MyWorld Magazine 3-2013

Page 1

MY WORLD Nummer 3 / september 2013

Roald Schaap: “Muziek moet ook gaan over mensen die het moeilijk hebben”

WAT JE DICHTBIJ DOET IS GOED

Beeld Peter Boer

Vakblad voor actieve wereldburgers

Zes actievelingen vertellen over hoe zij de wereld vlakbij een beetje beter maken Pagina 06 Nederlanders willen niet verplicht zijn tot geven Pagina 02

Genocide-overlevende helpt pleegkinderen in Rwanda Pagina 02

Geld vinden in eigen land? Lokale organisaties gaan op cursus Pagina 04

Herman Vuijsje kiest het ruime sop Pagina 07

VRAAG & ANTWOORD SANDER DE KRAMER

microkredietprograma’s, skill-centres, sportprojecten én scholen.”

‘LAAT DIE KLOOTZAK MAAR’

Hoe wist je wat je moest doen? “Ik was vijftien jaar lang hoofdredacteur van de Straatkrant. We schreven veel over onrecht in Nederland, maar ook wereldwijd. Er zijn veel parallellen tussen landen; mensen aan de onderkant van de samenleving denken van dag tot dag, of zelfs van uur tot uur.”

Beeld Sunday Foundation

Zeven jaar geleden richtte journalist Sander de Kramer (39, bekend als hoofdredacteur van de Straatkrant en presentator van het KRO-programma De Wandeling) de Sunday Foundation op. Met vrienden Hugo Borst en Arjan Verweij helpt hij kinderen ontsnappen uit de diamantmijnen van Sierra Leone.

In Sierra Leone had net een oorlog gewoed. Het gebied waar jullie toen een project opzetten was totaal vergeten. Hoe begin je dan? “Toen we begonnen was er niets, behalve een vergane generator van de Verenigde Naties. Ik sprak met de hoogste chief en liet hem een voetbalshirt zien van het Nederlands elftal. ‘Kom je uit Nederland?’, vroeg zijn broer: ‘Ik heb nog gespeeld met Johan Cruijff.’

Dilemma: blijvend knokken voor de Filippijnse krokodil? Pagina 08

Daarmee hadden we onwaarschijnlijk veel geluk. Ik wilde kinderen bijstaan wier ouders vermoord waren tijdens de oorlog. Zij stonden dagelijks diamanten op te graven voor handelaars. Maar om hen te helpen, moesten we de hele gemeenschap een boost geven. Daarmee win je harten. Inmiddels hebben we agrarische projecten opgezet,

Helpt het dat je bekend bent? “Ik denk het wel. Om geld op te halen in Nederland, maar ook als bescherming in Sierra Leone. Diamanthandelaren gaan over lijken. Maar als ze me vermoorden is dat nieuws, dat willen ze niet. Dus denken ze waarschijnlijk: ‘laat die klootzak maar, hij kan toch niet het hele continent aan’. Dat klopt. Ik kan niet alle kinderen helpen. Maar ik blijf projecten opzetten. Binnenkort openen we onze eerste school voor meisjes.” JANNEKE JUFFERMANS Meer weten? www.sundayfoundation.org. Van 20 september 2013 t/m 16 februari 2014 is de Sunday Foundation te zien op de tentoonstelling Humanity City in Den Haag. In deze ‘stad’ laten bekende Nederlanders zien hoe ze bijdragen aan een betere wereld. www.humanityhouse.org

MY WORLD SEPTEMBER 2013 01


REDACTIONEEL

DE BIJEENKOMST MONDIAAL BURGERSCHAP

TRAININGEN WILDE GANZEN

“DIRECTE ACTIE SPREEKT AAN”

BRENG JE BOODSCHAP BETER IN BEELD

Er zijn heel wat bijeenkomsten en cursussen voor de actieve wereldburger. MyWorld is erbij. Dit keer bezocht Adriaan Kauffmann (Pi Wijzer) in Amsterdam een minisymposium over wereldburgerschap.

Beeld Tzenko Stoyanov

Wat Minisymposium mondiaal burgerschap, Tropeninstituut Amsterdam Door NCDO Geleerd Particuliere initiatieven spreken meer aan dan grote organisaties Kan beter Uitleggen wat je als grote ontwikkelingsorganisatie nu precies doet

A

ls een popster reed hij deze zomer door de straten van Brazilië: de nieuwe paus Franciscus. Handenschuddend, lachend en toegejuicht door de massa. Franciscus deed zijn naam als ‘armoedepaus’ eer aan. Wars van opsmuk stapte hij in een simpele Fiat. Thuis in het Vaticaan eet hij samen met het personeel. De kerk, aldus Franciscus, moet weer een toonbeeld zijn van eenvoud en terug naar zijn missie: zich inzetten voor de zwaksten in de samenleving. Wat zal de nieuwe paus betekenen voor de armsten in Afrika? Bijvoorbeeld in het Zambiaanse Chipata, waar Father Joseph Phiri ’s zondags de mis opdraagt. Halverwege de dienst brengen vrouwen dansend offerandes naar het altaar: maïs, tomaten, een krat limonade en soms een kip. Na afloop van de dienst kloppen de armste gezinnen aan de deur van de pastorie en delen de paters het meeste weer uit. Phiri kent ze allemaal, de families aan de rand van het bestaan, met veel te veel kinderen, vaak ontwricht door de aidsepidemie. Hij aarzelt wanneer ik het gesprek op gezinsplanning breng. Dan vertelt hij hoezeer hij klem zit tussen ‘Rome’ en de werkelijkheid van alledag. “In de kerk moet ik vertellen dat voorbehoedsmiddelen slecht zijn – ik kan niet anders. Maar wanneer ik bij zo’n familie op bezoek ben, dan zeg ik hen dat het prima is wanneer ze niet nóg meer kinderen nemen. Alleen durven de vrouwen dat weer niet te bespreken met de nonnen in ons ziekenhuis.” Dat zou nu weleens kunnen veranderen. Als de paus het lot van de allerarmsten echt serieus wil nemen, zal hij ook een ander geluid moeten laten horen over het recht van vrouwen op gezinsplanning. Hij hoeft voorbehoedsmiddelen niet openlijk aan te prijzen, het is al een hele stap wanneer hij ze niet publiekelijk afkraakt. Het zou een morele steun zijn voor Phiri en de vele paters en nonnen die zich inzetten voor de armsten, en voor wie een soepele omgang met de kerkelijke regels allang de praktijk is. MIRJAM VOSSEN

H

et zaaltje in het Tropeninstituut in Amsterdam zit op deze warme julidag vol directeuren, onderzoekers en beleidsmakers. Velen willen de hand schudden van de afscheid nemende NCDO-directeuren Frans van den Boom en Jeanne Derks. Maar misschien komen nog meer mensen om een glimp op te vangen van een van de trekpleisters van die middag: Paul Schnabel. De oud-directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau onderzocht de afgelopen vijftien jaar hoe Nederlanders aankijken tegen ontwikkelingssamenwerking. En dat maakt de bezoekers, van wie de meesten werkzaam zijn in de ontwikkelingssamenwerking, nieuwsgierig. Kan Schnabel uitleggen waarom het draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking zo in een vrije val is geraakt? En welke rol hebben particuliere initiatieven daarin gespeeld? Schnabel is stellig over de tanende populariteit van ontwikkelingssamenwerking in Nederland: mensen lijken er genoeg van te hebben. “Nederlanders willen af van de plicht om ontwikkelingssamenwerking te steunen en het liefst bezuinigen ze erop.” Grote organisaties krijgen ervan langs. Ze communiceerden slecht over het nut en effect van hun werk, aldus Schnabel. Sommigen in de zaal knikken instemmend, anderen maken notities. Schnabel: “De oorzaak is dat grote organisa-

AGENDA TRAININGEN MyCommunication 11 september, Eindhoven 12 oktober, Amsterdam MyStory 14 september, Den Haag 2 oktober, Hoogeveen

ties en overheden zich steeds meer toeleggen op moeilijk uit te leggen werkzaamheden zoals capaciteitsopbouw en lobby.” Particuliere initiatieven richten zich daarentegen vooral op directe armoedebestrijding. “Dat spreekt de gemiddelde Nederlander veel meer aan.” Een deelnemer wil weten of het een goed idee is om het eigenbelang van ontwikkelingssamenwerking te benadrukken. “Dat heeft weinig zin”, denkt Schnabel. “De steun die de gemiddelde Nederlander geeft aan ontwikkelingssamenwerking, is gebaseerd op emotionele betrokkenheid.” Voor particuliere initiatieven is dat goed nieuws, want dat is waar ze goed in zijn. Zij kunnen juist in het huidige sentiment profiteren van hun positieve imago. ADRIAAN KAUFFMANN

Zorg voor kinderen in ontwikkelingslanden 4 oktober, Den Haag www.bettercarenetwork.nl

BIJEENKOMSTEN Vredeslezing: Liesbeth Zegveld 19 september, Amsterdam www.felix.meritis.nl

MyFinances 20 september, Zwolle

Themadag media 21 september, Utrecht www.impulsis.nl www.wildeganzen.nl

OurCultures 27 september, Amsterdam www.myworld.nl/training

Stichting Wilde Ganzen biedt dit najaar een uitgebreid trainingsprogramma aan voor particuliere initiatieven.

D

e trainingen vinden plaats in het kader van Reframing the Message, een programma over beeldvorming en communicatie. De rode draad is de manier waarop organisaties ontwikkelingssamenwerking bij het Nederlandse publiek onder de aandacht brengen. Het aanbod bestaat uit vier praktische en interactieve trainingen van één dag, die los van elkaar kunnen worden gevolgd. In twee trainingen staat het gebruik van sociale en nieuwe media centraal. Zo leert u bij MyNewMedia hoe u via smartphones en andere nieuwe

MYWORLD ADVISEERT MINISTER

Cordaid PI-dag 16 november, Utrecht www.cordaid.nl

In juli deed minister Lilianne Ploumen een opvallende oproep op Facebook: ze nodigde iedereen uit om mee te denken over haar nieuwe beleid voor maatschappelijke organisaties. Via MyWorld.nl klommen vier organisaties voor particuliere initiatieven en migranten in de pen. Kern van het advies: praat niet alleen óver de kleinschalige organisaties, maar ook mét hen. Zij hebben goede contacten in projectlanden, zijn vindingrijk en kunnen er als ‘waakhond’ voor zorgen dat overheidsbeleid in de partnerlanden beter werkt. De brief is te lezen via myworldmagazine.nl

“TWINTIG JAAR NA DE GENOCIDE IS DE NOOD NOG STEEDS HOOG”

02 SEPTEMBER 2013 MY WORLD

te doen. Maar ik doe dit niet alleen. Ik krijg steun van vrienden, kennissen en mijn gezin. En van organisaties in verschillende landen, waaronder Kerk in Actie en stichting Starwink in Nederland. Daar ben ik dankbaar voor, want twintig jaar na de oorlog is de nood nog steeds hoog. De pleeggezinnen vangen nu kinderen op die in acute armoede leven. Daarom stimuleert Mwana Ukundwa gezinnen om samen activiteiten te ontplooien om inkomsten te verwerven: naaiateliers opzetten, koeien en geiten aanschaffen, gebruiksvoorwerpen maken. Dat is een bindmiddel én het helpt de pleeggezinnen om armoede het hoofd te bieden.” CORA WESTERINK

DONATEURS SCHERPERE KIEZEN VOOR REGELS VOOR ERVARING ANBI-STATUS Nederlanders doneren het liefst aan een zeer ervaren ontwikkelingsorganisatie met vrijwillige medewerkers en nul overheadkosten. Dat blijkt uit een experimenteel onderzoek van Sara Kinsbergen en Jochem Tolsma van de Radboud Universiteit in Nijmegen.

Werk aan de winkel voor organisaties met een ANBI-status: vanaf 1 januari 2014 zijn zij verplicht om informatie op internet te zetten. Dat maakte staatssecretaris Weekers op 16 juli bekend in een brief aan de Tweede Kamer.

et duo onderzocht aan welk soort ontwikkelingsorganisatie donateurs hun geld het liefst toevertrouwen. Ze legden 2758 Nederlanders beschrijvingen voor van zes fictieve organisaties, aan wie ze maximaal honderd – fictieve – euro’s mochten doneren. De organisaties varieerden in onder meer grootte, ervaring, overhead en aantal projecten en landen. Uit het onderzoek rolde een ‘ideale’ ontwikkelingsorganisatie, die in theorie op de meeste donaties kan rekenen. Dit is een voor de donateur bekende organisatie, actief in meerdere landen, met tien tot twintig jaar ervaring, geen overhead en vooral vrijwillige medewerkers. Omvang speelt geen rol. Weinig organisaties voldoen volgens de onderzoekers aan dit ideaalbeeld. Sara Kinsbergen: “Vrijwel alle reguliere organisaties hebben betaald personeel en maken kosten. De meeste particuliere initiatieven zijn daarentegen relatief jong en werken in één land.” Hoewel de ‘ideale’ organisatie zeldzaam is, bestaat hij volgens Kinsbergen wel: “Je vindt ze onder de particuliere initiatieven met veel ervaring en budget.”

aam, contactgegevens en doelstelling moeten online, maar ook het beleidsplan, een verslag van de activiteiten en een financiële verantwoording. De openbaarheid, aldus Weekers, moet het publieksvertrouwen in goede doelenorganisaties vergroten. Zo’n 55.000 organisaties in Nederland hebben een ANBI-status, waaronder duizenden stichtingen met projecten in ontwikkelingslanden. Zo’n status is aan te vragen bij de Belastingdienst door Algemeen Nut Beogende Instellingen (ANBI’s), en maakt het voor donateurs mogelijk om hun gift van de belasting af te trekken. De regeling betekent een administratieve lastenverzwaring, maar Partin, brancheorganisatie voor kleine particuliere initiatieven, noemt de eisen ‘niet onredelijk’. Voorzitter Lucy Engelen: “Nu kan iedereen één keer een ANBI-status aanvragen, waarna dat nooit meer wordt gecontroleerd.” Het gaat bovendien, aldus Engelen, om gegevens die veel organisaties al vastleggen. Toch beseft Partin dat dit extra tijd en geld kan kosten en gaat leden daarom ondersteunen bij het inrichten van een ‘ANBI-pagina’.

H

N

ZULLEN WE SPLITTEN?

Betaalt uw partner in het ontwikkelingsland mee aan het project? Ja, zegt tweederde van de deelnemers aan de MyWorld-oPIniepeiling. Vaak gaat het om maximaal 25 procent van de kosten. Bijna een kwart denkt dat de partner meer zou kunnen bijdragen, maar volgens ruim een kwart is een financiële bijdrage niet haalbaar: de partner is te arm, mist ervaring in fondsenwerven of betaalt al in natura, bijvoorbeeld met mankracht. Aan de online peiling deden 43 mensen mee. Meer lezen over lokaal fondsenwerven? Zie pagina’s 4 en 5.

TRAININGEN MyWorld.nl is uitgebreid met een tabblad ‘trainingen’. Onder deze knop vindt u het aanbod van trainingen en bijeenkomsten voor actieve wereldburgers, georganiseerd door de partners van MyWorld. Dit najaar zijn er bijeenkomsten voor beginners en gevorderden, over thema’s als projectplanning, crowdfunding, communicatie en kindzorg. myworld.nl/training

DISCUSSIE OVER ‘ZIELIGE’ FOTO’S Beeld Cora Westerink

“I

k heb mijn ouders verloren tijdens de genocide van 1994. Ze woonden in Birambo, een bergachtig gebied in het westen van Rwanda, waar het moorden vrijwel direct na het uitbreken van de oorlog begon. Zelf woonde ik met mijn man en zeven kinderen in Butare in het zuiden. Drie maanden lang zaten we opgesloten in ons huis, als door een wonder zijn we aan de dood ontsnapt. Na de oorlog wilde ik iets voor mijn land doen. Ik miste mijn ouders enorm. Mijn vader was dominee. In de beginperiode dacht ik steeds dat ik hem zag lopen, of in de kerk achter de kansel zag staan.

Dat zette me aan het denken: als ik als volwassene steeds de illusie had dat ik mijn vader levend voor me zag, hoe moesten weeskinderen zich dan voelen? Hoe moesten zij leren omgaan met de gevolgen van de wreedheden? In 1995 ben ik gestart met Mwana Ukundwa, wat ‘geliefd kind’ betekent. Eerst zorgde ik vanuit huis voor veertig weeskinderen. Inmiddels hebben we drie vestigingen van waaruit we zorg organiseren voor bijna 1500 weeskinderen en kinderen met hiv/aids. Ons streven is om alle kinderen onder te brengen in pleeggezinnen. Kinderen komen beter tot hun recht in een gezinssituatie, waar ze persoonlijke aandacht krijgen van ondersteunende volwassenen. Mensen vragen mij weleens waar ik de kracht vandaan haal om dit werk

media verslag kunt doen van uw projecten. Bij de training MySocialMedia krijgt u tips en tricks voor het inzetten van Facebook, Twitter, LinkedIn en blogs. De derde training, MyStory, gaat over verhalen vertellen. U gaat aan de slag met uw eigen ervaringen en leert daarvan een aansprekend, beeldend verhaal te maken voor uw achterban. In MyCommunication, ten slotte, werkt u aan het opzetten van een communicatiestrategie. U denkt na over de inzet van communicatiemiddelen als websites, nieuwsbrieven en persberichten, en onderzoekt welk middel goed past bij uw achterban en doelstelling. De trainingen vinden plaats op verschillende locaties in Nederland en kosten 35 euro. Leden van Partin krijgen 20 procent korting. Kijk voor een overzicht en geplande data op www.myworld.nl/training of stuur een e-mail naar training@ myworld.nl. U kunt voor meer informatie ook contact opnemen via eva@wildeganzen.nl.

VAN HET WEB

MYWORK ROSE GAKWANDI

Wie Rose Gakwandi (63) Waar Rwanda Werkt voor Association Mwana Ukundwa (AMU) Project opvang en scholing van weeskinderen

NIEUWS ONDERZOEK/NIEUWE REGELS

Een groep jongeren van 17 jaar wil twee weken naar Kenia om daar aidsvoorlichting te geven. Moet je dit aanmoedigen of afraden? Het was een van de onderwerpen op MyWorld.nl die afgelopen zomer de gemoederen bezighield. Ook werd er gediscussieerd over gentech in Ghana, ‘zielige’ foto’s en corruptie. Meelezen of meepraten? Volg een of meer groepen op myworld.nl

Mijn partner betaalt niet mee aan het project

27 %

partner betaalt mee aan het project 68% Mijn

oPIniepeiling is een initiatief van adviesbureau PI Wijzer en MyWorld. Aanmelden: www.myworld.nl > community > oPIniepanel

MY WORLD SEPTEMBER 2013 03


IN DE PRAKTIJK

“FALEN IS GEEN OPTIE” VORIGE KEER KWAM JE NOG 30.000 EURO TEKORT OM MET HET PROJECT TE KUNNEN STARTEN. BEN JE ER AL? “Eh, nee, het geld is er nog niet. We hebben nog subsidieaanvragen bij fondsen lopen, maar nog geen uitsluitsel, zoiets kost tijd.” WORD JE ER NIET RADELOOS VAN? “Nee hoor, het is niet erg, het gaat zoals het gaat. De vrijwilligers werken keihard en boeken ook successen. De social media-vrijwilliger heeft een aanvraag bij Google Grants gehonoreerd gekregen, waardoor wij nu bij de zoekterm ‘Sierra Leone’ bovenaan staan. Dat is gratis advertentieruimte. We zijn volop aan het netwerken, op Facebook krijgen we steeds meer likes en we hebben een heel stabiel vrijwilligersteam. En we zijn de website aan het updaten. Het wordt heel mooi en we voldoen gelijk aan de nieuwe ANBI-eisen. Ik heb bijvoorbeeld een jaarverslag geschreven dat op de website komt. Daar moet je ook je winsten in zien.” MAAR HET STAAT OF VALT WEL MET DIE 30.000 EURO. WAT ALS JE DIE NIET BINNENHAALT? “Daar ga ik gewoon niet van uit. Falen is geen optie. Ik hoef het ook nog niet volgende maand te hebben, ik heb nog even. Maar binnen een half jaar moet het er wel zijn. Verder stel ik geen deadlines, zeker niet tegenover de pers – dat heb ik van deze rubriek wel geleerd.” HOE IS HET VERDER MET JE? “Goed. Ik werk zondag, maandag de hele dag en woensdagavond voor Schooling for Life, en ben nu op zaterdag vrij. Dat is heerlijk, dan laad ik de accu weer op. Dat durfde ik me in de afgelopen twee jaar niet te permitteren en dat was achteraf gezien niet zo verstandig. Ik heb nu ook geleerd heel geduldig te zijn, dat was niet mijn sterkste punt.” EN JE WERK, DAAR WAS JE TOCH AL KLAAR MEE? “Tja… Ik focus me op de stichting, en daar haal ik mijn energie vandaan, niet zozeer meer uit mijn werk. Ik hoor nog steeds goede berichten vanuit Sierra Leone. De verkiezingen zijn goed verlopen, de economie groeit, het land ontwikkelt zich. Het gaat de goede kant op!” HANS ARIËNS

EEN VERJAARDAGSKAARTJE VOOR DE DONATEUR

Dit najaar hoopt Matunda deel te nemen aan een programma van KCDF, een Keniaanse organisatie die zich, met steun van Wilde Ganzen, inzet voor het versterken van grassroots-initiatieven zoals Matunda. Drie maanden geleden ontmoette Fredd, die ook penningmeester is van Matunda, Tom Were, programmadirecteur van KCDF.

Veel lokale organisaties willen niet langer afhankelijk zijn van donaties uit het buitenland. Vooral in Kenia en India valt steeds beter geld te werven. Maar hoe doe je dat? Partners van Nederlandse stichtingen gaan in eigen land op cursus. CASE 1: KENIA

‘‘Matunda moet een merk worden’’ In een sloppenwijk in de Keniaanse hoofdstad Nairobi vangen Fredd Oucho en zijn vrouw Patricia Mukolwe overdag vijfentwintig kinderen op in een gehuurd gebouwtje. Het project is volledig afhankelijk van sponsorgeld uit Nederland. Een lokale training moet daarin verandering brengen.

L

angs de weg naar Soweto Kayole, één van de sloppenwijken van Nairobi, wisselen betonnen huizenblokken in aanbouw rijen kleine winkels af. Op gebarsten luifels en muurtjes prijzen Coca Cola, Tusker Bier en telecombedrijf Safaricom zichzelf opzichtig aan. Maar het golfplaten huisje waar Fredd Oucho de taxi naartoe loodst, is sober. “Sinds 2009 huren we dit”, vertelt Fredd, die samen met zijn vrouw Patricia Mukolwe het Matunda Orphans Community Centre leidt, dat dagopvang biedt aan kinderen zonder ouders of voldoende zorg thuis.

Fredd Oucho wil dat het Matunda Orphans Community Centre in Nairobi minder afhankelijk wordt van geld uit Nederland

Vandaag zorgt Fredd alleen voor hen, want gisteren beviel Patricia van hun derde kind. In een donker kamertje van twee bij vijf vierkante meter zitten vijftien kinderen in de leeftijd van twee tot tien op scheve houten banken. Met potloden kleuren ze een kleurplaat in. Eén jongetje doet niet mee; zijn hand is gezwollen door een ferme tik van een leraar op school. Daarom houdt Fredd hem vandaag even hier en geeft hem zelf les. De kleurplaten komen uit Nederland. Sinds een paar jaar ontvangt het Matunda Orphans Community Centre speel-

goed en geld van een gelijknamige stichting uit Oosterhout. “Daarvan betalen we de huur en kunnen we de kinderen soms een maaltijd geven”, vertelt Fredd. “Maar het is elk jaar opnieuw spannend of er voldoende binnenkomt voor de schooluniformen, boeken en nieuwe schoenen. We kunnen niet alle kinderen naar school sturen, maar doen wat we kunnen. Voor financiering zijn we nu volledig afhankelijk van giften uit Nederland. Andere inkomstenbronnen hebben we nog niet.” Als het aan Fredd en Patricia ligt, gaat dat snel veranderen.

CASE 2: INDIA

“We moeten aandacht trekken van bedrijven” Door de aandacht van een populaire televisieshow voor Snehalaya, kwam de Indiase hulporganisatie in een fundraisingachtbaan. Maar de geldzorgen zijn nog niet voorbij. Om beter grip te krijgen op de toestroom van donaties nam Snehalaya deel aan een workshop van Cordaid.

ZOETERE ONTMOETING Een schot in de roos, volgens Fredd. Op het hobbelige veld buiten het lokaal vertelt hij hoe hij de financiële risico’s van zijn organisatie wil spreiden door fondsen te werven in Kenia zelf. “Hoe dichterbij de band, des te zoeter de ontmoeting”, citeert hij lachend een Keniaans gezegde. “Wie uit Kenia komt, kan zich een voorstelling maken van de situatie van deze kinderen. Én met eigen ogen komen bekijken wat we hier doen.” Fredd heeft al een aantal ideeën om lokale geldschieters te benaderen: “Ik zou bij supermarktketen Naivas willen aankloppen. Ook in onze wijk Kayole is een vestiging. Ik weet dat zij aan sponsoring doen, maar het probleem is dat ze Matunda niet kennen. Pas als ze zich met een bekend initiatief kunnen associëren, is er een kans dat ze geïnteresseerd raken.”

e financiële toekomst leek niet stuk te kunnen voor Snehalaya, een Indiase organisatie die prostituees en hun kinderen helpt in Ahmednagar, West-India. Begin vorig jaar werd hun werk belicht in de talkshow van de activist en populaire Bollywood-acteur Aamir Khan. De organisatie werd geroemd vanwege haar inzet voor Indiase vrouwen. Snehalaya rehabiliteerde de afgelopen dertig jaar meer dan 2100 prostituees door hen scholing en onderdak te geven. Kijkers werden opgeroepen om te doneren en dat deden ze massaal. Het leverde de organisatie meer dan 840 duizend euro op.

PR-OFFENSIEF Fredd mist echter kennis en ervaring om een lokaal pr-offensief in te zetten. Hulp bij het zichtbaar maken van zijn organisatie is één van de zaken die hij hoog op de agenda heeft staan. Daarnaast hoopt hij op begeleiding bij het vinden van de juiste lokale financiers. “We moeten een soort merk van Matunda gaan maken”, peinst Fredd. “Als mensen al van ons gehoord hebben, denken ze vaak dat we al wel voldoende sponsoring hebben omdat we de huur van deze ruimte kunnen betalen. Maar om Matunda een bestendige toekomst te kunnen geven, willen we een eigen gebouw neerzetten. Een stukje grond hebben we inmiddels aangeschaft met hulp uit Nederland. We hopen ook lokale financiers te vinden voor de nieuwbouw, die we permanent aan ons kunnen binden. Uiteindelijk moet Matunda zelfvoorzienend zijn.” ESTHER GAARLANDT

MODERNE KANTINE “Dit enorme bedrag krijgen we normaal in tien jaar binnen”, zegt Sandip Kusalkar, hoofd pr van Snehalaya. Samen met Snehalaya-oprichter Girish Kulkarni houdt hij kantoor in een prachtig gebouw van drie verdiepingen op het Snehalaya-terrein in Ahmednagar. Het gebouw werd betaald uit de opbrengst van de tv-show en heeft een moderne kantine, kantoorgedeelte en slaapvertrekken voor de vrouwen. Het Himatgram-complex, enkele kilometers buiten de stad opgericht door dezelfde organisatie, ligt er echter verlaten bij. Het geld van de tv-show mag alleen aan vrouwenprojecten worden besteed, en dus zijn de faciliteiten voor de dertig gezinnen die hier zouden worden opgevangen nog niet aangelegd. Zelfs de weg ernaartoe is nog niet af, waardoor Himatgram met de auto moeilijk te bereiken is.

D

Directeur Girish Kulkarni van Snehalaya in het nieuwe opvangcentrum in Ahmednagar. Het werd gebouwd met de opbrengst van een lokale televisie-actie

“Hoe meer we groeien, hoe meer moeite we hebben om grip te krijgen op de donaties”, verzucht pr-medewerker Kusalkar. “Telkens blijkt dat we geld tekort komen op locaties. Verbouwingen zoals die van het Himatgram-complex worden daardoor op de lange baan geschoven.” VERJAARDAGSKAARTJES Al sinds de oprichting van de organisatie, werft Snehalaya donaties in eigen land. Oprichter Kulkarni vertelt hoe hij in de begindagen aan geld kwam door in kranten op zoek te gaan naar verjaardagadvertenties. “Die mensen stuurde ik een kaartje, met een verzoek om op hun verjaardag ook aan de minderbedeelden te denken.” Sinds zes jaar heeft Snehalaya ook een buitenlandse donor: Stichting Geron, een Nederlands particulier initiatief. Het was Stichting Geron die Snehalaya in contact bracht met Cordaid, om deel te nemen aan een workshop over lokale fondsenwerving. Kusalkar volgde twee keer een driedaagse workshop onder leiding van een Indiase consultant. “De workshop gaf me de handvatten om op een effectievere manier fondsen te werven”, zegt Kusalkar. Zo stelde hij een pr-team samen om het eerder bedachte wenskaartenidee uit te breiden. Dit team stuurt honderd kaartjes per dag en heeft er nog altijd succes mee. Tijdens de workshop leerde Kusalkar ook om software te gebruiken voor het bijhouden van de boekhouding.

Beeld Devi Boerema

Esther Peereboom (niet haar echte naam) heeft een plan: haar eigen project ‘Schooling for Life’ opzetten in Sierra Leone. Jongeren helpen met beurzen en life skills-trainingen. Deze keer aflevering 8, waarin het even niet opschiet.

Beeld Esther Gaarlandt

EVEN BELLEN MET ESTHER

“Vroeger bouwden we een nieuw project en kwam het geld later wel. Nu proberen we eerst te schatten hoeveel geld er binnenkomt”, vertelt hij vanachter een opgeruimd bureau. Hoe de opbrengst van de verjaardagskaartjes zal worden besteed, is nu vastgelegd in een gedetailleerd plan voor volgend jaar. 1,6 miljoen euro zal gebruikt worden voor het Himatgram-project. Snehalaya kreeg bovendien oog voor toekomstige kansen. De Indiase regering neemt eind dit jaar waarschijnlijk een wet aan die topbedrijven verplicht 2 procent van hun winst te investeren in de nonprofitsector. Voor organisaties als Snehalaya is dit een cruciale periode om de aandacht te trekken van bedrijven die partnerorganisaties zoeken. Tijdens de workshops leerde het team van Snehalaya om speciaal op bedrijven gerichte voorstellen te schrijven. “Wij zijn veldwerkers, geen fondsenwervers”, zegt oprichter Kulkarni. “Maar ik ben blij dat we nu een gespecialiseerd team hebben dat daar goed in is.” DEVI BOEREMA Cordaid en Wilde Ganzen organiseren trainingen in lokale fondsenwerving, projectmanagement en communicatie voor partners van particuliere initiatieven. Wilde Ganzen doet dit in Kenia, Zuid-Afrika, Brazilië en India. Cordaid biedt cursussen aan in India, en bereidt ze voor in Uganda, Ghana en Kenia. Alle cursussen worden gegeven door ervaren lokale trainers. Tom Were van KCDF, partner van Wilde Ganzen, is een van hen (zie hieronder). Meer weten? info@wildeganzen.nl of admin.domestic@cordaid.nl.

Info@schoolingforlife.nl

OPINIE

“WE STAAN ZELF OOK EEN DEEL VAN ONS SALARIS AF” Particuliere initiatieven maken organisaties in ontwikkelingslanden te afhankelijk van buitenlands geld. Dat vindt programmadirecteur Tom Were van KCDF, een Keniaanse ontwikkelingsorganisatie. “Ze kunnen beter hun ervaring delen dan enkel geld inzamelen voor een weeshuis.”

T

om Were van KCDF ziet het te vaak gebeuren: een Nederlander op vakantie in Kenia, bezoekt een dorp dat een waterput nodig heeft en zamelt onder vrienden en bekenden thuis geld in. Als de put er

04 SEPTEMBER 2013 MY WORLD

eenmaal staat, blijkt dat de Nederlander zelf een paar keer per jaar naar Kenia moet vliegen omdat de lokale organisatie te zwak wordt bevonden. Were: “Soms zijn er problemen met de omgang met geld, vaak kunnen de mensen ter plekke geen resultaten laten zien. En vaak

weten ze niet hoe ze zelf lokaal fondsen moeten werven. Op die manier worden lokale organisaties volledig afhankelijk van buitenlands geld.” Were weet waarover hij praat. Zijn organisatie ontstond in de jaren ’90, een politiek turbulente periode onder president Daniel Arap Moi. Het ontbrak Kenia aan een sterk maatschappelijk middenveld dat democratisering kon aanzwengelen. Dat moest veranderen, vond een groep Kenianen, die daarop de Kenyan Community Development Foundation (KCDF) oprichtten. Deze filantropische stichting wil de vaardigheden van lokale organisaties versterken. Were werkt er sinds 2009. Onafhankelijkheid van buitenlandse geldstromen is een

belangrijk streven van de stichting. De huidige relatie tussen westerse donoren en Keniaanse ontwikkelingsorganisaties maakt dat moeilijk, constateert Tom Were: “Westerse donoren investeren meestal niet in de opbouw van een organisatie. In plaats daarvan betalen ze uitsluitend mee aan een programma of project. Heel belangrijk, maar dat creëert ook een afhankelijkheid bij lokale organisaties, die funest is voor het verbeteren van hun eigen vaardigheden.” VOORBEELDFUNCTIE KCDF zet zich daarom in heel Kenia in voor kleine lokale organisaties die zichzelf willen verbeteren. De organisaties houden zich bezig met een waaier aan thema’s, variërend

van kinderopvang tot ecologie, van vrouwenemancipatie tot watermanagement. Een aantal van hen is partner van een Nederlands particulier initiatief dat steun krijgt van Wilde

“Het barst hier van de mensen met goede ideeën. Geven zit in onze cultuur” Ganzen. Tegelijk vervult KCDF als ‘modelstichting’ een voorbeeldfunctie. Tom Were: “Onze eigen fondsenwerving is gevarieerd. Naast bijdragen van bijvoorbeeld de Ford Foundation

en Wilde Ganzen, werven we grote bedragen via het Keniaanse bedrijfsleven en via particulieren. Geven aan je omgeving is diep verankerd in onze cultuur. Ook als werkgevers van het KCDF dragen we bij aan onze eigen fondsenwerving door een deel van ons salaris af te staan.” Daarmee ontkracht Were een vooronderstelling van westerse donoren: dat ontwikkelingslanden te arm zijn om er donorgeld te vinden. De potentie om lokaal fondsen te werven is zeker aanwezig, stelt Were. Het ontbreekt veel organisaties echter aan professionaliteit. “Het barst hier van mensen met goede ideeën. Tegelijkertijd hebben velen geen idee hoe ze een organisatie moeten opbouwen. Als ze bij KCDF aankloppen voor geld of

logistieke steun, helpen we ze met het oplossen van allerlei onduidelijkheden. Waar registreer je je als stichting? Hoe open je een bankrekening? Hoe betaal je je personeel? Ook het belang van een controlerend bestuur is vaak onbekend.” JEUGDPROGRAMMA Hoewel de wil tot verbetering sterk is, is de praktijk volgens Were weerbarstig. Het lukt niet iedereen om het hele proces, van registratie van een stichting tot succesvol fondsenwerven, te doorlopen. Maar Were is over het algemeen te spreken over de vooruitgang die hij ziet: “Neem MEDA, de Malindi Education Development Assistance. In 2007 begon KCDF samen met deze organisatie een jeugdprogramma aan de

Keniaanse kust. MEDA had omgerekend 25.000 dollar te besteden. Nu, zes jaar later, is dat gegroeid tot 650.000 dollar. Dat geld is vrijwel volledig opgebracht door de lokale gemeenschap.”

“Kennis delen is duurzamer dan een weeshuis bouwen” Tom Were is er helder over: “De sleutel van hun succes ligt in het betrekken van de gemeenschap in Malindi bij alles wat ze ondernemen. MEDA werkt uitstekend samen

met de lokale overheid en zorgt ervoor dat iedereen uit Malindi en omgeving ook daadwerkelijk profijt heeft van de projecten: van een goede middelbare school voor meisjes tot een publieke speeltuin of een technische hogeschool. En, niet onbelangrijk: MEDA heeft de lokale private sector aan zich weten te binden. Hotels stellen bijvoorbeeld gratis kamers beschikbaar voor vergaderingen, andere bedrijven storten giften.” Het particuliere initiatief in Nederland kan méér doen dan geld geven, zegt Tom Were. Het kan ook de mentorrol van KCDF aanvullen: “De kennis die Nederlanders in de private sector hebben opgedaan is hier van grote waarde. Ik pleit ervoor dat mensen hun

ervaringen overdragen aan Keniaanse organisaties. Dat is een stuk duurzamer dan uitsluitend geld inzamelen en een weeshuis te bouwen, waarna de lokale organisatie om meer geld gaat vragen, en er bezoeken moeten worden afgelegd om orde op zaken te stellen. Het geld van de vliegtickets kunnen particuliere initiatieven beter gebruiken voor het versterken van hun partners.” ESTHER GAARLANDT

MY WORLD SEPTEMBER 2013 05


IN BEELD WERELDVERBETERAARS

VROUWEN UIT GEDWONGEN PROSTITUTIE

VERBETER DE WERELD

De Wallen vormen een trekpleister voor toeristen én Amsterdammers. Maar de meeste bezoekers stellen geen vragen over de omstandigheden waaronder de vrouwen achter de ramen werken. Frits Rouvoet (54), voormalig winkelier, doet dat wel. Veel

begin in je buurt

valse voorwendselen naar Nederland gelokt. Met zijn collega’s van Stichting Bright Fame, allemaal vrijwilligers, wint Rouvoet hun vertrouwen en biedt hij vrouwen die dat willen een ander perspectief. Zit de vrouw eenmaal in een opvanghuis, dan bekijken hij en zijn collega’s samen met haar of ze terug kan een inburgeringscursus. Hongaarse vrouwen mogen hier solliciteren, Bulgaarse en Roemeense vrouwen kunnen een eigen bedrijfje starten, bijvoorbeeld als au pair of schoonmaker. Rouvoets werk is niet altijd gemakkelijk. “Op de Wallen spelen gevoelens als schaamte, angst, lust, manipulatie, geld en

POLDEREN OP ZEE

afwijzing. Ik kan dat goed van me af zetten. Ik kan bij het ene raam aankloppen, daar een triest verhaal horen en toch weer met een frisse blik bij het volgende raam stoppen.” Soms moeten Rouvoet en zijn collega’s constateren dat ze niets voor Tekst Janneke Juffermans Beeld Peter Boer

iemand kunnen doen. “Dan heb je een tijd geïnvesteerd in een vrouw en wil ze toch niet met je verder praten, of blijft ze zich in de nesten werken. Dat is pijnlijk. Maar het omgekeerde gebeurt ook: dat een vrouw maandenlang onbenaderbaar lijkt en uiteindelijk toch vraagt of je haar kunt helpen.” www.fritsrouvoet.nl

MEISJESBESNIJDENIS DE WERELD UIT

wereldwijde groentezadenbedrijven. Ik realiseerde me dat vrouwen nauwelijks meebeslissen over voeding, terwijl 80 procent van de voedselproducenten vrouw is. Dat wil ik veranderen.” Zwart kwam uit

hebben op de wereldwijde voedselketen. Ze lieten daarvoor een film

bij een van de ongeveer honderd soroptimistenclubs in Nederland.

produceren door de makers van Koefnoen. Deze film wordt via

De naam komt van Sorores (zuster) en optimum (van het goede).

Ceres-ambassadeurs aan vrouwen getoond en vormt aanleiding tot

Lidmaatschap kost ongeveer één avond per maand. Op basis van

discussie. Ook levert Ceres sprekers over voedselzekerheid. Zwart:

een steeds wisselend internationaal thema organiseren vrouwen-

“Het is belangrijk dat vrouwen een grotere stem krijgen, omdat het

groepen uit alle landen projecten. Het huidige thema is Empower-

wereldvoedselprobleem door de groeiende wereldbevolking steeds

ment of Women Through Education and Leadership. Nikolet Zwart

nijpender wordt. Vrouwen moeten daarom op gelijke basis mee-

Bijzonder aan de soroptimisten is dat vrouwen allemaal hun

kreeg meteen veel enthousiaste hulp bij haar idee. Inmiddels heeft ze

denken over oplossingen.”

vakkennis inzetten voor het goede doel. Juriste Nikolet Zwart (40)

met enkele andere soroptimisten de stichting Ceres opgezet, met als

www.soroptimist.nl

Jihan Salad (23), studente gezondheidswetenschappen aan

is een van hen. “Ik werkte als advocaat voor vier van de negen

doel om vrouwen in Nederland te laten inzien welke invloed ze

www.ceres.cc

de VU, geeft vrijwillig voorlichting aan meisjes en jongens in

De Unie van Soroptimisten is een wereldwijde serviceorganisatie van vakvrouwen met als doel het leven van vrouwen en meisjes te verbeteren.

Elk jaar lopen naar schatting veertig tot vijftig meisjes in Nederland de kans om besneden te worden. Meisjesbesnijdenis is hier bij de wet verboden. Als het toch gebeurt, wordt dat geheim gehouden.

internationale schakelklassen, waar ‘nieuwkomers’ uit landen als Ethiopië en Somalië les krijgen. Dat doet ze via jongerengroep No Game, een initiatief van Stichting Pharos, het kennisen adviescentrum voor de strijd tegen meisjesbesnijdenis. Salad gaf eerder ook voorlichting op reguliere scholen en constateert een groot verschil met de schakelklassen. “Bij een reguliere

HULP IN NEDERLAND: NET ZO NODIG ALS IN SURINAME

KENNIS ‘DONEREN’ VOOR CAMPAGNES

school krijg je vragen over het waarom”, zegt ze. “In de

Hoewel de cijfers niet eenduidig zijn, lijkt de armoede in Nederland toe te nemen. Een op de zes huishoudens heeft problematische schulden en wekelijks maken 27.000 gezinnen gebruik van een voedselbank.

Niet (alleen) geld, maar vooral je tijd, enthousiasme en kennis delen voor ontwikkelingssamenwerking. Dat kan door je aan te sluiten bij meedenk- en cocreatiesessies van verschillende organisaties, zoals 1%CLUB.

Somalische cultuur. Sindsdien liet het onderwerp haar niet

schakelklassen worden ervaringen uitgewisseld, gaat het om nazorg en bespreken we de zorg om zusjes die nog risico lopen.” Salad, zelf van Somalische afkomst, zag op haar twaalfde een documentaire over het onderwerp. Haar moeder vertelde haar vervolgens over besnijdenis van meisjes in de meer los. Ze weet door verhalen van mensen uit haar familie en in haar omgeving hoeveel leed het kan veroorzaken. “Ik ben tegen alle soorten van geweld tegen vrouwen en vind dat vrouwen zelf moeten beslissen over hun seksualiteit. Daar hoort het afschaffen van meisjesbesnijdenis bij.”

Malou van Nieuwkoop (26) is als freelancer in internationale Ook betontekenaar Wilfred Riebeek (60) ziet de nood in zijn

samenwerking actief in internetresearch, crowdsourcing en

wijk Het Nieuwe Westen in Rotterdam toenemen. Riebeek

social media-trainingen. Vorig jaar deed ze mee aan de

heeft al een stichting om het district te steunen waar hij

campagne De week van de nieuwe rijken van 1%CLUB. “Je

vandaan komt: Marowijne in Suriname. Nu zet hij zich in voor

kon simpel helpen door bijvoorbeeld mee te denken over

buurtgenoten. In zijn Rotterdamse wijk is hij een winkel in

het ontwerpen van een nieuw logo, filmpje of excelformat

tweedehands spullen begonnen. Hij verkoopt er kleding,

voor een van de projecten die de 1%CLUB steunt”, zegt Van

keukenspullen, witgoed en huishoudelijke artikelen.

Nieuwkoop. “Zelf heb ik meegedacht over een crowdfunding-

Regelmatig doet Riebeek wat van de prijzen af, omdat

strategie voor een project in Noord-Uganda. Via Skype hadden

mensen zelfs geen twee euro voor een kledingstuk meer

we contact met Henry, de projecteigenaar in Uganda. Samen

kunnen betalen. Of hij ruilt: “Arme mensen hebben vaak nog

dachten we na over hoe hij meer aandacht kan krijgen voor

allerlei bruikbaars staan dat ze kunnen ruilen.” De winkel heeft

zijn project. Dat hebben we omgezet in een concreet

ook de functie van een buurthuis. In de zomer staat Riebeek

stappenplan.” Door mee te doen aan zulke sessies leert Van

met schaafijs voor de deur. De opbrengst van de winkel is

Nieuwkoop veel mensen kennen van wie ze nieuwe kennis

bestemd voor zijn stichting, maar in de praktijk is er nu

opdoet, die ze weer inzet in haar eigen werk. “Met onze

nauwelijks voldoende geld om de huur van het winkelpand te

verschillende achtergronden was het erg leuk om samen

betalen. Riebeek heeft goede hoop dat daar in de toekomst

concreet aan een ‘probleemstelling’ te werken.” Volgens Van

verandering in komt: de winkel wordt steeds drukker bezocht.

Nieuwkoop kunnen veel meer mensen op deze manier

“In Marowijne gaat het inmiddels best goed. Hier in Nederland

betrokken zijn bij internationale samenwerking. “Je kunt

zie ik echter steeds meer mensen moeite krijgen om de

organisaties als 1%CLUB heel gemakkelijk volgen op Facebook

eindjes aan elkaar te knopen. Dat soort mensen wil ik helpen,

en Twitter en zo kijken bij welke activiteiten je kunt en wilt

of het nu hier is of daar.”

aanhaken.” www.1%CLUB.nl

06 SEPTEMBER 2013 MY WORLD

HERMAN VUIJSJE

Herman Vuijsje is socioloog, journalist en schrijver. Hij schrijft over veranderingen in ons land op sociaal, moreel en politiek gebied.

naar haar land. Zo niet, dan volgen een cursus Nederlands en

Je inzetten tegen wereldwijde armoede en onrecht? Daarvoor hoef je niet per se een project te beginnen in een ontwikkelingsland. Ook in je eigen omgeving kun je veel doen. Zes actieve wereldburgers vertellen.

VAKVROUW OP DE BRES VOOR VOEDING

Beeld Tzenko Stoyanov

vrouwen, bijvoorbeeld uit Bulgarije of Roemenië, zijn onder

www.no-game.nl

VAN ‘HALLELUJA’ TOT ‘GEEF EEN VLUCHTELING TE ETEN’

over de relatie met de mensen om ons heen die het moeilijk hebben.” Met zelfgemaakte liedjes en teksten wil Schaap mensen uitdagen om te zien wat er in hun omgeving gebeurt en welke rol zij kunnen spelen. Bijvoorbeeld de situatie van mensen die zonder papieren in Nederland verblijven, een groep waarvoor Schaap zelf zich inzet. Hij zwengelt bovendien een

Vervoering, contemplatie, een persoonlijke relatie met het goddelijke. Die associaties roept kerkmuziek vaak op. Maar ondanks de aandacht voor naastenliefde in de kerk, gaan de liederen doorgaans niet over de strijd tegen maatschappelijk onrecht.

kerkelijke discussie aan. Zijn nieuwe album Hout en Steen wordt vergezeld van een boek met prikkelende columns over maatschappelijk onrecht en een reactie daarop van bekende theologen en kerkleiders. Bovendien bevat het boek opdrachten zoals: nodig een vluchteling uit om samen te eten. Schaap: “God wil dat je meewerkt aan een betere wereld, in plaats

Roald Schaap (33) brengt met zijn folkliedjes verandering in die

van de praktijk van het ‘goede doen’ alleen maar te bespreken.”

situatie. “Als artiest treed ik veel op in kerken. Ik had het gevoel

Zijn muziek is dan ook niet alleen bedoeld voor in de kerk, maar

dat daar, zeker in de muziek, steeds een goede persoonlijke

vooral voor daarbuiten.

relatie met God vooropstond. Kerkmuziek gaat maar zelden

www.roald.tv

Twaalf jaar geleden stak ik samen met mijn dochter over van Vlissingen naar Paramaribo, de hoofdstad van Suriname. We waren de enige passagiers op de Sierra Nafria, een Engels schip dat zijn laatste reis maakte als bananenboot. Van de bemanning waren alleen de hoogste officieren Brits. Zij vormden de elite, maar dan wel een elite in een benarde situatie. Buitenlanders rukten op naar de brug: behalve de matrozen waren ook de tweede en de derde stuurman Filippino’s. Tussen de twee nationaliteiten bestond een strenge apartheid. De stuurboordkant was het domein van de Britten, de bakboordzijde van de Filippino’s. De Britten werden zeker niet vrolijker van de aanwezigheid van drie Spaanse officieren – verkenners van de firma die na deze reis aan de haal zou gaan met hun prachtige schip. In de pikorde stonden de Spanjaarden nog lager dan de Filippino’s. Een eigen territorium hadden ze niet – ze klonterden kettingrokend samen in de bijkeuken. Niemand praatte méér met hen dan nodig was, ik ook niet, in een soort aanpassing aan onze Britse gastheren. “Dus jij bent daar gevoelig voor?”, riep mijn dochter verontwaardigd. Ze had gelijk. Het was een beetje slap. Heel erg slap eigenlijk. Maar dat ging zomaar niet! Ik ging daar wat aan doen. Ik zou de vredestichter worden op deze verscheurde notendop, zodat alles toch nog goed zou komen, tot bewondering van mijn dochter. Na het eten liep ik de bijkeuken binnen: “Me prestas un cigarillo?” De Spanjaarden ontvingen me wantrouwend, maar de stroeve sfeer was gauw doorbroken. Toen ik het kamertje verliet, stuitte ik op de eerste machinist. “En?” vroeg hij. “Wat heb je besproken met de Spaanse inquisitie?” Twee weken lang polderde ik erop los, probeerde bruggen te bouwen, het gesprek gaande te houden. Met weinig succes. Bij aankomst in Paramaribo probeerde ik op de valreep de definitieve verzoening op mijn naam te zetten. Ik nodigde de hele bemanning uit in een gezellig Javaans eettentje. Daar zaten ze dan... soort bij soort in een zompig zwijgen. Alleen de Filippijnse kok deed zijn best met gemaakte vrolijkheid. Zelf praatte ik volgens mijn dochter veel te hard in mijn pogingen de stiltes te overstemmen. Niemand bestelde koffie en na het eten maakte ik er zo gauw mogelijk een eind aan. Ach, ik had ze gewoon in hun sop moeten laten gaarkoken.

MY WORLD SEPTEMBER 2013 07


DE OPLOSSING ADVIES VAN LEZERS

HET DILEMMA VRAAG AAN LEZERS

MOET IK NOG KNOKKEN VOOR DE KROKODIL?

HOE OVERLEEFT DE STICHTING MIJN VERTREK?

ADVIES

Harry Peters met inwoonster van Lombok

Beeld Mabuwaya Foundation

Beeld Stichting VLOK

MAAK JE PARTNER OP LOMBOK ZELFSTANDIG

Merlijn van Weerd: “De krokodil lijdt onder een slecht imago”

Harry Peters (68) zette zich twaalf jaar lang intensief in voor projecten op het Indonesische eiland Lombok. Nu wil hij een stap terugdoen én met pensioen. “Hoe voorkom ik dat ook projecten van mijn Stichting VLOK straks tot stilstand komen?”, vroeg Peters de MyWorld-lezers.

Tekst Janneke Juffermans

Z

org dat het project op Lombok zelfstandiger wordt. Dat was het belangrijkste advies van de lezers van MyWorld. Rentia Krijnen, ook 68, werkt daaraan in haar project met Keniaanse Luo-weduwen. Zo kregen coördinatoren in de projectdorpen scholing over projectopbouw en geldzaken. “Begin daar vroeg mee”, raadt ze aan. “In het begin heb ik veel begeleid, maar elk jaar doen mensen meer zelf.” Tweede advies: verdeel je taken over de vrijwilligers. “Harry heeft te veel naar zich toe getrokken”, vindt Sjef Vink uit Maastricht. Als voorzitter van Comité Maastricht-Niou deed hij jarenlang hetzelfde. Nu hebben jongere leden het stokje overgenomen. “Harry moet leren delegeren. Ook als zijn opvolgers er andere ideeën op nahouden.” Peters zat ondertussen niet stil. Hij organiseerde een bijeenkomst om met vrijwilligers en donateurs over de toekomst van Stichting VLOK te praten. De lezersadviezen kwamen terug in dat gesprek. Peters: “We gaan mijn werk opsplitsen in taken die gescheiden van elkaar zijn uit te voeren, zoals het bijhouden van de website en de financiën.” Met de partnerorganisatie op Lombok gaat Stichting VLOK werken aan grotere zelfstandigheid. Peters: “Ze zijn nog niet gewend om meerjarenplannen of een financieel jaaroverzicht te maken. Toen we twaalf jaar geleden begonnen, hadden de mensen nauwelijks een opleiding en was dit niet haalbaar. Inmiddels hebben ze geleerd om zelf projecten uit te voeren en hebben veel jongeren een opleiding op MBO-niveau gevolgd. Met hulp van deze jongeren kan de lokale stichting meer zelf doen. Dat moet binnen 1,5 jaar gaan lukken.”

COLOFON MyWorld is een uitgave van Wilde Ganzen, Cordaid, Impulsis en NCDO. Het blad verschijnt vier keer per jaar bij het tijdschrift OneWorld. Meningen in MyWorld worden niet noodzakelijkerwijs door de uitgevers onderschreven. Wilde Ganzen is de expert op het gebied van concrete projecten in ontwikkelingslanden. Wij stellen mensen in staat om initiatieven ter bestrijding van armoede zelf uit te voeren. Samen met betrokken Nederlanders doen we dit al

08 SEPTEMBER 2013 MY WORLD

Merlijn van Weerd is directeur van de Mabuwaya Foundation. Deze stichting zet zich in voor de Filippijnse krokodil, die met uitsterven wordt bedreigd. Merlijn vraagt zich af hoe hij de krokodillen kan blijven beschermen tegen bevolkingsgroei en landontginning.

“A

bijna 55 jaar. Zo zijn er inmiddels ruim 10.000 projecten succesvol afgerond. Cordaid wordt gesteund door 316.000 donateurs en werkt al bijna een eeuw aan het bestrijden van armoede en uitsluiting. Sinds 1998 zetten we onze fondsen, ervaring en expertise ook in voor particulier initiatief. We ondersteunden reeds duizenden projecten van serviceclubs, stichtingen, parochies en migrantenorganisaties. Impulsis, het loket voor particuliere initiatieven van Edukans, ICCO Cooperation en Kerk in Actie, steunt ondernemende Nederlanders die kleinschalige, kwalitatief hoogwaardige ontwikkelings-

ls mijn collega’s en ik het veld in gaan, rijden we door tot aan de rand van de beschaving. Daar, in Isabela Province in NoordoostLuzon, begint het leefgebied van de Filippijnse krokodil, in een smalle strook tussen de bewoonde wereld en de bergen. Naar schatting leven nog nauwelijks 250 volwassen exemplaren in het wild. Het dier is de meest bedreigde krokodil ter wereld. Hij leeft in zoet water en valt mensen niet aan, tenzij hij zich bedreigd voelt. Maar hij lijdt onder een slecht imago, dankzij zijn ‘zoutwaterbroertje’, dat wel mensen doodt. En corrupte politici worden op de Filippijnen ‘krokodil’ genoemd. Vijftien jaar geleden kwam ik hier werken bij een natuurbeschermingsproject. Dat eindigde na vijf jaar zonder duurzaam resultaat. De krokodil stond er van alle Filippijnse diersoorten het slechtst voor, dus richtte ik stichting Mabuwaya (‘Lang leve de krokodil’) op. De afgelopen jaren leverden veel kennis op over welke bescherming effectief en duurzaam is. Langlopende en kleine projecten, die investeren in gemeenschappen en lokale overheden, zijn goed. Vooral als onderwijs en voorlichting over natuurbescherming daar onderdeel van zijn.

Al mijn collega’s zijn Filippijns en komen uit het gebied waar we werken. Zij hebben contact met de bewoners gelegd. HONGER NAAR LAND Veel mensen denken dat je geen natuur kunt beschermen in gebieden met arme mensen. Maar arme boeren hebben daar wel degelijk interesse in. Toch zie ik steeds nieuwe dilemma’s opdoemen. Zo vormt landontginning een groeiende bedreiging voor het leefgebied van de krokodillen. Dat komt deels door het ontwikkelingsbeleid van de overheid. Over drie jaar willen de Filippijnen in hun eigen rijstbehoefte kunnen voorzien. De overheid stimuleert de ontginning van wilde gebieden en het vergroten van het landbouwareaal. Economische ontwikkeling gaat vóór natuurbescherming. Dat merken we in Luzon. Mensen ontginnen meertjes en kreekjes om er rijstvelden van te maken. Zolang we met een kleine groep boeren werken, kunnen we hen ervan overtuigen dat we de krokodillen moeten beschermen. Maar er komen ook nieuwe boeren uit andere provincies. Die zijn op zoek naar land en hebben geen boodschap aan krokodillen. We moeten hen bereiken voordat ze de krokodillen doodschieten of hun habitat gaan ontginnen. Nu lukt het ons nog om, met redelijk wat moeite maar met steun van de lokale bevolking, om kleine leefgebieden voor de krokodillen te behouden. De vraag is of dat zin heeft als de bevolking blijft groeien en daarmee de vraag naar land. Moeten we blijven knokken voor de krokodil?”

Heeft u advies of wilt u reageren? Heeft u zelf een dilemma? Ga naar www.myworldmagazine.nl of mail redactie@myworld.nl

projecten willen ondersteunen. Impulsis biedt naast financiële steun ook advies, inspiratie, toegang tot een breed netwerk en jarenlange ervaring Redactie: Mirjam Vossen, Hans Ariëns, Lonneke van Genugten Redactieraad: MarieAntoinette Kroone (Impulsis), Renata Ranchor (Cordaid), ErnstJan Stroes (NCDO), David Trap (Wilde Ganzen) Aan dit nummer werkten mee: Peter Boer, Devi Boerema, Esther Gaarlandt, Trisha Goossens, Janneke Juffermans, Adriaan Kauffmann, Tzenko Stoyanov, Herman Vuijsje, Cora Westerink Basisontwerp & Vormgeving: Bouwe van der Molen

Uitgevers: ncdo.nl wildeganzen.nl cordaid.nl impulsis.nl Contact: redactie@myworld.nl www.myworld.nl Abonneren, opzeggen of wijzigen: www.oneworld.nl/magazine

Tekst Mirjam Vossen

VORIGE KEER


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.