3 minute read

De keuze van Bertil van Outryve d’Ydewalle

Next Article
Guido Gezelle

Guido Gezelle

de keuze van

In De keuze van schrijft een medewerker van Musea Brugge over zijn of haar geliefkoosde kunstwerk, object, plaats... Bertil van Outryve d’Ydew alle, voorzitter van de Vrienden Musea Brugge, koos voor het Portret van de familie Villers van Jean Bernard Duvivier.

Advertisement

Ik ben altijd bijzonder gefascineerd geweest door het groepsportret van de familie Villers dat in 1790 geschilderd werd door de Brugse kunstenaar Jean Bernard Duvivier toen hij in Parijs werkte tijdens die bewogen beginperiode van de Franse revolutie. Eerst en vooral omwille van de manier waarop het werk in de Brugse musea terechtkwam. In 1994 liep er in Brugge de nu al legendarische Memlingtentoonstelling die honderdduizenden bezoekers naar hier lokte. De toenmalige museumdirectie had aan de Vrienden gevraagd om in eigen beheer de tentoonstellingsshop te runnen en de catalogus te verkopen. Hiervoor zou beroep worden gedaan op de recent samengebrachte groep vrijwilligers die een tweetal namiddagen in de week een museumwinkel open hielden. Zoals u weet werd het een overrompeling en gingen de boeken en tentoonstellingsgadgets als zoete broodjes de deur uit… De uitbating van die tijdelijke shop bracht – dank zij de tomeloze inzet van talrijke vrijwilligers die duidelijk op voorhand niet hadden geweten waaraan ze begonnen waren - dan ook heel wat geld in het Vriendenlaatje. De Museumdirectie en de Raad van Bestuur van de Vrienden vonden dat al die inspanningen het best konden worden gehonoreerd door met dat geld een belangrijk werk voor de musea aan te kopen. De keuze viel dus op voorgenoemd schilderij dat op dat moment te koop stond bij een Parijse kunsthandelaar. Het vulde wonderwel een lacune op in de Brugse collecties met betrekking tot een periode waarin de Brugse schilderschool internationaal een grote uitstraling had: het neoclassicisme. De oud-leerlingen van de Brugse Academie zoals Suvée, Odevaere, Kinsoen die internationale roem vergaarden in Parijs en Rome waren al goed en met representatief werk vertegenwoordigd in onze musea.

Dat was niet het geval met Duvivier, weliswaar een primus perpetuus van de Brugse Academie maar verder een bijna vergeten Bruggeling, die in Parijs en Rome leefde en daar met zijn schilderijen en tekeningen succes boekte. Maar afgezien van de verwervingsgeschiedenis van dit prestigieuze doek, die dus nauw verweven is met onze vereniging, is het voor mij ook in alle opzichten een intrigerend werk. Het is de voorstelling van een aristocratisch milieu op een breekpunt van de geschiedenis: de Franse revolutie. Terwijl buiten het straatgeweld woedt en de guillotine overuren maakt, kijken we binnen bij deze adellijke familie, wie ze ook mogen zijn (ik heb begrepen dat historici er nog niet uit zijn wie precies die familie Villers was die hier wordt voorgesteld): vader, moeder, twee volwassen dochters en de jonge zoon zijn gegroepeerd rond een medaillon en grisaille dat de trouw voorstelt: een belangrijk houvast in troebele

tijden, trouw aan de familie, als kern van de samenleving, trouw aan de principes en waarden, … Het huiselijke salon in Louis XVI-stijl, waar de scène zich situeert, is muziekkamer en bibliotheek: de veilige haven waar de gecultiveerde mens zich terugtrekt wanneer het buiten crisis is, muziek en boeken die helpen te overleven. De dochter links, met die adembenemende wespentaille, tokkelt op een harp. Achter haar staat een tafelpiano met opengeslagen partituur. Muziek die vertroosting biedt wanneer het buiten wintert. Door het raam zien we een kale boom in een desolaat landschap aan de poorten van Parijs waar de terreur heerst. Het contrast tussen buiten en binnen kan niet groter zijn. Het hele interieur baadt in subtiel licht met zachte kleuren. Het meubilair is chic en eigentijds: de stoel à la reine, de driepotige guéridon en de canapé en gondole. De kledij van de personages met strikken, pluimen, kanten linten, mutsen en jabots, kostbare stoffen, ademt extreme verfijndheid uit. De scène toont de modieuze leefwereld van de aristocratie tijdens het Ancien Regime dat op zijn einde loopt. Vader en zoon dragen nog gepoederde pruiken met pijpenkrul maar ook de pruikentijd zal weldra voorbij zijn. Kortom een voorstelling die de vergankelijkheid, de broosheid van alles wat men als verworven dacht, suggereert. Een dramatisch schilderij dus waarnaar men geboeid kan blijven kijken en waaruit elkeen zijn les(sen) trekt.

Jean Bernard Duvivier (1762-1837), Portret van de familie Villers, 1790, olieverf op doek, Brugge, Groeningemuseum, aangekocht door de Vrienden Musea Brugge, 1995

This article is from: