Ict lessen Nederlands over Nepnieuws

Page 1

ICT-rijke lessen Nederlands met als thema Nepnieuws Serious game Slecht Nieuws in een lesserie met als thema nepnieuws en desinformatie

ICT-rijke lessen Nederlands met als thema 'Nepnieuws' Slecht Nieuws is een serious game en direct online bespeelbaar met online terugkoppeling. In dit blogartikel lees je hoe leerlingen de app Slecht Nieuws van Drog.nl kunnen spelen binnen een lessenreeks Nederlands met accent op informatievaardigheden. Zowel nepnieuws als informatievaardigheden zijn actuele onderwerpen en worden in vijf lessen met elkaar verbonden.

Zeven vragen, zeven antwoorden Zeven vragen met zeven antwoorden geven inzicht in hoe de app werkt en aansluit bij de kerndoelen, als ook hoe je hem inpast in een methode en/ of combineert ineen lesopzet met samenhangende leeractiviteiten. De app Slecht Nieuws is een social impacrt game die de spelers meevoert in een ondoorzichtige wereld van nepnieuws en desinformatie. Al spelend worden leerlingen langs allerlei opties geleid om volgers te laten groeien, invloed te vergroten en de publieke opinie op te zwepen. Dat is precies wat makers van nepnieuws en desinformatie beogen. De tool werd op 6 november 2017 gelanceerd na een reeks van opzienbarende nieuwsberichten in de media met een polariserende en ontwrichtende uitwerking op de samenleving. Voorbeelden daarvan zijn bijgevoegd als werkmatewaal in de lessenuitwerking, die eveneens uitgewerkt is in dit document. De toepassing van de app valt te plaatsen binnen het Mediawijsheid Competentie Model van Mediawijzer.net, de netwerkorganisatie van het Ministerie van OC en W onder de pijlers Begrip (passief, inzicht hebben in de werking van media). Informatievaardigheden spelen een belangrijke rol in de mate waarin iemand wel of niet kan deelnemen aan de huidige samenleving. Steeds meer diensten en kennis worden online aangeboden en ontsloten. Toegang tot bronnen, het goed kunnen beoordelen ervan als ook het kunnen ordenen en toepassen van informatie winnen aan belang in een mediasamenleving. Cijfers van de monitor Jeugd en Media 2017 (Kennisnet, 2017) tonen dat minder dan de helft van alle leerlingen dat kan. Een urgente vraagstelling aldus voor het onderwijs.

Drog.nl is een kennisbank en fungeert als platform voor nepnieuws en desinformatie. Het initiatief wordt mede gefinancierd door het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek. Bij de ontwikkeling ervan werkte Drog.nl samen met onderzoekers van het Social Decision Making Lab aan de Universiteit van Cambridge. In de eerste helft van 2018 worden de eerste effectiviteitscijffers gepubliceerd.


De app is gratis toegankelijke en het spelen duurt ongeveer een kwartier.

Slecht Nieuws app in een les Nederlands De inzet van de app in zeven vragen Weten-voelen-willen-doen 1. Hoe draagt de app bij aan informatievaardigheden van leerlingen? Zowel de docent als de leerlingen zijn zich vaak niet bewust van hoe vergaand de impact van de media is op de samenleving en hoe diepgaand de inwerking ervan is op henzelf. Voor leerlingen is het van belang om kennis te hebben over media (cognitief), maar ook om zich bewust te zijn van de emoties waar mediamakers bewust op inspelen (affectief). De app helpt leerlingen de trucs van mediamakers te doorzien. leerlingen worden via de app getraind in het hebben van een soort van intuĂŻtieve radar. Wanneer leerlingen zich bewust zijn van die bedoelde werking en emoties in zichzelf herkennen, kunnen zij makkelijker weerstand bieden aan de invloed die op hen wordt uitgeoefend. Knopvaardig maakt nog niet informatievaardig Hoewel ICT een facet is wat is doorgedrongen in elk facet van het dagelijks leven kan amper 20% van de leerlingen zelfstandig de computer gebruiken voor informatieverzameling- en beheer en slechts 4% kan relevante informatie evalueren op bruikbaarheid en betrouwbaarheid en zelf informatieproducten maken (Meelissen, Punter, & Drent, 2014, p.67). Volgens onderzoek nemen strategische informatievaardigheden, die iemand in staat stellen de eigen positie te verbeteren door het maken van voordelige beslissingen op basis van online verworven kennis, niet toe met frequent gebruik. Onderwijs, het leren van ervaringen is van belang (Van Deursen, 2014). Amber Walraven doet onderzoek naar het leren met behulp van ICT en ook naar het leren mĂŠt ICT binnen het onderwijs. Uit haar onderzoek blijkt dat strategische en kritische denkvaardigheden weinig aandacht krijgen in het mediaonderwijs. Het gaat dan om het nadenken over welke keuzes worden gemaakt en waarom (Walraven, 2014). Collega onderzoeker Mariska Kleemans bevestigt dat leerlingen niet goed weten hoe ze met nieuws moeten omgaan, terwijl dat cruciaal is als je leerlingen straks wilt laten deelnemen aan een democratische samenleving (Kleemans & Eggink, 2016). 2. Welke doelen kun je met de app bereiken? De app draagt niet alleen kennis (weten) over over informatievaardigheden en mediawijsheid als onderdeel van digitale geletterdheid, maar doet tegelijkertijd een beroep op de individuele beleving van media (voelen), op de motivatie (willen) en strategie en gedrag (doen) om op een meer kritische manier met media om te gaan.


Figuur 1. Propaganda. Overgenomen uit "Speel de game" van Drog.nl, 2017 (htps://wijzijndrog.nl/serious-game-over-propaganda) Doorkrijgen van werkingsprincipes media In de veelheid aan nieuws is het steeds lastiger om feit van fictie te onderscheiden. Het is lang niet altijd duidelijk waar informatie vandaan komt, welke krachten het nieuws beïnvloeden of welke journalistieke principes zijn gehanteerd. De app past in een leerarrangement dat leerlingen krachtiger helpt maken in het gebruik van de media. De app maakt gebruik van inzichten van de persuatieve communicatie. Inzichten die overigens ook de reclamewereld toepast in nieuwe formats, waarin de verleiding geïntegreerd, interactief, gepersonaliseerd met nieuwe doeleinden wordt aangeboden. Het scherpen van een zesde zintuig voor dergelijke beïnvloeding vraagt meer mentale capaciteit (Walrave, Van Outsel, Zarouli, Ponnet, & Poels, 2015). Er zal komende tijd zeker alleen maar meer nepnieuws en desinformatie bijkomen. Het effect ervan zit hem enerzijds in de inhoud weinig ruimte voor nuancering en versimpeling van complexe zaken - en anderzijds in de psychologische en emotionele beïnvloeding , mede door de onophoudelijke stroom. Leerlingen moeten ermee leren dealen. Leerlingen krijgen de werkingsprincipes door en beseffen dat álles in de media betekenis heeft en dat de producenten zich bewust zijn van wat ze doen. 3. Is de app geschikt voor groepjes of individueel? Te gebruiken op alle devices? De app kan heel goed individueel worden gespeeld, maar zeker ook in groepjes. Dat laatste werkt trouwens heel goed, omdat de app een 'wedstrijdelement' heeft ingebouwd: wie de app speelt volgens de spelregels van de makers van nepnieuws, scoort hoger. Feitelijk is het een vorm van een serious game. Leren vindt in het bijzonder plaats wanneer leerlingen actief met kennis en vaardigheden aan de slag gaan. Door dit ook nog eens met peers te doen leren ze van elkaar op een natuurlijke manier. De eindscores van het individuele spel bieden goede aanknopingspunten voor een gezamenlijke klassikale nabespreking. Veranderen van perspectief Het delen van zienswijzen met leeftijdsgenoten versterkt de zelfovertuiging over beschikbare alternatieven. Leerlingen benoemen wat zij zelf kunnen doen om kritischer en wendbaar te zijn en worden aangespoord om ook zelf productief aan de slag te gaan met (nep)nieuws en desinformatie. Dit sterkt de intentie om een strategie te hanteren en deze om te zetten in daden. Dit is van belang, omdat leerlingen op steeds jongere leeftijd ook autonoom (online) beslissingen moeten nemen en maken. De app is te spelen op tablets, mobiele telrfoons, laptops en hard desks. De toegang is gratis. 4. Stelt de app vragen? Is deze uitdagend? Is deze effectief?


De app voldoet aan de kenmerken van effectieve multimediale leerbronnen. Te weten: aandacht richten; complexiteit van het leermateriaal verkleinen; ondersteuning bieden; irrelevante informatie weghouden; mogelijkheid bieden tot terugspoelen, pauzeren en volgen in eigen tempo; beroep doen op het visuele als ook auditieve systeem (Kester & Van Merriënboer, 2013, p.17). De app mobiliseert het denken bij een leerling door continu bij een stap te vragen iets wel of niet te doen én stelt daarbij steeds de vraag naar het waarom erachter. De app geeft daarop meteen feedback. Zij het in algemene zin, maar prikkelend om er daarna in het proces op door te kunnen gaan. Dit gebeurt door steeds de keuzes in vraag te stellen en te laten zien wat er gebeurt als de leerling een andere keuze maakt. De app is daarbij zeker uitdagend. Temeer, omdat je wordt verleid om keuzen te naken die mogelijk schade toebrengen aan anderen om zoveel mogelijk aanhangers of volgers te genereren met een nieuwsbericht. Je leert vermommen, manipuleren, polariseren en je overschrijdt alle ethische grenzen (moreel kompas). Meer weerbaar, minder speelbal De app kent een rustige layout, zonder veel afleiding, wat minder een beslag legt op het werkgeheugen en maakt dat de speler de waarschijnlijk onbekende inhoud makkelijker kan verwerken. Met de app heb je als docent een tool in handen om leerlingen na te laten denken over waarom het slim is om scherper naar media en de eigen omgang ermee te kijken. De app nodigt je leerlingen uit zelf een strategie te bepalen en zich een doel te stellen in de omgang met de media. De app ondersteunt de leerling hierin door deze te laten ervaren dat hij of zij opties heeft in het reguleren van emoties, houding en gedrag (gevoel van zelfeffectiviteit). 5. Geeft de app antwoorden? Wat is de rol van de docent? Het spel zelf speel je in ongeveer een kwartier. De app laat zien wat de consequenties zijn van bepaalde keuzen en welke mechanismen op dat moment in het spel spelen. Je brengt als docent Nederlands je vakkennis in als presentator bij de introductie, in de coachende rol bij het spelen, in het begeleiden van de gekoppelde opdrachten waarin de tactieken uit de app terugkomen en de feedback op de presentaties. Leerlingen kunnen argumentatietypen en drogredenen leren herkennen en hun gevoel voor retorische trucs scherpen. Ze leren onderscheid te maken tussen standpunten en op een productieve manier in te spelen op geschillen. Al onderzoekend, beoordelend, lezend en evaluerend vormen je leerlingen zich een mening. Leerlingen verkennen met elkaar verschillende dimensies en invalshoeken, verschillende gedachten en ideeën. Méér dan wanneer ze het allemaal enkel individueel doordenken en bedenken. Door delen verandert de betekenis, want iedereen reageert vanuit zijn eigen 'ik' en omgevingscontext op een nieuwsbericht. Helpen in het systematisch denken en doen In de opvolgende werkvormen verdiep je de informatievaardigheden, ondersteun je leerlingen in het construeren van kennis met elkaar en stimuleer je leerlingen na te denken over een eigen aanpak (rol als didacticus en pedagoog). Daartoe stel je ook tijdens de uitvoering van de opdrachten on the job vragen. Daarbij breng je ook de achtergronden in van hoe media te werk gaan. Je legt daarbij een link naar actuele gebeurtenissen van nu, wat bevordert dat leerlingen zelf een link leggen naar hoe informatie en nieuws tot hen komt, in het hier en nu. Dit bevordert de intrinsieke motivatie. Je helpt je leerlingen zoekstrategieën eigen te maken, bij het beoordelen van informatie en zorgt voor synthese van de kennis en het opstellen van een gezamenlijke checklist aan de hand van de inbreng van de leerlingen. De leerlingen gaan in groepen zelf nieuws produceren en presenteren in lijn met de makers van de app. Herkent de klas de keuzes? En op basis van wat delen ze hun opvattingen over het bericht? Vanuit die reacties ontstaan weer nieuwe zienswijzen. De leerlingen construeren


de kennis grotendeels met elkaar. Al doende krijgen ze instrumenten in handen die ze ook buiten de school kunnen hanteren bij maatschappelijk gevoelige dilemma’s of commerciële toenaderingen. Domeinen waarop bedrijven hun desinformatie in stelling brengen. 6. Sluit de app aan op methoden? Ja, de app is op te nemen in iedere methode die aandacht besteed aan informatievaardigheden en sluit goed aan bij leerlingen in de leeftijd van 14/15 jaar. Je kunt hierbij denken aan methode-onderdelen die aandacht geven aan het herkennen van oorzaak-gevolg en doel-middel verbanden en het herkennen van meningen, feiten en argumenten, het beoordelen van bronnen (met name op internet) en het ordenen van informatie, het schrijven en vormgeven van een nieuwsbericht, het presenteren van content met inachtneming van ethisch, wetmatig, sociaal en cultureel verantwoord taalgebruik. De app maakt leerlingen bewust van mechanismen achter nieuwsberichten. Van handelingsverlegen naar handelingsbekwaam in online informatievaardigheden Van Laar, Van Deursen, Van Dijk, en De Haan noemen in The relation between 21stecentury skills and digital skills: A systematic literature review (2017, p. 583) als kerncompetenties van 21ste digitale vaardigheden: technische vaardigheden, informatiemanagement vaardigheden, communicatie, samenwerking, creativiteit, kritisch denken en probleemoplossend vermogen. Contextueel noemen zij als kerncompetenties: ethisch en cultureel bewustzijn, flexibiliteit, zelfsturend vermogen en levenslang leren. Taalonderwijs heeft een belangrijke rol als het gaat om informatievaardigheden en mediawijsheid. Volgens Jeroen Clemens (2014) valt online geletterdheid grotendeels samen met informatie-vaardigheden. Hij concludeert dat flexibele leesstrategieën die nodig zijn bij het begrijpen van online teksten geen onderdeel uitmaken van het curriculum Nederlands. De recente edities van methodes zoals Nieuw Nederlands en Kern Nederlands beschrijven wel onderdelen waarbij je met dit thema kunt aanhaken. Een anker bieden Op de vraag ‘Welke drie competenties bent u het minst in staat uw leerlingen bij te brengen?’ noemen docenten: begrijpen hoe media worden gemaakt, content creëren en oriënteren binnen mediaomgevingen. Op de voet gevolgd door doelen realiseren met media en inzicht hebben in de medialisering van de samenleving (Walraven, 2013, p.15). Aspecten waarin hogere denkvaardigheden een rol spelen en die zich in de leeftijd van 14 / 15 jaar meer ontwikkelen. De app biedt mogelijk houvast. 7. Kun je de app verbinden aan andere leeractiviteiten? De leerlingen verkennen het probleem van nepnieuws en desinformatie aan de hand van de app. Deze is goed in te zetten in combinatie met andere leeractiviteiten, die het inzicht krijgen in de wijze waarop media worden gemaakt versterken of bijdragen aan het creëren van content. Het zelf toepassen van de trucs vergroot het inzicht in de medialisering van de samenleving. Als verwerkingsvorm kun je leerlingen laten werken aan een presentatie in de vorm van een educatief videojournaal over nepnieuws en / of het zelf produceren en publiceren van nepnieuws middels een website. De vrij toegankelijke ICT-tools Screencast-O-Matic en X-Ray Goggles kunnen deze leeractiviteit ondersteunen. Ondervinden met 'Slecht Nieuws', maken met Screencast-O-Matic en X-Ray Goggles


Het voordeel van de ICT-tool Screencast-O-Matic Met de tool zetten leerlingen hun onderzoek naar nepnieuws om in een een kennisclip of filmpje. Dat betekent dat ze goed na moeten denken over wat ze wel in beeld brengen en toelichten en wat niet. Bovendien leren ze zo werken met verschillende ICT-technieken en doen ook presentatie-ervaring op. Het voordeel van de tool X-Ray Goggles in combinatie met Snoop.it! Leerlingen kunnen zelf aan de slag met het maken en publiceren van nep nieuws. Met X-Ray Goggles (‘röntgenbril’) zien leerlingen de bouwblokken die websites op het internet vormen.

Met X-Ray Goggles is het mogelijk om de code achter webpagina’s te inspecteren en met één klik zijn bestaande blokken tekst of afbeeldingen te vervangen door eigen tekst en afbeeldingen. Zo maken ze bij wijze van spreken eigenhandig een Telegraaf startpagina, of een alternatieve versie van een controversiële webpagina, een remix van een favoriete website en meer. Met Scoop.it kunnen ze nieuws oppikken. Na het invoeren van een thema en een aantal trefwoorden gaat Scoop.it! op internet op zoek naar artikelen over dit thema. Leerlingen maken een keuze en Scoop.it! maakt van de gekozen artikelen een krant. De artikelen kunnen worden aangepast en ook eigen artikelen kunnen worden toegevoegd. Van tevoren onderzoeken de leerlingen dat hackers soms websites namaken en hoe je zelf aan een website kunt zien of deze echt is. Zo werk je met je leerlingen gericht aan de door van Laar et al. (2017) genoemde 21ste digitale vaardigheden.


====================================================================== Hieronder volgt een toelichting op de kerndoelen en de doorvertaling naar de lesdoelen rondom het thema, het didactisch model en aspecten van online veiligheid. Verder tref je aan de lesvoorbereiding en de lesuitwerking naar het drieluik: inleiding, kern, afsluiting. Wil je slechts één les aan het thema besteden, dan kan dat en beperk je je tot de lesuitwerking van les 1. Wil je naast verkennen ook verdiepen, dan kun je les 2 tot en met 5 eraan vast koppelen.Neem in gedachten een groep Havo 3-4 leerlingen. ======================================================================= Leerdoelen Informatievaardigheden - kritisch denken - probleem oplossen – samenwerking - zelfregulering - creativiteit De lesopzet combineert functionaliteiten als schrijven, spreekdurf, talig bewustzijn, ervaring opdoen met multimodale vaardigheden en doet daarnaast een beroep op 21e century skills. Het leerarrangement rondom nepnieuws en desinformatie doet een beroep op vinden, beoordelen, verwerken en presenteren van informatie. Essentieel voor heel veel zaken op school, in de vervolgopleiding van je leerlingen en hun latere baan. Voor het vak Nederlands wordt gewerkt aan de volgende kerndoelen (SLO, 2007) De leerling leert:      

kerndoel 1: kerndoel 4: kerndoel 5: anderen. kerndoel 6: kerndoel 7: kerndoel 9:

zich mondeling en schriftelijk uit te drukken strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven teksten in schriftelijke en digitale bronnen informatie te zoeken, te ordenen en te beoordelen op waarde voor hemzelf en deel te nemen aan overleg, plannen, discussie in een groep. een mondelinge presentatie te geven. taalactiviteiten (spreken, luisteren, schrijven en lezen) planmatig voor te bereiden en uit te voeren.

Afgeleide specifieke doelen voor de les over nepnieuws en desinformatie Jezelf weerbaar verhouden tot informatie die tot je komt en komen tot een eigen mening en besluit door het verkennen, analyseren en evalueren van (nep)nieuwsberichten.

 

Ik kijk kritisch naar nieuwsberichten en de uitwerking van nieuws op de samenleving. Ik denk na over welke keuzen worden gemaakt en waarom. En doorzie hoe media de beeldvorming beïnvloeden. Ik begrijp hoe media worden gemaakt en doorzie mediatrucs en ben alert op het belang van de afzender.


     

Ik ontdek patronen in en aspecten van taal, waaronder vormen van overdrijven, generaliseren, onjuiste vergelijkingen en impliciete aannames. Ik weet waarom ik welke informatie zoek, waar en hoe ik de juiste informatie kan vinden en deze kritisch kan beoordelen. Ik check of de gezochte informatie feitelijk klopt. Ik heb inzicht in waar informatie vandaan komt en in wat het nieuws beïnvloedt als ook welke journalistieke principes er zijn en worden gehanteerd. Ik onderscheid standpunten en oefen in taalbewust redeneren. Ik stel desinformatie aan de kaak. Ik reflecteer op mijn eigen mediagebruik.

Didactiek Vakinhoud - vakoverstijgende doelen - context – kernbegrippen – denkprocessen – interactie -procesgerichte instructiecognitieve multimediatheorie - authentieke ICT-middelen – begeleiding -nabespreking Modellen De aanpak rondom nepnieuws past binnen een z-zz-z-zz-model (Hoobroecks & Haak, p.137) dat uitgaat van het belang van aansluiten bij de eigen beleving bij het leren. Zelf: wat is je eigen ervaring? Zelf en Zaak: hoe is je eigen ervaring te koppelen aan de leerstof over deze zaak. Zaak: wat is er nog meer te leren over deze zaak? Zaak en Zelf: hoe kun je het geleerde weer inpassen in je eigen beleving of ervaring? Figuur 2. Diamant. Overgenomen uit "ICTHEEK, tips voor mediagebruik in de klas" van ICTHEEK, z.d. (http://www.ictheek.be/ict/leerkracht/eindtermen-ict/diamant) Daarnaast biedt het Vlaams Diamantmodel houvast, omdat het - zowel voor de sociaal ethische competenties van ICT-gebruik als ook de leerprocesgerichte competenties – de vakinhoud als vertrekpunt neemt met oog voor vakoverstijgende doelen.

Wat betreft werkvormen halen Kollar en Fischer (2017) Mayer aan die aangeeft dat multimediale instructie verbale en visuele mentale voorstellingen stimuleert. De auditieve en visuele kanalen in het werkgeheugen werken alleen samen wanneer auditieve en visuele informatie tegelijkertijd erin samenkomen. Wanneer deze informatie bovendien op meerdere manieren binnenkomt kan meer informatie worden verwekt. Daarbij leert iemand het meest als deze het selecteren, organiseren en integreren zelf toepast om kennis te construeren.


Figuur 3.Aangepast overgenomen uit "Effectief leren van multimediale bronnen" (p22, p.36) door L. Kester en J. van MerriĂŤnboer, 2013. Copyright Flos Vingerhoets Illustraties Groepswerk en rol als pedagoog Liefst deel je de leerlingen in in heterogene groepen, omdat de leertaak binnen de gehele opdracht vraagt om verschillende deeltaken tot een goed eind te brengen: namelijk samen uitdenken, plannen en uitwerken. Leerlingen helpen elkaar, pakken onderdelen op op basis van talent en interesses en hebben een zekere mate van keuzevrijheid in het aanvliegen (Coubergs, Struyven, Gheyssens, & Engels, 2015). De leerlingen kennen de relevantie van de opdracht (praktijkprincipe betekenisvolle uitleg), krijgen ruimte voor keuzen (praktijkprincipe betekenisvolle keuzen) en ondersteuning naar behoefte. Je stimuleert dat je leerlingen komen met initiatieven, bijvoorbeeld in het creĂŤren van de opdracht. Want het toekennen van autonomie ondersteunt de leerbereidheid. Dit pleit voor autonomie-ondersteunend lesgeven met structuur (Van Hoof, Van de Broek, Penninckx, Donche, & Van Petegem, 2012). De beginsituatie van het werken met ICT van leerlingen kan erg verschillen. En ook al zijn leerlingen misschien ICT-vaardig, dan wil dat nog niet zeggen dat ze informatievaardig zijn. Onderzoek wijst uit dat meer complexe taken beter toebedeeld kunnen worden aan groepen. Complexe taken overschrijden al gauw de werkgeheugencapaciteit van het individu. Misschien kunnen leerlingen die voorlijk zijn op deze gebieden in een groep de rol van expert krijgen. Leerlingen kunnen van elkaar leren en ook met elkaar overleggen over onderdelen van de opdrachten. In de les doen ze ervaring op in het zelf construeren van kennis. Het werken in kleine groepen biedt je leerlingen een veilige omgeving om hardop na te denken. Er is sprake van een open analyse en daarmee ruimte voor een eigen interpretatie. De leerlingen redeneren over taal, wat bijdraagt aan taalbewustzijn en het zichtbaar maken daarvan, waarbij de focus niet ligt op reproductie maar op productie. Door het uitwisselen van verschillende mogelijkheden worden multiperspectiviteit en meervoudige argumentatie bevorderd. Als docent help je leerlingen met metacognitieve vaardigheden en structuur. Inzet en de rijping in aanpak zijn belangrijk en onderdeel van de weging; het krijgen van inzetgerichte feedback ondersteunt inzicht in het eigen leerproces en leergericht gedrag. Waarbij het een belangrijk praktijkprincipe is om uit te gaan van hoge verwachtingen bij iedere leerling (Hornstra, Weijers, Van der Veen, & Peetsma, 2016).


Voor de verwerking van informatievaardigheden zijn drie principes belangrijk 1. Integratie in de vakinhoud. 2. Aanleren van een systematische aanpak. 3. Ontwikkelen van mentale modellen. (Brand-Gruwel & Walraven, 2015) 1. Integratie van de vakinhoud Het werkt goed om informatievaardigheden te plaatsen in een specifieke vakinhoud, wat de leertaak vollediger en realistischer en daarmee meer betekenisvol maakt. TIP: ook de ouders van jongeren kunnen thuis het spel spelen. Dit bevordert mogelijk de alertheid op nepnieuws en een gesprek over het omgaan ermee. 2. Systematische aanpak Met een stappenplan geef je je leerlingen houvast (proceswerkblad) door de werking van schema-automatisering. Met een directe koppeling aan gedrag. Naarmate de aanpak meer ingesleten raakt, zijn hoofdlijnen voldoende. Het is belangrijk dat de leerling leert terugkijken hoe ze de stappen hebben doorlopen en kijken waarom dit al dan niet succesvol was. Welke invalshoek kies je voor je nieuwsitem.    

Definieer het probleem: Formuleer een hoofdvraag [besteed hier aandacht aan]. Stel vast wat jullie al weten over het onderwerp. Maak een ‘eisenpakket’ voor jullie product.

Bepaal welke informatie jullie gaan zoeken.    

Bedenk welke kenniscentra er zijn die zich hiermee bezighouden. Zoek informatie en scan informatie Kies een zoekstrategie. Bepaal zoektermen en synoniemen.

Beoordeel zoekresultaten.   

Hoe belangrijk is de informatie in relatie tot de vraagstelling? Lees de informatie globaal door Beoordeel de bron en de informatie.


 

Is het een primaire bron? Hoe betrouwbaar is de informatie en wie is de auteur van de informatie? Welke organisatie zit er achter de website? Welk belang heeft de afzender bij het verspreiden van de informatie? Hoe wordt de informatie aangeboden? Zijn er verwijzingen naar andere bronnen? Leg je zoekproces vast (noteer in trefwoorden wat je bron kan bijdragen aan de zoekvraag), registreer bronnen en bewaar relevante informatie.

Verwerk en organiseer de informatie.     

Lees de informatie aandachtig. Beoordeel de informatie. Orden de informatie. Bewaar de informatie. Mogelijkheden: Dropbox, Google documenten of eigen schijfruimte op school. Deel de in formatie in in submappen.

Presenteer de informatie.   

Maak het raamwerk van je product. Welke invalshoek kies je voor je nieuwsitems? Wat ga je opnemen, opstellen en hoe ga je het monteren, bewerken en vormgeven? Zet je de headlines stevig aan? Hoe nauw neem je het met de waarheid? Wat is de beste manier om het te verspreiden? Maak het product

3. Mentale model De lesopzet maakt gebruik van de zes denkroutines van Artful Thinking (Project Zero, Harvard University): 1. standpunten exploreren, 2. vergelijken en verbinden, 3. observeren en beschrijven, 4. redeneren, 5. bevragen en onderzoeken, 6. complexiteit vinden. Hanteren mindmap conceptmap, woordweb als mentaal model Suggesties binnen deze lessenserie: De vraagstelling kun je concretiseren door samen met de leerlingen een mindmap te creëren rondom aspecten die samenhangen met nepnieuws. Laat de mindmap groeien tijdens de les(sen).


       

Schrijf de 6 strategieën op die in de app Slecht Nieuws naar voren komen met trefwoorden erachter. Noteer 10 criteria die je kunt gebruiken om bronnen en informatie te beoordelen. Bedenk 3 manieren om informatie te ordenen. Stel een lijstje samen van webadressen voor voorbeelden rondom nepnieuws. Maak een glossarium (begrippenlijst) over nepnieuws( algoritmen, robots,trollen, nepnieuws, desinformatie, hoax, filter bubble, echokamer). Wat zijn weetjes, wat zijn verwachtingen, ideeën en vooronderstellingen. [Dit is ook handig als onderdeel van de opdracht, zodat leerlingen stilstaan bij de begrippen die ermee samenhangen] Bediscussieer de gevolgen van nepnieuws en desinformatie. Formeer een top 5 ranking rondom het belang van weerstand bieden.

TIP voor docent: MOOC Mediawijsheid Kennisnet Klassecement ICT Eindtermen

Online veiligheid 

 

 

Je kunt in plaats van werken in DropBox of Google Documents of schijfgedeelte van de school ook een Wordpress-website aanmaken onder wordpress.com. Dit is gratis. Je kunt leerlingen toegang geven via de plugin (gratis) Ultimate Member, het wordt dan een soort van intranet. Een andere manier is om de pagina’s te voorzien van een toegangscode die je dan bekend maakt bij de leerlingen. Daarnaast is het mogelijk dat leerlingen een rol krijgen als auteur, waarbij je als docent beheerder blijft van het blog. Leerlingen kunnen dan content aanleveren die ze maken binnen de opdrachten. In overleg met de leerlingen kan er dan een onderverdeling als geordend archief worden aangemaakt. Overleg met de afdeling ict over de beschikbaarstelling van een online werkplek (in welke vorm dan ook) voor leerlingen, zodat het overeenkomt met het schoolbeleid. Is er voldoende opslag, want de leerlingen gaan werken met de nodige beeldbestanden. Beschikken de laptops over een recente versie van Fox, Chrome of Safari? Dit is ook een punt van aandacht voor de helpdesk. Overleg daarnaast of het mogelijk is de apps te pre-installeren, dat scheelt tijd in de les. De afdeling ICT kan je mogelijk hierbij helpen of de collega docent mediavaardigheden al naargelang de afspraken op school. Om uw X-Ray Goggles-project te kunnen publiceren, is het nodig een teach.mozilla.org-account aan te maken; nog een puntje voor de afdeling ICT. Licht andere docenten en ouders in over de lesserie, ingeval een bericht viral gaat om leerlingen het effect te laten zien. Bespreek ook of het youtube-filmpje van bijvoorbeeld de presentatie op het schoolaccount kan. De wet gaat veranderen (zie voor actuele informatie de Autoriteit Persoonsgegevens, per juni nog verder aangescherpt); er is specifieke toestemming nodig van de ouders; kijk of de privacyinstellingen overeenkomen met het schoolbeleid. Bij een ICT-rijke les wordt ook vaak materiaal van derden gebruikt. Kijk hoe het zit met auteursrechten op het materiaal.


======================================================================

Stappenplan Lesplan Klassenmanagement en lesvoorbereiding Prescholing: 

In de lessen wordt gebruik gemaakt van twee tot drie apps en werken de leerlingen met laptops aan hun informatievaardigheden. Reserveer tijdig een laptopcar of het mediaplein. Overleg met de mediatheek voor het geval de leerlingen komen met vragen over het gebruik van de apparatuur en / of tools. Of over bruikleen van materiaal om filmpjes mee te maken (camera’s of mobiele telefoons); software om filmpjes mee te bewerken, zoals bijvoorbeeld Windows Moviemaker, Magix, Pinnacle of iMovie. Is er voldoende opslagcapaciteit op een server om de filmpjes en het beeldmateriaal te bewaren? Zelf heb je ook een laptop nodig.Van belang is dat er ook een whitebord en digibord aanwezig zijn. Bedenk hoe de leerlingen in groepen kunnen werken en daarbij toch zicht hebben op het whitebord en digibord.

Zorg ervoor dat bij de start van de les de PowerPoint met voorbeelden van nepberichten openstaat [bijgevoegd]. Ook de app Slecht Nieuws staat klikklaar. Evenals het filmpje van Beeld en Geluid [bijgevoegd]. Noteer op het whitebord de url van de app en de planning van de lessen. Natuurlijk heb je zelf van tevoren de app ook een keer gespeeld en de voorbeelden en het filmpje bekeken. Installeer deze vervolgens ook zelf, zodat je deze werkbaar bij de hand hebt. Maak zelf een korte presentatie met iedere tool, zodat je weet hoe ze werken. Maak gebruik van de kennis die in het team voor handen is. Vraag eventueel assistentie van de collega mediavaardigheden en schrijf mee met de instructie, zodat je die achter de hand hebt voor jezelf. Wel handig om daarvoor op tijd van tevoren een afspraak te maken met je collega. dan kun je meteen overlehggen of het mogelijk is om samen op te trekken en leerlingen ook in die zaakvakken kunnen werken aan de opdracht. Bijvoorbeeld binnen de les mediavaardigheden zelf het Nieuwsfeit ‘bewerken’ binnen de mediaomgeving met toepassing van standaard presentatiesoftware zoals Moviemaker, Photoshop of verwanten. Het domein Maatschappijleer is mogelijk meer vertrouwd met aandacht voor actuele kwesties die polarisatie aanjagen. Dit zijn onderwerpen die vaak complex zijn en zich sterk lenen voor zwart-wit denken en het creëren en verspreiden van nepnieuws. Hang een grote flap op die gebruikt kan worden als groeimindmap of groeimuur als mentaal model.


Les 1 Verkennen van het thema nepnieuws en spelen van de app Slecht Nieuws Toelichting op de planning van de les Formuleer expliciet wat de vakinhoudelijke doelen van de lessen zijn en plaats de opdrachten in het grotere geheel van taaltaken. 

De bedoeling van deze lessen is…

Repeterende kern begripsvraag: waarom is het voor jou belangrijk om te weten en te zien dat berichten in de media gekleurd zijn? Wat levert dit bewustzijn jou op? Repeterende kern strategievraag: hoe kun je zorgen dat wanneer je berichten bekijkt je je ervan bewust bent dat mediaberichten altijd gekleurd zijn en iets bij jou willen bewerkstelligen? 

Waar we het vandaag over gaan hebben en gaan doen…

Jullie worden voor een vijftal lessen ofwel journalist factcheckers en verslaggevers of journalist (web)nieuwsproducenten. De opzet is een gezamenlijke aftrap, drie werkcolleges en een afsluitende les met presentaties die worden verzorgd door de leerlingen. Je legt uit dat ze in de volgende drie lessen zelf in groepen van vier personen gaan werken aan een Video-journaal met behulp van de tool Screen-O-Matic of aan het maken van een nep webpagina met de tool X-Ray Goggles. De presentatie ervan gebeurt in les 5 [datum]. Jullie kunnen al nadenken voor de volgende les wat je aanspreekt, zodat de groepen dan snel kunnen worden gevormd. Des te meer tijd is er om er iets moois van te maken. 

Introductie van het thema nepnieuws (10’)

Zelf: wat is je eigen ervaring? Zelf en Zaak: hoe is je eigen ervaring te koppelen aan de leerstof over deze zaak. Deze les gaan leerlingen verder kijken naar voorbeelden van nepnieuws, een app spelen om te ervaren hoe je zelf wordt gemanipuleerd en in verleiding wordt gebracht tot het delen en maken van nepnieuws. Om in het onderwerp te komen een paar filmpjes en een korte quiz: wat is waar en niet waar? Hiervoor kun je gebruiken: de PowerPoint (slides met voorbeelden), het filmpje (jongeren die zich afvragen of een nieuwsbericht waar is of niet en toelichten waarom zij denken dat dat zo is). Deze werken als zelfverklaringsprompts en activator.


Nepnieuws | Sketch | Zapp Skills [Filmpje 2.35”] [keuze] ECHT OF NEP? Jongeren zien vaak geen verschil [Filmpje 2.05’] Vragen over nepnieuws Wat vind jij? [PDF, quiz] Voorbeelden nepnieuws Voorbeeld filmpje desinformatie Oekraïne MH17 Een combinatie van statisch en bewegend beeld. Statische plaatjes zijn meer geschikt om kennis te activeren bij leerlingen die al meer voorkennis hebben; bewegende beelden activeren kennis bij leerlingen met minder voorkennis. Een vorm van differentiëren. Om de ervaringen die leerlingen mogelijk ook zelf al hebben naar boven te halen, kun je enkele van onderstaande startvragen stellen, zodat de komende informatie daaraan een haakje vindt. Dit is een voorbeeld van het vooractivatieprinicipe door middel van perspectiefneming en conceptmapping. Startvragen: Nep Nonsens Nieuws: wat is waar en niet waar?       

Wie van jullie is er al wel eens in nepnieuws getrapt? Waar ging dat over en wat maakte dat je erin trapte? Wat zijn kenmerken van nepnieuws? Heb je zelf wel eens nepnieuws verspreid? Waarover? Hoe kwam dat zo? Wat vinden jullie van nepnieuws? Maakt het uit op welk medium of programma je het aantreft? Welk belang heeft de zender denken jullie bij het maken en verspreiden van nepnieuws? Stel dat je een heel belangrijk onderwerp op de publieke agenda wilt hebben, is het dan geoorloofd om nepnieuws in te zetten? Maakt het medium nog verschil voor jullie? Hoe schatten Nederlanders zich in als het gaat om het doorzien van nepnieuws denken jullie? [hierover gaat de korte quiz] Hoe zit dat voor jullie zelf? Korte zelfinschatting: jullie score op een schaal van 1 tot 10 voor jezelf als het gaat om het doorzien van nepnieuws? Wie weet wat een filter bubble is of een echo kamer? Kern tijdens de les (20’)

Iemand die zich al lang bezighoudt met nepnieuws is Drog.nl. Vraag je leerlingen of iemand weet wat het woord ‘drog’ betekent? Jullie spelen allemaal individueel de app Slecht Nieuws. [Het urladres heb je op het whitebod of digibord staan]. - De stappen verlopen gestructureerd, zodat de leerlingen een patroon van benaderen ontwikkelen. - Laat je leerlingen vastleggen wat het effect is van welke stap, hoeveel volgers ze hebben gegenereerd en welke strategieën ze in het spel tegenkomen. Dat kan ook door screenshots te maken tijdens het spel met de mobiel (die de meesten toch bij hebben). 

Afronding (15)’:


Gezamenlijke nabespreking:   

 

Hoeveel volgers heeft iedereen kunnen genereren? Wat was voor jou een eyeopener? In het filmpje wordt gesproken over clickbait-woorden (klik-aas-woorden). Wat zijn dit, denk je? Welke tactieken kwamen naar voren? [De genoemde tactieken zijn: invloed, trollen, verdedigen, vermommen, polariseren, manipuleren] [overdrijving, generalisering, onjuiste vergelijkingen, impliciete aannames] Laat de leerlingen dit benoemen en verwoorden. En stimuleer betekenisvolle uitwisseling over de begrippen. Waarbij de leerlingen hun antwoorden voor elkaar verduidelijken door hardop denken. Wat is de boodschap die de maker van de app jullie wil meegeven? Er is altijd nepnieuws geweest. Wat is er in deze tijd anders aan?

Onderwijl maak je een mindmap van de gegeven antwoorden. (Zie ook onder didactiek mentaal model). Zijn er nog vragen? Hoe vinden jullie het om zo met elkaar dit onderwerp onder de loep te nemen? Als je hebt gekozen voor een enkele les dan bedank je iedereen voor zijn inzet. ====================================================================== Hieronder volgt de uitwerking voor het geval je kiest voor verdere uitdieping van het onderwerp. - Vanaf volgende week werken jullie in de les aan de gekozen opdracht binnen jouw nieuwskring. Drie lessen, dus aanpoten geblazen. Introduceer kort de volgende les (en datum als die niet opvolgend is). Laat – indien de tijd het toelaat - als opwarmertje eventueel een voorbeeld zien van een opname via Screen-O-Matic en van een nep webpagina met X-Ray Goggles. Ga hier niet verder op in. - Vertel dat er voor iedereen een handleiding in print van de webtool klaar ligt om mee te nemen, evenals de rubric en peerreviewvragen en natuurlijk de opdrachtbeschrijving. Dus ook van de opdracht die je niét gaat doen, zodat iedereen alle materialen heeft.


Les 2 - 4 Verdiepen thema Nepnieuws door coöperatieve opdracht met inzet van ICT-tools Les 5 presentatie Prescholing:

     

Hang de mindmap weer op. Noteer de planning van de les en de datum van de presentatieles op het whitebord. Noteer de urls van de twee tools. Maak printscreens van het aanmaken van een account in een file en zet het document open. Zet de twee rubrics van de opdrachten klaar. Deel een handout uit van het stappenplan (zie onder systematische aanpak) en zet dit ook op de online werkplek. Het is handig als de groepen synchroon met elkaar kunnen communiceren en werken vanuit een eigen werkplek, ook digitaal, bijvoorbeeld via Google Drive, Dropbox of eigen schijf in het schoolnetwerk. Je kunt daar ook inspiratiemateriaal voor ze klaar zetten. Huiswerk kan worden genoteerd in Magister. Eventueel kan een groepsmail of groep-whatsapp worden aangemaakt voor onderling contact per groep. Hiermee kan het samenwerkend leren worden ondersteund. Overleg dit met de afdeling ICT (zie verderop onder online veiligheid). Zet de inspiratiematerialen en werkmaterialen in de online werkplek.

Les 2: Vaststellen van onderzoeksvragen, opstellen van een plan van aanpak en verzamelen van informatie Zaak: wat is er nog meer te leren over deze zaak? 

Uitleg van de planning van de les van de dag (5’)

Leg de planning van de les uit. Zet de opdrachten op het digibord en deel ze uit op papier. Zet de beide webtool filmpjes klaar voor gebruik en noteer de url van de app op het whitebord. Introduceer les 2 (15’)


Je legt uit hoe de les samenhangt met de vorige les en wat je deze les gaat doen en van hen verwacht. Na een korte terugblik op de vorige les (rol presentator, praktijkprincipe informatieve taal) geef je een toelichting op de opdrachten. Je leidt de twee opdrachten in (rol als verstrekker van leertaken). Betekenisvolle uitleg: relevantie, hoe heb ook jij er mee te maken? Waarbij kan je deze kennis gebruiken? (Repeterende begripsvraag en repeterende strategievraag). Klassikaal. [Activeren van voorkennis. De eerste keer voorafgaand aan het groepswerk hier wat meer tijd voor uitrekken. Daarna volstaat het om de groepen aan het werk te zetten.] Een ongelovige Thomas zijn is soms zo gek nog niet Over de begrippen nepnieuws en desinformatie: de vorige les hebben we met zijn allen gekeken naar voorbeelden van nepnieuws. We hebben stilgestaan bij het feit dat nepnieuws foutieve informatie kan zijn, zonder het doel te schaden of te manipuleren en dat er nepnieuws is dat wordt verspreidt met het oog op het benadelen en schaden van bepaalde personen, sociale groepen, organisaties of landen. Over de begrippen clickbait, filter bubble, echo-kamer: jullie hebben door het spelen van de app een aantal mechanismen leren kennen die een rol spelen. Onder meer dat op social media de clickbait van groot belang is en dat er sprake is van een filter bubble, een bril die je aangemeten krijgt door algoritmen, zodat je bepaald nieuws wel of niet aangeboden krijgt. Met name via de social media. Jullie hebben een aantal tactieken leren kennen die daarbij worden toegepast. Vandaag gaan jullie je allemaal bezighouden met manipulaties rondom nieuws. Bronnen spelen daarin een grote rol, keuzen die de redactie maakt, de inkoop van media door agentschappen. Maar denk ook aan fotografische beeldbewerking. Bijvoorbeeld de belichting; cameravoering; setting; montage; snijmoment; visuele effecten; geluidseffecten; beeldcompositie; technieken zoals Photoshoppen. Het gaat erom dat jullie ontdekken wat kan helpen om te komen van ‘copy en paste naar taste en paste’: wat betekent dat jullie eerst kauwen en proeven voordat je informatie gebruikt en / of gelooft; dus nieuwsonderzoek doen. - Vertel dat de leerlingen zich nu zelf gaan verdiepen in het maken van nepnieuws en dat er twee opdrachten zijn. Leg in het kort de bedoeling van de opdracht uit. Vertel dat er bij iedere opdracht een eigen rubric hoort en een ICT-tool waarmee ze een presentatie gaan maken. Laat van beide een voorbeeld filmpje zien. Hoe ze de presentatie verder vorm geven daar zijn ze vrij in, voor zover de onderdelen van de rubric erin terugkomen. De eindpresentaties worden samen besproken aan de hand van de rubric (rol als beoordelaar) en een peerreview door henzelf over elkaars werk aan de hand van peerreviewkaartjes [bijgevoegd]. Die vormen samen de ingang voor de afsluitende nabespreking. Iedere leerling krijgt de rubric voor het maken van de presentatie. - Je leerlingen kiezen nu welke opdracht ze gaan werken en gaan deze les de inhoudelijke voorbereidingen doen, dus nog niet aan hun presentatie werken. -Je stelt de groepen samen (zie onder didactiek), waarbij iedere leerling deelneemt in een groepje van vier leerlingen. Benadruk dat dit hun vaste groep is, zodat ze de volgende keer met elkaar rustig verder kunnen werken aan de inhoud van hun presentatie. Zet de groepsindeling in de materialenbank op hun gezamenlijke online werkplek.


- Verduidelijk je verwachtingen en maak afspraken over de regels waaraan de leerlingen elkaar houden en waarom. Vraag wat de leerlingen denken dat belangrijk is bij het samenwerken bij deze opdracht. Noteer dat eventueel in trefwoorden op het whitebord; in combinatie met het stappenplan een mooie kapstok. - Geef aan dat iedereen de grote lijn van zijn aanpak aan het eind van de les klaar heeft en aan je laat zien en dat ze anders er met elkaar aan werken in een zelfstandig werkuur en mailen vóór de volgende les. 

Kern tijdens de les (30’)

Kunnen jullie inschatten hoe vaak jullie per dag in aanraking komen met nieuws? Waarschijnlijk denk je dat dat niet zo vaak is omdat je misschien geen krant leest of naar het Journaal kijkt. Maar klopt dat wel? Komen jullie echt zo weinig in aanraking met nieuws? Nieuws is vaker aanwezig dan je denkt. Ga op zoek naar een bericht dat jullie aandacht trekt. Op Facebook, Youtube, Nu.nl, op de radio, in reclames, in de krant, op tv en andere media. Liefst een bericht waarvan je denkt dat het wel eens om nepnieuws of desinformatie kan gaan of een hoop mensen in beroering brengt.

Vijf mediaconcepten, vijf vragen: 1. 2. 3. 4.

Alle media zijn bedacht: wie heeft dit bericht of de webpagina gemaakt? Mediaberichten kennen een eigen taalgebruik met eigen regels: welke creatieve technieken zijn gebruikt om jouw aandacht te trekken? Verschillende mensen ervaren eenzelfde mediabericht verschillend: wat maakt dat andere mensen het bericht anders oppakken dan jij? Media hebben ingebouwde waarden of boodschappen en standpunten: welke leefstijl, waarden en standpunten worden in het bericht gerepresenteerd of verspreid door het bericht? 5. De meeste media zijn georganiseerd om er profijt van te hebben of een vorm van macht door te krijgen: waarom wordt dit bericht verzonden en waarom aan jou?  

Media zijn informatiedragers, communicatiemiddelen, die altijd een bepaald doel hebben, altijd! Kortom jullie denken na over: wat is een feit, wat is een mening, hoe betrouwbaar is een bron, welk belang heeft de afzender, waar vind je nog meer informatie over het item en andere relevante vragen die jullie zelf erbij gaan bedenken om aan informatie te komen voor jullie presentatie.


Opdracht: Screen-O-Matic, mediaonderzoekers en factcheckers Jullie gaan het medialandschap verkennen en maken daarvan een kennisclip. Jullie achterhalen informatie over: (betrek de mindmap)      

Hoe worden media gemaakt? Wat gebeurt er achter de schermen van de organisatie van kranten? Wie zijn verspreiders van nepnieuws? (Kijk bijvoorbeeld nog eens naar de voorbeelden uit de les 1). Wat zijn de journalistieke principes waaraan de beroepsgroep zich moet houden? Welke afweging van belangen kun je maken? Wat zijn de verschillende functies van nieuws in relatie tot democratie? Welke items zouden er heel anders uitzien in een dictatuur of niet te zien zijn? Kent Nederland beperkingen van meningsuiting, … en meer van dat soort vragen.

 

Jullie maken hiervan een overzicht. Kies een item dat tegenpolen kent in het maatschappelijke debat. Jullie ontleden minstens twee berichten daarover. Noteer begrippen die je tegen komt bij de door jullie verzamelde berichten en omschrijf ze kort en zorgvuldig in eigen woorden. Vervolgens gaan jullie de informatie omzetten, zodat je een script krijgt voor een superkorte documentaire / kennisclip, zodat de anderen in de klas straks ook veel meer weten over de ins en outs van het medialandschap. Verwerk de informatie, dit kan bijvoorbeeld in de vorm van een met een mindmap, powerpoint, slideshare…. De vierde les maken jullie daarvan een filmpje met de tool Screen-O-Matic en die presenteren jullie les 5 . Dan weet iedereen wat jullie met jullie onderzoek te weten zijn gekomen. Dat betekent dat jullie goed nadenken in het vooruit over vragen waarop jullie in de video een antwoord geven. Hoe scherper je je de informatie uitwerkt en hoe beter je ordent, hoe sneller je er straks een presentatie van kunt maken.

Opdracht II: X-Ray Goggles mediaproducenten  

Jullie gaan zelf een nepnieuwsbericht en een fakewebpagina maken. Jullie kiezen een onderwerp en gaan op zoek naar een bericht hierover op het internet. Natuurlijk kunnen jullie ook een van de voorbeeld berichten uit les 1 nemen. Kijk vervolgens ook of het onderwerp in meerdere media voorkomt en hoe het beeld er dáár uitziet, welke keuzen de redactie daarin heeft gemaakt. Het beeld is namelijk erg belangrijk zoals jullie zullen merken. Zijn er verschillen en overeenkomsten te vinden? Functies van beeld zijn:


 

afwisseling en / of een deel van de gebeurtenis extra benadrukken  aandacht trekken  de inhoud verduidelijken  bewijs dat iets echt is gebeurd  emotie laten zien

Kijk of je zo mogelijk met dezelfde technieken het bericht kunt ‘bestrijden’ met een boeiend en krachtig counter-bericht. Ga vervolgens het artikel bewerken met de tools en maak er jullie eigen bericht van. Bedenk dus wat het doel is van het beeldmateriaal dat jullie gebruiken. Bedenk welk onderschrift daarbij past. Waarom en op welke woorden zou de lezer ‘klikken’ als jullie bericht online zou staan?

In jullie product zijn voldoende feiten en aspecten terug te vinden over Nepnieuws. Er zitten drie kernboodschappen in. Jullie geven goed aan hoe je aan de informatie komt, hoe jullie een en ander hebben verzameld en hoe de informatie is weergegeven. Noteer dat in een logboekje, want je kunt dat onmogelijk onthouden. In les 5 weten jullie je klasgenoten duidelijk te maken hoe jullie tot een een niet van echt te onderscheiden fakepagina zijn gekomen. Voor beide groepen geldt: Weten jullie de veelgebruikte technieken nog terug te halen? (Mindmap!). Denk hierbij aan de app Slecht Nieuws! Welke tactieken kwamen naar voren? [invloed uitoefenen, trollen, verdedigen, vermommen, polariseren, manipuleren] [overdrijving, generalisering, onjuiste vergelijking, impliciete aanname]. Denk aan de vijf vragen. Verder kunnen jullie de tien soorten nepnieuws langslopen zoals genoemd staan op de handout van Kennisnet. Bedenk wat je zélf kunt doen om nepnieuws te bestrijden.


Mapje leerling materiaal: Figuur 4. Overgenomen uit "Beyond Fake News - 10 Types of Misleading News" van EAVI MEDIA LITERACY. z.d. (https://eavi.eu/beyond-fake-news-10-types-misleading-info/)

Reflectiekaartjes voor de leerlingen (peerreview) Rubrics Opdrachtbeschrijvingen Handleidingen tools, inclusief stappen tools in printscreen Infograpic Nepnieuws [download Kennisnet PDF] Communicatie Deventer (tutorial) Screencast – O-matic [app] Vernieuwenderwijs [tutorial] Screen-o-matic reisgids [tutorail] Bedieningsknoppen X-Ray -Goggles [app] Handleiding Scoop-it Filmpje Scoop-it! Scoop-it Bronnen: Voorbeelden nepnieuws Het Nieuws in Nederland [Nieuwsservice] Blendle [berichtenbank] ANP Fotoarchief [rechtenvrij -beeldmateriaal] Beeldbank Wikikids [rechtenvrij beeldmateriaal] Shutterstock [rechtenvrij beeldmateriaal] Schooltv [video’s] Wikipedia Commens [rechtenvrij beeldmateriaal] Snopes.comhttps://www.snopes.com/ [website checkt nepnieuws] Nieuwscheckers.nl [website checkt nepnieuws] EU versus Disinfo Hoax-wijzerSlideshare] PowerPoint


Figuur 5. De misleiding van een foto: Sadisten die een knuffel als oorlogstrofee tonen, of toch niet?. Overgenomen uit "De toekomst van de journalistiek" van Alexander Pleijter, 19 juli 2014 (http://www.toekomstvandejournalistiek.nl/2014/07/de-misleiding-van-een-foto-sadisten-die-een-knuffel-als-oorlogstrofee-tonen-of-toch-niet/)

Spoorzoekers in coöperatieve groepen  Jullie gaan informatie en beeld verzamelen en nadenken over het onderwerp en een structuuropzet maken. Bespreek met elkaar hoe je het gaat aanpakken en controleer jullie zelf en ga na welke uitkomsten de verrichte handelingen opleveren. Koppel je eigen ervaring of twijfels aan de vraagstelling en leerstof; ga als Sherlock Holmes na wat je er over te weten kunt komen en kijk hoe je dat wat je tegenkomt weer kunt koppelen aan jullie eigen ervaring. Overleg met elkaar om tot een gezamenlijke aanpak te komen; een beetje polderen. Geef elkaar feedback op een manier dat de ander er iets mee kan en stimuleer elkaar tot inbreng. Niemand kan in je hoofd kijken, dus denk hardop en stel elkaar vragen, daarmee kom je verder.  Hoe gaan jullie de taken verdelen? Noteer dat in jullie onderzoeklogboekje. En journalisten moeten natuurlijk super scherp blijven op waar ze mee bezig zijn. Oog voor detail...  Jullie zijn met elkaar verantwoordelijk voor het resultaat en jullie inbreng!  Je begeleidt je de groepen door te kijken of ze de opdracht goed kunnen doorlopen, kijkt in welke richting de analyse en oplossingsrichtingen gaan, speelt in op hun motivaties en springt bij als je ziet dat ze ergens moeite mee hebben (rol als coach pedagoog). Loop met de groepen het stappenplan door, het staat al open op het digibord (procedurele kennis). Handig voor de leerlingen om een soort van routeboekje te hebben, want onderzoek doen om goede informatie naar boven te halen is lastig. Ondersteun de groepen met tips, vragen en werkpunten (niet met oplossingen). Kijk waar je leerlingen keuzen kunt geven door bijvoorbeeld enkele bronnen aan te reiken; te gidsen in een manier van ordenen; de mogelijkheid te bieden om hulplijnen te komen halen en hoe de leerlingen ook structuur aan elkaar kunnen geven. Ondersteun leerlingen in kenniscompilatie bijvoorbeeld in de bouw van procedures (procedurele kennis: hoe-doeje-dit; als-dan-regels door ze te helpen in het vormen van zoekschema’s. Stimuleer leerlingen om kennis te generaliseren, wat hen helpt om het toe te passen in nieuwe situaties. Dat betekent dat ze algemene informatie weten te destilleren uit een reeks voorbeelden. Zo vinden ze de rode draad die toepasbaar is op meerdere situaties en leren die uit te breiden.


Afronding (5’)

- Hoe gaat het met de taken binnen de groepen? Wat gaat top, wat is een tip? Vraag je leerlingen hoe zij het vinden om zo met elkaar journalistiek onderzoek te doen. Check of er nog vragen zijn bij de opdracht en of iedereen de grote lijn van de presentatie heeft uitgewerkt. - Zijn er nog zaken naar voren die we aan de mindmap kunnen toevoegen? Super hard gewerkt! Volgende les kunnen jullie nog even rustig in je groep werken tot halverwege de les en de puntjes op de i van de informatie / inhoud zetten. Zorgt iedereen ervoor de handleiding van de tools bij zich te hebben? Ga meteen lekker aan de slag. Daarna wordt er tijd ingeruimd voor uitleg over het werken met de ICT-tool Screen-O-Matic en X-Ray Goggles.

Les 3 Invullen en ordenen informatie in het raamwerk en kennismaken met de ICT-tools 

Welkom en uitleg van de planning van de les (5’)

Leg de planning van de les uit. Ook nu staat de planning van de les weer op het whitebord. Zet de opdrachten op het digibord. Zet de beide webtool tutorials klaar voor gebruik en noteer de urls op het whitebord. 

Kern tijdens de les (45’)

De leerlingen werken het eerste half uur rustig verder aan de inhoud van de presentatie, al dan niet met het stappenplan. Schakel eventueel een digiklok in. De leerlingen die hun werkplan nog niet af hebben om te bewerken voor het maken van de presentatie de volgende les, werken er in een zelfstandig werken uur aan door. - Halverwege de les introduceer je de ICT-tools tijdens een gezamenlijk moment. Jullie gaan kijken naar een instructievideo van jullie tool (10’).- De groep(en) met de tool Screen-O-Matic gaat / gaan het filmpje van Communicatie Deventer bekijken. Voordat jullie dat gaan doen ga je eerst alvast de recorder downloaden. Dat kan door direct naar de website van Screencast-O-Matic te gaan en te klikken op Start Recording. Jullie kunnen met Sceencast-O-Matic vrijwel meteen opnames maken: een installatie is dus niet nodig, [al heb je wel Windows of Mac PC met webcam nodig]. Het programma neemt een specifiek deel van het scherm, je webcam of beide op. Met de gratis versie kan maximaal 15 minuten in HD worden opgenomen, die je vervolgens rechtstreeks op YouTube of Vimeo kunt plaatsen. [van tevoren heb je met de afdeling ICT hier overleg over gehad: zie onder veiligheid online]. - De groep(en) met de tool X-Ray Googles gaat / gaan het filmpje van X-Ray Goggles bekijken.Voordat jullie dat gaan doen gaan ook jullie het account opstarten. Als iedereen dat gedaan heeft, dan kunnen de leerlingen de instructievideo starten en kijken of ze een korte try-out presentatie kunnen maken. Ze mogen zelf weten wat ze laten zien.


Deel een handout uit met printscreens van de stappen die ze moeten doorlopen aan wie hem in de eerste les nog niet heeft meegenomen. Zijn er misschien leerlingen die een hulplijntje kunnen gebruiken? Laat zo mogelijk diegenen die handig zijn de anderen helpen. 

Afronding (5’)

Informeer of er aandachtspunten zijn om te noteren op de mindmap. Check of er nog vragen zijn bij de opdracht en of iedereen de grote lijn van de presentatie heeft uitgewerkt. Je vertelt dat de volgende les helemaal besteed kan worden aan het creatief uitwerken van de presentatie.

Les 4 Het inhoudelijke raamwerk omwerken naar een korte presentatie Zaak en Zelf: hoe kun je het geleerde weer inpassen in je eigen beleving of ervaring? 

Ontvangst en uitleg van de planning van de les (5’)

Je legt wederom de planning van de les uit. Ook nu staat de planning van de les weer op het whitebord. De opdrachten staan open op het digibord. Zet de beide webtool tutorials klaar voor gebruik en noteer de urls op het whitebord. Activeer de kennis uit voorgaande lessen aan de hand van de mindmap en het stappenplan. 

Kern tijdens de les (45’)

Jullie gaan in deze les werken aan de vormgeving van de presentatie. Leerlingen kunnen hun presentatie veilig in de groep voorbereiden / oefenen en eigen materialen eraan toevoegen. Kijk wie hulp nodig hebben bij het plaatsen van een PowerPoint als ze die willen gebruiken of bij het experimenteren met verschillende microfoons, … Jullie denken na over hoe je de informatie over nepnieuws begrijpelijk kunnen visualiseren met symbolen, cijfers, korte tekst. Waarschijnlijk zijn je leerlingen al geholpen met een aantal tips, zoals: 

  

Probeer een heldere introductie te geven, een pakkende verhaallijn en duidelijk en rustig te praten. Het helpt als je van tevoren al een storyboard maakt met kaartjes. Op elk kaartje schrijf je wat je wilt vertellen en wat je daarbij wilt laten zien (hoe het eruit gaat zien, de opbouw, wanneer wat). Jullie schrijven een script (uitschrijven tekst). Afbeeldingen kun je ook vinden op Shutterstock. Je kunt ook tekeningen maken in Photoshop, filmpjes maken in Moviemaker, of een PowerPoint maken. Je maakt een taakverdeling: wie doet wat: opnemen, achtergrond en wie namens jullie presenteert. In de opname in Screen-O-Matic kun je een deel van je scherm vastleggen met een persoon als spreker ('capturen' Picture in Picture) en je kunt je verhaal direct inspreken. Na de opname kun je de film nog bewerken en teksten eventueel opnieuw inspreken. Van alles wat op je


scherm staat kan de tool een opname maken, inclusief geluid inspreken. De ervaring is dat het nooit in 1 keer lukt, maar dat je na 2-3 vertellen het verhaal goed over kunt brengen. Ook in de medialessen kun je hieraan werken, dat is afgesproken met […naam].

Vergeet voor de laatste les niet jullie materialen te uploaden, zodat na afloop van de les iedereen erover kan beschikken. [aangeven op het digibord of whitebord waar ze het materiaal kunnen uploaden] 

Afronding (5’)

Je informeer of er nog aandachtspunten zijn om te noteren op de mindmap. Check of er nog vragen zijn bij de opdracht en of iedereen zijn presentatie af heeft gekregen. Anders werk je er in een zelfstandig werkuur aan door. Vertel dat de volgende les helemaal besteed kan worden aan de presentaties en in welke volgorde iedere groep aan de beurt is. Iedere groep heeft vijf minuten.

Les 5 Het bekijken van de presentaties, geven van feedback en verwoorden van het geleerde Uitleg van de planning van de les van de dag (5’) en wens iedereen succes.

Zaak en Zelf: hoe kun je het geleerde weer inpassen in je eigen beleving of ervaring? Leg de planning van de les uit. Ook nu staat de planning van de les weer op het whitebord. De opdrachten staan op het digibord. Zet ook de rubrics klaar voor het digibord. 

Kern tijdens de les (45’)

In de gezamenlijke les presenteren de leerlingen hun bevindingen. De leerlingen vertellen hoe ze het proces van het maken van de presentatie rondom nepnieuws hebben doorlopen en reflecteren op de keuzen die ze daarbij hebben gemaakt. Leerlingen geven elkaar feedback op hun bevindingen aan de hand van de peerreviewkaartjes. Begeleid de leerlingen in het geven van feedback.     

Waarin komt jullie informatie overeen? Wat valt jullie op aan de standpunten van de schrijvers? Wat voor soort argumenten worden vaak gebruikt? Zijn deze gebaseerd op feiten of meningen? Kun je alles geloven wat je leest? Zijn alle bronnen even betrouwbaar? Welke stappen zijn nodig om een compleet beeld te krijgen? Moeten mensen met invloed op de samenleving altijd eerlijk zijn?


Suggesties voor verbindingen    

Wat vinden jullie ervan dat social media en online platforms werken met algoritmen om jou te voorzien van informatie? Wie zijn de mensen die nepnieuws verspreiden En waarom doen ze dat? Welke rol speelt de pers speelt in een democratie? Wat zijn de verschillende functies van nieuws in relatie tot democratie?

agenderen, controleren, informeren, platform voor discussie, commentaar op ontwikkelingen]    

Wat vinden jullie? Mag je foto’s manipuleren? Mag je nieuwsfoto’s manipuleren? Wat vind je ervan dat je de wereld daardoor steeds meer door andermans ogen ziet? Wat zie je als voordelen en wat als nadelen?

- Informeer ook expliciet naar het groepsproces. Door te vragen naar wat goed ging en wat een volgende keer beter kan wordt ook stilgestaan bij de procesmatige aspecten van het coöperatief leren. - Synthese van informatie: tijdens de nabespreking wordt de mindmap van aandachtspunten aangevuld tot een totale checklist en aandachtspuntendocument. Hierbij wordt een vertaalslag gemaakt naar de inpassing in het dagelijks leven (rol als afsluiter). - Maak foto’s van de mindmap en voeg deze toe aan DropBox of de gekozen gezamenlijke online werkplek. Zodat ze er ook later nog eens op terug kunnen komen, beschikken over alle materialen en met elkaar een aardige gereedschapskist vullen. 

Afronding (5’)

Dank iedereen voor de geweldige inzet. ====================================================================


Literatuur - Pleijter, A. (2014, 19 juli). De misleiding van een foto: Sadisten die een knuffel als oorlogstrofee tonen, of toch niet?. Geraadpleegd op 15 februari 2018, van http://www.toekomstvandejournalistiek.nl/2014/07/de-misleiding-van-een-foto-sadisten-die-een-knuffel-als-oorlogstrofeetonen-of-toch-niet/ - Brand-Gruwel, S., & Walraven, A. (2013). Kennis leren verwerven met informatie van internet. Weten Wat Werkt en Waarom. Wetenschappelijk Tijdschrift over opbrengsten en werking van ICT in het onderwijs, 2(2),14-21. - Carter, R. (2003). Lanquage awareness. ELT Journal, 57(1), 64-65. - Clemens, J. (2014). Het nieuwe lezen anders bekeken. Een belangrijke uitdaging voor de taalleraren. Levende Talen Magazine, 101(4), 4-9. -Coubergs, C., Struyven, K., Gheyssens, E., & Engels, N. (2015). Het BKD-leer-krachtmodel; binnenklasdifferentiatie realiseren in de klas. Impuls 45(3), 151-159. - SLO. (z.d.). Digitale geletterdheid. Geraadpleegd op 2 december 2017, van http://curriculumvandetoekomst.slo.nl/projecten/digitalegeletterdheid - EAVI MEDIA LITERACY for CITIZENSHIP (z.d.). Beyond Fake News – 10 Types of Misleading News. Geraadpleegd op 25 november 2017, van (https://eavi.eu/beyond-fake-news-10-types-misleading-info/ - Hoobroecks, F., & Haak, E. (2006). Onderwijskundig Ontwerpen. Het ontwerp als basis voor leermiddelenontwikkeling (1e druk, tweede oplage). Houten: Bohn Stafleu van Loghum. - Hornstra, L., Weijers, D., van der Veen, I., & Peetsma, T. (2016). Motiverend lesgeven. Handleiding voor docenten. Utrecht: Universiteit Utrecht. - ICTHEEK Tips voor media in de klas. (z.d.). Diamant. Geraadpleegd op 5 februari 2018, van http://www.ictheek.be/ict/leerkracht/eindtermenict/diamant - Kennisnet (2017). Monitor Jeugd en Media 2017. Geraadpleegd op 25 november 2017, van https://www.kennisnet.nl/artikel/monitor-jeugd-enmedia-2017-minder-digitaal-vaardig-dan-gedacht/ - Kester, L., & Van Merriënboer, J. (2013). Effectief leren van multimediale bronnen. Weten Wat Werkt en Waarom. Wetenschappelijk Tijdschrift over opbrengsten en werking van ICT in het onderwijs, 2(4), 14-51. Geraadpleegd op 15 december 2017, van https://www.kennisnet.nl/fileadmin/kennisnet/publicatie/.../4w_magazine_2014-4.pdf - Kleemans, M., & Eggink, G. (2016). Understanding news: the impact of media literacy education on teenagers’ news literacy. Journal of the Association for Journalism Education, 5(1), 74-87. - Kollar I., Fischer F. (2017). Digitale Medien für die Unterstützung von Lehr-/Lernprozessen in der Weiterbildung. In R. Tippelt , A. Von Hippel (Red.), Handbuch Erwachsenenbildung/Weiterbildung (p. 577-588). Springer Reference Sozialwissenschaften. Wiesbaden: Springer. - Mediawijsheid.nl. (z.d.). Social Media. Nepnieuws. Geraadpleegd op 4 december 2017, van https://www.mediawijsheid.nl/nepnieuws/ - Mediawijzer.net. (z.d.). Mediawijsheid Competentiemodel. Geraadpleegd op 4 december 2017, van https://www.mediawijzer.net/vanmediawijzer-net/competentiemodel


- Meelissen, M., Punter, R., & Drent, M. (2014). Digitale geletterdheid van leerlingen in het tweede jaar van het voortgezet onderwijs. Nederlanddse resultaten van ICILS-2013. Enschede: Universiteit Twente. - Mihailidis, P., & Tevenin, B. (2013). Media Literacy as a Core Competency or Engaged Citizenship in Participatory Democracy. American Behavioral Scientist, 57(11), 1611-1622. - Vanhoof, J., Broek, M. Van de, Pennincks, M., Doche, V., & Van Petegem, P. (2012). Leerbereidheid van leerlingen aanwakkeren: Principes die motiveren, inspireren en werken. Leuven: Acco. - Van Laar, E., Van Deursen, A.J.A.M., Van Dijk, J.A.G.M. & De Haan, J. (2017). The relation between 21st-century skills and digital skills or literacy: A systematic literature review. Computers in Human Behavior, 72(3), 577-588. - Walrave, M., Van Outsel. J., Zarouli, B., Ponnet, K., & Poels, K. (2015). Reclamewijsheid 2.0: hoe kinderen en jongeren omgaan met social media marketing. In E. Lievens, W. Wauters & P. Valcke (Red.), Sociale media anno 2015: actuele juridische aspecten (p. 63-89). Insertia. - Walraven, A. (2013). Mediawijsheid in het voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs: achtergronden en percepties. Nijmegen: ITS Radbout Universiteit. - WijZijnDrog.nl. (2017). Hoe maken wij onzin onschadelijk. Geraadpleegd op 4 december 2017, van https://wijzijndrog.nl/


Bijlage

Kader en begrippen rond het thema voor de docent Mensen, jonge mensen, krijgen heel wat informatie voor hun kiezen die vaak niet objectief is of zelfs fout. De Volkskrant deed onlangs onderzoek onder een representatieve groep van 2500 mensen. Eén op de drie mensen geeft aan moeite te hebben met het bepalen van de waarheid en onwaarheid van het nieuws (Kanne & Driessen, 2017). Filter bubble, echo kamer en algoritmen Het is goed dat leerlingen leren om bronnen te vergelijken en in staat zijn om die informatie kritisch en doelbewust te verwerken. Journalisten zijn erop getraind om polen in beeld te brengen en leveren vaak brandstof voor polarisering. Het is belangrijk in deze tijd dat leerlingen dat doorzien. Nieuwe, snelle media doen met oneliners geloven dat er simpele oplossingen zijn voor heel complexe problemen. Omdat steeds meer jongeren social media als grootste nieuwsbron gebruiken in plaats van de meer traditionele media zoals het tv-Journaal en de krant, wordt de kans groter dat gekleurd nieuws en nepnieuws zich snel verspreiden. Daarbij komt dat zij steeds meer belanden in een filter bubble, omdat Google, Youtube en Facebook werken met algoritmen, die hen steeds meer ‘op smaak’ van items bedienen. Deze platforms schuiven onderwerpen naar voren waarvan ze hebben gemerkt dat die je aandacht hebben getrokken in het verleden. Dit vergroot de ruimte tussen groepen, omdat mensen daardoor zich steeds meer begeven in een digitale omgeving met gelijkgestemden die de kijk op zaken met elkaar delen. Dit wordt ook wel aangeduid met de term ’echo kamer’. Misschien vormt dit de verzuiling van de huidige tijd, waar dat traditioneel door de kerk en politieke entiteiten werd ingegeven. Interessant is het fenomeen van het ‘derdepersooneffect’. Je ziet dat vaker bij items die gerelateerd zijn aan veiligheid. De gedachte dat het effect op anderen, op de buren, groter is dan op jezelf. Intussen blijken de betreffende respondenten minder resistent tegen nepnieuws te zijn dan ze denken. Een zekere anonimiteit brengt de zelfbeheersing en reflectie die mensen zich gewoonlijk in hun bewoordingen en onderlinge verhoudingen aanmeten in de verdrukking, wat maakt dat de nuances verdwijnen. Feiten op achterstand, trap er niet in Partijen hebben ook groot gewin bij een grote aanhang van bepaalde berichten. Veel social media genereren geld door clickbaits. Dat wil zeggen inkomsten per klik. Bepaalde elementen verhogen het aantal kliks. Ook van dit gegeven zijn gebruikers zich vaak niet bewust. Binnen nepnieuws spelen emoties een grote rol; in combinatie met een zekere desinteresse voor feiten is dat zorgelijk. Want nepnieuws heeft een onbewuste doorwerking, het speelt in op het onderbuikgevoel en ook op angst. Het blijft haken. Dus ook al wordt het nieuws met feiten weerlegd, de gevolgen zijn daardoor lastig terug te draaien. En ook al doorzien mensen in eerste instantie de nepfactor, wat gebeurt er later in het brein wanneer alle informatie samenkomt in iemands hoofd? Dat is eigenlijk niet bekend, maar aanwijzingen duiden erop dat mensen zich vaak onbewust zijn van de doorwerking op hun denkbeelden. Onbekend is nog welk element inde bron het effect verklaart, hoe groot de beïnvloeding is en hoe lang deze duurt


(Volkskrant, 2017). Zo bepalen algoritmen jouw wereldbeeld [NOS animatie]. Kritische vragen omringen nepnieuws, want wie bepaalt wat waar en nietwaar is. Daar dreigt het hellend vlak van opinie en censuur of het weren van onwelgevallige informatie.

Begrippen 

    

    

21ste digitale vaardigheden: De visie op 21ste digitale vaardigheden is dat het vaardigheden zijn die nodig zijn om deel te nemen aan de op kennis gebaseerde arbeidsomgeving en die (toekomstige) werknemers in staat stelt zelf regie te nemen over het eigen leren. De essentie is wat werknemers kunnen doen met kennis om 21ste vaardigheden te onderhouden en daarbij volop gebruik te maken van de mogelijkheden van ICT. (Van Laar et al. 2017). Omvattend: technische vaardigheden, informatiemanagement vaardigheden, communicatie, samenwerking, creativiteit, kritisch denken en probleemoplossend vermogen. Contextueel noemen zij als kerncompetenties: ethisch en cultureel bewustzijn, flexibiliteit, zelfsturend vermogen en levenslang leren. Cookie: klein stukje informatie dat wanneer een website is bezocht gegevens van de bezoekr worden opgeslagen, zodat de website in kwestie de bezoeker bij een volgend bezoek herkent. Desinformatie: nieuws dat speciaal is bedoeld om iemand in diskrediet te brengen. Firewall: speciaal geprogrammeerde computer die een lokaal netwerk om veiligheidsredenen van internet afschermt. Echokamer: het snel delen van berichten op basis van iemands buikgevoel zonder veel nadenken en ‘als vanzelf’ meeroepen met en meegaan in alles wat aan berichtgeving waarachtig klinkt, omdat het aansluit bij hoe iemand zich voelt bij een verhaal. Filter bubble: of informatieluchtbel is het resultaat van een gepersonaliseerde zoekopdracht, waarbij een website-algoritme selectief probeert te bepalen welke informatie je als gebruiker zou willen zien, gebaseerd op informatie over jouw online gedrag (zoals locatie, eerder klikgedrag en zoekgeschiedenis) en waarbij je hierdoor geen informatie te zien krijgt die jouw eigen standpunt tegenspreekt. Hierdoor worden gebruikers geïsoleerd in hun eigen culturele of ideologische luchtbel. Hacken: het zich ongeoorloofd toegang verschaffen tot een website. Hoax: een loze of valse waarschuwing of een verzonnen verhaal over virussen. Hoax spreek je uit als ‘hooks’. Het wordt verspreid als een virus. Oorspronkelijk werd de term gebruikt voor een misverstand of slechte grap. Nepnieuws: misleidende informatie die wordt verspreid om geld te verdienen of om de publieke opinie te beïnvloeden. Robots / Spider: software die wordt gebruikt door zoekmachines om websites te bezoeken, te indexeren, en te waarderen voor plaatsing in zoekresultaten. Spyware: dit is een programma dat zonder dat de gebruiker dit weet , informatie verzamelt over zijn computergedrag. Gegevens die op die manier worden verzameld, worden doorgespeeld aan bedrijven. Zij proberen hun aanbiedingen dan af te stemmen op het internetgedrag van deze gebruiker. Ook kunnen er wachtoorden worden achterhaald via het versturen van toetsaanslagen. In veel gevallen wordt het geïnstalleerd samen met het downloaden en installeren van gratis software. Trol:een persoon die op fora, websites of chatkanalen berichten pllaatst met het doel voorspelbare emotionele reacties zoals bijvoorbeeld woede, irritatie, verdriet, of bij andere mensen uit te lokken, of opzettelijk verkeerde informatie (desinformatie) geeft of zichzelf expres anders voordoet. Worm: virus dat zich kan kopiëren en verplaatsen , bijvoorbeeld via email, over het netwerk zonder dat de gebruiker het activeert. De worm kan schade aanrichten en de beveiliging aantasten.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.