
10 minute read
Vernieuwing Onze-Lieve-Vrouw ter Potterie afgewerkt
HET ‘AGGIORNAMENTO’
VAN HET MUSEUM ONZE-LIEVE-VROUW TER POTTERIE
Advertisement
Het ‘bij de tijd brengen’ van het museum werd in oktober 2020 afgerond met de herinrichting van het voorhospitaal. Een kennismaking met de nieuwe presentatie en een slotbeschouwing.
— Mieke Parez
Bezoekers van Onze-Lieve-Vrouw ter Potterie en lezers van MBM kunnen al een tijd volgen hoe de vaste museumopstelling gefaseerd wordt geactualiseerd. Het ‘aggiornamento’ startte in 2015 in de schatkamer met het kerkzilver en ging in 2017 verder in de grote zaal. In 2019 kwamen de pandgang en de twee kleine zaaltjes aan de beurt, waar onder meer een alkoof en een mooie reeks tinnen schotels werden getoond. In oktober 2020 werd de actualisering afgerond in het voorhospitaal.
Het voorhospitaal is de gang tussen de voordeur en het klooster. Ooit werden hier mensen opgevangen die uit armoede kwamen aankloppen. Pas in de 16e eeuw kwam er een muur tussen het voorhospitaal en de grote ziekenzaal. Het hospitaal had zich ondertussen op de zorg voor bejaarde vrouwen gericht. Vandaag leven zorgbehoevende senioren in een nieuw woonzorgcentrum vlakbij, maar in OnzeLieve-Vrouw ter Potterie wordt de historische benaming ‘voorhospitaal’ verder gebruikt. De kloostergemeenschap heeft er eigen kasten waarin ze onder meer kaarsen, liturgische kledij en antependia (liturgische voorhangsels voor een altaar) bewaart.
Het voorhospitaal is ook voor het museum belangrijk, want hier krijgt de bezoeker een eerste indruk van het erfgoedensemble. Daarom werd de weinig aantrekkelijke, overvolle gang omgewerkt tot een overzichtelijke, mooie ruimte die uitnodigt om binnen te komen. Bij de ingang worden de bezoekers verwelkomd door een portret van een meisje dat de Brugse kunstenaar Mathias De Visch in 1760 schilderde. Het verwijst niet toevallig naar het fundament van dit huis: de devotie voor Onze-Lieve-Vrouw.
In het voorhospitaal toont het museum liturgische kledij en devotionalia, maar ook twee bijzondere werken: een 16e-eeuws reliëf in zwart marmer met de Calvarie en het iconische ‘Mirakelboekje’ uit 1520-1521. Het vertelt in tekst en beeld over wonderbaarlijke gebeurtenissen en genezingen die worden toegeschreven aan de tussenkomst van Onze-Lieve-Vrouw van de Potterie. Vóór de herinrichting werd het Mirakelboekje samen met andere devotievoorwerpen in een grote vitrinekast tentoongesteld. Nu heeft het een eigen vitrinekastje naast de kloosterdeur, wat het belang van het boekje en de band met de nog inwonende kloostergemeenschap van de zusters Augustinessen benadrukt. Het boekje mag uiteraard niet open worden getoond en is digitaal ontsloten*.

Mathias De Visch, Portret van een meisje, 1760, olieverf op doek, © Stad Brugge, foto: Matthias Desmet Mirakelboekje, 1520-21, papier, inkt, folio 8, © Stad Brugge, foto: Matthias Desmet

Voorhospitaal met kast met liturgische textilia, © Dominique Provost Art Photography – Brugge
Schipperen met beschikbare ruimte Bij de herinrichting van het voorhospitaal moest een opstelling worden bedacht rond de kasten van de kloostergemeenschap die nog vrijwel dagelijks in gebruik zijn. Ze nemen een grote hap uit de ruimte, waar we met de herinrichting net het omgekeerde beoogden: de historische gang opwaarderen en de kunstwerken plaats geven om zich te profileren. Daarom moest bedachtzaam met de beschikbare ruimte worden omgesprongen. Een groot doek uit het klooster, met de Kroning van Maria (1641) van de Antwerpse barokschilder Cornelis Schut (1597-1655), dat na een tijdelijk project rond de verwerving van de


Calvarie, © Dominique Provost Art Photography – Brugge
voortekening in de vaste opstelling was gebleven, moet worden gerestaureerd. Zo ontstond meer plaats voor een uitgebalanceerde opstelling van een ensemble van 18e-eeuwse kinderportretten. Bij de ingang kwam er een bescheiden vitrinekast voor paramenten (liturgisch textiel) en op de muur naast de schatkamer een balkvormige vitrine met devotionalia. Enkele 16e-eeuwse glasmedaillons worden niet in het voorhospitaal, maar in de pandgang getoond. De zusters hadden plaats voor een vrouwenportret en een 18e-eeuwse reliekhouder van de Heilige Katharina. Een gepolychromeerd Mariabeeldje is voortaan in de kerk te vinden: de traditie dat pas bevallen vrouwen bij dit beeldje komen bidden, is immers niet verdwenen. De basisprincipes van de herinrichting bleven dezelfde: rust, uniformiteit, een esthetische opstelling en minimalistisch presentatiemateriaal. Dat kwam ook de Calvarie ten goede. Het reliëf in zwart marmer werd door het museumatelier uit een complexe opstelling gehaald en heel eenvoudig ingelijst. Het is nu een blikvanger: ‘less is more’ in dit geval…

Vitrinekast met 16e-eeuwse glasmedaillons en 19e-eeuws ruitje, © Musea Brugge, foto: Steven Kersse
Calvarie toegeschreven De Calvarie stelt de gekruisigde Christus op de berg Golgotha voor, tussen de goede en de slechte Moordenaar, met de Maagd Maria die aan de voet van het kruis het bewustzijn verliest. Het reliëf werd enkele maanden geleden door onderzoekers van het Rijksmuseum Amsterdam toegeschreven aan het atelier van Nicolas II Palardin en Martin Fiacre, een oorspronkelijk Italiaanse beeldhouwersfamilie die in Luik werkte en zich in dit soort reliëfs specialiseerde. Het is uitgevoerd in zwart marmer van Theux, een glanzende, moeilijk te bewerken marmersoort die enkel in Wallonië voorkomt, en werd 1570-1590 gedateerd. Sommige kunstenaars bleven anoniem, maar we tonen ook portretten door Mathias De Visch, zijn leerling Paul De Cock en Augustin Van den Berghe die bij Jan Garemyn en Joseph-Benoît Suvée studeerde. Een Brugs gezelschap, zoals in dit museum gebruikelijk is.
Nog meer devotie
Naast de ingang van de schatkamer met het kerkzilver werd een zwevende vitrine met ex voto’s en devotionalia ingericht. Ex voto’s zijn objecten die gelovigen aan een kerk, klooster, kapel… schenken om God of een heilige te bedanken voor een verkregen gunst of een genezing. De objecten zijn van wisselende kwaliteit. We tonen ex voto’s in was en zilver, devotionele medailles in blik, maar ook een gedateerde (1648) en gesigneerde koperplaat voor het drukken van devotieprenten van de Brugse meester-graveerder François Schelhavere, laatgotische paxtafels en een schotel met OnzeLieve-Vrouw van de Potterie van Joannes Van Giessen. Deze Brugse tinnegieter was tussen 1788 en 1827 werkzaam als vrijmeester (gildelid dat zelfstandig mag werken).
Bijzonder glas, een bijzondere opstelling
De eerste kamer in de pandgang werd voor de herinrichting gesloten met een alledaagse deur waarin vier glasfragmenten waren verwerkt. Het was vermoedelijk een initiatief van rector Alfons Maertens. De 16e-eeuwse medaillons waren bedoeld om van dichtbij te bekijken: de diameter bedraagt nauwelijks 22 cm. Ze stellen de Heilige Maagschap voor waarmee de ‘uitgebreide familie’ van Jezus wordt bedoeld, een engel met een gedateerd schild, en twee heiligen met hun attributen: Nicolaas met de tobbe met de drie kinderen, en Brandanus die in het hospitaal werd vereerd, met het brandende kerkje en de brandhaak. Het ruitje toont het jaartal 1519, maar is 19e-eeuws. Deze fragmenten verdienden een museale presentatie. Ze werden door een glasrestaurator onderzocht en gerestaureerd, en vervolgens in
Kinderdevotieportretten
De muur tussen het voorhospitaal en de kerk heeft de devotie voor Onze-LieveVrouw als thema. Rond het Mirakelboekje werd een ensemble van 18e-eeuwse kinderportretten geschikt. Het zijn jonge kinderen uit de adel – het familiewapen is soms op het doek afgebeeld – en de hoge burgerij van Brugge die door hun ouders ter bescherming aan Onze-Lieve-Vrouw werden opgedragen. De kinderen bieden haar hun hart aan, het symbool voor hun leven. Soms draagt het doek de letters MR, Maria Regina: Maria, Koningin (van de Hemel). Ze is afgebeeld in een hoek van het schilderij, in een waas van wolken of in stralend licht. Zo wordt het bovenaardse karakter van het tafereel benadrukt.

een eigen vitrinekastje met passende verlichting opgesteld. Het is de perfecte illustratie van de uitgangspunten waarop de herinrichting is gebaseerd.
Publieksinformatie
De pandemie bracht ook in Onze-LieveVrouw ter Potterie de digitalisering in versneld tempo binnen. Voor de gebruikelijke publieksinformatie werd een ‘coronaproof’ alternatief bedacht in de vorm van drie digitale highlight tours**. Na de coronacrisis zullen de meeneemborden in vijf talen – een idee van de adjunct-conservator publiekswerking – vermoedelijk opnieuw beschikbaar zijn. Ze werden zo geconcipieerd dat de bezoeker een eigen parcours kan volgen op maat van zijn interesses. De wetenschappelijke objectinformatie werd aangevuld en geactualiseerd waar nodig. Aan de hand van de geboorteakte konden we bijvoorbeeld meegeven dat de geboortedatum op één van de kinderportretten niet 1735, maar 1753 is, het opschrift is dus fout. Een Brugse kantspecialiste onderzocht de kledij van de kinderen: de kleuter naast de deur van het koor draagt een wit jurkje met Franse kloskant in blonde zijde, het meisje bij de ingang een jurk met ‘engageantes’ of afhangende manchetten in broderie, en een randje Vlaamse kloskant aan de hals.
Minder zichtbaar, niet minder belangrijk
Dat de museuminfrastructuur ook de duurzame overstap naar de 21e eeuw maakte, is minder zichtbaar, maar niet minder belangrijk. Onze-Lieve-Vrouw ter Potterie schakelde als eerste locatie van Musea Brugge over op ledverlichting. De inbraakpreventie en brandveiligheid beantwoorden aan de strengste normen. Samen met een gunstig advies qua klimaatomstandigheden liet dit ons toe om de binnendeuren weg te laten. Bezoekers komen binnen via een tochtsas met een schuifdeur en worden in de grote zaal ontvangen aan een eigentijdse balie. En, er is wifi.
Het presentatiemateriaal lijkt gloed nieuw, maar is dat niet altijd. De vitrinekasten met het kerkzilver en de liturgische kledij komen uit de reserves van Musea Brugge en kregen van de medewerkers van het atelier een facelift. Er kon veel in eigen beheer worden gerealiseerd: het atelier dacht met de conservatoren mee en tekende voor de nieuwe opstelling in de grote zaal.
Problematisch in de schatkamer
Bij een project dienen zich soms obstakels en veto’s aan en dat was bij de herinrichting van Onze-LieveVrouw ter Potterie niet anders. In het voorhospitaal konden we ondanks de enorme kasten toch een opstelling realiseren die aansloot bij wat we voor ogen hadden. In de wandvitrine met het Brugs kerkzilver daarentegen is een artistieke opstelling ‘wishful thinking’ gebleven. De kunstwerken zijn op liturgische hoogdagen en bij heel wat kerkelijke activiteiten in gebruik in de kerk en worden na afloop teruggezet. De voorziene asymmetrische opstelling van het monumentale Christusbeeld op een voet van Carel Benninck uit 1770, kon om religieuze redenen niet worden gerealiseerd. Ook de gewenste accentverlichting voor het artistiek uitlichten van details kwam er niet.
Tot slot Wie Onze-Lieve-Vrouw ter Potterie vroeger al bezocht, weet dat met deze herinrichting geen nieuw museum werd uitgetekend. Structureel veranderde er niets en de meeste kunstvoorwerpen bleven waar ze altijd al waren. Er gingen weinig werken in depot en er werd evenmin gekozen om alleen de sterkste te tonen. Onze-LieveVrouw ter Potterie is geen kunsthistorisch museum, maar een caritatief erfgoedensemble met een collectie die topwerken en doorsneewerken telt. We laten ze graag zien en waarderen ze op via voornoemde vernieuwingen.
Het gevoel van rust en ruimte dat de nieuwe opstelling kenmerkt, heeft weinig te maken met het aantal tentoongestelde werken. Het vloeit voort uit enkele
A. Van den Berghe, Marie de Madrid, 1791, olieverf op doek, Halsuitsnijding en mouwen zijn met kant afgewerkt, © Cel fotografie Stad Brugge, foto: Matthias Desmet bewuste keuzes: een warme betontint voor de muren die overal terugkomt, zalen die in elkaar overlopen, diffuus licht in de grote zaal waarbij het daglicht door rolgordijntjes wordt verzacht en de ruimte overal evenveel verlicht is, transparantie en uniformiteit in het presentatiemateriaal, een uitgebalanceerde plaatsing van de kunstwerken en het vermijden van alles wat de ruimte en de opstelling onnodig belast. De invalshoek voor de herinrichting breekt wel met het verleden: de opstelling is museaal waar ze vroeger dicht bij het klooster aanleunde. De historiek en de typische sfeer van het huis werden gerespecteerd vanuit een museaal perspectief. Zo verwijst de reftertafel naar het kloosterleven van de zusters, maar wordt de tafel tegelijk als belangrijk museumobject getoond. De samenwerking met een interieurarchitect zorgde voor een professionele ‘finishing touch’. Zo bleef dit bijzondere museum zichzelf en werd het tegelijk als museum van de 21e eeuw op de kaart gezet. * https://www.museabrugge.be/bezoekonze-musea/onze-musea-en-monumenten/ onze-lieve-vrouw-ter-potterie/highlights ** http://www.erfgoedinzicht.be/collecties
