![](https://assets.isu.pub/document-structure/200319090224-f39226b8f7838b58ee06983b6c7a7c20/v1/132be23d3db94fb307f15708e4e333ce.jpg?width=720&quality=85%2C50)
9 minute read
Rudy De Nolf: Marie-Gabriëlle Capets Portrait du Citoyen Suvée, peintre
Portret van een vriend: Marie-Gabriëlle Capets Portrait du Citoyen Suvée, peintre
De aankoop van een klein portretje leidde tot een boeiende zoektocht naar geportretteerde en maker. De vermeende maker is waarschijnlijk het model. Maar wie hield dan het penseel vast?
Advertisement
– Door Rudy De Nolf
Dit verhaal begon met een misverstand. TillHolger Borchert, toen nog conservator van het Groeningemuseum, kocht in 2013 met de centen van de Vrienden van Musea Brugge, op een veiling in Brussel, een miniatuurportretje. In de catalogus werd het toegeschreven aan de Brugse schilder Joseph-Benoît Suvée. Het stelt een zittende man in redingote (lange overjas) voor, met een tekenmap op de knie en een tekenstift in de hand. Enkele maanden en vele discussies later, kwam men tot het besluit dat Suvée niet de maker maar wel de geportretteerde was. Dit bleek onder andere na vergelijking met de portrettekening van Suvée door Joseph-François Ducq in de collectie van het Groeningemuseum. Bleef natuurlijk de vraag wie dit fijne miniatuurschilderijtje dan wel had gemaakt.
Marie-Gabriëlle Capet, Miniatuurportret van Joseph-Benoît Suvée, circa 1799, olieverf op paneel, 28 × 17,5 cm, Groeningemuseum Brugge © Lukasweb – Art in Flanders
![](https://assets.isu.pub/document-structure/200319090224-f39226b8f7838b58ee06983b6c7a7c20/v1/bc5aa41301750b17ad3c3749d9647241.jpg?width=720&quality=85%2C50)
Rudy De Nolf
Met de Franse revolutie stijgt de vraag naar miniatuurportretjes. Het is net alsof, in een tijd waarin het leven weinig prijs heeft, het belangrijk wordt een beeltenis te hebben van de geliefde, de vriend(in), het familielid... Heel wat vrouwen specialiseren zich in dit fijne werk. Schilders zoals Augustin, David en Suvée houden een school voor meisjes – een welkome bijverdienste in deze onzekere tijden. Door het égalité-principe mogen vanaf 1793 ook dames hun werken tentoonstellen op de grote jaarlijkse Salons. Dat is ook voor ons een meevaller, want dankzij de bewaarde catalogi vinden we hun namen en werken terug. Adjunctconservator Laurence Van Kerkhoven bestudeerde de stukken en ontdekte het volgende.
Mademoiselle Capet Op het salon van 1799 stelt een zekere MarieGabriëlle Capet een groot pastelschilderij en een miniatuurschilderijtje van le citoyen Suvée tentoon. In een rapport dat in 1808 aan keizer Napoleon wordt voorgelegd, lezen we deze lovende woorden: “Dès l’exposition de 1796, on vit de bons portraits en
![](https://assets.isu.pub/document-structure/200319090224-f39226b8f7838b58ee06983b6c7a7c20/v1/2c6428b4b0c214ba84ff08ca2f21cfe6.jpg?width=720&quality=85%2C50)
Marie-Gabriëlle Capet, Atelierscène, 1808, olieverf op doek, 69 × 83,5 cm, Neue Pinakothek München
Op dit schilderij uit 1808 verbeeldt Capet erg mooi de rolverdeling: Madame Labille schildert, Vincent geeft aanwijzingen, Marie-Gabrielle houdt het palet vast en kijkt ons ietwat vragend aan.
miniature, au pastel et à l’huile par Mlle Capet. Elle s’est surpassé depuis dans les portraits de MM. Suvée, Houdon, Meynier (…).” Capet was blijkbaar geen onbekende naam.
Toch weten we bitter weinig over de jeugdjaren van deze kunstenares. Ze werd geboren in een eenvoudig gezin in Lyon en kwam in Parijs in het atelier van Madame Adélaïde Labille-Guiard terecht. Deze hield een schilderschool open waar meisjes de kunst van het zo populaire miniatuur schilderen leerden. Zo ook Marie-Gabriëlle die, als we opmerkingen in de pers mogen geloven, snel blijk gaf van groot talent. Ze kon op veel bijval rekenen telkens ze exposeerde. Ze woonde in bij haar lerares en bleef er ook toen deze, na haar echtscheiding, ging samenleven en in 1799 trouwen met de schilder Francois-André Vincent. Op een prachtig schilderij uit 1808, dat nu in München wordt bewaard, verbeeldt Capet erg mooi de rolverdeling: Madame Labille schildert, Vincent geeft aanwijzingen, Marie-Gabrielle houdt het palet vast en kijkt ons ietwat vragend aan. Enkele jaren geleden liep er in het Musée Cognacq-Jay in Parijs een tentoonstelling waar tekeningen van Vincent, deels uit privécollecties, werden getoond. Er was een karikatuur van Suvée bij, waarbij diens lange neus prominent in beeld komt. Toch zit er geen spoor van venijn in de tekening. Er is duidelijk sympathie voor het model, een huisvriend, met wie Vincent samen in Rome aan de Franse Academie had gestudeerd. Suvée zou ook nog eens de buurman van Vincent en Labille worden. Ze woonden alledrie in het Palais des Sciences et des Arts, het vroegere Louvre én hij was getuige op hun huwelijk. Suvée was voor Capet dus zeker geen onbekende.
Op eigen vleugels Tijdens de troebele jaren van de Franse Revolutie zaten familieleden van Vincent gevangen en kwamen sommigen zelfs onder de hakbijl van de guillotine terecht. Suvée belandde in 1794 ook
Hoe dan ook, voor sommige van haar grote miniaturen, en zonder twijfel uit spaarzaamheid, zien we haar enkel ivoorblad gebruiken voor het gezicht; de rest van de ondergrond is karton. Het is op het einde van de achttiende eeuw dat men dit procédé begint toe te passen en Capet was een van de eersten om dit te doen.
een tijdje in de gevangenis. Een jaar later, na de val van de Franse revolutionaire leider Robespierre, wordt Suvée herbevestigd in zijn functie als directeur van de Franse Académie in Rome. In 1799, het jaar waarin ons portretje vermoedelijk werd geschilderd, wachtte Suvée nog altijd op de definitieve toelating om naar Italië te vertrekken. Die kwam er uiteindelijk eind 1801. Was het nakende vertrek de aanleiding om enkele portretjes te maken voor de vriendenkring die achterbleef? In die jaren ging Madame Labilles wankele gezondheid verder achteruit. Misschien stapte leerling Marie-Gabriëlle toen uit haar schaduw en begon ze naast miniaturen ook zelf olieverfschilderijen en pastels te maken, grotere formaten dus. Mijns inziens is het portret van Suvée trouwens geen echt miniatuurschilderijtje, maar een ricordo, een versie in klein formaat of ontwerp van een groter schilderij. Zoals al gezegd, vermeldt de
Röntgenopname, Miniatuurportret Suvée, KIK
![](https://assets.isu.pub/document-structure/200319090224-f39226b8f7838b58ee06983b6c7a7c20/v1/4357253273492d0d3df57c71f22aff49.jpg?width=720&quality=85%2C50)
catalogus van het Salon van 1799 zowel een kleine als een grote versie van het portret van Suvée door Marie-Gabrielle. Ook in de oeuvrecatalogus van Vincent vinden we enkele voorbeelden waarbij telkens zowel het grote als het kleine formaat van een pastel of olieverfschilderij worden vermeld. Het blijkt dus om een courante praktijk te gaan. Ook de techniek, die wordt gebruikt in het portretje van Suvée, lijkt in de richting van Mademoiselle Capet als maakster te wijzen. Bij het schilderen van miniaturen gebruikte men ivoorblad (feuille d’ivoire) als onderligger, zeker voor de ‘incarnaten’ (het gezicht en de handen). Een röntgenfoto van het KIK toont aan dat bij het portretje van Suvée er duidelijk een andere ondergrond is gebruikt voor het gezicht en de handen, meer dan waarschijnlijk ivoorblad dus. In de monografie Gabriëlle Capet par le Comte Arnauld Doria uit 1934 vonden we interessant materiaal dat onze bevindingen lijkt te bevestigen.
Daar lezen we zelfs dat Capet een van de eersten was die het gebruik van strookjes ivoorblad als ondergrond voor het gezicht (en de handen) heeft toegepast rond 1800. Ook de praktijk van kleine versies maken van grote portretten, wordt hier vermeld. “Notre artiste, qui n’avait présenté que des miniatures au Salon de 1798, en fera figurer encore au Salon suivant, mais accompagnées cette fois de quelques pastels, répétés en miniature, des peintres Suvée et Meynier, le premier ami intime de Vincent, (…).” (p. 25. “Onze kunstenares, die enkel miniaturen tentoonstelde op het Salon van 1798, toonde er ook op het volgende Salon, maar deze keer samen met enkele portretten in pastel, herhaald in miniatuurversie, van de schilders Suvée en Meynier. De eerste was een intieme vriend van Vincent (…).”)
Over een gesigneerd miniatuurportret van beeldhouwer Houdon door Capet, dat thans wordt bewaard in het Musée des Beaux Arts in Caen, staat het volgende geschreven: “Le Houdon de Mlle Capet présentait un autre intérêt, purement technique celui-là. Henri Bouchot, qui dut avoir entre les mains un des deux exemplaires, se pose cette question: «Sur quelle matière Houdon avait-il été peint ? Isabey ni Augustin n’avaient encore rendu pratique la plaque d’ivoire réservée pour la tête et collée sur un carton dont on s’efforçait de dissimuler les sutures au milieu d’accessoires ménagés habilement. (…) ce moyen n’est guère employé encore. Gabrielle Capet fut l’une des premières à s’en servir. »” (De Houdon van mej. Capet was vanuit technisch oogpunt interessant. Henri Bouchot, die een van beide exemplaren in handen moet hebben gehad, stelt zich deze vraag: “Op welke ondergrond is de Houdon: geschilderd? Noch Isabey, noch Augustin hadden al voor het gezicht gewerkt met ivoorblad dat gekleefd werd op karton waarbij men de
overgang handig camoufleerde. (…) deze werkwijze was toen nog nauwelijks toegepast. Mej.Capet gebruikte ze als een van de eersten.”)” En verder: “Comme support Mlle Capet se sert quelquefois de carton, habituellement de plaque d’ivoire. (…) toutefois, pour certaines de ses grandes miniatures, et par mesure d’économie sans doute, nous la verrons n’utiliser l’ivoire que pour la tête, le reste du support étant en carton. Dans ce cas, elle le découpait pour y encastrer l’ivoire (…). C’est à la fin du 18e siècle que cet habile procédé commença à être employé et Capet sut, une des premières, en tirer parti.” (“Als ondergrond gebruikte mej. Capet soms karton, maar meestal ivoorblad. (…) Hoe dan ook, voor sommige van haar grote miniaturen, en zonder twijfel uit spaarzaamheid, zien we haar enkel ivoorblad gebruiken voor het gezicht; de rest van de ondergrond is karton. In die gevallen knipte ze in het karton om het ivoor in te passen (…). Het is op het einde van de achttiende eeuw dat men dit procédé begint toe te passen en Capet was een van de eersten om dit te doen.”) Zelfportret? Misschien moet ook het zelfportret, dat Suvée zogezegd in de gevangenis schilderde en dat op de tentoonstelling in Tours te zien was, eerder aan Marie-Gabriëlle Capet toegeschreven worden. Uit haar testament van 20 oktober 1818 leren we dat ze aan de schilder Mesnier, leerling van Vincent, le portrait en pastel de M. Suvée nalaat… Waarschijnlijk had ze daarvan ook een olie op doekversie gemaakt, zoals dat toen gangbaar was.
Bibliografie — Gabriëlle Capet par le Comte Arnauld Doria, Edition d’études et de documents, Paris, 1934. — Musée des Beaux-Arts de Caen, Marie-Gabriëlle Capet (1761-1818), une virtuose de la miniature, Gent, Snoeck, 2014 (tentoonstellingscatalogus). — M.-J. Bonnet, Liberté, égalité, exclusion, Femmes peintres en Révolution (1770-1804), Parijs, Vendémiaire, 2012. — J.-P. Cuzin, Vincent, entre Fragonard et David, Parijs, Arthena, 2013. — S. Join-Lambert & A. Leclair, Joseph-Benoît Suvée (1743-1807), Parijs, Arthéna, 2017.
Joseph-Benoît Suvé, Zelfportret (?), circa 1794, privéverzameling Parijs
![](https://assets.isu.pub/document-structure/200319090224-f39226b8f7838b58ee06983b6c7a7c20/v1/659c6d4e0618028099a341a1c8489ba9.jpg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/200319090224-f39226b8f7838b58ee06983b6c7a7c20/v1/eb42c1bf57ddcbbfa2b145054464600d.jpg?width=720&quality=85%2C50)
Adjunct-conservator Laurence Van Kerkhoven geeft uitleg bij het in 2014, met financiële inbreng van de Vrienden, aangekochte werk van Franciscus Josephus Kinsoen
Colofon
MB, Musea Brugge Magazine, verschijnt driemaandelijks en wordt uitgegeven door vzw Vrienden van de Stedelijke Musea te Brugge
Verantwoordelijke uitgever: Bertil van Outryve d’Ydewalle, p/a Dijver 12, 8000 Brugge
Coördinatie: Sibylla Goegebuer
Eindredactie MB 3-2018: Inge Geysen, Aleid Hemeryck & Geert Souvereyns
Redactie MB 3-2018: Till-Holger Borchert, Rudy De Nolf, Hubert De Witte, Inge Geysen, Sibylla Goegebuer, Aleid Hemeryck, Geert Souvereyns museumbulletin.redactie@brugge.be
Vormgeving: Cedric Verhelst m.m.v. Dimitri Claerhout
Druk: Stevens Print
Musea Brugge Dijver 12, 8000 Brugge T 050 44 87 43 F 050 44 87 78 www.museabrugge.be musea@brugge.be
![](https://assets.isu.pub/document-structure/200319090224-f39226b8f7838b58ee06983b6c7a7c20/v1/fa2997aef9f003b07a0f0baeb244dbb3.jpg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/200319090224-f39226b8f7838b58ee06983b6c7a7c20/v1/d720cdac7ac2b6ed5ee05844e8504dc8.jpg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/200319090224-f39226b8f7838b58ee06983b6c7a7c20/v1/c10a9bed7e397a4c8a174f515251cf66.jpg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/200319090224-f39226b8f7838b58ee06983b6c7a7c20/v1/62ade606ee3228e959606a83119313d5.jpg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/200319090224-f39226b8f7838b58ee06983b6c7a7c20/v1/9c46c8f9afa407bc78bb72acbc57e771.jpg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/200319090224-f39226b8f7838b58ee06983b6c7a7c20/v1/e7dfdbbe4ea3a1c87a9896d38605b3e8.jpg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/200319090224-f39226b8f7838b58ee06983b6c7a7c20/v1/74e6b34b54aecb86fd4ef8e4a6fc7319.jpg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/200319090224-f39226b8f7838b58ee06983b6c7a7c20/v1/38d5ba8b1349e800668972d9f75e1791.jpg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/200319090224-f39226b8f7838b58ee06983b6c7a7c20/v1/2a1dc69283b14907082087f7ec4962df.jpg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/200319090224-f39226b8f7838b58ee06983b6c7a7c20/v1/dbc46ad20712956ed8396dafa6255372.jpg?width=720&quality=85%2C50)