persdossier Brugge herdenkt Groote Oorlog met eigen verhaal
stadsarchief brugge
Brugge herdenkt Groote Oorlog met eigen verhaal in het kort Brugge herdenkt de Eerste Wereldoorlog met verschillende initiatieven, en dit met een duidelijk accent op zijn eigen verleden en zijn hedendaagse positie als kunststad. Tegelijkertijd overstijgt het verhaal het lokale dankzij een internationale en open blik.
Fototentoonstelling
Op 14 oktober 2014, precies 100 jaar na de Duitse inval in Brugge, opent in de stadshallen een grote fotografie-tentoonstelling onder curatorschap van Magnum-fotograaf Carl De Keyzer. De Keyzer toont historisch beeldmateriaal van de Groote Oorlog, door hem en co-curator David Van Reybrouck geselecteerd en onder de loep genomen. In een tweede luik presenteert De Keyzer hedendaags eigen werk, naast dat van negen buitenlandse collega-fotografen van het vermaarde Magnum-fotoagentschap. Het zijn onder andere Alec Soth (USA), Thomas Dworzak (Duitsland), Alex Majoli (ItaliÍ), Mark Power (UK), Antoine D’Agatha (Frankrijk), Nikos Economopoulos (Griekenland), Trent Parke (AustraliÍ) en Chien-Chi Chang (Oostenrijk/Taiwan). Reflectie rond het thema oorlog in verschillende landen staat hier centraal. Overal in deze tentoonstelling staat de kracht van het beeld voorop, ze kadert in die zin binnen de sterke traditie van kunsttentoonstellingen die Brugge vandaag kent.
Historische tentoonstelling Tegelijkertijd opent op dezelfde locatie een historische tentoonstelling die het verhaal brengt van Brugge tijdens W.O.I. Brugge komt hier als garnizoenstad, als frontstad, als bezette stad en als centrum van de Duitse Marine met zijn eigen verhaal aan bod. Curator prof. Dr. Sophie de Schaepdrijver, historica en autoriteit op het gebied van de Groote Oorlog, put voor dit verhaal uit het onderzoek van lokale onderzoekers dat door haar nationaal en internationaal wordt gekaderd. 2014-18
Naast deze twee grote pijlers zullen in Brugge gedurende de ganse periode 2014-2018 door een ruime en verscheiden groep culturele partners initiatieven worden genomen rond de herdenking van de Groote Oorlog. De tentoonstellingen vinden plaats in de Stadshallen op de Markt van Brugge van 14 oktober 2014 tot en met 22 februari 2015. Partners: Musea Brugge, Bruggemuseum en Erfgoedcel Brugge, Stadsarchief Brugge, Toerisme Brugge en Brugge Plus. We genieten de steun van Toerisme Vlaanderen en Gone West. De bijhorende publicaties worden verzorgd door uitgeverij Hannibal in samenwerking met De Bezige Bij.
De Groote Oorlog door de ogen van Carl De Keyzer: de visie van de fotograaf Op 14 oktober 2014, precies 100 jaar na de Duitse inval in Brugge, opent in de stadshallen een grote fotografietentoonstelling onder curatorschap van Magnum-fotograaf Carl De Keyzer. De Keyzer toont enerzijds historisch beeldmateriaal, door hem en co-curator David Van Reybrouck bestudeerd en geselecteerd. Kunsthistorica en freelance onderzoekster Inge Henneman ging hen voor in een wereldwijd onderzoek naar glasnegatieven waarop taferelen van de Eerste Wereldoorlog vastgelegd zijn, geen vanzelfsprekende zoektocht. Met het scannen en gebruiken van files, gebaseerd op deze negatieven, streeft De Keyzer op de eerste plaats een zo zuiver mogelijke fotografische weergave na. Daarbij verplaatst hij zich in de fotograaf van toen. Wat was diens streven, hoe had hij wellicht zijn print aan de muur willen zien? Hierin wijkt hij af van de strikt academische benadering, waarbij beschadigingen van het origineel soms haast gekoesterd worden in een streven naar een historisch correcte blik. Carl De Keyzer is zich als hedendaags fotograaf bewust van wat zich in de foto- en kunstgeschiedenis heeft afgespeeld en afspeelt, ook deze kennis leidt ongetwijfeld tot een ‘gekleurd’ beeld. Het is de visie van de fotograaf en de kracht van de beelden die primeert. Dit is een manier van werken die herinneringen oproept aan het project ‘Congo (Belge) en images’ waar hij enkele jaren geleden aan werkte. Opmerkelijk was toen hoe de glasnegatieven uit het archief van het AfrikaMuseum in Tervuren na een hoogtechnologische verwerking door Carl als het ware een nieuwe lezing, een nieuwe visie mogelijk maakten. Ze leken actueler, de kloof van de tijd leek in zekere zin kleiner geworden. Voor het project rond W.O.I put De Keyzer niet uit één groot archief van negatieven, maar uit verzamelingen van zowel grote instituten als kleine collectioneurs. Onder andere het Imperial War Museum (Londen), het ECPAD (de fototheek van Defensie in Parijs), het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium (Brussel) en het documentatiecentrum van het In Flanders Fields Museum (Ieper) zijn mogelijke partners. In een tweede tentoonstellingsluik presenteert Carl De Keyzer hedendaags eigen werk, naast dat van negen buitenlandse collega-fotografen van het vermaarde Magnum-fotoagentschap. Het zijn onder andere Alec Soth, Thomas Dworzak, Alex Majoli, Mark Power, Antoine D’Agatha, Nikos Economopoulos en Chien-Chi Chang. Enkele van hen fotograferen in hedendaagse oorlogsgebieden, elk van hen zal op een andere manier en vanuit een andere achtergrond werken rond het thema oorlog. Naar aanleiding van de tentoonstelling verschijnen twee publicaties, die enerzijds het historisch beeldmateriaal en anderzijds het hedendaags werk van verschillende fotografen samenbrengen.
Brugge, stad in oorlog Historische tentoonstelling Hallen 14 oktober 2014 - 22 februari 2015 door Sophie De Schaepdrijver (curator van de historische tentoonstelling) Deze tentoonstelling, een initiatief van het Stadsarchief Brugge, zal een beeld bieden van de oorlogsbeleving van het bezette Brugge, vanaf de mobilisatie van juli 1914 tot en met de naoorlogse herdenkingen van 19191920. De opzet is chronologisch en thematisch – de oplopende spanning van de zomer van 1914, de mobilisatie, het hamsteren; de massale vlucht van burgers, de Duitse inval, het instellen van een bezettingsregime door de Duitse Marine, het schaarse contact met het eigen leger aan de IJzer, de uitbouw van de Duitse duikbootbasis, de Britse bombardementen, de dwangarbeid, het dagelijkse leven met zijn moeizaamheden – opeisingen, inkwartiering, beperking van vrij verkeer, censuur, materiële nood – maar ook vormen van troost en ‘normaliteit’ (het verenigingsleven, de kerk, bijstand). Zowel netwerken van verzet (spionage, ontsnappingsroutes) als milieus van medewerkingsbereidheid (activisme, materiële samenwerking) komen in beeld. Er wordt ook ingegaan op het spanningsveld tussen bezettend gezag en stadsbestuur. Veel aandacht gaat naar de afwikkeling en herdenking van de bezetting: de aftocht van de Duitse troepen, de terugkeer van het IJzerleger en van Bruggelingen uit ballingschap, vormen van onderling geweld, naoorlogse vervolging, maar ook bevrijdingsfeesten, huldebetogingen en rouwstoeten. Dit alles wordt in beeld gebracht met behulp van een 150-tal exponaten – foto’s, affiches, schetsen, portretten, gebruiksvoorwerpen, uniformen. Uitvergrote kaarten, heldere tekstpanelen en digitale video zorgen voor stevige contextualisering. Immers: de hoofdtoon is narratief. De exponaten worden zoveel mogelijk in een duidelijk verhaal gebed. Een tegenvoorbeeld is de Franse tentoonstelling ‘1917’ (Centre Pompidou, Metz, 26 mei – 24 september 2012). Deze buitengewoon rijke uitstalling van kunst en van oorlogs-artefacten uit het jaar 1917 zag af van verhalende inbedding. Ook de tentoonstellingscatalogus koos voor de nevenschikking: de hoofdmoot was een lexicon van personen en gebeurtenissen uit het jaar 1917. De historische tentoonstelling in Brugge verkiest daarentegen een verhalend model, in de trant van ‘Indianes, 1736-1847. Els orígens de la Barcelona industrial’ (Katoenen stoffen, 1736-1847. Het begin van Barcelona als industriestad) die nu loopt in het Museu d’História de Barcelona (MUHBA): een wat exponaten betreft meer bescheiden, maar nadrukkelijk - en met succes - didactisch aangepakte tentoonstelling. Ook de tentoonstellingscatalogus, in het Nederlands en Engels, zal synthetisch en verhalend worden opgezet. De bedoeling is, voor de oorlogservaring van het bezette Brugge een terecht centrale plaats in te ruimen in het internationale geschiedbeeld van de Eerste Wereldoorlog, honderd jaar later.
Brugge, stad in oorlog Historische tentoonstelling Hallen 14 oktober 2014 - 22 februari 2015
Brugge 14-18, oorlogshaven en frontstad door Patrick Verbeke, gepassioneerde vrijwilliger W.O.I-geschiedenis De rol die Brugge speelde in de Eerste Wereldoorlog was verre van marginaal. De geschiedenis van de bezetting van onze stad tijdens de Groote Oorlog is zondermeer uniek en overschrijdt ruim het lokaal belang ervan. Bovendien is zij ook nauwelijks bekend, noch bij de Brugse bevolking noch bij menig grande-guerrist. In het verlengde van zijn rijke middeleeuwse geschiedenis kreeg onze stad in veertien-achttien opnieuw en ongevraagd de gedaante van een havenstad. Matrozen en marine-infanteristen beheersten het straatbeeld. De Duitse legerleiding liet de achterhaven ombouwen tot een indrukwekkende en hooggesofisticeerde onderzeebootbasis waar de ingenieurs uit Duitsland hun nieuwe krijgsmaritieme technieken introduceerden. Brugge werd het speerpunt van de ultieme en niets ontziende uneingeschränkte U-Bootkrieg die als doel had de bevoorrading van het Westelijk front vanuit Groot-Brittannië lam te leggen en de Britten toch nog op de knieën te krijgen. Brugge vormde samen met het noorden van onze provincie de enige Duitse front zone waar de Kaiserliche Marine actief was. Alleen al daardoor onderscheidt de bezettingsgeschiedenis van onze stad zich van de geschiedenis van alle overige steden, betrokken in W.O.I. De aanwezigheid van de duikboothaven had voor de Brugse bevolking desastreuze gevolgen. De achterhaven die rechtstreeks in verbinding stond met de gloednieuwe zeehaven van Zeebrugge en met deze van Oostende vormde voor Groot-Brittannië een zodanige bedreiging dat de Britse legerleiding besloot om deze te bombarderen. Het Brugs luchtruim werd het oefenterrein van de in Noord-Frankrijk gestationeerde Bomber Squadrons. De tol die de Brugse bevolking betaalde was bijzonder zwaar. Door het gebrek aan precisie bij het lossen van de bommenlast kwamen nagenoeg 6.000 vliegtuigbommen terecht in de binnenstad en de randgemeenten. Brugge werd een van de eerste steden die geconfronteerd werd met wat we nu collateral damage noemen. De Britse vliegtuigbombardementen maakten 123 dodelijke burgerslachtoffers waaronder een hoog percentage kinderen. Dubbel zoveel Bruggelingen raakten zwaar gewond, 126 huizen werden volledig vernield en 418 woningen liepen zware schade op. De vliegtuigaanvallen leidden tot de ontwikkeling van luchtverdedigingstechnieken zodat Brugge ook fungeerde als proefstation voor de ontwikkeling van het luchtafweergeschut, de later bekende Flugabwehrkanone of FLAK. De link tussen de beruchte Slag om Passendale en Brugge wordt zelden gelegd. Deze veldslag, begonnen in de nacht van 30 op 31 juli 1917, had als doel de haven van Brugge en aansluitend deze van Zeebrugge en Oostende uit te schakelen. ‘Brugge werd gespaard door de modder van Passchendaele’, verwoord ik het wel eens. Brugge was in de Eerste Wereldoorlog niet enkel een havenstad maar ook een levendige frontstad en in deze hoedanigheid een Duits ‘Poperinge’. De stad lag in Operationsgebiet. Het bezettingsregime was bijzonder hard, de bewegingsvrijheid van de bevolking uitermate beperkt. De manschappen van het Marinekorps Flandern stonden in voor de bezetting van een aanzienlijk deel van het Duitse IJzerfront dat reikte van Lombardzijde tot Schoorbakke. De marine-infanteristen lagen er tegenover ‘onze’ mannen en jongens. Na hun frontdienst van drie tot zes maanden verbleven de Duitse frontsoldaten gedurende twee tot vier weken in Brugge om te herstellen, uit te rusten en te oefenen. Deze Duitse mannen en jongens werden ingekwartierd in Brugse gezinnen of ondergebracht in openbare gebouwen, kazernes, scholen en kloosters. Het blijft een merkwaardig gegeven dat veel van deze gezinnen onderdak, eten en warmte verschaften aan de rechtstreekse vijand van hun vader of zoon, wakend aan diezelfde IJzer. Brugge bleef tijdens de bezetting zijn toeristische functie behouden. Duitse officieren zakten tijdens hun rustperiode van heinde en verre af naar Brugge voor een bezoek aan de stad. De Duitse technologie was ook hier present. Velen beschikten over een compact fototoestel. Het is gedurende de Eerste Wereldoorlog dat het toeristisch kiekje massaal zijn intrede deed. Tal van Duitse hoogwaardigheidsbekleders en hogere militairen klopten bij von Schröder aan om de Vlaamse Primitieven in het Museum van Oude Kunst te kunnen bezoeken.
Uniek is het gegeven dat, daar waar de eenheden in alle overige Duitse frontgebieden met een vaste regelmaat van sector wisselden, de manschappen van het Marinekorps gedurende 4 jaar onveranderd in Brugge lagen. Dit had ongetwijfeld een belangrijke weerslag zowel op de relatie tussen de bezetter en de lokale overheid als op de relatie tussen de bezetter en de bevolking. Tot slot nog dit. De herinnering aan de fronten staat centraal in ons geschiedbeeld, de herinnering aan de bezetting is verzonken. Brugge heeft het geluk dat Prof. Dr. S. De Schaepdrijver bereid is gevonden om ons bij te staan om de verzonken herinnering aan deze bezettingsperiode tot leven te brengen.
TOESPRAAK
Voorstelling project WO I, vrijdag 25 januari 2013, 12.00 uur, Vriendenzaal musea Geachte dames en heren van de pers, geachte curatoren, geachte leden van de werkgroep W.O.I in Brugge, Al ruim twee jaar komt in Brugge een stedelijke werkgroep bijeen die zoekt naar mogelijkheden om tot een mooie herdenking van de Eerste Wereldoorlog te komen met een ruime nationale en internationale weerklank. Deze werkgroep, onder leiding van Toerisme Brugge, bestaat uit vertegenwoordigers van Musea Brugge, Bruggemuseum en Erfgoedcel, het Stadsarchief, Brugge Plus, de dienst PR en onthaal, aangevuld door de verdienstelijke inbreng van de heer Patrick Verbeke. Last but not least zijn er Westtoer en de Provincie West-Vlaanderen. Het tentoonstellingsproject is trouwens mee opgenomen binnen en wordt financieel ondersteund (voor 25.000 euro) door het overkoepelende herdenkingsverhaal van de Provincie West-Vlaanderen ‘Gone West’. We geven op 14 oktober 2014 het startschot voor zowel het Brugse als het provinciale herdenkingsprogramma. Sinds eind 2012 weten we dat we ook de steun genieten van Toerisme Vlaanderen, een meer dan symbolisch hart onder de riem van 500.000 euro. De totale projectbegroting bedraagt 1, 4 mio euro. Uit de toelichting van de verschillende sprekers, is gebleken dat we in Brugge het thema vanuit een heel eigen invalshoek zullen belichten. We zochten naar de juiste toon om deze materie te brengen. We vragen enkele bijzondere mensen om elk vanuit hun eigen achtergrond naar de Groote Oorlog te kijken. In het kunstluik van het Bruggemuseum en Erfgoedcel Brugge gaat het om de visie van de fotograaf, voor wie het beeld primeert. Het gaat om beelden van vroeger én nu. Naast Carl De Keyzer zelf maken immers negen buitenlandse Magnum-fotografen nieuw werk voor ons. De Brugse auteur David Van Reybrouck gaat – niet voor het eerst - mee in zee met dit project van Carl De Keyzer. Daarnaast is er de tentoonstelling van Prof. De Schaepdrijver in samenwerking met Stadsarchief Brugge waarin verteld wordt hoe het Brugge verging voor, tijdens en na de oorlogsjaren. Een didactische aanpak, verhelderend en voor velen wellicht een andere en onverwachte Brugse geschiedenis die in een brede context wordt geplaatst. Dat de Groote Oorlog niemand onberoerd laat, blijkt ook uit een ander verhaal waar we intussen aan verder werken. Heemkundige kringen, gidsenverenigingen, verschillende partners uit het Brugse culturele- en erfgoedveld willen bijdragen aan de herdenking van
stadhuis, burg 12 - b-8000 brugge | www.brugge.be | 050 44 81 00 | persdienst@brugge.be
W.O.I en dit tijdens de periode 2014-18. We zijn begin 2015 met andere woorden niet uitverteld en werken ook samen met de bewoners van Brugge aan projecten die dicht bij hen staan. Daarover later meer. Ik nodig u nu graag uit om het glas te heffen op dit mooie, nieuwe project van onze stedelijke musea en het Stadsarchief. Renaat Landuyt, burgemeester van Brugge (Enkel het gesproken woord geldt)
2
Meer info | Interviews
Afspraak kan geregeld worden via sarah.bauwens@brugge.be of T +32 50 44 87 08
Beeldmateriaal
> Afbeeldingen kunnen enkel voor promotionele doeleinden ten gunste van dit project gedownload worden op volgende link: http://downloads.brugge.be/musea/WOI.zip of http://www.flickr.com/photos/museabrugge/ Materiaal uit het Stadsarchief Brugge, verwerkt door Carl De Keyzer © Stadsarchief Brugge
1
2
5
6
9
10
3
7
4
8
11 12 1. Britse krijgsgevangenen onder escorte van Duitse militairen in de Pastoriestraat te Sint-Andries, 1915, clandestiene afdruk De Ghelder © Stadsarchief Brugge 2. Stoomtram met Duitse militairen in de Hendrik Consciencelaan, ‘14-’18, clandestiene afdruk De Ghelder © Stadsarchief Brugge 3. Gezonken Britse torpedo Thetis kort na raid op Zeebrugge, 1918, foto: A. Brusselle © Stadsarchief Brugge
13
14
4. Duitse soldaten komen de stad binnen via de Smedenpoort, 1916 © Stadsarchief Brugge 5. Bezoek van keizer Wilhelm II, 1918, Katelijnestraat © Stadsarchief Brugge 6. Zicht op Balsemboomstraat na nachtelijke aanval van 17 oktober 1917 © Stadsarchief Brugge
7. Zicht in Sint-Clarastraat na verwoestingen © Stadsarchief Brugge 8. Protest-Heilig-Bloedprocessie tijdens bezetting © Stadsarchief Brugge 9. © Stadsarchief Brugge 10. Zicht in het marinecasino © Stadsarchief Brugge 11. Protest-Heilig-Bloedprocessie tijdens bezetting © Stadsarchief Brugge 12. Veldmaarschalk Von Hindenburg in Zeebrugge © Stadsarchief Brugge 13. Zicht in Sint-Clarastraat na verwoestingen © Stadsarchief Brugge 14. Zicht op Balsemboomstraat na nachtelijke aanval van 17 oktober 1917 © Stadsarchief Brugge
praktische info tentoonstellingen: > fotografietentoonstelling (curator: Carl De Keyzer, co-curator David Van Reybrouck) en historische tentoonstelling (curator: prof. Dr. Sophie de Schaepdrijver) > periode: 14 okt ‘14 > 22 febr. ‘15 > locatie: Stadshallen, Markt 7, B-8000 Brugge > Organisatie: Musea Brugge, Bruggemuseum en Erfgoedcel Brugge, Stadsarchief Brugge, Toerisme Brugge en Brugge Plus. Met de steun van Toerisme Vlaanderen en Gone West. Publicaties: uitgeverij Hannibal i.s.m. De Bezige Bij.
dankt zijn bijzondere begunstigers