5 minute read
Meester van de Baroncelli portretten
meester van de baroncelli portretten op bezoek in het groeningemuseum
Sinds kort is in het Groeningemuseum een zeldzaam en indrukwekkend paneel uit de late 15de eeuw tentoongesteld, met daarop een voorstelling van Pinksteren. Het schilderij is voorlopig toegeschreven aan de Brugse Meester van de Baroncelliportretten. Helaas gaat het niet om een aanwinst. Een particuliere verzamelaar kocht het werk in 2010 op een veiling in London voor meer dan vier miljoen euro. Op vraag van Till-Holger Borchert heeft hij het werk voor de duur van twee jaar aan het Groeningemuseum in bruikleen gegeven, zodat de Bruggelingen en kunstminnende museumbezoekers uit heel de wereld van dit spectaculaire schilderij kunnen genieten. Door TILL-HOLGER BORCHERT
Advertisement
In zeker zin keert het 15de-eeuwse schilderij terug naar zijn natuurlijke artistieke biotoop te midden van de panelen van Hugo van der Goes en Hans Memling. De anonieme Brugse kunstenaar situeert het bijbelse tafereel in een luchtig interieur met een grote schouw in de achtergrond. Door een houten deur en meerdere vensters kijkt de toeschouwer naar een stedelijk landschap. Het interieur doet denken aan de binnenkamers op schilderijen van Jan van Eyck, Petrus Christus en Rogier van der Weyden, maar lijkt ook beïnvloed te zijn door interieurs van Dieric Bouts, met name de eetkamer op diens Sacramentsaltaarstuk uit Leuven. Net als de binnenruimtes van Christus en Bouts toont ook de Meester van de Baroncelli-portretten dat hij kennis heeft van het lineair perspectief.
De compositie zelf is tamelijk symmetrisch opgebouwd. In het midden van de kamer zit Maria terwijl boven haar de Heilige Geest, in de gedaante van een duif, verschijnt. Ze wordt
1
1 Verluchting met Pinksterthema toegeschreven aan de Meester van de David scènes in het Grimani Breviarium in: Getijdenboek, begin 16de eeuw, Bodleian Library, MS.Douce 256 © Bodleian Library, University of Oxford
2 Meester van de Baroncelli-portretten, Pinksteren, late 15de eeuw © Private Collection, Courtesy of Jean-Luc Baroni Ltd
omringd door elf apostelen boven wiens hoofden de vlam van de Heilige Geest te zien is. De apostelen knielen op de grond of staan in de kamer, maar worden door dit plotselinge verschijnsel verrast. Hun lichaamstaal verduidelijkt hun verbazing. Het is interessant om de fysionomie van de apostelen te vergelijken met de gezichten van de apostelen op de Dood van de Maagd van Hugo van der Goes. Hoewel beide kunstenaars individuele gelaatstrekken nastreven, is het schilderij van Van der Goes veel progressiever op dit vlak. De Meester van de Baroncelliportretten, die vermoedelijk nochtans jonger was dan Van der Goes, is meer conservatief ingesteld. Dit heeft echter vooral te maken met het feit dat de compositie ten dele op een ouder voorbeeld teruggaat. Voor de weergave van de apostelhoofden grijpt de anonieme kunstenaar overduidelijk terug naar het repertoire van Petrus Christus. Het lijkt erop dat hij beroep kon doen op de werkplaatstekeningen van de Brugse meester. Het hoofd van de apostel die links voor de houten deur staat vertoont bijvoorbeeld opvallende gelijkenissen met het portret van een Karthuizermonnik van Petrus Christus uit 1450 (New York, Metropolitan Museum of Art). Maar ook andere apostelgezichten doen ons denken aan Petrus Christus en zijn schilderij Dood van de Maagd uit het San Diego Museum of Art, die in 2002 in Brugge werd tentoongesteld. Misschien gaat de compositie integraal terug op een verloren schilderij van Petrus Christus. In dat geval zou het de enige getuigenis van dit schilderij zijn, want andere kunstenaars zoals Gerard David of Simon Bening lieten zich inspireren door Hugo van der Goes bij de weergave van het thema Pinksteren.
Het is wel opmerkelijk dat er op vlak van uitvoering en stijl verschillen bestaan tussen de Petrus Christus-achtige hoofden en de meer plastisch uitgewerkte portretten van de stichters en enkele van de apostelen. Dit wijst erop dat er misschien meerdere schilders meewerkten aan dit paneel.
2
De toeschrijving aan de Meester van de Baroncelli-portretten werd voor het eerst voorgesteld door Lorne Campbell in 1994. In 2003 behielden Hélene Mund en Didier Martens deze toeschrijving in een uitvoerig artikel over het paneel. De Meester van de Baroncelli-portretten dankt zijn naam aan twee portretten in de Uffizi in Firenze van Pierantonio Bandini Baroncelli en zijn echtgenoot Maria Bonciani. Pierantonio was familie van Maria Baroncelli, de echtgenote van Tommaso Portinari. Feitelijk volgde hij Portinari op als hoofd van de Brugse de’ Medici-bank. De twee portretten in de Uffizi zijn fragmenten van een groter, verloren geheel. Een tweede schilderij, dat aan de meester wordt toegeschreven, behoort tot de verzameling van het Courtauld instituut in Londen maar wordt momenteel in het Victoria & Albert Museum tentoongesteld. Het toont de Heilige Catharina van Bologna met de familie van een stichter, misschien Giacomo di Giovanni d'Antonio Loiani uit Bologna.
Het bekende oeuvre van de Meester van de Baroncelli-portretten is bijzonder klein. Een Annunciatie in het KMSKA, die ooit door Georges Hulin de Loo aan de anonieme meester werd toegeschreven, werd tijdens de tentoonstelling Fake/Not Fake (Brugge, 26/11/2004 - 28/2/2005) als hyper-restauratie van Jef van der Veken geïdentificeerd. Deze ontdekking bemoeilijkt ook de toeschrijving van het bruikleen in het Groeningemuseum, dat veel groter en complexer is dan de andere twee bekende werken van de kunstenaar. Alle drie vertonen wel een opmerkelijke en zeldzame affiniteit met het oeuvre van Petrus Christus. Dit heeft ook
al tot de hypothese geleid dat deze anonieme meester in feite Christus' zoon Petrus de Jonge zou zijn.
Tot heden zijn de stichters niet geïdentificeerd maar het is duidelijk dat het paneel tot de 20ste eeuw in Brugge verbleef. Jacques Petyt maakte in 1860 een reproductie van het schilderij, dat toen werd toegeschreven aan Hans Memling, voor de publicatie van Jacques Gaillards Bruges et le Franc (Brugge, 1857-64). In die tijd bevond het schilderij zich in de verzameling van de familie Rapaert de Grass, waar het tot 1931 bleef. In 1867 werd het paneel als anoniem werk tentoongesteld in de expositie Tableaux de l'ancienne école néerlandaise die door James Weale in de stadshallen werd georganiseerd. Later was het paneel van een "onbekende Brugse schilder rond 1490" ook te zien op de prestigieuze tentoonstelling Les Primitifs Flamands à Bruges in 1902. Friedländer schreef het schilderij echter toe aan Jan Mostaert terwijl Bodenhausen, Valentiner en Bautier aan Gentse kunstenaars dachten. Gezien het paneel alleen op korte tijdstippen publiek toegankelijk was, biedt het feit dat het nu gedurende twee jaar onderdak vindt in het Groeningemuseum een buitenkans om de problematiek van het auteurschap van dit paneel verder te onderzoeken en zo ook nieuwe inzichten te verweven in de Brugse schilderkunst ten tijde van Memling en de Meesters van de Ursula- en Lucialegende.
1 1 Petrus Christus, Portret van een Kartuizer, 1446 © The Metropolitan Museum of Art