2 minute read

De minzame Rebecca, heldin op een zeventiende-eeuws wandtapijt

DE MINZAME REBECCA,

HELDIN OP EEN ZEVENTIENDE-EEUWS WANDTAPIJT

Advertisement

Anoniem, De minzaamheid van Rebecca, circa 1650-1660, wol en zijde, 272 × 395 cm, Gruuthusemuseum Brugge

In het vierde museumbulletin van 2017 kon u lezen over De vroomheid van Hannah, een recente aanwinst voor het Gruuthusemuseum. Al in 2000 wordt een ander wandtapijt uit deze reeks verworven door de Vrienden van Musea Brugge, Deminzaamheid van Rebecca. Net zoals bij Devroomheid van Hannah blijft zowel weversatelier als ontwerper (voorlopig) anoniem. — Door Kristel Van Audenaeren

Op dit Bijbelse tafereel uit het Oude Testament staat Rebecca afgebeeld die de knecht van Abraham water geeft. Het verhaal staat beschreven in Genesis 24:11-20. Abraham vraagt aan zijn oudste knecht, diegene die alles voor hem beheert (vermoedelijk gaat het om Eleziër ook al wordt hij niet bij naam genoemd) om een bruid te zoeken voor zijn zoon Isaak. Hij draagt zijn knecht op om de bruid niet in Kanaän te zoeken, waar Abraham al lange tijd woont, maar bij zijn familie in Nahor. Eleziër komt aan bij de bron van Nahor en bidt tot God dat hij een jonge vrouw zal sturen die, als Eleziër vraagt om water, hem dit water zal geven en bovendien zal aanbieden om zijn kamelen water te geven. Rebecca komt bij de bron, Eleziër vraagt haar water en zij biedt daarna spontaan aan om ook de kamelen te laven. De knecht vertelt vervolgens aan haar familie wie hij is, de knecht van de rijke Abraham, hun familielid en vraagt toestemming om Rebecca mee te nemen als bruid voor Isaak. Hij heeft juwelen mee voor Rebecca en krijgt toestemming van haar familie.

Centraal op het wandtapijt zien we Rebecca die de knecht te drinken geeft en tegelijk zien we gecombineerd de volgende scènes: de knecht geeft de juwelen aan Rebecca en daarachter houdt vermoedelijk Laban, de broer van Rebecca, de kamelen van de knecht in toom. De dorpelingen en andere reizigers kijken op de achtergrond toe. De Latijnse tekst in de cartouche bovenaan vertelt over de daad van Rebecca: “affabilitas rebeccae mala aurea in lectis argenteis qui loquitur verbum in tempore suo prov xxv” (vrije vertaling: Minzame (of vriendelijke) Rebecca, zoals gouden appels in zilveren zettingen is het woord gesproken op de juiste tijd. (prov. 25:11)).

In de cartouche onderaan staat “quin et camelis hauriam aquam gen.xxiii” of “zelfs voor de kamelen zal ik water

trekken – gen. 24”. Het ontwerp voor het wandtapijt en de hele reeks die vermoedelijk uit acht wandtapijten bestaat, is heel waarschijnlijk in de omgeving van Pieter Paul Rubens te situeren. De figuren op het wandtapijt vertonen grote stilistische gelijkenissen met figuren uit schilderijen van de meester zelf. Mogelijk werden voor de cartons ook handige samenstellingen gemaakt op basis van Rubens’ tekeningen. Een verdere verwijzing naar de omgeving van Rubens is mogelijk te vinden in de boorden. De boordversiering van De minzaamheid van Rebecca vertoont een grote overeenkomst met deze van De zeven vrije kunsten. Deze reeks wandtapijten waarvan in de Gruuthusecollectie drie wandtapijten te vinden zijn (De apotheose van de zeven vrije kunsten, De dialectica en De astrologia), is ontworpen door een andere leerling van Rubens, Cornelis Schut.

Wat er ook van zij, dit is een virtuoos en evenwichtig uitgewerkt wandtapijt met goed geproportioneerde figuren en mooi afgebeelde kamelen.

Bibliografie — G. Delmarcel & E. Duverger, Brugge en de tapijtkunst, Brugge, Louis de Poortere, 1987. — G. Delmarcel, Het Vlaamse Wandtapijt van de 15de tot de 18de eeuw, Tielt, Lannoo, 2000.

This article is from: