6 minute read

Brandaan

brandaan, de vergeten heilige van onze-lieve-vrouw-ter-potterie

De heilige Brandaan is een historische figuur, in Ierland geboren in de late 5de, begin 6de eeuw na Christus. Omstreeks 580 overlijdt hij. Zijn volksgenoten vereren hem als een heilige. Vier eeuwen later duikt de Ierse heilige op als hoofdpersonage van een beroemd zeereisverhaal. Door MARC ROELANDTS en KATHY VAN DEN BERGH, Masters Kunstwetenschappen KU Leuven

Advertisement

Zeereizen zoals die van Brandaan kennen een eeuwenoude traditie. Ieren zijn onverschrokken zeevaarders. Hun zeereizen krijgen een neerslag in de Immrama (letterlijk: rondroeiïngen). Deze verhalen stellen de zee voor als een geheimzinnig gebied, maar zijn ook het relaas van reële ervaringen. In de periode waarin Brandaan leeft, bestaat er een bijzondere vorm van ascese. De vertrouwde leefomgeving wordt verlaten om per schip het ruime sop te kiezen. De monniken trotseren de golven en de wind. Zij leggen hun lot in Gods handen. Het Brandaan-verhaal kan worden beschouwd als een christelijke versie van oud-Ierse zeereisverhalen.

navigatio Het oorspronkelijke, Latijnse verhaal van de zeereis van Sint-Brandaan is getiteld Navigatio. Het ontstaat tussen de 7de en de 10de eeuw. Brandaan onderneemt samen met zeventien andere monniken een reis die zeven jaar zal duren. In dit verhaal kan het schip worden gezien als een drijvend klooster, Brandaan laat de wereld achter zich om de heilige zaligheid te

bereiken. De Navigatio, waarschijnlijk geschreven voor een monastiek milieu, heeft veel aandacht voor spiritualiteit.

de reis In de 12de eeuw wordt een tweede versie van de zeetocht van Brandaan, vermoedelijk in het Rijnland, geschreven in de volkstaal. Het is bekend onder de naam De Reis. Niettegenstaande de auteur van De Reis hetzelfde hoofdpersonage behoudt en met de Navigatio een aantal motieven gemeen heeft, zijn de verschillen opmerkelijk. Een in het oog springend verschil is de aanleiding voor de zeetocht. In De Reis gooit Brandaan een boek in het vuur omdat hij de daarin beschreven verschijnselen ongeloofwaardig vindt. God wijst er hem om terecht. De tocht van de Ierse abt en zijn monniken is een boetedoening. Hij moet de zee op zodat hij met eigen ogen kan zien wat hij niet wil geloven. De auteur van De Reis heeft het verhaal aangepast aan de gevoeligheden en interesses van de 12de-eeuwse lezers. Het spirituele wordt nu volledig naar de achtergrond verdrongen.

een tweede leven voor brandaan In de 12de eeuw trekt een Ierse monnik door Wales. Aan een koord om zijn nek draagt hij een bronzen hoorn die aan Sint-Brandaan zou hebben toebehoord. Tegen een kleine vergoeding kan iedereen de hoorn kussen, maar de monnik waarschuwt voor de wraak van de heilige als iemand op de hoorn zou blazen. Een priester raakt zo geagiteerd door deze oplichterij, dat hij uit alle macht op de hoorn blaast. De man valt bewusteloos neer. Een tweede verhaal speelt zich zo’n driehonderd jaar later af in Pommeren. Een rondreizende prediker beklimt een kansel met een doodshoofd waarvan hij beweert dat deze van Sint-Brandaan is. Hij vertelt dat hij geld inzamelt om een nieuwe kerk te bouwen, maar de heilige heeft hem streng verboden om geld te aanvaarden van vrouwen die zich ooit aan echtbreuk 1

Guillaume Peerman, Reliekhouder van Sint-Brandaan (detail), 1604, zilver en glas Museum Onze-Lieve-Vrouw-ter-Potterie Foto: Stedelijke Fotografische Dienst Brugge Anoniem

2 De bekering van Mac Lenin door Sint-Brandaan, Zuidelijke Nederlanden, 17de eeuw, olieverf op doek, Brugge, kerk van Onze-Lieve-Vrouw-ter-Potterie Foto: Stedelijke Fotografische Dienst Brugge 2

hebben schuldig gemaakt. Omdat geen en- kele van de aanwezige vrouwen in de kerk het risico wil lopen om als echtbreekster te worden aanzien, offeren ze allen geld en juwelen. Van de bouw van een nieuwe kerk is nooit iets ver- nomen. In de beide verhalen worden de relieken van Sint-Brandaan vereerd. Geen enkel verhaal ver- wijst – merkwaardig genoeg - naar Brandaan als zeevaarder. Slechts weinig plaatsen zijn nog rechtstreeks gelinkt met Brandaan als zeevaar- der. Zo dankt de Brandaris in Terschelling, de oudste vuurtoren in Nederland, zijn naam aan een kapel, die vermoedelijk is toegewijd aan Sint-Brandaan. Van oudsher diende deze kapel als baken bij het aanlopen van het zeegat. Op een houtskool-tekening van deze kapel uit 1667 hangt er een vuurkorf aan de toren. Dit element sluit aan bij de verering van Brandaan die geassocieerd wordt met vuur. Beelden en schilderijen tonen de heilige met kaarsen, een fakkel, een brandhaak of met een brandend gebouw. In Lübeck waren de sme- den verenigd in een broederschap, gewijd aan Brandaan. Op sommige plaatsen werd hij ook door de kaarsenmakers vereerd.

bescherming tegen vuur Hoe komt het nu dat deze middeleeuwse zee- vaarder vooral wordt geassocieerd met de be- scherming tegen vuur? Vaak wordt aangenomen dat in de naam Brandaan het woord brand is herkend. Daarin ligt dan ook de verklaring waarom hij als be- schermer tegen branderige kwalen wordt aan- geroepen. Het Franse woord brandon betekent fakkel, brandend stuk hout. Hoewel deze verklaring zeer aannemelijk lijkt, gaat ze geheel voorbij aan het feit dat vuur een belangrijke rol speelt in de zeeverhalen waarvoor Brandaan oor- spronkelijk bekend is. In de verhalen komt hij in contact met vurige bergen, brandende vogels, smidsenwerkplaatsen en wordt hij bekogeld met klompen gloeiend ijzer en sintels. Telkens weten Brandaan en zijn gezellen te ontkomen.

De Brandaan-verering, in Brugge al in 1359 aantoonbaar, wordt ook hier geheroriënteerd rond alles wat met vuur te maken heeft. In de kerk van Onze-Lieve-Vrouw-ter-Potterie is deze verschuiving merkbaar. Er is een altaar gewijd aan Sint-Brandaan waar dagelijks wordt gebeden om van huisbrand gespaard te blijven. De scheepbouwers van de werven vlakbij de Potterie wijden hun altaar in de kerk aan SintAntonius en niet aan Brandaan. Boven het Brandaan-altaar in de kerk van Onze-LieveVrouw-ter-Potterie bevindt zich een schilderij dat de heilige Brandaan voorstelt in een bisschoppelijk gewaad. Voor een brandende kerk, op de achtergrond, wordt Brandaan afgebeeld met staf en mijter. Uit het rekeningenboek van het Gilde van Sint-Brandaan blijkt dat het werk omstreeks 1645-46 door Jan van Muenynsoons werd geschilderd. De zilveren reliekhouder van Sint-Brandaan in het museum behoorde eveneens toe aan het Gilde. Bovenaan op de cilindervormige reliekhouder staat Sint-Brandaan met mijter en staf onder een gotische boog, met een brandend kerkje in de hand. De inscriptie op de voet vermeldt het jaartal 1604. Het museum bewaart ook een koperplaat uit 1648, bestemd tot het drukken van devotieprenten en eveneens aan het Gilde van SintBrandaan toebehorend. Brandaan staat er rechts, naast Sint-Anna-ten-Drieën en de apostel Andreas. Hij houdt een brandend kerkje in de linkerhand, in de rechterhand heeft hij een kromstaf en een brandhaak. De tekst onderaan laat nogmaals geen twijfels bestaan over de verering van Brandaan in de Potterie: “O HEYLIGHEN BRANDANUS VRINDT GODTS VERHEVEN BIDT VOOR ALLE BEDRUKTE MANNEN ENDE VRAUWEN DIE IN NOODT DES BRANDTS DEVOTICH AENCLEVENEN MET EEN VAST GELOOVE IN GODT BETRAUWEN.16.IS IN DE POORTERYE.48”. In het museum wordt een rond glas-in-loodraam met de voorstelling van Brandaan en SintNicolaas tentoongesteld. Brandaan houdt ook hier een brandend gebouw en een brandhaak in de handen. Omdat de heilige Nicolaas ook bekend staat als patroonheilige van de schippers zou dit erop kunnen wijzen dat hier misschien toch nog een reminiscentie merkbaar is naar de oorspronkelijke verering van Brandaan als beschermer van de scheepvaarders. De devotie voor Sint-Brandaan als beschermer van de zeevaarders mag dan wel bijna letterlijk in rook zijn opgegaan, in Onze-Lieve-Vrouw-terPotterie leeft hij verder als beschermer tegen alles wat met brand te maken heeft.

1 Guillaume Peerman, Reliekhouder van Sint-Brandaan, 1604, zilver en glas, Museum Onze-Lieve-Vrouwter-Potterie Foto: Stedelijke Fotografische Dienst Brugge

2 Anoniem, Brandglas met Sint-Brandaan en Sint-Nikolaas, Zuidelijke Nederlanden, 16de eeuw, Museum Onze-Lieve-Vrouw-ter-Potterie Foto: © KIK-IRPA, Brussel

This article is from: