![](https://assets.isu.pub/document-structure/220810061844-5178c0ca9a6053b7ba48549ff8304c7f/v1/54661df90ba2f6811fb112e0b195b493.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
7 minute read
Tille Pepermans
ZW 20-21
In het kader van Mind the Artist presenteert de Vlaamse kunstenares Tille Pepermans (°1993, Machelen) de expo ZW 20-21 in de benedenzalen van het Arentshuis. Pepermans concipieert voor deze tentoonstelling een reeks nieuwe werken. Daarbij tast zij vanuit haar grafisch universum maatschappelijke en ruimtelijke aspecten af die voortvloeien uit de actuele vormen van sociale distantie en isolement gelieerd aan de COVID-19-pandemie. Voor dit project zocht de kunstenares naar visuele en inhoudelijke aanknopingspunten: het zijn aanzetten, inspiratiebronnen afkomstig uit de verzameling van het Prentenkabinet van Musea Brugge die zij verweeft met haar eigen actuele beeldarchief.
Advertisement
— Michel Dewilde
Tekenkunst: terug van weggeweest? De laatste decennia lijkt tekenen, en de tekening in het bijzonder, opnieuw aan belang te winnen in de wereld van de actuele kunst, al was deze kunstvorm nooit echt verdwenen. Op de belangrijkste tentoonstellingen en biënnales duiken steeds vaker kunstenaars op die zich inlaten met de tekenkunst als autonome vorm. Belangrijk hierbij is dat de tekenkunst het traditionele blad en haar geijkte dimensies combineert met de wereld van de openbare en digitale ruimtes: de tekenaar verlegt de grenzen van de discipline en gaat de dialoog aan met bredere sociale contexten. Tille Pepermans lijkt in haar prille loopbaan aan te sluiten bij deze internationale tendensen. Haar fascinatie voor de tekenkunst startte op vroege leeftijd aan de lokale tekenschool, al koos ze aanvankelijk voor modedesign. Uiteindelijk koos ze voor de opleiding grafisch ontwerp aan de Gentse School of Arts (KASK) en promoveerde er in 2017 tot Master in de grafische kunsten met haar project en thesis Passage Arcade Galerie, waarmee ze de Bruynseraede - De Witte ereprijs won. Bij haar vroegste inspiratiebronnen citeert de kunstenares het oeuvre van Egon Schiele (Tulln, 1890 – Wenen, 1918), de portretten van Léon Spilliaert (Oostende, 1881 – Brussel, 1946) – meer specifiek de grote contrasten tussen licht en donker – en, ten slotte, de complexe werelden van Jheronimus Bosch (‘s-Hertogenbosch, 1450(?) - 1516) of Pieter Brueghel (Brueghel of Breda (?), 1525-1530 – Brussel, 1569). Voorbij deze voorbeelden uit de kunstgeschiedenis bouwt Pepermans vooral aan een eigen hedendaags beeldarchief dat zij voortdurend aanvult en verwerkt in haar grafische collages. Op basis van dit beeldarsenaal schept zij fascinerende werelden, meestal getekend met 6B grafietpotloden op glad papier. Kenmerkend voor haar verhalende werk is het spel met licht en donker. Ze componeert drukke, levendige taferelen, geritmeerd met scherpe contrasten. Regelmatig verlaat Pepermans het tweedimensionale vlak van het tekenblad en begeeft zich in de ruimte waar ze in situ nieuwe werken aanbrengt op muren of ramen.
“ For the artist, drawing is discovery.”
John Berger
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220810061844-5178c0ca9a6053b7ba48549ff8304c7f/v1/7608228ed71c90d549c57f986ce48876.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Virginia Woolf
Het vormgeven aan onthaasting
In haar tekeningen bedenkt Pepermans gedetailleerde, vaak bevreemdende werelden, waarin de tijd lijkt stil te staan. De kunstenares verzamelt motieven, gevonden en gekozen beelden, afkomstig uit de reële en virtuele werelden. Met deze middelen herschept zij een visueel universum opgebouwd uit toegeëigende voorstellingen: het zijn impressies van de actuele cultuur met haar onophoudelijke beeldenvloed waarin we leven. In die zin doet haar beschrijvende werkwijze denken aan de figuur van de hedendaagse flaneur en lijkt Pepermans’ attitude verwant aan voorbeelden uit de modernistische literatuur, zoals beschreven door de Engelse schrijfster Virginia Woolf in Street Haunting: A London Adventure. In dit kortverhaal verhaalt Woolf over een vrouwelijke protagonist die het aanschaffen van een potlood als voorwendsel gebruikt om in de straten van Londen te kuieren. Via het flaneren participeert Woolf aan het spektakel van het moderne leven en schildert en vertelt de moderniteit op zoek naar zichzelf. Maar, in tegenstelling tot Woolfs hoofdpersonage vertelt Pepermans niet via de pen, maar enkel via het potlood: ‘No one perhaps has ever felt passionately towards a lead pencil.’
Met haar gelaagde composities spoort Pepermans aan tot een tragere lectuur van haar werken: door hun detaillering stimuleren ze de stilstand van de toeschouwer in de zin van een verpozing en een aandachtig observeren, het ontdekken van haar verfijnde tekeningen. De kijker wordt vriendelijk uitgenodigd om zich te verstrooien met haar gelaagde voorstellingen, maar ook om zich te vermeien in het beeldige schouwspel van fictie en werkelijkheid. Het genot van het tekenen
Tekenen wordt regelmatig beschouwd als één van de oudste, de meest essentiële en vooral meest directe kunstvormen uit de geschiedenis. Tekenen lijkt aangeboren, het maakt deel uit van het mens-zijn, het wordt letterlijk belichaamd door de mens. Zo schetst, kriebelt iedereen of maken we, vaak onbewust, automatisch droedels uit verveling tijdens vergaderingen of telefoongesprekken.
Voor de Britse kunstcriticus en schilder John Berger, omvat tekenen steeds een ontdekken, een proces naar een volgende stap in het creatieproces. De Amerikaanse kunsthistoricus David Rosand beschouwde tekenen als de fundamentele picturale act, maar tekenen was voor hem ook geen schilderkunst. Voor Rosand houdt het traceren van een enkele lijn, een spoor of teken een transformatie in van het oppervlak van het blad, haar vlakheid wordt geactiveerd in een virtuele ruimte en vertaalt het naar een materiële realiteit van de fictie van onze verbeelding.
Wat de betekenis van de tekenkunst kan zijn voor Tille Pepermans moeten we nog achterhalen, maar uit haar tekenpraktijk blijkt een grote toewijding en motivatie, zelfs een vereenzelviging met de act van het tekenen. Met aandacht en geduld verdiept zij zich in de vaak eindeloze details om de verfijnde composities op het papier of andere dragers aan te brengen. Pepermans staat voor de zin ‘tot’ tekenen. In dat verband kwam een andere auteur voor de geest, met name de Franse filosoof Jean-Luc Nancy en zijn prachtige teksten over de tekenkunst,
Tille Pepermans, Gal(5), 2017, grafiet op papier © Tille Pepermans opgenomen in het boek en de tentoonstelling Le Plaisir au Dessin uit 2007 in het Museum voor Schone Kunsten in Lyon. Nancy verhaalt over het genot van het tekenen: hiermee bedoelt hij het behagen van de act zelf, van het lichaam dat tekent. Hij schrijft over de dynamiek van het schetsende lichaam dat als eerste spoor, als eerste residu, de lijn achterlaat. De filosoof wijst op het genot van zowel de act van het tekenen, als van het kijken naar de tekening. Nancy refereert naar de materialisatie tijdens het tekenen van een hevig verlangen in een daad: letterlijk in een handgreep op de drager. Nancy verwoordt het zo: ‘Dess(e)in (c’est le même mot) : désir de faire venir la forme, c’est-à-dire l’idée. Dessin : idée sensible, ligne qui porte puissance d’infini.’
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220810061844-5178c0ca9a6053b7ba48549ff8304c7f/v1/ea2bc0eb8acdf66c7c0aad979e942ac6.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220810061844-5178c0ca9a6053b7ba48549ff8304c7f/v1/c1a05db4826c05edf484d28dbfe55d9f.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Deanna Petherbridge
ZW 20-21: een pleidooi voor verbinding of individuele contemplatie?
De titel van de tentoonstelling in het Arentshuis ZW 20-21 verwijst zowel naar de grote maatschappelijke thema’s van de afgelopen jaren, als naar de typisch eerder zakelijke opschriften die Pepermans gebruikt voor haar tekeningen. De kunstenares betrekt de toeschouwer in haar kleine of grote vertellingen zonder de lezing van het werk teveel te leiden. Voor dit nieuwe verhaal deelt zij het Arentshuis op in een tweeledige geprojecteerde tekeninstallatie: de kunstenares dompelt de bezoeker onder in twee onderscheiden werelden. Op de muren van de museumzalen projecteert zij haar nieuwe tekeningen op groot formaat en plaatst zij de bezoeker in het midden van haar grafische universum. In de eerste zaal treft het publiek een omgeving bevolkt door tekeningen met heel veel menselijke figuren, afkomstig uit het heden en verleden. Zo verweeft zij haar hedendaagse figuraties met elementen uit de gravures van Brueghel. Pepermans lijkt in deze zaal terug te blikken op de periode vóór de globale COVID-19-pandemie. We ontwaren composities met veel mensen, een omgeving waar verbinding, ontmoeting, sociaal contact de norm waren. We bevinden ons in een wereld waar sociale distantie, besmettingsgevaar of contactvrees niet bestonden. Bij een eerste lezing bevinden we ons in een ideale, warme en humane wereld. Maar, is dit wel zo? De kunstenares laat deze vraag open: misschien moeten we op onze hoede zijn, voorzichtig blijven met een teveel aan of te nauw sociaal contact?
De tweede zaal lijkt een antithese van de eerste. De kunstenares draait de situatie om: de mens verdwijnt uit beeld, en enkel de bezoeker blijft over in een leeggemaakte wereld. Hier krijgen we representaties te zien van schijnbaar verlaten plekken, composities afkomstig uit de natuur, architectuur, stedenbouw. Stuurt Pepermans aan op een confrontatie met de leegte, de sociale distantie als gevolg van de verschillende lockdowns die we ervaren? De leegte als het nieuwe normaal, onze nieuwe realiteit of zelfs het nieuwe ideaal? Of, wijst ze eerder naar de contemplatie van de (lege) ruimte, een tot rust komen, een vorm van bezinning na een bijzonder moeilijke periode? In ieder geval nodigt zij ons uit om het genot van het tekenen met haar te beleven.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220810061844-5178c0ca9a6053b7ba48549ff8304c7f/v1/ec6bb7136fadc6c4d0c20a0b2f0faf2e.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Deze tekst is deels gebaseerd op het interview met Tille Pepermans afgenomen in Gent op 5 juli 2021.
Bibliografie
John Berger, ‘The basis for all painting is drawing’, in: Landscapes. John Berger on Art, Verso London, London, 2016 Jean-Luc Nancy, Le Désir au Dessin, Musée des Beaux Arts de Lyon, Lyon, 2007 David Rosand, Drawing Acts: Studies in Graphic Expression, Cambridge University Press, Cambridge, 2002 Virginia Woolf, Street Haunting: A London Adventure, Vintage Books, London, 1925
Tille Pepermans – ZW 20-21
Arentshuis, 24 september t.e.m. 21 november 2021