3 minute read
Voorwoord directie
beste museumvriend, beste lezer,
Het jaar vliegt voorbij. In de zomerse periode waarin ik dit voorwoord schrijf, hebben we nog maar amper de tijd gehad om terug te blikken op alles wat we in de eerste helft van 2014 gedaan hebben, en tegelijkertijd kijken we nu al vooruit naar een bijzonder druk en veelzijdig programma in het najaar en de winter. Zoals altijd wordt daarvan een staalkaart in het museumbulletin gepresenteerd.
Advertisement
In oktober wordt in Brugge de officiële aftrap gegeven van alle herdenkingen - een vier jaar durend programma - van de Eerste Wereldoorlog in West-Vlaanderen. En dit op 14 oktober, op de kop af 100 jaar na de inval in Brugge door de Duitse legers. In Brugge - dat zoals bekend niet in de frontlinie lag, maar als bezette stad direct achter het front wel een cruciale functie had als militaire haven, garnizoensstad en commandocentrum - hebben we gekozen voor een ongewoon programma. In samenwerking met drie curators is een bijzonder drieluik uitgewerkt dat vanaf 14 oktober in de Stadshallen te zien zal zijn. In samenwerking met het Stadsarchief tekent de alom bekende historica Sophie De Schaepdrijver voor een tentoonstelling over Brugge in de jaren ‘14-‘18: een verhaal over een door de Duitsers bezette stad en dus vanuit het perspectief van de ‘verliezers’. Met de haar kenmerkende eigenzinnigheid en scherpe visie, zal dit zeker een bijzondere en boeiende tentoonstelling worden. Dat geldt ook voor de twee andere luiken, waarvoor topfotograaf Carl De Keyzer en auteur David Van Reybrouck als curator garant staan. De Keyzer heeft - na jarenlang voorbereidend onderzoek - een honderdtal originele glasnegatieven uit de jaren ‘14-‘18 geselecteerd, die gerestaureerd en afgedrukt op groot formaat. Daarnaast heeft hij - als lid van het legendarische foto-agentschap Magnum - een negental Magnumfotografen geëngageerd om nieuwe foto’s te maken. Samen met zijn eigen foto’s belooft dat een spraakmakende tentoonstelling te worden met de Eerste Wereldoorlog als bron van inspiratie. David Van Reybrouck was niet alleen betrokken bij de selectie en samenstelling, maar schrijft ook de teksten die in de tentoonstelling en in de catalogus te zien zijn. Ik kijk in ieder geval uit naar de resultaten van onze jarenlange voorbereidingen.
Dat geldt evenzeer voor het avontuur dat we zijn aangegaan met Ellen Harvey, een van oorsprong Engelse kunstenares die werkzaam is New York en zowel in Europa als in de VS haar sporen ruimschoots verdiend heeft. Zij heeft in het Groeningemuseum haar blik gericht op het minder bekende van zowel het museum als van de stad Brugge - een combinatie van kunstwerken uit onze collecties en eigen werk die belooft te prikkelen. Dat zal zeker ook het geval zijn met de performances die we in september organiseren in het Sint-Janshospitaal met Thierry Delva, van oorsprong een Belg die geldt als een de belangrijkste kunstenaars van zijn generatie in Canada. Zijn (letterlijk) fysieke en emotionele reactie op het werk van Hans Memling wordt het uitgangspunt van een project dat later tot een tentoonstelling zal leiden. Weer iets geheel anders is de presentatie die we in het Gezellemuseum wijden aan de opmerkelijke, enkele jaren geleden gestorven cultdichter, schrijver, performer en kunstenaar Marcel Van Maele. Opmerkelijk is dat dit najaar in drie van onze musea tegelijkertijd drie geheel verschillende, maar ieder voor zich opmerkelijke en eigenzinnige kunstenaars een podium krijgen. De tentoonstelling Virtuoze Maniëristen - waaraan een extra themanummer gewijd is dat u tegelijkertijd met dit bulletin zult krijgen - is dan weer het contrapunt dat we geven met aandacht voor een generatie, in hun tijd niet minder eigenzinnige Noord-Nederlandse kunstenaars die aan het einde van de 16de eeuw furore maakten. Te zien in het Arentshuis. Naar ik hoop geven we u dus meer dan genoeg redenen om dit najaar onze musea te bezoeken.
Manfred Sellink