Samenvatting Collectieplan 2014-2018 De hoofdpunten uit de MIAT-collectie
Inleiding Het MIAT is een museum in Gent, gelegen in een prachtig industrieel pand. Je beleeft er industrieel erfgoed via expo’s, workshops, filmzondagen, matinees en soirees. In het MIAT zijn industrie, arbeid en textiel naadloos met elkaar verweven. Het collectieplan is een handleiding voor museummedewerkers, bruikleennemers, bruikleengevers, sponsors, collega-instellingen en de brede cuturele erfgoedgemeenschap. Het geeft inzicht in de wijze waarop het MIAT haar collectie samenstelt en aanwendt om haar missie te volbrengen. Dit document is een samenvatting van het uitgebreide collectieplan en wil de lezer op een beknopte en heldere manier wegwijs maken in de gevarieerde MIAT-collectie. Dit plan geeft een overzicht van de belangrijkste deelcollecties binnen het huidige verzamelbeleid; hun totstandkoming, hun huidige positie binnen het collectiebeleid en de toekomstperspectieven Het collectieplan sluit aan bij de missie van het museum, zoals die is beschreven in het algemene beleidsplan. • • • • •
Het MIAT is hét referentiemuseum over industrie, arbeid en textiel en hét aanspreekpunt voor roerend en immaterieel industrieel erfgoed in Vlaanderen. Zowel het verleden, het heden als de toekomst krijgen hier een plaats. Het kenniscentrum MIAT FACTory slaat een brug tussen de wetenschappelijke collectie en de brede (inter)nationale erfgoedgemeenschap. Het MIAT draagt haar passie voor industrieel erfgoed uit, zowel binnen als buiten de museummuren, en vergroot de appreciatie, verwondering, zorg en liefde voor dit bijzondere erfgoed bij een breed publiek.
Collectiegeschiedenis Het MIAT is de pionier van de Vlaamse Industriële Archeologie. In 1977 is het museum opgericht. De directe aanleiding was het veilig stellen van een aantal machines uit de eerste industriële revolutie. Gezien het belang van de textielindustrie voor Gent en omgeving concentreert de collectievorming van het MIAT zich tussen 1977 en 1989 hoofdzakelijk op het erfgoed uit deze industrietak. Vanaf de jaren 1990 verbreedt het museum haar focus en kijkt het ook naar de materiële cultuur van de industriële samenleving. Dat betekende een verschuiving van een thematische naar objectgerichte collectievorming. Tot dan toe verzamelde het museum hoofdzakelijk op passieve wijze. Dat betekent dat het haar collectie uitbreidde dankzij schenkingen. Het museum ging zelf niet actief op zoek naar ontbrekende collectiestukken. Na 35 jaar ‘passief’ verzamelen, resulteert dit in meer dan 30.000 voorwerpen en 37 deelcollecties. In wat volgt maak je kennis met het huidige collectiebeleid van het MIAT. Momenteel overlegt het museum nog met de erfgoedsector rond een aantal andere deelcollecties. Voor meer informatie hierover, kan je het uitgebreide collectieplan raadplegen.
2
Een actief verzamelbeleid op basis van de industriële keten Het MIAT kiest vandaag resoluut voor een actief verzamelbeleid. Het gaat actief op zoek naar verzamelgebieden die andere spelers in het erfgoedveld niet coveren. Met doelgerichte verwervingen tracht het museum hiaten binnen haar bestaande collectie op te vullen. Het gaat hierbij uit van ‘SLIM collectioneren’. Dit letterwoord staat voor • • • •
Samenwerking en sectoroverleg Levendig en laagdrempelig Innovatief, immaterieel en internationaal Mobiliteit en multicultureel
De industriële keten vormt de leidraad van het huidige verzamelbeleid van het MIAT. Het museum wil voor iedere deelcollectie onderstaande vragen kunnen beantwoorden. INDUSTRIËLE KETEN Producent
Wie zijn de producenten?
Productieproces
Wat zijn de grondstoffen? Welke machines worden gebruikt? Hoe wordt het product gemaakt? Hoe zijn de arbeidsomstandigheden?
Product
Wat is het eindproduct?
Distributie
Hoe wordt het aan de man gebracht?
Consument
Wat vindt de consument ervan?
Tot slot moet de collectie een antwoord bieden op de vraag: hoe beïnvloedt deze industrie de samenleving? Het MIAT voert een hedendaags en toekomstgericht collectiebeleid. Het sluit zich aan bij de actuele industrie en volgt de nieuwste ontwikkelingen op de voet. Het stelt zich hierbij volgende vragen: • • •
Hoe was het toen? Hoe is het nu? Hoe zal het in de toekomst zijn?
3
Wat verzamelt het MIAT vandaag en in de toekomst? De textiel- en drukkerijcollectie blijven de belangrijkste collecties van het MIAT. Zij omvatten, zowel op nationaal als internationaal niveau unieke topstukken. Daarnaast focust het collectiebeleid op de consumptiemaatschappij, met aandacht voor de Fast Moving Consumer Goods en de marketing. Tot slot tracht het MIAT ook de tertiaire sector, of de administratie die de industrie ondersteunt, in kaart te brengen.
Textiel De textielcollectie ligt aan de basis van het ontstaan van het MIAT. Het is dan ook de omvangrijkste en belangrijkste deelcollectie. Zeker gezien het MIAT twee topstukken (erkend binnen het Topstukkendecreet) bezit, namelijk de achttiende-eeuwse twijnmolen en de negentiende-eeuwse Mule Jenny. Het MIAT wil met haar textielcollectie op een actieve manier de productie van textiel in beeld brengen. Van grondstof tot afgewerkt product. De indeling van deze collectie volgt zo dezelfde logica als die van de industriële keten. Gezien het internationale karakter van het industriële textielerfgoed legt het MIAT in de toekomst nog meer de nadruk op internationale uitbreiding en waardering. Grondstoffen Het MIAT beschikt over een grondstoffenbank met natuurlijke en kunstmatige grondstoffen. Ook het ecologische aspect, bijvoorbeeld recyclage en cradle to cradle, zijn een belangrijk aandachtspunt. Spinnerij Een kleine collectie spinnewielen doet dienst bij demonstraties om het principe van spinnen te visualiseren. De spinnerijcollectie bestaat uit een katoenspinnerij en een vlasspinnerij. Het topstuk van de katoenspinnerij is de Mule Jenny (18de E), een halfautomatische spinmachine, die sinds 2010 is opgenomen in de Topstukkenlijst van de Vlaamse Gemeenschap. Er bestaan wereldwijd slechts twee andere werkende exemplaren. De overige machines in de collectie verbeelden het volledige productieproces, van pluis tot draad. Vrijwilligers demonstreren bijna dagelijks aan de industriële weefgetouwen. Voor de vlasspinnerij beschikt het MIAT over een bijna volledige productieeenheid, op de kaarde na. Het topstuk is de twijnmolen of oudste bewaarde vlasgarentors met haspel in NoordWest-Europa. Deze is sinds 2010 opgenomen in de Topstukkenlijst van de Vlaamse Gemeenschap. Het MIAT toont de vlasspinnerij enkel statisch. Weverij De weefgetouwen in de collectie overspannen een periode van de eerste helft van de achttiende eeuw tot en met de eerste helft van de twintigste eeuw. De houten passementgetouwen, afkomstig van hofleverancier ‘Passementerie DeBacker’, zijn uitzonderlijk, net als enkele omvangrijke getouwen voor het weven van interieurtextiel. Alle weefgetouwen zijn schietspoelgetouwen. Grijper- en luchtinsertietechnieken ontbreken.
Textielveredeling Dit omvat het kleuren, verven, bleken, bedrukken en persen van de weefsels. Vaak gaat het om omvangrijke en bevuilende machines. Daarom kunnen deze machines in museumcontext enkel op een passieve manier getoond worden. De collectie beschikt over proefmachines, een velourspers (19de E), een glanspers en een fragment van een open end-indigo verfmachine. Een uitgebreide collectie stalen van het eindresultaat illustreren de verschillende processen.
4
Textielonderzoek De instrumenten uit deze collectie zijn afkomstig uit laboratoria of onderzoekslokalen van textielfabrieken. Zij zijn gebruikt bij het uitvoeren van de dagelijkse kwaliteitsproeven op de productie. Het gaat om regularimeters, garenwegers, torsiometers, roltex en tensiometers. Verschillende toestellen zijn afkomstig van Etbl. M. Defraine, de enige gekende Belgische fabrikant. Technisch textiel als eindproduct Met de uitbouw van deze collectie wil het museum de ontwikkelingen in de hedendaagse textielindustrie op de voet volgen. Technisch textiel is terug te vinden in zeer vele sectoren zoals o.a. in de agro, visserij, bouw, defensie en de medische sector. Het MIAT legt zich toe op nieuwe procedés en representatieve voorbeelden/eindproducten. Technisch textiel in Werkkleding/beroepskleding is hierbij een belangrijk aandachtspunt evenals de link met de grondstoffen die de basisvormen voor het technisch textiel. Kledingtextiel Het MIAT verwierf een beperkte kledingverzameling van diverse ateliers, zoals naaiatelier, corsetterie, hoedenmaker, handschoenmaker. Het museum wil in de eerste plaats de productietechnieken documenteren, door een staalkaart van het eindproduct aan te leggen. In tegenstelling tot modemusea legt het MIAT de nadruk op de alledaagse kleding van de man in de straat of de arbeider. Het onderdeel werkkleding/beroepskleding toont een aspect van de werkomstandigheden in de industrie. Maar vormt eveneens een link met de deelcollectie technisch textiel.
Drukkerij De drukkerijcollectie is na de textielcollectie de meest omvangrijke deelcollectie van het MIAT. Ze omvat zowel drukals letterzetmachines. De houten handpersen uit de vroege 19de eeuw zijn van internationaal belang. Wereldwijd zijn er vermoedelijk minder dan 70 bewaard. Daarnaast heeft het museum uitzonderlijke 19de- en 20ste-eeuwse lithopersen, cilinder- en degelpersen, hoofdzakelijk van Belgische makelij. Het museum bouwt een collectie printbaar materiaal uit met internationaal potentieel. Het zoekt hierbij actief naar houten en loden letters van divers corpsen. Aansluitend op de collectie marketing/publiciteit verzamelt het MIAT clichées en lithostenen met origineel reclamedrukwerk. Met de verzameling letterzetmachines (Intertyp, Linotype, Monotyp en Ludow) beschikt het MIAT over een machinale zetterij in werking. De sterkte van deze deelcollectie is de samenhang en volledigheid vanuit technisch oogpunt en de aanwezigheid van uitzonderlijke stukken, zowel op nationaal als internationaal vlak.
De consumptiemaatschappij en haar Fast Moving Consumer Goods Deze producten kenmerken de massaproductie en -consumptie van de industriële samenleving. Door hun korte levensloop, hun niet-duurzame karakter en hun gebrek aan esthetische waarde en restwaarde vallen de Fast Moving Consumer Goods meestal buiten het verzamelgebied van de ‘klassieke’ musea. Zo ontstaat op zeer korte termijn een schaarste. De deelcollecties die tot deze cluster behoren zijn huishoudelijke apparatuur (klein elektro, witgoed), huishoud- en onderhoudsproducten en lichaamshygiëne en welzijn. Ook marketing en publiciteit en de verpakkingsindustrie vormen hier een onderdeel van. Huishoudelijke apparatuur en onderhoudsproducten Deze deelcollectie illustreert de mechanisatie van de huishoudelijke taken en is onderverdeeld naargelang de functie in huis. Denk aan badkamerbenodigdheden, keukenbenodigdheden, schoonmaak- en onderhoudsapparaten, verlichting en verwarming. De voorkeur gaat uit naar Belgische merken. De nadruk ligt eerder op de technische verbetering van de producten, dan op de esthetische kenmerken. Naast de huishoudapparaten verzamelt het MIAT ook de onderhoudsproducten die op de markt komen. 5
Lichaamshygiëne en welzijn Deze deelcollectie omvat producten, gereedschap en toestellen die bijdragen tot lichaamshygiëne en het welzijn van de gewone man. Het gaat om producten voor baby- en haarverzorging of mondhygiëne. Ook maandverband, incontinentiemateriaal, zeep, schoonheidsproducten, sauna- en massagetoestellen zijn hier terug te vinden. Zij vallen allemaal buiten de medische en professionele context, ook fitness- en sportuitrusting valt buiten dit verzamelgebied. Marketing en publiciteit De communicatie tussen producent en consument is een belangrijke schakel in de industriële keten. Publiciteit is één van de belangrijkste strategieën om consumptiegoederen aan de man te brengen bij het brede publiek. Catalogi, prospectussen van handelsondernemingen, telefoongidsen, prijslijsten, kalenders en agenda’s zijn van onschatbare waarde voor de studie van de industriële samenleving. Het MIAT verzamelt ook actief alle vormen van publiciteit, zoals uithangborden, affiches, radiospots, bewegend beeld, digitale reclame, reclamegadgets. Het MIAT verzamelt geen marketing- en publiciteitsmateriaal waarin andere erfgoedinstellingen een expertise hebben. Verpakking en verpakkingsindustrie Bij verwerving van nieuwe collectiestukken hecht het museum belang aan originele verpakkingen. Dit gaat zowel om food- als non foodverpakkingen. Deze deelcollectie focust op de technische aspecten van het verpakken. Denk aan gebruikte materialen en technieken, vereisten voor conservatie en vormvereisten voor transport. Ook marketing en branding en de esthetische kwaliteiten van verpakkingen spelen een rol. In de toekomst zal duurzaamheid en ecologie een belangrijk aspect zijn binnen deze deelcollectie.
De tertiaire sector: administratie Deze cluster gaat over de administratie, de tertiaire sector, die de industrie ondersteunt. Het gaat om kantoorbenodigdheden en bureautica en om telecommunicatie, audio en video. Kantoorbenodigdheden en bureautica Deze deelcollectie omvat alle benodigdheden die sinds het begin van de achttiende eeuw ontwikkeld zijn om administratieve taken uit te voeren. Het gaat om schrijf- en klasseerbenodigdheden, objecten voor de aanmaak van duplicaten en rekensystemen. Het MIAT wil de technische evolutie binnen deze sector documenteren. Ook het computerverleden krijgt hier aandacht. Telecommunicatie, audio en video Met deze deelcollectie wil het MIAT een overzicht brengen van alle telecommunicatiemiddelen (semafoor, telegraaf, telexmachine, telefoon, radio televisie, semafoon en Google glass) die sinds de achttiende eeuw ontwikkeld zijn. Het museum wil voornamelijk met haar verzamelbeleid de chronologie verderzetten van de reeds aanwezige objecten. Na een publieke oproep kon het de eerste generatie gsm-toestellen verwerven, als ook twee publieke telefooncellen.
6