2 minute read

Het Laatste Oordeel van Jheronimus Bosch

Jheronimus Bosch, Laatste Oordeel, circa 1500, olieverf op paneel, 98,7 × 110,7 cm, Brugge Groeningemuseum © Lukasweb – Art in Flanders

Advertisement

Minister van Staat August Beernaert (1829-1912) was niet alleen een groot staatsman maar ook een eminent kunstverzamelaar. Zijn portret, geschilderd door Jacques Lalaing en in 1908 aangekocht door de eerste Vriendenvereniging, siert echter om meer dan één reden de inkomhal van het Brugse Stadhuis. — Door Rudy De Nolf

Bij de voorbereiding van de grote tentoonstelling van Vlaamse primitieven in Brugge in 1902, kreeg Beernaert veel sympathie voor het project én voor tentoonstellingscommissaris baron Henri Kervyn de Lettenhove. Toen deze laatste met een Société des Amis des Musées de Bruges startte, trad Beernaert op als beschermer. Hij was ook de eerste die via de net gestichte vereniging kunstwerken schonk. In 1907 kocht de minister in de kunsthandel een aan Jheronimus Bosch toegeschreven drieluik met het Laatste Oordeel. In 1912 werd het drieluik per testament via de Vriendenvereniging aan de Stad Brugge geschonken.

Toeschrijving In de loop van der jaren werd de toeschrijving aan Bosch meermaals in vraag gesteld. In 2016, naar aanleiding van de 500ste verjaardag van Bosch’ overlijden en de daarbij horende tentoonstellingen, werd het drieluik grondig gereinigd en gerestaureerd door Griet Steyaert. Het Bosch Research and Conservation Project nam, met de steun van de Vrienden van Musea Brugge, een belangrijk deel van de financiering op zich. Na een microscopische studie concludeerde de werkgroep dat het om een authentiek werk van Jheronimus Bosch ging, met enige inbreng van zijn atelier geschilderd tussen 1495 en 1505. Dankzij de restauratie is ook de zwaar beschadigde grisailleschildering met de Doornenkroning op de buitenzijde van de luiken weer gedeeltelijk zichtbaar.

Het einde der tijden Het geopende drieluik blijft intrigeren. Op de buitenluiken zijn het paradijs en de hel te zien. Op het middenpaneel beleven we het einde der tijden. Onderaan heerst totale chaos: de maat der dingen is helemaal zoek, de meest bevreemdende wezens bevolken de aarde. Bovenaan verschijnt Christus om recht te spreken, omringd door engelen met bazuinen en geknielde apostelen. De

klassieke weergave, met Maria en Johannes de Doper aan de zijde van Christus, werd niet gevolgd.

Met de voorstelling op het onderste gedeelte wijkt Bosch nog verder af van de traditionele iconografie waarin engelen de gelukzaligen naar de hemelpoort leiden en duivels de verdoemden naar het hellevuur slepen. Hier loopt de hel verder op het middenpaneel. Op de achtergrond gaat een versterkte stad in vlammen op. De groteske taferelen op de voorgrond stellen de ondeugden voor die heersen over de wereld. Zij laten geen twijfel bestaan over de slechte afloop van dit Laatste Oordeel. Een perfecte illustratie van het vijftiende-eeuwse fin-desiècle pessimisme. Vandaag is dit merkwaardige topwerk opnieuw in zijn volle glorie te bewonderen in het Groeningemuseum. Dat onze Vriendenvereniging zowel bij de verwerving als bij de restauratie een belangrijke rol heeft gespeeld, vervult ons met fierheid.

Bibliografie — M. Ilsink & J. Koldeweij, Jheronimus Bosch, Visioenen van een genie, Brussel, Mercatorfonds, 2016. — J. Koldeweij, P. Vandenbroek, B. Vermet, Jheronimus Bosch, Alle schilderijen en tekeningen, Antwerpen, Ludion, 2001. — T.-H. Borchert, Bosch in detail, Antwerpen, Ludion, 2016.

This article is from: