbouwwerk, scholen, politie, huisartsen en sportorganisaties.”
Kindertuin In iedere wijk heeft de GGD een wijkgezondheidswerker ingezet die samen
Een groene woonomgeving levert een bijdrage aan de gezondheid.
Marokkaanse vrouwen. Er zijn inmiddels allerlei moestuinen, kindertuinen en wijktuinen te bewonderen die door de
"Dit project wordt gedragen door de inwoners."
met de bewoners activiteiten van de grond tilt. Zo is er een cursus spanningsklachten opgezet vanuit en voor
bewoners worden bijgehouden. Ook bijzonder: sommige bewoners hebben hun voortuin groen ingericht op kosten van
hun woningcorporatie. En verder zijn er opruimacties waarbij wijkbewoners met elkaar hun wijk opruimen. “Vooral kinderen zijn hiervoor te porren”, vertelt Bianca. “Zeker als we een prijsje geven per strekkende meter afval.”
Meer informatie: Chris Veldhuysen (c.veldhuysen@ movisie.nl of 030 789 22 28) , www.movisie.nl/ samenlevingsopbouw
�����������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������
Databank met 60 effectieve methoden
Wat werkt wel en wat niet?
Decen
tralisa ties: AWBZ , WWN V en Jeu gdzorg
MOVISIE biedt een databank met ruim zestig effectieve methoden. Zoekt u een geschikte methode die helpt bij de transities? Kijk dan in de databank, vergelijk de methoden en kies er één die bij uw lokale situatie en burgers past. Dit biedt de databank De databank bevat ruim zestig methoden die elders met succes zijn toegepast. Ze zijn gratis beschikbaar voor alle gemeenten en professionals in de sociale sector. Elke methode kent vier delen: een beschrijving, onderbouwing van de methode, praktijkervaringen en uitkomsten van eventueel wetenschappelijk effectonderzoek.
Als u met een methode aan de slag wilt dan kunt u met de ontwikkelaar contact opnemen voor een handboek of soms zelfs een training.
• De methode kent minimaal twee jaar praktijkervaring. • De methode wordt door minimaal twee organisaties gebruikt.
Heeft u ook een methode? U kunt uw methode aanmelden voor opname in de databank. Voorwaarden: • De methode beschikt over een handboek of handleiding.
Meer informatie: Peter Rensen (p.rensen@movisie.nl of 030 789 22 64).
Activerend huisbezoek ‘Activerend huisbezoek’ bij ouderen is een methode om de zelfredzaamheid van zelfstandig thuiswonende 55-plussers te verbeteren. Uit praktijkervaringen blijkt dat activerend huisbezoek voorziet in een behoefte: ouderen krijgen lucht als ze de zaken op een rijtje kunnen zetten. Wel wordt benadrukt dat activerend huisbezoek een vorm van gespecialiseerd vrijwilligerswerk is, waarbij met opleiding en begeleiding flink in de vrijwilligers geïnvesteerd moet worden. Effectonderzoek geeft goede aanwijzingen voor de effectiviteit van huisbezoeken in het algemeen. Door de opzet van de onderzoeken valt helaas nog niets te zeggen over de effecten van activerende huisbezoeken.
Zo vindt u wat u zoekt U kunt op drie manieren naar een methode zoeken: op alfabetische volgorde, op trefwoord en op thema. De tien thema’s zijn: buurtontwikkeling, culturele diversiteit, eenzaamheid, huiselijk geweld, maatschappelijke activering, maatschappelijke opvang, mantelzorgondersteuning, ouderenparticipatie, seksueel geweld en vrijwillige inzet.
Aan de slag De databank is te vinden op www. movisie.nl/effectievesocialeinterventies. 6
Ontmoetingscentra
Werk: een zorg minder!
Bij de methode ‘Ontmoetingscentra’ geeft een vast team begeleiders ondersteuning aan mantelzorgers en mensen met dementie. Dit gebeurt onder één dak, op een laagdrempelige plek in de wijk. In 1993 is het eerste ontmoetingscentrum in Amsterdam geopend, inmiddels zijn er 51. Een grote meerderheid van de cliënten is zeer tevreden: de centra leiden tot uitbreiding van het sociale netwerk en daarmee tot een vermindering van de druk op verzorgers. Uit de diverse effectonderzoeken blijkt een positief effect op de gedragsproblemen van de dementerenden en uitstel van opname.
‘Werk: een zorg minder!’ is een methode voor het activeren van langdurig werklozen met multiproblematiek. Centraal staat het bezig zijn met werk in en vanuit een activeringscentrum. De methode is het resultaat van twee jaar lang experimenteren in vier gemeenten. De praktijkervaringen zijn positief. De deelnemers geven aan dat ze door deze vorm van activering op eigen tempo positief zijn veranderd. Uit effectmeting blijkt dat na afloop van het traject de overgrote meerderheid geactiveerd is, terwijl in de controlegroep het overgrote deel van de cliënten nog steeds in een rusttraject zit.
Decen
tralisa ties: AWBZ , WWN V en Jeu gdzorg
Wonen, welzijn en zorg toekomstgericht Eind 2011 stopt ‘W+W+Z=Maak het samen!’ Het programma partijen versterken en gemeenten ondersteunen. Wat heeft het
meter ontdekten we hoe verschillend we denken over de doelen. Het hielp ons structuur te geven aan waar we met z’n allen naar toe willen. Dit is de basis geworden voor een stevig vervolg.”
opgebracht en hoe gaan we verder?
Scenario-denken
moest de regiefunctie en de samenwerking tussen lokale
M
eer dan tachtig gemeenten en een groot aantal organisaties hebben deelgenomen aan diverse trajecten van ‘W+W+Z=Maak het samen!’, in de vorm van praktijkwerkplaatsen en workshops. Het stimuleringsprogramma is uitgevoerd door drie kennisinstituten: Vilans, Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg en MOVISIE. Hierdoor was het mogelijk om een uitgebreid netwerk in te zetten én de kennis te bundelen, om te kunnen ingaan op een diversiteit aan vraagstukken. Dit heeft geleid tot verheldering en versterking van de eigen regievoering van de deelnemende gemeenten. Ook heeft het programma diverse publicaties opgeleverd als inspiratie voor andere gemeenten. Op de website wwzmaakhetsamen.nl
staan voorbeelden en methoden voor het vormgeven van de regiefunctie.
Lastig In veel gemeenten zijn overlegorganen waar de stakeholders op WWZ-terrein elkaar tegenkomen. Het beeld dat organisaties en gemeente van elkaar hebben, is wisselend. Het gesprek aangaan, het uitspreken van verwachtingen om te komen tot een effectievere organisatie, is niet eenvoudig. De binnen het programma ontwikkelde ‘Thermometer Wonen Welzijn Zorg’ biedt hierbij uitkomst. De thermometer is door verschillende partijen digitaal in te vullen. Hij geeft de stand van zaken weer rond de samenwerking en maakt de lastige gesprekspunten inzichtelijk en bespreekbaar. “Met de thermo-
Hoe behoudt u in financieel krappe tijden een duurzaam stelsel aan voorzieningen wanneer er een toenemende vraag is naar ondersteuning? Deze vraag stond centraal in de praktijkwerkplaats ‘Toekomstscenario’s regie en organisatie WWZ’, waar onder andere de gemeenten Nieuwegein en Zaanstad aan deelnamen. Inzicht in trends op lange en korte termijn vormt de basis voor het organiseren van een toekomstgerichte WWZ-organisatie. Een van de leerpunten is het belang van het benoemen van beïnvloedbare en niet beïnvloedbare ontwikkelingen. Voor een duurzaam stelsel is het essentieel u goed voor te bereiden op verschillende scenario’s waarbij uw visie leidend is. Scenario-denken is een handvat bij het maken van keuzes in economisch zware tijden. De ervaringen binnen deze praktijkwerkplaats hebben geleid tot de publicatie Scenariodenken in de WWZ-praktijk.
Congres 20 maart 2012 Een goede regievoering is bedoeld om de burger beter te bedienen met een efficiëntere inzet van middelen. Dit is ook de kern bij gebiedsgericht werken en dat krijgt vorm in woonservicegebieden. In een programma van de SEV (Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting) is daar met tien proeftuinen verder aan gewerkt. De uitkomsten worden gepresenteerd op het Landelijke Congres Woonservicegebieden op 20 maart 2012.
De thermometer WWZ is ontwikkeld door Bureau HHM en te vinden op www.wwzmaakhetsamen.nl
Meer informatie: Anita Peters (a.peters@ movisie.nl of 030 789 20 64) en Hilde van Xanten (h.vanxanten@movisie.nl of 030 789 21 67), www.wwzmaakhetsamen.nl
�����������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������
De sterren van Duizend en één Kracht Achttien vrouwen vertellen in ‘Duizend en één Sterren’ hoe zij een steentje bijdragen aan de samenleving. Het boekje is één van de opbrengsten van ‘Duizend en één Kracht’: een programma waarbij gemeenten, vrijwilligersorganisaties,
mensen leren kennen. Ook na mijn stage spreek ik met ze af. Ze komen bij me op bezoek en soms koken we met elkaar.”
Gratis boekje De verhalen van de sterren uit vier jaar Duizend en één Kracht zijn te lezen in het boekje ‘Duizend en één Sterren. 18 succesverhalen uit Duizend en één Kracht’. Het eerste exemplaar is tijdens de Grote Finale op 9 december uitgereikt aan H.K.H. Prinses Maxima.
Meer informatie: Annemarie van Hinsberg (a.vanhinsberg@movisie.nl of 030 789 21 14), www.duizendeneenkracht.nl.
Bent u ook een partner in community arts of wilt u dat worden? ‘Partners in Community Arts’ is een unieke leergang voor zowel sociale als culturele professionals die zich bezighouden met de ontwikkeling en uitvoering van community arts-projecten.
Fartuun Mahamuud loopt stage bij Divers in Den Bosch.
Op 2 maart 2012 start de leergang ‘Artistieke verbeeldingskracht als antwoord op maatschappelijke vraagstukken’. Deze leergang, al drie keer met succes georganiseerd, bestaat uit zes bijeenkomsten en projectopdrachten. Het geeft u inzicht in uw rol bij het opzetten en uitvoeren van community arts-projecten. Cocreatie staat hierbij centraal. Cursisten kunnen rekenen op inspirerende gastdocenten, krijgen feedback op hun projectplan en intervisie. De leergangen zijn door eerdere deelnemers als “zeer inspirerend” ervaren.
vrijwilligerscentrales, vrouwenorganisaties en migrantenorganisaties intensief samen hebben gewerkt aan de maatschappelijke participatie van allochtone vrouwen. “Ik kan mijn droom nu realiseren.” Op haar zestiende kwam Cigdem Aygun vanuit Turkije naar Nederland. Cigdem was dolblij dat zij in contact kwam met Proteion Thuiszorg in Venlo. “Ik wilde altijd al in de zorg werken, maar omdat ik niet gestudeerd heb, was de kans klein dat dat zou lukken. Wonder boven wonder kwam ik via een kennis terecht bij Proteion en hun project ‘Allochtone vrouwen in de zorg’. Hier mocht ik een snuffelstage lopen. Vanaf dat moment is er een wereld voor me open gegaan. Naast het feit dat ik veel ervaringen rijker ben, heb ik me ook gerealiseerd dat je nooit te oud bent om te leren. En dankzij dit project kan ik in de toekomst mijn droom realiseren: werken in de zorg.”
Cigdem Aygun liep stage bij Proteion Thuiszorg.
De eerste leergang start op 2 maart 2012 in Arnhem. Deze wordt verzorgd door KCG, Edu-art, INHOLLAND Academy, Community Arts Lab XL en MOVISIE. Saskia van Grinsven van MOVISIE en Sikko Cleveringa van CAL-XL zijn de docenten. Cursisten krijgen na afronding een certificaat van de INHOLLAND Academy. Aanmelden kan tot 10 februari 2012 via www.kcg.nl > theater.
“Ik voel me een stuk beter.” Ruim drie jaar geleden kwam Fartuun Mahamuud als asielzoeker uit Somalië. Sinds kort loopt ze stage bij ‘Meer! met elkaar’, onderdeel van welzijnsonderneming Divers in Den Bosch. Het project helpt geïsoleerde vrouwen op weg in de Nederlandse maatschappij, onder andere door hun passend vrijwilligerswerk te bieden. De stage betekent veel voor Fartuun: “Nu ik dit werk doe, voel ik me een stuk beter. De hele dag thuiszitten vind ik saai. Ik heb nieuwe
Unieke Leergang in 2012
Prinses Maxima tijdens de Grote Finale van Duizend en één Kracht op 9 december
Meer informatie: Elsbeth Rozenboom, senior kunsteducatie (elsbethrozenboom@ kcg.nl of 026 351 90 29) en Saskia van Grinsven (s.vangrinsven@movisie.nl of 030 789 21 02). 7
MOVISIE adviseert en ondersteunt maatschappelijke organisaties en overheden bij vragen op het gebied van organisatieversterking en organisatieverandering. Uitgangspunt is het vinden van evenwicht tussen organisatiedoelen, resultaten en de motivatie van mensen.
Mens en organisatie
Wethouder Rotterdam zoekt nieuwe verbindingen
Decen
tralisa ties: AWBZ , WWN V en Jeu gdzorg
Rotterdam is bezig om zorg en welzijn gebiedsgericht te organiseren. Volgens wethouder Marco Florijn is dit voor Rotterdam een hele nieuwe aanpak waarbij het versterken van de zelfredzaamheid van mensen centraal staat.
R
otterdam is in één deelgemeente gestart met het gebiedsgericht organiseren, als proeftuin. Wethouder Florijn: “Waarom deze kanteling? In het leven van mensen gaat het er niet om uit welk financiële potje iets komt, maar hoe je een steuntje in de rug krijgt zodat je mee kunt blijven doen in de maatschappij. Per gebied kijken we wat voor ondersteuningsstructuur er in dat gebied nodig is. De diversiteit in Rotterdam is namelijk groot, in Kralingen is het anders dan in Feijenoord. We zijn op zoek naar een systeem dat meer vertrouwen legt bij de zorgprofessional en dat zorginstellingen aanspreekt op het leveren van resultaten. In deze omslag proberen we aan te sluiten op wijk- en buurtniveau.”
Begeleiding Parallel aan deze ontwikkeling heeft Rotterdam net als elke andere gemeente te maken met de decentralisatie van de extramurale begeleiding. Florijn: “Het gaat in Rotterdam om 8.000 kwetsbare mensen. Dat is een grote groep die uiteenvalt in een aantal subgroepen. Van mensen met een beperking tot dak- en thuislozen, maar bijvoorbeeld ook kwetsbare jongeren. Je ziet in een grote stad als Rotterdam dat er meer kwetsbaren zijn en dat de problematiek ook
zwaarder is. We hebben in Rotterdam dus een grote opgave die ook nog eens met minder geld gedaan moet worden. Dit moeten we dus zorgvuldig aanpakken.”
Afspraken Zo’n vijfendertig organisaties bieden begeleiding, telt de wethouder. Er is een budget mee gemoeid van tussen de 75 en 100 miljoen euro. “We zijn nu bezig met het opstellen van een uitgangsnotitie. In maart 2012 gaan we die bespreken met alle betrokkenen: instellingen, patiëntengroepen en natuurlijk de mensen zelf. We willen afspraken maken over waar we gebiedsgerichte verbindingen kunnen leggen en wat we stedelijk gaan doen, bijvoorbeeld heel specialistische begeleiding aan zintuiglijk gehandicapten of zwaar gehandicapte kinderen.”
Focus De kanteling vraagt ook van zijn mensen bij de gemeente om een andere werkwijze. “Ik wil dat ze de praktijk opzoeken, dat ze weten wat er per deelgemeente gebeurt en waar de pareltjes zitten, dat ze weten hoe de organisaties hierin staan. Zijn we flexibel of zitten ze in de weerstand?” Een van zijn grootste uitdagingen is hoe hij in Rotterdam de verbinding kan leggen tussen de portefeuilles
Gebiedsgericht werken is een nieuwe aanpak voor de gemeente Rotterdam, waarbij de zelfredzaamheid van mensen centraal staat.
werk & inkomen en zorg. “Met de bezuinigingen op het participatiebudget en de invoering van de Wet werken naar vermogen moet Rotterdam zich opnieuw oriënteren op hoe we omgaan met mensen die een zeer grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Dat heeft een grote link met de huidige dagbesteding in de AWBZ. “Daarom leg ik de focus in het re-integratiebeleid niet alleen op betaald werk, maar ook op preventie en participatie. En daarom geloof ik ook in een gezamenlijke aanpak met de zorgverzekeraars. In de toekomst zijn
gemeenten en zorgverzekeraars verantwoordelijk voor de zorginkoop.” Vanuit het programma WWZ Maak het samen volgt MOVISIE het proces in Rotterdam. We doen dit vanuit het vraagstuk samenwerking en regievoering bij decentralisering.
Meer informatie: Anita Peters (a.peters@ movisie.nl of 030 789 20 64) en Marjoke Verschelling (m.verschelling@movisie.nl of 030 789 22 42).
�����������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������
Een goede visie voorkomt reparaties De decentralisatie betekent voor gemeenten dat zij aan de slag moeten met relatief onbekende doelgroepen en aanbieders. Maar er is meer: hoe verhoudt de decentralisatie zich tot de kanteling? MOVISIE-adviseur Christine Kuiper belicht de veranderingen vanuit organisatorisch perspectief. De decentralisatie is lastig voor gemeenten “Er is inderdaad nog veel onzeker: het precieze budget, de kosten van de uitvoering en het aantal mensen over wie het gaat. Bovendien vraagt de decentralisatie tijd, nieuwe competenties en kennis van beleidsadviseurs en uitvoerende medewerkers. Hierdoor kunnen kleinere gemeenten zich genoodzaakt zien om gezamenlijk diensten in te kopen. Dit beperkt de beleidsvrijheid van deze gemeenten.”
Minder beleidsvrijheid “Je moet je afvragen wat dit voor effect heeft op de gewenste kanteling naar de participatiesa8
menleving. De gemeente kan door gezamenlijke inkoop lokaal minder maatwerk leveren. Burgers hebben daarmee via de gemeentepolitiek minder invloed op het beleid. Dit is van invloed op de betrokkenheid van burgers bij het gemeentelijk beleid. Het is belangrijk dat gemeenten de vooren nadelen van gezamenlijke inkoop helder aan burgers communiceren.”
Tips voor gemeenten “De kunst is om de betrokkenheid van organisaties en burgers niet uit het oog te verliezen. Juist zij zijn essentieel om de kanteling vorm te geven. Betrek hen vanaf dag één en
Decen
De methode van de vijf V’s
tralisa ties: AWBZ , WWN V en Jeu gdzorg
Waarderend organiseren werkt volgens de methode van de 5 V’s: 1. Verwoorden: In deze fase werkt u als gemeente samen met maatschappelijke organisaties en cliënten/burgers (hierna ‘partners’ genoemd) de vraagstukken, dilemma’s en ideeën uit en vertaalt u deze in heldere onderwerpen en vraagstukken. 2. Verdiepen: Samen met de partners brengt u in kaart waar u in uw gemeente al succesvolle voorbeelden van decentralisatie ziet. U benoemt de succesfactoren en positieve ervaringen. Door het uitwisselen en zichtbaar maken van positieve voorbeelden ontstaat vertrouwen in het veranderproces en creëert u betrokkenheid. 3, Verbeelden: Samen met de partners ‘droomt’ u over wat zou kunnen zijn, waardoor een visie op de toekomst ontstaat. 4. Vormgeven: Hoe kunt u de visie realiseren? Deze stap levert een overzicht van elementen die nodig zijn om te verwezenlijken wat er bedacht is. 5. Verwezenlijken: Wie doet wat? Deze fase leidt tot een concreet plan van aanpak, waarbij acties worden toegekend aan degenen die het meest kundig en gepassioneerd zijn om ermee aan de slag te gaan.
formuleer samen met hen een visie. ‘Waarderend organiseren’, ook wel appreciative inquiry, is een goede methodiek daarvoor. Hierbij staat niet het probleem centraal, maar ga je uit van de kracht van de betrokkenen en de ambities voor de toekomst. De weg van waarderend organiseren
vraagt misschien meer tijd in de beginfase, maar voorkomt reparaties achteraf.”
Meer informatie: Christine Kuiper (c.kuiper@movisie.nl of 030 789 21 03).
Het werk van de sociale professional verandert permanent, omdat maatschappij en beleid voortdurend in beweging zijn. MOVISIE vertaalt deze veranderingen naar de werkvloer in zorg en welzijn.
Beroepsontwikkeling
Vergeet de welzijnsmanager niet De decentralisatie lijkt vooral een uitdaging voor gemeenten, maar hoe zit dat met managers van welzijnsorganisaties? Volgens Judith van de Haterd en Sonja Liefhebber, adviseurs bij MOVISIE, is hun rol onderbelicht. Terwijl zij cruciaal zijn bij het slagen van het transitieproces.
Waarom aandacht voor welzijnsmanagers? Sonja Liefhebber: “De sector zorg en welzijn is sterk in beweging. Door de ontwikkelingen verandert niet alleen de relatie tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers. Ook de relatie tussen organisaties, mogelijke samenwerkingspartners en concurrenten én de relatie tussen de welzijnsprofessionals en
de burger verandert. Stilstand is achteruitgang. We leven in een tijd waarin een organisatie voortdurend wordt uitgedaagd tot verbetering en verandering. Ook na de introductie van Welzijn Nieuwe Stijl en de decentralisatie van begeleiding zullen nieuwe veranderingen zich aandienen. De manager moet ervoor zorgen dat de organisatie en de medewerkers permanent in beweging blijven.”
Nieuw profiel in de maak Sonja Liefhebber en Judith van de Haterd werken aan het nieuwe profiel van de professionele manager in welzijn en maatschappelijke dienstverlening waarin de volledige breedte van het vak wordt belicht. Voor meer informatie www.movisie.nl/beroepsontwikkeling.
Waar ligt de sleutel? Judith van de Haterd: “Veranderingen blijken vaak moeizaam van de grond te komen en leiden lang niet altijd tot het
gaat mensen motiveren om te veranderen.” Liefhebber: “Hierin ligt een klassieke denkfout. Mensen zijn namelijk niet te veranderen, dat kunnen ze alleen zelf. Mensen zijn uit zichzelf betrokken en gemotiveerd, kunnen zelf analyses maken en zoeken naar passende oplossingen. Maar er moet wel ruimte zijn om het verleden te duiden, het oude los te laten en in gesprek te gaan met elkaar over de vernieuwing. De kunst is vertrouwen te hebben in de kennis en
Eén bijeenkomst waar een manager een nieuwe visie presenteert is niet genoeg.
beoogde resultaat. Het zijn de professionals die het moeten doen en het is de kunst van de manager om ze zo te ondersteunen dat zij de verandering zelf in gang zetten. Te vaak nog wordt gedacht dat het genoeg is om één bijeenkomst te organiseren waar het management een nieuwe visie presenteert. Of dat de manager vooral aan de slag gaat: hij gaat zijn visie uitdragen, maakt een mooi implementatieplan en
inzichten van de medewerkers, dit naar boven te halen. Experimenteer hiermee en leer ervan."
Wat vraagt dit van de manager? Judith van de Haterd: “Er is een ander type leiderschap nodig, gericht op het managen van relaties, ondernemerschap en kennis van veranderkunde. De manager moet een intern onderne-
Decen
tralisa ties: AWBZ , WWN V en Jeu gdzorg
mersklimaat creëren en zelf persoonlijk ondernemerschap bezitten. De focus van organisaties mag hierbij niet alleen gericht zijn op kortetermijnresultaten. Om in veranderende tijden bij te blijven, moeten managers de kennis, ervaringen, innovaties en ideeën vanuit het uitvoerend werk mobiliseren en vertalen naar de strategie en producten.”
En hoe doe je dat? Sonja Liefhebber: “Kennis van de wijk of stad, de doelgroep en ervaringen uit andere gemeenten en sectoren over (beleids)ontwikkelingen moet hij samen met de medewerkers en burgers kunnen verbinden met het uitvoerend werk. Nieuwe ideeën verder verrijken en verder ontwikkelen. Hierbij past een dienende managementstijl. Ruimte geven, waarderen en vertrouwen bieden.”
Meer informatie: Sonja Liefhebber (s.liefhebber@movisie.nl of 030 789 21 26) en Judith van de Haterd (j.vandehaterd@ movisie.nl of 030 789 2122).
��������������������������������������������������������������������������������������������������������
Nieuw: Body of Knowledge
Werken aan vitaliteit is helemaal niet moeilijk Vitale mensen hebben meer plezier in hun werk, presteren beter en zijn minder vaak ziek. Het afgelopen jaar heeft MOVISIE dan ook hard gewerkt om meer vitaliteit in zorg en welzijn te brengen. Er zijn trainingen en publicaties voor medewerkers, HRM-functionarissen en managers.
Bij vitaliteit draait het om levenskracht, het bruisen van energie en je fit voelen. Vitaliteit is een basisbehoefte. Elk mens wil zich prettig en energiek voelen. Maryse den Hollander, een van de
vitaliteitstrainers van MOVISIE: “Het is eigenlijk gek dat mensen hier weinig aandacht aan besteden. Vooral nu met bezuinigingen staan mensen erg onder druk en is het behoud van vitaliteit een noodzaak. Door te investeren in vitaliteit, kun je als organisatie beter inspelen op het verloop en de vergrijzing van personeel. Het zorgt namelijk niet alleen voor blije, betrokken en productieve medewerkers, maar ook voor lager verzuim en een beter imago.”
HRM Aandacht voor vitaliteit is niet alleen in het belang van medewerkers. Maryse den Hollander ziet ook een rol weggelegd voor managers en HRMfunctionarissen. “Een manager kan een vitaliserende werking hebben op medewerkers. Bijvoorbeeld door oog te hebben voor kwaliteiten van mede-
werkers en te stimuleren dat zij zich ontwikkelen. Een HRM-functionaris kan met een vitaliteitsbril kijken naar verzuimcijfers, medewerkerstevredenheid of opleidingsresultaten. Waar valt verbetering te halen door vanuit de organisatie actief aandacht te besteden aan vitaliteit? Of organiseer een workshop voor medewerkers waarin zij zich bewust worden van vitaliteit. Werken aan vitaliteit hoeft niet moeilijk te zijn. Het kan ook met kleine stappen.”
Aanbod MOVISIE heeft diverse materialen en trainingen ontwikkeld om
HRM-functionarissen, managers en medewerkers te helpen stappen te zetten. Voor medewerkers is er de training en het werkboek ‘Tijd voor Vitaliteit’. Hierin gaan beroepskrachten aan de slag met hun eigen vitaliteit. Wat zijn energiegevers en -vreters en hoe kom je meer in balans? Managers krijgen handvatten voor de begeleiding van medewerkers. Voor hen is er daarnaast een kaartenset met zeven werkende principes van vitaal leidinggeven. In de training voor HRM-functionarissen ligt de nadruk meer op wat vitaliteit oplevert en welke instrumenten een organisatie kan inzetten. Daarnaast kunnen zij aan de slag met een vitaal instrumentenboek.
Kijk voor meer informatie over de materialen en trainingen op www.movisie.nl/vitaliteit.
MOVISIE is gestart met het project Body of Knowledge. Dit is gericht op het versterken en herijken van het kennisfundament voor het sociaal werk op basis van de urgente vragen die op dit moment in de samenleving klinken. Het project Body of Knowledge kent drie delen: sociaal wetenschappelijke grondslagen, moreel-ethische en normatieve fundamenten en methodieken en methoden voor sociaal werk. Samen met hogescholen, de lectoraten van het hoger sociaal-agogisch onderwijs en het werkveld is een groslijst gemaakt van onderwerpen die een plek moeten krijgen in de Body of Knowledge. Hiervoor zijn gesprekken gevoerd met sleutelpersonen in de sociale sector. In een expertmeeting is een eerste schifting in de groslijst aangebracht. Eind 2012 is de Body of Knowledge via een website beschikbaar. De centrale redactie van het Body of Knowledge ligt bij Hans van Ewijk, Margot Scholte en Ard Sprinkhuizen. Coördinerend projectleider is Gery Lammersen.
Meer informatie: Gery Lammersen (g.lammersen@movisie.nl of 030 789 2125) of kijk op: www.sociaalwerkindewijk.nl 9
Huiselijk geweld is het meest voorkomende geweldsdelict in Nederland. MOVISIE ondersteunt overheid en uitvoerders bij signalering, preventie en het effectief aanpakken van huiselijk en seksueel geweld.
Huiselijk en seksueel geweld
Aanpak kindermishandeling schiet tekort Jaarlijks zijn meer dan 118.000 kinderen slachtoffer van kindermishandeling. In slechts 817 gevallen wordt aangifte gedaan. Opvallend: professionals doen nauwelijks aangifte van kindermishandeling. Hoe de aanpak van kindermishandeling kan verbeteren, staat in een advies dat op 23 november 2011 is aangeboden aan de Kinderombudsman. MOVISIE is één van de opstellers.
Jongste cijfers
Hoe het beter kan?
Er zijn grote verschillen tussen gemeenten en regio’s bij het registreren van cijfers en bij het bieden van hulp aan mishandelde kinderen en hun gezinnen. Dat blijkt uit het onlangs verschenen rapport ‘Kinderen in tel’ van het Verwey-Jonker Instituut. De onderzoekers constateren dat deze verschillen niet alleen te verklaren zijn uit verschillend registratiebeleid. Kindermishandeling komt in bepaalde regio’s daadwerkelijk meer voor. De meest voorkomende vormen zijn: verwaarlozing en het getuige zijn van huiselijk geweld.
De Kinderombudsman heeft MOVISIE en vijf andere partijen gevraagd om advies hoe de aanpak van kindermishandeling in Nederland kan worden verbeterd. Op 23 november 2011 is het rapport ‘Vóór veilig en verder’ aangeboden. Hierin stellen de experts voor om de aanpak van kindermishandeling op drie onderdelen te versterken:
Verder blijkt dat er in Nederland nog weinig specifieke hulp is voor getraumatiseerde slachtoffers van kindermishandeling. Er is beslist geen sprake van landelijke dekking als het gaat om effectieve aanpak van mishandelde kinderen. Wat voor behandeling een kind krijgt, wisselt van stad tot stad. In de toekomst worden die verschillen vermoedelijk alleen maar groter omdat gemeenten volledig verantwoordelijk worden voor de jeugdzorg, voorspellen de onderzoekers. Nu ligt die taak nog deels bij provincies.
Impuls 1: activering van de samenleving Burgers moeten worden gestimuleerd om samen de verantwoordelijkheid te dragen voor een veilig opvoed- en opgroeiklimaat voor kinderen. Niet
alleen de professional heeft dus een taak, maar feitelijk iedereen. Burgers kunnen signaleren, hulp aanbieden en indien nodig een melding doen bij professionals. Impuls 2: gerichte en getrapte preventie Conform de principes van positief opvoeden moeten alle gemeenten in Nederland een gerichte en getrapte preventiestrategie invoeren om kindermishandeling te voorkomen. Niet meer bieden dan nodig, maar ook niet minder. Kindermishandeling kent vele vormen en gradaties. Met getrapte preventie bied je maatwerk aan gezinnen, ook als het gaat om kindermishandeling.
De Kinderombudsman met de vertegenwoordigers van o.a het Nederlands Jeugdinstituut, de Bernard van Leer Foundation, MOVISIE, Augeo Foundation, het Landelijk Programma Huiselijk Geweld en de Politietaak en het Kinderrechtencollectief bij de aanbieding van de Brandbrief aan de Tweede Kamer.
Impuls 3: een integraal en multidisciplinaire aanpak Voor gezinnen met complexe, ernstige vormen van kindermishandeling is een integrale en multidisciplinaire
aanpak nodig. Op dit moment zijn er twee proeftuinen in Haarlem en in Leeuwarden die experimenteren met deze aanpak. De Kinderombudsman heeft inmiddels een brandbrief aan de Tweede Kamer geschreven waarin hij de drie impulsen onderschrijft.
Lou Repetur: “Waarom doet niemand iets?” “Ik vind het ongelofelijk dat de morele paniek over kindermishandeling in Nederland zo minimaal is. We hebben een rijksbrede aanpak loverboys en een nationaal rapporteur mensenhandel. Waarom hebben we dat niet voor kindermishandeling? Bij kindermishandeling gaat het altijd om iemand die je kent en dat is in onze samenleving blijkbaar veel moeilijker om mee om te gaan dan een loverboy, een soort vijand buitenshuis. Ik heb volwassenen gesproken die als kind zijn mishandeld en zij zeggen allemaal hetzelfde: waarom deed niemand iets? Voor mij is dat de belangrijkste boodschap van het advies: iedereen kan en moet iets doen! Daarnaast vind ik dat kindermishandeling en huiselijk geweld in een rijksbrede aanpak meer aan elkaar gekoppeld moeten worden als twee delen van een medaille.”
Het adviesrapport ‘Vóór veilig en verder’ is te downloaden via www.movisie.nl.
Meer informatie: Lou Repetur (l.repetur@movisie.nl of 030 789 21 17).
�����������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������
Toolkit voor organisaties voor mensen met een verstandelijke beperking Als organisatie of instelling voor mensen met een verstandelijke beperking is niets zo fijn als kunnen zeggen dat je je zaakjes goed op orde hebt. Daar hoort ook bij dat de fysieke, sociale en emotionele veiligheid gegarandeerd is, zowel voor professionals en vrijwilligers als voor cliënten en bezoekers. Vanaf februari 2012 zijn er een toolkit en train-de-trainer beschikbaar waarmee u kunt werken aan de sociale veiligheid. De toolkit en de train-de-trainer zijn de opbrengsten van het project ‘Werken aan sociale veiligheid’. Vier organisaties hebben een jaar lang gewerkt aan het verbeteren van de sociale veiligheid in hun organisaties, begeleid door MOVISIE en Vilans. De vier organisaties, Daelzicht, Humanitas, Odion en Reinaerde, hebben ook meegewerkt 10
aan de instrumenten die nu in de toolkit te vinden zijn. Belangrijkste reden om aan de slag te gaan met dit materiaal is dat mensen met een verstandelijke beperking extra kwetsbaar zijn voor grensoverschrijdend gedrag, doordat ze afhankelijk zijn van een organisatie
of instelling. Organisaties hebben daarmee een grote verantwoordelijkheid voor de veiligheid van hun cliënten en van hun medewerkers, professionals en vrijwilligers. Een tweede reden is dat werken aan sociale veiligheid naadloos aansluit bij de ontwikkeling en implementatie van het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg.
Vooral de domeinen cliëntveiligheid, lichamelijk en psychisch welbevinden, interpersoonlijke relaties, deelname aan de samenleving bieden de organisaties mogelijkheden voor implementatie van de bevindingen uit het project ‘Werken aan sociale veiligheid’. Tijdens de slotconferentie op 13 oktober 2011 bleek dat de vier deelnemende organisaties aan de slag gaan met het werken aan bewustwording, zowel op organisatieniveau als op de werkvloer. Zij gaven alle vier aan dat bewustwording op deze niveaus heel belangrijk is. En ook aandacht voor wat als grensoverschrijdend gedrag ervaren wordt vanuit het perspectief van de cliënt. Daarnaast
hebben de vier organisaties behoefte om verder te gaan met de instrumenten uit de toolkit.
Toolkit en train-de-trainer Februari 2012 is de toolkit beschikbaar. Hierin zitten instrumenten voor managers, kwaliteitsfunctionarissen en beleidsmedewerkers (deel 1), en voor teamleiders en professionals (deel 2). De train-de-trainer is gericht op gedragswetenschappers, opleiders en senior begeleiders in de zorg.
Voor meer informatie: Kristin Janssens ( k.janssens@movisie.nl of 030 789 22 29).
Utrecht en Eindhoven verbeteren aanpak seksueel geweld MOVISIE heeft een quickscan uitgevoerd naar de aanpak van seksueel geweld in Utrecht en Eindhoven. De uitkomsten hebben beide gemeenten tot actie gebracht. De gemeenten gaan zorgen dat het hulpaanbod van de instellingen beter te vinden is. Verder zullen ze het thema seksueel geweld expliciet opnemen in bestaande overleggen. Ook deskundigheidsbevordering staat in het verbeterplan van beide gemeenten.
D
e quickscan is onderdeel van een omvattender actieplan om de regionale aanpak van seksueel geweld te verbeteren. Te beginnen met Utrecht en Eindhoven is het doel om in alle 35 centrumgemeenten een soortgelijk onderzoek uit te voeren en de gemeentelijke ketenpartners een steuntje in de rug te geven bij het formuleren en uitvoeren van verbeteracties.
Kennis ebt weg De laatste jaren is veel kennis en ervaring in het signaleren, bespreekbaar maken en behandelen van slachtoffers van seksueel geweld weggesijpeld. Ook is het hulpverleningsaanbod verschraald en is met name lotgenotenhulp moeilijk te krijgen. Eén van de redenen hiervoor is dat preventie en hulpverlening na seksueel geweld vanaf 2000 langzaam uit de aandacht is verdwenen, nadat het in de jaren tachtig juist hoog op de agenda van instellingen en
overheden stond. Vanaf dat moment is ook steeds minder geïnvesteerd in deskundigheid, uitwisseling, samenwerking en zorgvernieuwing rond seksueel geweld.
Hofnarretje Het is niet denkbeeldig dat de slinger weer de andere kant opgaat. De onderzoeken van de commissies Deetman en Samson naar seksueel geweld in respectievelijk kerkelijke internaten en jeugdinstellingen alsmede grote misbruikzaken als ‘Het Hofnarretje’ drukken overheden en hulpverleningsinstellingen met de neus op de feiten. Seksueel geweld heeft grote impact op de slachtoffers, hun omgeving en de samenleving als geheel!
Quickscan De quickscan in Utrecht en Eindhoven is uitgevoerd in opdracht van het Partnership
���������������������������������������������������������������
Verbetertraject commissie Deetman De Onderzoekscommissie Deetman deed van medio 2010 tot december 2011 onafhankelijk onderzoek naar seksueel misbruik van minderjarigen in de Rooms-Katholieke Kerk van 1945 tot 2010. MOVISIE heeft bijgedragen aan het eindrapport door het schrijven van twee essays. Een over de geschiedenis van de hulpverlening aan slachtoffers van seksueel misbruik en een over de geschiedenis van de hulpverlening aan plegers van seksueel misbruik. Daarnaast begeleidt MOVISIE begeleidt een project rond vroegsignalering en preventie van seksueel misbruik in kerkelijke kring; door kerkelijk medewerkers én in de gezinnen van de kerkgemeenschap zelf. Op de website van de Onderzoekscommissie vindt u de samenvatting van het eindrapport en alle achterliggende documenten. http://www.onderzoekrk.nl/ Meer informatie: Ina van Beek (i.vanbeek@movisie.nl of 030 789 2082)
���������������������������������������������������������������
Beperking maakt kwetsbaar voor seksueel misbruik Mensen met een verstandelijke beperking zijn vaker slachtoffer van seksueel geweld dan mensen zonder beperking. Ook is het seksueel geweld ernstiger, en zijn de plegers meestal bekenden van het slachtoffer. Dit zijn een paar resultaten van het onderzoek Beperkt weerbaar van Rutgers WPF en MOVISIE dat afgelopen november is verschenen. Rutgers WPF en MOVISIE pleiten voor een actief en adequaat beleid binnen instellingen, en de daadwerkelijke implementatie daarvan. “De sector is al actief met beleid, maar er is nog winst te
behalen in het vergroten van de signaalgevoeligheid bij alle betrokkenen, zeker de professionals,” zegt Nico van Oosten, senior onderzoeker van MOVISIE. In het rapport worden aanbevelingen gedaan voor instellingen, zorgprofessionals en de overheid. Het onderzoeksrapport is te downloaden via www.movisie.nl/seksueelgeweld.
Meer informatie: Nico van Oosten (n.vanoosten@movisie.nl of 030 789 20 9)
Aanpak Seksueel Geweld. Doel van dit samenwerkingsverband is om gezamenlijk de preventie en aanpak van seksueel geweld een impuls te geven. Het samenwerkingsverband is opgericht door Rutgers WPF, Fiom en MOVISIE en bestaat nu uit zo’n twaalf organisaties waaronder GGD Nederland, MOgroep, Federatie Opvang, de politie en verschillende kenniscentra. MOVISIE vervult de secretariaatsrol. Begin 2012 is de projectsubsidie van VWS voor het Partnership
op en zal elders geld verworven moeten worden voor activiteiten zoals de quickscan.
Meer weten over de quickscan, de verbeterplannen van Utrecht en Eindhoven of over het Partnership Aanpak Seksueel Geweld? Kijk op www.seksueelgeweld.info of neem contact op met Nicole Doornink (n.doornink@movisie.nl of 030 789 20 85).
���������������������������������������������������������������
WE CAN Young
Jongeren pakken geweld tegen vrouwen aan Op 20 december 2011 heeft minister Bijsterveld van Onderwijs het startschot gegeven voor WE CAN Young. In dit project gaan jongeren tussen de 14 en 18 jaar in vijftien gemeenten zelf aan de slag om geweld tegen meiden en ongelijkheid tussen jongens en meisjes aan te pakken. Het project is een initiatief van Importante en MOVISIE en vormt onderdeel van de campagne ‘WE CAN end all violence against women’. Doel: jongeren meer bewust maken van geweld tegen vrouwen en ongelijkheid.
Facebook De jongeren verzinnen zelf acties om anderen aan het denken te zetten over ongelijkheid, discriminatie van meisjes en geweld tegen meiden en vrouwen. Hun plannen variëren van een graffiti wall tot een debatmiddag, van filmpjes op YouTube tot banners op Facebook. Projectleider Charlot Pierik: "De jongeren bedenken welke materialen er moeten komen, ze schrijven slogans en maken zelf de ontwerpen. Hierbij krijgen ze begeleiding van professionals. Een mooie kans om
mee te werken aan een goed doel en tegelijkertijd hun cv te voorzien van een grote dosis ervaring op het gebied van organisatie, samenwerken, publiciteit en nieuwe media."
Meer informatie: Charlot Pierik (c.pierik@movisie.nl of 030 789 2116) of kijk op: www.wecanyoung.nl 11
In Nederland zijn ruim 5 miljoen (zorg)vrijwilligers en 1,5 miljoen mantelzorgers. Zij en hun organisaties hebben goede randvoorwaarden en ondersteuning nodig om hun werk te kunnen blijven doen. MOVISIE zet zich in voor kwaliteitsverbetering van de infrastructuur rond vrijwilligerswerk en mantelzorg.
Vrijwillige inzet en mantelzorg
Waar ligt de grens? Beroepskrachten en vrijwilligers werken steeds meer samen. Taken die eerst door beroepskrachten werden gedaan, worden nu door vrijwilligers overgenomen. Grenzen verschuiven. Maar is er wel een grens?
I
n Zuid-Limburg is de grens niet in zicht, integendeel. Trajekt, een brede welzijnsorganisatie in Maastricht en omstreken, zoekt op allerlei manieren naar nieuwe samenwerkingsvormen tussen beroepskrachten en vrijwilligers. In 2012 start Trajekt het project ‘Levensloopbestendige buurten’. Jan Arts van Trajekt: “Het wordt een driejarig project, maar we kijken tien jaar vooruit. Ik verwacht dat de situatie over tien jaar helemaal is omgedraaid. Dan sturen de vrijwilligers de beroepskrachten aan in plaats van andersom.”
Buurtraad Het project, dat in drie buurten start, werkt zo. Elke drie maanden is er per buurt een workshop. In één middag maken de beroepskrachten en vrijwilligers samen een analyse van de buurt. Wat zijn de problemen en welke drie gaan ze oppakken zodat er
richte organisatie hebben die geleid wordt door burgers. Ik verwacht dat er heel veel inzet is van allerlei mensen uit de buurt, eventueel aangevuld met deskundige vrijwilligers van buiten de buurt en met beroepskrachten.” In zijn toekomstplaatje verdwijnt het woord vrijwilliger. “Het zijn burgers die zelf aan het stuur staan.”
Eén beroepskracht Zover is het nog niet in Zuid-Limburg. Jan: “Maar we zijn wel een eind op weg! We werken er nu naartoe dat één beroepskracht samenwerkt met een aantal vrijwilligers. In kleinere gemeenten werken we bijvoorbeeld al met een betaalde ouderenadviseur die vrijwillige ouderenadviseurs aanstuurt. We hebben ook een ‘klapperproject’ waarbij één beroepskracht de coördinatie doet en waarbij de vrijwilligers de ouderen helpen bij het op
Over tien jaar sturen de vrijwilligers de beroepskrachten aan.
over drie maanden voortgang is geboekt? Jan Arts: “De vrijwilligers zijn bijvoorbeeld leden van een buurtraad. Ze kennen de buurt en de problemen en dat geldt ook voor de beroepskrachten. Na drie maanden volgt een nieuwe workshop waarna weer drie nieuwe problemen worden aangepakt.”
Toekomstplan Over tien jaar ziet Jan Arts levensloopbestendige buurten voor zich met bewoners aan het stuur. “Ik hoop dat we dan een kleinschalige, buurtge-
orde brengen van hun papieren en formulieren.”
Uitdaging Grote uitdaging voor Trajekt is om goede vrijwilligers binnen te halen. Jan: “Je kunt niet alleen werken met vrijwilligers uit de buurt, alleen al omdat kwetsbare mensen niet altijd geholpen willen worden door iemand uit de buurt. Maar daarnaast willen we kwalitatief goede vrijwilligers binnenhalen. Ik ben nu in overleg met bedrijven. Ik wil kijken of de mensen die vanwege pensionering
Vrijwilligers kennen de buurt en de problemen.
uitstromen als vrijwilliger voor ons willen gaan werken.” Zelf is hij ook van plan om van stoel te wisselen. “Trajekt heeft 185 beroepskrachten en moet volgend jaar krimpen. Alle mensen boven de zestig hebben een aanbod gekregen om vervroegd uit te stromen. Ik denk er sterk over om dat aanbod aan te nemen en zelf vrijwilliger te worden. Ik wil meemaken of het echt gaat werken.”
ligers.nl voor meer informatie en materialen. Het impulspakket Samenspel gaat een stapje verder. Hierin staat het samenspel tussen beroepskracht én mantelzorger centraal.
Meer informatie: Anita Peters (a.peters@ movisie.nl of 030 789 2064).
Zorg beter met vrijwilligers ‘Zorg beter met vrijwilligers’ is een project dat zorgorganisaties helpt om beter om te gaan met vrijwilligers. Vanuit dit project zijn handige gratis materialen gemaakt, zoals ‘Samen sterk voor welzijn’, een lesbrief over samenwerking tussen beroepskrachten en vrijwilligers in de zorg. Verder zijn er instrumenten over de verschillende grenzen van vrijwilligers, zoals de handreiking ‘Grenzen’. Kijk op www.zorgbetermetvrijwil-
Onderzoek buurthulp Het project van Trajekt doet mee aan een onderzoek naar de effectiviteit van buurthulpmethoden, onderdeel van het programma Sociaal Werken in de Wijk. Kijk voor meer informatie op www.movisie.nl.
�����������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������
Denk ook eens in paradoxen Gemeenten, welzijnsstichtingen en vrijwilligersorganisaties zijn allemaal op zoek naar betrokkenheid en inzet van burgers bij hun missie. De paradoxale aanpak wint terrein.
Projecten formuleren waarin doel, aanpak en resultaten vaststaan, vrijwilligers zoeken, projecten uitvoeren, verantwoorden en door naar het volgende project. Niet alle burgers spreekt dit aan en willen zich committeren aan een organisatie. Mensen houden van ruimte en vrijheid. Stap daarom eens uit de projectencarrousel. Maar de missie als bindend middel nemen en verder alles loslaten levert veel vragen
Leestip ‘Sturing en Ruimte. Een nieuw managementconcept gebaseerd op de filosofie van de paradox’, Leo van de Vorst en Henk Roelofs (Kluwer, 2009).
12
op. Hoe weten we dan wie, wat, waar doet en hoe houden we regie? Hoe beschermen we onze cliënten? En hoe verantwoorden we de tijd, kosten en mankracht die we er als organisatie in investeren? Compleet loslaten is niet geschikt voor alle missies, mensen, organisaties en financiers. Want mensen houden van vrijheid én van kaders, van stabiliteit én vernieuwing, van orde én chaos. Mensen houden van paradoxen. Als organisatie loont het om in paradoxen te denken en te zorgen voor maximalisatie van beiden uitersten. Zodra je loslaat dat je moet kiezen tussen vrijheid en kaders stellen, opent zich een wereld aan kansen.
Eigen initiatief Deze paradoxale aanpak wint terrein, en met succes. Voorbeelden zijn het KWF, Amnesty International, het WNF, Prokkel en WE CAN. Zij
hebben een heldere missie, organiseren projecten waar mensen zich voor kunnen inzetten, maar daarnaast stimuleren ze ook dat mensen hun eigen initiatief uitvoeren ten bate van de missie. Of je nu een collecte, een sponsorloop, Alpe d’HuZes of een feest organiseert, als jij je betrokkenheid met de missie van het KWF wilt omzetten in actie, zijn zij de eerste die met je mee willen denken. Prokkel is ook zo’n inspirerend voorbeeld. Een Prokkel is een prikkelende ontmoeting tussen mensen met en zonder een beperking. Ontmoetingen moeten erop gericht zijn dat de deelnemers zich bewust worden van elkaars talenten. Hoe, door wie en waar de ontmoeting wordt vormgegeven, staat de lokale uitvoerders vrij. De Landelijke Prokkelorganisatie zwengelt aan, ondersteunt en faciliteert, maar neemt nooit over. Wilt u als vrijwilligersorganisatie, welzijnsstichting of gemeente paradoxen verkennen en betrokkenheid genereren?
Meer informatie: Fraukje van Dijk (f.vandijk@movisie.nl of 030 789 2051) of Willem-Jan de Gast (w.degast@movisie of 030 789 2101) of kijk op www.movisie.nl/ betrokkenheid
Vrijwilligersmanagement in de Wmo-raad Hoewel Wmo-raden veelal op vrijwilligers draaien, is er binnen die raden weinig aandacht voor vrijwilligersmanagement. Een gemiste kans, want vrijwilligersmanagement kan ervoor zorgen dat de Wmoraad over de juiste mensen beschikt en het werk goed kan uitvoeren. Herkenbaar? MOVISIE heeft een praktische handleiding opgesteld waarin u kunt lezen wat vrijwilligersmanagement binnen Wmoraden inhoudt en hoe u ermee aan de slag kunt. Hiervoor is gebruik gemaakt van de 5xB-methode die stap voor stap met voorbeelden en instrumenten is uitgewerkt. De brochure is een aanrader voor Wmo-raden die bezig zijn nieuwe ambities en rollen vorm te geven. Vrijwilligersmanagement kan u helpen de gewenste samenstelling van de Wmoraad vorm te geven en de Wmo-raadsleden voor langere tijd aan uw raad te binden. De brochure ‘Vrijwilligersmanagement in de Wmo-raad’ is te downloaden of te bestellen via www.movisie.nl/publicaties.
Meer informatie: Vanessa Zondag (v.zondag@movisie.nl of 030 789 22 59).
Vrijwilligersbranche heeft eigen agenda 2011 was het Europees jaar voor het vrijwilligerswerk. In heel Europa is hard gewerkt aan het stimuleren van een gunstig vrijwilligersklimaat. In de ‘Toekomstagenda Vrijwilligerswerk’ vertellen Nederlandse vrijwilligersorganisaties hoe zij hiermee verder gaan. In het manifest ‘Cement voor een sterk gebouw’ roept Vereniging NOV premier Rutte op om zijn verantwoordelijkheid te nemen.
Toekomstagenda De agenda van vrijwilligersorganisaties liegt er niet om. Het vrijwilligerswerk moderniseert en wil dat verder doorvoeren door te bouwen aan kennis over sociale media. Dit is één van de nieuwe instrumenten voor het vinden en binden van vrijwilligers dat bovendien nieuwe vormen van vrijwillige inzet creëert. Daarnaast willen de organisaties hun vrijwilligers, besturen en coördinatoren de kans geven om te werken aan deskundigheid. Op de ‘Toekomstagenda Vrijwilligerswerk’ staat ook het instellen van een goed opleidingsbeleid en het erkennen van verworven competenties. Dit maakt het vrijwilligerswerk aantrekkelijker, hoewel de professionalisering niet moet doorslaan, vinden de organisaties. Geheel in lijn hiermee gaan ze komende jaren actief aan de slag met uitwisseling van kennis en ervaring. Nieuw is het initiatief om vrijwilligers de kans te geven te ‘hoppen’ tussen organisaties, om zo kennis te verspreiden en competenties op te doen. Ook het voornemen voor het vormen van lokale coalities draagt bij aan kennisdelen en aan de kwaliteit van de dienstverlening. Een leuke ambitie is het plan van vrijwilligersorganisaties om ook zelf maatschappelijk verantwoord te gaan ondernemen: Practice what you preach! Een laatste punt op de ‘Toekomstagenda Vrijwilligerswerk’ is het plan van vrijwilligersorganisaties om overheden actiever te gaan wijzen op het belang van een gunstig vrijwilligersklimaat en de verantwoordelijkheid van de overheid hierin.
Prinses Margriet poseert met de winnaars van de landelijke meer dan handen awards. De uitreiking vond plaats in het DeLaMar Theater in Amsterdam.
Optreden van Battle por fiesta tijdens de uitreiking van de landelijke meer dan handen awards.
Congresweek Europese Tour: met deze intentieverklaring benadrukken bedrijven hun betrokkenheid bij MBO. De intentieverklaring werd getekend tijdens het eerste MBO Koplopersoverleg.
Congresweek Europese Tour: studenten debatteren over de zin en onzin van vrijwillige inzet door studentenverenigingen tijdens een inspiratiearena.
Manifest voor Rutte Dat laatste agendapunt sluit perfect aan bij het manifest ‘Cement voor een sterk gebouw’ van Vereniging NOV. Zij roept premier Rutte en het kabinet hierin op om verantwoordelijkheid te nemen voor een brede vrijwilligerssector, dus een sector die niet alleen gericht is op zorg. In het manifest wordt gepleit voor een coördinerend minister voor vrijwilligerswerk, voor vrijwilligerswerkbeleid bij alle departementen en voor een integrale beleidsbrief vrijwilligerswerk. Er wordt ook gevraagd om lastenverlichting, het wegnemen van regeldruk en het mogelijk maken dat giften aan vrijwilligersorganisaties fiscaal aftrekbaar zijn. Daar waar de vrijwilligersorganisaties aangeven zelf
Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten (VWS) reikt samen met Ivo Niehe de landelijke meer dan handen awards uit. De uitreiking werd bijgewoond door Prinses Margriet.
�������������������������������������������������� Congresweek Europese Tour: leerlingen interviewen minister Van Bijsterveldt (OCW) tijdens de bijeenkomst MaS in the Spotlight.
ook te willen investeren in de kwaliteit en innovatie van het vrijwilligerswerk en deskundigheidsbevordering van het vrijwilligerswerk, vragen de ondertekenaars van het manifest aan de overheid dit actief te blijven ondersteunen. Het ministerie van VWS komt voorjaar 2012 met een nieuwe beleidsbrief vrijwilligerswerk en mantelzorg.
Downloads Het manifest Cement voor een sterk gebouw: www.nov.nl. De Toekomstagenda Vrijwilligerswerk: www.movisie.nl.
Meer informatie: Mark Molenaar (m.molenaar@movisie.nl of 030 789 22 03).
Vrijwilligerswerk door studenten De belangstelling vanuit studentenverenigingen voor vrijwilligerswerk stijgt. Dat merkte MOVISIE tijdens de congresweek Europese Tour. Studentenverenigingen hebben in veel gevallen een maatschappelijke ambitie en studenten willen best als vrijwilliger aan de slag, zeker in de stad waar ze studeren. Probleem is dat ze vaak niet weten hoe. Ook organisaties weten vaak niet hoe ze
deze groep kunnen inzetten. MOVISIE maakt zich sterk om studentenverenigingen te helpen bij de uitwerking van hun maatschappelijke aspiraties.
Meer informatie: Iris Kummeling (i.kummeling@movisie.nl of 030 789 21 45) of op www.vrijwilligerswerk.nl. 13
In Nederland zijn ruim 5 miljoen (zorg)vrijwilligers en 1,5 miljoen mantelzorgers. Zij en hun organisaties hebben goede randvoorwaarden en ondersteuning nodig om hun werk te kunnen blijven doen. MOVISIE zet zich in voor kwaliteitsverbetering van de infrastructuur rond vrijwilligerswerk en mantelzorg.
Vrijwillige inzet en mantelzorg
Geef de mantelzorger meer lucht In tijden van bezuinigingen is het extra belangrijk om alert te zijn op mantelzorgers. We hebben ze immers hard nodig!
Z
org vindt steeds vaker thuis plaats, met mensen uit het eigen sociale netwerk. Dat heeft alles te maken met de veranderingen waar mensen met een chronische ziekte of beperking mee te maken hebben. Zo zijn de pakketmaatregelen van de AWBZ naar de Wmo verschoven, komen cliënten alleen nog in aanmerking voor een persoonsgebonden budget als zij een indicatie voor verblijf hebben en is kortdurend verblijf vanuit de AWBZ alleen nog mogelijk als er permanent toezicht nodig is. Maar hiermee is geen einde gekomen aan de wijzigingen. Vanaf 2013 zullen namelijk nieuwe aanvragen voor extramurale dagopvang vanuit de Wmo worden opgevangen, vanaf 2014 geldt dit voor alle aanvragen.
Druk op mantelzorg Door alle bezuinigingen wordt de druk op mantelzorgers groter. Mantelzorgers hebben een eigen sociaal leven met bijbehorende activiteiten
Amersfoort biedt dagopvang zonder indicatie.
nodig om te kunnen ontspannen. Maar vanwege de druk op het zorgen, zetten zij hun eigen sociale activiteiten vaak op een laag pitje. Het gevolg is dat het sociale netwerk slinkt en de mantelzorger geen tijd heeft om nieuwe energie op te doen. De kans op overbelasting wordt hierdoor groter. En dat, terwijl we de mantelzorg zo hard nodig hebben. Op diverse plekken in Nederland zijn vernieuwende manieren van gezamenlijk werken en denken ontstaan, die leiden tot mooie alternatieve vormen van zorg en ondersteuning.
Vrijwilligers willen graag meer invloed uit kunnen oefenen op activiteiten.
Decen
tralisa ties: AWBZ , WWN V en Jeu gdzorg
Bloemencorso ����������������������������������������������������������������
Willen vrijwilligers wel meer invloed? Het vrijwilligerswerk anders organiseren zodat vrijwilligers meer ruimte krijgen? Het kan, zo blijkt uit het adviesrapport dat MOVISIE najaar 2011 maakte voor welzijnsstichting Haarlem Effect. Zelfsturing door vrijwilligers biedt talrijke voordelen, zoals grotere betrokkenheid van vrijwilligers en instroom van een nieuw type vrijwilligers. “Zelfsturing door vrijwilligers is hot in het vrijwilligerswerk”, merkt Vanessa Zondag van MOVISIE. “Door alle bezuinigingen en het wegvallen van beroepskrachten beseffen organisaties dat ze het werk anders moeten organiseren.” Het verzoek van welzijnsstichting Haarlem Effect kwam dan ook niet als een verrassing. “We willen de invloed van vrijwilligers op een goede manier regelen, zodat ze weten waar ze invloed op hebben en tevreden zijn over de mate van invloed”, legt manager Moniek Stricker van Haarlem Effect uit.
Digitaal MOVISIE heeft bij de welzijnsstichting een kort digitaal onderzoek onder vrijwilligers gedaan naar de huidige situatie in inspraak, medezeggenschap en zelfsturing door vrijwilligers. Hebben vrijwilligers invloed op bijvoorbeeld het activiteitenprogramma? En is er ruimte voor eigen initiatief? Via interviews met sleutelfiguren zijn de uitkomsten verder uitgewerkt en gepresenteerd tijdens twee werksessies: één met vrijwilligers en één met beroepskrachten. Daar is ook een aantal vormen getoetst voor de inspraak, medezeggenschap en zelfsturing door vrijwilligers binnen Haarlem Effect. Vanessa Zondag: “Het werkt goed om vrijwilligers 14
In Gelderland en Overijssel worden verenigingen vanuit de provincie aangemoedigd om hun mantelzorgende leden ‘binnenboord te houden’. Ze kunnen daarbij gebruik maken van een toolkit met communicatiematerialen, handreikingen en tips. Een mooi voorbeeld van een mantelzorgende vereniging is de bloemencorsovereniging ‘Veur Mekare’ in Lichtenvoorde. Eén van de leden heeft een gehandicapt zoontje. Zijn andere zoontje helpt graag mee met het bouwen van de corsowagen. Maar dat kan niet altijd, omdat de ouders vaak thuis moeten blijven voor hun kind. Door de expliciete aandacht voor mantelzorgers zorgen de leden van ‘Veur Mekare’ er nu voor nu dat één van hen het jongentje ophaalt, op hem let tijdens het werken aan de wagen en hem weer thuisbrengt.
Ideeënatelier
en beroepskrachten er in dit stadium al bij te betrekken. Zo werken we meteen aan draagvlak en eigenaarschap.”
Uitkomsten Uit het onderzoek blijkt dat vrijwilligers niet veeleisend zijn. “Zij willen graag meer invloed uit kunnen oefenen op activiteiten- en locatieniveau. Ze willen ook meer duidelijkheid over hun bevoegdheden. Iets meer dan de helft vindt het belangrijk om ook mee te kunnen beslissen over vrijwilligerskwesties”, vertelt Vanessa Zondag. “Professionele ondersteuning blijft hierin belangrijk. Vrijwilligers hebben namelijk vooral behoefte aan veiligheid en willen het gevoel van rugdekking ervaren.” Moniek Stricker is blij met het adviesrapport. “Heel verhelderend als een derde partij zoals MOVISIE kritisch kijkt naar dit onderdeel van het vrijwilligersbeleid. Met deze uitkomsten kunnen we samen met de vrijwilligers de inspraak, medezeggenschap en zelfsturing vormgeven.”
Wilt u ook meer zelfsturing door vrijwilligers? Neem contact op met Vanessa Zondag (v.zondag@movisie.nl of 030 789 22 59).
Ook in Amersfoort ontwikkelen zich diverse initiatieven om de mantelzorger sociaal actief te houden. De gemeente heeft het initiatief genomen om samen met verpleegen verzorgingshuizen laagdrempelige dagopvang te bieden waar burgers zonder indicatie terecht kunnen. Samen met zorgverzekeraars Achmea en Agis heeft de gemeente daarnaast twee ‘Ideeënateliers respijtzorg’ georganiseerd.
Doel: verkennen of mantelzorgers in Amersfoort meer mogelijkheden voor respijtzorg geboden kan worden. Tijdens het atelier bleek dat de thuiszorgorganisatie ‘Buurtzorg’ plannen had voor een respijthuis en dat één van de instellingen voor mensen met een beperking hierover mee wilde denken en nog wel een locatie in het centrum wist.
Respijtwijzer Uit deze voorbeelden blijkt dat er verschillende ideeën ontplooid worden om de mantelzorger in tijden van bezuinigingen te ondersteunen en sociaal betrokken te houden. Respijtzorg (tijdelijke en volledige overname van de zorg) speelt hierbij een belangrijke rol. Vele vernieuwende en bestaande vormen van respijtzorg zijn te vinden op www.respijtwijzer.nl.
Meer informatie: Roos Scherpenzeel (r.scherpenzeel@movisie.nl of 030 789 20 65).
����������������������������������������������������������������
Nieuw kenniscentrum over maatschappelijke stage Maatschappelijke stage is vanaf dit schooljaar een exameneis voor alle leerlingen die nu instromen in het voortgezet onderwijs. Leerlingen kunnen geen eindexamen doen als zij niet ten minste dertig uur maatschappelijke stage hebben gedaan. Maar nog lang niet alle scholen en organisaties zijn er helemaal klaar voor om maatschappelijke stage schoolbreed aan te bieden of een maximaal leerresultaat uit maatschappelijke stage te halen. Daarom kunnen scholen, stagebieders en maat-
schappelijk makelaars vanaf nu terecht bij het Kenniscentrum Maatschappelijke Stage. Het kenniscentrum wordt bemand door CPS Onderwijsontwikkeling en advies en MOVISIE en is te bereiken via 06 31 02 63 63 of kcmas@cps.nl. U kunt er terecht voor informatie, advies op maat, ondersteuning in de regio, trainingen, workshops en intervisiebijeenkomsten. Natuurlijk kunt u ook bij uw vertrouwde MOVISIE-adviseur terecht met vragen. Kijk verder op www.movisie.nl/maatschappelijkestage.
De samenleving kent een grote verscheidenheid aan mensen. MOVISIE wil bijdragen aan het verbinden van mensen en aan de participatie en het welzijn van burgers in al hun diversiteit.
Diversiteit
Coaching op de werkvloer Afgelopen zomer zijn in Haarlem twaalf medewerkers uit vijf zorg- en welzijnsinstellingen opgeleid om allochtone vrijwilligers op de werkvloer te coachen. Voor de vrijwilligers blijkt dit een opstap naar werk. MOVISIE heeft een trainingstraject ontwikkeld en traint de coaches.
L
eidinggevenden in zorg en welzijn kennen het probleem: allochtone vrouwen melden zich regelmatig als vrijwilliger, maar uiteindelijk haken ze vaak toch weer af.
Vrijwilligerscentrale Haarlem en de welzijnsinstelling DOCK alle drie warm voor liepen. “We hebben de verschillende rollen op elkaar aan laten sluiten en zijn tot een alliantie gekomen. Daar
Coaches leren vrijwilligers om in hun eigen kracht te geloven. Omdat de samenwerking niet soepel loopt, omdat afspraken niet duidelijk zijn en vanwege wederzijds onbegrip. Dat is ook de ervaring van Sjoekie van der Meer, projectleider van het project ‘Met Hart en Handen voor de Zorg’ en ooit zelf leidinggevende in de zorg.
Werving Ze ontwikkelde ‘Met Hart en Handen voor de Zorg’, een eenjarig project in Haarlem, waarbij twaalf professionals zijn opgeleid die samen vijfentwintig allochtone vrijwilligsters coachen. Een mooi initiatief waar de gemeente, de
hadden we vanuit Duizend en één Kracht ervaring mee opgedaan”, aldus Jenny van Eyma van MOVISIE.
Trainingstraject In de training hebben de medewerkers de kneepjes van het coachen geleerd. Ook is ingegaan op onderwerpen als interculturele communicatie en empowerment. Sjoekie: “Je ziet bij coaches dat zij graag vrijwilligers willen helpen. De training heeft de coaches geleerd om open vragen te stellen waardoor de vrijwilligers in hun eigen kracht gaan geloven. Bijvoorbeeld als ze een aanmelding krijgen van een vrouw die vrijwilligerswerk wil doen om punten te halen voor de
Tien gemeenten onder de loep MOVISIE onderzoekt in 2012 in tien gemeenten wat hun beleid is voor vrouwen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Het onderzoek is onderdeel van het landelijke programma ‘Eigen Kracht’ (het vervolg op ‘Duizend en één Kracht’) waar het project ‘Met Hart en Handen voor de Zorg’ onder valt. De uitkomsten komen beschikbaar voor gemeenten die hun beleid en voorzieningen beter willen toesnijden op de participatie van laagopgeleide vrouwen.
inburgering, niet omdat ze affiniteit heeft met zorg of welzijn. In de training stimuleren we coaches om zo’n vrouw aan een vrijwilligersklus te helpen waar wel haar hart bij ligt.”
Gemeente
een methodiek die overdraagbaar is naar andere organisaties en ook in te zetten in andere werksituaties.” In Haarlem loopt het project januari 2012 af. Voorjaar 2012 is de methodiek beschikbaar voor andere gemeenten.
‘Met Hart en Handen voor de Zorg’ is een mooi voorbeeld van een project waarbij de gemeente Haarlem samen met instellingen kwetsbare groepen aan het werk helpt. Sjoekie: “Het is
Meer informatie: Jenny van Eyma (j.vaneyma@movisie.nl of 030 789 21 39).
�����������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������
Online hulp voor multiculturele meiden Al jaren scoren meiden van Turkse en Hindoestaanse afkomst veel hoger in de statistieken dan hun leeftijdgenoten als het gaat om zelfmoordpogingen. Hanneke Felten van MOVISIE maakte een hulpgids: “Belangrijk is dat deze meiden op tijd naar de hulpverlening stappen. Maar ook dat de
OP STAP MET OMA wint Diversiteitsprijs 2011 Op 28 november 2011 maakte Jetta Klijnsma de winnaar van de lustrumeditie van de MOVISIE Diversiteitsprijs bekend: OP STAP MET OMA van Stichting Welzijn Innovatiegroep Nederland. De Diversiteitsprijs bekroont jaarlijks een project dat invulling geeft aan diversiteit op lokaal, regionaal of landelijk niveau. Het thema is dit jaar ‘Ouderen, de generatie van de toekomst?’ Uit het juryrapport: “Het project brengt jong en oud samen. Opa’s en oma’s doen immers altijd leuke dingen en hebben extra aandacht voor de jeugd. Jongeren vinden het leuk om meer aandacht te hebben voor (kwetsbare) ouderen.” De jury prijst de
reikwijdte van het project: het bestrijdt niet alleen eenzaamheid van ouderen, maar ook van jongeren. De andere genomineerden waren: ‘Dorpshulp’ (Bewonerscommissie Haskerdijken/ Nieuwebrug) en ‘Wat ik later wilde worden’ (Stichting GetOud). Veertig projecten hebben meegedongen naar de prijs. Lees het juryrapport en bekijk filmpjes over de drie genomineerde projecten op www.movisie.nl/ diversiteitsprijs.
Meer informatie: Annie Oude Avenhuis (a.oudeavenhuis@ movisie.nl of 030 789 21 15).
hulpverlening weet hoe ze kunnen helpen.” “We lezen regelmatig berichten van meisjes die het leven niet meer zien zitten”, vertelt Jasmina Nellestijn, projectleider bij Marokko Media, uitgever van de populaire websites Marokko. nl en Hababam.nl. Samen met Indian Feelings, uitgever van de gelijknamige website voor de Hindoestaanse gemeenschap, trok ze bij MOVISIE aan de bel. “We maken ons echt bezorgd.” Terecht, zo blijkt uit onderzoek. Jonge Turkse en Hindoestaanse meiden denken vier tot zes maal vaker aan zelfmoord dan hun leeftijdgenoten. Opvallend is dat het suïcidaal gedrag van deze meisjes vaak te maken heeft met de strenge regels thuis. “Ze kunnen thuis meestal niet over hun gevoelens
praten, vooral niet als het gaat om zaken als relaties, verliefdheid en seksualiteit. En de angst voor roddel is enorm groot”, vertelt Hanneke Felten. “Dezelfde problemen gelden overigens ook voor Marokkaanse meisjes, al doen zij minder vaak een zelfmoordpoging.”
een dwangbuis wordt gestopt. Internet blijkt een veilige plek voor hen.” Ook voor de andere kant was aandacht. Felten: “We hebben de hulpverleners achter de website getraind om beter om te gaan met culturele verschillen.” Daarnaast verscheen voor iedereen die met jongeren werkt de publicatie ‘Als meiden geen uitweg meer zien’: een praktisch gidsje met antwoord op vragen als: hoe herken je suïcidaal gedrag, hoe kun je deze meisjes helpen en wat moet je juist niet doen?
Meer informatie: Hanneke Felten (h.felten@movisie.nl of 030 789 21 10) of kijk op www.jestaatnietalleen.nl
Je staat niet alleen Speciaal voor deze meiden ontwikkelde MOVISIE, samen met meiden uit de doelgroep én Marokko Media en Indian Feelings, de website www.jestaatnietalleen.nl. Felten: “We hebben gemerkt dat de meisjes veel vooroordelen over de hulpverlening hebben. Zo zijn ze bang dat hun problemen onmiddellijk aan hun ouders worden doorverteld, of dat je bij wijze van spreken meteen in 15
MOVISIE kort
Nieuwe publicaties
Kijk voor meer informatie op www.movisie.nl/publicaties. Prijzen zijn exclusief een bijdrage van € 2,50 in de verzendkosten.
Vrijwilligers: vinden en binden van betrokken medewerkers (M&O) Hoe krijgt u de juiste vrijwilliger op de juiste plek? Hoe kunt u ze waarderen en belonen? En hoe zorgt u dat vrijwilligers blijven? Te bestellen voor € 8,50.
VERWACHT: De gekantelde manier van werken, actiepunten voor gemeenten
Decen
Hoe bereidt de gemeente zich voor op de nieuwe AWBZ taken? Uitgangspunt van beleid is de gekantelde manier van werken: in een persoonlijk gesprek met betrokkenen bepalen wat nodig is. Binnenkort op www.movisie.nl/decentralisatie
Handreiking homo-emancipatie
Gratis LHBT-beleid Deze handreiking biedt gemeenten handvatten om de emancipatie van lesbische vrouwen, homomannen, biseksuelen en transgenders (LHBT) te bevorderen zonder extra geld uit te geven.
homo emancipatie Gratis LHBT-beleid.indd 3
14-10-11 16:06
Pleit voor vitaliteit Een vitale organisatie kent een lager ziekteverzuim, een beter imago en minder ongewenst verloop. Voor HRM-professionals. Gratis te downloaden via www.movisie.nl/vitaliteit.
Pleit voor vitaliteit
har t
Een wegwijzer voor human resources
zi
Handreiking homoemancipatie: gratis LHBT-beleid Met tips om de emancipatie van lesbische vrouwen, homomannen, biseksuelen en transgenders (LHBT) te bevorderen zonder extra geld uit te geven. Gratis te downloaden of te bestellen voor € 5,00.
el
Handreiking homo-emancipatie
Gezondheid Hoe gaat het met de gezondheid van homo’s en lesbo’s in Nederland? In 2010 concludeerde het SCP dat homoseksualiteit steeds gewoner is, maar nog altijd niet gewoon. Lesbische vrouwen, homomannen en biseksuelen krijgen vaak te maken met onbegrip, discriminatie, afkeer, uitsluiting, verbaal en fysiek geweld. Dat zorgt voor verschillende gezondheidsklachten.
homo emancipatie gezondheid.indd 1
27-05-11 12:16
DuizenD en
één Sterren 18 succesverhalen uit Duizend en één Kracht
1001sterren omslag.indd 2
tralisa ties: AWBZ , WWN V en Jeu gdzorg
Handreiking homo-emancipatie: gezondheid Literatuuronderzoek e gezondheid van LHB’s met aanbevelingen voor gemeenten, instellingen en professionals. Gratis te downloaden of bestellen voor € 7,00
Duizend en één sterren In Duizend en één Sterren achttien van de vele, inspirerende aanpakken die voortkomen uit Duizend en één Kracht. Meer informatie: www. duizendeneenkracht.nl
De vitale leidinggevende Deze kaartenset met ‘7 werkende principes van vitaliteit’ biedt managers inspiratie, tips en handvatten voor meer vitaliteit. Gratis te bestellen via www.movisie.nl/vitaliteit.
Vitaal leidinggeven: 7 werkende principes
Kees Penninx Renske van der Zwet
Op zoek naar het levende bewijs
Een essay over evidence based werken in de vrijwillige sector
24-11-11 16:04
Krimp in beeld
Voor jongeren in begeleiding
Ontdek je kracht met de KR8-mete r
Vrijheid, respect of roem… Wat vind jij belangrijk? Gulle gever of penningmeester? Doe de geldtype-test
De wondervraag als al je problemen opgelost zijn kr8!-omslag.indd 1
Kr8! Met Kr8! hebben jongeren in de begeleiding het heft zelf in handen: zij worden eigenaar en kiezen hun eigen moment. Gratis te downloaden of te bestellen voor € 7,95
‘Kunst brengt…’ Deze community arts-film laat zien dat professionals in Nederland en ontwikkelingslanden bezig zijn met dezelfde maatschappelijke en gezondheidsthema’s. Zie www.movisie.nl/e-motive.
28-10-11 16:09
VERWACHT: Hoe breng ik mensen in hun kracht?’ Werken aan zelfregie betekent dat je klanten ondersteunt bij het vinden van eigen oplossingen. Voor werkers in hulp- en dienstverlening.
Chillen in het groen Het effect van van groen op hangplekken en speelplaatsen op jongeren. Gratis te downloaden via www.movisie.nl/publicaties
De sociale gevolgen van demografische veranderingen
omslag-Krimp.indd 1
12-12-11 14:33
De zinvolle hulpverlener Profiel voor werken aan zingeving
Als meiden geen uitweg meer zien 10 vragen over suïcidaal gedrag onder meiden van Turkse, Marokkaanse en Hindoestaanse afkomst
Op zoek naar het levende bewijs Evidence based werken sluit aan bij de roep om kwaliteitsverbetering. Ook bij vrijwilligersorganisaties? Gratis te downloaden of te bestellen voor € 17,50.
Krimp in beeld - De sociale gevolgen van demografische veranderingen In een casestudy in de gemeente Borger-Odoorn in Drenthe wordt de dagelijkse realiteit van het wonen in een krimpgebied geschetst. Gratis te downloaden of te bestellen voor € 5,-
Profiel 'De zinvolle hulpverlener' Wat voor gedrag laat de zinvolle hulpverlener zien? Waar liggen zijn capaciteiten? Voor hulpverleners die wat vaker stil willen staan bij zingeving, van cliënten, maar ook bij hun eigen zingeving. Gratis te downloaden.
Als meiden geen uitweg meer zien 10 antwoorden over suïcidaal gedrag onder meiden van Turkse, Marokkaanse en Hindoestaanse afkomst. Voor professionals en vrijwilligers die werken met meiden. Gratis te downloaden of te bestellen voor € 6,50.
colofon © MOVISIE, Utrecht 2012 Jaargang 6, februari 2012, nummer 13 Eindredactie: Communicatie MOVISIE, i.s.m. Tekstburo Gort Teksten: MOVISIE, Tekstburo Gort Vormgeving en productie: Suggestie & illusie, Utrecht. Fotografie: Hans van Rhoon, Bert Spiertz, Friso Spoelstra,
Kunstkracht Stem, beeld en verhaal van vrouwen Kunstfactor presenteert i.s.m. MOVISIE een impressie van de empowerende werking van kunstbeoefening. Zie www.kunstfactor.nl
Inge van Mill, Gerlo Beernink, Werry Crone en Peter Hilz (Hollandse Hoogte), Harry de Fotograaf, Joyce van Belkom Overname van (delen van) artikelen is met bronvermelding toegestaan. ISSN: 1876-0422 MOVISIE Postbus 19129, 3501 DC Utrecht
�������������������������������������������������������������������������������������������������
Catharijnesingel 47, 3511 GC Utrecht T 030 789 20 00 * F 030 789 21 11 www.movisie.nl * info@movisie.nl
7 februari – 4 dagdelen
Trainingen
WNS-workshop Relatie opdrachtgever-opdrachtnemer
Inhoudelijke vragen: kennislijn@movisie.nl of 030 789 21 12.
U kunt zich hier ook aanmelden voor een training.
In deze workshop leert u hoe u als gemeente en welzijnsorganisatie kunt samenwerken, maar ook hoe u de burger betrekt bij het vormgeven van Welzijn Nieuwe Stijl.
6 februari 2012 – 4 dagdelen
������������������������������
MOVISIE is hét landelijke kennisinstituut en advies
Kijk voor het complete overzicht van onze trainingen op www.movisie.nl/trainingen.
16
Volg movisie op Twitter @movisie
Kwartiermaken in een maatschappelijk steunnetwerk
7 februari 2012 – 5 dagdelen
U maakt als professional Zorg en Welzijn kennis met kwartiermaken in een maatschappelijk steunnetwerk en de eigen rol daarin, zodat de samenleving ontvankelijker wordt voor mensen met een psychische beperking.
Als coördinator vrijwilligerswerk heeft u een drukke baan. Op routine komt u een heel eind, maar waar krijgt u energie van in uw werk? Wat is het effect van uw inzet? Deze training gaat hierop in.
Coaching Vrijwilligersmanagement
Gratis abonnement op MOVISIES aanvragen of beëindigen? Ga naar Mijn MOVISIE op www.movisie.nl
bureau voor maatschappelijke ontwikkeling. We bieden
Trainingsaanbod Welzijn Nieuwe Stijl
toepasbare kennis, adviezen en oplossingen bij de
Zijn professionals, organisaties en gemeenten WNS-proof? Er zijn in 2012 nieuwe trainingen op het gebied van Welzijn Nieuwe Stijl. Ga voor het aanbod naar www.movisie.nl/trainingen.
welzijn, participatie, zorg en sociale veiligheid. In ons
aanpak van sociale vraagstukken op het terrein van werk staan vijf actuele thema’s centraal: huiselijk & seksueel geweld, kwetsbare groepen, leefbaarheid, mantelzorg en vrijwillige inzet.