6 minute read
Marcel Van Maele in meervoud
In 2014 is het vijf jaar gelden dat Marcel van Maele overleed. Zijn geboortehuis is slechts enkele straten verwijderd van het Gezellemuseum. In een interview uit 1996 vroeg Rudy Vandendaele hem of hij nog wist waar en hoe hij de liefde voor de poëzie heeft opgelopen. Van Maele antwoordt: ‘Neen, al heb ik altijd veel van Guido Gezelle gehouden. Mijn vader, die heel weinig las, bezat niettemin het verzameld werk van Gezelle. Lucebert heb ik ook altijd geweldig gevonden.’ Vanaf 13 september wijdt het Gezellemuseum een tentoonstelling aan Marcel van Maele. Door Inge Geysen
De tentoonstelling, samengesteld door de curatoren Johan Pas en Yves T’Sjoen, focust op het werk van Van Maele dat in oplage verschenen is. Zijn dichtbundels uiteraard – bijna dertig in totaal. Naast de ‘reguliere’ bundels verschenen van Marcel van Maele (1931-2009) ook heel wat bibliofiele uitgaven in samenwerking met beeldende kunstenaars. Vooral met Fred Bervoets (°1942) zou hij vaak samenwerken – ‘We waren één vlees en één bloed,’ zei Bervoets over zijn vriendschap met Van Maele. Onder de vleugels van de Antwerpse galerie De Zwarte Panter zouden verschillende grafiekmappen het daglicht zien, waarbij Bervoets de etsen, litho’s of zeefdrukken creëerde en Van Maele de teksten schreef. Maar niet alleen papier was drager van Van Maeles poëzie. Op de planken van literaire podia vertolkte hij met zijn basso profundo (Peter Holvoet-Hanssen) zijn gedichten. Wie deze stem wil horen, kan nog altijd een van de lp’s opleggen waarop Van Maele zijn werk voordraagt. Naast schrijver was Van Maele ook beeldend kunstenaar. Vanaf 1972 begon hij multiples (objecten in oplage) te creëren. In deze objecten speelt de taal/het woord vaak een rol. Dikwijls creëren de objecten verwarring, het zijn objecten die de hersenen doen tintelen, zoals Van Maele het zelf zegt. ‘Die hersencellen zijn niet gewoon om zoveel tegenstrijdigs te verwerken. De grondregel van de linguïstiek is: het woord is maar een symbool, is niet het ding zelf. Het woord is geen stoel. Ceci n’est pas une pipe. Ik vind dat heel belangrijk om te erkennen, om te weten.’
Advertisement
s.o.s. Zijn Gebottelde Gedichten, waarvan meerdere ‘drukken’ verschenen, zijn waarschijnlijk het bekendst wat zijn plastische werk betreft. Zij waren meteen ook de eerste multiple die Van Maele creëerde. Hij bottelde voor het eerst in 1972. Aanleiding was een werkbeursverblijf in Bulgarije. Zijn enorme vrijheidsdrang moest er wel botsen met het bureaucratisch systeem. ‘Als je een grap maakte, dacht iedereen drie keer na of er wel mee gelachen mocht worden. Je had pasjes nodig om binnen te gaan, pasjes
om buiten te gaan. Na drie maanden heb ik ten einde raad zo’n officieel document verscheurd en in een lege fles gestopt. En dan ben ik teruggekeerd.’ In de overstap naar het plastische werk speelde echter ook een zekere ontnuchtering mee. Het beeldende werk dat Van Maele voor 1972 had gemaakt (collages en schilderijen), bereikte geen breed publiek. Ook voor zijn experimentele teksten ging de publieke interesse in dalende lijn - voor een dichter die poëzie op dat ogenblik als communicatie zag, een harde noot om te kraken. Na zijn terugkeer uit Bulgarije stopte hij de gedichten die hij daar schreef in flessen, kleefde er en label op en… zag de flessen vlot verkopen. ‘Ik heb toen gemerkt dat poëzie wel verkoopt als ze niet gelezen hoeft te worden.’
een zoete wraak Een schrijver die zijn werk onleesbaar maakt en de overstap maakt naar de beeldende kunst: dat doet meteen aan Marcel Broodthaers denken. In 1964 zei Broodthaers het schrijversleven vaarwel door 50 onverkochte exemplaren van zijn bundel Pense-Bête in plaaster te gieten. Vanaf dan timmert hij aan de weg als beeldend kunstenaar en neemt daarbij een hoge vlucht. De beide Marcellen vertoefden in de jaren zestig in Brussel en raakten er goed bevriend. Van Maele vernoemde Broodthaers ook regelmatig als beïnvloedende factor. Hij schreef een van de eerste teksten over Broodthaers’ beeldende werk, ‘Mosselen: op en top pop’, voor het tijdschrift Kunst van Nu. In het atelier van Broodthaers kon Van Maele kennismaken met de popart, een stroming die beelden uit de massamedia en dagelijkse gebruiksvoorwerpen ging inzetten. Herkenbare beelden met andere woorden, die makkelijker een breed publiek aanspreken. Als je dat beeld dan ook nog eens in oplage verspreidt, als multiple, zit het wat
1 Marcel van Maele, Hoe bewaar ik mijn boeken? 1993 Privécollectie
2 Marcel van Maele, Gebottelde Gedichten, 1976-2002 Privécollectie
2
1
communicatie betreft plots een pak beter. Begin jaren zeventig komt Van Maele dan ook steeds meer los van de traditionele poëzieop-papier en richt zich op de plastische kunst. Naast multiples maakt hij ook assemblages, tekstschilderijen en composities met wit geschilderde boeken. Toch zal hij het schrijven nooit laten en blijft hij papieren poëziebundels uitgeven. Ook in zijn teksten doet zich een evolutie naar meer openheid en toegankelijkheid
1 Bibliofiele editie In rep en roer, de eerste samenwerking tussen Van Maele en Fred Bervoets Collectie De Zwarte Panter
2 Marcel Van Maele
3 Marcel van Maele, Hoogtevrees, 2005 Privécollectie voor, daar waar hij aanvankelijk met de taal experimenteerde, syntaxis vervormde en interpunctie overboord gooide. Inhoudelijk blijft de weerspannigheid, maar de toon wordt milder. Wanneer Van Maeles gezichtsvermogen in de jaren tachtig achteruit gaat (uiteindelijk wordt hij blind), blijft hij, met de hulp van cassetterecorders, schrijven en optreden. De creatie van objecten wordt wel belangrijker. De uitvoering ervan kan hij aan anderen overlaten maar hij blijft de kwaliteit ervan wel streng controleren.
de verdachte lach Marcel van Maele was dus duidelijk van vele markten thuis en bewoog zich heen en weer tussen woord en beeld en in het gebied daartussen. Johan Pas duidt deze veelzijdigheid als een van de mogelijke redenen waarom het oeuvre van Van Maele onderbelicht is gebleven: voor literatuurwetenschappers te beeldend en voor kunsthistorici te ‘dichterlijk’. Hij ziet nog een andere reden: Van Maeles zelfrelativering en humor. Zijn multiples en objecten vallen inderdaad eerder op door hun speelse lichtvoetigheid, door een ‘no-nonsense absurditeit die in zekere zin logisch overkomt’. Is zijn werk te luchtig voor de
‘serieuze’ kunstliefhebber? Er is tot nu toe inderdaad weinig over Van Maele gepubliceerd. Maar daarin komt verandering. Naar aanleiding van de tentoonstelling in het Gezellemuseum zal een boek verschijnen waarin het ‘werk in editie’ van Van Maele wordt samengebracht. Bij de uitgeverij ASP zal een wetenschappelijke uitgave van zijn experimentele poëzie verschijnen. En tijdens een studiedag in het Letterenhuis op 15 november zal Van Maele in al zijn veelzijdigheid belicht worden. Tijd dus voor een (her)ontdekking.
Genummerd & getekend. Marcel van Maele in Meervoud Gezellemuseum, 13 september 2014 – 18 januari 2015
J. Pas en Y. T’Sjoen (ed.), Marcel van Maele in Meervoud. Catalogus van de boeken, prenten & multipels 1956-2009, Pandora Publishers, Antwerpen, 2014 Y. T’Sjoen en E. van Damme (ed.), Vuurtaal spuwen. Poëzie van Marcel van Maele (1956- 1970), ASP, Brussel, 2014
3
2
Bevlogen en bevangen voor Guido Gezelle
Het woord aanroepen en de zinnen belagen, het woord dat bindt, het woord dat breekt, dat tiert en giert en verder viert, dat kruipt en sluipt en zich verderstrekt of dichtgeklapt wat bekken trekt.
Ik luister naar uw gedicht dat mij soms wankelen doet en schrijf het mijne met mijn ogen dicht. Ik huiver als ik op uw schaduw trap als gij mij met uw god belast en in al wat zoet is zijn gebaar herkent. Gij schrijft me neer en meer en smeert me keer op keer dat godsbestaan weer aan. De stem die zich verheft en stilte gebiedt als het woord de taal verlaat en zwerven gaat. Aanhoor nu dat zwijgen langs alle kanten, de wind die liggen gaat, gekust de bloem en uitgelezen de lamme die de trommel slaat.
Uit: Marcel van Maele, Over woorden gesproken, P, Leuven, 2006