9 minute read

De 17de eeuw door de ogen van Jacques Callot

Next Article
Voorwoord directie

Voorwoord directie

de 17 de eeuw door de ogen van jacques callot een selectie uit het prentenkabinet van het groeningemuseum

Het Prentenkabinet van het Groeningemuseum geniet nog steeds niet de bekendheid die het verdient. Te weinig mensen zijn op de hoogte van het bestaan, laat staan van de kwaliteit en kwantiteit van haar collectie. Het Groeningemuseum startte daarom anderhalf jaar geleden in samenwerking met de Vlaamse Kunstcollectie met de systematische inventarisatie van de verzameling, die bestaat uit ongeveer 14.000 prenten en 3.000 tekeningen. Digitale ontsluiting en collectiepresentaties moeten een grotere zichtbaarheid geven aan het prentenkabinet. De tentoonstelling, De 17de eeuw door de ogen van Jacques Callot, die van 1 februari tot 20 mei 2013 in het Arentshuis loopt, is hiervan een eerste resultaat. Door VIRGINIE D'HAENE

Advertisement

jacques callot, onbekend en onbemind in belgië De prentkunstenaar Jacques Callot (1592- 1635) is buiten Frankrijk geen grote bekende bij het brede publiek. Nochtans was hij één van de belangrijkste graveurs van zijn tijd en van fundamenteel belang voor de ontwikkeling van enkele technische en esthetische mogelijkheden van de prentkunst. Zijn beroemde prentenseries over bedelaars en de verschrikkingen van de oorlog inspireerden bovendien belangrijke kunstenaars zoals Rembrandt en Goya. Callot vervaardigde ongeveer 1400 prenten, die zowel tijdens als na zijn leven veelvuldig werden heruitgegeven en gekopieerd. Zijn prenten zijn vandaag verspreid over prentenkabinetten in heel Europa. Ook het Prentenkabinet van het Groeningemuseum bezit een ruime verzameling prenten van de kunstenaar, waarvan gedurende

1 Jacques Callot (naar), Battaglia del Re Tessa e del Re Tinta, Groeningemuseum, Prentenkabinet © Dominique Provost

enkele maanden een selectie wordt getoond. Met deze tentoonstelling onthult het museum een verrassend - en tot nog toe onbekend - aspect van zijn collectie. Voor het publiek is het een kennismaking met een intrigerende kunstenaar, voor wie in de Belgische museale wereld tot nog toe nauwelijks aandacht was.

levensloop Jacques Callot werd geboren in Nancy in 1592 als zoon van een heraut van Charles III, de hertog van Lotharingen. Na een eerste opleiding in zijn geboortestad trok hij rond 1610 naar Italië om er zijn opleiding te voltooien. Na een kort verblijf in Rome vestigde hij zich in Firenze, waar hij werkte in opdracht van de invloedrijke familie de' Medici in de Uffizi. Toen zijn beschermheer, Cosimo II de' Medici, in 1621 stierf, keerde Callot terug naar Nancy. Ook hier werkte hij vooral in opdracht, zowel van het hertogelijke hof als van religieuze ordes. Hij maakte in deze periode eveneens een reis naar de Nederlanden. In 1635 stierf Callot, op relatief jonge leeftijd, aan een maagkwaal.

technische vernieuwingen Callot was verantwoordelijk voor drie belangrijke technische vernieuwingen in de etskunst. Een ets is een diepdrukvorm, waarbij de afbeelding in de drukvorm door chemische werking ontstaat. Met een etsnaald wordt een tekening gemaakt in een zuurbestendige laag (de etsgrond), die een koperen plaat bedekt. Deze plaat wordt vervolgens in een zuurbad ondergedompeld. Op de plaatsen waar het vernis werd verwijderd door de tekening, bijt het zuur in de plaat. Zo wordt de tekening in de plaat gebeten of geëtst. Vervolgens wordt de plaat met inkt ingestreken en op vochtig papier afgedrukt. Deze afdruk wordt eveneens een ets genoemd. Callots grootste verwezenlijking is ongetwijfeld het vervangen van de traditionele etsnaald door het échoppe, een etsnaald met ovaalvormige punt, waarmee hij gemakkelijker de zwellende en weer afnemende lijn van de burijn kon imiteren. Verder introduceerde hij een taaier vernis dat beter aan de etsplaat hechtte, waardoor het etszuur niet langer op ongewenste plaatsen terecht kwam. Ten slotte liet hij de plaat meerdere malen bijten en werkte hij met een afdekmethode, waardoor de plaat op bepaalde plaatsen dieper werd gebeten. Hij was hierdoor in staat om uitgesproken licht-donker contrasten te creëren, een hulpmiddel dat hij toepaste om het theatrale effect en de dieptewerking in zijn prenten te vergroten. Callots vernieuwingen werden in 1645 door Abraham Bosse (1602-1676) opgetekend in zijn Traicté des manières de graver en taille douce, het eerste traktaat over de etskunst. Hierdoor waren ze van blijvende invloed voor latere generaties.

oeuvre In zijn omvangrijke grafische oeuvre illustreert Callot de meest uiteenlopende aspecten van de vroeg 17de-eeuwse maatschappij. Zijn prenten combineren een scherpe observatie van de realiteit met een verbluffende verbeeldingskracht. Een selectie van een 100-tal prenten zijn in de tentoonstelling gegroepeerd rond zes thema’s. Ze bieden een wonderbaarlijke inkijk in de leefwereld van de kunstenaar. Hieronder worden de verschillende thema’s en enkele

werken uit de tentoonstelling nader toegelicht.

1. Spektakel Het eerste thema betreft de 17de-eeuwse spektakelcultuur. Firenze ontwikkelde zich vanaf de 15de eeuw tot een belangrijk intellectueel en artistiek centrum door het mecenaat van de heersende familie de' Medici, die een grote voorliefde had voor kunst en theater. Er werden grootse feesten en schitterende spektakels georganiseerd, die de macht en rijkdom van het hof etaleerden. Allerlei kunstenaars, onder wie Jacques Callot, werden aangesteld voor de enscenering van deze spektakels en om ze in prentvorm te vereeuwigen. Een goed voorbeeld hiervan is Battaglia del Re Tessa e del Re Tinta. Callot ontwierp deze prent in opdracht van Cosimo II de’ Medici naar aanleiding van de jaarlijkse spelen op de Arno, die georganiseerd werden tussen de Florentijnse gilden van de wevers en de ververs. In een omlijsting in een waaiervorm stelt de kunstenaar het gevecht op de Arno voor, omgeven door toeschouwers. Deze prent werd tijdens het spektakel op waaiers van karton gekleefd en onder het publiek verdeeld als aandenken aan het gebeuren. Hierdoor bleven slechts weinig originele drukken bewaard. Nancy kende, als residentiestad van de hertogen van Lotharingen aan het begin van de 17de eeuw, een gelijkaardige bloeiende hofcultuur. Eenmaal terug in zijn geboortestad vereeuwigde Callot ook hier de feesten en spektakels van het hof en de stad in zijn prenten. De belangrijkste serie die hij hier maakte, Le Combat a la Barrière, illustreert het feest dat werd gevierd 1 Jacques Callot, Varie figure gobbi di Iacopo Callot, Groeningemuseum, Prentenkabinet, © Dominique Provost

2 Jacques Callot, Admiraal Inghirami brengt Berberse gevangenen voor Ferdinand I, Groeningemuseum, Prentenkabinet © Hugo Maertens

naar aanleiding van het bezoek van de hertogin van Chevreuse aan het hertogelijke hof in Nancy in 1627.

2. Varie figure Callot maakte meerdere prentenseries met verschillende figuren (varie figure) afkomstig uit diverse lagen van de bevolking, gaande van bedelaars tot de hoge adel. Ze representeren de protagonisten van de 17de-eeuwse samenleving in hun dagelijkse doen en laten. Zijn serie met misvormde dwergen, Varie figure gobbi di Iacopo Callot, is - samen met De verzoeking van de heilige Antonius (zie verder) - verantwoordelijk voor het imago van Callot als kunstenaar van groteske fantasiewezentjes, die doen terugdenken aan Hieronymus Bosch (c. 1450- 1516) en Pieter Bruegel (1525/30-1569). Callot maakte eveneens enkele series met figuren uit de commedia dell'arte. Dit was geïmproviseerd komisch theater dat werd gebracht door rondreizende acteurs die vaste personages vertolkten. Callots prenten zijn - ook al combineren zij in feite fantasie en werkelijkheid - nog steeds bepalend voor onze beeldvorming van de toenmalige burleske cultuur en de decors en scenografie van de commedia dell'arte.

3. Oorlog Oorlog en religieuze geschillen waren in de late 16de en vroege 17de eeuw schering en inslag. Callot werd in Lotharingen geconfronteerd met de Dertigjarige Oorlog (1618–1648) tussen het katholieke Heilig Roomse Rijk en de protestantse staten, waarbij Frankrijk partij trok voor de protestanten en de hertog van Lotharingen voor de katholieken. De kunstenaar bracht uiteenlopende aspecten van het leven in tijden van oorlog in beeld: van historische belegeringen en soldatenoefeningen tot een invloedrijke serie over de ellende die de oorlog met zich meebracht voor de gewone burger: honger, ziekte, plundering en de dood. Deze laatste serie heeft heel wat kunstenaars beïnvloed, niet in het minst de beroemde kunstenaar Francisco de Goya (1746-1828), die in een gelijkaardige prentenserie (Los desastros de la guerra) de gruwelijkheden vastlegde die plaatsvonden gedurende de napoleontische invasie in Spanje. Alvorens zijn prenten te etsen, werkte Callot zijn composities steeds nauwkeurig uit in tekeningen. Meer dan duizenden van deze compositiestudies bleven bewaard. Ook het prentenkabinet van het Groeningemuseum bezit een authentieke tekening van Callot, namelijk Admiraal Inghirami brengt Berberse gevangenen voor Ferdinand I (inv. 0000. GRO1772.II). Er bestaan twee tekeningen met een gelijkaardige, doch enigszins gewijzigde compositie, die bewaard worden in Detroit en Firenze. Het zijn voorbereidende tekeningen voor een nooit uitgevoerde prent, die vermoedelijk bestemd was voor de prentenreeks De veldslagen van de Medici. Deze reeks was gewijd aan het leven en de roemrijke overwinningen van de Toscaanse hertog Ferdinand I.

4. Religie Religie was één van de hoekstenen van de 17de-eeuwse maatschappij. Dit gold zeker voor Firenze en Lotharingen, waar de hertogen optraden als fervente verdedigers van het katholieke geloof, zowel tegen bedreigingen van 'buitenaf' (de moslimwereld) als bedreigingen van 'binnenuit' (het protestantisme). Callot vervaardigde vooral in Nancy heel wat religieuze prenten. Ze illustreren het toenmalige katholieke devotionele leven en weerspiegelen de dogma’s en hervormingen van het Concilie van Trente (1545-1563), die moesten leiden tot de triomf van de Katholieke Kerk. De verzoeking van de heilige Antonius is ongetwijfeld het meesterwerk van Callot en vormt een culminatiepunt van zijn technische kunnen, zijn rijke fantasie en zijn voorliefde voor theatrale effecten. Het thema van de verzoeking van de heilige Antonius door de duivel, was al populair in de middeleeuwen, en verwijst naar de christelijke ziel die in verleiding wordt gebracht door wereldse geneugten. In de bosschiaanse hel worden enkele personificaties voorgesteld van de hoofdzonden, zoals de IJdelheid, de Wellust en de Afgunst. In tegenstelling tot middeleeuwse interpretaties van het onderwerp wordt de heilige Antonius niet langer als slachtoffer voorgesteld, maar als overwinnaar: met zijn kruisbeeld houdt hij de duivel op een afstand. Het symboliseert het geloof in de triomf van de Katholieke Kerk, die het kwade overwint.

5. Landschap Callot had ook aandacht voor zijn natuurlijke omgeving. Zijn natuurgezichten zijn zelden pure landschappen, maar wemelen van menselijke en dierlijke bedrijvigheid. Ze bestaan - zoals de rest van zijn oeuvre - uit een combinatie van fantasie en werkelijkheid. Een goed voorbeeld

zijn de Italiaanse landschappen, die enerzijds geïdentificeerde gezichten in Toscane voorstellen en anderzijds gefantaseerde rotsformaties, die afkomstig lijken uit de theaterwereld. Callot vervaardigde ook enkele landschappen met allegorische betekenis. Het beste voorbeeld hiervan is de serie Vita Beatae Virginis Matris dei Emblematibus delineata. Deze reeks bestaat uit zesentwintig emblemen (dit zijn afbeeldingen met verklarende, allegorische spreuken) die betrekking hadden op het leven van de Maagd Maria. Ze dienden ter ondersteuning bij gebeden en meditatie.

6. Stefano Della Bella Het laatste thema in de tentoonstelling is gewijd aan Stefano Della Bella (1610-1664), een Italiaanse kunstenaar van een latere generatie die een met Callot vergelijkbare carrière had. Della Bella leerde etsen in zijn geboortestad, Firenze, bij één van Callots leermeesters, Remigio Cantagallina (c. 1582-1656). Nadien werkte hij in Parijs voor dezelfde uitgever als Callot, Israël Henriet (c. 1590-1661), en vervolgens terug in Firenze voor de familie de’ Medici, in wiens opdracht hij de verschillende festiviteiten van het hof in beeld bracht. Stefano Della Bella vervaardigde duizenden tekeningen en ongeveer 1050 prenten. Net als Callot beeldde hij hierin verschillende aspecten van het 17de-eeuwse stedelijke en landelijke leven af. Vooral in zijn beginperiode onderging hij een grote formele invloed van zijn voorganger. Vanaf de jaren 1630 ontwikkelde hij een persoonlijkere stijl. De selectie van prenten in de tentoonstelling demonstreert de gelijkenissen tussen het oeuvre van de twee kunstenaars.

1 Jacques Callot, De verzoeking van de heilige Antonius, Groeningemuseum, Prentenkabinet © Cel fotografie Stad Brugge

This article is from: