GROENINGEMUSEUM I BRUGGE 28 / 10 / 2016 - 05 / 02 / 2017
Cover Bewerking van: Werkplaats van Jacob de Gheyn II, Gerechtigheid, ± 1591-1595 © Antwerpen, Museum Plantin-Moretus / foto: Peter Maes Philips Galle naar Pieter Bruegel I, Justitia (Gerechtigheid), ± 1559 © Antwerpen, Museum Mayer van den Bergh
INLEIDING
DE KUNST VAN HET RECHT Drie eeuwen gerechtigheid in beeld Waar komt het beeld van Vrouwe Justitia met haar weegschaal, zwaard en blinddoek vandaan? Hoe werd in het ancien rĂŠgime recht gesproken? Wat verstonden late middeleeuwers nu juist onder rechtvaardigheid? In deze tentoonstelling willen we een antwoord bieden op deze en andere vragen. Aan de hand van een honderdtwintigtal uiteenlopende objecten - schilderijen, beeldhouwwerken, glasramen, tekeningen, prenten en boeken - leiden we u door drie eeuwen rechtsgeschiedenis. Ze bieden een boeiend overzicht van hoe kunstenaars zich van circa 1450 tot 1750 lieten inspireren door recht en gerechtigheid. Een twintigtal kunstwerken uit Brugse collecties wordt getoond naast bruiklenen uit binnen- en buitenland. Veel van die werken werden gemaakt om rechtsen raadzalen te verfraaien en moesten de rechters inspireren tot rechtvaardige oordelen. Maar ook buiten de rechtszaal hadden kunstwerken recht en gerechtigheid als thema. Ze tonen het belang
van het recht, dat immers bijna alle facetten van het dagelijks leven raakt. Rechtspraak laat dus niemand onberoerd, zeker niet toen nog verschrikkelijke dood- en lijfstraffen golden en toen van een scheiding tussen de machten en tussen kerk en staat nog geen sprake was.
ZAAL A
HEMELS OORDEEL, WERELDSE RECHTSPRAAK Vanaf de late middeleeuwen wedijveren Vlaamse en Brabantse steden om het mooiste stadhuis. Ook de schepenzaal, onder meer gebruikt voor rechtspraak, wordt door de beste kunstenaars verfraaid met gerechtigheidstaferelen. Die moraliserende kunstwerken beelden een voorbeeld of non-voorbeeld van goede rechtspraak uit. Ze moeten de schepenen - die in die tijd immers ook rechters waren - aansporen hun belangrijke taak gewetensvol uit te voeren. Het meest voorkomende onderwerp is het Laatste Oordeel, het ultieme moment van goddelijk recht: God vonnist alle mensen op de laatste dag. Aan deze goddelijke rechtspraak moet de aardse rechtspraak zich spiegelen. Het Laatste Oordeel wijst iedereen in de schepenzaal - rechters, aanklagers, beklaagden en getuigen - voortdurend op zijn verantwoordelijkheid om de gerechtigheid te dienen. De iconografie van het Laatste Oordeel is al ouder dan de decoratie van stadhuizen. Oorspronkelijk werd
namelijk recht gesproken in de openlucht, onder een gerechtsboom, maar vooral in kerkportalen, waar het Laatste Oordeel een gebruikelijke voorstelling was. Het verband tussen de goddelijke en aardse gerechtigheid is duidelijk te zien in de panelen uit Graz, Maastricht en Wesel, waar het Laatste Oordeel gecombineerd wordt met een wereldse rechtszitting.
A1 Stadsrechter Niclas Strobel en de hemelse gerechtigheid / 1478 Anoniem
olieverf op paneel / Graz, Stadtmuseum
Niclas Strobel, de opdrachtgever van dit schilderij, zit op zijn rechterstoel onder de oordelende Christus. In de wereldse rechtszitting onderaan legt een dame de eed af. In tegenstelling tot het paneel van Derick Baegert (A6) is de eedaflegging hier eerder bijzaak. De nadruk ligt op de directe relatie tussen het wereldse en goddelijke gerecht.
A2 Het Laatste Oordeel / 1525
Adriaan Moreels en Pieter van Boven
olieverf op paneel / Geraardsbergen, Stad Geraardsbergen
Het Laatste Oordeel wordt eeuwenlang min of meer op dezelfde manier afgebeeld. Ook dit schilderij uit het stadhuis van Geraardsbergen, in een primitieve stijl die enigszins aan Bosch doet denken, toont de gebruikelijke elementen: de doden staan op uit hun graven en worden voor de ogen van Christus ‘gewogen’. Hij beslist over eeuwige verlossing, dan wel eeuwige verdoemenis. In een typisch rood rechtergewaad zit hij op een regenboog tussen Maria en Johannes de Doper. Zij worden vergezeld door heiligen, martelaren en bazuinende engelen.
De lelie naast het hoofd van Christus staat voor begripvolle en genadige rechtspraak waar mogelijk, het scherpe zwaard voor een bikkelharde justitie waar nodig. Een bijzonderheid hier zijn de zeven hoofdzonden en hun bestraffingen die afgebeeld worden in de chaotische hel beneden.
A3 Het Laatste Oordeel / 1525 Jan Provoost
olieverf op paneel / Brugge, Groeningemuseum
Dit Laatste Oordeel sierde de schepenkamer van het Brugse stadhuis. Jezus wijst nadrukkelijk op zijn steekwonde, waarmee Provoost vooral diens rol als verlosser benadrukt. Maar hij geeft hem ook weer als rechter: zoals de aartsengel MichaĂŤl in andere voorstellingen van het Laatste Oordeel, hanteert hij het zwaard. Onder de gelukzaligen aan de hemelpoort links herkennen we aan hun tonsuur opvallend veel geestelijken. Maar ook in de hellemond beeldt Provoost nonnen en priesters af. Die worden in 1550 overschilderd door Pieter Pourbus na een decreet van Karel V dat kritiek op de geestelijkheid verbiedt. In 1956 wordt de overschildering verwijderd.
A4 Het Laatste Oordeel / 1551 Pieter Pourbus
olieverf op paneel / Brugge, Groeningemuseum
Pourbus schildert dit Laatste Oordeel voor de vierschaar (gerechtszaal) van het Brugse Vrije. Het hing er op de linkerwand van de rechtszaal, zoals te zien is op een doek van Gillis van Tilborgh uit 1659 (D2/2). Tussen de heiligen en martelaren herkennen we twee heiligen die belangrijk waren voor het recht: Mozes met de tafelen der Wet en Laurentius, patroonheilige van de Brugse juristen, met het rooster waarop hij na zijn veroordeling gemarteld werd. Pourbus is duidelijk beïnvloed door Michelangelo’s Laatste Oordeel in de Sixtijnse kapel, dat hij kent via prenten. Zoals bij Michelangelo ligt de nadruk niet op anekdotische details, maar op de renaissancistische naakten.
A5 Tweevoudige gerechtigheid / 1477 of 1499 Jan van Brussel
olieverf op paneel / Maastricht, Gemeente Maastricht
Een kunstenaar uit de omgeving van Rogier van der Weyden schildert dit paneel in 1477 of 1499 - er bestaat twijfel over de datum op de lijst. Centraal staat de (on)omkoopbaarheid van schepenen en de gevolgen daarvan op de dag des oordeels. Het bovenregister stelt een traditioneel Laatste
Oordeel voor. Een stad, waarschijnlijk het vroegste stadsgezicht van Maastricht, scheidt het van het onderregister. Daar zien we links een rechtbank, waar een duivel probeert de schepenen-rechters om te kopen in een zaak tussen een arme en rijke man. Rechts wijst een engel, mogelijk MichaĂŤl, waarschuwend naar de hel. De slechte en de goede raad zijn te lezen op de banderollen boven de duivel en de engel.
A6 De eedaflegging / 1493-1494 Derick Baegert
olieverf op paneel Wesel, Städtisches Museum-Galerie im Centrum
Baegert toont een rechtszaak op het moment van de eedaflegging. De rechter-voorzitter wijst naar het schilderij van het Laatste Oordeel aan de muur. Zijn andere hand wijst naar de beklaagde die de eed aflegt, terwijl een engel en een duivel hem advies in de oren fluisteren. Het gebaar van de rechter - die Christus imiteert in het Laatste Oordeel en het opschrift in de banderol leggen een duidelijk verband tussen meineed plegen en de veroordeling van de meinedige op de dag des oordeels.
ZAAL B
EXEMPLA IUSTITIAE Inspirerende voorbeelden Vanaf de vijftiende eeuw sieren naast het Laatste Oordeel ook andere gerechtigheidstaferelen de vertrekken van rechtsprekende instellingen. Zowel Bijbelse als profane bronnen leveren onderwerpen voor deze ‘exempla iustitiae’, moraliserende voorstellingen met rechtspraak en rechtvaardigheid als thema’s. Populaire exempelen zijn het Salomonsoordeel en het verhaal van de kuise Suzanne. Andere oordelen zijn die van Zaleucus, Trajanus en Herkinbald. Ze wijzen op een aantal essentiële plichten van de rechter, zoals gebondenheid aan de wet, onpartijdigheid en vooral onomkoopbaarheid. Heel wat exempelen en allegorieën uit de vijftiende tot achttiende eeuw - vóór de scheiding der machten handelen niet alleen over recht spreken in de strikte zin, maar ook over vaderlandsliefde en goed bestuur. Een goed bestuur wil zich immers kunnen vereenzelvigen met één van de belangrijkste deugden: goede justitie.
B1 HET SALOMONSOORDEEL Na het Laatste Oordeel is het Salomonsoordeel het populairste voorbeeld van rechtvaardige en wijze rechtspraak. Twee vrouwen vragen de Joodse koning Salomon om een uitspraak in een ernstig geschil. Beiden wonen in hetzelfde huis en hebben een baby van ongeveer dezelfde leeftijd. De ene vrouw verstikt onvrijwillig haar kind in haar slaap, en verwisselt haar dode kind met het levende van de andere vrouw. Voor Salomon beweren beide vrouwen de moeder te zijn van het levende kind, waarop de koning beveelt het kind gelijk te verdelen door het in twee te hakken. De ene vrouw stemt toe, terwijl de andere smeekt het kind niet te doden maar te geven aan de andere vrouw. Voor de wijze Salomon levert zij zo het bewijs de echte moeder te zijn.
B2 Het oordeel van Salomon / 1547
Frans Floris I
olieverf op paneel Antwerpen, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen
In de Spaanse Furie van 1576 wordt Antwerpen zwaar geplunderd door Spaanse muitende troepen. De stadsautoriteiten doen een beroep op de vrijgevigheid van hun burgers om het interieur van het zwaar beschadigde stadhuis te herstellen. In 1584 schenkt Jan van Asseliers,
een hoge stadsbeambte, dit paneel, dat tot 1842 in het stadhuis is blijven hangen. Frans Floris I laat zich duidelijk inspireren door de Italiaanse kunst van o.a. Rafaël die hij kort tevoren gezien heeft in Rome. De Italiaanse invloed laat zich bespeuren in de opstelling van de figuren, hun plechtige gebaren en mimiek, en in de antieke architectuur en kledij.
B3 Willem van Oranje als Kapitein van Wijsheid / ± 1577-1578 Theodor de Bry
gravure / Brugge, Groeningemuseum
Deze prent ontstaat in de context van de Tachtigjarige Oorlog en voert propaganda voor het Huis van Oranje. De Bry beeldt Willem van Oranje, leider van de Nederlandse opstandelingen tegen de Spaanse overheersing, af als ‘Kapitein van Wijsheid’. De groteskenboord bevat drie gerechtigheidstaferelen die zijn rechtvaardige leiderschap in de verf zetten: het Salomonsoordeel, een episode uit het Cambysesverhaal en een scène uit het minder bekende verhaal ‘De broer van de Koning met de dood bedreigd’. Dat toont hoe de vrome vorst bestand is tegen de verleidingen en omkoperijen die de duivel hem in het oor blaast.
B4 Thronus Iustitiae / 1606
Willem Isaacsz. van Swanenburg naar Joachim Wtewael gravures Brussel, Koninklijke Bibliotheek van BelgiĂŤ, Prentenkabinet
Deze verzameling van dertien genummerde gravures en een titelpagina bevat bekende, maar ook minder bekende gerechtelijke exempelen. Ze richt zich tot een breder publiek dan enkel rechters. De gravures promoten goed burger-schap en verbeelden welke deugden men dient na te streven om het eeuwige leven te verdienen. De veelvuldige afbeeldingen van koningen benadrukken de wereldlijke leiders als de spreekbuis van het goddelijk recht. Een aantal patriottische verhalen, zoals het exempel van de Hollandse graaf Willem de Goede, hebben een specifieke betekenis in de context van de opstand tegen Filips II en het ontstaan van de Nederlandse Republiek. In deze reeks ontbreekt plaat 4 met de kruisdragende Christus. Het precieze thema van de platen 11 en 12 is onbekend.
Titelpagina met, van midden bovenaan en in wijzerzin:
Justitia, Christus, Salomon, Zaleucus, [Prudentia?],
Otanes, David en Mozes
01 Ontmoeting van Mozes en Jethro 02 Het oordeel van Salomon 03 Suzanne voor DaniĂŤl
05 Onthoofding van de Romeinse rechtsgeleerde Papinianus 06 Cambyses beveelt het villen van rechter Sisamnes 07 Graaf Willem III van Holland laat zijn baljuw onthoofden 08 De rechters van de Areopaag in Athene 09 De rechter Bias huilt 10 Alexander de Grote als rechter 11 [Allegorie op de Gerechtigheid ] 12 [Allegorie op de Gerechtigheid ] 13 Het Laatste Oordeel
B5 DE WRAAK VAN TOMYRIS In zijn Geschiedenissen vertelt de Griekse schrijver Herodotus van Halicarnassus het oorlogsverhaal van de wraakzuchtige Tomyris, koningin van de Massageten. Nadat zij het huwelijksaanzoek van de Perzische koning Cyrus heeft afgewezen, valt hij haar land binnen. Bij die inval wordt Tomyris’ zoon, aanvoerder van het Massagetische leger, gevangen genomen, die uit schaamte zelfmoord pleegt. Zijn moeders wraak is zoet: in een finale veldslag verliezen de Perzen en komt Cyrus om. Tomyris laat zijn lijk zoeken, onthoofdt het en laat het hoofd onderdompelen in een zak of kruik gevuld met menselijk bloed, om Cyrus’ bloeddorst eindelijk te lessen. Wellicht is dit gerechtigheidstafereel een non-voorbeeld: het voorbeeld van deze onredelijke vrouw, gestuurd door pure wraakgevoelens, is niet na te volgen voor de rechters.
B6 De wraak van Tomyris / 1610 Pieter Pieters
olieverf op doek / Brugge, Museum Brugse Vrije
Pieters schildert dit monumentale werk voor de vierschaar (rechtbank) van het Brugse Vrije. Het is een ‘averechts’ gerechtigheidstafereel, een voorbeeld dat rechters beter niet navolgen. Hier wordt het ‘oordeel’ door een vrouw geveld. Dat is zeer uitzonderlijk, aangezien in het ancien régime vrouwen als zwak en onredelijk worden beschouwd en dus geen rechter kunnen zijn. De aap in de nis links is symbool van dwaasheid en zonde, wat kan verwijzen naar zowel Tomyris als Cyrus. Het hondje symboliseert bloeddorst. Honden worden trouwens vaak afgebeeld op executie- en gerechtigheidstaferelen, zoals op Frans Floris’ Salomonsoordeel (B2) en Gerard Davids Oordeel van Cambyses (C1).
B7 De wraak van Tomyris / 1630
Paulus Pontius naar Peter Paul Rubens
gravure / Antwerpen, Museum Plantin-Moretus
In een paleis met weelderige draperieën en getorste, barokke zuilen staat Tomyris, vergezeld door dienaressen. Ze geeft het bevel om het afgehouwen hoofd van Cyrus onder te dompelen in bloed. Terwijl soldaten toekijken, legt een geknielde man het hoofd in een schaal met menselijk
bloed, met de woorden: ‘Verzadig u na uw dood aan het bloed, waarnaar gij geheel uw leven lang dorst hebt gehad en waarvan gij nooit verzadigd waart’.
B8 DE GERECHTIGHEID VAN TRAJANUS Voor het Brusselse stadhuis schildert Rogier van der Weyden in 1450 vier panelen die de gerechtigheid van Trajanus en die van Herkinbald voorstellen. De panelen gaan helaas verloren tijdens de bombardementen op Brussel in 1695. Dankzij wandtapijten, een aantal gravures en tekeningen kunnen we de panelen reconstrueren. Het verhaal over Trajanus, dat de rechtvaardigheid van de Romeinse keizer roemt, is grotendeels legendarisch. Een van zijn ruiters, volgens een middeleeuwse adaptatie zijn eigen zoon, vertrappelt tijdens een veldtocht per ongeluk een kind. Op smeekbede van de moeder laat hij de soldaat onthoofden. Wanneer paus Gregorius enkele eeuwen later Trajanus’ stoffelijke resten laat opgraven, treft hij een perfect intacte tong aan. Voor paus Gregorius een goddelijk teken van de rechtvaardige rechtspraak van de keizer.
B9 DE GERECHTIGHEID VAN HERKINBALD Een legende vertelt hoe de middeleeuwse vorst Herkinbald van Bourbon op zijn sterfbed met zijn laatste krachten zijn neef en erfgenaam vastgrijpt en hem de keel oversnijdt.
Omdat die zich aan een hofdame had vergrepen, kon hij voor Herkinbald geen waardige opvolger zijn. Omwille van die moord weigert de bisschop Herkinbald de laatste sacramenten toe te dienen. Maar de hostie vliegt op eigen kracht vanuit de ciborie in de mond van de stervende. Een goddelijk teken dat Herkinbald geen moord pleegde, maar een strenge en rechtvaardige straf uitvoerde.
B10 HET OORDEEL VAN ZALEUCUS Zaleucus was in de zevende eeuw voor Christus vorst van de Griekse kolonie Locri in Italië. Volgens de Romeinse schrijver Valerius Maximus was zijn wetgeving op de goede zeden bijzonder streng. Zo werden overspeligen gestraft door het uitsteken van beide ogen. Wanneer zijn zoon als eerste betrapt wordt op overspel, wil Zaleucus een voorbeeld van onpartijdige gestrengheid stellen door diens beide ogen uit te steken. Raadgevers en familieleden smeken hem zijn enige erfgenaam te ontzien, waarop Zaleucus zijn eigen rechteroog en het linkeroog van zijn zoon laat uitsteken ‘omdat de ogen van mijn zoon ook mijn ogen zijn’. Het Zaleucus-exempel toont de gebondenheid van de rechter aan de wet en het principe van onpartijdigheid dat niet toelaat om milder te zijn voor eigen familieleden dan voor anderen. Maar het wordt vaker gebruikt als voorbeeld van de mogelijkheid de wet op diverse wijzen te interpreteren.
B11 DE KUISE SUZANNE Een ander populair gerechtigheidstafereel is het wijze oordeel van de profeet Daniël in de zaak van de kuise Suzanne. Het Bijbelverhaal van de kuise Suzanne vertelt hoe de beeldschone echtgenote van de rijke Jojakim tijdens het baden in haar tuin begluurd wordt door twee oude rechters. Wanneer zij weigert in te gaan op hun avances, beschuldigen ze haar van overspel en laten haar veroordelen tot de dood door steniging. Vóór de geplande executie beveelt Daniël om beide mannen apart te verhoren over een aantal details, waarop de grijsaards tegenstrijdige antwoorden geven. Uit de confrontatie van hun verklaringen blijkt hun leugen en machtsmisbruik, waarop ze zelf ter dood veroordeeld worden. Doorheen de eeuwen beelden kunstenaars vooral de erotiserende scène af, waarin de ouderlingen de naakte Suzanne bespieden. In gerechtigheidstaferelen ligt de nadruk op de valse beschuldiging of op de rechtvaardige tussenkomst van Daniël.
ZAAL C
HET VEL VAN DE RECHTER Cambyses’ oordeel In 1498, op het hoogtepunt van zijn carrière, voltooit Gerard David in opdracht van de Brugse schepenen een werk voor de raadzaal van het stadhuis. Er is niet gekozen voor een Laatste Oordeel maar voor het legendarische verhaal van de Perzische koning Cambyses uit de zesde eeuw voor Christus. Het werd opgetekend door de Griekse historieschrijver Herodotus en in Vlaanderen vooral verspreid via Latijnse werken van Valerius Maximus. Sisamnes, een van de opperrechters van de koning, heeft zich laten omkopen en bijgevolg niet rechtvaardig geoordeeld. De koning ontheft hem uit zijn ambt en veroordeelt hem tot een verschrikkelijke straf: de rechter wordt levend gevild en met zijn huid wordt de rechterstoel van zijn opvolger en zoon, Otanes, bekleed. In de zestiende en zeventiende eeuw wordt dit verhaal herhaaldelijk afgebeeld op schilderijen en prenten in de context van gerechtigheid. In die latere voorstellingen is vooral de scène met Otanes - bij
Gerard David helemaal bovenaan rechts op het tweede paneel - erg populair. Bij sommige schilders en prentkunstenaars wordt het verhaal zelfs gereduceerd tot een voorstelling van de stoel met de gestroopte huid. Een afschrikwekkend beeld dat kon volstaan als ultieme en constante herinnering aan de gevolgen van corrupte rechtspraak.
C1 Het oordeel van Cambyses / 1498 Gerard David
olieverf op paneel / Brugge, Groeningemuseum
Naar analogie met het gerechtigheidsverhaal van keizer Otto III dat Dieric Bouts rond 1475 schildert voor het stadhuis van Leuven, verbeeldt David het verhaal in vier scènes, verspreid over de twee grote panelen: het aannemen van de omkoopsom, de arrestatie van de rechter, de gruwelijke strafuitvoering en Otanes op een rechterstoel overtrokken met de huid van zijn vader. Hoewel het verhaal zich afspeelt in de zesde eeuw voor Christus, plaatst David het in een eigentijdse setting met vijftiende-eeuwse kledij en in de achtergrond de Brugse Poortersloge (linkerpaneel) en het stadhuis (rechterpaneel). Op die manier kunnen toeschouwers zich beter inleven. Mogelijk zijn de gezichten van de onbewogen omstaanders portretten van de Brugse schepenen.
C2 Het oordeel van Cambyses miniatuur uit La Sale van Antoine de la Sale / 1461
Loyset Liédet
Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, Handschriften
Gerard David werd hoogstwaarschijnlijk geïnspireerd door deze miniatuur van Liédet, werkzaam in Brugge voor het
Bourgondische hof. Liédet verlucht dit manuscript met 37 miniaturen met historische en Bijbelse scènes, de meeste in grisaille, een techniek die hij zelden beoefent. Dit is niet de vroegst gekende voorstelling van het Cambysesverhaal, maar wel de eerste met de villing en dan nog op zo’n gruwelijke, gedetailleerde manier. Een aantal details neemt David bijna letterlijk over: de beul klemt zijn mes tussen de tanden, een staande figuur telt argumenten op zijn vingers en de meute verzamelt zich rond het gebeuren. Ook de arrestatiescène is hoogstwaarschijnlijk geïnspireerd op een miniatuur uit dit boek met een voorstelling van de moord op Julius Caesar.
C3 De arrestatie van Sisamnes / ± 1576-1600 Antonius Claeissens
olieverf op paneel / Brugge, Groeningemuseum
Dit is de enige gekende voorstelling van het Cambysesverhaal waar de focus ligt op de aanhouding van Sisamnes. Claeissens baseert zich hiervoor duidelijk op het honderd jaar eerder geschilderde linkerpaneel van David. Ook hij beeldt op de achtergrond van de aanhouding de omkoping af. Het paneel werd vermoedelijk besteld door de magistraat van het Brugse Vrije. De geïndividualiseerde gelaatstrekken en eigentijdse kledij van de figuren wijzen erop dat dit een groepsportret is. Sommige aanwezigen lijken trouwens op
figuren in het allegorische Feestmaal dat Claeissens schilderde voor het stadhuis (D2/3).
C4 Het oordeel van Cambyses / 1597 Jean de Saive
olieverf op paneel / Namur, Collections Ville de Namur
Jean de Saive schildert voor het stadhuis van Namen een drieluik, waarvan enkel de zijluiken bewaard blijven. Het verloren middenpaneel stelde wellicht een Laatste Oordeel voor. Op de buitenluiken - zichtbaar wanneer de triptiek gesloten werd - zien we twee episoden van het Cambysesverhaal: links de villing en rechts Otanes op de rechterstoel, met de huid van zijn vader die naast hem aan de muur hangt. Sisamnes wordt niet liggend gevild, maar rechtopstaand, vastgebonden aan een zuil. De taferelen zijn geschilderd in grisaille, een techniek die vaak gebruikt werd op buitenluiken. Op de binnenluiken staan portretten van de Naamse schepenen, geĂŻdentificeerd door hun wapenschild en een opschrift.
C5 Het oordeel van Cambyses / ± 1628-1680
Remoldus Eynhoudt naar Peter Paul Rubens ets / Brugge, Groeningemuseum
In 1623 schildert Rubens twee gerechtigheidstaferelen voor het stadhuis van Brussel: een Salomonsoordeel en een Oordeel van Cambyses. Beide werken worden tijdens de bombardementen van 1695 vernield, maar zijn gekend door verschillende kopieën en via prenten. Op deze ets van Eynhoudt zien we hoe Otanes eerbiedig buigt voor Cambyses, die hem benoemt tot rechter. Terwijl de koning hem de ceremoniële rechterstaf overhandigt, wordt de huid van zijn vader als een baldakijn boven hem gespannen. Typisch voor de barok is de focus op een enkele, dramatische scène, terwijl in eerdere versies verschillende taferelen een doorlopend verhaal vormen.
KABINETTEN D
GERECHTIGHEID IN DE PRAKTIJK In deze kabinetten staan we stil bij de rechtspraktijk in de late middeleeuwen en vroegmoderne tijd. Tijdens het ancien régime is er geen scheiding der machten, dus geen onafhankelijke rechterlijke macht. Vooral het gewoonterecht is van toepassing, met lokale regels en procedures die geleidelijk gegroeid zijn en mondeling worden overgeleverd. Vanaf de late middeleeuwen gaan geschriften een steeds belangrijker rol spelen in recht en gerecht. Aan de universiteiten wordt het Romeinse en kerkelijke recht bestudeerd en dit ‘geleerde’ recht sijpelt door in de praktijk. Er treedt professionalisering in, met nieuwe beroepsgroepen als advocaten, procureurs en gerechtsdeurwaarders. Voor de hogere juridische functies is een universitair diploma nodig. Vanaf 1530 wordt het gewoonterecht op bevel van de vorst opgetekend. Pas met de Franse Revolutie zal een nieuw rechtssysteem ontstaan, een kind van de Verlichting, dat vandaag nog grotendeels van toepassing is.
Kabinet D2 en D3 focussen op de rechtspraak in Brugge en op de Brugse jurist Joos de Damhouder, een veel geciteerde autoriteit in het straf- en strafprocesrecht. Het voorlaatste kabinet toont een fascinerend aspect van het ‘exemplarische’ strafrecht in het ancien régime: de bloederige folterpraktijken en executies. Eerst gaan we in kabinet D1 dieper in op een thema dat al eerder aan bod kwam: het belang van rechtvaardige rechters.
KABINET D1 RECHTVAARDIGE RECHTERS De talrijke uitbeeldingen van het Cambysesverhaal in de vorige zaal illustreren het belang van rechtvaardige en onomkoopbare rechters. Elke wereldlijke rechter moet beseffen dat hij een bijzondere opdracht heeft, waarover hij op de laatste dag verantwoording zal moeten afleggen. Alleen verantwoording verschuldigd aan God, beschikt de rechtbank over de macht om te oordelen over leven en dood. De rechter moet oordelen op aarde zoals God bij het Laatste Oordeel. Hij moet eerlijk en onpartijdig zijn en emoties mogen het rechterlijk oordeel niet beĂŻnvloeden. Zoals bij elke vorm van machtsuitoefening, loert ook bij de rechtspraak machtsmisbruik om de hoek. In het bijzonder corrupte rechters komen veel aan bod in literatuur en kunst, zoals in het Laatste Oordeel van Maastricht en in het Oordeel van Cambyses. Ook in de hier tentoongestelde glasramen, tekeningen en prenten laten rechters zich omkopen.
D1/1 Litis Abusus (Misbruik in procesvoering) / ± 1597 Philips Galle
gravures Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, Prentenkabinet
In deze reeks van acht prenten worden misbruiken in procesvoering gehekeld. Vooral het pleitziek gedrag van advocaten en de dure en lange processen worden op de korrel genomen. Ook rechtsgeleerde Joos de Damhouder - die in kabinet D3 uitgebreid aan bod komt - ergert zich aan het feit dat er te weinig eerlijke advocaten zijn. In plaats van hun cliënten te adviseren om zo veel mogelijk compromissen te sluiten, raden ze hen uit pure geldzucht aan om steeds nieuwe procedures in te leiden. 01 Egoïsme verdrijft de deugden 02 Misbruik van het handelsrecht 03 Begeerte en andere slechte raadgevers voor het proces 04 Drie zakken (papier, geduld en geld) voor het proces 05 Wie procedeert veronachtzaamt de rest 06 Slapeloze nachten voor wie procedeert 07 Gevaren van het proces 08 De dood van de procederende mens
D1/2 Gerechtigheid, Waarheid en Vernuft geketend / ± 1521-1528
Toegeschreven aan Albrecht Dürer
houtsnede / Amsterdam, Rijksmuseum
Op deze satirische prent zit een bedrieglijke rechter, herkenbaar aan zijn gerechtsroede, op een verhoog. Boven hem prijkt het opschrift: ‘Ich bin die Betrugnus’ (‘Ik ben de bedriegerij’). Het wiegje met het slapende kind aan zijn voeten staat voor vredelievendheid. Links zitten de personificaties van de gerechtigheid (van wie de polsen zijn vastgemaakt met een stok), de waarheid (van wie de lippen met een slot zijn verzegeld) en het verstand (van wie de vingers zijn vastgezet met een klem). De boodschap is duidelijk: met een valse rechter worden gerechtigheid, waarheid en verstand machteloos.
D1/3 De onomkoopbare rechter ontwerptekening voor een glasraam / ± 1565-1574
Dirck Pietersz. Crabeth
tekening / Amsterdam, Rijksmuseum
Crabeth is een van de weinige kunstenaars die niet alleen glasramen ontwerpt, maar die ze ook zelf beschildert. Hij heeft een sterke voorkeur voor rechthoekige glaspanelen, zoals te zien in deze ontwerptekening. De rechter in het
tafereel wordt benaderd door een arme en een rijke man. Terwijl de arme man schuchter knielt, legt de rijke man een aantal munten bij hem neer. Het is gissen of de rechter zich zal laten beïnvloeden door het geld.
D1/4 Allegorie van de rechtvaardige rechtspraak / ± 1525-1550
Pieter Coecke van Aelst I
gebrandschilderd glas / Gent, STAM
Dit glasraam is niet gesigneerd, maar kan worden toegeschreven aan Pieter Coecke van Aelst I op basis van stijl, onder meer door de grotesken en andere renaissancemotieven. De rechter, gerechtsroede in de hand, moet een oordeel vellen in een geschil tussen een arme boer en een rijke ambachtsman die de rechter probeert om te kopen. Een moraliserend opschrift in de cartouche onder de voorstelling maant aan tot rechtvaardige rechtspraak.
D1/5 Niet-geïdentificeerde scène / ± 1525-1540 Anoniem
gebrandschilderd glas / Zuid-Duitsland, Privécollectie
Op de voorgrond zijn vier mannen in gesprek terwijl ze naar een geldbeugel wijzen. Twee mannen nemen hun hoed af uit respect voor de figuur met gerechtsroede. Komen zij een
rechtszaak bepleiten? Door een deuropening zijn we getuige van een scène in de achtergrond. Daar troont de man met de gerechtsroede, met voor hem wellicht dezelfde mannen. De rechter, leunend op zijn rechterhand, lijkt te slapen. Als de rechter slaapt, krijgt onrecht vrij spel. Of houdt de rechter de hand tegen het rechteroor als teken van hoor- en wederhoor, waarbij elke partij in gelijke mate het recht op verdediging wordt gegeven?
D1/6 De omkoopbare rechter / 1525 Anoniem
gebrandschilderd glas / Zuid-Duitsland, Privécollectie
De rechter op dit glasraampje is niet blind voor het goud. De weegschaal in zijn rechterhand raakt uit balans door de munten van een rijke man. Met een verbaasde blik aanschouwt de rechter hoe de punt van zijn zwaard als kaarsvet smelt.
D1/7 De omkoopbaarheid van het gerecht / 1510 Anoniem
gebrandschilderd glas / Zuid-Duitsland, Privécollectie
De naakte dames op dit glasraampje stellen Justitia (met zwaard) en Veritas (met boek) voor. De man achter Justitia strooit goudstukken over haar uit, terwijl Veritas het spreken
verhinderd wordt door een slot op haar mond: in geval van omkoping is justitie machteloos (haar zwaard rust op de grond) en blijft de waarheid verborgen. Dit ruitje bevond zich wellicht in een privéwoning, waar een kritisch werk immers gemakkelijker een plaats vond dan in officiële gebouwen.
D1/8 Allegorie van de rechtvaardige rechtspraak / ± 1525-1550
Pieter Coecke van Aelst I
gebrandschilderd glas / Gent, STAM
Dit glasraam verbeeldt het gezegde ‘de dwaas zetelt in waardigheid, de wijzen zitten op de laagste trap’. Anders gezegd, alles loopt fout als de dwaas aan de macht is en de wijzen niets te zeggen hebben. De dwaas, de figuur onder het baldakijn, lijkt met een opgerolde akte (een proceduredocument?) in de hand op een rechter. Het glasraam maakte -samen met D1/4 - wellicht deel uit van een serie die mogelijk een openbaar gebouw zoals een stadhuis of vierschaar decoreerde, zoals de meeste glaspaneeltjes in deze zaal. Ze hadden er niet alleen een decoratieve, maar ook een belerende functie.
D1/9 Allegorie op de Gentse rechtspraak / 1697 Jan van Cleef
olieverf op doek / Gent, STAM
Dit schoorsteenstuk werd gemaakt voor de griffie van het Gentse schepengerecht van Gedele, een instelling die onder meer bevoegd was voor de voogdij over minderjarigen. Het toont twee kardinale deugden: Fortitudo of Kracht links, met zuil en zwaard en voor haar een vuurtje, en Gerechtigheid rechts, met zwaard en weegschaal, die een slang verplettert, symbool van het kwade. De vrouw met brief tussen hen in, de personificatie van het gerecht, brengt een zegelring naar haar mond, en verwijst zo naar de geheimhoudingsplicht van de schepenen-rechters. Twee personages verfraaien het werk: onderaan leunt een naakte putto tegen het wapenschild van Gent en boven houdt een engelachtig figuur een lauwerkrans vast.
KABINET D2 RECHTSPRAAK IN BRUGGE Voor de Franse Revolutie is er in de Nederlanden een lappendeken van jurisdicties. Ook in Brugge zijn er verschillende rechtbanken actief. De Bruggeling kan, naargelang de aard en de plaats van de feiten, voor diverse rechtbanken gedaagd worden. Binnen de stadsmuren is de stedelijke schepenbank het belangrijkste gerecht. De rechtbank van het Brugse Vrije is bevoegd voor de kasselrij, een uitgestrekt bestuurlijk gebied rond Brugge, begrensd door de Noordzee, de Westerschelde en de Ijzer. De Proosdij is het bestuur van de kerkelijke dubbelheerlijkheid van het Proostse en het Kanunnikse, verbonden aan de Sint-Donaaskerk. De proosten van het kapittel van Sint-Donaas spreken recht over een aantal stadswijken en tientallen dorpen buiten Brugge. Al deze instellingen zetelen op de Burg, het hart van de stad. Het stadsgezicht van Van Meuninckxhove toont het stadhuis, het Landhuis van het Brugse Vrije en de barokke Proosdij. Ook de Sint-Donaaskerk, afgebroken na de Franse Revolutie, is afgebeeld.
De Raad van Vlaanderen, in het Gentse Gravensteen, controleert tijdens het ancien rĂŠgime de lagere rechtsinstellingen en oordeelt over ernstige misdrijven zoals majesteitsschennis - en burgerlijke zaken in beroep. Vanaf 1473 zetelt in Mechelen, overkoepelend voor de Nederlanden, het Parlement, vanaf 1504 de Grote Raad.
D2/1 Het Brugse stadhuis uit: Over de grootdadigheit der breedvermaarde regeringhe van de stad Brugghe van Joos de Damhouder / 1684
Anoniem
gravure / Brugge, Openbare Bibliotheek
Deze illustratie met het Brugse stadhuis verscheen in Damhouders Over de grootdadigheit der breedvermaarde regeringhe van de stad Brugghe, een lofrede op zijn stad en haar instellingen. Hij voegt deze toe aan zijn juridisch traktaat Patrocinium pupillorum, verschenen in Brugge in 1544 en bijgewerkt in 1564. Het handelt over de voogdij over weeskinderen en zwakzinnigen en over de organisatie van de armenzorg in Brugge. In die tijd woedt een fel debat over wie de armenzorg moet organiseren: de plaatselijke kerk of de stad. Damhouder, op dat moment raadspensionaris van de stad, kiest vol overtuiging voor de laatste oplossing.
D2/2 Zitting in de schepenkamer van het Brugse Vrije / 1659
Gillis van Tilborgh
olieverf op doek /Brugge, Museum Brugse Vrije
Dit schilderij werd door de schepenen van het Brugse Vrije besteld bij de Brusselse kunstenaar Gillis van Tilborgh. De opdrachtgevers worden voorgesteld tijdens een rechtszitting in hun schepenkamer, die getrouw is weergegeven met de monumentale renaissanceschouw, een ontwerp van Lancelot Blondeel. Aan de muur links herkennen we een topstuk van het Groeningemuseum: het Laatste Oordeel van Pieter Pourbus (A4). Het hing op zijn oorspronkelijke plaats in het Landhuis van het Brugse Vrije tot in de negentiende eeuw. Na restauratiewerken aan het gebouw werd het vervangen door een kopie van de romantische schilder Henri Dobbelaere.
D2/3 Feestmaal / 1574
Antonius Claeissens olieverf op paneel / Brugge, Groeningemuseum
In dit Bijbelse tafereel stuurt de dronken koning Ahasverus zijn bediende om koningin Wasti, die echter weigert te komen, waarop hij haar zal verstoten. Dit werk werd waarschijnlijk besteld door het Brugse stadsbestuur (of door
een van zijn leden) voor het stadhuis. De bekers dragen immers het Brugse stadswapen en de figuren zijn portretten. Opschriften identificeren twee ervan als pensionaris-thesaurier Filips van Belle en stadsmagistraat Jan de Schietere. Het handgebaar van een aantal mannen kan geĂŻnterpreteerd worden als een eedaflegging. Wellicht zweren de mannen als lokale vertegenwoordigers trouw aan hun vorst, de Spaanse koning Filips II, geportretteerd als Ahasverus.
KABINET D3 JOOS DE DAMHOUDER: BRUGS JURIST MET INTERNATIONALE INVLOED Joos de Damhouder wordt geboren in Brugge in 1507 en maakt internationaal naam als rechtsgeleerde. Na studies in Leuven en OrlĂŠans keert hij in 1532 terug naar zijn geboortestad waar hij enkele belangrijke gerechtelijke functies opneemt: advocaat, raadspensionaris van de stad Brugge (vergelijkbaar met de huidige stadssecretaris) en griffier-crimineel (de man die voor vonnissen in strafzaken de pen houdt). Tijdens zijn zoektocht naar goede strafrechtelijke traktaten botst hij op een handschrift van de Gentse rechtsgeleerde Filips Wielant (1441-1520) en eigent het zich zonder scrupules toe. Hij vertaalt het letterlijk naar het Latijn, vult het aan met persoonlijke ervaringen en opzoekingen en laat het in 1554 verschijnen onder zijn eigen naam onder de titel Praxis rerum criminalium. Nog tijdens zijn leven kent dit werk een groot succes: verschillende, ingekorte edities verschijnen in het Frans, Nederlands en Duits en tot in de zeventiende eeuw wordt het meermaals herdrukt. Vernieuwend aan dit juridisch handboek zijn de talrijke illustraties, waarop de auteur persoonlijk toeziet.
Ook zijn Praxis rerum civilium of Practycke in civile saecken, gepubliceerd in 1567, over de procesgang in burgerlijke zaken, kent een internationaal succes. Damhouder overlijdt in Antwerpen op 22 januari 1581.
D3/1 Titelpagina van Practyke Civile van Philips Wielant / 1642
Anoniem
gravure / Brugge, Openbare Bibliotheek
In 1567 publiceert Damhouder een nieuw boek dat handelt over de procesgang in burgerlijke zaken. Het is opnieuw een overname van een werk van Filips Wielant, de Practyke Civile. Op de titelpagina van deze Rotterdamse editie van Wielants werk zien we links de keizer met zwaard en rijksappel en rechts een rechtsgeleerde met boek. Een geblinddoekte Justitia met zwaard en weegschaal in perfecte balans zetelt bovenaan.
D3/2 Consultatie in het kantoor van de advocaat uit: Practijcke in Civile Saecken van Joos de Damhouder / 1649
Anoniem
gravure / Brugge, Openbare Bibliotheek
Deze illustratie bij een hoofdstuk in Damhouders Practijcke in civile saecken benadrukt het belang van goed overleg en advies vooraleer een proces te starten. We zien een advocaat in zijn kantoor: de geleerde jurist schrijft, omringd door boeken. Goed geklede cliënten en geld op tafel wijzen op een ‘dure’ justitie. Aan de muur en in de handen van een van de personages zien we proceszakken. Daarin werden procesdocumenten bewaard. Omdat de zak aan een haakje werd gehangen zolang het proces liep, was ‘de za(a)k hangende’. Betekent de vogelkooi dat de advocaat de procespartij heeft ‘gevangen’?
D3/3 Tortuurscène uit: Praxis rerum criminalium van Joos de Damhouder / 1562
Anoniem
gravure / privécollectie
Damhouders Praxis rerum criminalium is een praktisch handboek voor juristen. Daarin beschrijft hij voor de diverse misdrijven - doodslag, seksuele delicten, vormen van afpersing, diefstal en oplichting … - passende straffen zoals
ze in het gewoonterecht gegroeid waren. Daarnaast worden ook de belangrijkste fases van de strafprocedure, onder meer de tortuur, uitgebeeld. Bijzonder aan het hier getoonde exemplaar is dat op de lege plaatsen voorbehouden voor de houtsneden gravures zijn opgekleefd.
D3/4 Titelpagina van De practyke van civile en criminele saken van Joos de Damhouder / 1656 Anoniem
gravure Brussel, Koninklijke Bibliotheek van BelgiĂŤ, Kostbare werken
Damhouders Praxis rerum criminalium en Praxis rerum civilium zijn gedurende eeuwen juridische bestsellers. Van beide traktaten verschijnen verschillende edities in meerdere talen. Er worden ook gecombineerde edities gepubliceerd waarin beide praxis worden gebundeld. Links en rechts van de titel zien we de (Romeinse) keizer en Vrouwe Justitia. Bovenaan wordt een burgerlijk proces getoond. Onderaan zien we tortuur- en executiepraktijken van het strafrecht.
KABINET D4 EXEMPLARISCH STRAFRECHT In de late middeleeuwen en vroegmoderne tijd proberen rechters de orde te handhaven met strenge vonnissen en bloederige executies. Door middel van wrede, urenlange folterpraktijken probeert men de verdachte tot bekentenissen te dwingen. Voor bepaalde misdrijven wordt de doodstraf uitgesproken. Wie daaraan ontsnapt, riskeert gestraft te worden met lichamelijke en psychische kwellingen. Daarnaast zijn ook strafbedevaarten en verbanningen bijzonder in trek. De gruwelijke straffen hebben een exemplarisch karakter en moeten medeburgers waarschuwen en afschrikken. Daarom worden executies uitgevoerd in de openlucht en meestal op een schavot, telkens voor een grote volkstoeloop. Een fascinerend aspect van het strafrecht zijn de zogenaamde vonnis-, straf- of boetestukken, zoals metalen gerechtigheidsvuisten- en hoofden. De begeleidende plakkaten vermelden de reden van de straf, de datum en de naam van de wetsovertreder. Opgehangen in of nabij vierscharen (gerechtszalen) dienen ze, net als de gerechtigheidstaferelen, als exempla. Deze vonnisstukken worden vooral opgelegd in gevallen van smaad of rebellie
tegenover gezagsdragers. Meestal vormen ze slechts een onderdeel van de straf. De veroordeelde moet vaak ook publiekelijk vergiffenis vragen, een schandstraf ondergaan, een som geld betalen, en soms wordt hij ook verbannen.
D4/1 Gerechtigheidshoofd van Jan Reingoot? / 1558 Anoniem
geelkoper / Veurne, Stadsbestuur van Veurne
In 1558 veroordeelt de stadsmagistraat van Veurne Jan Reingoot voor smaad en bedreigingen tot een drievoudige straf, waaronder het bekostigen van dit gerechtigheidshoofd en de bijhorende plaat. De ring of het slot door de lippen verwijst naar Reingoots opruiende taal, als woordvoerder van een groep landbouwers. In volle oorlog tussen Spanje en Frankrijk hadden Franse soldaten hun paarden gestolen, waardoor zij hun land niet konden bewerken. Gewapend met stokken hadden de boeren op de Veurnse Grote Markt hun ongenoegen geuit tegenover het bestuur van Veurne-Ambacht.
D4/2 Terechtstelling van Joseph Mesure voor het Landhuis van het Brugse Vrije / 1767 Toegeschreven aan Jan Anton Garemijn
olieverf op doek / Brugge, Museum Brugse Vrije
Dit schilderij wordt toegeschreven aan Jan Anton Garemijn, de belangrijkste schilder in het achttiende-eeuwse Brugge. Het toont de terechtstelling van Joseph Mesure, een landbouwer die door de schepenen van het Brugse Vrije ter dood is veroordeeld voor fraude en meineed, zoals te lezen is op het bord rond zijn nek. In de ochtend van 14 maart 1767 stapt hij op de Burg de galgladder op. Rond de veroordeelde verdringt zich een nieuwsgierige menigte en vanuit het Landhuis van het Brugse Vrije op de achtergrond kijken een aantal prominenten toe. Een geestelijke begeleidt de veroordeelde tijdens zijn laatste momenten.
D4/3 Gerechtigheidsvuist / Âą 1405-1417 Anoniem
gedreven zilver / Brugge, Gruuthusemuseum
Deze gebalde gerechtigheidsvuist is uitgevoerd op ware grootte, gemodelleerd naar een echte vuist. Het is onbekend welk misdrijf werd begaan, maar vermoedelijk ging het om een geval van fysieke agressie tegen een wetsdienaar.
Soms wordt een gerechtigheidsvuist ook voorzien van het wapen waarmee de veroordeelde de ambtenaar te lijf is gegaan, zoals een dolk of een bijl. Het dure materiaal wijst er in elk geval op dat de misdadiger niet onbemiddeld zal zijn geweest. De vuist werd ter waarschuwing tentoongesteld in de raadkamer van het Brugse Vrije.
D4/4 Gerechtigheidshoofd van Pieter van der Gote / 1464 Jan van der Toolne
gedreven zilver / Brugge, Gruuthusemuseum
Dit is het enige gekende gerechtigheidshoofd in zilver. Het is vervaardigd door Jan van der Toolne, een Brugse edelsmid die ook opdrachten uitvoert voor de Bourgondische hertog Filips de Goede. Archiefonderzoek linkt deze buste aan Pieter van der Gote uit Dudzele. We weten niet welk misdrijf hij heeft begaan, maar de straffen die de vierschaar van het Brugse Vrije hem oplegt, doen vermoeden dat hij de overheid zwaar heeft beledigd: naast het bekostigen van dit gerechtigheidshoofd wordt hij uit Vlaanderen verbannen. Het hoofd werd, met een metalen hek errond, tentoongesteld in de vierschaar van het Brugse Vrije.
D4/5 Justitia (Gerechtigheid) / ± 1559 Philips Galle naar Pieter Bruegel I
gravure / Antwerpen, Museum Mayer van den Bergh
In de reeks De zeven deugden toont Bruegel de drie theologische (Geloof, Hoop en Liefde) en vier kardinale deugden (Gerechtigheid, Voorzichtigheid, Matigheid en Kracht). In de prent over de Gerechtigheid geeft hij scènes uit de eigentijdse rechtsgang in strafzaken weer. In het midden staat Justitia op een voetstuk. Vooraan rechts wordt een verdachte voor de rechters gebracht. Links en in de achtergrond zien we wrede folterpraktijken, in het bijzonder de watertortuur, en terechtstellingen (onthoofding, ophanging aan de galg, de brandstapel,…). Het lijkt misschien dat Bruegel de zaken hier op zijn kenmerkende manier door de mangel haalt, maar het is helaas een realistisch beeld van het afschrikwekkende strafrecht van zijn tijd.
D4/6 Executiescène uit : Praxis rerum criminalium van Joos de Damhouder / 1565
Anoniem
houtsnede Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, Kostbare werken
Deze prent, in een Duitse editie van Praxis rerum criminalium, beeldt ter afschrikking een aantal spectaculaire lijf- en
doodstraffen af. Op de voorgrond wordt een geblinddoekte man, met crucifix in zijn hand, onthoofd. Wat hoger wordt een man verbrand. Daarnaast wordt een veroordeelde op een ladder omhoog getrokken om te worden opgehangen. Nog iets meer naar boven, op een schavot, wordt iemand gegeseld. De magistraat kijkt aandachtig toe, onder leiding van de baljuw (de lokale vertegenwoordiger van de vorst) die een gerechtsroede in de hand houdt.
D4/7 Titelpagina van Practycke in criminele saecken, van Joos de Damhouder / 1618 Anoniem
gravure / Brugge, Openbare Bibliotheek
Op deze titelpagina van Damhouders handboek prijkt in het midden bovenaan Justitia en wordt in het midden onderaan het gerechtigheidsexempel van graaf Willem de Goede van Holland uitgebeeld: de doodzieke graaf doodt eigenhandig met het zwaard ĂŠĂŠn van zijn baljuws omdat deze ambtsmisbruik heeft gepleegd. Verder zien we praktijken uit het strafrecht, van linksboven en in wijzerzin: het verbranden van terdoodveroordeelden, het onthoofden, de estrapade (het met handen, en soms ook voeten, ophangen aan een katrol) en het vastbinden op het Sint-Andreaskruis, tortuur door hangen en rekken, het stokzitten (met de benen vastgezet worden in een blok) en ten slotte de ophanging.
ZAAL E
JUSTITIA van kardinale deugd tot politiek ideaal Justitia kennen we vandaag als een geblinddoekte vrouw met weegschaal en zwaard. Maar waar komt dat beeld vandaan? Door haar Latijnse naam zouden we kunnen veronderstellen dat Justitia oorspronkelijk een antieke godin was. Dat klopt niet. Justitia is pas ontstaan vanaf de laatantieke periode. Ze was een van de vier kardinale deugden. Naast Justitia (Gerechtigheid) zijn ook Prudentia (Wijsheid/Voorzichtigheid), Temperantia (Matigheid) en Fortitudo (Kracht) cruciaal voor een deugdelijke levenswandel. De deugden worden verpersoonlijkt door vrouwen, elk met eigen attributen. Justitia’s weegschaal staat voor billijkheid en oordeelsvermogen, haar zwaard staat voor strengheid en straf. Beide attributen hebben theologische wortels. In het Laatste Oordeel weegt aartsengel MichaÍl de zielen van de doden met een balans en scheidt de goeden van de kwaden met een zwaard. Ook Christus hanteert vaak een zwaard in het Laatste Oordeel. De blinddoek van Justitia doet pas
rond 1500 zijn intrede. Het attribuut is omstreden: eerst heeft het een uitgesproken negatieve connotatie, maar het evolueert naar een symbool van onpartijdigheid. In diezelfde periode weekt Justitia zich los van de andere kardinale deugden. Voorgesteld als ’koningin der deugden’ wordt ze politiek gerecupereerd. Van dan af gaat ze ‘justitie’ vertegenwoordigen en duikt ze op in het stadsbeeld, waar ze prijkt op gebouwen waar recht werd of wordt gesproken.
E1 Aartsengel Michaël en de heilige Agnes / ± 1490 Colijn de Coter
olieverf op paneel Greenville (South Carolina), Bob Jones Museum and Art Gallery
Colijn de Coter stelt de aartsengel Michaël voor als zielenweger naast de heilige Agnes met haar lam. Met zijn kruisstaf zal Michaël een harige duivel doorboren die graait naar een naakte, biddende vrouwenziel in zijn balans. In de laagste schaal ligt een rood wassen zegel, zoals dat wordt gebruikt door vorsten en hooggeplaatste clerici bij het rechtsgeldig verklaren van documenten.
E2 Aartsengel Michaël doodt Satan en weegt een ziel / 1506
Lucas Cranach I
houtsnede / Amsterdam, Rijksmuseum
De gevleugelde aartsengel Michaël heft zijn zwaard om Satan te doden. Die zit in de gedaante van een draak op een van de schalen van zijn weegschaal. In de andere schaal zit een ziel van een overledene. Links en rechtsboven zijn de schilden met het keurvorstelijk en hertogelijk wapen van Saksen afgebeeld.
E3 Justitia voor het oordeel van Zaleucus en het oordeel van Cambyses / Âą 1590-1638 Willem Jacobsz. Delff
gravure / Amsterdam, Rijksmuseum
Deze gravure toont Justitia tussen twee exempla. Een daarvan is de geschiedenis van Cambyses met de terechtstelling van de corrupte rechter Sisamnes. Links op een bordes zien we Zaleucus die zijn zoon een oog laat uitsteken. Op twee banderollen worden de straffen verklaard in het Frans en het Nederlands, terwijl onderaan een vers onder meer over haar blinddoek vertelt.
E4 Justitia voor het oordeel van Salomon en de gerechtigheid van Trajanus miniatuur uit een verlucht handschrift naar Margarita Philosophica van Gregorius Reisch / 1505
Anoniem
Gent, Universiteitsbibliotheek Gent
Deze miniatuur illustreert een handschrift gemaakt voor Raphael de Mercatellis, abt, bibliofiel en buitenechtelijke zoon van Filips de Goede. De inspiratiebron is een gedrukt handboek, Margarita Philosophica, van de Duitse kartuizermonnik Gregorius Reisch. Dit encyclopedisch overzicht van wat toen als wetenschap gold, bevat twaalf
hoofdstukken, opgevat als dialogen tussen een meester en zijn leerling. De miniaturen tonen de kardinale deugden met hun attributen en daarmee verwante voorstellingen in de voor- of achtergrond. Op deze miniatuur over de gerechtigheid zien we achter Justitia, met rechtsboek en zwaard, vertrouwde gerechtigheidstaferelen: links het Salomonsoordeel, rechts het oordeel van Trajanus.
E5 Allegorie van de gerechtigheid / 1ste helft 16de eeuw Toegeschreven aan Domenico Beccafumi olieverf op doek / Lille, Palais des Beaux-Arts
Deze allegorie toont Vrouwe Justitia als koningin van de deugden. In een cirkel van licht, met zwaard en palmtak in de handen en kroon en kruis op het hoofd, torent ze uit boven de deugden en ondeugden. De ongewone plaats van de weegschaal, op haar hoofd, suggereert dat een rechtvaardig oordeel bepaald wordt door de ratio. Een man overhandigt haar een beeld van Veritas, een verwijzing naar de rol van de Waarheid bij het vellen van een rechtvaardig oordeel. Aan Justitia’s sokkel smeken de geketende hoofdzonden om vergiffenis. De weduwe en wezen vooraan vertegenwoordigen de behoeftigen die in het rechtssysteem een speciale behandeling verdienen.
E6 Mundus Delirans, non sapit, quae dei sunt uit: Veridicus Christianus van Joannes David / 1601
Theodoor Galle
gravure Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, Kostbare Werken
Dit is één van de honderd illustraties uit Veridicus Christianus of Christelijke waerseggher van de jezuïet Johannes David, een moraliserend emblemenboek dat moet aanzetten tot een deugdelijk, christelijk leven. Zoals bij Sebastian Brants Narrenschip (E14) staat een nar een goede rechtsgang in de weg. In de weegschaal die hij boven ‘Mundus Delirans’ - de zotgeworden wereld vasthoudt, worden geloofszaken afgewogen tegen materiële goederen. ‘Mundus Delirans’ laat weelde op vroomheid doorwegen, maar in haar dwaasheid duwt ze de sacrale zaken wel de hoogte in, richting Onze-Lieve-Vrouw. Het embleem wil aantonen hoe de aardse wereld en haar gerechtigheid feilbaar zijn.
E7 Zon der Gerechtigheid (Sol Justitiae) / ± 1497-1501 Albrecht Dürer
gravure / Amsterdam, Rijksmuseum
In deze prent versmelt Dürer Justitia met Christus tot een ‘Sol Justitiae’ (Zon der Gerechtigheid). Deze gemengde
godheid zit op een leeuw met gekruiste benen. In deze pose werden rechters, die ‘een kruis over iemand kunnen maken’ door het doodvonnis uit te spreken, vaak voorgesteld. De leeuw symboliseert de kracht van Justitia, zoals bij Ripa in zijn Forza alla Giustitia. Beheerst door licht, tot de vlammende ogen toe, en zonder blinddoek, ziet Dürers ‘Sol Iustitiae’ alles.
E8 Beschriivinghe vande Wereltsche Iustitie uit: Practycke in civile saecken van Joos de Damhouder / 1626
Anoniem
gravure / Gent, Universiteitsbibliotheek
Vanaf 1562 is in Damhouders Praxis rerum criminalium een ambigue prent opgenomen die de wereldlijke justitie uitbeeldt. Op een troon zit een geharnaste Justitia met twee gezichten. Haar geblinddoekte gezicht kijkt naar de onschuldige wezen, armen en weduwen rechts; haar onbedekte gezicht is onderhevig aan omkoping en kijkt naar de welgestelden links. Zij symboliseert de wereldlijke rechter die beide partijen gelijk moet behandelen. Hij moet onpartijdig oordelen door scherp toe te kijken op wat welgestelden hem meedelen en zijn ogen zachtmoedig sluiten voor zwakke personen. Die wereldlijke rechter, aldus Damhouder, is sowieso feilbaar: perfecte justitie komt alleen God toe.
E9 Christus aan het kruis tussen Maria en Johannes / ± 1525
Bernard van Orley
olieverf op paneel Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen
Dit middenpaneel van een drieluik - de zijluiken zijn niet bewaard - toont de gekruisigde Christus met Maria en Johannes. Daarboven zien we God de Vader en de Heilige Geest in de vorm van een duif. Op wolkenvelden naast het kruis zijn nog twee figuren afgebeeld. Links een vrouw met vier naakte kinderen, met daarboven, in het Latijn, ‘ik zal dit kostbare bloed aan de behoeftigen verdelen’. Het gaat om Caritas (Naastenliefde) en is met zekerheid een portret van Orley’s opdrachtgeefster Margaretha van Oostenrijk. De vrouw rechts, Justitia, is waarschijnlijk een portret van Isabella van Oostenrijk, echtgenote van Christiaan II van Denemarken. Dergelijke personificaties worden zelden op kruisigingsscènes aangetroffen.
E10 Iustitia en Iniustitia / 1594-1595 Hans Vredeman de Vries
olieverf op doek / Gdańsk, Muzeum Historyczne Miasta Gdańska
Dit doek maakt deel uit van een reeks van zeven allegorische schilderijen die Vredeman de Vries tijdens
zijn verblijf in Danzig (Gdańsk) maakt voor de raadzaal van het nieuwe stadhuis. De reeks toont eigenschappen van deugdzaam bestuur en sluit af met het Laatste Oordeel. De aanwezigheid van Vrouwe Justitia op elk van de schilderijen beklemtoont de sterke band tussen justitie en behoorlijk bestuur. Hier zien we de tegenstelling tussen goede justitie met onkreukbare rechters (links) en slechte justitie met corrupte rechters die graaien naar steekpenningen (rechts). Vooraan vinden arme rechtzoekenden links wel en rechts geen gehoor.
E11 De vierschaar van de Brabantse Munt in Antwerpen ontwerptekening voor een schilderij / 1594
Maerten de Vos
tekening / Antwerpen, Rockoxhuis
Dit is de voorbereidende tekening voor een gerechtigheidstafereel dat Maerten de Vos in 1594 schildert voor de rechtbank van de Brabantse Munt (het muntatelier van het hertogdom Brabant met zetel in Antwerpen). Centraal overwint Justitia bedrog en geweld. Historische figuren omringen haar: links Mozes met de tafelen der wet en keizer Justinianus die het Romeinse recht codificeerde; rechts Numa Pompilius, de tweede koning van Rome die sacrale wetten uitvaardigde met achter hem zijn vrouw, de nimf Egeria. Uiterst rechts zien we de Romeinse geleerde Caius
Plinius Secundus. Achteraan de opdrachtgevers, de rechters van de Munt van Brabant in zwarte toga en met molensteenkraag.
E12 Justitiezwaard / begin 16de eeuw Anoniem
staal en leder / Brugge, Gruuthusemuseum
Dit soort zwaard wordt gebruikt in de laatmiddeleeuwse en vroegmoderne rechtspraktijk. De drie belangrijkste executiemethodes in het zestiende-eeuwse strafrecht zijn ophanging aan de galg, verbranding op de brandstapel en onthoofding door het zwaard. Executiezwaarden hebben een ronde of platte punt en een scherp lemmet. Ze dienen namelijk niet om te steken, maar om het hoofd met een horizontale zwaai af te hakken. De betrekkelijk snelle onthoofding met een zwaard geldt trouwens als een relatief pijnloze doodstraf en is dan ook een privilege voor edellieden.
E13 Muntenweegschaal en gewichtendoos / Âą 1750-1755 GĂŠrard de Corduanier
hout en koper / Gent, Universiteit Gent
Kleine en eenvoudig op te bergen weegschaaltjes van dit type werden gebruikt door goudsmeden om de goudwaarde
van munten te beoordelen. De goudweger maakt hierbij gebruik van de koperen gewichtjes in het doosje. Op het etiket van dit exemplaar staat een afbeelding van Justitia, gezeten op een leeuw. Ze herinnert aan de noodzaak rechtvaardig te handelen. Ook in de Bijbel staat immers: ‘Gij zult geen onrecht doen bij het rechtspreken (…). Een zuivere weegschaal, zuivere gewichten (…) zult gij gebruiken’. De zuiverheid van deze weegschaal wordt verzekerd door Gérard de Corduanier, een gezworen ijkmeester die rond 1750 in Brugge werkt.
E14 De nar die Justitia blinddoekt uit: Das Narrenschiff van Sebastian Brant / 1494
Toegeschreven aan Albrecht Dürer gravure / privécollectie
Een geblinddoekte Justitia duikt in de rechtsiconografie voor het eerst op in 1494, op deze aan Dürer toegeschreven illustratie in Sebastian Brants Narrenschip. Met dit maatschappijkritische en moraliserende boek wil de Duitse rechtsgeleerde alle mensen, en in het bijzonder zij die een maatschappelijke verantwoordelijkheid dragen, oproepen om een deugdelijk leven te leiden, door hen met negatieve voorbeelden te confronteren. Op deze houtsnede wordt Justitia geblinddoekt door een nar. Deze spottende voorstelling illustreert een hoofdstuk over onnodige,
uitputtende en dure rechtszaken. Het blinddoeken is een waarschuwing voor zowel de rechtszoekenden als de rechtsdienaren en toont hoe de goede rechtsgang wordt geblokkeerd.
E15 Sancta Iusticia uit: de derde officiële editie van de stadsrechten van Nürnberg / 1521
Albrecht Dürer
ingekleurde en vergulde houtsnede / privécollectie
Deze handgekleurde prent is afgedrukt op de keerzijde van de titelpagina van de derde officiële editie van de stadsrechten van Nürnberg, een verzameling wetten van vooral burgerlijk en procesrecht. De ‘Heilige Justitie’ is hier een gevleugelde engel, gekroond als ‘koningin der deugden’, met een zwaard in de rechterhand en een perfect in evenwicht gehouden balans in de linkerhand. Naast haar zit Abundantia (de Overvloed) die muntstukken over de stad giet. Beneden ondersteunen engelen de stadswapens en het wapenschild van het Heilig Roomse Rijk. De boodschap is duidelijk: als het recht gegarandeerd wordt, kan handel bloeien en rijkdom genereren.
E16 Titelpagina van Derden Placcaet-Boeck van Vlaenderen / 1685 Anoniem
gravure / Gent, Universiteitsbibliotheek Gent
Gerechtigheid en Vrede (Pax) flankeren de titel van deze wettenverzameling. Na 1500 komen deze twee deugden in kunstwerken vaak voor als duo, soms in een innige omhelzing zoals op de tekening van Maerten de Vos, maar ook op de titelpagina’s of frontispices van rechtstraktaten. Idealiter zorgt gerechtigheid voor vrede en orde, het ideaal waar de staatsmacht, die zich op dat moment met de deugd Justitia vereenzelvigt, naar streeft.
E17 Justitia (Gerechtigheid) overwint Violentia (Geweld) / 1579 Johann Sadeler I naar Maerten de Vos gravure / Amsterdam, Rijksmuseum
De kardinale deugd Justitia of Gerechtigheid, met weegschaal en zwaard in de handen, zit op een troon en vertrapt de personificatie van Geweld (Violentia), een halfnaakte vrouw met slangenhaar tussen allerlei rijkdommen. Rijkdom, macht, noch wapens kunnen zegevieren als gerechtigheid heerst.
E18 Prudentia (Voorzichtigheid) en Justitia (Gerechtigheid) / 1537 Cornelis Bos naar Maarten van Heemskerck
gravure Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, Prentenkabinet
Justitia wordt vaak voorgesteld met Prudentia (Voorzichtigheid/Wijsheid). Samen wijzen ze onder meer op de ‘juris-prudentie’, de wijze rechtskennis. Beide deugden zitten hier naast elkaar op een stenen blok. De geblinddoekte Justitia houdt zwaard en weegschaal in haar handen. Ook Prudentia heeft haar attributen bij: een spiegel voor zelfkennis en een slang om haar arm voor voorzichtigheid.
E19 Justitia overwint de zeven hoofdzonden / ± 1570-1613 Antonius Claeissens
olieverf op paneel / private stichting
Omgeven door wolken, verschijnt Justitia met een weegschaal en een vlammend zwaard. Aan de gordel om haar middel zijn de zeven hoofdzonden vastgeketend: wellust, vraatzucht, hebzucht, woede, afgunst, gemakzucht en hoogmoed. De kroon boven haar hoofd en het Bijbelse opschrift op de banderol in de hand van God (‘breek ze met een ijzeren staf’) wijzen erop dat zij de enige is die de
hoofdzonden kan verslaan. Claeissens baseert zich voor dit doek op een ets van Luca Penni, op zijn beurt geïnspireerd op een schilderij van Giorgio Vasari voor het Palazzo della Cancelleria in Rome. Daar combineert Vasari als eerste Gerechtigheid met de zeven hoofdzonden.
E20 Gerechtigheid / ± 1591-1595
Werkplaats van Jacob de Gheyn II
gravure / Antwerpen, Museum Plantin-Moretus
Deze prent maakt deel uit van een reeks die de zeven deugden voorstelt in tondovorm. Een triomferende Justitia, de vierde en centrale deugd in de rij, wordt afgebeeld met een lauwerkrans en een halftransparante, doorgezakte blinddoek. Haar vreemde, wat afwezige blik en volle lippen zijn typisch voor de maniëristische stijl van De Gheyn. Haar borsten en tepels worden geaccentueerd en zijn gericht naar een mannelijk publiek dat overtuigd moet worden om haar - en de andere deugden - te volgen.
COLOFON
DE KUNST VAN HET RECHT Drie eeuwen gerechtigheid in beeld Groeningemuseum / 28 oktober 2016 > 5 februari 2017
Tekst Tine Van Poucke, met de medewerking van Georges Martyn, Stefan Huygebaert en Vanessa Paumen Grafische vormgeving PK Projects Druk Media Luna Catalogus Lees meer over de tentoonstelling in de catalogus die verschijnt in het Nederlands en Engels. Aantal pagina’s: 208 / Prijs: 29,99 euro Uitgegeven door Lannoo Verkrijgbaar in de museumshop en de boekhandel Wij dragen duurzaamheid hoog in het vaandel. Indien u deze bezoekersgids niet wenst mee te nemen, kan u hem achterlaten in het bakje in zaal E. Voor meer info over de randactiviteiten (rondleidingen, stadswandeling, lezingen, congres) www.museabrugge.be
MUSEA
BRUGGE
KENNISCENTRUM VZW.
D5 D4 D3 E
D2 D1
C
A
B
A Hemels oordeel, wereldse rechtspraak B Exempla iustitiae: inspirerende voorbeelden C Het vel van de rechter. Cambyses’ oordeel D Gerechtigheid in de praktijk D1 Rechtvaardige rechters D2 Rechtspraak in Brugge D3 Joos de Damhouder Brugs jurist met internationale invloed D4 Exemplarisch strafrecht D5 Catalogus ter inzage E Justitia, van kardinale deugd tot politiek ideaal