Stadsrandzone Langenholte Zwolle

Page 1

pilot in opdracht van de gemeente Zwolle mede mogelijk gemaakt door de provincie Overijssel

Nota Ruimtelijke kwaliteit Stadsrandzone Zwolle Langenholte en omgeving voor boeren, burgers en buitenlui


Nota Ruimtelijke kwaliteit Stadsrandzone Zwolle Langenholte en omgeving pilot in opdracht van de gemeente Zwolle in samenwerking met en mede mogelijk gemaakt door de provincie Overijssel

540 00 433 mei 2011


INHOUD 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 1.2 Proces en participatie 1.3 Ruimtelijke kwaliteit in de stadsrandzone 1.4 Leeswijzer

III Borgen van ruimtelijke kwaliteit

43

6. 6.1 6.2 6.3

45

I Benoemen van ruimtelijke kwaliteit

9

2. Ontwikkeling van de stadsrand 2.1 Identiteit 2.2 Gebruik 2.3 Voor wie en van wie?

11

7. Conclusies 69 Literatuurlijst Lijst van afbeeldingen Colofon

3. 3.1 3.2 3.3 3.4

Kwaliteiten van de stadsrand Blauwe kwaliteiten Groene kwaliteiten Grijze kwaliteiten Rode kwaliteiten

25

II Benutten van ruimtelijke kwaliteit

31

4.

Inspiratie voor de toekomst

33

5. 5.1 5.2 5.3 5.4

Kansen voor de stadsrand Blauwe kansen Groene kansen Grijze kansen Rode kansen

37

Ontwikkelingsperspectief voor de stadsrand Ontwikkelingsperspectief ruimtelijke kwaliteit Beleving en gebruik Toekomst - bouwstenen voor de drie deelgebieden

Bijlagen A. B. C. D. E.

beleid voor de stadsrand proces van de pilot interviews met bewoners reactie beheerders resultaten schetssessie I en II


Tolhuislanden

IJsseldelta

Langenholte Zwarte Water Vecht en omgeving

Wijthmen Herfte en omgeving

IJsseluiterwaarden

Oldeneel Schelle Windesheim en omgeving

4


INLEIDING 1.1 Aanleiding Deze nota is het resultaat van een pilot naar toekomstige streefbeelden voor ruimtelijke kwaliteit voor de Stadsrandzone Zwolle Langenholte en omgeving. In het kader van de motie van de provincie Overijssel is voor Langenholte en omgeving een proces ontwikkeld gericht op het borgen van ruimtelijke kwaliteit, vastgelegd in streefbeelden en bouwstenen. Het gaat om het benoemen van de kwaliteiten die de stadsrand heeft, welke ontwikkelingen denkbaar zijn en hoe het bestaande beleid (gemeentelijk en provinciaal) werkt om te zien of het beleid aanpassing behoeft. Kortom, het interactief ontwikkelen van een duurzame stadsrand, waardoor ruimtelijke kwaliteit en identiteit worden gewaarborgd. Versterking van de sociaaleconomische structuur is essentieel. Ruimtelijke kwaliteit, integraliteit, benutten en borgen zijn de kernwoorden. De provincie wil dat met deze pilot ervaring wordt opgedaan met de systematiek van de visie op de omgeving ten aanzien van ruimtelijke kwaliteit in de stadsrandzones. De opgave is tevens om een proces te ontwikkelen, parallel aan de provinciale lagenbenadering, gericht op het borgen van

de ruimtelijke kwaliteit bij de inrichting van het landelijk gebiedaansluitend aan de bebouwde omgeving van de stad en de dorpskernen. Als vervolg op het gemeentelijk Structuurplan 2020 en de Visie Buitengebied zijn zes deelgebieden onderscheiden waarvoor een Bestemmingsplan Buitengebied wordt gemaakt, af te ronden in 2013. Deze pilot dient ter ondersteuning van het Bestemmingsplan Buitengebied voor het deelgebied Langenholte en omgeving. De streefbeelden en bouwstenen in deze nota zijn bruikbaar voor het begeleiden van nieuwe initiatieven in het gebied. Het gaat niet om een uitvoeringsprogramma met inrichtingsmaatregelen maar om een ontwikkelingsperspectief dat aangeeft hoe kwaliteiten van het gebied worden versterkt en geborgd voor de toekomst en als zodanig inspireert en stimuleert. Ambitie Voor deze pilot zijn twee ambities uitgesproken: ten eerste dat door middel van een interactief proces streefbeelden en een ontwikkelingsperspectief voor een duurzame stadsrand worden ontwikkeld, waardoor ruimtelijke kwaliteit en identiteit gewaarborgd zijn. Ten tweede dat de versterking van de sociale structuur in de stadsrandzone van essentiĂŤle betekenis is.

Afb. 1. Deelgebieden stadsrandzones Zwolle verbonden door Rondje Zwolle

1

Doel van de pilot Het doel voor dit gezamenlijke pilot project is op zoek te gaan naar het antwoord op twee onderstaande onderzoeksvragen: 1. hoe kunnen de gezamenlijke ambities geborgd worden? 2. hoe kunnen de ondernemers, beheerders en gebruikers samenwerken om een bijdrage te leveren aan deze gezamenlijke ambities? Status De nota komt voort uit een pilot naar de ruimtelijke kwaliteit van de stadsrand bij Aa-landen, Langenholte en Brinkhoek en Bruggenhoek. Enerzijds geeft de nota aan welke kwaliteiten het gebied heeft en op welke manier deze kunnen worden benut. Anderzijds geeft de nota het ontwikkelingsperspectief voor de stadsrand over ongeveer 20 jaar. De nota vormt echter geen blauwdruk, maar biedt juist ruimte voor initiatieven van partijen, die het gebied een warm hart toedragen. Op basis van de nota wil de gemeente verder in gesprek met eigenaren en belangenorganisaties om initiatiefnemers te stimuleren met frisse plannen te komen die de kwaliteit van de stadsrand verder vergroten.

N0.0RDPEIL

5


1.2 Proces en participatie In het proces voor het opstellen van deze Nota Ruimtelijke kwaliteit zijn met name interactie en participatie van groot belang. Er is een rol weggelegd voor zowel de bewoners van de stad Zwolle en de buurtschappen als de beheerders van de stadsrandzone: de agrariërs, Landschap Overijssel en de gemeente Zwolle. Tijdens de start van het project is in overleg met de projectgroep van de gemeente Zwolle een klankbordgroep samengesteld die bestaat uit bewoners en beheerders van de stadsrandzone en leden van maatschappelijke organisaties. De hoofdtaak van de klankbordgroep is optimaal te profiteren van de aanwezige lokale kennis en specifieke kennis in de stadsrandzone. Daarnaast krijgt de klankbordgroep inzicht in de verschillende belangen. Zij volgt het proces op hoofdlijnen en denkt mee over de voorstellen, adviezen of ideeën tijdens het proces. In de eerste fase ‘Benoemen van ruimtelijke kwaliteit’ van de pilot is een kerngroep samengesteld die een brede vertegenwoordiging vormt van de stadsrandzone. Met de leden uit de kerngroep zijn zogenaamde huiskamergesprekken gehouden. Hoofddoel van deze gesprekken is het vergaren van lokale kennis en informatie, om kwaliteiten en kansen uit de stadsrandzone nauwkeurig in kaart te brengen. Betrokkenheid van deze gebruikers van het gebied is essentieel voor het verloop van het proces.

6

In de tweede fase ‘Benutten van ruimtelijke kwaliteit’ zijn twee schetssessies gehouden voor de bewoners en de gebruikers van het gebied. Tijdens deze sessies hebben zij interactief meegedacht. Wensen en ideeën uit de stadsrandzone komen op deze wijze op tafel. Participatie van bewoners en beheerders speelt een belangrijke rol in het proces bij de ontwikkeling van de stadsrandzone. De wensen en ideeën vanuit het gebied zelf fungeren als bouwstenen voor ruimtelijke kwaliteit. In de derde fase, het ‘Borgen van ruimtelijke kwaliteit’, zijn de resultaten van alle interactieve sessies, uit zowel de interviews als de schetssessies, omgezet naar concrete bouwstenen voor het behoud en versterken van de ruimtelijke kwaliteit en het ontwikkelingsperspectief in de stadsrandzone. Bewoners en betrokkenen hebben tijdens een inloopavond gereageerd op de voorgestelde bouwstenen. Daarmee is de betrokkenheid bij de totstandkoming van de Nota Ruimtelijke kwaliteit gegarandeerd.

1.3 Ruimtelijke kwaliteit in de stadsrandzone Ruimtelijke kwaliteit wordt bepaald door gebruiks-, belevings- en toekomstwaarde. Gebruikswaarde zit in de functie van de stadsrandzone als natuur en landbouwgebied en als woon-, recreatieen werkomgeving. Belevingswaarde zit in de unieke gebiedsspecifieke kenmerken, zoals culturele identiteit en de leesbaarheid van de historie (diversiteit, identiteit en schoonheid). Toekomstwaarde zit in de kansen van de stadsrandzone om diverse functies, aansluitend bij de specifieke ruimtelijke kenmerken in de toekomst te blijven ontwikkelen en te exploiteren (duurzaamheid, inpasbaarheid en beheerbaarheid) en de betekenis van de stadsrandzone voor de omwonenden. Een duurzame toekomst voor de stadsrand betekent dat in een interactief proces nagedacht wordt over de stadsrandzone op de langere termijn. Door bewoners, beheerders en gebruikers mee te laten denken over kwaliteiten, kansen en toekomstmogelijkheden voor de stadsrand wordt vanuit een duurzaam proces naar een gebied gekeken. Het gaat hierbij zowel om ‘Duurzaam MOOI’ als ‘Duurzaam FUNCTIONEEL’, om zowel beleving als gebruik.


1.4 Leeswijzer De Nota Ruimtelijke kwaliteit bestaat uit drie delen, namelijk: I Benoemen van ruimtelijke kwaliteit Bevat een inventarisatie van de gebiedsidentiteit (gebieds-DNAŠ) en bestaande kwaliteiten van de stadsrandzone. In hoofdstuk 2 wordt het ontstaan van de stadsrand toegelicht aan de hand van gebiedsidentiteit en kenmerken. Het gaat daarbij ook om de functie van het gebied voor gebruikers en beheerders. In hoofdstuk 3 worden de kwaliteiten van de stadsrand benoemd voor water (blauw), beplanting (groen), wegen en paden (grijs) en de bebouwing (rood). Deze ruimtelijke kwaliteiten worden kort toegelicht door middel van een kwaliteitenkaart.

III Borgen van ruimtelijke kwaliteit Legt de kwaliteit van de stadsrand voor de toekomst vast in een ontwikkelingsperspectief. De kansen worden in hoofdstuk 6 omgezet naar een toekomstperspectief waarbij de ruimtelijke kwaliteit wordt geborgd. In dit hoofdstuk worden bouwstenen en streefbeelden gegeven voor drie deelgebieden. Dijklanden, Langenholte en Brinkhoek en Bruggenhoek. Samenhang tussen ecologie, economie en de sociaal-culturele laag is essentieel. Samenwerking tussen beheerders en gebruikers is van groot belang. In hoofdstuk 7 worden de conclusies van de pilot genoemd en aanbevelingen gedaan.

II Benutten van ruimtelijke kwaliteit Vertaalt de kwaliteiten in kansen voor het gebied. In hoofdstuk 4 wordt inspiratie gegeven voor de toekomstige stadsrand, waarna in hoofdstuk 5 de kwaliteiten in combinatie met de inspiratie worden vertaald naar kansen voor de stadsrand. Deze kansen worden kort toegelicht en in een kansenkaart aangegeven.

Afb. 2 en 3. Schetssessie en interview

N0.0RDPEIL

7



I B E N O E M E N V A N R U I M T E L I J K E K W A L I T E I T Het benoemen van ruimtelijke kwaliteit betekent dat de kwaliteiten en de identiteit van het gebied in beeld zijn gebracht. De identiteit van het gebied, het zogenoemde DNA bestaat uit gebiedskenmerken voor het water (blauw), de beplanting en het reliĂŤf (groen), de wegen en paden (grijs) en de bebouwing (rood). Gebruik van het gebied in verschillende functies van natuur en landbouw en wonen, werken en recreatie zijn bepalend voor de beleving van de kwaliteit.


LEGENDA rivieren(landschap) uiterwaarde (rivierenlandschap) de Wijde Aa en Westerveldse Aa dekzandrug (hoevenlandschap / oeverwal) dekzandlaagte (hoevenlandschap / oeverwal) kommen (rivierenlandschap) stedelijke bebouwing binnenstad snelweg

10

Afb. 4. Afwisseling van landschappen: uiterwaard, oeverwal, dekzandrug- en dekzandlaagte


ONTWIKKELING VAN DE STADSRAND

1800

1975

2010

Afb. 5. Ontwikkeling van de stad

2.1 Identiteit De Stadsrandzone Zwolle - Langenholte en omgeving ligt op de overgang van het Sallandse deklandschap, dat wordt gekenmerkt door hoogtes en het rivierenlandschap, ofwel de IJsseldelta waar de natte laagtes van oorsprong voorkomen. In oostelijke richting zien we kenmerken van het Sallandse dekzandlandschap, in noordelijke richting kenmerken van de jonge veenontginningen rond het Drents plateau, in westelijke richting kenmerken van de IJsseldelta en in zuidelijke richting kenmerken van een door de IJssel opgevuld tongbekken. De bodem en het reliëf zijn bepalend geweest voor het ontstaan van het landschap. In de “Visie buitengebied Zwolle” (maart 2009) staat: “Langs de IJssel zijn het dekzand en eventueel aanwezige veenlagen overdekt met rivierafzettingen. Deze rivierafzetting is het dikst en het meest zandig (zavel) in de nabijheid van de rivier (oeverwallen) en bestaat in de delen verder van de rivier (kommen) uit een laag zware klei. De dekzandruggen en rivierduinen zijn vanouds voor de mens de meest geschikte (voldoende droge) vestigingsplaatsen. Daar verschenen de eerste boerenerven, de eerste dorpen, kloosters, kastelen, en tenslotte steden. Deze hoogten en directe omgeving waren dus vanouds intensief in cultuur. Vooral de verder weg gelegen laagten waren tot de Late Middeleeuwen grotendeels natte ‘woeste gronden’ (de zogenaamde broeklanden)”.

2

Historische ontwikkeling van de stad De huidige stadsrandzone kent vanuit haar historie reeds het contrast tussen de stad en de buurtschappen. De stedelijke bebouwing van de oude vestingstad ligt aan het Zwarte Water, de landelijke buurtschappen liggen aan de Overijsselsche Vecht. Na de Tweede Wereldoorlog breidt de stad Zwolle zich uit naar het noorden. Met de komst van de snelweg A28, de wijk Holtenbroek en ten slotte de wijk Aa-landen krijgt de noordelijke stadsrandzone haar huidige omvang. In de jaren ‘90 wordt Brinkhoek met vier buurten uitgebreid en maakt deel uit van de stadsrandzone nabij Langenholte. Deze buurtschappen bij Langenholte kennen een diversiteit aan openheid en geslotenheid van landschap in combinatie met stedelijke en landelijke bebouwing. De laatste uitbreiding van Zwolle (Stadshagen) ligt aan de westzijde van het Zwarte Water in de polder Mastenbroek.

N0.0RDPEIL

11


Stad en landschap De stadsrandzone kent een scherp contrast tussen stad en landschap. De grootschalige uitbreidingen van de stad liggen tegen het waardevolle cultuurhistorische landschap van het buitengebied. Het landelijke gebied kenmerkt zich door de kleinschaligheid van de historische bebouwing van zowel Langenholte als Bruggenhoek. De open structuur van deze buurtschappen zorgt ervoor dat het landschap zich fraai mengt met de bebouwing. Het relatief jonge buurtschap Brinkhoek bestaat uit vier woonbuurten, die rondom een oude boerderij zijn gesitueerd. Zij vormen een op zichzelf staand geheel op de flank van de zandrug. De ruimte tussen de stad en de rivieren is nog goed herkenbaar als landelijk gebied met hoge kwaliteitswaarde. Duidelijk valt op de tweedeling in het landschap tussen de westzijde (de lagere en relatief natte gronden) en de oostzijde (de hoge en droge gronden). Bouwhoogtes in het stadssilhouet De huidige bebouwingsrand bij Aa-landen bestaat uit laagbouw. De kern van Aa-landen bestaat uit hoogbouw. Holtenbroek bestaat juist uit laagbouw met aan de randen hoogbouw. In Brinkhoek, Bruggenhoek en Langenholte staan hoofdzakelijk vrijstaande woningen en agrarisch gerelateerde bebouwing zoals boerderijen en schuren.

12

Afb. 6 en 7. Mal en contramal


Bebouwingsranden De bebouwingsranden zijn in verschillende tijdsperiodes ontstaan en hebben hierdoor alle een verschillend karakter en een verschillende relatie met de omgeving. Holtenbroek is gebouwd rond 1950 - 1960. Aan de rand staan hoofdzakelijk galerijflats, haaks op het landschap. Hierdoor is de stedelijke rand met grote groene openbare ruimten naar het landschap gericht. Aa-landen kenmerkt zich juist door de laagbouw aan de randen van de wijk. Deze laagbouw is hoofdzakelijk met de achterkanten van de woningen naar het landschap gericht. Een groene parkachtige zone omzoomt de overgang tussen stad en landschap. Bruggenhoek is een organisch gegroeid buurtschap, kent verschillende typen gebouwen en richt zich hoofdzakelijk op de weg. Stadshagen is de meest recente uitbreiding van Zwolle. Het contrast van woningbouw en winkels met de lege polder is groot.. Aan het Zwarte Water staan hoge appartementen die een opvallende stadsrand vormen.

Afb. 8 en 9. Bouwhoogtes en bebouwingsranden

N0.0RDPEIL

13


14


Gebieds-DNA Op basis van de vier kenmerken (blauw, groen, grijs en rood) zijn de specifieke kenmerken van het gebied in kaart gebracht. Deze kenmerken zijn door de historie bepaald en vormen de identiteit (DNA) van het gebied. Ze dienen ter inspiratie voor toekomstige ontwikkelingen. De samenhang en het contrast tussen de verschillende gebiedskenmerken vormen de kwaliteit. De combinatie van ruimtelijke kwaliteit met de functie van het gebied zorgt voor balans. Samenhang tussen ruimtelijke kwaliteit en functie bepaalt de waarde van de stadsrandzone, voor zowel de beleving als de toekomst.

Op basis van gebiedskenmerken is de stadsrandzone Zwolle – Langenholte en omgeving onder te verdelen in drie gebieden, namelijk: 1. Dijklanden (west) 2. Langenholte (noord) 3. Brinkhoek - Bruggenhoek (oost)

2. 1. 3.

Afb. 10. Gebieds-DNA kaart

Afb. 11. De drie deelgebieden

N0.0RDPEIL

15


Blauwe kenmerken De stadsrandzone wordt begrensd door de twee rivieren het Zwarte Water en de Overijsselsche Vecht. Het Zwarte Water is de rivier die de stad met het landschap verbindt. De Overijsselsche Vecht is de rivier langs de buurtschappen. Deze rivieren hebben natte en groene uiterwaarden die een sterk contrast vormen met de stedelijke bebouwingsrand van de stad. De uiterwaarden bestaan uit aanwezige maar ook herstelde wielen en kolken. De rivieren met hun uiterwaarden behoren tot één van de waardevolle Natura 2000gebieden in Nederland. In dichte nabijheid van de stad Zwolle vormen zij een aaneengesloten gebied met hoge natuurwaarde voor flora en fauna. Aan het Zwarte Water en de Overijsselsche Vecht liggen verschillende recreatieve gebieden. Het water functioneert als onderdeel van de stedelijke structuren, zowel natuurlijk als recreatief. Aa-landen is vernoemd naar de Westerveldse Aa die als kleine stroom door de wijk meandert en uitmondt in de Wijde Aa. Afb. 12. Blauwe kenmerken

Karakteristieke kenmerken: • rivieren (Zwarte Water en Overijsselsche Vecht) • uiterwaardengebied • Natura 2000 (Habitat- en Vogelrichtlijn) • de Wijde Aa • de Westerveldse Aa • nat en laag • droog en hoog

16

de rivieren

de Overijsselsche Vecht bevaarbaar


Groene kenmerken Het belangrijkste kenmerk is het reliëf. Van oorsprong hebben de hoger gelegen dekzandruggen een groenstructuur met een relatief open karakter. Op deze dekzandruggen zijn verschillende buurtschappen gelegen. Het open karakter met een verdichting van lanen, hagen en enkele boomgaarden geven het buurtschap een bijzondere kwaliteit. Bruggenhoek en Brinkhoek kenmerken zich door grote hoogteverschillen en enkele groene enclaves rondom de bebouwing. De afwisseling van open en besloten ruimten levert een zeer gevarieerd beeld op. Dijklanden bestaat uit lagere en nattere gronden. Van oorsprong waren het met name knotwilgen(rijen) en meidoornhagen die het groene karakter bepaalden. Het Westerveldse Bos is op een afvalberg ontwikkeld en is een gebiedsvreemd element in het open uiterwaardengebied. Het Aa-park is een waardevolle parkachtige groene ruimte langs de Westerveldse Aa die de stad verbindt met de Wijde Aa. Afb. 13. Groene kenmerken

Karakteristieke kenmerken: • reliëfrijk aan de oostzijde • hoog en droog • laag en nat aan de westzijde • besloten en open • landschappelijke beplanting • coulissen • dijken • stedelijk groen open en gesloten

de brink in Langenholte

N0.0RDPEIL

17


Grijze kenmerken De stadsrandzone ligt tussen de wegen van de A28 die door het noordelijke stadsdeel loopt. Het gebied is goed ontsloten via de Middelweg (west), de Rijnlaan (midden) en de Haersterveerweg en Bergkloosterweg (oost). De dijk langs de rivieren is samen met de Brinkhoekweg, Bergkloosterweg en de Haersterveerweg onderdeel van de historische routes langs de buurtschappen, die de stadsrandzone verbinden met de stad Zwolle. Er zijn diverse fiets- en wandelverbindingen in de stadsrandzone; een belangrijke route is het ‘Rondje Zwolle’ dat een prachtige verbinding om de stad is. Zij maken deel uit van een landelijke fietsverbinding, regionale fietsnetwerken en van de interne langzaamverkeersstructuur van de stadsrand: voor de recreant een goed ontsloten en bereikbaar gebied. Het Aa-park is tevens een belangrijke langzaam verkeersverbinding die de Wijde Aa met de stad verbindt. Het trekpontje over de Overijsselsche Vecht maakt onderdeel uit van het recreatieve netwerk en is essentieel voor de toegankelijkheid van het gebied.

Afb. 14. Grijze kenmerken

Karakteristieke kenmerken: • fietsroutes (Rondje Zwolle) • trekpontje • historische paden en wegen • dijken

18

viaduct A28 als entree

de dijk


Rode kenmerken De stedelijke bebouwingsrand van de naoorlogse wijken van Zwolle ligt tegen de buurtschappen en verspreide bebouwing van de oeverwal. Langenholte is een dergelijk buurtschap met hoofdzakelijk oorspronkelijke bebouwing gelegen op een kop van de zandrug, karakteristiek gelegen rondom de brink. Langenholte is van oorsprong georiënteerd op Berkum. Bruggenhoek is één van de oudste buurtschappen van Zwolle, samen met het buurtschap Brinkhoek gekenmerkt door enkele waardevolle gebouwen zoals het voormalig klooster, de begraafplaats en de oorspronkelijke agrarische bebouwing. De relatie van het landschap met de oude en nieuwe bebouwing is zeer karakteristiek voor Brinkhoek. Het gebied Dijklanden kent weinig bebouwing: een agrarisch bedrijf en een markant (jong) gebouw van de roeivereniging aan het Zwarte Water. Op de grens tussen Dijklanden en Langenholte heeft een voormalig kasteel gestaan, genaamd Westerveld. Afb. 15. Rode kenmerken

Karakteristieke kenmerken: • buurtschappen • agrarische bebouwing • gevarieerde bebouwingsrand • voormalig kasteel Westerveld • voormalig klooster • tankversperring

oorspronkelijke agrarische bebouwing

landelijke bebouwing

N0.0RDPEIL

19


LEGENDA water

landbouw

uiterwaarden natuur

bos

water

stedelijk groen

Natura 2000 gebieden (uiterwaarden en rivieren

landbouw

Zwart Water en Overijsselsche Vecht)

sport

parels aan de rivier

(mini-)camping

bos

wonen en werken

stedelijk groen recreatie camping Agnietenberg sport wonen en werken

Afb. 16. Functiekaart

20

natuur

landbouw


2.2 Gebruik De stadsrandzone Zwolle heeft een heldere opbouw aan functies. Buitendijkse gebieden behoren grotendeels tot de natuur, de rivieren met hun uiterwaarden. Daarnaast liggen buitendijks verspreid enige recreatiegebieden aan het water. Deze combinatie van natuur en recreatie is aantrekkelijk voor liefhebbers uit stad en regio, maar zeker ook op nationaal niveau. De mens wordt naar de natuur getrokken, enerzijds door de rust en ruimte, anderzijds door de afwisseling van activiteit en ontspanning. Binnendijks is er een samenspel tussen landbouw, natuur, recreatie, sport en wonen. Landbouw beslaat het grootste deel van het gebied en maakt het van groot belang voor de betreffende agrariërs. De binnendijkse natuur ligt evenals de binnendijkse recreatieve voorzieningen verspreid in het gebied. Deze waardevolle natuur is aantrekkelijk voor de stedeling. De versnipperde ligging van de recreatie staat in contrast met de grote aaneengesloten natuurlijke functie van de rivieren met hun uiterwaarden. De binnendijkse recreatie bestaat uit kleinschalige particuliere voorzieningen (B&B, theetuin, galerie) vooral voor kortstondige verblijven en activiteiten van bezoekers die komen voor de rust en ruimte. De camping Agnietenberg en het parkeerterrein (toeristisch overstappunt) richten zich meer op de langere verblijven en activiteiten en zijn regionaal georiënteerd. De stadsrandzone heeft een aantrekkende werking op verschillende doelgroepen zowel lokaal als regionaal en nationaal.

De sportterreinen liggen dicht tegen de bestaande stad aan. Zij vormen een cluster van verschillende sporten en richten zich derhalve op verschillende doelgroepen. Het wandel- en fietsbos Westerveldse Bos ligt nu nog autonoom aan het Zwarte Water en heeft een aantrekkende werking als wandelgebied. Men gaat bewust naar dit gebied voor sport en ontspanning.

De functies en voorzieningen in de stadsrand van Zwolle, zowel in de wijken als in de buurtschappen dragen bij aan de uitwisseling tussen beide. Functies en voorzieningen op stedelijk niveau trekken mensen van binnen en buiten de stad; functies en voorzieningen die meer op recreatie, sport en natuur gericht zijn trekken voornamelijk mensen uit de stad.

Plekken van rust en stilte in de stadsrandzone zijn in het bijzonder de volkstuinencomplexen en begraafplaatsen. Zij bieden ruimte aan de stedeling voor ontspanning dan wel bezinning. De binding met de plek is groot. De stedelijke woonwijken van Zwolle hebben een bepaald voorzieningenniveau en dragen bij aan het behoud van aanbod van de detailhandel, zorg en onderwijs in de noordelijke stadsrand van Zwolle. Het gaat dan met name om de (middelbare) school, winkels en religieuze instellingen. Deze voorzieningen hebben een aantrekkende werking op een ieder die participeert in maatschappelijke, culturele, educatieve of economische activiteiten. Daarnaast organiseert men in het wijkverenigingsgebouw in Aa-landen binnenactiviteiten voor jong en oud waarvan de gehele stadsrandzone profiteert.

Conclusie • landbouw is de belangrijkste functie, zowel voor beleving, functie als toekomstwaarde • de sportieve stadsrandzone versus de stadsrand van rust en ruimte • het lokale gebruik versus het regionale gebruik

N0.0RDPEIL

21


22

Afb. 17. Meningen uit de stadsrandzone


2.3 Van wie en voor wie? De gronden van de stadsrandzone behoren tot een beperkt aantal eigenaren, terwijl velen hun belang hebben bij een ‘mooie’ stadsrand. Agrariërs en beheerders van het gebied zijn de belangrijkste gebruikers. Zij werken in het gebied en beheren het dagelijks. Voor hen is het van belang dat de exploitatie ervan haalbaar en betaalbaar is. De stadsrandzone maakt echter ook deel uit van het uitloopgebied voor bewoners uit de stad. In de stadsrandzone zijn vele recreatieve en sportieve voorzieningen aanwezig waarvan zij gebruik maken. Deze doelgroepen kunnen overlast geven; het recreatieve gebruik is niet altijd in overeenstemming met de eisen van de landbouw of de natuur, zoals bijv. in het weidevogelgebied. Het trage landschap van rust, ruimte en natuur vormt een contrast met het snelle landschap van stedelijke bebouwing en (snel)wegen. De bewoners De bewoners van de verschillende buurtschappen en wijken die deel uitmaken van de Stadsrandzone Zwolle - Langenholte en omgeving zijn erg betrokken bij de ontwikkelingen van hun stadsrand. Deze is de afgelopen decennia sterk veranderd en dit heeft invloed op de ruimtelijke kwaliteit van het gebied. Met name door stedelijke uitbreiding wordt het gebied begrensd door water, wegen en bebouwing. De stadsrandzone is hierdoor niet overal toegankelijk hetgeen als een kwaliteit wordt ervaren. De beleving van en het zicht op dit ‘onbereikbare’ landschap wordt zeer gewaardeerd.

Bewoners van de wijken Aa-landen en Holtenbroek hechten aan een ‘Duurzaam Dijklanden’. Zij maken gebruik van dit gebied en willen het een positieve impuls geven. De bewoners van de buurtschappen Bruggenhoek en Brinkhoek hechten juist waarde aan het behoud van de rust, ruimte en het woongenot. De bewoners van Langenholte zijn de meest oorspronkelijke inwoners van het gebied. Zij kennen nog de ‘noaberschap’ en ‘noaberplicht’. Dit komt met name tot uitdrukking in het intensieve verenigingsleven en sluit aan bij het dorpse en trage karakter van het gebied. Het behoud van het agrarisch karakter van Langenholte spreekt hen zeer aan.

Landschap Overijssel

Langenholte S t a d s h a g e n

Westerveld

Haerst

Dijklanden AA-landen

Brinkhoek

De beheerders De stadsrandzone heeft een van oorsprong landschappelijk en agrarisch karakter. De agrariërs, de gemeente Zwolle en Landschap Overijssel zijn de belangrijkste beheerders van het gebied. Er is momenteel een viertal agrarische bedrijven. De toekomst van de landbouw is echter onzeker. Het is van gemeenschappelijk belang dat de landbouw als beheerder in het gebied aanwezig is en blijft. Dan kan het gebied onderhouden worden zodat het oorspronkelijke en nog aanwezige agrarische karakter van het gebied behouden en versterkt wordt. De landbouw is bepalend als beeldvorming van het gebied voor weidevogels en weidebeheer (koeien in de wei).

Conclusie • bewoners: belang voor de beleving en het gebruik • beheerders: economisch belang • zekerheid voor de toekomst • behoud van identiteit en kwaliteit • rust en ruimte

Bruggenhoek

holtenbroek BERKUM

Afb. 18. De stadsrandzone

N0.0RDPEIL

23


24


KWALITEITEN VAN DE STADSRAND De kwaliteit van de stadsrandzone, gebruikt door mensen uit de stad, wordt bepaald door het prachtig landelijke gebied met herkenbare landschappelijke kenmerken. Op loopafstand ervaart men het verschil tussen de compacte stad, stedelijk groen en bebouwing en het landschap met de weilanden en het vee in de wei. Het feit dat deze stadsrandzone grenst aan het rivierengebied met de uiterwaarden maakt het gebied uniek. Natuur en water vormen een prachtig uitloopgebied. De stadsrand is begrensd, verbinding met de overzijde van het water is er nauwelijks. Dat betekent ook dat elke vierkante meter van dit groene gebied van grote betekenis is, zowel voor de landbouw die ook in de toekomst een gezonde en sterke bedrijfsvoering wil houden als voor de bewoners, die juist in dit gebied van de rust en de ruimte willen genieten. Het contrast tussen de stedelijke dynamiek en de natuurlijke rust is een van de kernwaarden van het gebied. Behalve dit contrast heeft ook het landschap een prachtig palet aan kernkwaliteiten, hoge oeverwallen versus lage broeklanden, droge zandgronden versus natte veengebieden en open weidegebieden versus de coulissen en beslotenheid van de buurtschappen.

3

Kwaliteit van de stadsrandzone wordt versterkt door een toekomstperspectief, gericht op duurzame ontwikkeling. Dat betekent dat er zekerheid moet worden geboden aan de landbouw, onder andere door verbreding die zich ook openstelt voor recreatieve mogelijkheden. Met name het laatste aspect zal zich moeten ontwikkelen op locaties die ook in verbinding staan met de stad en met de omgeving. Natuurwaarden Omdat de uiterwaarden van het Zwarte Water en de Overijsselsche Vecht belangrijke natuurwaarden bezitten is een keuze voor de verre toekomst belangrijk. Wordt ingezet om alle bestaande functies ten aanzien van recreatie te ontwikkelen en te verbeteren dan zal dat ten koste gaan van de natuur. Een keuze kan gemaakt worden tussen natuurontwikkeling met recreatief medegebruik en recreatieve ontwikkeling met natuurwaarden. Het onderscheid tussen het Zwarte Water en de Overijsselsche Vecht bepaalt dat de oostzijde van het gebied zich in de toekomst beter kan richten op de natuurwaarden en de landbouw en de westzijde op recreatieve ontwikkelingen met natuurbeheer. Daarmee worden functie en beleving in relatie met elkaar gebracht. De kwaliteiten zijn verder uitgewerkt op basis van de vier gebiedskenmerken: blauw, groen, grijs en rood.

Afb. 19. Kwaliteitenkaart

N0.0RDPEIL

25


3.1 Blauwe kwaliteiten De rivieren het Zwarte Water en de Overijsselsche Vecht vormen de natuurlijke grens van de stadsrandzone. De afwisseling van wielen, kolken en natuurgebieden vormen samen met diverse recreatieve plekken bijzondere parels aan de rivier. In verband hiermee kent de stadsrand een casco van blauwe en groene corridors. Deze maken enerzijds deel uit van een landschappelijk en ecologisch systeem en anderzijds geven zij structuur aan de stad. De blauwe corridors langs het Zwarte Water en de Overijsselsche Vecht omarmen de bebouwingsrand van Zwolle, van Holtenbroek via Aa-landen naar Bruggenhoek en Berkum. Zij zijn gekoppeld aan de dijk en de uiterwaarden met recreatieve voorzieningen zoals de jachthaven, een camping aan de recreatieplas en een roeivereniging. Zij vormen de natuurlijk begrenzing van de stad waarbij de Overijsselsche Vecht een meer landschappelijke waarde heeft en het Zwarte Water een meer recreatieve waarde. De blauwe corridor in Aa-landen is de voormalige Aa, een kleine rivier. De oorspronkelijke loop is niet meer te herkennen maar de parkachtige zone in de wijk en de natuurlijke uitstraling nabij Langenholte hebben een hoge belevings- en gebruikswaarde in het gebied.

26

Afb. 20. Blauwe kwaliteiten

recreatie op het water

pontje bij Haerst


3.2 Groene kwaliteiten De stadsrand van Zwolle vormt een scherp contrast met haar omgeving. Deze tegenstelling maakt dat de stadsrandzone twee identiteiten kent. De ene identiteit is de cultuurstadsrand met een intensief gebruik. Hier ligt de stad tegen het buitengebied en omringt een groene zoom de stad. De andere identiteit is die van de natuurlijke stadsrand met een extensieve groene zone. Hier vormt de dijk de verbindende schakel tussen de groene gebieden aan de uiterwaarden. De groene corridor aan de Middelweg vormt de entree van Dijklanden. Zij staat in verbinding met de recreatieve zone aan de kant van Holtenbroek. Aan de oostzijde loopt een tweede groene corridor tussen Aa-landen Oost en Brinkhoek. Deze ruimte is open en agrarisch.

Afb. 21. Groene kwaliteiten

groen aan de rand van de wijk

open en agrarisch landschap

Deze twee identiteiten worden verschillend beleefd. Aan de ene kant is er vanuit de stad het waarnemen van de openheid vanaf de stedelijke bebouwingsrand. Aan de andere kant is er vanuit het landelijke gebied het ervaren van de openheid en het zicht over de uitgestrekte uiterwaarden van het Zwarte Water en de Overijsselsche Vecht.

N0.0RDPEIL

27


3.3 Grijze kwaliteiten Er zijn drie hoofdinvalswegen van de stadsrand te onderscheiden. De Middelweg (A) als groene entree van Dijklanden, die de ‘historische’ stad Zwolle verbindt met de nieuwe stadswijk Stadshagen. De Rijnlaan (B) vormt de stedelijke entree via Aa-landen naar het Westerveldse Bos. De Haersterveerweg (D) is de historische entree van de A28 via Brinkhoek en Bruggenhoek naar het pontje richting Haerst. De dijk is de verbindende route door de noordelijke stadsrand en maakt deel uit van het ‘Rondje Zwolle’ (E) waarmee de stadsrand wordt verbonden met de overige stadsrandzones van Zwolle. Deze dijk is van groot belang bij het ervaren van de stadsrand, binnen en buiten de dijken. Deze drie entrees zorgen voor een goede ontsluiting van het gebied.

F.

C.

Het Aa-park vormt een belangrijke groene langzaam verkeersroute naar de Wijde Aa (C). De stadsrandzone maakt tevens deel uit van het regionale fietsennetwerk. Het toeristisch overstappunt (F) ligt aan deze route waardoor de stadsrandzone als begin- en eindpunt wordt gebruikt.

D. B.

E.

A.

Afb. 22. Grijze kwaliteiten

De verkeerssituatie in de stadsrandzone vormt een probleem. De Brinkhoekweg wordt als sluiproute tussen de A28 en de Aa-landen gebruikt en dat levert verkeersgevaarlijke situaties op. Kwaliteit is de rust en ruimte in het gebied en de gedeeltelijke toegankelijkheid die hiermee gepaard gaat.

28

historische route

cultuurhistorisch waardevol (tankversperring)


3.4 Rode kwaliteiten De kwaliteit van de stedelijke bebouwingsrand wordt bepaald door de diversiteit ervan. Dijklanden wordt omzoomd door een stedelijke rand met een recreatief en agrarisch landschap. Deze laagbouw zorgt voor een geleidelijke overgang naar het landschap, de hoogbouw wordt omzoomd door groene bosschages. De bebouwing van de oostzijde van de Aa-landen is met haar achterkant naar het landschap gelegen en mist de verbinding met het landschap.

1. 2.

3.

De buurtschappen Langenholte en Brinkhoek en Bruggenhoek zijn kleinschalige eilanden in het landschappelijke gebied. De landelijke uitstraling van de buurtschappen vormt een contrast met de stedelijke rand van Aa-landen Oost. Daarnaast herbergen deze buurtschappen waardevolle cultuurhistorische elementen en plekken, zoals: 1. het voormalige kasteel Westerveld; 2. de tankversperring; 3. de Agnietenberg / Agnietenkapel; 4. de begraafplaats / landgoed Kranenburg.

4.

Afb. 23. Rode kwaliteiten

karakteristieke agrarische bebouwing

achterkanten aan het landschap

N0.0RDPEIL

29



I I B E N U T T E N V A N R U I M T E L I J K E K W A L I T E I T Het benutten van ruimtelijke kwaliteit is in beeld gebracht door de kwaliteiten te vertalen naar kansen. Kansen die de bewoners en de gebruikers zien, maar ook kansen die er zijn om het functioneren te verbeteren en de toekomstwaarde van het gebied te vergroten.


Spelregels voor een duurzame stadsrand (geïnspireerd op het duurzame denkkader van The Natural Step) Een stadsrand heeft vele functies en gebruikers. Het duurzaam ontwikkelen van een stadsrand gaat niet alleen over ´Duurzaam MOOI´ maar ook over ´Duurzaam FUNCTIONEEL´. ´Duurzaam MOOI´ is iets wat door mensen wordt bepaald, ´Duurzaam FUNCTIONEEL´ heeft met zowel mensen als met natuur te maken. Mensen hebben basisbehoeften die vertaald kunnen worden naar de gewenste kwaliteit van een stadsrand. Tegelijkertijd is de mens voor heel veel dingen afhankelijk van de diensten en producten die de natuur levert en ook dit kan vertaald worden naar de gewenste kwaliteit van een stadsrand. De vier onderstaande spelregels helpen deze vertaling te maken. Als voor elke spelregel een stap vooruit zetten (dus niet ten koste van de ander), dan wordt gewerkt aan een duurzame stadsrand. Beter voorzien in de basisbehoeften van bewoners, gebruikers en eigenaren Iedere mens heeft bepaalde basisbehoeften. Een veel gebruikte opsomming is: levensonderhoud, bescherming, vrijheid, deelnemen aan de maatschappij, genegenheid, identiteit, begrip, zelfontplooiing, en vrije tijd. Bij de duurzame ontwikkeling van een stadsrand moet gezorgd worden voor een verbeterde voorziening in de basisbehoeften van de bewoners, gebruikers en eigenaren in die stadsrand. Meer ruimte en betere kwaliteit geven aan de natuur De natuur is nodig voor natuurlijke diensten en producten (schone lucht, schoon water, voedsel, hout, vis, enz.). De natuur kan daar alleen blijvend voor zorgen wanneer zij voldoende ruimte en kwaliteit heeft. Ook de natuur in een stadsrand draagt haar steentje bij aan de robuustheid van het natuurlijke systeem op deze aarde.

informeren van alle betrokkenen

eigenheid van de streek

landschapselementen

verbrede landbouw

natuurvriendelijke water

natuurspeelplaats

stadslandbouw

openbare boomgaard

zonne-energie

duurzame armaturen

duurzame verharding

lokale gft -verwerking

Slimmer omgaan met natuurlijke grond- en afvalstoffen Als natuurlijke grondstoffen slim en zuinig (her)gebruikt worden, zal de aarde niet uit worden geput. Bovendien wordt de (stadsrand)omgeving niet meer met natuurlijke afvalstoffen vervuild (denk aan CO2-uitstoot en vervuiling met zware metalen). Voorkomen van vervuiling met natuurvreemde stoffen Natuurvreemde stoffen als chemische bestrijdingsmiddelen en plastics richten in de omgeving veel schade aan, voor zowel de mens als voor planten en dieren. Minder en slimmer (her)gebruik van dit soort stoffen zorgt voor een gezondere leefomgeving, ook in een stadsrand.


INSPIRATIE VOOR DE TOEKOMST De kracht van de stadrsand De noordelijke stadsrand van Zwolle is een gebied waar het landelijke karakter enorm wordt gewaardeerd mede door het feit dat de identiteit en het historische karaker nog zo goed bewaard zijn gebleven. Elke vierkante meter is waardevol voor het gebruik en de leefbaarheid van het gebied en voor de bewoners van de stad. Hoewel er geen normen voor zijn, zijn de grenzen van het gebied bereikt. Als er nog meer groen verdwijnt, verdwijnt ook de kwaliteit en de beleving van rust en ruimte. Nog meer bebouwing en bewoners heeft grote impact op een gebied waar de grenzen door het water zijn bepaald. Men kan slechts op enkele plaatsen naar de overkant. Het gebied vormt als het ware een groen eiland aan de rand van de stad. Het landelijke karakter met de rust en ruimte, en de gebruiksvariatie binnen deze stadsrandzone zijn de kracht van het gebied en bieden kansen voor ruimtelijke kwaliteit op basis van landbouw en natuur. De landbouw als beheerder zorgt voor behoud van de identiteit van het gebied en de ontwikkeling van de natuur.

Afb. 24. Sfeerbeelden duurzame stadsrand

Het blauwgroene casco is als het ware het fundament: • openheid; • landelijk karakter; • rust en ruimte voor flora en fauna; • variatie in gebruik en verschijningsvorm van gebieden langs de Overijsselsche Vecht en het Zwarte Water. Het casco van grijs en rood reageert op het blauwgroene casco: • fijn vertakt netwerk van recreatieve routes; • beperkte toegankelijkheid voor autoverkeer; • bouwen op basis van ‘gebiedskenmerken’ zoals materiaal- en kleurkeuze. Beleving en gebruik Het duurzaam ontwikkelen van een stadsrand gaat niet alleen over ‘duurzaam MOOI’ maar ook over ‘duurzaam FUNCTIONEEL’. Beide zijn gericht op de toekomst; de lange termijn. ‘Duurzaam MOOI’ gaat om beleving van wat de mens bepaalt en wat hij ervan vindt. ‘Duurzaam FUNCTIONEEL’ heeft met het gebruik van de stadsrandzone te maken, met landbouw, recreatie, natuur, wonen en werken. Bij ´Duurzaam MOOI´ leveren de bewoners input . Bij ´Duurzaam Functioneel´ geven beheerders aan wat voor hen in het gebied de prioriteiten zijn met betrekking tot een haalbare en betaalbare exploitatie.

4

‘Duurzaam MOOI’ Belangrijk is het in standhouden van de rust en ruimte. Behoud van het agrarisch karakter is daarbij essentieel. De aanwezigheid van de landbouw is noodzakelijk om het gebied haar karakter te laten behouden en het te beheren als o.a. weidevogelgebied. In relatie tot de landbouw geven de bewoners aan dat zij de landbouw graag biologisch zien, eventueel in combinatie met zorg en educatie. Ook het behoud en beheer van bestaande routes, met name de fiets- en wandelroutes is belangrijk. Uniform beheer van de paden verbeteren het gebruiksgemak en de toegankelijkheid. Voor de sportieve gebruikers is het uitbreiden van het fietsen wandelnetwerk van belang. De mogelijkheid om bij wandelen of hardlopen te kunnen kiezen tussen kleine ommetjes (in de directe nabijheid van de wijken) of grotere rondes (vanuit de wijk richting de uiterwaarden) is gewenst. De verkeerssituatie in het gebied wordt als een probleem gezien. De Brinkhoekweg wordt als route vanaf de A28 richting Aa-landen gebruikt en dit leidt tot verkeersgevaarlijke situaties. Kans is om het reguleren van de toegankelijkheid van het gebied en het toelaten van bestemmingsverkeer tot aan Langenholte.

N0.0RDPEIL

33


landbouw en educatie

verbinding over het water

uitbreiding woning in Lochem

karakteristieke bebouwing (hooiberg)

betrokkenheid

kanoèn

multifunctionele schuur

hooiberg als schuilplaats


Voor de beleving van de natuurwaarden van het gebied is er een mogelijkheid om de bestaande dijk deels open te stellen. Hierbij wordt nadrukkelijk aangegeven dat er geen grote recreatieve aantrekking mag ontstaan. Behoud dat wat er nu is en versterk de kwaliteiten!

Afb. 26. Schema beleving en gebruik

Afb. 25. Sfeerbeelden duurzame stadsrand

‘Duurzaam FUNCTIONEEL’ De beheerders zijn voor onderlinge samenwerking. Landschap Overijssel, de gemeente Zwolle en de agrariërs zien hun verantwoordelijkheid voor het beheer van de natuur en het landschap als een gemeenschappelijk belang. Zij willen het gebied rondom Langenholte behouden als rustgebied. Het landbouwverkeer van buiten de stadsrandzone ervaren zij dan ook als een overlast en willen dit beperken. De beheerders willen fietsers en voetgangers toelaten tot het gebied en vinden het van belang dat de aanwezige wandel- en fietspaden goed worden beheerd. Noodzakelijke nieuwbouw dient zich te voegen aan de bestaande bebouwing en het landelijke karakter.

Wel zien zij mogelijkheden om de dijk gelimiteerd open te stellen voor excursiemomenten openbaar te maken. Zij hechten waarde aan het betrekken van de mens bij de natuur. Een voorziening als een vogelkijkhut aan de Overijsselsche Vecht biedt hiervoor mogelijkheden. Ook hechten zij waarde aan het herstellen van wielen en poelen en het aanleggen van natuurvriendelijke oevers hetgeen bijdraagt aan de beleving van het landschap. In relatie tot het beheer van de uiterwaarden als Natura 2000 gebied is aangegeven dat de locatie van de camping Agnietenberg de aanwezige natuurwaarden niet versterkt. Uitbreiding van de recreatieve functie in dit deel is niet gewenst. Voor de afvalberg ter plaatse van het Westerveldse Bos geldt dat het waard is om de mogelijkheden tot verduurzamen voor de toekomst te realiseren te onderzoeken. In relatie tot ontwikkelingen in de stadsrand zien de beheerders tevens kansen voor wandelroutes dichtbij de bebouwingsrand, de zogenoemde ommetjes. Essentieel is dat er geen nieuwe functies komen die extra autoverkeer aantrekken.

N0.0RDPEIL

35


36


KANSEN VOOR DE STADSRAND Kansen voor de stadsrandzone zijn toekomstgericht, gericht op het goed functioneren en optimaal beleven van de kwaliteiten van het gebied. Daarmee worden functie en beleving in relatie met elkaar gebracht. In grote lijnen kan worden gesteld dat de omgeving van Langenholte, Brinkhoek en Bruggenhoek kansen heeft gericht op de beleving van de (cultuur-)historische karakteristieken en waarbij de landbouw een belangrijke bijdrage levert aan de landschappelijke kwaliteiten. De omgeving van Dijklanden is meer gericht op een landschap waar de oorspronkelijke gebiedskenmerken zijn verdwenen, zoals het Westerveldse bos en de verkaveling. Dit gebied heeft de potentie om zich meer te richten op kleinschalig recreatief gebruik, zoals wandelen en fietsen, waarbij door het beheer de natuurlijke waarden kunnen behouden en versterken. Voor landbouw is dit gebied te nat. Er dient gekeken te worden naar een andere vorm van beheer, waarbij voorbeelden van stadslandbouw een optie zijn. Het betekent dat de huidige boerderij omgevormd kan worden naar bijvoorbeeld een zorgboerderij. Ook kan de educatieve betekenis van deze locatie worden benut bijvoorbeeld in samenwerking met de scholen van Zwolle. Hierbij kan voor dit gebied een sociaal-maatschappelijke verbinding worden gezocht. Afb. 27. Kansenkaart

5

De kansen die het gebied heeft moeten worden gedragen door de beheerders en de bewoners van het gebied. Aangezien de laatste jaren het onduidelijk is geweest voor de agrariĂŤrs maar ook voor de bewoners wat er in de toekomst met het gebied gebeurt, is men er behoudend en gericht op de huidige kwaliteiten. Plaats voor innovatieve ontwikkelingen komt pas naar voren als men vertrouwen in de toekomst heeft en dat er voor de landbouw een aantal zekerheden worden gegeven. De inspiratie die vanuit elders kan worden aangedragen, wordt pas benut als men daarvoor openstaat en weet dat het niet ten koste gaat van de groene ruimten die enorm worden gewaardeerd. De kansen zijn als denkrichting opgesteld voor de blauwe, groene, grijze en rode kwaliteiten. Deze kansen vormen de basis voor het ontwikkelingsperspectief en de bouwstenen en streefbeelden om de kwaliteit in de toekomst te borgen.

N0.0RDPEIL

37


5.1 Blauwe kansen •

versterken van de natuurlijke oevers, ontstening van de Overijsselsche Vecht

vergroten van de diversiteit tussen de verschillende gebieden aan het Zwarte Water en de Overijsselsche Vecht

versterken van het contrast tussen de natte en droge gebieden

vergroten van de beleving van binnen- en buitendijkse gebieden

• versterken van de relatie tussen de blauwe corridors, leggen van verbindingen binnen het aanwezig waternetwerk •

toegankelijkheid naar de verschillende blauwe corridors vergroten door ontsluiting door middel van wandelpaden

Afb. 28. Blauwe kansen

38

waterrecreatie en educatie

het water beleefbaar


5.2 Groene kansen •

behoud van het agrarisch karakter van het landschap

het bewaren van de openheid, de rust en de ruimte

het behouden en versterken van de zichtlijnen in het gebied

het behouden en versterken van de groene corridors

informeren over wat er nu of in het verleden te zien is / was

vergroten van de betrokkenheid van de mens bij haar omgeving door het plaatsen van informatieborden

het versterken van de relatie tussen het platteland en de stad bijvoorbeeld door middel van het telen, verbouwen en vervolgens verkopen van streekproducten (slow food)

versterken van de stedelijke bebouwingsrand en de aangrenzende groene gebieden, waar de diversiteit tussen het platteland en de stad fysiek het sterkst is

Afb. 29. Groene kansen

de dijk toegankelijk

streekeigen erfbeplanting

N0.0RDPEIL

39


5.3 Grijze kansen • verbinden en verbeteren van wandel- en fietsroutes •

toepassen van een eenduidig beheer voor de verschillende routes

• koppelen van rustplekken en informatiepunten aan de verschillende routes •

terugbrengen van het aantal verkeersbewegingen in het gebied ten behoeve van de verkeersveiligheid

toepassen van gerichte verlichting in het gebied ten behoeve van de combinatie natuur en sociale en verkeersveiligheid

• versterken van de diverse entrees tot het gebied • ‘stadsommetjes’ •

40

natuurexcursies op gedeelte van de dijk dat niet pertinent openbaar is

Afb. 30. Grijze kansen

verbinden van netwerk van fietsroutes

...en wandelroutes


5.4 Rode kansen

Afb. 31. Rode kansen

sociaal-maatschappelijke functie in de stadsrand

maat en schaal bebouwing in het landschap

behoud en versterken van karakteristieke bebouwing

landelijke inpassing van nieuw in te passen bebouwing, aansluiten van de bebouwing bij de maat en schaal bij het landschap

transformatie van agrarische bebouwing met behoud van identiteit

behouden van aanwezige agrarische panden voor agrariërs, in verband met efficiënt toekomstig onderhoud van het gebied

kwaliteitsverbetering achterkantsituatie Aa-landen

kwaliteitsverbetering achterkantsituatie Brinkhoek en Bruggenhoek

toevoegen van sociaal-maatschappelijke functie

N0.0RDPEIL

41



I I I B O R G E N VA N R U I M T E L I J K E K W A L I T E I T Het borgen van de ruimtelijke kwaliteit is in het ontwikkelingsperspectief weergegeven, gericht op behoud en versterken van de kernkwaliteiten. Het ontwikkelingsperspectief biedt ook bouwstenen voor de (verre) toekomst om versnippering te voorkomen en plaats te maken voor sterke functies en een aantrekkelijker gebied.



ONTWIKKELINGSPERSPECTIEF VOOR DE STADSRAND 6.1 Ontwikkelingsperspectief ruimtelijke kwaliteit Behoud van ruimtelijke kwaliteit kan door het stimuleren van gewenste ontwikkelingen, gericht op de toekomst. Niets doen betekent stilstand en achteruitgang van de kwaliteit van het gebied. De Stadsrandzone Zwolle - Langenholte en omgeving is een gebied dat onder druk staat. Het is begrensd, dat betekent dat elke ingreep het gebied kleiner maakt. Het landelijk karakter, de rust en ruimte zijn de basis voor ruimtelijke kwaliteit. Het behoud en versterken van de waardevolle landschappen en de natuurwaarden zijn de basis voor een ontwikkelingsperspectief waarbij bouwstenen aangeven hoe de ruimtelijke kwaliteit te waarborgen. Per gebied of zone is aangegeven welke functies wenselijk zijn en op welke wijze ze kunnen bijdragen aan de ruimtelijke kwaliteit (belevings-, gebruiks- en toekomstwaarde). Het ontwikkelingsperspectief of ‘wenkend’ perspectief biedt inspiratie voor initiatiefnemers. Het is geen doel op zich om het ontwikkelingsperspectief volledig te ontwikkelen. Toekomstige ontwikkelingen moeten met behulp van deze nota worden begeleid zodat de differentiatie en belevingswaarden in stand worden gehouden en waar mogelijk versterkt.

Afb. 32. Ontwikkelingsperspectief voor de stadsrandzone

6

Het ontwikkelingsperspectief is gebaseerd op de kansen vanuit het gebied: • blauwe kansen, gericht op versterken van de variatie in gebieden langs de Overijsselsche Vecht en het Zwarte Water en versterken van de (blauwe) corridors tussen stad en landschap; • groene kansen, gericht op behoud, identiteit en versterken van de gebiedskenmerken; • grijze kansen, gericht op verbeteren van het recreatief netwerk en verminderen van de verkeersintensiteit; • rode kansen, gericht op bouwen op basis van identiteit, inpassen in het landschap en behoud van het agrarisch of landelijk karakter van de bebouwing. De kansen leiden tot een ontwikkelingsperspectief gericht op: • beleving (identiteit en gebiedskenmerken); • gebruik (landbouw en natuur, recreatie en wonen en werken); • blik op de toekomst (bouwstenen en streefbeelden).

N0.0RDPEIL

45


Economisch ontwikkelingsperspectief De stadsrandzone is een belangrijk onderdeel van het landelijke gebied en maakt tevens gebruik van de directe aanwezigheid van de stad. Een stadsrandzone die beide aspecten kan combineren, kan hiervan op korte en op lange termijn profiteren. Door op lange termijn de visie en ambitie voor het gebied vast te leggen kan er op korte termijn richting worden gegeven aan initiatieven en ontwikkelingen. De visie op lange termijn biedt hiervoor houvast en maakt het mogelijk om verder te kijken dan tot 2015 en sturing te geven aan het toekomstbeeld van de stadsrandzone. Er dient een keuze gemaakt te worden welke hoofdfunctie (landbouw, natuur en recreatie) waar plaats krijgt. De landbouw in het gebied vormt de rode draad in de stadsrandzone. In elk deelgebied speelt de landbouw een rol, bijvoorbeeld als landschapsbeheerder, als weidevogelbeheerder of als biologische dan wel stadsboer. Zodoende kan de landbouw in de gehele stadsrandzone een belangrijke economische drager zijn, op zowel de korte als de lange termijn. De landbouw is in de gehele stadsrandzone de belangrijkste functie. In Dijklanden is er ruimte voor (kleinschalige) recreatieve initiatieven waarmee het gebied sportief en recreatief wordt versterkt. Voor Dijklanden is er toekomst in het recreatief (mede-)gebruik. Recreatieve voorzieningen kunnen gecombineerd worden met een zorgof educatieve functie.

46

Met het inzetten op groene en blauwe diensten kan de landschappelijke en recreatieve waarde van het gebied worden versterkt. Langenholte heeft belang bij een sterke agrarische functie. Er is in de toekomst in Langenholte plaats voor recreatief medegebruik in bestaande agrarische bebouwing, zoals een galerie of bed and breakfast. De landbouw is in Langenholte van essentieel belang, enerzijds voor het (landschappelijk) beheer en anderzijds om het open en agrarisch karakter in het gebied voor de langere termijn te behouden. In Brinkhoek en Bruggenhoek ligt de nadruk Afb. 33. Schema proces (visie en ambitie) op de kwaliteitsverbetering van de stadsrand en de combinatie van diverse functies, zoals recreatie (Agnietenberg), de begraafplaats, de manege en sportvelden. Het tegengaan van verrommeling is van groot belang in combinatie met het verbeteren van de bebouwde omgeving. Op kleine schaal is het van belang om in Brinkhoek en Bruggenhoek de cultuurhistorie te benadrukken. De Agnietenberg speelt hier met name een belangrijke rol als restaurant en vergaderlocatie, maar ook als cultuurhistorisch waardevol element. Ook in Bruggenhoek is de landbouw van belang voor het natuurbeheer en de langdurige verbondenheid met het gebied.


Sociaal ontwikkelingsperspectief Een sterke en stabiele sociale structuur is de basis voor goede onderlinge samenwerking. Daarbij gaat het zowel om wederzijds begrip tussen de verschillende gebruikers- en bewonersgroepen als tussen de verschillende beheerders. De sociale structuur of cohesie bepaalt de mate van solidariteit in de gemeenschap. Hoe groter de solidariteit, hoe sterker het gemeenschappelijk belang duidelijk wordt. Door de interactieve manier van werken tijdens de pilot is wederzijds begrip ontstaan tussen bewoners vanuit Aa-landen, Holtenbroek, Dijklanden, Langenholte en Brinkhoek en Bruggenhoek. Gezamenlijk - in groepjes nadenken over het gebied en genereren van ideeĂŤn voor de toekomst leiden tot openheid en waardering. Er wordt weer met elkaar gepraat over zaken die het gebied en haar bewoners en gebruikers aangaan.

Ook met beheerders is op een gezamenlijke en interactieve wijze naar het gebied gekeken. Er zijn tussen de gemeente Zwolle, LTO en Landschap Overijssel verkennende gesprekken geweest en het is gewenst om deze structureel te laten plaatsvinden, zodat er met enige regelmaat een overlegmoment is waarbij alle eigenaren en beherende partijen (o.a. natuurorganisaties, agrariĂŤrs en overheid) aanwezig zijn. De openheid van zaken en het bekend zijn met elkaars beheersvisies bieden kansen tot onderlinge samenwerking en met name met de vier agrarische bedrijven uit het gebied. De samenwerking leidt tot versterking van het (gezamenlijk en op elkaar afgestemd) beheerbeleid en daarmee tot verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. Naar aanleiding van deze pilot zijn de eerste contacten gelegd. De gemeente vervult een faciliterende en regisserende rol als centraal aanspreekpunt.

Vanuit deze pilot is de winst van wederzijds begrip een basis voor de toekomst. In de toekomst kunnen onduidelijkheden, wensen of ideeĂŤn door onderling contact en openheid van zaken worden opgelost. Een centraal aanspreekpunt vanuit de gemeente kan daarbij een faciliterende, bemiddelende en regisserende rol krijgen.

N0.0RDPEIL

47


an het erf )erven ondergaan erven een aantal voorbeelden te het erf en het landschap. In geweest, maar sommigen gebouwen zijn geĂŻnspireerd n ze een aantal overeenen eenvoudige hoofdvorm, n, glas) en sobere detailleet hoofdgebouw op het erf, dt juist het contrast opgege woning (boerderij) door e geven.

bijgebouwen inrichting van het erf en toepassen van erfbeplanting

gebiedseigen agrarische bijgebouwen, kapschuur

gebiedseigen agrarische bijgebouwen, hooiberg

schaapskooi in Almere

schuur in Haarle

kleur- en materiaalgebruik bijgebouwen Bruggenhoek

gebiedseigen beplanting, meidoornhaag

gebruik en beleving - multifunctionele schuur

gebiedseigen groen, knotwilgenrij


1. • • • • • 2. • • • • • • • 3. • • • • •

Dijklanden functies gericht op recreatief (mede-)gebruik, aansluitend op het bestaande karakter van het uitloopgebied laag en nat kleinschalige recreatie recreatief (mede-)gebruik (sportlandschap) Langenholte kleinschalige functies gericht op onthaasten en ontspanning, passend binnen de bestaande karakteristieke bebouwingsstructuur hoog en droog landbouw natuur kleinschalige recreatie buurtschap cultuurhistorie Brinkhoek en Bruggenhoek functies gericht op verblijven (permanent) en recreatief), passend binnen de bestaande karakteristieke bebouwingsstructuur hoog en droog landbouw en natuur buurtschappen cultuurhistorie

2. 1. 3.

Afb. 35. Het ontwikkelingsperspectief van de drie deelgebieden Afb. 34. Streefbeelden beleving en gebruik

6.2 Beleving en gebruik Ruimtelijke kwaliteit wordt bepaald door de belevings-, gebruiks- en toekomstwaarde. De beleving zit in de unieke en gebiedsspecifieke kenmerken, het gebruik in de bruikbaarheid, doelmatigheid en de functionele samenhang. De toekomstwaarde zit in de kansen om diverse functies in relatie tot de specifieke kenmerken in de toekomst te ontwikkelen. Dit betreft duurzaamheid, inpasbaarheid en beheerbaarheid. De toekomstwaarde is vertaald in bouwstenen per afzonderlijk deelgebied. Beleving Het ontwikkelingsperspectief voor een duurzame stadsrand in Langenholte en omgeving is onder andere gericht op behoud van de specifieke gebiedskenmerken, de identiteit, met name de rust en ruimte. Waardering van de rust en ruimte heeft te maken met de beleving van een gebied. Beleving heeft ook sterk te maken met de mate van verrommeling. Verrommeling in de zin van ‘gebiedsvreemde’ beplanting, erfafscheidingen, kleur- en materiaalgebruik en een diversiteit aan bijgebouwen en schuurtjes. In Langenholte speelt met name de keuze van erfbeplanting (type haag of houtsingel) en kleur- en materiaalgebruik van hekwerken en bijgebouwen een belangrijke rol als het gaat om beleving van het gebied. Houd daarnaast bebouwingsranden openbaar zodat er geen achterkanten en achtertuinen aan het landschap liggen. Hiermee wordt de overgang van de stad naar het landschap versterkt.

In Brinkhoek en Bruggenhoek speelt de diversiteit van bijgebouwen in combinatie met de architectuur en het kleur- en materiaalgebruik een belangrijke rol. Het samenstellen van een kleurenpalet of lijst van beplanting en materialen biedt uitkomst voor het behoud van de gebiedskenmerken en identiteit. Voor de gehele stadsrandzone geldt dat de gebiedskenmerken in de drie te onderscheiden deelgebieden (Dijklanden, Langenholte en Brinkhoek en Bruggenhoek) moeten worden versterkt. De beleving in relatie tot ruimtelijke kwaliteit wordt in deze stadsrandzone op twee verschillende schaalniveaus bekeken: 1. de gehele stadsrandzone Langenholte en omgeving (de drie deelgebieden); 2. de erven in de drie deelgebieden. Het landschap van Dijklanden is lager gelegen en daardoor een relatief nat gebied ten opzichte van Langenholte en Brinkhoek en Bruggenhoek. De beplanting en de mate van dichtheid past zich hier bij aan door middel van soortkeuze die nattere gronden verdraagt en een relatief open gebied met af en toe enkele singels of knotwilgenrijen. Langenholte is met name op landbouw gericht. Het agrarisch karakter en de daarbij horende openheid zorgen voor de beleving in dit buurtschap. Het deelgebied Brinkhoek en Bruggenhoek is een woongebied waar een verrommeling in het gebied wordt ervaren, met name aan de oostzijde van de buurtschappen. Een kwaliteitsslag van met name de achterkanten verdient hier aandacht. N0.0RDPEIL

49


5 uurzame en eigentijdse moderne voorbeelden van

gebouwen duurzame en eigentijdse bijgebouwen an het erf

mogelijkheden )erven ondergaan erven een aantal voorbeelden te oor agrarisch het erf en het landschap. In ilo is ondergebracht in een hooiberg geweest, maar sommigen her)gebruik

kleinschalige recreatie ‘De Langenhof’

bakhuis als kippenhok

hooiberg

toegankelijke natuur

gebouwen zijn geïnspireerd

n ze een aantal overeenen eenvoudige hoofdvorm, apskooi in Almere

n, glas) en sobere detaille-

et hoofdgebouw op het erf, dt juist het contrast opge-

schuur in Haarlem

de silo is ondergebracht in een hooiberg nieuwe schaapskooi

schaapskooi in Almere

bakhuis als kippenhok waardevolle fauna en weidevogelbeheer

schuur in Haarlem

ge woning (boerderij) door

te geven.

passende agrarische bijgehouwen, nieuwe hooischuur

multifunctionele schuur

passende bijgebouwen, kippenhok


NL R

L NR

N

R W

W

W

W

NL W

LEGENDA Dijklanden Langenholte Brinkhoek - Bruggenhoek W

wonen en werken

R

recreatie

N

natuur

L

landbouw

Afb. 37. Functies in de stadsrandzone

Gebruik - Landbouw en natuur De landbouw is de belangrijkste gebruiker van het gebied dat gekenmerkt wordt als een agrarische stadsrandzone. De landbouw is een van de belangrijkste beheerders en mede bepalend voor het landschappelijke karakter. De gemeente Zwolle en Landschap Overijssel zijn twee andere belangrijke eigenaren van de gronden in het gebied. Bepalend voor de toekomst van het platteland is de ontwikkeling die zich gaat voltrekken in de landbouw. Op dit moment is landelijk sprake van twee stromingen: 1. een deel van de landbouw intensiveert (schaalvergroting); 2. het andere deel vervlecht met natuur, landschap en de omringende samenleving en kiest bewust voor relatief klein blijven door in te zetten op de hogere markt (groenblauwe diensten). In de stadsrandzone zijn op dit moment vier (volledig) levensvatbare agrarische bedrijven actief. Hier is het de vraag of de huidige vorm van landbouw (met name melkveehouderij) met opvolger in de toekomst, nog voldoende ruimte en perspectief heeft voor verdere ontwikkeling. Het gebied zal zich door een grotere bevolkingsdruk en interesse van buiten de agrarische sector, steeds minder goed lenen voor ‘optimale landbouw’.

Afb. 36. Streefbeelden landbouw en natuur

Dit biedt hier kansen voor een vorm van landbouw die een ‘maatschappelijk verbrede landbouwfunctie’ gaat vervullen. Dit sluit aan op de tweede ontwikkeling die zich voltrekt binnen de landbouw: vervlechting met natuur, landschap en de omringende samenleving. ‘De Langenhof’ wordt door velen aangeduid als een goed (bestaand) voorbeeld in de stadsrandzone die laat zien hoe verschillende verbrede activiteiten ingepast kunnen worden op het bedrijf: zorgboerderij, galerie, koffie- en theeschenkerij, zalenverhuur. Voor de landbouw is er de komende jaren een opgave om op sociaal-maatschappelijk gebied nieuwe verbindingen te zoeken met de stad, de burger (producten en diensten), het landschap (natuurbeheer) en kleinschalige recreatie. Deze ‘maatschappelijk verbrede landbouw’ zal de kwaliteit en de leefbaarheid van het gehele gebied en haar bewoners versterken. De landbouw als belangrijke speler in het gebied vraagt om zekerheid en beleid vanuit de overheid. Er moeten voorwaarden worden geschapen die de agrariërs voldoende flexibiliteit geven voor een gezonde bedrijfsvoering en ook zekerheid bieden over bezit van eigendommen en gebruik van gronden en bedrijfspanden. In ruil daarvoor kunnen er ook voorwaarden gevraagd worden aan het beheer en onderhoud en herstel van landschapswaarden. Dit alles op basis van een gezonde en duurzame bedrijfsvoering.

N0.0RDPEIL

51


een gastenverblijf in de vorm van hier drinken. Het kippenhok en de hooiberg zijn gerenoerf wat in Hardenberg is herbestemd en heeft een zorgfunctie en reeen hooiberg bij Roosendaal

Geromantiseerde bijgeb jn twee nieuwe gerealiseerd, waarvan één tra-die eatieve functiebijgebouwen gekregen. Particulieren met kinderen zorg behoeapschuur die dient als overdekt terras. De diversiteit van Verder n kunnen hier op vakantie gaan (camping) waarbij de zorg vanzie deje heel erg dui eine bijgebouwen op het erf is hierdoor behouden. creëren van identiteit die nderen deels wordt weggenomen voor de ouders. Tevens kunnen ssanten hier wat drinken. Het kippenhok en de hooiberg zijn gerenoerd. Er zijn twee nieuwe bijgebouwen gerealiseerd, waarvan één traionele kapschuur die dient als overdekt terras. De diversiteit van ote en kleine bijgebouwen op het erf is hierdoor behouden.

B

kleinschalige recreatie, kamperen in de boomgaard

gastenverblijf in de vorm van hooiberg

bakhuis als bed & breakfast (modern)

bakhuis in België als B&B

gebruik bestaande bijgebouwen als bed and breakfast

informatiecentrum

recreatie in passende nieuwe bouwvormen

nieuwe theeschenkerij op

nieuwe trekkershut in de museumboerderij in Epe vorm van een hooiberg

nieuwe trekkershu

toegankelijk landelijk gebied


bouwen ontwikkelingen worden betrokken. Recreatief gebruik Er ontstaat een duidelijke meerwaarde bij een De stadsrand is de verbinding die het voor de idelijk stedeling dat mogelijk er op woonerven behoefte is aan het integrale aanpak van de stadsrandzone. maakt om in het ‘land’ te recreëren. Voor een leefbare omgeving zijn op korte afstand van bewoning gebieden nodig om te recreëren. In de stadsrandzone van Langenholte en omgeving is vanwege haar sterke begrenzing door rivieren en bebouwing een grotere behoefte aan uitloopgebieden. Dit dynamisch uitloopgebied met een grote ruimtedruk vraagt om een integrale aanpak en goede samenwerkingsverbanden.

Langenholte en omgeving is een gebied waar e zich uit in ‘authentieke’ en ‘nostalgische’ de rust en ruimte worden gewaardeerd en

ut

De recreatieve gebruikswaarde van Langenholte en omgeving is afhankelijk van: • openbaarheid van de verschillende (natuur)gebieden in de stadsrandzone; • ontsluiting (het aantal fietspaden en wegen) van de stadsrandzone; • bereikbaarheid van de stadsrandzone (hoeveelheid wegen en paden). Vanuit deze drie aspecten heeft voornamelijk de bereikbaarheid een relatie met het recreatieve gebruik. Meer sterke ‘toegangspoorten’ naar de stadsrandzone leiden tot meer recreatief gebruik. In de toekomst kunnen een aantal initiatieven van kleinschalige recreatieve voorzieningen worden ontwikkeld. Belangrijk is de consequenties van mogelijk extra verkeersdruk vooraf te overzien. Aan kleinschalige ontwikkelingen van nieuwe (verblijfs)recreatie wordt alleen medewerking verleend indien vooraf een visie wordt opgesteld voor een groter gebied, waarbij bodem, landschap, natuur en landbouwkundige Afb. 38. Streefbeelden recreatief gebruik

voor de toekomst behouden moeten worden. Door bewuste keuzes te maken als het gaat om initiatieven vanuit de recreatieve sector, zal de verkeersintensiteit in de toekomst in de drie deelgebieden afnemen. Langenholte biedt kans om in de toekomst in enkele bestaande bedrijfspanden (inpandige) functies toe te laten die de architectuur en het landelijk karakter van het deelgebied niet verstoren. Ook goede entrees vanuit Brinkhoek en Bruggenhoek en Dijklanden, in combinatie met aantrekkelijke en gebruiksvriendelijke toeristische overstappunten (T.O.P.) zorgen ervoor dat de doorgaande verkeersdruk in Langenholte wordt beperkt. Op deze wijze vormt Langenholte een gebied waar flora en fauna nog een relatief ongestoord voortbestaan heeft. In Dijklanden is ruimte voor recreatief (mede-) gebruik, een combinatie van recreatie en landschapsbeheer in het gebied. Het gaat hier om kleinschalige recreatieve functies die aansluiten bij het karakter van het gebied. Dergelijke functies zullen een, bij het gebied passende, aantrekkende werking moeten hebben om een positieve bijdrage te leveren aan de beleving in het gebied. In Langenholte ligt de nadruk op de landbouw waarbij recreatief medegebruik een realistische optie is. Recreatief medegebruik biedt mogelijkheden voor het behoud van rust en ruimte rondom het buurtschap.

Door bewoners en recreanten kennis te laten maken met de flora en fauna in het gebied ontstaat waardering voor de natuur. Begeleide (natuur-)excursies door niet-openbaar toegankelijke gebieden kunnen daaraan bijdragen. Bestaande wandelroutes krijgen een eenduidig beheer en worden zoveel mogelijk gekoppeld aan het netwerk van fiets- en wandelroutes in de omgeving. De van oudsher sterke sociale en ruimtelijke verbinding van Berkum naar Langenholte wordt vertaald in een herkenbare route met voldoende rustpunten en informatievoorzieningen over het landschap. Het cultuurhistorisch erfgoed in deze stadsrandzone brengt een economisch belang met zich mee. Het vermarkten van de cultuurhistorische kwaliteiten en het versterken van dit imago heeft een gunstig effect op het ondernemingsklimaat, de recreatie en het toerisme. Kennis van het verleden leidt tot een groter begrip van het heden. Deze kennis moet gebruikt worden als inspiratiebron bij ontwikkelingen maar ook om draagvlak te vergroten van het eigen publiek. Cultuurhistorisch waardevolle elementen in deze stadsrandzone zijn: A. het voormalig kasteel Westerveld; B. de tankversperring ten noorden van Brinkhoek, als relict uit de Tweede Wereldoorlog; C. het voormalig klooster Agnietenberg; D. de begraafplaats / landgoed Kranenburg in Bruggenhoek.

prieeltjes en tuinhuisjes 53 N0.0RDPEIL vorm van hooibergen


en unctie carport

nieuwe garage en berging

kap op. Het resultaat is een groot g terras, berging en garage. Deze mu een uniform karakter. Ze passen ni

hooiberg als opslagruimte, Kampereiland

passende uitbreiding van een woning

tuinhuis in Geldrop

nieuwe bestemming agrarische bebouwing

6 passend gebruik van bijgebouwen

e buitenruimte kapschuur als garage

uitbreiding woning in Lochem

meervoudig gebruik van bestaande agrarische bebouwing

multifunctionele schuren; overdekte terras en opslag (en soms ook bakhuis als kas garage en stalling voor bijvoorbeeld paarden) hooiberg als hondenkennel

multifunctionele schuur in Den Ham

34

54

atelierruimte in bestaande agrarische bebouwing

Eemlandhoeve en werkgelegenheid


gebouw dat dient doet als overdekt ultifunctionele schuren hebben vaak iet bij hetEenerf en de streek. voorwaarde voor een leefbare stadsrandzone is het beperken van de verkeersdruk. Bij initiatieven waarbij nieuwe functies of voorzieningen worden voorgesteld zal naast de ruimtelijke kwaliteit ook de mogelijke extra verkeerstoename onderzocht moeten worden. Met name voor het buurtschap Langenholte dat in een zone ligt waar rust en ruimte voor flora en fauna een voorwaarde is, heeft extra verkeersdruk grote consequenties. Kleinschalige initiatieven die passen binnen de voorwaarde rondom de verkeersdruk worden zoveel mogelijk in de bestaande karakteristieke bebouwing gesitueerd. Dijklanden en Brinkhoek en Bruggenhoek kennen een doorgaand verkeerskarakter. Initiatieven voor ontwikkeling van nieuwe functies of uitbreiding van bestaande functies of voorzieningen leveren een bijdrage aan de gewenste ruimtelijke kwaliteit. Versterken van de landschappelijke karakteristieken staat daarbij voorop. Ook voor deze deelgebieden geldt dat onderzocht moet worden of de initiatieven hier leiden tot extra verkeersdruk. Bestaande functies en voorzieningen, zoals de tuinhuis sportvelden en de roeivereniging kunnen in Dijklanden worden versterkt en verbeterd. De combinatie van een sociaal-maatschappelijke verbinding tussen de wijk Aa-landen en Holtenbroek met de stadsrandzone biedt een meerwaarde voor de gebruikers. Op deze manier wordt de stadsrandzone verbonden met de omliggende wijken, hetgeen de waardering voor ‘elkaars’ gebieden versterkt. Afb. 39. Streefbeelden wonen en werken

Wonen en werken Een leefbare stadsrandzone is een stadsrand waar samen gewoond en gewerkt kan worden. In Dijklanden staan slechts enkele woongebouwen en vervult op dit moment een functie als kleinschalig uitloopgebied voor de stedeling. Hier ligt de nadruk niet op het wonen en werken maar juist meer kleinschalige recreatie passend bij de schaal van het gebied (wandelen, fietsen, kanoën). Er is één agrarisch bedrijf actief. In de toekomst kan dit bedrijf zich ontwikkelen als bijvoorbeeld een zorgboerderij (voorbeeld Eemlandhoeve) dat kansen biedt voor werkgelegenheid in de stadsrandzone.

garage

In Langenholte wordt op kleine schaal gewoond en gewerkt. Oorspronkelijke agrarische bebouwing en een aantal nieuwe gebouwen vormen het buurtschap. Hier is ruimte om kleine initiatieven in bestaande agrarische bebouwing onder te brengen.

Naast de verschijningsvorm van het landschap spelen de dorps- en bebouwingsranden een belangrijke rol als het gaat om beleving van een gebied. De dorps- en bebouwingsranden worden gevormd door de afzonderlijke erven. Voor de ‘achterkantsituaties’ van met name de oostelijke dorpsrand van Brinkhoek en Bruggenhoek is een kwaliteitsslag noodzakelijk.

carport

Het samenstellen van een kleurenpalet of een lijst van beplanting en materialen biedt uitkomst op behoud van de gebiedskenmerken en identiteit. Het betreft het tegengaan van de verrommeling en het verbeteren van de bebouwde omgeving. Bij nieuwe ontwikkelingen voert de overheid de regie, van planvorming tot en met de uitvoering.

Bij noodzakelijke (kleinschalige) verbouwingen van bestaande panden dient hier rekening gehouden te worden met de materiaalkeuze. Materialisatie sluit aan bij de sfeer en karakter van het buurtschap Langenholte waarbij de landelijke en agrarische sfeer kenmerkend is.

een representatieve bouwaanvraag van een nieuwe schuur die bestaat uit baksteen en damwandprofielplaten

N0.0RDPEIL

55


Afb. 40 Ontwikkelingsperspectief Dijklanden

56

natuurvriendelijke oevers

knotwilgenrij (streekeigen)


6.3 Toekomst - Bouwstenen voor de drie deelgebieden 1. Dijklanden In dit deelgebied staat een functioneel gebruik voorop. De bouwstenen zijn gericht op een recreatief (mede-)gebruik van het landschap in combinatie met de aanwezige sportvoorzieningen. Bouwstenen 1. aantrekkelijke entrees en logische routes • versterking karakter westelijke ‘groene poort naar de stad’ (Middelweg) • ontwikkeling T.O.P. als aantrekkelijke entree met enkele recreatieve voorzieningen en parkeerruimte 2. routes onderdeel van het fiets- en wandelnetwerk • versterking netwerk van fiets- en wandelpaden (aansluiting bij T.O.P.) • ontwikkeling ommetjes in de directe nabijheid van stedelijke bebouwingsrand en grotere ‘lussen’ door het landschap • koppeling routes aan (toekomstige) openbare en maatschappelijke functies • verbetering en herkenbaarheid entrees vanuit wijken Aa-landen en Holtenbroek • aanleg pontje over het Zwarte Water, vanuit het Westerveldse Bos

Afb. 41. Streefbeelden Dijklanden

3. recreatieve activiteiten aansluitend bij beleving en karakter van het landschap • regie houden over functies; functies met een maatschappelijk karakter of horeca sluiten aan bij gebruik van Dijklanden (stadslandbouw combineren met T.O.P., horecafunctie in combinatie met de roeivereniging) • versterken en inspireren recreatief (mede-)gebruik (in overleg met initiatiefnemers en huidige ondernemers) • opstellen integrale visie (meerwaarde voor het gebied) • aanleggen sociaal-maatschappelijke functies als volkstuinen, natuurijsbaan (het tijdelijk onder water zetten van een stuk land), verhuur van bootjes of waterfietsen, aantrekkelijke, maar overzichtelijke speelbosjes voor kinderen • behouden en versterken Westerveldse Bos als recreatief uitloopgebied (bij mogelijkheid sanering hoogte terugbrengen tot maaiveldniveau) 4. het landschap als basis • kwaliteitsverbetering van het landschap (streekeigen beplanting) • beheer en herstel van kenmerkende landschapselementen (knotwilgenrijen en houtsingels)

N0.0RDPEIL

57


Eemlandhoeve: streekboerderij en educatie in de stadsrand

sociaal-maatschappelijle functie

natuurspeelplaats

beleefbaarheid (uitkijkpunt)

uitbreiding recreatieve fietspaden

streekproducten (slow food)

waterrecreatie in combinatie met bebouwing

58

combinatie functie bijvoorbeeld horeca


5. het water als kwaliteit • verbetering leefomgeving van flora en fauna • verbetering of aanleg natuurvriendelijke waterlopen, verflauwen van oevertaluds in samenhang met versterking van beleving (in overleg met waterschap) • verbetering van de waterkwaliteit; loskoppeling van riooloverstort op het stedelijk water van de Wijde Aa • herstel van waterkolken • ontwikkeling nieuw water als buffer voor de stad, functie als waterberging Ontwikkelingsperspectief Dijklanden

6. het verzorgde silhouet van de stadsrand (bebouwingsrand) • in stand houden van de landschapselementen langs de watergangen rondom Aa-landen • regie houden over beplanting in de openbare ruimte in de stedelijke bebouwingsrand van Aa-landen; aansluiting bij het landschappelijke karakter en soortkeuze

8. erfafscheidingen passend bij het landschap • regie houden over de materiaalkeuze van hekwerken en afrasteringen (gedekte tinten, open structuur) • regie houden over de soortkeuze van erfbeplantingen (singels, streekeigen) • vaststelling welstandsambitie 9. de landbouw als beheerder • ontwikkelen samenwerkingsvormen waarbij landbouw samen werkt met natuur: verbrede (stads)landbouw met groen- blauwe diensten • benutten groen-blauwe diensten (contracten met particulieren) • vrijhouden agrarische panden en gronden voor beheerders • versterken van aanwezige ecosystemen in hun onderlinge samenhang 10. duurzaam denken over energie • onderzoeken staat van afvalberg (kansen voor sanering of energie halen uit afvalberg)

7. aandacht voor de beeldkwaliteit van de bebouwing • regie houden over uitstraling van gebouwen en bijgebouwen met een streekeigen karakter • regie houden over de massaopbouw en compositie van voorzieningen op het erf • vaststellen welstandsambitie

Afb. 42 Streefbeelden Dijklanden

N0.0RDPEIL

59


Afb. 43. Ontwikkelingsperspectief Langenholte

60

boomgaarden (streekeigen en openbaar)

cultuurhistorie zichtbaar (voormalig kasteel Westerveld)


2. Langenholte In dit deelgebied staat behouden en versterken van de huidige kernkwaliteiten voorop, met name openheid en beheer van zowel de natuurlijke als de agrarische gronden. De landbouw is essentieel in Langenholte. Bouwstenen 1. de landbouw als beheerder • ontwikkelen samenwerkingsvormen waarbij landbouw samen werkt met de natuur: verbrede landbouw met groenblauwe diensten • benutten van groenblauwe diensten (contracten met particulieren) • verbeteren kwaliteit van het landschap • regelen bestemmingsverkeer door Langenholte • vrijhouden agrarische panden en gronden voor beheerders • versterken aanwezige ecosystemen in hun onderlinge samenhang • beheer richten op versterking ecologische kwaliteiten (kleinschalig ecotoop gericht)

2. het landschap als basis • versterking infra- en groenstructuur van en naar de brink (lanen) • kwaliteitsverbetering van de inrichting van het landschap (openheid, lanen, hagen, boomgaarden) • verbetering leefomgeving van flora en fauna (schuilplekken / rustgebied voor weidevogels) • ontwikkeling natuurvriendelijke herinrichting aanwezige waterlopen in samenhang met versterking van beleving (in overleg met waterschap) 3. het verzorgde silhouet in het landschap • in stand houden van de landschapselementen • regie houden over de erfbeplanting, toepassing van hagen en geen hekwerken (streekeigen) • behouden van afwisseling van open ruimtes tussen de kavels • behouden van de organische ervenstructuur met onregelmatige verkaveling 4. het waarderen van natuur en landschap • verbeteren betrokkenheid bewoners door verstrekking informatie • verbeteren toegankelijkheid (natuur)gebieden door middel van begeleide (natuur-)excursies over de dijk

Afb. 44 Streefbeelden Langenholte

N0.0RDPEIL

61


bestaande waardevolle flora (Kievitsbloem)

weidevogels (beheer)

het water beleefbaar

schuilplaats voor huidige roodwild

vee in de wei

meidoornhaag (streekeigen)

het water beleefbaar

62

erfbeplanting (streekeigen)


Ontwikkelingsperspectief Langenholte

5 routes onderdeel van het fiets- en wandelnetwerk • bieden van gelimiteerde toegankelijkheid van de dijk • plaatsen comfortabele bankjes op strategische locaties (Rondje Zwolle) • verbeteren aansluiting fiets- en wandelnetwerk op toeristische overstappunten (T.O.P.)

8. het verzorgde silhouet van de stadsrand (bebouwingsrand) • regie houden over uitstraling van de stedelijke bebouwingsrand, opgaande maar transparante groene rand in combinatie met water • verbeteren openbaarheid bebouwingsrand, door aanleg wandelroute langs Aa-landen Oost

6. recreatieve activiteiten aansluitend bij beleving en karakter van het landschap • regie houden over functies met geen of een beperkte (en passende) extra verkeersdruk (bijv. galerie, beeldentuin, kleinschalige horecavoorziening als theehuis of theetuin, bed & breakfast) • opstellen van integrale visie (meerwaarde voor het gebied)

9. aandacht voor de beeldkwaliteit van de bebouwing • regie houden over uitstraling, kleur- en materiaalgebruik van gebouwen en bijgebouwen met een streekeigen karakter • regie houden over de massaopbouw en compositie van het erf • vaststellen welstandsambitie

7. het water beleefbaar • verbeteren toegankelijkheid natuurgebied Buitenlanden, begeleide (natuur-)excursies over de dijk • verbeteren zichtbaarheid Zwarte Water en Overijsselsche Vecht (vogelkijkhutten / uitkijkpunten)

10. erfafscheidingen passend bij het landschap • regie houden over de materiaalkeuze van hekwerken en afrasteringen • regie houden over de soortkeuze van erfbeplantingen (hagen) • vaststellen welstandsambitie 11. op de historie van de plek voortborduren • verbeteren zichtbaarheid en leesbaarheid van de geschiedenis van het voormalig kasteel Westerveld (in overleg met eigenaren) • verbeteren zichtbaarheid en leesbaarheid van de geschiedenis de historische tankversperring aan de dijk

Afb. 45 Streefbeelden Langenholte

N0.0RDPEIL

63


Afb. 46. Ontwikkelingsperspectief Brinkhoek en Bruggenhoek

64

het verzorgde dorpssilhouet


3. Brinkhoek en Bruggenhoek In dit deelgebied is het ontwikkelingsperspectief gericht op een ruimtelijke kwaliteitsverbetering, het tegengaan van de verrommeling en het verbeteren van de kwaliteit van de bebouwde omgeving. De bouwstenen richten zich zowel op een verbetering van het gebied als geheel, als op de overgang van gebieden zoals bij de camping Agnietenberg - Overijsselsche Vecht en de landbouw in het zuidoosten nabij de A28. Bouwstenen 1. het landschap als basis • behouden en versterken zichtlijnen over de open percelen gelegen tussen de buurtschappen • versterken contrast (open / gesloten) • kwaliteit verbeteren inrichting landschap (versterken streekeigen karakter) 2. het verzorgde silhouet in het landschap • kwaliteit verbeteren dorpsrand (randen openbaar toegankelijk) • gebiedseigen beplanting ten oosten van Brinkhoek en Bruggenhoek • behouden open en/of groene ruimtes tussen de kavels in de bebouwingsrand

Afb. 47 Streefbeelden Brinkhoek en Bruggenhoek

3. aandacht voor de beeldkwaliteit van de bebouwing • regie houden over uitstraling, massaopbouw en compositie, kleur- en materiaalgebruik van gebouwen en bijgebouwen met streekeigen karakter • vaststellen welstandsambitie 4. erfafscheidingen passend bij het landschap • regie houden over materiaalkeuze van hekwerken en afrasteringen • regie houden over soortkeuze van erfbeplantingen (hagen) • vaststellen welstandsambitie 5. landschappelijke inpassing bestaande recreatieve functies • landschappelijke inpassing camping Agnietenberg • kwaliteitsverbetering camping Agnietenberg (binnen de huidige grenzen, vergroten van het grondoppervlak campingterrein niet gewenst)

N0.0RDPEIL

65


inpassing nieuwe funcitie in agrarische gebouwen

maat en schaal van (bij)gebouwen

passende afrastering weiland

behoud van open en besloten ruimten

kleinschalige recreatie

zichtbaar maken van (cultuur)historie, Agnietenberg/-kapel

koppelen rustplekken met ´Rondje Zwolle´


6. het water beleefbaar • verbeteren toegankelijkheid dijk ten oosten van Bruggenhoek • aanleggen recreatieve wandel- en/of fietsroute langs de Overijsselsche Vecht

Ontwikkelingsperspectief Brinkhoek en Bruggenhoek

7. de landbouw als beheerder • ontwikkelen samenwerkingsvormen waarbij landbouw samen werkt met de natuur: gangbare landbouw met groen blauwe diensten • ontwikkelen groen-blauwe diensten door sluiten van contracten met particulieren • duurzaam beheren van ecologische kwaliteiten (kleinschalig ecotoop gericht) 8. de historische verbinding versterken • versterking van de groenstructuur (laan) langs historische verbindingen 9. op de historie van de plek voortborduren • zichtbaarheid en leesbaarheid van de geschiedenis voormalig klooster en het landgoed (in overleg met eigenaren)

Afb. 48. Streefbeelden Brinkhoek en Bruggenhoek

N0.0RDPEIL

67


Inleiding De Stadsrandzone Zwolle - Langenholte en omgeving is een gebied van ca. 800 hectare en wordt aan de noordzijde begrensd door het Zwarte Water en de Overijsselse vecht. Buitendijks ligt een gebied van ca. 450 hectare, dat onder de Natura 2000 valt, waar Habitat- en Vogelrichtlijnen gelden. Een waardevol natuurgebied op een afstand van ongeveer drie kilometer van de stadsrand van Zwolle. De grootte en de ligging van deze stadsrandzone tonen aan dat het een gebied is met zowel een hoge natuurlijke en belevingswaarde als wel een kwetsbaar gebied liggend tussen de stad en de rivieren waar een hoge ruimtelijke druk een grote rol speelt bij toekomstige ontwikkelingen. Het landschap nabij de Overijsselsche Vecht is karakteristiek voor het stuwwallenlandschap met het reliĂŤf van de hogere gelegen zandruggen en de buurtschappen. Het gebied nabij het Zwarte Water is voormalig broekland van 70 ha. nat weidegebied waarbij een groot deel van het oorspronkelijke landschap is verdwenen. Het Westerveldse Bos (ca. 35 ha.) is deels ontwikkeld op een voormalige afvalbult en ligt als gebiedsvreemd groen aan de rivier. Door dit gebied loopt de Middelweg, de enige verbinding met een brug naar de overzijde, Stadshagen, een woongebied in ontwikkeling.

68

Communicatie en participatie De betrokkenheid van de bewoners uit de noordelijke stadsrand is enorm. De omvang van het huidige gebied van 800 ha. bepaalt dat het gebied nu groen moet blijven om nog een longfunctie voor de stad te kunnen hebben. De beheerders van het gebied, de agrariĂŤrs, geven aan dat er sprake is van overlast door mensen die bezit nemen van het landschap zonder te beseffen wat het betekent om op verantwoorde wijze veeteelt te bedrijven. Voorlichting en educatie in de toekomst is van groot belang. Sociaal gezien is er een groot verschil in het denken over het gebied tussen de bewoners aan de westzijde (Dijklanden) en de oostzijde, (Langenholte, Brinkhoek en Bruggenhoek) Men is door de pilot in gesprek met elkaar gekomen en dat heeft wederzijds begrip opgeleverd, hoewel men het niet altijd eens was met elkaar. Er wordt zogezegd verschillend gedacht over de toekomst van de stadsrandzone. Bij de start van de pilot is er veel onvrede en weerstand. Onvrede over het beleid van de gemeente en de onzekerheid over de toekomst van het gebied. Voor de omwonenden betekent dit dat er geen vertrouwen is in de toekomstige ontwikkelingen die de gemeente voorstaat. Voor de agrarische sector is onzekerheid geen stimulans voor ontwikkeling, terwijl de landbouw de beheerder van het gebied is.

In twee werksessies zijn de gemeenschappelijke belangen en de waardering voor het gebied uitgesproken, waarbij het behoud van rust en ruimte als voorwaarde is benoemd. De landbouw bestaande uit vier agrarische bedrijven, vertegenwoordigd door de LTO heeft inmiddels het initiatief opgepakt om samen met Landschap Overijssel en de gemeente Zwolle te gaan praten over een gemeenschappelijk beheer. Het beheer van de buitendijkse gronden van Landschap Overijssel kan daarbij in samenhang met de binnendijkse agrarische gronden worden gedaan. De landschappelijke structuur dient hierbij als basis te samen met duurzame en verbrede agrarische bedrijven in het gebied. Belangrijk is de samenwerking en het vertrouwen in de gemeente, die mede grond in eigendom heeft in het gebied. Het blijkt dat de bewoners en de beheerders van het gebied onzeker zijn over het toekomstig gebruik van het gebied, zoals de landbouw, de natuur, de recreatie en het wonen en werken. Over de beleving van het gebied heeft men over het algemeen eenzelfde mening, de beeldkwaliteit wordt enorm gewaardeerd, de locaties die verbeterd moeten worden, zoals de bebouwingsranden van Aa-landen en Bruggenhoek zijn genoemd.


CONCLUSIES In deze pilot zijn de potenties aangegeven om het landschap te benutten in de toekomst. De intentie van deze pilot is om het palet aan ideeĂŤn vanuit de identiteit en vanuit de bewoners en gebruikers weer te geven. Hiermee is de breedte van de opgave aangegeven. Er is duidelijk geen keuze gemaakt welke van de ideeĂŤn in aanmerking komt voor de korte, middellange, of lange termijnontwikkeling van de stadsrandzone. Gebruik gaat voor mooi De zekerheid voor de toekomst van de landbouw is essentieel, de landbouw als beheerder met het vee in de wei. Het vraagt om landbouwers die het een uitdaging vinden om in de stadsrand een bedrijf op te zetten, waarbij het niet gaat om intensivering maar om verbrede landbouw, gericht op groenblauwe diensten (in combinatie met beheer van de uiterwaarden). Er zal een keuze moeten worden gemaakt tussen gebieden waar sprake is van (extensief) recreatief (mede-)gebruik en de hoofdfunctie landbouw, (Langenholte, Brinkhoek en Bruggenhoek) en de Dijklanden met de hoofdfunctie recreatief (mede-)gebruik en een vorm van landschapsbeheer. Dit betekent dat het gebied zich kan richten op het recreatief (mede-)gebruiken van de gronden, langs het water, het Westerveldse Bos in relatie met de bestaande sportterreinen, de aanleghaven en de roeivereniging.

Het openbaar gebruiken van grenzen tussen bebouwing en landschap kan voor kwaliteit zorgen en de verrommeling tegengaan. Achterkanten leveren over het algemeen geen kwaliteit, terwijl er een potentie is als openbaar wandelpad. Uitgaande van deze functiebepaling heeft dat consequenties voor de ontsluiting van het gebied. Het T.O.P. aan de oostzijde bij het pontje heeft een extensiever gebruik dan een nog te ontwikkelen T.O.P. aan de westzijde. Door de toegankelijkheid in het landbouwgebied rondom Langenholte te beperken wordt het recreatief gebruik ook afgestemd op de voorwaarden die de landbouw stelt. Beleid Het langetermijnperspectief is essentieel. Landbouwbeleid in de stadsrand is een onderdeel dat beleidsmatig nog door de gemeente verder ontwikkeld moet worden. Daarbij speelt ook het vastgoedbeleid, de waardebepaling van de bestaande agrarische bebouwing en de leegstaande panden een grote rol. Voor de provincie Overijssel is de lagenbenadering te grofmazig om te kunnen sturen op ruimtelijke kwaliteit.

7

Aanbevelingen Naar aanleiding van het (interactieve) proces met de diverse partijen is waarborgen van de gezamenlijke ambities mogelijk door het opnemen van de Nota Ruimtelijke kwaliteit Stadsrandzone Zwolle - Langenholte en omgeving binnen de gemeentelijke beleidskaders. De vervolgstappen op basis van de Nota Ruimtelijke kwaliteit Stadsrandzone Zwolle Langenholte en omgeving, zijn: 1. het maken van beleidskeuze; het beleid kan vervolgens door de raad worden vastgesteld; 2. de Nota Ruimtelijke kwaliteit koppelen aan het bestemmingsplan; 3. ontwikkelen van landbouwbeleid in combinatie met beleid gericht op beheer van het landschap. Voor een goede en blijvende samenwerking tussen de verschillende partijen is communicatie essentieel. Een communicatieplan waarin het proces, de taken en rolverdeling van de verschillende partijen staan aangegeven is basis voor een goede samenwerking. Een uitgewerkte visie, op basis van de bouwstenen die vanuit het ontwikkelingsperspectief worden aangedragen, biedt inzicht in de mogelijkheden voor de korte, middellange en lange termijn. Op korte termijn kan een recreatief wegen- en wandelpadenplan een van de eerste plannen zijn die opgesteld kunnen worden. N0.0RDPEIL

69


LITERATUURLIJST 1.

Masterplan Toerisme Zwolle – Kampen, gemeente Zwolle en Kampen, januari 2002

2.

Welstandsnota versie 2.0, gemeente Zwolle, april 2004

3.

Recreatievisie, gemeente Zwolle, juli 2004

4.

Bestemmingsplan Aa-landen, gemeente Zwolle, oktober 2006

5.

Bestemmingsplan Kranenburg, gemeente Zwolle, oktober 2007

6.

Structuurplan 2020 Zwolle, gemeente Zwolle, april 2008

7.

Archeologiebeleid, gemeente Zwolle, augustus 2008

8.

Visie buitengebied Zwolle (Blik op buiten), gemeente Zwolle, maart 2009

9.

Nota van uitgangspunten bestemmingsplan buitengebied, gemeente Zwolle, december 2009

10.

Omgevingsvisie Overijssel, provincie Overijssel, juli 2009

11.

Omgevingsverordening Overijssel, provincie Overijssel, juli 2009

12.

Landschapsontwikkelingsplan - Landschapsontwikkelingsvisie, gemeente Zwolle, Zwartewaterland en Kampen Deel 1, augustus 2010


LIJST VAN AFBEELDINGEN Afb. 1. Deelgebieden stadsrandzones Zwolle verbonden door Rondje Zwolle Afb. 2 Schetssessie Afb. 3. Interview Afb. 4. Afwisseling van landschappen: uiterwaard, oeverwal, dekzandrug- en dekzandlaagte Afb. 5. Ontwikkeling van de stad Afb. 6. Mal Afb. 7. Contramal Afb. 8. Bouwhoogtes Afb. 9. Bebouwingsranden Afb. 10. Gebieds-DNA kaart Afb. 11. De drie deelgebieden Afb. 12. Blauwe kenmerken Afb. 13. Groene kenmerken Afb. 14. Grijze kenmerken Afb. 15. Rode kenmerken Afb. 16. Functiekaart Afb. 17. Meningen uit de stadsrandzone Afb. 18. De stadsrandzone Afb. 19. Kwaliteitenkaart Afb. 20. Blauwe kwaliteiten Afb. 21. Groene kwaliteiten Afb. 22. Grijze kwaliteiten

Afb. 23. Rode kwaliteiten Afb. 24/25. Sfeerbeelden duurzame stadsrand Afb. 26. Schema beleving en gebruik Afb. 27. Kansenkaart Afb. 28. Blauwe kansen Afb. 29. Groene kansen Afb. 30. Grijze kansen Afb. 31. Rode kansen Afb. 32. Ontwikkelingsperspectief voor de stadsrandzone Afb. 33. Schema proces (visie en ambitie) Afb. 34. Streefbeelden beleving en gebruik Afb. 35. Het ontwikkelingsperspectief van de drie deelgebieden Afb. 36. Streefbeelden landbouw en natuur Afb. 37. Functies in de stadsrandzone Afb. 38. Streefbeelden recreatief gebruik Afb. 39. Streefbeelden wonen en werken Afb. 40. Ontwikkelingsperspectief Dijklanden Afb. 41/42. Streefbeelden Dijklanden Afb. 43. Ontwikkelingsperspectief Langenholte Afb. 44/45. Streefbeelden Langenholte Afb. 46. Ontwikkelingsperspectief Brinkhoek en Bruggenhoek Afb. 47/48. Streefbeelden Brinkhoek en Bruggenhoek


COLOFON Gemeente Zwolle M. Meijer R. Vink G. Grobbe W. van Hattum S. van Loenen K. Hoek P. van Saane G. Piek (wethouder)

Provincie Overijssel V. Klijnsma B. Vries

Klankbordgroep Langenholte e.o.: H. van Vilsteren (LTO-Noord) K. Hesselink (Landschap Overijssel) S. Jaasma (KNNV) H. Molkenboer (Milieuraad Zwolle) O. Westra (Bewoners Brinkhoek) H. Mooij (Bewonerswerkgroep Langenholte) J. Cnossen (Stichting Wijkgemeenschap Aa-landen) C. Bruins Slot (Duurzaam Dijklanden) H. Kempenaar (Wijkvereniging Berkum)

N0.0RDPEIL landschap.stedenbouw E. van der Laan P. Couperus A. Welman i.s.m. L. Gelderblom van GOED (Gelderblom Ontwikkeling en Duurzaamheid)




Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.