MyWorld Magazine 5 - 2013 -2

Page 1

MY WORLD Nummer 1 / Maart 2013

Beeld Dieter Telemans / Panos

Vakblad voor actieve wereldburgers

india Leerlingen van een lagere school krijgen les in de buitenlucht.

Moeten wij hun school betalen?

Arme landen worden rijker. De aanpak van kleine ontwikkelingsorganisaties is achterhaald. Pagina 06 Filippijnse activiste is liever gelukkig dan rijk Pagina 02

Sloppenwijk wordt kleurrijk schilderij Pagina 03

Tweelingzus in Marokko 25 Nederlandse verloskundigen krijgen de komende vier jaar een ‘tweelingzus’ in Marokko. Elke verloskundige wordt gekoppeld aan een Noord-Afrikaanse collega. Drie jaar lang zullen de zusters intensief samenwerken in de strijd tegen baby- en moedersterfte. In Marokko overlijden tien keer zo veel vrouwen tijdens de zwangerschap of bevalling als hier, vooral buiten de grote steden. Het zogeheten twin2twinproject is opgezet door de beroepsorganisaties van verloskundigen uit Nederland (knov) en Marokko (amfs). Eerder linkte knov al Nederlandse verloskundigen aan vroedvrouwen in Sierra Leone.

Geen gehandicapte te zien? Kijk nog eens! Pagina 04-05

De nieuwe twins profiteren van de ervaringen van hun voorgangers. Die schreven een step-by-step guide voor het opzetten van twin2twin-projecten. Een van de auteurs is de Leidse verloskundige Liselotte Kweekel, die de afgelopen jaren de ‘tweelingzus’ was van Sylvia Kobie uit Sierra Leone. Samen deden ze onder meer onderzoek naar bevallingen bij besneden vrouwen. De kennisoverdracht was wederzijds, aldus Kweekel, die hulp kreeg van Kobie bij het afnemen van interviews. Kweekel: “Een logische beginvraag leek mij: ‘Bent u besneden?’ Maar dat bleek veel te direct. Beter is om te vragen of ze ‘wel eens van vrouwenbesnijdenis heeft gehoord’.” Ook het nieuwe project levert dubbel voordeel op. Toekomstige moeders in Marokko profiteren van de toegenomen vakkennis. Zwangere Marokkaanse vrouwen in Nederland hebben baat bij begrip van hun cultuur. Meer informatie: www.midwives4mothers.com en www.myworldmagazine.nl.

Stoom uw club klaar voor de eendagsvrijwilliger Pagina 07

MyWorld gaat live Via de MyWorld-community op internet delen particuliere initiatiefnemers kennis en informatie. Online praten gaat nóg makkelijker als je weet wie er elders achter het toetsenbord zit. Op zaterdag 16 maart organiseert MyWorld daarom een live event in theater Gooiland in Hilversum. Iedereen met belangstelling voor kleinschalig ontwikkelingswerk is welkom op het MyWorld Event. Het dagprogramma is samengesteld met hulp van MyWorld-lezers en MyWorldcommunityleden. Het resultaat: een afwisselende dag vol workshops, ontmoetingssessies, discussies en films. Bezoekers en deskundigen gaan in gesprek over de vraag hoe je als kleine

Dilemma: hoe wordt de moestuin een blijvertje? Pagina 08

organisatie het beste kunt bijdragen aan onderwijs, gezondheidszorg en de opvang van weeskinderen in ontwikkelingslanden. Tijdens de workshops leer je hoe je kunt fondsenwerven in ontwikkelingslanden zelf, wat de kansen zijn voor Solar en led-lampen, en hoe je kunt samenwerken met bedrijven. Ook kun je speeddaten met medewerkers van Wilde Ganzen, Impulsis, Aqua for All en Cordaid. Zij geven vrijblijvend advies over de uitvoering of financiering van een project. Liefhebbers kunnen bovendien genieten van een aantal korte films, waaronder Bijsluiter van Goed Doen, een documentaire over successen en valkuilen van kleinschalige ontwikkelingsprojecten. Inschrijven voor het MyWorld Event kan tot 10 maart via www.myworld.nl. Daar vindt u ook het meest actuele programma. De kosten voor deelname zijn 15 euro per persoon. Wees op tijd, want vol is vol. Het MyWorld Event is een initiatief van de partners van MyWorld.


DE BIJEENKOMST Goed doen

vraag & antwoord Dre Urhahn

“Je hoopt toch op iets positievers”

sis en Cordaid ervan vinden? Die hebben veel meer ervaring met het opzetten van projecten in arme landen. jaloezie De lichten gaan uit en we maken kennis met Theo, die in Uganda een project opzette voor ex-kindsoldaten. De jongens kregen koeien om een nieuw bestaan op te bouwen. Maar wanneer Theo gaat kijken of dat is gelukt, blijkt dat er frictie is ontstaan. De dorpelingen zijn jaloers op de jongens. Bovendien zijn de koeien ingeruild voor geiten. Een ietwat gedesillusioneerde Theo probeert positief te blijven: “Je kunt nu eenmaal niet alle consequenties voorzien.”

Beeld Tzenko Stoyanov

Er zijn heel wat bijeenkomsten voor de actieve wereldburger. MyWorld doet mee. Deze keer zijn we te gast bij de vertoning van de documentaire Bijsluiter van Goed Doen in Amsterdam.

Beeld INiki Frencken

Z

uster Mien Leistra is een van de laatst overgebleven missionarissen in Afrika. Ze woont al 22 jaar in Kenia en heeft kritiek op het werk van ontwikkelingsorganisaties. In een artikel in dagblad Trouw vertelt ze dat overal in haar dorp ‘muskietennetten over de akkertjes liggen’. Die had een hulporganisatie gratis weggegeven. Je ziet het voor je. In een Keniaanse moestuin lacht een vrouw in haar vuistje om de dromerige ontwikkelingswerker die vorige maand met de jeep uit de stad kwam om klamboes uit te delen. Boven haar tomatenplantjes hangt een wapperend blauw net. Natuurlijk heeft ze dat ding niet boven haar bed gehangen. Het is perfect om haar pas geplante vruchten tegen de vogels te beschermen. Het oordeel is gauw geveld: naïeve hulpverlener, gewiekste Afrikaan. Tegelijkertijd weten we dat dit beeld niet klopt. Het aantal malariabesmettingen in Afrika daalt sterk, mede dankzij de royale verspreiding van muskietennetten. Gratis verstrekken zet bovendien méér zoden aan de dijk dan mensen voor de netten laten betalen. Dat onderzocht econome Esther Duflo door in een groot aantal dorpen gratis en betaalde verspreiding met elkaar te vergelijken. Dankzij Duflo’s onderzoek begrijpen we steeds meer van het ‘irrationele gedrag’ van de allerarmsten. Bij nadere beschouwing is dat vaak helemaal niet zo irrationeel. Zo gebruikt de Keniaanse boerin haar muskietennet waarschijnlijk liever om zich de komende maand van een goede oogst te verzekeren, dan om in een onbestemde toekomst minder risico op malaria te lopen. Maar één beeld overtuigt soms meer dan een kast vol onderzoeken. Zuster Mien woont al 22 jaar in Afrika en heeft het met eigen ogen gezien. Esther Duflo is een gelauwerd econome en heeft het jarenlang onderzocht. Ik stel me voor dat de twee met elkaar in discussie gaan. Esther Duflo met haar feiten en cijfers. Zuster Mien met haar observaties. Wie krijgt het publiek op haar hand? mirjam vossen

Wat Vertoning Bijsluiter van Goed Doen, een documentaire over de valkuilen van kleinschalige ontwikkelingsprojecten Waar Tropeninstituut Amsterdam, op uitnodiging van de MyWorld academie Geleerd Professionals oordelen anders over particuliere initiatiefnemers dan ‘gewoon’ publiek Kan beter Deskundigen en initiatiefnemers in één filmzaal.

E

en jaar geleden dronk ik op een terras in Amsterdam een kop koffie met documentairemaakster Niki Frencken. Ze stond op het punt af te reizen naar Uganda, waar ze twee Nederlanders met een kleinschalig

AGENDA

ontwikkelingsproject ging filmen. Met die film wilde Niki ‘op een positief kritische manier’ de valkuilen van kleinschalig ontwikkelingswerk in beeld brengen ‘zonder het enthousiasme te temperen’. Vandaag mag ik oordelen of dat is gelukt. Samen met zo’n dertig professionals uit de sector ben ik te gast in een fraaie zaal van het Tropeninstituut, waar NCDO de documentaire Bijsluiter van Goed Doen laat zien. Niki zelf is er ook, en ze is best zenuwachtig. Tijdens de première oogstte de film lof van het ‘gewone’ publiek. Maar wat zullen de medewerkers van Wilde Ganzen, Impul-

Werken met straatkinderen 12-14 april, Apeldoorn www.samen.org Tourism Café 26 april, Utrecht www.myworld.nl > community

bijeenkomsten MyWorld Event 16 maart, Hilversum www.myworld.nl

Goed Gevoel Na Theo zien we Julianne, die een weeshuis heeft opgericht voor straatkinderen. De kinderen rennen op haar af en springen in haar armen als ze binnenkomt, zichtbaar blij dat ze er is. Het geeft Julianne een goed gevoel om anderen te helpen, vertelt ze. Ze is graag ‘mens tussen de mensen’, het geeft haar leven zin en betekenis. Intussen zijn de kinderen volledig afhankelijk van haar. “Zonder mijn geld weet ik niet wat er met ze gebeurt”, geeft

Future of Food Festival 25-26 mei, Tilburg www.wereldpodium.nu

Solutions by NOOR Menselijke verhalen achter klimaatverandering 13 maart – 1 april, Goes www.maakdeswitch.nl

Van het web

De wereld ná 2015

By Choice or Chance Portretten van alleenstaande moeders in Vietnam Première 8 maart, Roermond www.bychoiceorchance.com

In 2015 komt er een einde aan het tijdperk van de Millenniumdoelen. Hoe gaan we verder? De komende maanden vindt hierover een brede maatschappelijke discussie plaats. Ook MyWorld doet mee. In de groep ‘Post 2015 dialoog’ kunt u meepraten en meedenken over de ontwikkelingsagenda ná 2015. Laat uw mening horen, want de stem van particuliere initiatieven en actieve wereldburgers mag in deze discussie niet ontbreken!

“Mijn werk is belangrijker dan mijn toekomst”

02 maart 2013 MY WORLD

Toerisme Café Bent u betrokken bij een toerismeproject in een ontwikkelingsland? Of wilt u donateurs meenemen naar een ontwikkelingsproject? Op 26 april organiseren PI Wijzer en Atelier on Tourism Development een ‘Tourism Café’ in Utrecht. Thema’s zijn duurzaam toerisme, kansen en valkuilen voor toerismeprojecten en de relatie tussen toerisme en ontwikkelingsprojecten. Aanmelden? Word lid van het evenement ‘Tourism Café’ op www.myworld.nl

werd weggeslagen. Bij goed weer brengen ouders hun kinderen met een vlot naar school. Hun koopwaar vervoeren ze op dezelfde manier naar de markt. Maar als het hard regent, kan niemand de rivier op. Daarom bouwen tachtig dorpsbewoners met hulp van Care Nederland een nieuwe hangbrug. Eerst vond mijn familie mijn werk maar niks. Maar gaandeweg beginnen ze te begrijpen dat wat ik doe ook voor hen belangrijk is. Mijn man begrijpt het zeker, we hebben elkaar op het werk ontmoet. Ik ben nu zwanger. Vooral voor ons kind hopen wij op een betere wereld.” edith tulp

Fietsen scoort

Beeld Edith Tulp

“T

ijdens mijn studie Filippijns was ik lid van een debatclub. We discussieerden over het feodale stelsel in ons land. Mensen hier bezitten geen grond, er zijn onvoldoende betaalde banen en wie niet bij de elite hoort, wordt onderdrukt. Ik ben de oudste van vijf kinderen in een arm gezin. Mijn vader rijdt bestel-

busjes, mijn moeder doet het huishouden. Er werd van mij verwacht dat ik na de universiteit een baan zou zoeken waarmee ik mezelf en mijn familie zou kunnen onderhouden. Maar ik wil het systeem veranderen, anders leven volgende generaties ook in armoede. Ik vind het belangrijker om daar iets aan te doen, dan om mijn eigen toekomst veilig te stellen. Als vrijwilliger bij de ural Missionaries krijg ik een onkostenvergoeding van veertig euro per maand. Wat ik niet opmaak, gaat terug naar de organisatie. Ik heb het er graag voor over. Dit werk maakt me gelukkig. Op dit moment coördineer ik de hulp aan vier – Moro – moslimgemeenschappen. Zij zijn het zwaarst getroffen door de tyfoon Washi. Drie dorpen raakten bijvoorbeeld geïsoleerd doordat de brug

Stereotypen De zaal ziet het gelaten aan. Want de film mag positief zijn bedoeld, de kritische noot lijkt toch te overheersen. “Je hoopt op iets wat positiever is”, verzucht een medewerker van een subsidieloket. “Deze film benadrukt de stereotypen.” Vooral Julianne maakt de tongen los. Haar inzet voor de weeskinderen, zo concluderen wij, draait vooral om haar eigen behoefte aan zingeving. “Dat zag het premièrepubliek helemaal anders”, vertelt Niki tot onze verbazing. Zij zagen geen instabiel project, geen hulpafhankelijkheid, geen paternalisme. Zij zagen een gepassioneerde vrouw en dat vonden ze geweldig. Nu barst de discussie pas echt los. Hoe komt het dat ons oordeel zo afwijkt van dat van ‘gewone’ kijkers? Zijn we misschien zo vervuld van onze eigen deskundigheid, dat we uit het oog verliezen hoe de rest van de wereld naar particuliere initiatieven kijkt? Niki’s film zet ons aan om daar eens positief kritisch naar te kijken. mirjam vossen

Sloppenschilders

Dre Urhahn (1973) fleurt sloppenwijken en arme buurten op met muurschilderingen. Hij en zijn artistieke partner Jeroen Koolhaas startten in Brazilië. Inmiddels ontvangen zij uitnodigingen uit alle hoeken van de wereld. “We geven bewoners en buitenstaanders een andere kijk op de straat.”

Waarom sloppenwijken beschilderen? “In 2005 maakten Jeroen en ik het Braziliaanse Rio een documentaire over jongeren en hiphop. Heel veel wijken daar werden door buitenstaanders als slecht en gevaarlijk gezien. ‘Zouden wij dat beeld met visuele kunst kunnen veranderen?’, vroegen we ons af. We kregen een kleine subsidie om dat te onderzoeken. Daarvan hebben we meteen verf en kwasten gekocht.” Afgelopen jaar beschilderden jullie een belangrijke verkeersader in Philadelphia. “Dat ons project zo groot zou worden, hadden we niet verwacht. Er kwam elke keer een nieuw stapje bij.”

Is de armoede in Philadelphia anders dan in Rio? “Hoewel de mensen in Rio in een sloppenwijk woonden, bouwden ze aan hun toekomst. Er is hoop. In Philadelphia is de Amerikaanse droom uiteengespat. Het was een industriestad, maar de fabrieken zijn naar andere plekken verplaatst. Ook de werknemers trokken weg. Hele wijken zijn verlaten. In zo’n spookstad is het moeilijk om enthousiasme en optimisme te vinden.” Is dat gelukt? “Ja. We schilderen de armoede niet weg, maar de inwoners lachten tijdens de optocht aan het eind van het project. Bovendien kwam er eindelijk aandacht voor de armoedeproblemen in de stad.” Waar komt jullie volgende schilderij? ‘We gaan terug naar Rio voor ons grootste project tot nu toe. We gaan met heel veel inwoners een complete wijk verven.” janneke juffermans Kunstwijken zien of meer weten? www.favelapainting.nl

Films en tentoonstellingen

MyWork IDA BUCOG

Wie Ida Melody Bucog (23) Waar NoordMindanao, Filippijnen. Werkt voor Rural Missionaries of the Philippines (RPM-NMR), een interkerkelijke mensenrechtenorganisatie die zich inzet voor armen op het platteland Project Cash for Work; wederopbouw na de tyfoon Washi in 2011 Functie coördinator Hoopt op een socialistische staat waarin iedereen gelijke rechten heeft.

ze toe. “Ik denk dat ze dan naar een andere organisatie moeten.”

Beeld Mxxx

REDACTIONEEL

Fietsen Scoort, de grootste fietscampagne van Nederland, gaat zijn opgehaalde sponsorgeld via MyWorld verdelen. Kleinschalige ontwikkelingsorganisaties met een duurzaam project kunnen via de community van MyWorld een projectvoorstel indienen. De vijftien beste projecten komen op de website www.fietsenscoort.nl. Eind juni kiest het publiek vijf winnaars, die ieder 3000 euro ontvangen voor hun project. Fietsen Scoort stimuleert het fietsen naar het werk en daarmee de vermindering van de CO2-uitstoot. Wilt u kans maken op sponsoring via Fietsen Scoort? Word dan lid van MyWorld en volg de berichten.

Veel geld Via kleine webdonaties

Honderden Nederlanders betaalden mee aan de vreedzame protesten van de Syrische Lente. Via de website Adopt a Revolution doneerden ze geld aan Syrische burgercomités, die daarmee spandoeken en borden bekostigden. Crowdfunding heet deze nieuwe manier van geld inzamelen: je pitcht je project op een crowdfunding-platform als 1%CLUB of 4just1.com, en belangstellenden kunnen met één klik geld storten. Doorgaans gaat het om relatief kleine bedragen, maar door de massa kan er toch veel geld worden opgehaald.

is er gecrowdfund in Nederland in 2012. In 2010 was dat nog maar 0,5 miljoen euro

ontwikkelingsprojecten vonden in 2012 financiering via crowdfunding

was het gemiddelde bedrag dat succesvolle ontwikkelingsprojecten ophaalden

van de crowdfunding-campagnes vindt plaats via een speciaal crowdfunding-platform

Meer lezen www.myworldmagazine.nl Bron Crowdfunding in Nederland 2012, Douw & Koren Crowdfunding Consultancy

MY WORLD maart 2013 03


IN DE PRAKTIJK

Esther Peereboom (niet haar echte naam) heeft een plan: haar eigen project opzetten in Sierra Leone. Jongeren helpen met beurzen en life skills-trainingen. Deze keer aflevering 6, waarin Esther nog even Esther blijft.

Sponsors gezocht Je bent nog niet uit de kast gekomen. “Tja. Ik heb mijn baan nog niet opgezegd. Dat hoop ik eind maart te doen. Het plan is nog steeds om in mei naar Sierra Leone te gaan.”

Op zoek naar de onzichtbaren

Gehandicapten in ontwikkelingslanden vallen vaak overal buiten. Soms worden ze zelfs verborgen gehouden. Ondertussen heeft een op de vijf mensen in arme landen een beperking. Reden dus om rekening met hen te houden. Oók als je project niet speciaal gericht is op gehandicapten.

Z

orgvuldig stanst de blinde Amaya Martin met een prikpen puntjes in het bruine papier. De 23-jarige jongen maakt in elke opening van een kunststoffen raampje een brailleletter. In de schaduw van de lemen hut waar hij woont, in Kotoby, Zuid-Sudan, vertelt hij hoe hij op zijn zestiende rivierblindheid kreeg, een veelvoorkomende ziekte in deze regio. Sinds dat moment speelt zijn leven zich in duisternis af. Hij ziet niet hoe zijn jongste broertjes spelen op het erf, hoe ze grijnzend voor de camera poseren. Hij heeft ze zelfs nooit met eigen ogen gezien, want hij was al blind toen ze werden geboren.

Maar… “Ik heb mijn begroting nog niet sluitend. Ik zit op 65 procent. Da’s niet voldoende en de tijd dringt. Als het niet voor mei lukt, moet ik met Plan B komen.” Hoe ziet dat eruit? “Daar kan ik nog niks over loslaten.”

Vervloekt Amaya wil zich niet laten beperken door zijn blindheid. Niet meer. Vanaf zijn zestiende heeft hij namelijk zes jaar thuis gezeten. “Ik bleef binnen want ik kon nergens naartoe”, vertelt hij. “Ik sliep veel en was depressief.” Pas sinds vorig jaar juni gaat hij weer naar school. Dat Amaya zo lang thuis bleef, is niet ongebruikelijk. Veel ouders van een kind met een handicap weten niet wat ze ermee aan moeten. Wat kan zo’n kind nou bereiken, is de gedachte vaak. In Zuid-Sudan gelden bovendien, net als in veel ontwikkelingslanden, allerlei vooroordelen. Het kind is vast vervloekt of behekst omdat een familielid iets verkeerd heeft gedaan. Uit schaamte verbergen ouders hun kind. Mensen met een handicap belanden hierdoor al snel in een vicieuze cirkel van armoede en uitsluiting. Het was de Sudanese Evangelical Mission (SEM), die Amaya weer naar buiten hielp. Deze lokale ontwikkelingsorganisatie, die wordt gesteund door het Nederlandse Light for the World, helpt mensen met een handicap mee te doen in de samenleving. SEM gaf Amaya een blindenstok en leerde hem niet alleen braille lezen en schrijven, maar ook hoe hij allerlei dagelijkse dingen kan doen, zoals zijn kleren wassen. “Ik kan weer zelf naar vrienden toe”, zegt hij. “Dat had ik nooit gedacht.”

Waar hangt het nog op? “Op particulieren en stichtingen die moeten investeren in mijn project. Ik heb de afgelopen maanden weer heel wat lessen geleerd. Dat je nog flexibeler moet zijn dan je al dacht te moeten zijn. Een voorbeeld: vlak voor de benefiet die ik in februari zou organiseren, stapte een van de vrijwilligers op. Geen motivatie meer. Het is geen betaalde baan, dus mensen kunnen ook van de ene op de andere dag stoppen. En daar zit je dan. Het is sowieso improviseren als je ineens, zonder een opleiding gevolgd te hebben, manager bent van vier vrijwiligers. Jij moet ze aansturen, motiveren, controleren. En dat in de avonduren, naast een betaalde baan.” Iets anders: ineens kijk je naar de begroting, en denk je: oh shoot, we hebben de aanloopkosten van de eerste paar maanden niet meebegroot. Dan komt er zo weer een paar duizend euro bij.” Hoe is het ondertussen in Sierra Leone? “Ik heb nog niks vast kunnen leggen. Geen huis, geen kantoor, omdat ik de begroting nog niet rond heb. Dat geeft weer eens aan hoe flexibel je moet zijn.” Jahid Lalmiah uit Bangladesh is doof en spastisch. Hij krijgt fysiotherapie en dagbesteding in een kindercentrum dat wordt gesteund door de Nederlandse stichting Niketan.

Opinie

Van scholenbouwer tot makelaar Veel kleine ontwikkelingsorganisaties zijn gewend om zelf te bepalen welk dorp ze helpen, en of ze daar een schooltje bouwen of een waterput slaan. Volgens Maarten Kuijpers van PI Wijzer past die aanpak niet bij de snelle ontwikkelingen in opkomende landen. Oproep: verwissel de rol van aannemer en uitvoerder, voor die van makelaar.

D

e meeste particuliere initiatieven zijn opgericht om een concreet probleem op te lossen. De initiatiefnemer ging op reis naar een ver land, bezocht een dorp en ontmoette daar een

04 maart 2013 MY WORLD

bijzondere inwoner die hem (of haar) wees op de kapotte waterpomp of op het schooltje zonder dak. Na thuiskomst steekt hij de handen uit de mouwen: hij maakt een plan, zoekt uit hoe dat kan worden verwezenlijkt en zamelt zelf het benodigde geld in – vaak

met hulp van een voor dit doel opgerichte stichting. Regelmatig reist hij terug naar het projectgebied om te kijken hoe de gemeenschap zich (dankzij zijn hulp) ontwikkelt. Dat kleine initiatieven op deze manier tot stand komen, komt deels door de omstandigheden in ontwikkelingslanden. Door armoede, gebrek aan onderwijs en een slechte infrastructuur zijn de ontvangers van hulp meestal niet in staat om een actieve rol te spelen bij het opstarten en uitvoeren van een ontwikkelingsplan. Het zijn de vrijwilligers uit Nederland die ervoor zorgen dat een project daadwerkelijk wordt uitgevoerd. Grootmachten De afgelopen decennia is er echter een hoop ten goede

Beeld Masja Stolk

Zie je het nog zitten? “Ja hoor. Ik krijg energie van mijn vrijwilligers – een voor de inhoud, een voor fondsenwerving, een voor social media en een voor cold calling. De benefiet wordt nu gehouden op zondag 17 maart en die ziet er heel goed uit. Het

veranderd. Landen als Brazilië en India zijn economische grootmachten geworden. Daarmee is armoede in die landen niet verdwenen: geen land ter wereld telt zoveel armen als India. Maar de infrastructuur is er verbeterd, de communicatiemogelijkheden nog meer en er zijn nu veel Indiërs met goede inkomens die de rol van filantroop op zich kunnen nemen. Hetzelfde gaat op voor Ghana, Brazilië, Roemenië, Indonesië en andere middeninkomenslanden waar veel particulieren hun initiatief hebben. Dat roept meteen ook een vraag op: is de manier waarop kleine ontwikkelingsorganisaties arme gemeenschappen helpen nog van deze tijd? Doen ze, anders gezegd, nog wel de goede dingen?

Inwoners van middeninkomenslanden hebben zeker nog baat bij hulp van particuliere initiatieven, zo concludeert de Adviesraad Internationale

Is de manier waarop kleine ontwikkelingsorganisaties arme gemeenschappen helpen nog van deze tijd? Vraagstukken in het rapport Ongelijke werelden. Mogelijk krijgen kleine organisaties in

Kansen Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie heeft bijna een op de vijf mensen in lage-inkomenslanden een beperking. Dat is een gevolg van de armoede, want veel beperkingen ontstaan door ziektes (en vervolgens gebrekkige gezondheidszorg), slechte

de toekomst zelfs een grote rol. De invulling van die rol zal echter wel anders zijn, want de overheden van dergelijke landen zijn nu zelf in staat om scholen en ziekenhuizen te bouwen. Wat heeft het voor zin om vanuit Nederland bakstenen voor een school te financieren als de Ghanese regering een vijfde van de nationale begroting investeert in onderwijs? Is het dan niet beter om, in overleg met die regering, leraren te trainen of ouders bewust te maken van het belang van scholing? Een initiatief in Brazilië worstelt met de veranderende verhoudingen. De stichting verspreidt haar hulpgelden via Nederlandse paters, maar dat netwerk verdwijnt. Tegelijkertijd komen er steeds meer

prenatale zorg en ontoereikende voeding en tijdens of na een oorlog. Omgekeerd houden handicaps armoede weer in stand: de verzorging van iemand met een handicap kost veel tijd – uren die niet gestoken kunnen worden in betaald werk – en geld. De gehandicapte is een extra mond die gevoed moet worden en die niets inbrengt. Daarnaast is medische zorg duur. Het uitbannen van extreme armoede is onmogelijk zonder aandacht voor deze groep. Maar de praktijk is weerbarstig. Veel overheden van ontwikkelingslanden ratificeerden in 2006 het VN-verdrag voor mensen met een beperking, waarin wordt benadrukt dat gehandicapten net als iedereen recht hebben op een goed leven. Diezelfde overheden hebben echter onvoldoende budget om hun beloften waar te maken. Ook bij ontwikkelingsorganisaties staan gehandicapten niet altijd op het netvlies. Ze zien hen over het hoofd bij het opzetten van projecten, en weten achteraf niet of hun hulp ook mensen met een handicap heeft bereikt. Voor kleinschalige ontwikkelingsorganisaties is er dus alle reden om deze groep goed in het oog te houden. Of een initiatief nou een school bouwt, werkgelegenheid stimuleert of een heel ander project runt, er zou altijd aandacht moeten zijn voor mensen met een beperking, betoogt Marie Louise FillekesMurekatete, projectmedewerker bij Wilde Ganzen. “Mensen met een beperking willen meedoen en kunnen dat ook, als ze de kans maar krijgen. Het is belangrijk dat particuliere initiatieven die kansen scheppen.” Wilde Ganzen draagt dit nadrukkelijk uit: “Ons beleid is sinds kort dat wij hierover in gesprek gaan met particuliere initiatieven, net zolang tot ze overtuigd zijn.” Bonen sorteren Een voorbeeld van een particulier initiatief met aandacht voor mensen met een beperking, is het LindA Project. Van de vijftig verweesde en kwetsbare kinderen die de organisatie opvangt, schoolt en gezondheidszorg biedt in Lira, Noord-Uganda, hebben er zes een lichamelijke handicap. Oprichtster Jozina van Eerdenburg, die zelf bij het tehuis woont: “In Uganda krijgen gehandicapten vaak een aparte behandeling. Als je bijvoorbeeld doof bent, wordt alles voor je gedaan.” Dat belemmert de integratie, want met een speciale behandeling plaats je iemand aan de zijlijn: “Een kind in een rolstoel kan heus wel bonen sorteren of naar school gaan.” Het LindA Project geeft deze kinderen speciale aandacht. Zo kwam er voor de jongen in een rolstoel een speciale oprit, krijgen de kinderen met epilepsie medicatie en leren de mensen in de omgeving van dove kinderen gebarentaal. Maar verder “behandelen we ze hetzelfde als de anderen”, zegt Van Eerdenburg.

rijke(re) Brazilianen bij. Een kwart van de bevolking leeft echter nog onder de armoedegrens. Moet de stichting daar verantwoordelijkheid voor nemen of zijn de Brazilianen nu zelf aan de beurt? De initiatiefnemers zijn zich op dit moment aan het heroriënteren. In dienst Het is niet langer vanzelfsprekend dat al het projectgeld uit Nederland komt: lokale filantropen kunnen best een bijdrage leveren. In India worden al verschillende projecten gesteund met lokaal geld dat is geworven door SMILE, de Indiase partnerorganisatie van Wilde Ganzen. Ontwikkelingsorganisatie Cordaid maakt in toenemende mate gebruik van lokale consultants. Als particu-

liere initiatieven deze manier van werken zouden adopteren, hoeven de bestuursleden minder vaak op-en-neer te reizen. Kortom: het is niet meer noodzakelijk dat een particulier initiatief alle verantwoordelijkheid voor een project op zich neemt en bij alle onderdelen van de uitvoering betrokken is. Ontvangers van hulp kunnen beter aangeven wat ze nodig hebben en zelf delen van een project uitvoeren. Het particulier initiatief treedt eigenlijk bij hen ‘in dienst’ als ‘makelaar’. Dat houdt in dat het initiatief een schakel wordt tussen hulpvragers met een projectidee, donateurs, uitvoerders en andere belanghebbenden. De makelaar kan betrokkenen in Nederland overbrengen in wat voor een omgeving het nieuwe

Mensen met een beperking hebben niet alleen baat bij praktische zorg, maar ook bij het doorbreken van taboes in hun omgeving. De stichting Nederland-Batam (NEBA) werkt met Indonesische vertegenwoordigers aan medische en sociale zorg op het eiland Batam. Bij de voorlichtingsactiviteiten voor dokters en vroedvrouwen is er nadrukkelijk aandacht voor mensen met een handicap, vertelt penningmeester Ria van As. “Mensen met een handicap zijn vaak het doelwit van seksueel misbruik, zeker als ze een verstandelijke handicap hebben. Als onze partners aidsvoorlichting geven, proberen zij dit bespreekbaar te maken. We hopen dan dat het medisch personeel er daadwerkelijk rekening mee houdt als zij een patiënt met een beperking behandelen.” Gezond verstand Je project openstellen voor mensen met een beperking vereist niet altijd ingewikkelde ingrepen of jarenlange deskundigheid. Gezond verstand is een eerste vereiste. Marie Louise Fillekes-Murekatete van Wilde Ganzen: “Zoek, vóórdat je begint, uit of er in de omgeving mensen met een beperking wonen. Bedenk dan wat je voor hen kunt betekenen. Wil je bijvoorbeeld een school bouwen, informeer dan van tevoren of er kinderen zijn die een aangepast toilet nodig hebben.” Hoe je precies rekening houdt met gehandicapten ‘verschilt natuurlijk per project’, aldus FillekesMurekatete. “Zoek zo nodig samenwerking met een gespecialiseerde organisatie.” Maar in welke vorm je het ook giet, “het begint allemaal met de aandacht voor het onderwerp. Dan kom je er vanzelf achter wat je kunt betekenen.” marusja aangeenbrug

Zorg dat iedereen meedoet Geen gehandicapten te bekennen? Kijk nog eens. En nog eens. Praat met mensen met een beperking. Zij weten zelf het beste wat ze nodig hebben. Stuur niet zomaar hulpmiddelen op. Kijk eerst welke geschikt zijn voor de plaatselijke omstandigheden en of ze niet beter ter plaatse gemaakt kunnen worden. Besteed aandacht aan eventuele vooroordelen. Zoek samenwerking met gespecialiseerde lokale en Nederlandse organisaties, zoals DCDD, de Nederlandse coalitie voor inclusie voor gehandicapten. LEESTIPS? Kijk op myworldmagazine.nl

Beeld Dieter Telemans / Panos

even Bellen met esther

project wordt neergezet, waarom dat de juiste locatie is en hoeveel geld (en opknapwerk) er nodig is. Daarnaast houdt hij in de gaten of het projectproces goed verloopt. De nieuwe rolverdeling vormt een grote stap voor veel particuliere initiatieven, maar voor

de duurzaamheid van hulpprojecten is de omwenteling essentieel. Want als stichtingen en kleine hulporganisaties voor het makelaarschap kiezen, worden de bewoners van arme en middeninkomenslanden echt ‘(huis)eigenaar’. maarten kuijpers

MY WORLD maart 2013 05


ACHTERGROND

Werftip 1: Unieke ervaring

De FLEXvrijwilliger

Koppel vrijwilligerswerk aan een activiteit. Flexvrijwilligers zijn, net als andere individualisten, op zoek naar ‘een unieke ervaring’. Organiseer bijvoorbeeld vrijwilligersactiviteiten voor singles of beleeft en tegelijkertijd de handen uit de mouwen steekt. Een voorbeeld van een originele combinatie zijn de ‘green gyms’. Vrijwilligers werken op het land en verbeteren zo hun conditie. Heb je een project in een ontwikkelingsland, dan ligt een koppeling met vakantie voor de hand. De organisatie ActLocal linkt toeristen aan lokale projecten. In ruil voor een kleine vergoeding mogen ze een paar dagen achter de schermen kijken. Het verblijf kan naar wens worden ingevuld, vertelt bestuurslid Arieke Oostra. “Je kunt bij mensen thuis slapen, maar ook in

Veel kleine ontwikkelingsorganisaties drijven op de inzet van enkele enthousiastelingen. Ze kunnen best wat hulp gebruiken. De hedendaagse vrijwilliger heeft echter geen trek in een bestuursfunctie. Die organiseert liever één evenement voor meisjes in India, en rent het volgende jaar voor kinderen met kanker. Hoe om te gaan met deze eendagshulp?

Uit een online peiling op MyWorld.nl blijkt dat de Vriendenkring sekem niet de enige organisatie is die het moeilijk vindt om vrijwilligers aan zich te binden. Meer dan de helft van de particuliere initiatieven worstelt hiermee. Ruim tachtig procent van de ondervraagden heeft wel eens het gevoel dat er te veel werk neerkomt op de schouders van een of twee mensen. Die enthousiastelingen werken zich een slag in de rondte, maar krijgen het niet voor elkaar om én plannen te maken voor een sponsorloop, én een subsidieaanvraag te doen en dan ook nog op tijd de nieuwsbrief te versturen. Hetzelfde komt naar voren uit een onderzoek uit 2007 van het Sociaal en Cultureel Planbureau (scp). Twee op de vijf vrijwilligersorganisaties hebben moeite om voldoende helpende handen te vinden. Vooral bestuursfuncties zijn lastig te vervullen.

Eén of twee enthousiastelingen Bijna driekwart van de kleinschalige ontwikkelingsorganisaties heeft niet genoeg vrijwillige medewerkers om al het werk te doen. Dat blijkt uit een online peiling van het MyWorld-oPIniepanel. Ruim de helft van de ondervraagden heeft moeite om vrijwilligers voor langere tijd aan zich te binden. “Ons bestuur wil ermee stoppen zodra er vervanging is. Maar na zes maanden lobbyen heb ik die nog niet gevonden.” Bij 84 procent van de organisaties leidt dit ertoe dat één of twee actievelingen vrijwel alle taken op zich (blijven) nemen. Veel van deze kerngroepleden geven aan dat zij kampen met een gebrek aan tijd. Daardoor blijven zaken liggen en haken nieuwkomers af. Organisaties waar mensen aan een afgebakende taak werken, ondervinden de minste problemen: “Vrijwilligers voeren zelfstandig een project uit in Sierra Leone. Hierdoor blijven ze enthousiast.” Aan de online peiling deden 43 mensen mee.

06 maart 2013 MY WORLD

Projecthoppen Toch doen er evenveel mensen vrijwilligerswerk als veertig jaar geleden. Ook het aantal uren dat vrijwilligers zich gemiddeld inzetten, blijft al sinds de jaren zeventig gelijk. Bij acties als Serious Request en Alpe d’Huzes halen duizenden mensen miljoenen euro’s op voor het goede doel. De problemen van particuliere initiatieven zijn dus niet te wijten aan een gebrek aan betrokkenheid. “Er is een enorme latente behoefte om goed te doen”, stelt hoogleraar vrijwilligerswerk Lucas Meijs. “De uitdaging is om die betrokkenheid te vertalen in concrete activiteiten.” Dat kleine organisaties moeilijk vrijwilligers vinden, komt volgens Meijs doordat de vorm waarin men-

“Er is een enorme latente behoefte om goed te doen” sen vrijwilligerswerk doen is veranderd. “Mensen verbinden zich niet levenslang aan één project, maar zetten zich voor een afgebakende periode in voor een goed doel dat zij op dat moment belangrijk vinden.” Het scp meent dat dit het gevolg is van de individualisering. Mensen streven naar zelfontplooiing, beleving en erkenning. Dat is terug te zien bij vrijwillige activiteiten: mensen kiezen projecten die een behoefte vervullen. Zo doen ze bijvoorbeeld vrijwilligerswerk om iets over een

ook wilt meewerken. Er zijn geen verwachtingen.” www.actlocal.nl

andere cultuur te leren, of zamelen ze geld in voor kanker op het moment dat iemand in hun omgeving ziek is. Ze zetten zich in op een moment dat hén schikt. De vrijwilliger anno 2013 is namelijk ook druk met werken, zorgen en het onderhouden van sociale contacten. De nieuwe vrijwilliger gaat voor flexibiliteit en korte verbintenissen. Spanningen Daar zit de crux: de traditionele ontwikkelingsorganisatie is georganiseerd rond een vaste groep mensen en kent een vaste vergaderroutine, waarbij alle vrijwilligers op gezette tijden aanwezig moeten zijn. Die jas past de flexvrijwilliger niet. Maar voor traditionele organisaties is het soms lastig omschakelen. Begrijpelijk, vindt Willem-Jan de Gast, die bij kenniscentrum Movisie onderzoek doet naar vrijwilligerswerk en organisaties hierover adviseert. “Het vergt wel iets van de mensen die ooit het initiatief hebben genomen. Vaak bestaat zo’n club al jaren, en is de manier van werken prima voor de mensen van het eerste uur. Dat maakt het voor nieuwelingen moeilijk om op een andere wijze betrokken te raken.” Dat ervaart ook Hendrik Jan Bakker van Vriendenkring sekem. “Het bestuur stamt uit het papieren tijdperk, Wij zijn gewend om bij elkaar te komen om dingen te bespreken. Ieder bestuurslid een eigen verantwoordelijkheid geven, zou natuurlijk efficiënter zijn. Maar we doen graag allemaal over alles ons zegje.” Stichting Niketan heeft de omslag met succes gemaakt. De organisatie zet zich in voor gehandicapte kinderen op het platteland van Bangladesh. “Onze nieuwe website is gemaakt door een vrijwilliger”,

We hebben voldoende vrijwilligers voor het werk dat we willen doen.

24 %

NEE

72 %

Het kost ons moeite om vrijwilligers voor langere tijd aan ons te binden.

JA

56 %

NEE

38 %

Ik heb wel eens het gevoel dat te veel werk neerkomt op één of twee van onze vrijwilligers.

JA

Herman Vuijsje is socioloog, journalist en schrijver. Hij schrijft over veranderingen in ons land op sociaal, moreel en politiek gebied.

van aankomst bespreek je of je alleen wilt meekijken of dat je

oPIniepanel: JA

Herman Vuijsje

een hotel als je wat meer comfort of privacy wilt. Op de dag

Beeld Zsuzsanna Ilijin

H

oe strik je anno 2013 een vrijwilliger? Die vraag bezorgt de Vriendenkring sekem hoofdbrekens. De kring ondersteunt de projecten van een organisatie in Egypte en is expres opgezet als een vereniging, vertelt bestuurslid Hendrik Jan Bakker. “We hoopten dat onze leden op die manier actief bij de projecten betrokken zouden zijn. In de praktijk functioneren we echter als een stichting: het bestuur doet het werk en de leden doneren geld. Maar ons bestuur kan niet alles zelf doen. Fondsenwerving wordt steeds professioneler, een subsidieaanvraag moet aan behoorlijk hoge eisen voldoen. Het kost ons moeite om vrijwilligers te werven om de lasten wat te verlichten.”

Beeld Tzenko Stoyanov

juist gezinsuitjes, waarbij een familie quality time met elkaar

84 % NEE 16 %

vertelt initiatiefnemer Antoinette Termoshuizen enthousiast. Ook zette ze al flexers in voor het maken van advertenties, filmpjes en het schrijven van teksten. Zaken waar ze zelf geen verstand van heeft. Daarom is ze blij met deze nieuwe manier van werken. “Je kunt gericht gebruik maken van iemands expertise. Ik sta iedere keer weer versteld van de kwaliteit die mensen leveren.” De meeste vrijwilligers zijn bereid vaker iets voor de organisatie te doen, is de ervaring van Termoshuizen. “Maar onze jaarlijkse vrijwilligersavond slaan ze over. Er is een tekstschrijver waar we al vijf jaar mee samenwerken. We hebben haar nog nooit ontmoet.”

“Geef scherp aan voor welke klussen je mensen nodig hebt, wat die vrijwilligers precies moeten doen en wat zij daarvoor terugkrijgen (een leuke dag, een eervolle vermelding op de website, red.)”, adviseert Willem-Jan de Gast van Movisie. “Door hapklare brokken aan te bieden sluit je aan bij de behoeften van de flexer.” Vind je het lastig om uit te vogelen wat je van vrijwilligers kunt verlangen? Kijk de kunst af bij grote organisaties. Amnesty International heeft bijvoorbeeld een zoekprogramma waarin je kunt aangeven hoeveel uur per maand je wilt besteden en in welke regio je wilt werken. Er zijn laagdrempelige, snelle e-mailacties, maar de organisatie zoekt ook inhoudelijke adviseurs die hun kennis over specifieke landen willen delen.

Opknippen Het werk dat kleinschalige ontwikkelingsorganisaties verrichten, is uitstekend uit te besteden aan flexvrijwilligers, meent Willem-Jan de Gast. “Het belangrijkste is dat de klussen worden opgedeeld in projecten die relatief weinig tijd kosten. Denk bijvoorbeeld aan een eenmalige fondsenwerfactie, of een maandelijkse nieuwsbrief.” Betekent dit dat de traditionele vrijwilliger zijn langste tijd heeft gehad? Zeker niet, aldus De Gast. “Niet alle werkzaamheden zijn op te knippen, en voor sommige activiteiten is een vast aanspreekpunt nodig. De structurele en inhoudelijke taken, zoals de boekhouding en het contact met de collega’s in ontwikkelingslanden, blijven in handen van de harde kern.” En vergeet niet: de eenmalige collectant en het lang zittende bestuurslid zijn uitersten. Daartussen is er een scala aan vrijwilligersmogelijkheden. Denk aan een vrijwilliger die eens per maand drie uur besteedt aan het opstellen van de digitale nieuwsbrief. Of aan iemand die tijdens de zomervakantie zes weken meehelpt bij het project. De Gast: “Tel niet hoeveel uren iemand besteedt, maar hoe betrokken hij is. Mensen kunnen op zoveel verschillende manieren een waardevolle bijdrage aan je organisatie leveren.” De Vriendenkring sekem maakt zich intussen klaar voor de omschakeling. Hendrik Jan Bakker: “We hebben al iemand gevonden om te helpen met de fondsenwerving, en iemand voor het technische beheer van de website. Een goed begin, maar we willen niet steeds een beroep op dezelfde personen doen. Daarom gaan we vaker mensen persoonlijk benaderen voor concrete klusjes en projecten. Hopelijk lukt het ons zo wel om onze leden te activeren.” rinske bijl

Kijk op: amnesty.nl/watpastbijmij

Verder lezen? Het Sociaal en Cultureel Planbureau onderzocht

je moet gewoon brutaal zijn en je vraag neerleggen. En we

in 2007 hoe de toekomst van het vrijwilligerswerk eruit ziet. Het oPIniepanel is een initiatief van adviesbureau PI Wijzer en MyWorld. Aanmelden: www.myworld.nl > community > oPIniepanel

Werftip 2: Hapklare brokken

rapport Toekomstverkenning vrijwillige inzet 2015 is te downloaden op de website van het SCP. www.scp.nl

In plaats van medewerkers of fondsen kun je ook ideeën werven. Op Oxfam Novibs actiewebsite ‘Doneer je mening, praat mee’ kunnen bezoekers suggesties aandragen. Kijk op: oxfamnovib.nl/praatmee Wil je vrijwilligers niet in een hokje stoppen? Ga dan andersom te werk en laat de mogelijkheden volledig open. “Vraag mensen wat hun talenten zijn, wat ze willen bijdragen en hoe ze dat zouden willen doen”, aldus Willem-Jan de Gast. “Organisaties doen dit nog te weinig. Ze zijn gewend om zelf te bedenken wat ze nodig hebben. Eeuwig zonde, want daarmee sluiten ze allerlei mooie aanvullingen uit.”

Werftip 3: Durf te vragen Waarom doen mensen geen vrijwilligerswerk? Omdat ze niet gevraagd worden, zo blijkt uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Uit datzelfde onderzoek blijkt dat actieve vrijwilligers ooit startten omdat iemand hen dat vroeg. Kortom: durf te vragen. Zo vond Antoinette Termoshuizen via een oproepje op netwerksite LinkedIn een nieuw bestuurslid voor haar stichting Niketan. Ook de andere vrijwilligers voor haar stichting vindt ze via internet, bijvoorbeeld via 1%CLUB. Op de online marktplaats voor kleinschalige ontwikkelingsprojecten doneren mensen 1 procent van hun geld, tijd of kennis. Initiatiefnemers kunnen zelf een oproep plaatsen, maar ook in de database zoeken welke expertise al wordt aangeboden. Ook op Twitter speurt Termoshuizen naar potentiële vrijwilligers. Ze maakt

Chinese regelaar Willem Drees senior was nooit zo’n voorstander van Europa. ‘Hij wantrouwde alles bezuiden het Albertkanaal’, plachtte zijn PvdA-partijgenoot Sicco Mansholt te zeggen. Hoe zuidelijker, hoe meer gesjoemel en vriendjespolitiek. Ook bij de overheid – kon het erger voor een doorgewinterde sociaaldemocraat? Wat Drees misschien niet wist – hij zette zelf nauwelijks een voet buiten West-Europa - is dat ook noorderlingen het in zuidelijke landen niet zonder vriendjes kunnen stellen. In Italië krijg je bij de overheid niks gedaan zonder santo, ‘beschermheilige’. In Azië moet je een fixer hebben, in Midden-Amerika een coyote, in Turkije een ‘oompje’. In Brazilië vind je de weg door de bureaucratische jungle alleen als een despachante volgt: een bespoediger, problemenuitdewereldhelper. ‘Een despachante heeft de relaties om eenvoudige burgers, uiteraard tegen betaling, door situaties heen te helpen waar ze in elk normaal land alleen uit kunnen komen’, schreef Brazilië-kenner August Willemsen. Voor reizigers is zo’n mannetje een noodzakelijk kwaad, maar hoe zit het met de mens achter de fixer? Dat leerde ik in 1982. Toen was ik in China en stapte er op het Volksplein in Shanghai een man op me af met de vraag: “Komt u hier vaak?” In dat geval kon hij me van dienst zijn. Hij bleek een kostbare bron van vrijmoedige informatie, deze Joe. Verscheen altijd uitgedost als Hong Kong-Chinees: colbertje, stropdas, Lufthansa-sjaal. Zelfs de dynamische tred van een zakenman had hij zich aangemeten. Soms dacht ik dat Joe van de geheime dienst was, zo on-Chinees brutaal en openhartig was hij. Maar nee, hij durfde gewoon risico’s te nemen en verdiende goed aan zijn contacten met buitenlanders. We maakten een boottochtje op de Jangtsekiang. Joe vertelde dat de bemanning hem wantrouwend aankeek: “Zo, ben je daar weer?” “Ja, daar ben ik weer.” “Met Hollanders dit keer, hè.” “Ja, met Hollanders.” De mannen waren jaloers, dacht Joe. “Zij verdienen vijftig yuan per maand en ze voelen aan dat ik heel wat meer opstrijk.” Dat klopte: alleen dit dagje gidsen leverde Joe al een Chinees maandsalaris op. Joe was zijn geld dubbel en dwars waard. Alleen al om het inzicht dat hij ons schonk: dat je zelfs in de meest dictatoriale landen een stap verder kunt komen als je initiatief neemt en de grenzen durft te verkennen.

gebruik van de hashtag ‘durf te vragen’ (#durftevragen). “Eerst was ik huiverig. Je hebt geen idee wie er zal reageren. Maar hebben alleen maar goede ervaringen gehad.” Het is een leuke bijkomstigheid dat je via sociale media vooral jongeren bereikt, zegt Termoshuizen. “Die vind ik anders niet zo gemakkelijk.”

MY WORLD maart 2013 07


de oplossing advies van lezers

Het dilemma vraag aan lezers

Wie betaalt de mislukte waterput?

Advies

Beeld Stichting Kunphen

Kijk vooruit, niet achteruit

Geleg Tsering met een dorpsbewoner in het Indiase Tashi Jong

Geleg Tsering liet in zijn geboortedorp in de Indiase Himalaya een nieuwe waterput aanleggen. Hij betaalde een ingenieur met geld dat hij via zijn stichting Kunphen had ingezameld. Nu blijkt het oppompen van het water duurder dan verwacht. Bovendien levert de nieuwe put minder water op dan voorspeld. Op wie kan ik de kosten verhalen?, vroeg Tsering aan de MyWorld-lezers.

D

e eerste reacties weerspiegelden de twijfels van Geleg Tsering. Moet hij nu wel, of juist geen, stappen ondernemen tegen de ingenieur? Een lezer raadt expliciet het af: “Als je de ingenieur aansprakelijk stelt voor de geleden schade, verplaatst het probleem zich van de ingenieur naar een advocaat. Dat kan stichting Kunphen nog meer geld kosten.” Een tweede lezer adviseert om een PUM-ingenieur (vrijwillige Nederlandse Senioren-experts) naar de pomp te laten kijken. Een interessante optie, vindt Tsering. Al vraagt hij zich af welke kosten daaraan verbonden zijn. Hij kan de verblijfskosten van zo’n ingenieur vergoeden, maar de stichting heeft geen geld voor een vliegticket. Het advies van een volgende briefschrijver is inmiddels door Tsering opgevolgd. Hij maakt nu onderscheid tussen het waterprobleem en het geldprobleem. “We laten de kwestie met de ingenieur achter ons en kijken vooruit.” Het plan is om rivierwater af te tappen richting het dorp. Dat water is niet schoon genoeg om te drinken, maar de bewoners kunnen zich er wel mee wassen. Stichting Kunphen wil het watertekort verder oplossen door oude putten te laten schoonmaken. Ontwikkelingsorganisatie Cordaid kan misschien de helft van de kosten dekken. Tsering zoekt nu naar een manier om de andere helft te financieren. “Van mijn moeder leerde ik veel over mededogen. Ik blijf daarom proberen de mensen in mijn dorp te helpen.” janneke juffermans

COLOFON MyWorld is een uitgave van Wilde Ganzen en NCDO. De redactie van MyWorld werkt samen met het Wereldpodium. Het blad verschijnt vier keer per jaar als bijlage bij het tijdschrift OneWorld. Meningen en standpunten in dit blad worden niet noodzakelijkerwijs door Wilde Ganzen en NCDO onderschreven.

08 maart 2013 MY WORLD

Anneke Assendelft

Zusjes uit het dorp waar de moestuin komt.

Anneke Assendelft wil een groentetuinproject opzetten in een klein dorp in Gambia. Ze is al jaren betrokken bij het Afrikaanse land. Toch wil ze graag advies hoe ze de lokale vrouwen blijvend voor haar project kan enthousiasmeren.

“J

Wilde Ganzen is de expert op het gebied van concrete projecten in ontwikkelingslanden. Wij stellen mensen in staat om initiatieven ter bestrijding van armoede zelf uit te voeren. Hiervoor werven we fondsen en leveren we kennis en begeleiding. Samen met betrokken Nederlanders doen wij dit al bijna 55 jaar. Zo zijn er inmiddels ruim 10.000 projecten succesvol afgerond. Redactie: Mirjam Vossen, Hans Ariëns, Sanne Terlingen.

aren geleden werd ik tijdens een vakantie verliefd op Gambia. Sindsdien pendel ik meerdere keren per jaar heen en weer. Ik neem dan goederen, babyvoeding en medicijnen mee voor de lokale bevolking. Ik houd van de lieve, warme mensen. Bovendien geeft het me veel voldoening om anderen te helpen. Zo was er laatst een jongen in een ziekenhuis waar ik vaak langsga. Hij brak steeds botten wegens kalktekort. Ik bracht de juiste medicijnen voor hem mee en nu gaat het weer erg goed met hem! Heel fijn om dat te kunnen doen. Voldoende eten Ik reis heel Gambia door met spullen. Een tijdje geleden ontmoette ik in een dorp een gezin waarvan de moeder onvoldoende melk had voor haar baby. Ik ontfermde me over de familie. Mettertijd leerde ik ook hun dorpsgenoten kennen. Ik merkte dat de mensen daar iedere dag opnieuw hun eten bij elkaar moeten scharrelen. Ze hebben nauwelijks geld. Ik wil hen op weg helpen door een gezamenlijke groentetuin te beginnen. Mijn idee is dat de mannen een stuk land afzetten met een omheining. De vrouwen worden verantwoordelijk voor het land. Ze kunnen er sla, tomaten en rijst op verbouwen,

zodat ze in ieder geval hun eigen gezin kunnen voeden. Als dat goed loopt, kunnen de vrouwen er andere groenten telen. Zo kunnen ze op de markt een ander aanbod dan gebruikelijk bieden en extra geld verdienen. Wie vertrouw ik? Natuurlijk moet ik praktische plannen maken, zoals een overzicht van de kosten en een lijst van de gewassen die in deze regio het best gedijen. Maar wil het project slagen, dan moet ik taken toebedelen aan mensen uit het dorp. Alle inwoners zijn enthousiast, maar aan wie kan ik de administratie toevertrouwen? Ik denk aan de man van het gezin dat ik help. Hij is een van de weinigen die kan lezen en schrijven. Maar is hij ook in staat om het geheel te coördineren? Kan hij de vrouwen motiveren om elke dag in de moestuin te werken? Blijven tuinieren In Gambia leven de mensen van dag tot dag. Zo ken ik een jongen die op het strand zaken verkoopt. Heeft hij genoeg verdiend om vijf dagen van te leven, dan werkt hij de daaropvolgende vijf dagen niet. Gambianen kijken niet vooruit en zetten ook geen geld opzij. Bij het groenteproject moet dat wel gebeuren. Ik heb al bedacht dat alle vrouwen elke maand een klein bedrag moeten betalen voor hun tuin, zodat de opbrengst echt van hen is en ze zich er verantwoordelijk voor voelen. Dan blijven ze ook gemotiveerd om in de tuin te werken. Is dit genoeg? Wat kan ik nog meer doen om te zorgen dat het project echt van de dorpelingen zelf wordt?” janneke juffermans

Heeft u advies of wilt u reageren? Heeft u zelf een dilemma? Ga naar www.myworldmagazine.nl of mail redactie@myworld.nl

Redactieraad: Linda Muskens (Wilde Ganzen), ErnstJan Stroes (NCDO). Aan dit nummer werkten mee: Rinske Bijl, Zsuzsanna Ilijin, Janneke Juffermans, Adriaan Kauffmann, Michel Knapen, Maarten Kuijpers, Edith Tulp, Tzenko Stoyanov, Herman Vuijsje, Marga van Zundert. Basisontwerp & Vormgeving: Bouwe van der Molen Contact: redactie@myworld.nl

Uitgevers: Wilde Ganzen Heuvellaan 36 1217 JN Hilversum www.wildeganzen.nl NCDO Postbus 94020 1090 GA Amsterdam www.ncdo.nl

Beeld Anneke Assendelft

hoe krijg ik vrouwen de tuin in?

Vorige keer


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.